Panasonic CZRTC5A Handleiding

Type
Handleiding
Panasonic Corporation
1006 Kadoma, Kadoma City, Osaka, Japan
Gebruikershandleiding
High-spec Wired Remote Controller
Modelnummer CZ-RTC5A
Installatie instructies
Apart bijgevoegd.
Nederlands
Lees deze gebruikershandleiding aandachtig voordat u het apparaat gebruikt en bewaar ze voor
toekomstig gebruik.
CV6233312187
Panasonic Corporation
http://www.panasonic.com
2
(NL)
Veiligheidsvoorschriften
OPGELET
Dit apparaat is bedoeld om te worden gebruikt door
ervaren of opgeleide gebruikers in werkplaatsen, in
de lichte industrie en in landbouwbedrijven, of voor
commercieel gebruik door leken.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder
en personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke
vermogens, of met gebrek aan ervaring en kennis, mits deze onder
toezicht worden gehouden of het veilige gebruik van het apparaat
hen werd aangeleerd en ze de betrokken gevaren begrijpen.
WAARSCHUWING
Gebruik dit apparaat niet in een mogelijke explosieve
omgeving.
Bedien het apparaat niet met natte handen.
Was het apparaat niet met water.
Herstel dit apparaat niet zelf als het defect is. Neem contact op met
de dienst verkoop of klantendienst van de verdeler voor herstelling.
Haal In geval van nood de stekker uit het
stopcontact of schakel de stroomonderbreker
of de middelen waarmee het systeem op het
voedingsnetwerk is aangesloten uit.
WAARSCHUWING
OPGELET
Dit symbool wijst naar een gevaar of onveilige
praktijk die tot een ernstig letsel of de dood
kan leiden.
Dit symbool wijst naar een gevaar of onveilige
praktijk die tot een letsel of product- of
eigendomschade kan leiden.
Dingen die moeten worden nageleefd Dingen die verboden zijn
3
(NL)
Bedankt voor uw aankoop van de Panasonic hoge specifi catie bedrade
afstandsbediening.
Lees de bedieningsinstructies aandachtig voor een veilig gebruik. Deze handleiding
beschrijft de bedieningsinstructies voor de bedrade afstandsbediening. Lees deze
handleiding samen met de gebruiksaanwijzing die met de binnen- en buitenunits
wordt meegeleverd.
Lees de “Veiligheidsvoorschriften” (p. 2) voor gebruik.
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats, samen met gebruikershandleiding
die met de binnen- en buitenunits werd geleverd.
Zorg ervoor dat deze handleiding wordt bewaard op een plaats die gemakkelijk
bereikbaar is voor de gebruikers. Bij wijziging van gebruiker, zorg ervoor dat deze
handleiding aan de nieuwe gebruiker wordt overhandigd.
OPMERKING
De Engelse tekst zijn de originele instructies. De andere talen zijn vertalingen van de
originele instructies.
4
(NL)
Voorbereidingen
Gebruiksinstructies Wijzigen van de instellingen
Wanneer
Nodig
INHOUD
Veiligheidsvoorschriften ................................................................................2
Benaming van de onderdelen ........................................................................5
• Besturingspaneel ............................................................................................5
• Scherm ...........................................................................................................6
Basisbediening................................................................................................8
Menu lijst ........................................................................................................10
Klepinstelling voor elke binnenunit ............................................................12
• KLEP .............................................................................................................12
Klepinstelling voor elke luchtuitlaat............................................................13
• Indiv. klep vergrendelen ................................................................................13
Timerreservatie .............................................................................................14
• AAN/UIT-timer ...............................................................................................14
• Overzicht weektimer .....................................................................................15
• Weektimer .....................................................................................................16
Filter informatie .............................................................................................20
Geruisloze werking/Stroomverbruikmonitor ..............................................22
Energiebesparing ..........................................................................................24
• ECONAVI .....................................................................................................24
• Automatische terugkeer naar temperatuur ...................................................30
• Temperatuursbereik ......................................................................................30
• Automatische uitschakeling ..........................................................................32
• Programmeerbare piekbegrenzing ...............................................................34
• Herhaal uit-timer ...........................................................................................36
Afwezigheidsfunctie .....................................................................................37
Standaard instellingen .................................................................................39
• Klok/Soort klok/Bedieningsvergrendeling .....................................................39
• Naam van de afstandsbesturing ...................................................................40
• Bedieningstonen/Contrast/Achtergrondverlichting/Taal ...............................41
• Wachtwoord wijzigen/Temp-sensor/Hoofd/Sub/
Ventilator-uitgang/Contactgegevens .............................................................42
• Vergrendeling buitenunit ...............................................................................44
• Rotatie instelling ...........................................................................................46
Ventilatie instelling........................................................................................49
Lijst met instellingen ....................................................................................50
Probleemoplossing .......................................................................................52
Specifi caties ..................................................................................................54
Pagina
5
(NL)
Benaming van de onderdelen
Besturingspaneel
Opmerking
LCD-scherm
Terugkeer-toets
Keert terug naar het vorige scherm.
Menu-toets
Toont het menuscherm
(p.10).
Werkingsindicator
Brandt tijdens de werking.
Knippert bij een alarm.
Start/Stop-toets
Start/Stopt de werking.
Enter-toets
Legt de geselecteerde inhoud vast.
Druk in het midden Geen handschoen Geen pen
Energiebesparingstoets
Wisselt tussen energiebesparing/
normale werking.
Pijltjestoetsen
Selecteert een item.
Omhoog
Omlaag
RechtsLinks
6
(NL)
Wanneer onderhoud
is vereist (p.52)
Verschijnt als er een probleem is met ECONAVI.
Eerste scherm
Benaming van de onderdelen
Scherm
Item selectiescherm
Schermvergrendeling
Naam van de
afstandsbediening
(p.40)
Instellingsinformatie
pictogram
(Volgende pagina)
Cursor
Werkingsmodus
Temperatuursinstelling
Ventilatorsnelheid
Klep
[Operation lock] (bedieningsvergrendeling) is in werking. (p.39)
Om de vergrendeling op te heff en
Houd de -toets voor 4 seconden ingedrukt.
*
Alleen de gedeeltelijke instellingen kunnen op het eerste scherm worden gecontroleerd. Om alle instellingen te controleren (p.50)
Bediening is
vergrendeld. (p.39)
Huidige tijd en
dag (p.39)
Verschijnt wanneer ECONAVI
op ON (AAN) is ingesteld.
(Wanneer het ECONAVI-paneel
bevestigd is)
De binnenunit is gestopt of een lichte blaaswerking is aan de gang.
Scherm voor stopzetting van de werking
Bedieningshandleiding (p.7)
7
(NL)
Menuscherm (p.10)
Schermnaam Huidige tijd en dag
De momenteel bedienbare inhoud wordt
eenvoudig weergegeven.
▲▼◄►: Pijltjestoetsen
: Enter-toets
Pictogram
Beschrijving Pagina
De fi lter van de binnenunit moet worden gereinigd. p.20
De olie van de motor moet worden vervangen.
(Alleen wanneer een airconditioner met gaswarmtepomp wordt
gebruikt.)
-
Wisselen tussen de werkingsmodi is niet toegestaan.
(Wisselen naar automodus is ook niet toegestaan.)
-
Werking via afstandsbediening wordt beperkt door een centraal
besturingsapparaat.
-
[ON/OFF timer] (AAN/UIT-timer) is ingesteld. p.14
[Weekly timer] (Weektimer) is ingesteld. p.15
Energiebesparende werking aan de gang. p.8
Verse lucht gebruikt voor ventilatie.
(Alleen bij het aansluiten van een warmtewisselaar ventilatie-unit of
het aansluiten van een in de handel verkochte ventilator.)
p.49
Vermijd dat de kamertemperatuur teveel verhoogt (of verlaagt) als
er niemand in de kamer is.
p.37
[Circulation] (Circulatie) is ingesteld.
(Niet weergegeven wanneer alle bovenstaande pictogrammen
weergegeven worden.)
p.29
Instellingsinformatie pictogram
(Instellen van de informatiepictogrammen weergegeven op het eerste scherm)
Bedieningshandleiding
8
(NL)
Basisbediening
1
Werking starten.
Druk op
.
(De werkingsindicator gaat branden.)
Om de instelling te wijzigen.
(p.10)
Om de energiebesparende
werking AAN/UIT te zetten
Indrukken tijdens de werking.
(Alleen voor modellen die zijn uitgerust
met de energiebesparende functie.)
Om stop te zetten
(De werkingsindicator gaat uit.)
2
Selecteer het item dat moet worden ingesteld.
Druk op ◄ ►.
3
Wijzig de instelling.
Druk op ▲▼ → .
(De cursor verdwijnt.)
Energiebesparende werking
aan de gang.
Werkingsindicator
Opmerking
Werkingsmodi die niet kunnen worden ingesteld, worden niet weergegeven.
Het zwaaien en de luchtstroomrichting op de afstandsbediening is niet
gesynchroniseerd met de klepbeweging.
De weergegeven stand van de klep is verschillend van de werkelijke hoek van de klep.
Op drukken na herstel van een stroomuitval, zal de werking doen hervatten
met de gegevens van vóór de stroomuitval.
Als er voor een bepaalde tijd geen bewerking wordt uitgevoerd, zal de achtergrondverlichting
uitgaan om stroom te besparen. (Druk op eender welke toets voor de verlichting.)
De energiebesparende werking beperkt de maximale stroomwaarde, wat
resulteert in verminderde koeling-/ verwarmingsprestaties.
(Als de stroom van de buitenunit de piek niet bereikt vanwege een te lage
werkbelasting, wordt de huidige waarde niet beperkt.)
Voor modellen die de luchtstroom richting niet kunnen veranderen, wordt de
luchtstroom richting niet weergegeven.
Bij het beperken van het ingestelde temperatuurbereik (p.31)
De snelheid van de ventilator en de richting van de luchtstroom kan in de koelen/drogen werking met 3
niveaus worden aangepast door het toewijzen van een binnenunit (bijv. een aan het plafond opgehangen type)
die bij koelen/drogen werking een 3-niveau aanpassing van de ventilatorsnelheid en de luchtstroomrichting
heeft, als hoofdunit, en het toewijzen van een 4-wegs plafond cassette type als sub-eenheid.
9
(NL)
Voer de volgende operaties uit in stap 2 op pagina 8.
Werkingsmodus (bijv. koelen, verwarmen, enz.)
Druk op ◄.
* Automatisch:
Deze modus schakelt
automatisch over in
koelen of verwarmen
om de ingestelde
temperatuur te
bereiken.
Verwarmen
Drogen
Koelen
Ventilator
AUTO (Automatisch)
Temperatuursinstelling
Druk op . (Als de cursor niet
zichtbaar is)
Cool/Dry (Koelen/Drogen):
18 °C tot 30 °C
Heat (Verwarmen): 16 °C tot 30 °C
Auto (Automatisch): 17 °C tot 27 °C
Ventilatorsnelheid
Druk op ►.
Klep
Druk 2 keer op ►.
Klepinstelling voor elke
binnenunit (p.12)
: Zwaaien
Op
▲▼
drukken tijdens
het zwaaien doet de
klep in de stand van uw
voorkeur stoppen.
Cursor
*
*
* Afhankelijk van het model, verschijnt
een van beide schermen.
* Automatisch: Kan niet in de
ventilatiemodus worden geselecteerd.
* Afhankelijk van het model, kunnen
de instelbare luchtstroomrichtingen
verschillen.
Hoog
Medium
Lage
AUTO (Automatisch)
10
(NL)
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug te
keren.
Druk op .
Als in elk instellingsscherm
gedurende meerdere minuten geen
operatie wordt uitgevoerd
Het scherm keert terug naar het eerste
scherm.
2
Selecteer het menu-item.
▲ ▼ →
Om de pagina om te draaien
Druk op ◄ ►.
Selecteerbare menu's (1 tot 13)
Voor details van schermvoorbeelden,
zie de volgende pagina.
Menu lijst
11
(NL)
Menu-items (1 tot 13)
1
Basic instructions
(Basisinstructies)
Legt de
basishandelingen.uit.
Druk op ◄ ► om de
pagina om te draaien.
p.8
2
FLAP
*
(Klep*)
Stelt de klep voor elke
binnenunit in.
p.12
3
Lock indiv. fl ap
*
(indiv. klep
vergrendelen*)
Stelt de klep van een
specifi eke luchtuitlaat
vast in.
p.13
4
ON/OFF
timer (AAN/
UIT-timer)
Stelt de AAN/UIT-timer in. p.14
5
Weekly timer
(Weektimer)
Stelt het werkingsschema
op een dagelijkse basis
in.
p.15
6
Filter info
*
(Filter
informatie*)
Bevestigt en reset de tijd
voor het reinigen van de
lter.
p.20
7
Outing function
(Afwezigheidsfunctie)
Vermijd dat de
kamertemperatuur teveel
verhoogt (of verlaagt)
als er niemand in de
kamer is.
p.37
8
Quiet
operation
*
(Geruisloze werking*)
Voert geruisloze werking
uit voor buitenunits.
p.22
9
Power consumption
monitor
*
(Stroomverbruikmonitor*)
Bevestigt het
stroomverbruik op dag-,
week of jaarbasis.
p.23
10
Energy saving
(Energiebesparing)
De rechts aangegeven
energiebesparende functies
kunnen naast de
(Energy
saving) (Energiebesparing)-toets
afzonderlijk worden ingesteld.
11
Initial settings
(standaard
instellingen)
12
Ventilation
*
(Ventilatie*)
Stelt de ventilatiewerking
in met inbegrip van de
warmte-uitwisseling
ventilatie-unit.
p.49
13
Setting list
(Lijst met
instellingen)
Bevestigt de betekenis
van instellingsinformatie
pictogrammen.
p.50
Nr. 10 [Energy saving]
(Energiebesparing) details
ECONAVI
De ECONAVI-sensor
detecteert menselijke activiteit
en bespaart energie op basis
van het niveau van activiteit.
p.24
Temp auto return
(Automatische
terugkeer naar
temperatuur)
Herstelt de temperatuur
nadat de ingestelde tijd
is verlopen zelfs als de
temperatuur werd gewijzigd.
p.30
Temp range
(Temperatuursbereik)
Beperkt het bereik van de temperatuur
die kan worden ingesteld.
p.31
Auto shutoff
(Automatische
uitschakeling)
Stelt de timer van
de automatische
uitschakeling in.
p.32
Schedule peak cut
(Programmeerbare
piekbegrenzing)
Bepaalt de tijdzone voor
de energiebesparende
werking.
p.34
Repeat off
timer (Herhaal
uit-timer)
Stopt de werking na een
bepaalde tijd telkens als
de werking wordt ingezet.
p.36
Nr. 11 [Initial settings] (Standaard
instellingen) details
Clock (Klok)
Stelt de huidige datum en tijd in.
p.39
Clock type
(Soort klok)
Stelt het formaat in voor de
weergave van het uurwerk.
Operation lock
(Bedieningsvergrendeling)
Vergrendelt de bediening
van de toetsen.
Controller name
(naam van de
besturingseenheid)
Kent een naam aan de
afstandsbediening toe.
p.40
Touch sound
(Bedieningstonen)
Zet de bedieningstonen
AAN/UIT.
p.41
Contrast (Contrast)
Stelt het contrast van het scherm in.
Backlight
(Achtergrondverlichting)
Stelt de helderheid van de
achtergrondverlichting van het scherm in.
Language
(Taal)
Stelt de taal van de weergave
voor het eerste scherm in.
Password change
(Wachtwoord wijzigen)
Stelt het administrator
wachtwoord in.
p.42
Temp sensor
(Temperatuursensor)
Stelt in of de temperatuursensor
van de afstandsbediening of van de
binnenunits moet worden gebruikt.
p.43
Main/sub
(Hoofd/Sub)
Dit moet worden ingesteld als er 2
afstandsbedieningen zijn aangesloten.
Vent output
(Ventilator-
uitgang)
Vergrendelt onderling de AAN/
UIT van de airconditioner met
de AAN/UIT van de ventilator.
Contact address
(Contactgegevens)
Bevestigt het contactadres en
telefoonnummer voor onderhoud.
External device
interlock
(Vergrendeling
buitenunit)
Instellen. [External device
interlock].
p.44
Rotation setting
(Rotatie instelling)*
Zet de rotatiewerking IN/
UIT.
p.46
* Afhankelijk van het model kunnen sommige
menu's niet worden gebruikt. Het volgende
scherm verschijnt.
Het administrator
wachtwoord is
vereist voor de
instelling. p.42
12
(NL)
Klepinstelling voor elke binnenunit
KLEP
Bij het instellen van de klep voor elke binnenunit.
De kleppen van alle luchtuitlaten van 1 binnenunit wijzen
in dezelfde richting.
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [FLAP] (Klep).
▲ ▼ →
3
Selecteer de binnenunit die moet
worden ingesteld.
▲ ▼ → ►
All (Alle): Alle units die op de
afstandsbediening zijn aangesloten.
d.w.z. (unit) ALLE → 1-1 → 1-2 t.e.m.1-8
4
Selecteer de richting van de klep.
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
Op ▲ of ▼ drukken tijdens het
zwaaien kan de klep in de stand
van uw voorkeur doen stoppen.
Op ▲ of ▼ drukken wanneer het
zwaaien is stopgezet, zet de klep in de
opgegeven stand.
Wanneer ▲ wordt ingedrukt
Wanneer ▼ wordt ingedrukt
Afhankelijk van het model, kunnen de
specifi caties verschillen.
(De zwaaiwerking is niet beschikbaar, of
de luchtstroom richting kan niet worden
veranderd, en “This functtion is disabled”
wordt weergegeven./In de Koelen/
Drogen-modus wordt de luchtstroom in
de koelingswerking van de automatische
modus ingesteld met 3 niveaus.)
Zwaaien
Bijv. unit 1-1 Bijv. unit 1-3
13
(NL)
Klepinstelling voor elke luchtuitlaat
Indiv. klep vergrendelen
Voor het instellen van de klep voor elke luchtuitlaat afzonderlijk volgens
de kamervoorwaarden
Zelfs als de klepinstelling van alle binnenunits (p. 9) of elke binnenunit (p. 12) wordt
gewijzigd, worden de hier ingestelde kleprichtingen niet gewijzigd.
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Lock indiv. fl ap] (indiv.
klep vergrendelen)
▲ ▼ →
3
Selecteer de binnenunit die moet
worden ingesteld.
▲ ▼ → ►
Bijv. 1-1 → 1-2 t.e.m.1-8
4
Selecteer de luchtuitlaat.
▲ ▼ → ►
De luchtuitlaatnr. verandert volgens
de installatierichting. Controleer de
werkelijke werking.
ALLE: Alle luchtuitgangen
De vierkante
markering (■) toont
de Nr.1 luchtuitlaat.
5
Selecteer de richting van de klep.
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
Hoewel
ook in de koelen en
drogen modus wordt weergegeven, is
de werkelijke richting.
*
Voor andere types dan het 4-wegscassette
type, verschijnt het volgende scherm en
kan deze functie niet worden gebruikt.
Zwaaien
Ontgrendelen
14
(NL)
Timerreservatie
AAN/UIT-timer
Dit zet AAN/UIT na de opgegeven tijd. (bijv. AAN/UIT zetten na 3 uur)
ON (AAN)
OFF (UIT)
3 uur
OFF (UIT)
ON (AAN)
Set
3 uur
Stopzetting van
de werking
Stopzetting van
de werking
Ingesteld
Ingesteld
Gebruik de UIT-timer om bijvoorbeeld: het elektriciteitsverbruik tijdens het slapen te
verminderen
Gebruik de AAN-timer om bijvoorbeeld: de airconditioner te doen werken in functie
van de begintijd van de vergadering.
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [ON/OFF timer] (AAN/UIT-
timer).
▲ ▼ →
3
Selecteer het soort timer
▲ ▼ →
Seleect [OFF timer] (UIT-timer) of [ON
timer] (AAN-timer).
4
Selecteer [Set] (Ingesteld).
▲ ▼ →
Om de timer UIT te zetten, selecteer
[Unset] (Uitgeschakeld).
5
Stel de tijd in.
uur minuten
▲ ▼ → ► → ▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
Bovengrens Stopt in 72 uur.
(in stappen van 30 minuten)
Opmerking
Als de AAN-timer en UIT-timer gelijktijdig zijn ingeschakeld, wordt prioriteit
gegeven aan de UIT-timer en de AAN-timer kan niet worden gebruikt.
15
(NL)
Timerreservatie
Overzicht weektimer
U kunt een wekelijks werkingsschema instellen.
De uitvoering van het AAN/UIT-schema of het ingestelde temperatuursschema kan
worden ingesteld door het instellen van de dag en de tijd (bijv. door het instellen van
de starttijd op 08:00 uur 's morgens elke dag van maandag tot vrijdag.).
Uitvoering van de instelling (overzicht)
(Zie p.16 voor de instellingsprocedure)
Selecteer “Day” (Dag)
Selecteer “Time” (Tijd)
* Selecteer “Operation” (Werking)
Selecteer “Temperature” (Temperatuur)
(Alleen voor andere bedieningen dan AAN/
UIT)
*Bediening AAN: Start de werking met de laatst ingestelde temperatuur.
UIT: Zet de werking stop.
AAN en TEMP.: Start de werking met de opgegeven temperatuur.
TEMP.: Stelt tijdens de werking de temperatuur in op de opgegeven
temperatuur.
Voorbeelden van combinaties
1 Stop de werking vroeger op “Werkdag zonder
overuren”
8:00 17:00
8:00 22:00
ON (AAN)
ON (AAN)
ON
(AAN)
OFF
(UIT)
Weekdag
Werkdag zonder
overuren
De instelling die voor 1 dag wordt gemaakt, kan naar de
andere dagen worden gekopieerd. (p.19)
2 Zet de temperatuur hoger na de opgegeven tijd.
8:00 22:0017:00
ON (AAN) (26 °C)
(28 °C)
AAN en
TEMP
OFF
TEMP
OFF
(UIT)
3 Stop de werking tijdens de lunchtijd.
8:00 22:0012:4512:00
ON (AAN)
ON (AAN)
OFF (UIT)
ON
(AAN)
OFF
(UIT)
ON
(AAN)
OFF
(UIT)
4 Deze donderdag is een feestdag.
De timer kan worden uitgeschakeld enkel voor de opgegeven
dag met het behoud van het geregistreerde schema. (p.16)
Schakel de timer uit ( ) op de specifi eke donderdag die
een feestdag is.
Schakel de timer in ( ) nadat de feestdag voorbij is.
16
(NL)
Timerreservatie
Weektimer
Nieuwe registratie
Bijv. start op elke zondag om 10:00 de werking met
26 °C.
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Weekly timer]
(Weektimer).
▲ ▼ →
3
De Weektimer inschakelen.
▲ ▼ → ◄ ► →
Selecteer het item met ▲▼ en selecteer
[ ](enable) (inschakelen)/[ ](disable)
(uitschakelen) met ◄ ►.
4
Selecteer [ ] voor alle dagen
wanneer de timer wordt gebruikt.
► → ▲ ▼ →
(Herhaal)
Selecteer de dagen met ◄ ► en
selecteer [ ](enable) (inschakelen)/[ ]
(disable) (uitschakelen) met ▲ ▼.
5
Selecteer de dag voor het instellen
van de timer.
◄ ►
6
Selecteer het veld voor het
instellen van de timer.
▲ ▼ →
Tot 8 instellingen zijn beschikbaar voor
elke dag.
Na hun registratie worden de items
automatisch ingedeeld in tijdreeksen.
17
(NL)
7
Stel de starttijd in voor de
timerwerking in.
uur minuten
▲ ▼ → ► → ▲ ▼ →
0:00 tot 23:59
8
Selecteer de timerwerking.
▲ ▼ →
Soorten timerwerking
ON (AAN): Start de werking met
de laatst ingestelde
temperatuur.
OFF (UIT): Zet de werking stop.
ON & TEMP. (AAN en TEMP.):
Start de werking met de opgegeven
temperatuur.
TEMP.: Stelt tijdens de werking de
temperatuur in op de opgegeven
temperatuur.
9
Stel de temperatuur in.
▲ ▼ →
(Alleen voor andere bedieningen dan AAN/
UIT)
10
Bevestig de inhoud van de
instelling.
Bevestig en druk op
.
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
Voor bijkomende registraties
Herhaal vanaf stap 6 zonder op te
drukken.
Om de inhoud naar andere dagen te
kopiëren (p.19)
Om de timer UIT te zetten.
Beginnende met stap 1, selecteer [-] in
stap 3 en druk 2 keer op .
Om na registratie de timer voor
specifi eke dagen op OFF in te
stellen
(feestdagen, enz.)
Beginnende met stap 1, stel [-] in voor UIT-
dagen in stap 4 en druk 2 keer op .
18
(NL)
Timerreservatie
Weektimer vervolg
Wijzigen/Verwijderen
1
Na stap 1 tot 4 op pagina 16,
selecteer de dag die moet worden
gewijzigd of verwijderd.
◄ ►
2
Selecteer het schema dat moet
worden gewijzigd of verwijderd.
▲ ▼ →
3
Selecteer [Change] (Wijzigen) of
[Delete] (Verwijderen).
▲ ▼ →
4
Voer [Change] (Wijzigen) of [Delete]
(Verwijderen) als volgt uit.
Om de instelling te wijzigen, volg
de stappen 7 tot 10 op pagina 17,
waarbij u de tijd, timerwerking en
temperatuur instelt, en bevestig de
inhoud.
Om de instelling te verwijderen,
selecteer [YES] (JA).
◄ ► →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
Om instellingen herhaaldelijk te wijzigen of verwijderen: Herhaal vanaf stap 1 zonder op
te drukken.
Opmerking
Om alle schema's van geselecteerde dagen te wissen
1
Selecteer de dag in stap 1
hierboven en druk op
.
2
Selecteer [Delete all: ] (Alles
verwijderen) met ▲ ▼ en druk op
.
3
Selecteer [YES] (JA) met ◄ ► en
druk op
.
19
(NL)
Timerreservatie
Weektimer vervolg
Timer kopiëren
Het geregistreerde schema kan naar de andere
dagen worden gekopieerd.
Dit is praktisch om het zelfde schema op meerdere dagen
toe te passen.
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Weekly timer]
(Weektimer).
▲ ▼ →
3
Selecteer [Timer copy] (Timer
kopiëren).
▲ ▼ →
4
Selecteer de te kopiëren brondag.
◄ ► →
5
Selecteer [ ] voor alle doeldagen
waarnaar moet worden gekopieerd.
◄ ► → ▲ ▼ →
Selecteer de dagen met ◄ ► en
selecteer [ ] met ▲ ▼.
[ ]: Bron kopiëren
6
Selecteer [YES] (JA).
◄ ► →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
20
(NL)
Filter informatie
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer het item dat moet worden
ingesteld.
▲ ▼ →
Filter informatie
3
Selecteer [Next fi lter cleaning time]
(Tijd tot de volgende fi lterreiniging).
▲ ▼ →
4
Bevestigt de werkingstijd tot de
volgende reiniging.
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
Wanneer onmiddellijke reiniging
noodzakelijk is
Het rechts afgebeelde scherm wordt
weergegeven. Reinig de fi lter.
(Zie de bedieningsinstructies van de
binnenunit.)
Nadat de fi lter is gereinigd
Select [Filter sign reset] (Filterteken
reset) in stap 3 hierboven en
selecteer [YES] (JA).
◄ ► →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.
te beëindigen.)
(De teller van de tijd tot het reinigen
van de fi lter is gereset.)
21
(NL)
Opmerking
Afhankelijk van het model, verschijnt
het volgende scherm en deze functie
kan niet worden gebruikt.
Wanneer het tijd is om de fi lter te
reinigen, verschijnt het hierboven
getoonde pictogram op het eerste
scherm.
22
(NL)
Geruisloze werking/Stroomverbruikmonitor
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer het item dat moet worden
ingesteld.
▲ ▼ →
Geruisloze werking
3
Geef het wachtwoord in.
▼ → ► →
(Herhaal)
4
Stel [Select enable/disable]
(Selecteer inschakelen/
uitschakelen) in op [
].
▲ ▼ → ◄ ►
Selecteer het item met ▲ ▼ en selecteer
[ ]/[ ] met ◄ ►.
5
Selecteer [Quiet time] (Geruisloze
tijd).
▲ ▼ →
6
Stel de tijd voor de geruisloze
werking in.
▼ → ► →
(Herhaal)
(Druk 2 keer
om te beëindigen.)
23
(NL)
Stroomverbruikmonitor
3
Selecteer de weer te geven periode.
▲ ▼ →
4
Bevestig de informatie.
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
Opmerking
Afhankelijk van het model, verschijnt het volgende scherm en
deze functie kan niet worden gebruikt.
Het gebruik van de geruisloze werking kan de prestaties verminderen om het geluid van
de werking te verminderen.
Het stroomverbruik geeft een benaderende berekening. Daardoor kan dit afwijken van het
meetresultaat van een elektriciteitsmeter.
Op ◄► drukken
schakelt over tussen de
totaalgegevens voor 1
week en de gegevens
voor elke dag.
Op ◄► drukken
schakelt over tussen de
totaalgegevens voor 1
jaar en de gegevens voor
elke maand.
1 dag
Stroomverbruik
(approx.)
1 week
Stroomverbruik
(approx.)
1 jaar
Stroomverbruik
(approx.)
24
(NL)
Energiebesparing
ECONAVI
Deze functie is beschikbaar door het aanbrengen van een optionele ECONAVI-
sensor.
De ECONAVI-sensor detecteert menselijke activiteit en bespaart energie op
basis van het niveau van activiteit.
WAARSCHUWING
Gebruik de ECONAVI-functie niet in een kamer met alleen gehandicapten of
kinderen. Vanwege hun beperkte bewegingen, kan de ECONAVI-sensor oordelen
dat er niemand aanwezig is, waardoor de werking van de binnenunit wordt
stopgezet.
Overzicht van de ECONAVI-functie
Hoge activiteit
Koelen: De doeltemperatuur is dezelfde als de ingestelde temperatuur.
Verwarmen: De doeltemperatuur is 1 °C lager dan de ingestelde temperatuur.
Lage activiteit
Koelen:
De doeltemperatuur is 1 °C hoger dan de ingestelde temperatuur.
Verwarmen: De doeltemperatuur is dezelfde als de ingestelde temperatuur.
Niemand in de kamer Niemand in de kamer gedurende 20 minuten
Koelen: De doeltemperatuur is 2 °C hoger dan de ingestelde temperatuur.
Verwarmen: De doeltemperatuur is 2 °C lager dan de ingestelde temperatuur.
Niemand in de kamer gedurende 1 uur
Wanneer gedurende 1 uur niemand in de ruimte is, dan werkt het
apparaat in de gespecifi ceerde “Absence operation mode”.
In de standaardinstelling blijft de energiebesparing doorgaan met
de beperkte insteltemperatuur.
Niemand in de kamer gedurende 3 uur
Koelen: De koeling zal stoppen en de unit gaat in de ventilator-alleen-modus.
Verwarmen: De verwarming zal stoppen en de unit gaat in de ventilator-alleen-modus.
* Wanneer de sensor
bewegingen detecteert
in de kamer die leeg
is geweest, wordt de
werking hervat om zich
aan het activiteitsniveau
aan te passen.
Directe/Indirecte
luchtstroom
Directe luchtstroom: Wanneer de ECONAVI-sensor een persoon
detecteert, dan zwaait het apparaat wind omhoog
en omlaag waar de persoon aanwezig is.
Indirecte luchtstroom: Het apparaat voorkomt dat wind rechtstreeks
het lichaam van de persoon raakt.
Circulatie
(Enkel bij gebruik van
het paneel van de
cassette (ECONAVI-
type))
Koelen:
Als de ECONAVI-sensor een hoge temperatuur van de vloer
detecteert tijdens groepsbesturing, dan wordt de “Circulatie”
(luchtcirculatie) uitgevoerd om de ongelijkheid in temperatuur
tussen vlakbij het plafond en vlakbij de vloer te nivelleren.
Verwarmen:
Als de ECONAVI-sensor een lage temperatuur van de
vloer detecteert tijdens groepsbesturing, dan wordt de
“Circulatie” (luchtcirculatie) uitgevoerd om de ongelijkheid
in temperatuur tussen vlakbij het plafond en vlakbij de
vloer te nivelleren.
25
(NL)
Opmerking
ECONAVI kan worden ingesteld met het separaat verkochte ECONAVI-paneel of
door de houder aan de wand te bevestigen.
Zelfs wanneer de doeltemperatuur door de ECONAVI-functie wordt veranderd,
wordt de temperatuur die in de afstandsbediening is ingesteld niet veranderd.
Zelfs wanneer Koelen/Verwarmen door de ECONAVI-functie in ventilator
is gewijzigd, zal de werkingsmodus die op de afstandsbediening wordt
weergegeven, nog steeds Koelen/Verwarmen zijn.
Het is mogelijk om te kiezen uit de volgende opties voor de werking die moet
worden uitgevoerd nadat de kamer voor een periode van 3 uur leeg is geweest.
Enkel werking in ventilator-modus.
Stopt en hervat de werking nadat menselijke bewegingen worden gedetecteerd.
Stopt en zal de werking niet hervatten nadat menselijke bewegingen worden
gedetecteerd.
Werkt verder in de huidige modus.
Als u dat wenst te doen, neem dan contact op met de verdeler.
Zet de ECONAVI-functie UIT als:
- U de kamertemperatuur op een ingestelde temperatuur wilt houden.
- U wilt dat de airconditioner blijft werken terwijl er niemand in een kamer is.
- De sensor faalt.
- Alleen kleuters, baby’s of alleen mensen met een handicap in de kamer zijn.
Bij het bedienen van meer dan één binnenapparaat, kan de energiebesparing
minder zijn, afhankelijk van de omstandigheden in de ruimte.
26
(NL)
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Energy saving]
(Energiebesparing).
▲ ▼ →
3
Selecteer [ECONAVI].
▲ ▼ →
4
Selecteer het item dat moet worden
ingesteld.
▲ ▼ →
ECONAVI
5
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
ON
OFF
Energiebesparing
27
(NL)
Afwezigheidswerkingsmodus
5
Selecteer het onderdeel dat moet
worden ingesteld wanneer niemand
in de ruimte is.
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
Soorten “Absence operation mode”
Selecteer de “Absence operation mode” uit de volgende 4 opties op de
afstandsbediening.
[Not set] (Niet ingesteld)
Als menselijke activiteit gedetecteerd wordt, wordt de operationele status teruggezet
conform de mate van menselijke activiteit.
[Standby] (Stand-by)
Pauzeert de werking voor KOELEN/DROGEN of VERWARMEN, en start alleen de
VENTILATOR (lichte bries).
Als menselijke activiteit gedetecteerd wordt, wordt de operationele status teruggezet
conform de mate van menselijke activiteit.
[Stop (no restart)] (Stop (geen herstart))
Stopt de werking. Na het stoppen wordt de werking niet hervat, zelfs niet bij detectie van
menselijke activiteit.
[Stop (restart)] (Stop (herstart))
Stopt de werking. Na het stoppen wordt de werking hervat als menselijke activiteit
gedetecteerd wordt en wordt de operationele status teruggezet conform de mate van
menselijke activiteit.
Werkingsduur bij afwezigheid
5
Stelt de tijd in die verstrijkt
voordat [Absence operation mode]
(Afwezigheidswerkingsmodus)
start.
uur minuten
▲ ▼ → ► → ▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
30 minuten tot 3 uur* (180 minuten)
(per 30 minuten)
* Fabrieksinstelling: 1 uur
28
(NL)
Directe/Indirecte luchtstroom
5
Selecteer “Ja” wanneer ECONAVI
uit staat.
◄ ► →
6
Selecteer de manier van instellen.
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
Setting for all units (Instelling
voor alle units)
[Not set]: De werking wordt uitgevoerd met
de ingestelde luchtstroom zonder gebruik
van de “Direct airfl ow/Indirect airfl ow”.
[Direct airfl ow]: Het apparaat zwaait wind
omhoog en omlaag waar de persoon
aanwezig is.
[Indirect airfl ow]: Het apparaat voorkomt
dat wind rechtstreeks het lichaam van de
persoon raakt.
Settings for individual units
(Instelling voor individuele units)
Als de richting van de gekozen
luchtafvoer vast is, dan is instellen en
wijzigen niet mogelijk.
Het klepnummer wordt bepaald met
verwijzing naar de positie van de
ECONAVI-sensor.
Opmerking
[ECONAVI] kan alleen worden ingesteld met het separaat verkochte ECONAVI-
paneel of houder aan de wand, enz. of binnenapparaten die uitgerust zijn met de
functie “Direct airfl ow (Directe luchtstroom)/Indirect airfl ow (Indirecte luchtstroom)”.
[Direct/Ind. airfl ow] (Directe/Indirecte luchtstroom) kan op de afstandsbediening
worden ingesteld voor elke klep van het binnenapparaat.
(Alleen voor de binnenapparaten die uitgerust zijn met de functie [Direct/Ind.
airfl ow] (Directe/Indirecte luchtstroom) die compatibel is met ECONAVI)
In de volgende gevallen verschijnt elke melding en kan deze functie niet worden gebruikt.
Wanneer het binnenapparaat niet
worden ondersteund, of geen
bewegingssensor aanwezig is.
Wanneer de richtingen
van de luchtstroom van
alle luchtafvoeren vast is.
Vergrendeld of verboden
29
(NL)
Circulatie
5
Selecteer [YES] (JA) wanneer
ECONAVI uit staat.
◄ ► →
6
Selecteer de manier van instellen.
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
Setting for all units (Instelling
voor alle units)
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
ON
OFF
Settings for individual units
(Instelling voor individuele units)
▲ ▼ → ► → ▲ ▼ →
Opmerking
Om de “Circulatie” in de stand VERWARMEN uit te voeren, zet
u de ventilatorsnelheid op [AUTO], en zet u de richting van de
luchtstroom op een van de [Direct airfl ow] (Directe luchtstroom),
[
] en [F3, F4, F5].
In de volgende gevallen verschijnt elke melding en kan deze
functie niet worden gebruikt.
Wanneer het binnenapparaat
niet wordt ondersteund, er geen
bewegingssensor aanwezig is, of
geen sensor voor de vloertemperatuur
aanwezig is.
Vergrendeld of verboden
30
(NL)
Energiebesparing
Automatische terugkeer naar temperatuur
Herstelt na de opgegeven tijd automatisch een gewijzigde temperatuur terug
in de oorspronkelijk ingestelde temperatuur. (bijv. alleen wanneer een gast komt)
Temperatuursbereik
Beperkt het bereik van de temperatuur die kan worden ingesteld.
(Temperaturen buiten dit bereik kunnen niet worden ingesteld.)
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Energy saving]
(Energiebesparing).
▲ ▼ →
3
Selecteer het item dat moet worden
ingesteld.
▲ ▼ →
Automatische terugkeer naar temperatuur
4
Selecteer het item en stil in op [ ].
▲ ▼ → ◄ ► →
Om te werken alleen als energie
kan worden bespaard
Selecteer [Return type] (Terugkeertype) met
en selecteer [Saving] (Besparend) met
.
5
Stel de tijd in voor terugkeer naar
de ingestelde temperatuur.
▲ ▼ →
(10 tot 240 min; in stappen van 10 min.)
6
Stel de temperatuur in.
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
Om in reeksen in te stellen Herhaal vanaf stap 4 zonder te drukken op .
31
(NL)
Temperatuursbereik
4
Selecteer het item en stil in op [ ].
▲ ▼ → ◄ ► →
5
Stel het temperatuursbereik in.
▲ ▼ → ► → ▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
Instellingsbereik
Cool/Dry (Koelen/Drogen): 18 °C tot 30 °C
Heat (Verwarmen): 16 °C tot 30 °C
Auto (Automatisch): 17 °C tot 27 °C
Om in reeksen in te stellen Herhaal vanaf stap 4 zonder te drukken op .
Opmerking
Automatische terugkeer naar temperatuur
Wanneer [Return type] (Terugkeertype) is ingesteld op [Saving] (Besparend), werkt dit
enkel wanneer de temperatuur die in stap 5 is ingesteld meer energie bespaart dan de
gewijzigde temperatuur.
bijv. wanneer koelen 26 °C is ingesteld en de temperatuur wordt veranderd in 28 °C
[Saving] (Besparend): Bewaart 28 °C
[Normal] (Normaal): Keert terug naar 26 °C
Het temperatuursbereik dat kan worden ingesteld, hangt af van het model.
32
(NL)
Energiebesparing
Automatische uitschakeling
Wanneer de werking op een opgegeven tijd wordt gestopt (bijv.
sluitingstijd) en nadien wordt hervat, detecteert deze functie
met regelmatige intervallen de werkingsstatus en zet de werking
automatisch stop.
Detecteert met regelmatige intervallen de werkingsstatus en zet de werking automatisch stop.
(bijv. 60 min)
ON
OFF
21:00 22:08
Detecteer
Detecteer Detecteer
23:00
9:00
60 min 60 min 60 min
Sluitingstijd
Openingstijd
Automatische uitschakeling is actief
Verlaat de
winkel zonder
de A/C uit te
zetten.
Als werking wordt
gedetecteerd...
stopt automatisch.
Komt terug
omdat hij iets
vergeten is en
zet de A/C aan
Auto stop
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Energy saving]
(Energiebesparing).
▲ ▼ →
3
Selecteer [Auto shutoff ]
(Automatische uitschakeling) en
stel in op [
].
▲ ▼ → ◄ ► →
4
Selecteer het item dat moet worden
ingesteld.
▲ ▼ →
33
(NL)
Stoptijd
Tijd waarop de werking moet worden stopgezet (tijd waarop automatische uitschakeling in
werking treedt)
5
Ingesteld.
uur minuten
▲ ▼ → ► → ▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
Eindtijd
Tijd waarop de automatische uitschakeling wordt stopgezet
5
Ingesteld.
uur minuten
▲ ▼ → ► → ▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
Timer
Tijdsinterval waarmee de werkingsstatus wordt gedetecteerd na de
[Stop time] (Stoptijd)
5
Ingesteld.
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
10 min tot 180 min
(in stappen van 10 min)
34
(NL)
Energiebesparing
Programmeerbare piekbegrenzing
Dit vermindert de werkingscapaciteit
voor de opgegeven periode.
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het laatste scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Energy saving]
(Energiebesparing).
▲ ▼ →
3
Selecteer [Schedule peak
cut] (Programmeerbare
piekbegrenzing).
▲ ▼ →
4
Geef het wachtwoord in.
▼ → ► →
(Herhaal)
5
Stel [Select enable/disable]
(Selecteer inschakelen/
uitschakelen) in op [
].
▲ ▼ → ◄ ►
6
Selecteer [Set schedule]
(Tijdschema instellen).
▲ ▼ →
7
Wijzig de instelling.
Selecteer het veld dat moet worden
geregistreerd.
▲ ▼ →
Breed
Smal
11:00 13:00 16:00 19:00
Tijdzone om de werkingscapaciteit
te verminderen
Werkingscapaciteit
35
(NL)
8
Stel de begin- en eindtijd in.
▼ → ► → ▲ ▼ →
(Herhaal)
9
Selecteer de werkingscapaciteit.
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
Om in reeksen in te stellen
Herhaal vanaf stap 4 zonder op te
drukken.
Om te wijzigen
Selecteer het te wijzigen veld in stap
7 hierboven.
Selecteer [Change] (Wijzigen).
▲ ▼ →
Volg de bovenstaande stappen 8 tot
9, selecteer de begintijd, eindtijd en
werkingscapaciteit.
Om te verwijderen
Selecteer het te verwijderen veld in
stap 7 hierboven.
Selecteer [Delete] (Verwijderen).
▲ ▼ →
Selecteer [YES] (JA).
◄ ► →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
36
(NL)
Energiebesparing
Herhaal uit-timer
Stopt de werking na een bepaalde
tijd telkens als er een operatie
wordt uitgevoerd.
(Bijv. wanneer vergeten uit zetten)
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Energy saving]
(Energiebesparing).
▲ ▼ →
3
Selecteer [Repeat off timer]
(Herhaal uit-timer) en stel in op [
].
▲ ▼ → ◄ ► →
4
Stel de timer in om uit te zetten.
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
10 min tot 180 min
(in stappen van 10 min)
AAN
UIT
60 min
Stopt met werken
zonder de A/C uit
te zetten.
Zet A/C
aan. Begin
te werken.
Automatische
stop
(bv. instellen van het stopzetten van de werking na 60 minuten)
37
(NL)
Afwezigheidsfunctie
Deze functie voorkomt dat de kamertemperatuur te hoog oploopt
(of te laag wordt) wanneer er niemand in de kamer is door afwezigheid, enz.
Algemene prestaties van de afwezigheidsfunctie
KOELEN/DROGEN
A De airconditioner begint de werking wanneer
de kamertemperatuur stijgt tot -1 °C van de
bovengrens.
B De airconditioner begint de werking wanneer
de kamertemperatuur daalt tot -2 °C van de
bovengrens.
Bovengrens afwezigheidsfunctie
Kamertemperatuur
VERWARMEN
A De airconditioner begint de werking wanneer
de kamertemperatuur daalt tot +1 °C van de
ondergrens.
B De airconditioner begint de werking wanneer
de kamertemperatuur stijgt tot +2 °C van de
ondergrens.
Ondergrens afwezigheidsfunctie
Kamertemperatuur
[Voorzorgen]
De afwezigheidsbesturing doet de airconditioner alleen maar starten/stoppen. Het
wijzigt niet de werkingsmodus/temperatuursinstelling.
Daarom moet de werkingsmodus/temperatuur vooraf te worden ingesteld, zodat
de afwezigheidsfunctie de airconditioner met de gewenste werkingsmodus/
temperatuursinstelling opstart.
Als de kamertemperatuur snel verandert, kan de kamertemperatuur over de boven-
of ondergrens komen wanneer de afwezigheidsfunctie is geactiveerd.
De afwezigheidsfunctie kan niet worden gebruikt in de FAN/AUTO werkingsmodus.
Het airconditioner stop-order (vermeld onder B / hierboven) is alleen geldig wanneer
de afwezigheidsfunctie wordt gebruikt.
De afwezigheidsfunctie werkt niet wanneer bediend met een andere
afstandsbediening (of een centraal besturingsapparaat zoals een systeemcontroler).
Afwezigheidsfunctie indicatie
Afwezigheidsfunctie
indicatie
Status
Uit De afwezigheidsfunctie is niet ingesteld.
knippert
De afwezigheidsfunctie wordt nu ingesteld, of is in werking.
opgelicht
Hoewel de afwezigheidsfunctie is ingesteld, is deze niet in werking.
Opmerking
Een afstandsbediening verliest de werkingsinformatie van de afwezigheidsfunctie
wanneer het tijdens de werking van de afwezigheidsfunctie tijdens meer dan
tweeënzeventig uur geen elektriciteit heeft. Het komt terug na de stroompanne
en een airconditioner gaat niet in de afwezigheidsfunctie wanneer de
werking wordt hernomen. Op dat ogenblik stopt een airconditioner niet bij de
afwezigheidsfunctie.
38
(NL)
Afwezigheidsfunctie
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Outing function]
(Afwezigheidsfunctie)
▲ ▼ →
3
Selecteer [Select enable/
disable] (Selecteer inschakelen/
uitschakelen) en stel in op [
].
▲ ▼ → ◄ ► →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
4
Selecteer [Set lower/upper limit
temp.] (Bovengrens/ondergrens
voor de temperatuur instellen).
▲ ▼ →
5
Stel het temperatuursbereik in.
▲ ▼ → ► → ▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
39
(NL)
Standaard instellingen
Klok Soort klok
Bedieningsvergrendeling
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Initial settings]
(Standaard instellingen).
▲ ▼ →
3
Selecteer het item dat moet worden
ingesteld.
▲ ▼ →
Klok
4
Stel de datum en tijd in.
▲ ▼ → ► →
(Herhaal)
Soort klok
4
Selecteer het weer te geven type.
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
AM/PM
24 uur
Bedieningsvergrendeling
4
Selecteer het soort vergrendeling
en stel in op [
].
▲ ▼ → ◄ ► →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
Om de vergrendeling op te heff en
Selecteer [-] in stap 4.
Alleen voor [Lock all keys] (Alle
toetsen vergrendelen) / [Lock
menu operations] (menufunction
vergrendelen)
Selecteer [YES] (JA).
◄ ► →
(Druk 2 keer
om te beëindigen.)
40
(NL)
Standaard instellingen
De kamer waartoe de afstandsbediening behoort kan
gemakkelijk worden geïdentifi ceerd.
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Initial settings]
(Standaard instellingen).
▲ ▼ →
3
Selecteer [Controller name] (Naam
van de besturingseenheid).
▲ ▼ →
4
Geef de naam in. (Herhaal de
procedure voor alle lettertekens.)
▲ ▼ → ◄ ► →
Tot maximum 16 lettertekens.
(In het aantal lettertekens zijn spaties
inbegrepen.)
Om het lettertype te wijzigen
Selecteer het lettertype met ▲ ▼
◄ ► en druk op
.
Lettertype
Om een spatie in te geven
Selecteer [Space] (Spatie) met
▲ ▼ ◄ ► en druk op
.
Om 1 letterteken te verwijderen
Selecteer [BS] (Backspace) met
▲ ▼ ◄ ► en druk op
.
5
Selecteer [Conf] (Confi gureer).
▲ ▼ ◄ ► →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
Naam van de afstandsbesturing
41
(NL)
Standaard instellingen
Bedieningstonen
Contrast
Achtergrondverlichting
Taal
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Initial settings]
(Standaard instellingen).
▲ ▼ →
3
Selecteer het item dat moet worden
ingesteld.
▲ ▼ →
Bedieningstonen
4
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
ON (AAN)
OFF (UIT)
Contrast
4
◄ ► →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
Achtergrondverlichting
4
◄ ► →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
Taal
4
▲ ▼ ◄ ► →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
42
(NL)
Standaard instellingen
Wachtwoord wijzigen
Temp-sensor
Hoofd/Sub
Ventilator-uitgang
Contactgegevens
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Initial settings]
(Standaard instellingen).
▲ ▼ →
3
Selecteer het item dat moet worden
ingesteld.
▲ ▼ →
4
Voer het wachtwoord in, indien
nodig.
▼ → ► →
(Herhaal)
Selecteer het nummer met ▲▼ en ga
naar het volgende veld met ►.
Wachtwoord wijzigen
5
Geef een nieuw wachtwoord in.
▼ → ► →
(Herhaal)
6
Geef het wachtwoord opnieuw in
om te bevestigen.
▲ ▼ → ► →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
43
(NL)
Temperatuursensor
Selecteer de temperatuursensor om
de kamertemperatuur te controleren.
Temperatuursensor
Afstandsbediening
Binnenunit
Hoofd/Sub
Wanneer 2 afstandsbedieningen zijn
aangesloten op dezelfde binnenunit,
registreert dit één afstandsbediening
als [Main] (Hoofd) en de andere als
[Sub] (sub).
(Er is geen verschil in functie tussen
Main en Sub, wanneer de sensor
van de afstandsbediening als
temperatuursensor is geselecteerd,
regelt de sensor van de [Main]
(hoofd) echter de werking.)
Ventilator-uitgang
[Set] (Ingesteld): Wanneer de
airconditioner wordt AAN/UIT-
geschakeld, wordt de aangesloten
ventilator ook AAN/UIT-geschakeld..
Om de airconditioner en de ventilator
onderling te vergrendelen, is ander
installatiewerk vereist.
Contactgegevens
Als u contact wilt opnemen voor
onderhoud, raadpleeg de achterkant
van de handleiding van de binnen-
of buitenunits.
*Om elk item weer te geven, zie de stappen 1 tot 4 op de vorige pagina.
44
(NL)
Standaard instellingen
Vergrendeling buitenunit
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Initial settings]
(Standaard instellingen).
▲ ▼ →
3
Selecteer het item dat moet worden
ingesteld.
▲ ▼ →
4
Voer het wachtwoord in, indien
nodig.
▼ → ► →
(Herhaal)
* Als het wachtwoord niet is ingesteld, druk
dan op de toets .
Vergrendeling buitenunit
5
Selecteer [Ext dvice intrlok]
(Vergrendeling buitenunit).
6
Selecteer [ON].
▲ ▼ →
45
(NL)
Modus
5
Stel in en bevestig.
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
Human activity YES/NO
(Menselijke activiteit JA/NEE)
Synchroniseert het resultaat van de aan-/
afwezigheid van de bewegingssensor.
Indoor unit ON/OFF (Binnenunit
AAN/UIT)
Synchroniseert het resultaat van
de werking/het stoppen van de
airconditioner.
Thermostat ON/OFF (Termostaat
AAN/UIT)
Synchroniseert het resultaat van
de thermostaat AAN/UIT van de
airconditioner.
Duur van afwezigheidsdetectie
5
Stel in en bevestig.
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
Duration of absence dtctn (Duur
van afwezigheidsdetectie)
De tijdsduur voor de werking-uit kan
worden gewijzigd.
De instelling kan op hele minuten worden
ingesteld tussen 0 en 60 minuten.
Opmerking
Wanneer de [Ext dvice intrlok] (Vergrendeling buitenunit) is ingeschakeld, worden
de tijdsinstelling van de instelling van de stand en de afwezigheidsdetectie
weergegeven.
46
(NL)
Rotatiewerking
Egaliseert de werkingsduur door de werking in volgorde stop te zetten.
Dit voorkomt dat de werkingsduur ongelijk is verdeeld afhankelijk van
het systeem.
Stand-by Werking Stand-by WerkingWerking
Stand-by Werking Stand-by Werking Stand-by
Koelsysteem 2
Koelsysteem 1
systeem met 2 enkelvoudige (combinatie van 1 buitenunit en 1 binnenunit) PACi
koelsystemen met één enkele afstandsbediening.
De back-upwerking is een ondersteunende werking uitgevoerd door een
koelsysteem in de stand-by-modus als de kamertemperatuur of ingestelde
temperatuur de ingestelde waarde niet bereikt als gevolg van slechte prestaties of
het optreden van een alarm
Standaard instellingen
Rotatie instelling
47
(NL)
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Initial settings]
(Standaard instellingen).
▲ ▼ →
3
Selecteer het item dat moet worden
ingesteld.
▲ ▼ →
4
Geef het wachtwoord in.
▼ → ► →
(Herhaal)
*
Als het wachtwoord niet is ingesteld, druk op
.
5
Selecteer het item dat moet worden
ingesteld.
▲ ▼ →
Rotatie instelling
6
Selecteer [Set cycle] (Cyclus instellen).
▼ →
7
Instellen. [Set cycle] (Cyclus instellen).
▲ ▼ →
1 tot 7 dagen (in stappen van 1 dag)/14 dagen/21
dagen/28 dagen/Geen (rotatiewerking UIT)
8
Selecteer [Switch-over time]
(Overschakeltijd).
▲ ▼ →
9
Instellen. [Switch-over time]
(Overschakeltijd).
▲ ▼ → ► → ◄ ► →
(Druk 2 keer om te beëindigen.)
0:00 tot 23:59
48
(NL)
Backup
6
Selecteer het item dat moet worden
ingesteld.
▲ ▼ →
7
Instellen. [Failure substitution]
(Storingssubstitutie)/[Temperature
support] (Temperatuur
ondersteuning)/[Main system
setting] (Hoofdsysteem instelling).
▲ ▼ →
[Failure substitution] (Storingssubstitutie)
Als dit op AAN is ingesteld, zal een
systeem in stand-by modus de
ondersteunende werking uitvoeren
wanneer er een alarm optreedt.
ON
OFF
Temperature support
(Temperatuur ondersteuning)
In Koelen-modus:
Voert de ondersteunende werking uit wanneer
de kamertemperatuur hoger is dan “ingestelde
temperatuur + ingestelde waarde”.
In Verwarmen-modus:
Voert de ondersteunende werking uit wanneer
de kamertemperatuur hoger is dan “ingestelde
temperatuur + ingestelde waarde”.
4 tot 10 °C/
UIT
Main system setting
(Hoofdsysteem instelling)
Wanneer “Set cycle” is ingesteld: Systeem
dat de voorgaande werking uitvoert.
Wanneer “Set cycle” UIT is: Systeem dat
altijd de werking uitvoert
(Het andere systeem is een reservesysteem.)
No.1
No.2
Opmerking
Afhankelijk van het model, verschijnt het volgende
scherm en deze functie kan niet worden gebruikt.
Cyclus instellen: De dag waarop de instelling is gemaakt wordt geteld als een dag.
Temperatuur ondersteuning: Onmiddellijk nadat de werking is gestart, wordt de
ondersteunende werking gedurende maximum 1 uur niet uitgevoerd.
Hoofdsysteem instelling: Geeft de systeemnummers weer die kunnen worden ingesteld.
Standaard instellingen
Rotatie instelling (vervolg)
49
(NL)
Ventilatie instelling
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Ventilation] (Ventilatie).
▲ ▼ →
3
Selecteer [Ventilation ON/OFF]
(Ventilatie AAN/UIT).
4
Selecteer [ON] (AAN) of [OFF] (UIT).
▲ ▼ →
(Druk 2 keer om te
beëindigen.)
50
(NL)
Lijst met instellingen
Dit geeft de betekenis van de instellingsinformatie pictogrammen.
1
Geef het menuscherm weer.
Om naar het vorige scherm terug
te keren.
Druk op .
Om naar het eerste scherm terug
te keren.
Druk 2 keer op .
2
Selecteer [Setting list] (Lijst met
instellingen).
▲ ▼ →
3
Selecteer het item.
▲ ▼ ◄ ► →
Alleen pictogrammen die momenteel
op het scherm worden weergegeven,
worden hier getoond.
4
Bevestig.
Bevestig, daarna
(Druk 2 keer om
te beëindigen.)
51
(NL)
Instellingsinformatie pictogramlijst
Pictogram
Beschrijving Pagina
[Lock indiv. fl ap] (indiv. klep vergrendelen) is ingesteld. p.13
Omschakelen tussen Verwarmen en de Koelen/Drogen-modus is verboden
(Omschakelen naar Auto-modus is ook verboden.).
Bediening via afstandsbediening wordt beperkt door een centraal
besturingsapparaat.
De fi lter van de binnenunit moet worden gereinigd. p.20
De motorolie moet worden vervangen (alleen wanneer een airconditioner
met gaswarmtepomp wordt gebruikt).
[ON/OFF timer] (AAN/UIT-timer) is ingesteld. p.14
[Weekly timer] (Weektimer) is ingesteld. p.15
Energiebesparende werking aan de gang. p.8
De werkingscapaciteit van de buitenunit is beperkt.
[Schedule peak cut] (Programmeerbare piekbegrenzing) is ingesteld. p.34
[Temp auto return] (Automatische terugkeer naar temperatuur) is ingesteld. p.30
[Temp range] (Temperatuursbereik) is ingesteld. p.31
[Auto shutoff ] (Automatische uitschakeling) is ingesteld. p.32
[Repeat off timer] (Herhaal uit-timer) is ingesteld. p.36
[Quiet operation] (Geruisloze werking) is ingesteld. p.22
De temperatuursensor van de afstandsbediening detecteert de
kamertemperatuur.
p.43
[Operation lock] (bedieningsvergrendeling) is ingesteld. p.39
Verse lucht gebruikt voor ventilatie.
(Alleen bij het aansluiten van een warmtewisselaar ventilatie-unit of het
aansluiten van een in de handel verkochte ventilator)
p.49
[Outing function] (Afwezigheidsfunctie) is ingesteld. p.37
[Direct airfl ow] is ingesteld. p.28
[Indirect airfl ow] is ingesteld. p.28
[Circulation] (Circulatie) is ingesteld. p.29
De rotatiewerking is ingesteld. P.46
Lijst met instellingen
52
(NL)
Probleemoplossing
Als de werking niet start door op te drukken...
Controleer het volgende alvorens om een herstelling te vragen.
Wanneer het [Centrally controlled]
(Centraal gecontroleerd) bericht
wordt weergegeven
Bij centrale controle is de werking niet
mogelijk.
Stroomonderbreking?
Na herstel na een stroomonderbreking,
druk opnieuw op
.
Als de werking niet start, schakel de
stroomonderbreker uit en raadpleeg de verdeler of
verkoper met de symptomen en het modelnummer.
Is de
stroomonderbreker
afgesprongen?
Zet deze aan en druk opnieuw op .
Als de werking niet start, schakel de
stroomonderbreker uit en raadpleeg de verdeler of
verkoper met de symptomen en het modelnummer.
Knippert [Assigning]
(toewijzen)?
Wanneer het knipperen is gestopt, druk opnieuw op .
Als de werking niet start, schakel de
stroomonderbreker uit en raadpleeg de verdeler of
verkoper met de symptomen en het modelnummer.
Wordt [ ]
weergegeven?
Alarmaanduiding (bijv.)
Nummer defecte binnenunit.
Als één van de volgende alarmaanduidingen
verschijnt, zet de werking één keer stop en
herstart ongeveer 1 minuut later.
(Alarmaanduidingen, uit)
[•E04 •E06 •P10 •P20 •H06]
Als de aanduiding niet opnieuw verschijnt,
gebruik dan het apparaat.
Als de aanduiding opnieuw verschijnt of een andere
alarmaanduiding dan de bovenstaande (een combinatie van
nummers en lettertekens zoals E, F, H, L en P) verschijnt
stop de werking, schakel de stroomonderbreker uit en
raadpleeg de verdeler of verkoper met de alarmaanduiding,
het modelnummer en het nummer van de binnenunit.
De werking kan niet
worden gestopt.
Als de unit
automatisch begint
te werken, zelfs als er
op de
(UIT)-toets
is gedrukt.
Controleer of de afwezigheidsfunctie al dan
niet is ingesteld. (
)
Controleer de besturing door het centrale
besturingsapparaat.
53
(NL)
Het scherm van de
afstandsbediening
knippert
”.
Defecte sensor of onjuiste installatie.
Schakel de ECONAVI-functie met de
afstandsbediening uit en neem contact op met
de verkoper of de verdeler met het Modelnr. en
het probleem.
Het scherm van de
afstandsbediening
geeft
niet
weer.
De binnenunit is gestopt. Zet de
binnenunit aan.
De unit staat in Fan (ventilatie)-modus.
De ECONAVI-functie werkt niet in de
ventilatie-modus.
De ECONAVI-functie is ingesteld op UIT.
Stel de ECONAVI-functie in op AAN met
de afstandsbediening.
De binnenunit ondersteunt mogelijk niet
de ECONAVI-functie. Als u de ECONAVI-
functie met de afstandsbediening op AAN
zet, maar er is geen verandering, dan
ondersteunt de binnenunit de ECONAVI-
functie niet.
Neem contact op met de verdeler.
Als u contact wilt opnemen voor onderhoud, raadpleeg de achterkant van de handleiding van de
binnen- of buitenunits.
Probleemoplossing
54
(NL)
Modelnummer. CZ-RTC5A
Afmetingen (H) 120 mm x (B) 120 mm x (D) 16 mm
Gewicht 180 g
Temperatuur/
vochtigheidsbereik
0 ˚C tot 40 ˚C / 20 % tot 80 % (niet condenserend)
*Uitsluitend voor gebruik binnenshuis.
Voedingsbron DC16 V (geleverd door de binnenunit)
Klok
Precisie
± 30 seconden/maand (bij een normale temperatuur van
25 ˚C)
*Periodiek afstellen.
Bewaartijd
72 uur (wanneer volledig opgeladen)
*Ongeveer. 8 uur zijn nodig om volledig te zijn opgeladen.
Aantal aansluitbare
binnenunits
Tot maximum 8 units
Specifi caties
© Panasonic Corporation 2016
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54

Panasonic CZRTC5A Handleiding

Type
Handleiding