De accu in de heupgordelzak plaatsen
(Fig. 5 en 6)
Nadat de bedieningseenheid op de accu is geïnstal-
leerd, plaatst u de accu samen met de bedienings-
eenheid in uw heupgordelzak, en wel zodanig dat de
aansluiting van de bedieningseenheid wijst naar de
hand waarmee u de schaar zult bedienen. Doe
daarna de zakklep over de accu toe om te voorkomen
dat de accu en de bedieningseenheid tijdens de
bediening per toeval uit de zak vallen.
Aandoen van de heupgordel (Fig. 6)
Bevestig een schouderband (bretels) aan de
heupgordel. Doe de heupgordel aan en stel de lengte
van de schouderband en de heupgordel zodanig af
dat de accu op heuphoogte op uw rug wordt
gedragen.
Aanbrengen van de holster (Fig. 7)
Installeer de holster op de heupgordel zoals afge-
beeld in Fig. 7. De holster moet geïnstalleerd worden
aan de zijde waar uw hand de schaar zal bedienen.
Aandoen van de armband (Fig. 8)
Bevestig de armband aan uw arm. Wanneer u de
armband gebruikt, moet u de aansluitkabel door de
lus in de armband steken om deze uit de weg te
houden zoals afgebeeld in Fig. 8.
De aansluitkabel aansluiten op de schaar
(Fig. 9)
Sluit de contrastekker van de aansluitkabel aan op de
aansluiting op de schaar en draai de schroef naar
rechts om de contrastekker goed vast te zetten.
OPMERKING:
Indien u de aansluitkabel aansluit of loskoppelt terwijl
de bedieningseenheid is ingeschakeld, zal het con-
trolelampje afwisselend in rood en groen knipperen.
Wanneer dit gebeurt, zal de schaar niet starten ook al
wordt de trekschakelaar ingedrukt. Schakel de bedie-
ningseenheid uit en daarna weer in om de schaar te
kunnen starten. (Fig. 4)
Werking van de schakelaar
LET OP:
•
Alvorens u de accu op de schaar aansluit, moet u
altijd eerst controleren of de trekschakelaar juist
werkt en bij loslaten naar de ‘‘OFF’’ positie terug-
keert.
•
Druk de trekschakelaar niet in zonder eerst de
ontgrendelknop in te drukken. Als u dit doet, kan de
schakelaar breken.
Schakel de bedieningseenheid in door de bovenzijde
(I) van de schakelaar in te drukken. Het controle-
lampje zal beginnen te knipperen in groen. Druk
daarna de trekschakelaar eenmaal in en laat hem dan
los. Het bovenste schaarblad zal omhooggaan zodra
u de trekschakelaar loslaat en zal stoppen in de
hoogste (volledig open) stand. Indien het bovenste
schaarblad reeds geopend is, zal het na de eerste
bediening van de trekschakelaar in de geopende
positie blijven staan. Het controlelampje zal blijven
branden in groen. U kunt daarna beginnen met
snoeien door de trekschakelaar nogmaals in te druk-
ken. (Fig. 4)
Een ontgrendelknop is voorzien om te voorkomen dat
de trekschakelaar per toeval wordt ingedrukt. Om de
schaar aan te zetten, eerst de ontgrendelknop en
daarna de trekschakelaar indrukken. Om de schaar af
te zetten, de trekschakelaar loslaten. (Fig. 10)
Wanneer u de trekschakelaar indrukt en ingedrukt
houdt, zal het bovenste schaarblad omlaaggaan en in
de gesloten positie stoppen. Wanneer u de trekscha-
kelaar loslaat, zal het bovenste schaarblad omhoog-
gaan en in de hoogste (volledig open) positie stop-
pen. (Fig. 11)
De schaar in de holster plaatsen (Fig. 12)
Schakel de bedieningseenheid uit door de onderzijde
(O) van de schakelaar in te drukken terwijl u de
trekschakelaar ingedrukt houdt. Het bovenste schaar-
blad zal stoppen in de gesloten positie. Plaats de
schaar in de holster met het bovenste schaarblad in
de gesloten positie.
Snoeien (Fig. 13)
LET OP:
•
Gebruik de schaar nooit in een moeilijke houding,
aangezien dit ernstige verwonding kan veroorza-
ken.
•
Houd de tak die u aan het snoeien bent nooit met
uw vrije hand vast. Houd uw vrije hand weg van de
plaats waar u snoeit. De schaarbladen zijn uiterst
scherp en kunnen snijwonden veroorzaken.
Snoei de takken een voor een zoals afgebeeld in
Fig. 13. De maximale dikte van de takken die u met
deze schaar kunt afsnijden is ongeveer 30 mm. Zorg
dat u altijd goede steun voor de voeten hebt en goed
uw evenwicht bewaart.
Schakel na het gebruik de bedieningseenheid uit en
koppel de aansluitkabel los van de schaar en van de
bedieningseenheid. Berg de schaar op in een droge,
hoge of afgesloten plaats, buiten het bereik van
kinderen.
Beveiligingsmechanisme tegen overbelasting
Zowel de schaar als de bedieningseenheid zijn voor-
zien van een beveiligingsmechanisme tegen overbe-
lasting. Indien de motor langer dan 3 seconden
geblokkeerd is, zal dit mechanisme geactiveerd wor-
den om de schaar te stoppen. Het controlelampje op
de bedieningseenheid zal dan afwisselend in rood en
groen knipperen. Om de bediening te hervatten,
schakel eerst de bedieningseenheid uit door de
onderzijde (O) van de schakelaar in te drukken, en
schakel deze daarna opnieuw in.
OPMERKING:
Gebruik de schaar niet op zulke wijze dat dit mecha-
nisme vaak wordt geactiveerd. Hierdoor kan de motor
beschadigd raken.
Controlelampje op de bedieningseenheid
(Fig. 4)
Wanneer de bedieningseenheid wordt ingeschakeld
(de bovenzijde (I) van de schakelaar wordt ingedrukt),
zal het controlelampje beginnen te knipperen of blij-
ven branden in groen. Indien het controlelampje een
van de onderstaande condities aangeeft, dient u het
volgende te doen.
26
4604D/DW(Nl) (’99. 6. 4)