Documenttranscriptie
Dansk (oversat fra original brugsvejledning)
7
Deutsch (übersetzt von den originalanweisungen)
23
English (original instructions)
41
Español (traducido de las instrucciones originales)
56
Français (traduction de la notice d’instructions originale)
73
Italiano (tradotto dalle istruzioni originali)
90
Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies)
107
Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene)
124
Português (traduzido das instruções originais)
139
Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta)
156
Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna)
171
Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir)
186
Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες)
202
Copyright DeWALT
B
Nederlands
SNOERLOZE TAFELZAAG
DCS7485
Hartelijk gefeliciteerd!
DCB183, DCB183B, DCB184, DCB184B, DCB185 en DCB546).
Zekeringen:
Europa
U hebt gekozen voor een DeWALT gereedschap. Jarenlange
ervaring, grondige productontwikkeling en innovatie maken
DeWALT tot een van de betrouwbaarste partners voor
gebruikers van professioneel gereedschap.
EG-conformiteitsverklaring
Technische gegevens
Richtlijn Voor Machines
Spanning
Type
Accutype
Snelheid onbelast
Zaagbladdiameter
Zaagbladboring
Zaagsnede zaagblad
Dikte zaagblad-body
Spouwmesdikte
Zaagsnedediepte bij 90°
Zaagsnedediepte bij 45°
Afkortcapaciteit (Rechts van zaagblad)
Afkortcapaciteit (Links van zaagblad)
min-1
mm
mm
mm
mm
mm
mm
mm
mm
mm
DCS7485
54
1
Li-Ion
5800
210
30
1,8
1,3
1,6
65
45
610
318
Afmetingen werkoppervlak
Totale afmetingen
Gewicht
mm
mm
kg
485 x 485
605 x 605 x 330
21,5
VDC
Lawaaiwaarden en vibratiewaarden (triax-vectorsom) volgens
EN62841-1-2015.
LPA (emissie geluidsdrukniveau)
dB(A)
LWA (niveau geluidsvermogen)
dB(A)
K (onzekerheid voor het gegeven
dB(A)
geluidsniveau)
Accu
Accutype
Spanning
Capaciteit
Gewicht
Lader
Netspanning
Accutype
Laadtijd bij benadering
van accu’s
Gewicht
VDC
Ah
kg
VAC
min
kg
86
100
3
DCB546
Li-Ion
18/54
6,0/2,0
1,05
DCB118
230
18/54 Li-Ion
22 (1,3 Ah) 22 (1,5 Ah)
45 (3,0 Ah) 60 (4,0 Ah)
60 (6,0 Ah)
0,66
30 (2,0 Ah)
75 (5,0 Ah)
De lader van het type DCB118 is geschikt voor accu’s van
het type 18V Li-Ion XR en XR FLEXVOLTTM (DCB181, DCB182,
230 V-gereedschap
10 ampère, stroomnet
Snoerloze tafelzaag
DCS7485
DeWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder
Technische gegevens in overeenstemming zijn met:
2006/42/EG, EN62841-1:2015, EN62841-3-1:2014.
Deze producten voldoen ook aan de Richtlijn 2014/30/EU
en 2011/65/EU. Neem voor meer informatie contact op met
DeWALT via het volgende adres of kijk op de achterzijde van
de gebruiksaanwijzing.
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling
van het technische bestand en legt deze verklaring af
namens DeWALT.
Markus Rompel
Directeur Engineering
DeWALT, Richard-Slinger-Strase 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
29.07.2016
WAARSCHUWING: Lees de instructiehandleiding om het
risico op letsel te verminderen.
Definities: Veiligheidsrichtlijnen
De definities hieronder beschrijven de ernstgraad voor elk
signaalwoord. Gelieve de handleiding te lezen en op deze
symbolen te letten.
GEVAAR: Wijst op een dreigende gevaarlijke situatie
die, indien niet vermeden, zal leiden tot de dood of
ernstige verwondingen.
WAARSCHUWING: Wijst op een mogelijk gevaarlijke
situatie die, indien niet vermeden, zou kunnen leiden tot
de dood of ernstige letsels.
VOORZICHTIG: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie
die, indien niet vermeden, kan leiden tot kleine of
matige letsels.
OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen
persoonlijk letsel optreedt die, indien niet voorkomen,
schade aan goederen kan veroorzaken.
Wijst op risico van een elektrische schok.
107
Nederlands
Wijst op brandgevaar.
Algemene veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING: Lees alle
veiligheidswaarschuwingen, instructies, illustraties
en specificaties die bij dit gereedschap zijn
meegeleverd. Het niet opvolgen van alle onderstaande
instructies kan leiden tot een elektrische schok, brand en/
of ernstig persoonlijk letsel.
BEWAAR ALLE WAARSCHUWINGEN
EN INSTRUCTIES ALS TOEKOMSTIG
REFERENTIEMATERIAAL
De term „elektrisch gereedschap“ in de waarschuwingen verwijst
naar uw (met een snoer) op de netspanning aangesloten
elektrische gereedschap of naar (draadloos) elektrisch
gereedschap met een accu.
1) Veiligheid Werkplaats
a ) Houd het werkgebied schoon en goed verlicht.
Rommelige of donkere gebieden zorgen voor ongelukken.
b ) Bedien elektrische gereedschappen niet in een
explosieve omgeving, zoals in de nabijheid van
ontvlambare vloeistoffen, gassen of stof. Elektrische
gereedschappen veroorzaken vonken die het stof of de
dampen kunnen doen ontbranden.
c ) Houd kinderen en omstanders op een afstand terwijl
u een elektrisch gereedschap bedient. Als u wordt
afgeleid kunt u de controle over het gereedschap verliezen.
2) Elektrische Veiligheid
a ) Stekkers van elektrisch gereedschap moeten in het
stopcontact passen. Pas de stekker nooit op enige
manier aan. Gebruik geen adapterstekkers samen
met geaard elektrisch gereedschap. Niet aangepaste
stekkers en passende contactdozen verminderen het risico
op een elektrische schok.
b ) Vermijd lichamelijk contact met geaarde
oppervlaktes zoals buizen, radiatoren, fornuizen
en ijskasten. Er bestaat een verhoogd risico op een
elektrische schok als uw lichaam geaard is.
c ) Stel elektrisch gereedschap niet bloot aan regen of
natte omstandigheden. Als er water in een elektrisch
gereedschap terecht komt, verhoogt dit het risico op een
elektrische schok.
d ) Behandel het stroomsnoer voorzichtig. Gebruik het
stroomsnoer nooit om het elektrische gereedschap
te dragen of te trekken, of de stekker uit het
stopcontact te halen. Houd het snoer uit de buurt
van warmte, olie, scherpe randen, of bewegende
onderdelen. Beschadigde snoeren of snoeren die in de
war zijn verhogen het risico op een elektrische schok.
108
e ) Als u een elektrisch gereedschap buitenshuis
gebruikt, gebruikt u een verlengsnoer dat geschikt
is voor gebruik buitenshuis. Het gebruik van een
verlengsnoer dat geschikt is voor buitenshuis, vermindert
het risico op een elektrische schok.
f ) Als het gebruik van een elektrisch gereedschap
op een vochtige locatie onvermijdelijk is,
gebruikt u een stroomvoorziening die beveiligd
is met een aardlekschakelaar. Het gebruik van
een aardlekschakelaar vermindert het risico op een
elektrische schok.
3) Persoonlijke Veiligheid
a ) Blijf alert, kijk wat u doet en gebruik uw gezonde
verstand als u een elektrisch gereedschap bedient.
Gebruik het gereedschap niet als u vermoeid bent
of onder de invloed van drugs, alcohol of medicatie
bent. Een moment van onoplettendheid tijdens het
bedienen van elektrische gereedschappen kan leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
b ) Gebruik een beschermende uitrusting. Draag altijd
oogbescherming. Beschermende uitrusting zoals een
stofmasker, antislip veiligheidsschoenen, een helm, of
gehoorbescherming gebruikt in de juiste omstandigheden
zal het risico op persoonlijk letsel verminderen.
c ) Vermijd onbedoeld starten. Zorg ervoor dat de
schakelaar in de ‚off‘ (uit) stand staat voordat u
het gereedschap aansluit op de stroombron en/
of accu, het oppakt of ronddraagt. Het ronddragen
van elektrische gereedschappen met uw vinger
op de schakelaar of het aanzetten van elektrische
gereedschappen waarvan de schakelaar aan staat, zorgt
voor ongelukken.
d ) Verwijder alle stelsleutels of moersleutels voordat u
het elektrische gereedschap aan zet. Een moersleutel
of stelsleutel die in een ronddraaiend onderdeel van het
elektrische gereedschap is achtergelaten kan leiden tot
persoonlijk letsel.
e ) Rek u niet te ver uit. Blijf altijd stevig en in balans op
de grond staan. Dit zorgt voor betere controle van het
elektrische gereedschap in onverwachte situaties.
f ) Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende
kleding of sieraden. Houd uw haar, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende
onderdelen. Loszittende kleding, sieraden of lang haar
kunnen door bewegende delen worden gegrepen.
g ) Als er in apparaten wordt voorzien voor
het aansluiten van stofverwijdering- of
verzamelapparatuur, zorg er dan voor dat deze
correct worden aangesloten en gebruikt. Het gebruik
van een stofverzamelaar kan aan stof gerelateerde
gevaren verminderen.
h ) Denk niet dat u, doordat u het gereedschap veel
hebt gebruikt, het allemaal wel weet en dat
u de veiligheidsbeginselen kunt negeren. Een
onvoorzichtige actie kan in een fractie van een seconde
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Nederlands
4) Gebruik en Verzorging van Elektrisch
Gereedschap
a ) Forceer het gereedschap niet. Gebruik het juiste
elektrische gereedschap voor uw toepassing. Het
juiste elektrische gereedschap voert de werkzaamheden
beter en veiliger uit waarvoor het is ontworpen.
b ) Gebruik het gereedschap niet als de schakelaar het
niet aan en uit kan zetten. Ieder gereedschap dat niet
met de schakelaar kan worden bediend is gevaarlijk en
moet worden gerepareerd.
c ) Haal de stekker uit het stopcontact en/of neem de
accu, als deze uitneembaar is, uit het gereedschap
voordat u aanpassingen uitvoert, accessoires
verwisselt, of het elektrisch gereedschap opbergt.
Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen
verminderen het risico dat het elektrische gereedschap per
ongeluk opstart.
d ) Bewaar gereedschap dat niet wordt gebruikt buiten
het bereik van kinderen en laat niet toe dat personen
die onbekend zijn met het elektrische gereedschap
of deze instructies het gereedschap bedienen.
Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk in handen van
ongetrainde gebruikers.
e ) Onderhoud elektrisch gereedschap en accessoires
goed. Controleer op verkeerde uitlijning en het
grijpen van bewegende onderdelen, breuk van
onderdelen en andere omstandigheden die de
werking van het gereedschap nadelig kunnen
beïnvloeden. Zorg dat het gereedschap voor
gebruik wordt gerepareerd als het beschadigd
is. Veel ongelukken worden veroorzaakt door slecht
onderhouden gereedschap.
f ) Houd snijdgereedschap scherp en schoon. Correct
onderhouden snijdgereedschappen met scherpe
snijdranden lopen minder snel vast en zijn gemakkelijker
te beheersen.
g ) Gebruik het elektrische gereedschap, de
accessoires en gereedschapsonderdelen enz. in
overeenstemming met deze instructies, waarbij
u rekening houdt met de werkomstandigheden
en de werkzaamheden die dienen te worden
uitgevoerd. Gebruik van het elektrische gereedschap voor
werkzaamheden die anders zijn dan het bedoelde gebruik,
kunnen leiden tot een gevaarlijke situatie.
h ) Houd de handgrepen en oppervlakken die u beet
pakt, droog, schoon en vrij van olie en vet. Door
gladde handgrepen en oppervlakken die u beet pakt,
kan veilig werken en bedienen van het gereedschap in
onverwachte situaties onmogelijk worden.
5) Gebruik en Verzorging van
Gereedschap op Accu
a ) Gebruik alleen de lader die door de fabrikant wordt
opgegeven. Een lader die geschikt is voor één accutype,
kan een risico op brand veroorzaken indien gebruikt met
een andere accu.
b ) Gebruik elektrische gereedschappen uitsluitend met
speciaal omschreven accu’s. Gebruik van andere accu’s
kan leiden tot letsel en brandgevaar.
c ) Als de accu niet in gebruik is, dient u deze uit de
buurt te houden van andere metalen voorwerpen
zoals paperclips, munten, sleutels, spijkers,
schroeven of andere kleine metalen voorwerpen
die een verbinding van het ene contactpunt met
het andere kunnen maken. Het kortsluiten van
de accucontactpunten samen kan brandwonden of
brand veroorzaken.
d ) Als het gereedschap te zwaar wordt belast, kan
er vloeistof uit de accu lekken; vermijd contact
hiermee. Als u per ongeluk hier toch mee in contact
komt, spoelt u met water. Als de vloeistof in contact
met de ogen komt, dient u daarnaast medische hulp
in te roepen. Vloeistof afkomstig uit de accu kan irritatie
of brandwonden veroorzaken.
e ) Werk niet met een accu of met gereedschap
dat beschadigd is of waaraan wijzigingen zijn
aangebracht. Beschadigde of gemodificeerde accu’s
kunnen zich onvoorspelbaar gedragen en dat kan brand,
explosie of een risico van letsel tot gevolg kan hebben.
f ) Stel een accu of gereedschap niet bloot aan open
vuur of uitzonderlijk hoge temperatuur. Brand of
een temperatuur boven de 130 °C kunnen de accu doen
exploderen.
g ) Volg alle instructies voor het opladen en laad
de accu of het gereedschap niet op buiten het
temperatuurbereik dat in de instructies wordt
opgegeven. Door op onjuiste wijze opladen of opladen
bij een temperatuur buiten het opgegeven bereik kan de
accu beschadigd raken en het risico van brand toenemen.
6) Service
a ) Zorg dat u gereedschap wordt onderhouden door
een erkende reparateur die uitsluitend identieke
vervangende onderdelen gebruikt. Dit zorgt ervoor dat
de veiligheid van het gereedschap blijft gegarandeerd.
b ) Probeer nooit beschadigde accu’s te repareren. De
reparaties aan accu’s mogen alleen worden uitgevoerd
door de fabrikant of door geautoriseerde servicecentra.
Veiligheidsvoorschriften voor tafelzagen
1) Waarschuwingen over afscherming
a ) Houd beschermkappen op hun plaats.
Beschermkappen moeten in goede werkende staat
zijn en goed zijn gemonteerd. Een beschermkap die los
of beschadigd is, of niet goed functioneert, moet worden
gerepareerd of worden vervangen.
b ) Gebruik altijd een beschermkap voor het zaagblad
en het spouwmes voor alle zaagwerkzaamheden. Bij
zaagwerkzaamheden waarbij het zaagblad het werkstuk
geheel doorzaagt helpen de beschermkap en andere
veiligheidsvoorzieningen het risico van letsel te beperken.
109
Nederlands
c ) Bevestig de beschermende voorzieningen weer
onmiddellijk na het voltooien van een verrichting
(zoals het rabatzagen of opnieuw uitvoeren van
zaagsneden) waarbij de beschermkap of het
spouwmes moet worden verwijderd. De beschermkap
en het spouwmes helpen het risico van letsel te beperken.
d ) Let erop dat het zaagblad de beschermkap, het
spouwmes of het werkstuk niet raakt, voor dat
schakelaar op Aan wordt gezet. Onbedoelde aanraking
van deze items met het zaagblad kan tot een gevaarlijke
situatie leiden.
e ) Stel het spouwmes af zoals wordt beschreven in deze
instructiehandleiding. Onjuiste tussenruimte, plaatsing
en uitlijning kan maken dat het spouwmes niet goed
werkt bij het voorkomen van terugslag.
f ) Het spouwmes werkt alleen als het op het werkstuk
wordt gezet. Het spouwmes werkt niet goed wanneer
werkstukken worden gezaagd die te kort zijn om door
het spouwmes te worden vastgehouden. Onder die
omstandigheden kan een terugslag niet door het
spouwmes worden voorkomen.
g ) Gebruik het zaagblad dat geschikt is voor het
spouwmes. Het spouwmes kan alleen goed werken
als de diameter van het zaagblad is afgestemd op het
spouwmes, de body van het zaagmes dunner is dan het
spouwmes en de zaagbreedte van het zaagblad groter is
dan de dikte van het spouwmes.
f)
g)
h)
i)
j)
2) Waarschuwingen bij
zaagwerkzaamheden
a)
b)
c)
d)
e)
110
GEVAAR: Plaats nooit uw vingers of handen in
de buurt van of in een lijn met het zaagblad.
Een ogenblik van onoplettendheid of een verkeerde
beweging kan uw hand bij het zaagblad brengen en
ernstig persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
Voer het werkstuk uitsluitend tegen de draairichting
in naar het zaagblad. Wanneer u het werkstuk boven de
zaagtafel aanvoert in dezelfde richting als het zaagblad
draait, kan ertoe leiden dat het werkstuk, en uw hand, in
het zaagblad worden getrokken.
Voer nooit met de verstekmeter het werkstuk aan
wanneer u delen van het werkstuk afzaagt en
gebruik niet de langsgeleiding als een stop bij het
afkorten met de verstekmeter. Wanneer u het werkstuk
geleidt met de langsgeleiding en de verstekmeter samen,
zal het zaagblad gemakkelijker vastlopen en zal eerder
terugslag optreden.
Pas bij het afkorten altijd de aanvoerdruk van
het werkstuk toe tussen de langsgeleiding en
het zaagblad. Duw het werkstuk aan met een
aanduwstok wanneer de afstand tussen de
langsgeleiding en het zaagblad minder is dan
150 mm, en gebruik een aanduwblok wanneer de
afstand minder is dan 50 mm. Dergelijke “hulpstukken”
houden uw hand op veilige afstand van het zaagblad.
Gebruik alleen de aanduwstok die wordt geleverd
door de fabrikant of die is vervaardigd in
k)
l)
overeenstemming met de instructies. De aanduwstok
zorgt voor voldoende afstand tussen uw hand en het
zaagblad.
Gebruik nooit een beschadigde of ingezaagde
aanduwstok. Een beschadigde aanduwstok kan breken
en dan kan uw hand tegen het zaagblad komen.
Voer geen zaagwerkzaamheden “uit de vrije hand”
uit. Plaats en geleid het werkstuk altijd met de
langsgeleiding of de verstekmeter. “Uit de vrije hand”
betekent dat u met uw handen het werkstuk ondersteunt
of geleidt, in plaats van met de langsgeleiding of de
verstekmeter. Zagen uit de vrije hand leidt tot verkeerde
uitlijning, vastlopen en terugslag.
Reik nooit rond of over een draaiend zaagblad.
Wanneer u uw hand uitsteekt naar een werkstuk kan dat
leiden tot het per ongeluk aanraken van een bewegend
zaagblad.
Zorg voor aanvullende ondersteuning van het
werkstuk aan de achterzijde en/of de zijkanten van
de zaagtafel zodat u lange en/of brede werkstukken
waterpas kunt houden. Een lang en/of breed werkstuk
zal misschien doorhangen op de rand van de zaagtafel,
waardoor u de controle kunt verliezen en het zaagblad
kan vastlopen en kan terugslaan.
Voer het werkstuk aan in een gelijkmatige snelheid.
Buig of draai het werkstuk niet. Als het zaagblad
vastloopt, schakel het gereedschap dan onmiddellijk
uit, maak het stroomloos en verhelp het probleem.
Wanneer het zaagblad vastloopt in het werkstuk kan dat
leiden tot terugslag of tot het vastlopen van de motor.
Verwijder geen delen van afgezaagd materiaal
terwijl de zaag loopt. Het materiaal kan vast komen
te zitten tussen de langsgeleiding of aan de binnenzijde
van de beschermkap van het zaagblad en dan kan het
zaagblad uw vingers naar binnen trekken. Schakel de
zaag uit en verwijder pas materiaal wanneer het zaagblad
tot stilstand is gekomen.
Gebruik een hulpgeleider in contact met het
tafelblad bij het afzaggen van werkstukken die
minder dan 2 mm dik zijn. Een dun werkstuk kan vast
komen te zitten onder de langsgeleiding en een terugslag
veroorzaken.
3) Oorzaken van terugslag en
bijbehorende waarschuwingen
Terugslag is een plotselinge reactie van het werkstuk wanneer het
zaagblad bekneld raakt of vastloopt of bij een niet goed uitgelijnde
zaagsnede ten opzichte van het zaagblad of wanneer een deel
van het werkstuk vast komt te zitten tussen het zaagblad en de
langsgeleiding of een ander vast voorwerp.
Heel vaak wordt bij een terugslag het werkstuk van de tafel gelicht
door het achterste gedeelte van het zaagblad en wordt het in de
richting van de gebruiker geworpen. Terugslag is het gevolg van
een verkeerd gebruik en/of onjuiste gebruiksomstandigheden
van de zaag en kan worden voorkomen door de juiste
voorzorgsmaatregelen te nemen zoals hieronder worden vermeld.
Nederlands
a ) Ga nooit in een rechte lijn achter het zaagblad staan.
Plaats uw lichaam altijd aan dezelfde zijde van het
zaagblad als de langsgeleiding. Terugslag kan het
werkstuk met hoge snelheid werpen naar iemand die voor
de zaagtafel en in één lijn met het zaagblad staat.
b ) Reik nooit over of achter het zaagblad, bijvoorbeeld
om aan het werkstuk te trekken of om er het
werkstuk te ondersteunen. U zult misschien per ongeluk
het zaagblad aanraken of terugslag kan uw vingers in het
zaagblad trekken.
c ) Houd het werkstuk dat wordt afgezaagd nooit tegen
het draaiende zaagblad en druk het werkstuk nooit
tegen het draaiende werkstuk. Wanneer u het werkstuk
dat wordt afgezaagd tegen het zaagblad drukt, kan het
zaagblad vastlopen en kan terugslag ontstaan.
d ) Lijn de langsgeleiding parallel uit met het zaagblad.
Een niet goed uitgelijnde langsgeleiding kan het werkstuk
tegen het zaagblad drukken en zo kan terugslag ontstaan.
e ) Leid met een spiebord het werkstuk tegen de tafel
en langsgeleiding wanneer u inzaagsneden maakt
zoals bij rabatzagen of bij het opnieuw zagen van
zaagsneden. Een spiebord helpt u het werkstuk onder
controle te houden in het geval van een terugslag.
f ) Ga extra voorzichtig te werk wanneer u een
zaagsnede uitvoert in delen van gemonteerde
werkstukken die u niet kunt overzien. De
vooruitstekende zaag kan voorwerpen zagen die terugslag
kunnen veroorzaken.
g ) Ondersteun grote panelen zodat het risico van het
bekneld raken van het zaagblad en van terugslag tot
een minimum wordt beperkt. Grote panelen kunnen
onder hun eigen gewicht doorzakken. Er moeten steunen
worden geplaatst onder alle gedeelten van het paneel dat
over het bovenblad van de zaagtafel hangt.
h ) Ga extra voorzichtig te werk bij het zagen van een
werkstuk dat gedraaid, verwrongen of krom is of dat
geen rechte rand heeft waarmee u het kunt leiden
langs een verstekmeter of een langsgeleiding. Een
werkstuk dat gedraaid, verwrongen of krom is, is onstabiel
en veroorzaakt verkeerde uitlijning van de zaagplaat met
het zaagblad, en veroorzaakt vastlopen en terugslag.
i ) Zaag nooit meer dan een werkstuk, stapel
werkstukken niet verticaal of horizontaal. Het
zaagblad kan een of meer delen oppakken en terugslag
veroorzaken.
j ) Centreer, wanneer u een zaag opnieuw start in het
werkstuk, het zaagblad in de zaagsnede zodat de
zaagtanden niet in het materiaal vastzitten. Als
het zaagblad is vastgelopen, kan het omhoog komen of
terugslaan uit het werkstuk wanneer de zaag opnieuw
wordt gestart.
k ) Houd zaagbladen schoon, scherp en met voldoende
gezette vertanding. Gebruik nooit kromme
zaagbladen of zaagbladen met gescheurde of
afgebroken tanden. Met scherpe en op juiste wijze
gezette zaagbladen worden vastlopen en terugslaan tot
een minimum beperkt.
4) Waarschuwingen voor de
bedieningsprocedure van de tafelzaag
a ) Schakel de tafelzaag uit en neem de accu los
wanneer u de tafelinzet verwijderd, het zaagblad
vervangt of aanpassingen aanbrengt aan het
spouwmes, of de zaagbladbeschermkap en wanneer
de machine onbeheerd wordt achtergelaten.
Voorzorgsmaatregelen zullen ongelukken voorkomen.
b ) Laat de tafelzaag nooit werken zonder dat u er
toezicht op houdt. Schakel de tafelzaag uit en laat
het gereedschap niet onbeheerd achter voordat het
volledig tot stilstand is gekomen. Een werkende zaag
waar geen toezicht op wordt gehouden, is een risico dat
niet kan worden overzien.
c ) Plaats de tafelzaag op een goed verlichte plaats
die waterpas is en waar u goed rechtop en in
evenwicht kunt blijven staan. De zaag moet worden
geïnstalleerd op een plaats waar genoeg ruimte is
en waar u gemakkelijk de omvang van uw werkstuk
kunt hanteren. In krappe, donkere ruimtes en op
ongelijke gladde vloeren zullen gemakkelijk ongelukken
gebeuren.
d ) Verwijder vaak het zaagsel van onder de zaagtafel
en/of de afzuiginstallatie. Opeenhopingen van zaagsel
zijn brandbaar en kunnen vlam vatten.
e ) De tafelzaag moet stevig worden vastgezet. Een
tafelzaag die niet goed is vastgezet kan van zijn plaats
komen of omvallen.
f ) Verwijder gereedschap, afgezaagde stukken hout,
enz. van onder de tafel voordat u de tafelzaag
inschakelt. Afleiding of een mogelijk vastlopen van de
zaag kunnen gevaarlijk zijn.
g ) Gebruik altijd zaagbladen met de juiste omvang en
vorm (ruitvormig tegenover rond) van het asgat.
Zaagbladen die niet passen bij de montagevoorziening
van de zaag, zullen excentrisch lopen, en dat kan ertoe
leiden dat u de controle verliest.
h ) Gebruik nooit een beschadigde of onjuiste
montagevoorziening voor het zaagblad, zoals
flenzen, zaagbladringen, bouten en moeren. Deze
montagevoorzieningen zijn speciaal ontworpen voor uw
zaag, voor veilig werken en optimale prestaties.
i ) Ga nooit op de tafelzaag staan, gebruik de zaag
niet als opstapje. Ernstig letsel kan ontstaan als het
zaaggereedschap omvalt of als iemand per ongeluk in
aanraking komt met het gereedschap.
j ) Let erop dat het zaagblad zo is geïnstalleerd
dat het in de juiste richting draait. Gebruik geen
slijpschijven, draadborstels of schuurschijven op een
tafelzaag. Een onjuiste installatie van het zaagblad of
gebruik van accessoires die niet worden aanbevolen kan
ernstig letsel veroorzaken.
111
Nederlands
Aanvullende veiligheidsregels voor
zaagtafels
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
WAARSCHUWING: Door het zagen van kunststoffen,
nat hout en andere materialen kan zich gesmolten of
gedroogd materiaal op de tip van het zaagblad en op
het zaagblad zelf afzetten, waardoor het risico van
oververhitting en van vastlopen van het zaagblad tijdens
het zagen kan toenemen.
Let erop dat het zaagblad in de juiste richting draait en dat de
tanden naar de voorzijde van de zaagbank wijzen.
Let erop dat alle klemhandgrepen vastzitten voordat u een
bedieningshandeling start.
Het is belangrijk dat alle zaagbladen en flenzen schoon zijn en
dat de grote oppervlak van de klemring tegen het zaagblad
zitten. Draai de moer van de spandoorn stevig vast.
Let erop dat het spouwmes is afgesteld op de juist afstand van
het zaagblad - maximaal 8 mm.
Werk nooit met de zaag zonder dat de bovenste en onderste
beschermkappen zijn geplaatst.
Breng geen smeermiddelen op het zaagblad aan terwijl het
loopt.
Houd de aanduwstok altijd op de vaste plaats.
Gebruik de beschermkap niet voor het vastpakken of vervoeren
van het gereedschap.
Oefen geen zijwaartse druk op het zaagblad uit.
Zaag nooit een lichtmetaallegering. De machine is niet
ontworpen voor deze toepassing.
Gebruik geen schuurschijf en geen diamantslijpwielen
Het zagen van rabatten, sleuven of groeven is niet toegestaan.
Schakel de machine, als deze niet goed werkt, onmiddellijk
uit en neem de accu uit. Rapporteer de storing en markeer
de machine op juiste wijze, zodat niet andere mensen de
machine die niet goed werkt, gaan gebruiken.
Wanneer het zaagblad is geblokkeerd als gevolg van
abnormale aanvoerdruk, schakel de machine dan ALTIJD uit
en neem de accu uit. Verwijder het werkstuk en controleer
dat het zaagblad vrijloopt. Schakel de machine in en start uw
zaagwerk opnieuw met minder aanvoerdruk.
Probeer NOOIT een stapel losse stukken materiaal te zagen,
omdat dat kan leiden tot verlies van de controle of terugslag.
Geef alle materiaal een stevige ondersteuning.
Zaagbladen
•
•
•
•
112
Gebruik geen zaagbladen waarvan de afmetingen niet
overeenstemmen met de afmetingen die in de Technische
gegevens worden vermeld. Gebruik geen tussenringen om
een zaagblad passend te maken voor de as. Gebruik alleen
de zaagbladen die worden aangeduid in deze handleiding
en die voldoen aan EN 847-1, als zij bedoeld zijn voor hout en
dergelijke materialen.
U kunt overwegen speciaal ontworpen zaagbladen toe te
passen die minder lawaai maken.
Gebruik geen HS-zaagbladen (High Steel).
Gebruik geen gescheurde of beschadigde zaagbladen.
•
•
Het is belangrijk dat het gekozen zaagblad geschikt is voor het
materiaal dat u wilt zagen.
Draag altijd handschoenen wanneer u werkt met zaagbladen
en ruw materiaal. Zaagbladen kunnen beter altijd in een
houder worden gedragen, als dat praktisch mogelijk is.
Overige risico's
De volgende risico's horen bij het gebruik van zagen:
• letsel dat wordt veroorzaakt door het aanraken van
draaiende delen
Ondanks het toepassen van de relevante
veiligheidsvoorschriften en het toepassen van
veiligheidsapparaten kunnen sommige overige risico’s niet
worden vermeden. Dit zijn:
• Gehoorbeschadiging.
• Risico van ongelukken veroorzaakt door onbedekte delen
van het roterende zaagblad.
• Risico van letsel wanneer u het zaagblad vervangt zonder
bescherming van uw handen.
• Risico van het knellen van vingers bij het openen van de
beschermkappen.
• Gezondheidsrisico's door het inademen van stof dat
ontstaat bij het zagen van hout, vooral eikenhout,
beukenhout en MDF.
De volgende factoren zijn van invloed op de geluidsproductie:
• het te zagen materiaal
• het type zaagblad
• de aanvoerdruk
• onderhoud van de machine
De volgende factoren zijn van invloed op de blootstelling
aan stof:
• versleten zaagblad
• stofafzuigsysteem met een luchtsnelheid van minder dan
20 m/s
• werkstuk niet nauwkeurig geleid
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen.
Controleer altijd of het voltage van de accu overeenkomt
met het voltage op het typeplaatje. Zorg er ook voor dat
het voltage van uw oplader overeenkomt met dat van
uw stroomvoorziening.
Uw DeWALT oplader is dubbel geïsoleerd in
overeenstemming met EN60335; daarom is geen
aarding nodig.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen
door een speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via het
DeWALT servicecentrum.
Een verlengsnoer gebruiken
U dient geen verlengsnoer te gebruiken, tenzij dit absoluut
noodzakelijk is. Gebruik een goedgekeurd verlengsnoer
dat geschikt is voor de stroominvoer van uw oplader (zie
Technische gegevens). De minimale geleidergrootte is 1 mm2;
de maximale lengte is 30 m.
Nederlands
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af
te rollen.
•
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Laders
•
DeWALT laders hoeven niet te worden afgesteld en zijn zo
ontworpen dat zij zeer gemakkelijk in het gebruik zijn.
Belangrijke veiligheidsinstructies voor alle
acculaders
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze handleiding bevat
belangrijke instructies voor de veiligheid en voor de bediening
van geschikte batterijladers (raadpleeg Technische Gegevens).
• Lees voordat u de lader gebruikt, alle instructies en
aanwijzingen voor de veiligheid op de lader, de accu en het
product dat de accu gebruikt.
WAARSCHUWING: Gevaar voor elektrische schok. Laat
geen vloeistof in de lader dringen. Dit zou kunnen leiden
tot een elektrische schok.
WAARSCHUWING: Wij adviseren een aardlekschakelaar
met een reststroomwaarde van 30mA of minder
te gebruiken.
VOORZICHTIG: Gevaar voor brandwonden. Beperk
het risico van letsel, laad alleen oplaadbare accu’s op
van het merk DeWALT. Andere typen accu’s zouden uit
elkaar kunnen springen en persoonlijk letsel en schade
kunnen veroorzaken.
VOORZICHTIG: Houd toezicht op kinderen zodat zij niet
met het apparaat kunnen spelen.
OPMERKING: Onder bepaalde omstandigheden, wanneer
de stekker van de lader in het stopcontact zit, kunnen de
niet-afgedekte laadcontacten binnenin de lader door
materiaal of een voorwerp worden kortgesloten. Bepaalde
materialen die geleidend zijn, zoals, maar niet uitsluitend,
staalwol, aluminiumfolie of een opeenhoping van
metaalachtige deeltjes, kunnen beter bij de holtes van de
lader worden weggehouden. Trek altijd de stekker uit het
stopcontact wanneer er geen accu in de lader zit. Trek de
stekker van de lader uit het stopcontact voordat u de lader
gaat reinigen.
• Probeer NIET de accu op te laden met andere laders dan
die in deze handleiding worden beschreven. De lader en
de accu zijn speciaal voor elkaar ontworpen.
• Deze laders zijn niet bedoeld voor een andere
toepassing dan het opladen van oplaadbare accu’s van
DeWALT. Andere toepassingen kunnen leiden tot het gevaar
van brand, elektrische schok of elektrocutie.
• Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
• U kunt beter niet aan het snoer trekken wanneer u de
stekker van de lader uit het stopcontact trekt. Er is dan
minder risico op beschadiging van het snoer en van de stekker.
• Het is belangrijk dat u het snoer zo plaatst dat niemand
erop kan stappen of erover kan struikelen, en het snoer
niet op een andere manier kan beschadigen of onder
spanning kan komen te staan.
•
•
•
•
•
•
•
Gebruik alleen een verlengsnoer als het er werkelijk
niet anders kan. Gebruik van een ongeschikt verlengsnoer
kan het risico van brand, elektrische schok of elektrocutie tot
gevolg hebben.
Plaats niet iets boven op een lader en plaats de lader
niet op een zacht oppervlak omdat hierdoor de
ventilatiesleuven kunnen worden geblokkeerd en de
lader binnenin veel te heet wordt. Plaats de lader niet in de
buurt van een warmtebron. De lader wordt geventileerd door
sleuven boven en onder in de behuizing.
Gebruik de lader niet met een beschadigd snoer of een
beschadigde stekker—laat deze onmiddellijk vervangen.
Gebruik de lader niet als er hard op is geslagen, als de
lader is gevallen of op een andere manier beschadigd is.
Breng de lader naar een erkend servicecentrum.
Haal de lader niet uit elkaar; breng de lader naar een
erkend servicecentrum wanneer service of reparatie
nodig is. Onjuiste montage kan leiden tot het risico van een
elektrische schok, elektrocutie of brand.
Als het netsnoer is beschadigd, moet het onmiddellijk worden
vervangen door de fabrikant, een servicemonteur van de
fabrikant of een dergelijk vakbekwaam persoon, zodat risico
is uitgesloten.
Trek de stekker van de lader uit het stopcontact voordat
u de lader gaat schoonmaken. Er is dan minder risico
van een elektrische schok. Het risico is niet minder wanneer
u de accu verwijderd.
Probeer NOOIT 2 laders op elkaar aan te sluiten.
De lader is ontworpen voor de 230V stroomvoorziening
van een woning. Probeer de lader niet te gebruiken op
een andere spanning. Dit geldt niet voor de 12V-lader.
Een accu opladen (Afb. [Fig.] B)
1. Steek de lader in een geschikt stopcontact voordat u de
accu insteekt.
2. Plaats de accu 12 in de lader, en let er daarbij op dat de
accu geheel in de lader komt te zitten. Het rode lampje
(opladen) knippert herhaaldelijk en dat duidt erop dat het
laadproces is gestart.
3. Een volledig opgeladen accu wordt aangegeven door het
rode lampje dat constant AAN blijft. De accu is nu volledig
opgeladen en kan worden gebruikt of kan in de acculader
blijven zitten. Duw, als u de accu uit de lader wilt nemen, op
de accu-vrijgaveknop 13 op de accu.
OPMERKING: U kunt maximale prestaties en levensduur van
lithium-ion-accu’s garanderen door de accu’s volledig op te
laden voordat u deze voor het eerst in gebruik neemt.
Werking van de lader
Raadpleeg onderstaande indicatoren voor de laadstatus van de
accu.
113
Nederlands
Laadindicaties
bezig met opladen
volledig opgeladen
hete/koude accuvertraging*
*Het rode lampje blijft knipperen, maar er brandt ook een geel
indicatielampje wanneer de functie actief is. Wanneer de accu
een geschikte temperatuur heeft bereikt, gaat het gele lampje
uit en hervat de lader de laadprocedure.
De geschikte lader(s) laden niet een kapotte accu op. Het
lampje zal niet of onregelmatig gaan branden en de lader geeft
daarmee aan dat de accu kapot is.
OPMERKING: Dit kan ook betekenen dat er iets mis is met de
lader.
Als de lader laat zien dat er een probleem is, laat de lader en de
accu dan testen door een geautoriseerd servicecentrum.
Hot/Cold Pack Delay (Vertraging Hete/Koude Accu)
Wanneer de lader waarneemt dat een accu te warm of te koud
is, wordt onmiddellijk een Hot/Cold Delay gestart en wordt het
laden uitgesteld tot de accu een geschikte temperatuur heeft
bereikt. De lader schakelt dan automatisch over op de acculaadstand. Deze functie waarborgt een maximale levensduur
van de accu.
Een koude accu zal minder snel worden opgeladen dan een
warme accu. De accu zal minder snel opladen gedurende
de gehele laadcyclus en zal niet op maximumsnelheid gaan
opladen, ook niet als de accu warmer wordt.
De lader DCB118 is voorzien van een interne ventilator voor
het koelen van de accu. De ventilator gaat automatisch draaien
wanneer de accu moet worden gekoeld. Gebruik de lader nooit
als de ventilator niet goed werkt of als de ventilatiesleuven zijn
geblokkeerd. Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de lader
kunnen komen.
Elektronisch Beveiligingssysteem
XR Li-Ion-gereedschap is ontworpen met een Elektronisch
Beveiligingssysteem dat ervoor zorgt dat de accu niet te veel
wordt geladen, niet te heet wordt of te veel wordt ontladen.
Het product zal automatisch uitgeschakeld worden, als het
elektronisch beschermingssysteem actief wordt. Als dit gebeurt,
zet u de Lithium-ion-accu op de lader, totdat deze volledig
geladen is.
Montage aan de wand
Deze laders kunnen aan de wand worden gemonteerd
of rechtop op een tafel of werkoppervlak staan. Plaats bij
wandmontage de accu dichtbij een stopcontact en uit de
buurt van een hoek of andere obstakels die de doorstroming
van lucht kunnen verhinderen. Gebruik de achterzijde van de
lader als sjabloon voor de plaatsing van de montageschroeven
aan de wand. Monteer de lader stevig met gipsplaatschroeven
(afzonderlijk aan te schaffen), van tenminste 25,4 mm lang
waarvan de schroefkop een diameter heeft van of 7 – 9 mm, in
hout geschroefd tot op een optimale diepte, waarbij ongeveer
5,5 mm van de schroef uitsteekt. Houd de sleuven aan de
114
achterzijde van de lader tegenover de uitstekende schroeven en
steek montagesleuven volledig op de schroeven.
Instructies voor het reinigen van de lader
WAARSCHUWING: Gevaar voor elektrische schok.
Neem, voordat u met de reiniging begint, de stekker
van de lader uit het stopcontact. U kunt stof en vet
van de buitenzijde van de lader verwijderen met een doek
of een zachte, niet-metalen borstel. Gebruik geen water
of schoonmaakmiddelen. Laat nooit vloeistof in het
gereedschap komen; dompel nooit een onderdeel van het
gereedschap onder in een vloeistof.
Accu
Belangrijke veiligheidsinstructies voor alle
accu’s
Als u vervangende accu’s bestelt, zorg er dan voor dat u het
catalogusnummer en voltage vermeldt.
De accu is niet volledig opgeladen als deze uit de verpakking
komt. Voordat u de accu en oplader gebruikt, dient u de
onderstaande veiligheidsinstructies te lezen. Volg vervolgens de
oplaadprocedures zoals die zijn uitgelegd.
LEES ALLE INSTRUCTIES
•
•
•
•
•
•
•
•
Laad de accu niet op en gebruik deze niet in een
explosieve omgeving, zoals in de nabijheid van
ontvlambare vloeistoffen, gassen of stof. Wanneer u de
accu plaatst in of verwijdert uit de lader kan het stof of de
damp door een vonk vlamvatten.
Gebruik nooit geweld bij het plaatsen van de accu in de
lader. Wijzig de accu op geen enkele manier als deze niet
past in een lader die niet geschikt is, omdat de accu kan
openbarsten waardoor ernstig persoonlijk letsel kan
ontstaan.
Laad de accu’s alleen op in DeWALT-laders.
Spat NIET met water en dompel de accu niet onder in water
of andere vloeistoffen.
Gebruik of bewaar het gereedschap en de accu niet
op plaatsen waar de temperatuur 40 ˚C of meer kan
bereiken (bijvoorbeeld in een schuurtje of een metalen
loods in de zomer).
Verbrand de accu niet, zelfs niet als deze ernstig
beschadigd is of volledig verbruikt. De accu kan in vuur
exploderen. Als lithium ion accu‘s worden verbrand, komen
giftige dampen en materialen vrij.
Als de inhoud van de accu in contact met de huid komt,
wast u dit onmiddellijk af met water en een milde
zeep. Als accuvloeistof in de ogen komt spoelt u 15 minuten
met water in het geopende oog, of totdat de irritatie stopt.
Als medische hulp nodig is dient u te vermelden dat de
accuelektrolyt is samengesteld uit een mengsel van vloeibare
organische carbonaten en lithiumzouten.
De inhoud van geopende accucellen kan irritatie aan de
luchtwegen veroorzaken. Zorg voor frisse lucht. Zoek als de
symptomen aanhouden medische hulp.
WAARSCHUWING: Gevaar voor brandwonden.
Accuvloeistof kan ontvlambaar zijn als deze aan een vonk
of vlam wordt blootgesteld.
WAARSCHUWING: Probeer nooit om welke reden dan
ook de accu te openen. Als de behuizing van de accu
is gescheurd of beschadigd, zet de accu dan niet in de
lader. Klem een accu niet vast, laat een accu niet vallen,
beschadig een accu niet. Gebruik een accu of lader waar
hard op is geslagen, die is gevallen, waar overheen is
gereden of die op welke manier dan ook is beschadigd
(dat wil zeggen, doorboord met een spijker, geraakt
met een hamer, vertrapt) niet. Een elektrische schok of
elektrocutie kan het gevolg zijn. Breng beschadigde accu’s
terug naar het servicecentrum zodat ze kunnen worden
gerecycled.
WAARSCHUWING: Brandgevaar. Berg de accu
niet op en vervoer de accu niet op een manier dat
metalen voorwerpen in contact kunnen komen
met de aansluitpunten van de accu. Bijvoorbeeld,
steek de accu niet in een schortzak, broekzakken,
gereedschapskisten, gereedschapsdozen, laden, enz., waar
een losse spijkers, schroeven, sleutels, enz. liggen.
VOORZICHTIG: Plaats het gereedschap wanneer
het niet in gebruik is, op z’n zijkant op een stabiel
oppervlak waar het niet kan vallen of omvallen.
Sommige gereedschappen met grote accu’s kunnen
rechtop staan op de accu maar kunnen gemakkelijk
worden omgegooid.
Transport
WAARSCHUWING: Brandgevaar. Tijdens het transport
kunnen accu’s mogelijk vlam vatten als de aansluitingen
van de accu onbedoeld in aanraking komen met
geleidende materialen. Controleer dat tijdens het transport
de aansluitingen van de accu afgeschermd zijn en goed
geïsoleerd van materialen die ermee in contact kunnen
komen en kortsluiting kunnen veroorzaken.
DeWALT accu’s voldoen aan alle van toepassing zijn
verzendvoorschriften zoals deze zijn bepaald door de bedrijfstak
en door wettelijke normen, zoals Aanbevelingen voor het
Transport van Gevaarlijke Goederen van de UN; Voorschriften
voor Gevaarlijke Goederen van de International Air Transport
Association (IATA) , Voorschriften Internationale Maritieme
Gevaarlijke Goederen (IMDG) en de Europese Overeenkomst
Betreffende het Internationale Vervoer van Gevaarlijke Goederen
over de Weg (ADR). Lithium-ion cellen en accu’s zijn getest in
overeenstemming met Hoofdstuk 38,3 van de Aanbevelingen
voor het Transport van Gevaarlijke Goederen Handleiding van
Testen en Criteria.
In de meeste gevallen zal bij de verzending van een DeWALTaccu deze naar verwachting worden geclassificeerd als volledig
gereguleerd Klasse 9 Gevaarlijk materiaal. Over het algemeen
zullen alleen verzendingen die een lithium-ion-accu bevatten
met een energie-classificatie hoger dan 100 Wattuur (Wh),
moeten worden verzonden als volledig gereguleerd Klasse 9. Bij
alle lithium-ion-accu’s wordt de Wattuur-classificatie op de accu
vermeld. Verder adviseert DeWALT in verband met complicaties
Nederlands
met de voorschriften, lithium-ion-accu’s niet als luchtvracht
alleen te verzenden, ongeacht de Wattuur-classificatie.
Zendingen van gereedschap met accu’s (combo-sets) kunnen
naar verwachting per luchtvracht worden verzonden, als de
Wattuur-classificatie van de accu niet hoger is dan 100 Wh.
Ongeacht of een verzending wordt geacht een vrijstelling
te hebben of volledig voorgeschreven, is voor de
verantwoordelijkheid van de verzender de meest recente
voorschriften voor verpakking, labeling/markering en vereisten
ten aanzien van documentatie.
De informatie die in dit hoofdstuk van de handleiding wordt
verstrekt, wordt verstrekt in goed vertrouwen en wordt geacht
nauwkeurig te zijn op het moment dat het document werd
opgesteld. Er wordt echter geen garantie gegeven, impliciet
of expliciet. Het is voor de verantwoordelijkheid van de koper
ervoor te zorgen dat zijn activiteiten in overeenstemming zijn
met de geldende voorschriften.
De FLEXVOLTTM-accu vervoeren
De DeWALT FLEXVOLTTM-accu heeft twee standen: Gebruiksen Transport-.
Stand: Wanneer de FLEXVOLTTM-accu op zichzelf staat of in
een DeWALT 18V-product zit, werkt de accu als een 18V-accu.
Wanneer de FLEXVOLTTM-accu in een 54V- of een 108V-product
(twee 54V-accu’s) zit, werkt de accu als een 54V-accu.
Transport-stand: Wanneer de kap op de FLEXVOLTTM-accu is
bevestigd, staat de accu in de transport-stand. Houd de kap op
de accu bij verzending.
In de Transport-stand zijn reeksen
van cellen binnen in de accu
elektrisch van elkaar geïsoleerd,
waardoor 3 accu’s ontstaan met
een lagere Wattuur-classificatie (Wh), vergeleken bij 1 accu met
een hogere Wh-classificatie. Door dit grotere aantal van 3 accu’s
met een lagere Wattuur- classificatie kan de accu vrijgesteld zijn
van bepaalde voorschriften voor verzending die worden
opgelegd aan accu’s met een hogere Wattuur-capaciteit.
Wh-classificatie voor het
voorbeeld van markering met etiket gebruik
transport geeft 3 x 36
en transport
Wh, wat betekent 3
accu’s van elk 36 Wattuur.
Wh-classificatie van de
gebruiksstand geeft 108
Wattuur (betekent 1 accu).
Aanbevelingen voor opslag
1. De beste plaats om het apparaat op te bergen is koel en
droog, uit direct zonlicht en niet in overmatige hitte of
koude. Voor optimale accuprestaties en levensduur bergt u
accu’s op bij kamertemperatuur als deze niet in gebruik zijn.
2. Wanneer u de accu lange tijd opbergt, kunt u deze voor
optimale resultaten het beste volledig opgeladen opslaan
op een koele, droge plaats buiten de lader.
OPMERKING: Accu’s kunnen beter niet volledig ontladen
worden opgeslagen. De accu moet voor gebruik weer worden
opgeladen.
115
Nederlands
Labels op de oplader en accu
Behalve de pictogrammen die in deze handleiding worden
gebruikt, kunnen de volgende pictogrammen op de labels op
de lader en op de accu staan:
Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik.
1
2
1
1
2
1
•
•
Zie Technische gegevens voor de oplaadtijd.
Inlegstuk
Zaagbladsleutels
Stofextractieadapter
Acculader (T2)
Li-Ion-accu's (T2)
Gebruiksaanwijzing
Controleer of het gereedschap, de onderdelen of accessoires
mogelijk zijn beschadigd tijdens het transport.
Neem de tijd om deze handleiding grondig door te lezen en te
begrijpen voordat u de apparatuur gebruikt.
Markering op het gereedschap
Niet doorboren met geleidende voorwerpen.
De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld:
Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik.
Laad geen beschadigde accu‘s op.
Draag gehoorbescherming.
Niet blootstellen aan water.
Z org dat defecte snoeren onmiddellijk worden
vervangen.
Draag oogbescherming.
Uitsluitend opladen tussen 4 ˚C en 40 ˚C.
Draag een gezichtsmasker.
Alleen voor gebruik binnenshuis.
Houd uw handen verwijderd van het zaaggebied en
het zaagblad.
B ied de accu als chemisch afval aan en houd
rekening met het milieu.
Draagpunt.
Laad DeWALT-accu’s alleen op met de aangewezen
DeWALT-laders. Wanneer u andere accu’s dan de
aangewezen DeWALT-accu’s oplaadt met een
DeWALT-lader dan kunnen deze barsten of kan dit
leiden tot andere gevaarlijke situaties.
Gooi de accu niet in het vuur
Gebruik: Gebruik zonder transportkap,
Wh-classificatie geeft 108 Wh (1 accu van 108 Wh).
Transport: Gebruik met transportkap,
Wh-classificatie geeft 3 x 36 Wh (3 accu’s van 36
Wh).
Accutype
De DCS7485 werkt op een 54 V-accu.
Deze accu's kunnen worden gebruikt: DCB546. Raadpleeg
Technische Gegevens voor meer informatie.
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Gedeeltelijk gemonteerde machine
1 Langsgeleiding
1 Verstekgeleiding
1 Zaagblad
1 Bovenste zaagbladbeschermkap
116
Neem de accu uit wanneer u het zaagblad vervangt,
accessoires plaatst/verwijdert en aanpassingen/
reparaties uitvoert.
Positie Datumcode (Afb. A)
De datumcode 49 , die ook het jaar van fabricage bevat, is
binnen in de behuizing geprint.
Voorbeeld:
2016 XX XX
Jaar van fabricage
Beschrijving (Afb. A, D)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
WAARSCHUWING: Pas het gereedschap of een onderdeel
ervan nooit aan. Dit kan schade of persoonlijk letsel tot
gevolg hebben.
10 Verstekmeter
Tafel
11 Zaagbladbeschermkap
Zaagblad
12 Accu
Indicator
afkortschaalverdeling
13 Accu-ontgrendelknop
Fijnafstellingsknop
14 Draaghandgreep
Hendel railvergrendeling
15 Stofafzuigpoort
Afstelwiel zaagbladhoogte 16 Kap stofafzuigpoort
Hendel vergrendeling
17 Inlegstuk
verstekzagen
18 Langsgeleiding
AAN/UIT-schakelaar
19 Grendel langsgeleiding
Montagegaten
Nederlands
20 Smalle verlenging
22 Aanduwstok (opgeborgen)
langsgeleiding/steun
21 Zaagbladsleutels
(opgeborgen)
23 Splijtmes (inzagen) (Afb. D)
24 Opbergvak verstekmeter
Gebruiksdoel
De tafelzaag is ontworpen voor professioneel afkorten, zagen,
verstekzagen en afschuinen van diverse materialen, zoals hout,
houtproducten en kunststoffen.
NIET gebruiken voor het zagen van metaal, cementplaat of
metselwerk.
NIET gebruiken in natte omstandigheden of in de aanwezigheid
van ontvlambare vloeistoffen of gassen.
Deze tafelzagen zijn professioneel elektrisch gereedschap.
LAAT GEEN kinderen in contact met het gereedschap
komen. Toezicht is vereist als onervaren gebruikers dit
gereedschap bedienen.
• Dit product is niet bedoeld voor gebruik door personen
(waaronder kinderen) die verminderde fysieke, sensorische
of psychische vermogens hebben of die het ontbreekt
aan ervaring en/of kennis of bekwaamheden, als dat
niet gebeurt onder toezicht van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen mogen
nooit alleen worden gelaten met dit product zodat ze ermee
zouden kunnen spelen.
MONTAGE EN AANPASSINGEN
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING: gebruik alleen de accusets en laders
van DeWALT.
De accu in het gereedschap zetten en uit het
gereedschap verwijderen (Afb. B)
OPMERKING: Voor het beste resultaat is het belangrijk dat u de
accu 12 volledig oplaadt.
De accu in de machine plaatsen
1. Houd de accu tegenover de rails in de handgreep.
2. Schuif de accu in de machine tot deze stevig vastzit en let er
vooral op dat u de accu hoort vastklikken.
De accu uit de machine halen
1. Druk op de accu-ontgrendelknop 13 en trek de accu stevig
uit de handgreep van de machine.
2. Zet de accu in de lader zoals wordt beschreven in het
ladergedeelte van deze handleiding.
Vermogenmeter (Afb. B)
Er zijn DeWALT-accu’s met een vermogenmeter en deze bestaat
uit drie groene LED-lampjes die een aanduiding geven van de
hoeveelheid lading die de accu nog heeft.
U kunt de vermogenmeter inschakelen door de knop van
de vermogenmeter 25 in te drukken. Een combinatie van
de drie groene LED-lampjes gaat branden en dat geeft een
aanduiding van de hoeveelheid lading die de accu nog heeft.
Wanneer de lading in de accu onder het bruikbare niveau
ligt, gaat de vermogenmeter niet branden en moet de accu
worden opgeladen.
OPMERKING: De brandstofmeter geeft slechts een indicatie
van de hoeveelheid lading die de accu nog heeft. De meter
geeft geen aanwijzingen over de functionaliteit van het
gereedschap en is onderhevig aan schommelingen afhankelijk
van productcomponenten, temperatuur en de toepassing door
de eindgebruiker.
Uitpakken
•
•
•
Neem de zaag voorzichtig uit het verpakkingsmateriaal.
De machine is volledig gemonteerd, behalve de
langsgeleiding voor overlangszagen, de verstekmeter, de
stofadapter en de beschermkap van het zaagblad.
Voltooi de montage door de instructies te volgen die
hieronder worden beschreven.
Het zaagblad monteren (Afb. A, C)
WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet
de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u accessoires plaatst of verwijdert, voordat
u aanpassingen aanbrengt of een andere opstelling
kiest of wanneer u reparaties uitvoert. Controleer
dat de aan/uit-schakelaar in de stand OFF (UIT) staat.
Wanneer de werklamp per ongeluk wordt ingeschakeld,
kan dat leiden tot letsel.
WAARSCHUWING: De tanden van een nieuw zaagblad
zijn zeer scherp en kunnen gevaarlijk zijn.
WAARSCHUWING: Het zaagbladMOET worden
vervangen volgens de aanwijzingen in dit deel. Gebruik
ALLEEN zaagbladen die onder Technische Gegevens
worden genoemd. Wij adviseren DT99565. Monteer
NOOIT andere zaagbladen.
OPMERKING: Het zaagblad is in de fabriek in dit gereedschap
gemonteerd.
1. Breng de doorn van het zaagblad omhoog naar de
maximale hoogte door het afstelwiel voor de hoogte van
het zaagblad 6 naar rechts te draaien.
2. Neem het inlegstuk 17 uit. Raadpleeg Het inlegstuk
monteren.
3. Draai met de steeksleutels 21 de moer 26 van de doorn
los en verwijder deze en de klemring 27 van de zaagdoorn
door naar links te draaien.
4. Plaats het zaagblad op de doorn 28 en let er daarbij op
dat de tanden van het zaagblad 2 omlaag wijzen aan de
voorzijde van de tafel. Monteer de ringen en de moer van
de doorn op de as en zet de moer 26 met de hand vast,
zo veel als mogelijk is, en let er daarbij op dat het zaagblad
tegen de binnenste ring zit en de buitenste klemring 27
tegen het zaagblad zit. Let erop dat de grootste diameter
117
Nederlands
van de flens tegen het zaagblad zit. Let erop dat de as en de
ringen vrij zijn van stof en vuil.
5. U kunt voorkomen dat de as draait wanneer u de moer
van de doorn vastzet, door met het open einde van de
zaagbladsteeksteutel 21 de as vast te zetten.
6. Zet met het gesloten uiteinde van de steeksleutel de doorn
de moer 26 van de doorn vast door de moer naar rechts
te draaien.
7. Zet het inlegstuk terug.
WAARSCHUWING: Controleer altijd de aanwijzer van de
afkortgeleiding en de zaagbladbeschermkap wanneer u
het zaagblad hebt vervangen.
Het inlegstuk monteren (Afb. E)
1. Lijn het inlegstuk 17 uit zoals wordt afgebeeld in
afbeelding E, en steek de nokjes aan de achterzijde van
het inlegstuk in de gaten aan de achterzijde van de
tafelopening.
2. Draai de vergrendelschroef 30 90° zodat de tafelinzet op
z'n plaats wordt vergrendeld.
3. Het inlegstuk heeft vier stelschroeven waarmee het omhoog
of omlaag kan worden gebracht. Wanneer het inlegstuk
goed is afgesteld, moet het gelijk liggen met of iets lager
liggen dan het oppervlak van de bovenzijde van de tafel
en op zijn plaats zijn bevestigd. De achterzijde van het
inlegstuk moet gelijk liggen met de bovenzijde van de tafel
of er iets boven liggen.
WAARSCHUWING: Gebruik de machine nooit zonder het
inlegstuk. Vervang het inlegstuk onmiddellijk wanneer het
versleten of beschadigd is.
De zaagbladbeschermkap/het spouwmes
monteren/verwijderen (Afb. A, D)
WAARSCHUWING: Gebruik de beschermkap bij alle
zaagwerkzaamheden.
1. Breng de doorn van het zaagblad naar de maximale hoogte.
2. Draai de vergrendelknop 29 van het spouwmes los
(minimaal drie slagen).
3. Maak de vergrendelpen van het spouwmes los door de
vergrendelknop uit te trekken zoals wordt aangeduid door
de zwarte pijlen op de knop.
4. Trek de vergrendelknop uit en licht tegelijkertijd het
spouwmes uit de klem. Schuif vervolgens de beschermkap
in de klem tot deze niet verder kan.
OPMERKING: Installeer niet de beschermkap en het
spouwmes tegelijkertijd in de klem.
5. U kunt de vergrendelpen vastzetten door de
vergrendelknop los te maken. Controleer dat de pen vastzit
door de zaagbladbeschermkap wat naar rechts te trekken.
6. Zet de knop voor de vergrendeling van het spouwmes vast.
OPMERKING: Volg dezelfde procedure voor het spouwmes.
WAARSCHUWING: Inspecteer, voordat u de tafelzaag
aansluit op de stroomvoorziening of de zaag in gebruik
neemt, altijd de zaagbladbeschermkap op de juiste
uitlijning en controleer de vrijloop van het zaagblad.
Controleer de uitlijning na iedere verandering van de
afschuinhoek.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstige
persoonlijk letsel, werk NIET met de zaag als de
beschermkap niet stevig op z’n plaats is vastgeklemd.
Wanneer het spouwmes 23 goed is uitgelijnd, staat het in
één lijn met het zaagblad, zowel op zaagtafelniveau als aan
de bovenzijde van het zaagblad. Controleer met behulp
van een winkelhaak dat het zaagblad 2 is uitgelijnd met
het spouwmes 23 . Probeer, terwijl de stroomvoorziening is
uitgeschakeld, de uiterste stand van de aanpassingen opzij
en omhoog, en controleer dat bij alle werkzaamheden de
beschermkap vrijloopt van het zaagblad.
WAARSCHUWING: Voor een veilige werking is het van
essentieel belang dat de zaagbladbeschermkap goed is
gemonteerd en uitgelijnd!
118
Het inlegstuk uitnemen
1. Verwijder het inlegstuk 17 door de vergrendelschroef 30
met een schroevendraaier 90˚ naar links te draaien
2. Trek het inlegstuk omhoog en naar voren zodat het
binnenste van de zag toegankelijk wordt. Werk NIET met de
zaag zonder het inlegstuk.
Langsgeleiding plaatsen (Afb. F)
De geleiding voor overlangszagen kan worden geïnstalleerd
op twee posities aan de rechterzijde (Positie 1 voor 0 mm tot
510 mm overlangszagen en Positie 2 voor 100 mm tot 610 mm
overlangszagen) en één positie aan de linkerzijde van de
tafelzaag.
1. Maak de vergrendelingen van de langsgeleiding los 19 .
2. Houd de geleiding in een hoek vast, houd de lokatiepennen
(voor en achter) 31 op de rails van de langsgeleiding
tegenover de kopsleuven van de geleiding 32 .
3. Schuif de kopsleuven op de pennen en draai de geleiding
omlaag tot deze op de rails rust.
4. Vergrendel de geleiding op z'n plaats door de grendels voor
en achter 19 op de rails te sluiten.
De werkbank vastzetten (Afb. A)
•
Het machine-frame tussen de voeten aan beide zijden
is voorzien van twee gaten 9 , waarmee de machine op
de werkbank kan worden vastgezet. Gebruik de gaten
diagonaal.
• U kunt gemakkelijker met de machine werken wanneer
u deze op een stuk multiplex van tenminste 15 mm
dik vastzet.
Wanneer u de machine gaat gebruiken kunt u het multiplex op
de werkbank klemmen. Wanneer u de machine wilt vervoeren,
hoeft u alleen maar de klemmen los te maken.
Nederlands
AANPASSINGEN
Aanpassing van het zaagblad
Uitlijning van het zaagblad (Parallel aan de
versteksleuf) (Afb. G)
WAARSCHUWING: Snijgevaar. Controleer het zaagblad
in de stand 0˚ en 45˚ zodat u er zeker van kunt zijn dat het
zaagblad niet het inlegstuk raakt, omdat dat persoonlijk
letsel zou kunnen veroorzaken.
Als het zaagblad niet uitgelijnd is met de versteksleuf op het
zaagtafelblad, moet het zaagblad weer uitgelijnd worden. Ga
als volgt te werk voor het uitlijnen van het zaagblad en de
versteksleuf:
WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet
de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u accessoires plaatst of verwijdert, voordat
u aanpassingen aanbrengt of een andere opstelling
kiest of wanneer u reparaties uitvoert. Wanneer de
werklamp per ongeluk wordt ingeschakeld, kan dat leiden
tot letsel.
1. Draai met inbussleutel van 5 mm de achterste bevestiging
van de draaibeugel 33 los, die zich aan de onderzijde van
tafel bevindt, draai niet meer los dan nodig is om de beugel
heen en weer te kunnen bewegen.
2. Stel de beugel af tot het zaagblad parallel loopt aan de sleuf
van de verstekmeter.
3. Draai de achterste bevestiging van de draaibeugel vast op
een aanhaalmoment van 12,5 – 13,6 Nm.
Aanpassing van de hoogte van het
zaagblad (Afb. A)
U kunt het zaagblad hoger of lager zetten door het stelwiel voor
de hoogte van het zaagblad te draaien 6 .
Het is belangrijk dat de bovenste drie tanden tijdens het zagen
net door het bovenste oppervlak van het werkstuk breken. Dat
maakt dat het maximumaantal tanden te eniger tijd materiaal
verwijderen, en dat het gereedschap maximaal presteert.
Beschermkap/Splijtmes uitlijnen met het
zaagblad (Afb. H)
1. Neem het inlegstuk uit. Raadpleeg Inlegstuk verwijderen
onder Montage en aanpassingen.
2. Breng het zaagblad over de gehele diepte van de zaagsnede
omhoog en stel een schuine hoek van 0° in.
3. Kijk waar zich de drie kleine stelschroeven 33 bevinden.
Met deze schroeven wordt de stand van het spouwmes
afgesteld.
4. Leg een rechte lat op de tafel tegen de twee punten van het
zaagblad. Het spouwmes mag de rechte lat niet raken.
5. Draai de twee grotere vergrendelschroeven los, als
aanpassing nodig is 35 .
6. Stel met de kleine stelschroeven 33 de positie van het
spouwmes af. Leg de rechte lat aan de tegenovergestelde
zijde van het zaagblad en herhaal de afstelling, als dat nodig
is.
7. Draai de twee grotere vergrendelschroeven licht vast 35 .
8. Plaats een vierkant vlak deel tegen het spouwmes zodat u
kunt zien of het spouwmes verticaal is en is uitgelijnd met
het zaagblad.
9. Zet, als dat nodig is, met de stelschroeven het spouwmes
verticaal op het vierkante vlakke deel.
10. Controleer de positie van het spouwmes door stap 4 te
herhalen. Herhaal 5 tot en met 9, als dat nodig is.
11. Draai de twee grotere vergrendelschroeven 35 licht vast.
Parallele aanpassing (Afb. A, I, J)
Voor optimale prestaties moet het zaagblad parallel zijn aan de
langsgeleiding. Deze afstelling is uitgevoerd in de fabriek. U kunt
deze weer afstellen:
Positie 1 Uitlijning langsgeleiding
1. Installeer de langsgeleiding in positie 1 en ontgrendel
de vergrendelhendel van de rails 5 . Kijk waar zich de
beide lokatiepennen 31 bevinden die de langsgeleiding
ondersteunen op de voorste en achterste rails.
2. Draai de schroef van de achterste lokatiepen los en
stel de positie van de langsgeleiding in de groef op
de langsgeleiding af, totdat het oppervlak van de
langsgeleiding parallel aan het zaagblad staat. Meet
vooral vanaf het oppervlak van de langsgeleiding tot de
voor en achterzijde van het zaagblad, zodat uitlijning is
gewaarborgd.
3. Draai de plaatsingsschroef vast en herhaal de procedure aan
de linkerzijde van het zaagblad.
4. Controleer de aanpassing van de aanwijzer van
geleidingsschaal (Afb. J).
Positie 2 Uitlijning langsgeleiding (Afb. I)
1. Maak voor het uitlijnen van positie 2 langsgeleidinglokatiepennen 31 dat de positie 1-pennen zijn uitgelijnd,
raadpleeg Positie 1 Uitlijninng Langsgeleiding.
2. Draai de positie 2 pennen los, en lijn de pennen uit, gebruik
de gaten van de zaagbladsteeksleutel 21 als richtlijn voor
de plaatsing (Afb. I).
3. Draai de lokatiepennen vast (voor en achter).
De afkortschaalverdeling afstellen (Afb. J)
1. Ontgrendel de hendel van de railvergrendeling 5 .
2. Stel het zaagblad af in een hoek van 0° en verplaats de
langsgeleiding tot deze het zaagblad raakt.
3. Zet de hendel van de railvergrendeling vast.
4. Draai de schroeven van de aanwijzer van de
afkortschaalverdeling los 36 en zet de aanwijzer van de
afkortschaalverdeling op nul (O). Zet de schroeven van de
indicator van de afkortschaalverdeling weer vast. De gele
afkortschaalverdeling (boven) geeft alleen een juiste aflezing
als de langsgeleiding is gemonteerd aan de rechterzijde van
het zaagblad en in positie 1 staat (voor 0 mm tot 510 mm
afkorten), niet in de stand voor afkorten van 610 mm. De
witte schaalverdeling (onder) geeft alleen een juiste aflezing
als de langsgeleiding is gemonteerd aan de rechterzijde van
119
Nederlands
het zaagblad en in positie 2 staat (voor de positie voor 100
mm tot 610 mm afkorten).
De schaalverdeling voor het afkorten geeft alleen een juiste
uitlezing wanneer de langsgeleiding is gemonteerd aan de
rechterzijde van het zaagblad.
Afstelling van de railvergrendeling (Afb. J, K)
De railvergrendeling is in de fabriek afgesteld. Ga als volgt te
werk als u deze afstelling moet aanpassen.
1. Zet de hendel 5 van de railvergrendeling vast.
2. Maak aan de onderzijde van de zaag de borgmoer 37 los.
3. Zet de zeskantige stang 38 vast tot de veer op het
vergrendelsysteem wordt ingedrukt, waardoor de gewenste
spanning op de hendel van de railvergrendeling ontstaat.
Zet de borgmoer tegen de zeskantige stang weer vast.
4. Keer de zaag om en controleer dat de langsgeleiding niet
beweegt wanneer de vergrendelhendel is vastgezet. Als de
langsgeleiding nog los is, moet u de veer vaster zetten.
Aanpassing van de afschuinstop en de
aanwijzer (Afb. L)
1. Breng het zaagblad geheel omhoog door het wiel 6 voor
de hoogteafstelling van het zaagblad naar rechts te draaien
tot het stopt.
2. Ontgrendel de hendel voor de afschuinvergrendeling 7
door deze omhoog en naar rechts te duwen. Draai de
schroef voor de schuine stop 39 los.
3. Plaats het vierkante vlakke deel tegen de bovenzijde van de
tafel en tegen het zaagblad tussen tanden. Controleer dat
de hendel van de afschuinvergrendeling in de ontgrendelde
positie, dus omhoog, staat.
4. Stel met behulp van de hendel van de
afschuinvergrendeling de afschuinhoek af tot deze vlak
tegen het vierkant staat.
5. Zet de hendel van de afschuinvergrendeling vast door deze
omlaag te duwen.
6. Draai de schroef 39 van de afschuinstop zodat de nok
roteert tot deze stevig tegen het lagerblok staat. Draai de
schroef van de afschuinstop vast.
7. Controleer de schaalverdeling voor de afschuinhoek. Als
de aanwijzer niet 0° aangeeft, draai de schroef 40 van de
aanwijzer dan los en verplaats de aanwezigen naar de juiste
uitlezing. Zet de schroef van de aanwijzer weer vast.
8. Herhaal dit bij 45°, maar stel de aanwijzer niet af.
Afstelling van de verstekmeter (Afb. A)
Draai, als u de verstekmeter 10 wilt afstellen, de knop los, stel
de gewenste hoek in en draai de knop vast.
Positie van lichaam en handen
Plaats uw lichaam en handen bij het bedienen van de tafelzaag
in de juiste positie, dat maakt het zagen gemakkelijker,
nauwkeuriger en veiliger.
120
WAARSCHUWING:
• Plaats uw handen nooit in de buurt van het
zaaggebied.
• Plaats uw handen niet op minder dan 150 mm
afstand van het zaagblad.
• Zet uw handen niet kruislings.
• Houd beide voeten stevig op de vloer en blijf goed in
evenwicht.
Voor ingebruikneming
WAARSCHUWING:
• Plaats het juiste zaagblad. Gebruik geen al te versleten
zaagbladen. De maximale rotatiesnelheid van het
gereedschap mag niet hoger zijn dan die van het
zaagblad.
• Probeer niet werkstukken te zagen die heel klein zijn.
• Geef het zaagblad ruimte om te zagen. Oefen er geen
kracht op uit.
• Laat de motor eerst geheel op snelheid komen voordat
u met zagen begint.
BEDIENING
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde
voorschriften.
WAARSCHUWING: Beperk het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel tot een minimum: zet het
gereedschap uit en neem de accu uit, voordat u een
aanpassing uitvoert of hulpstukken of accessoires
verwijdert/installeert. Wanneer de werklamp per
ongeluk wordt ingeschakeld, kan dat leiden tot letsel.
De aandacht van gebruikers in de UK wordt gevestigd op
“Woodworking machines regulations 1974” (Voorschriften
voor machines voor houtbewerking 1974) en eventuele
daaropvolgende wijzigingen.
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst
overeenkomstig uw ergonomische condities waar het betreft
hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de
machine moet zo worden gekozen dat de gebruiker een goed
overzicht heeft en voldoende ruimte rond de machine heeft
voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk.
Beperk de gevolgen van toegenomen trillingen, zorg ervoor
dat de omgevingstemperatuur niet te laag is, de machine en
de accessoires goed zijn onderhouden en het formaat van het
werkstuk geschikt is voor deze machine.
WAARSCHUWING:
• Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften.
• Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst
overeenkomstig de ergonomische condities waar
het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De
plaats van de machine moet zo worden gekozen dat
de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende
Nederlands
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
ruimte rond de machine heeft voor het zonder enige
beperkingen werken met het werkstuk.
Plaats het juiste zaagblad. Gebruik geen zeer versleten
zaagbladen. De maximale rotatiesnelheid van het
gereedschap mag niet hoger zijn dan die van het
zaagblad.
Probeer niet werkstukken te zagen die heel klein zijn.
Geef het zaagblad ruimte om te zagen. Oefen er geen
kracht op uit.
Laat de motor eerst geheel op snelheid komen voordat
u met zagen begint.
Controleer dat alle vergrendelingsknoppen en
klemhandgrepen vastzitten.
Plaats nooit één van uw handen in de buurt van het
zaagblad wanneer de zaag is aangesloten op de
stroomvoorziening.
Gebruik uw zaag niet voor het zagen uit de losse hand!
Zaag geen krom- of holgetrokken of gebogen
werkstukken. Er moet ten minste één rechte,
gladde zijde zijn voor plaatsing tegen de afkort- of
versteklangsgeleiding.
Ondersteun lange werkstukken altijd zodat terugslag
wordt voorkomen.
Verwijder geen afgezaagde stukken uit het gebied
rond het zaagblad zolang het zaagblad draait.
In- en uitschakelen (Afb. A, M)
De aan/uit-schakelaar 8 (Afb. A) van uw zaagbank biedt
meerdere voordelen:
• Vrijgavefunctie bij geen spanning: als de stroom om een
bepaalde reden uitvalt, moet de schakelaar bewust opnieuw
worden bediend.
• Licht de rode hendel 41 op en schakel de zaag in door de
groene knop 42 in te duwen.
• Duw op de rode knop 43 of duw de rode handle omlaag
als u deze zaak wilt uitschakelen.
Werken met de langsgeleiding voor
overlangszagen (Afb. A, N)
Hendel railvergrendeling
De hendel van de railvergrendeling 5 vergrendelt de
langsgeleiding op z'n plaats zodat beweging tijdens het zagen
wordt voorkomen. U kunt de hendel voor de rail vergrendelen
door deze omlaag te duwen naar de achterzijde van de zaag.
U kunt de hendel ontgrendelen door deze omhoog te trekken
naar de voorzijde van de zaag.
OPMERKING: Vergrendel altijd de hendel van de
railvergrendeling wanneer u overlangszaagt.
Uitbreiding werkondersteuning /Smalle
geleiding overlangszagen
Uw zaagtafel is voorzien van een uitbreiding voor
werkondersteuning zodat werkstukken die buiten de zaagtafel
steken, kunnen worden ondersteund.
U kunt de smalle geleiding voor zagen gebruiken voor
ondersteuning van een werkstuk door de geleiding uit de
opbergpositie te draaien, zoals wordt getoond in Afbeelding N,
en de pennen in de lagere sleuven 44 aan beide uiteinden van
de langsgeleiding te schuiven.
U kunt de smalle langsgeleiding voor zagen in de smalle
positie gebruiken, door de pennen in de bovenste sleuven 45
aan beide uiteinden van de langsgeleiding te schuiven. In
deze stand ontstaat 51 mm extra ruimte tot het zaagblad. Zie
Afbeelding N.
OPMERKING: Trek de uitbreiding van de ondersteuning van
werkstukken in of stel deze af in de smalle positie voor de
langsgeleiding wanneer u boven de zaagtafel werkt.
Fijnafstellingsknop
De fijnafstellingsknop 4 maakt kleinere aanpassingen
mogelijk bij het instellen van de langsgeleiding. Voordat u de
langsgeleiding afstelt, moet u erop letten dat de hendel voor de
railvergrendeling omhoog staat in de ontgrendelde stand.
Aanwijzer schaalverdeling overlangszagen
De aanwijzer voor de schaalverdeling overlangszagen
moet worden afgesteld voor de juiste werking van de
langsgeleiding als de gebruiker overschakelt tussen dikke
en dunne zaagbladen. De aanwijzer voor de schaalverdeling
overlangszagen geeft alleen een juiste uitlezing voor positie
1 (0 mm tot 510 mm), maar voeg voor positie 1 met de smalle
langsgeleiding 52 mm toe. Zie De schaalverdeling voor
overlangszagen afstellen onder Montage.
Eenvoudige zaagsneden
Overlangszagen (Afb. A, B, O)
WAARSCHUWING: Scherpe randen.
1. Stel het zaagblad in op 0°.
2. Zet de grendel van de langsgeleiding 19 vast (Afb. A).
3. Breng het zaagblad omhoog tot het ongeveer 3 mm hoger
is dan de bovenzijde van het werkstuk.
4. Pas de positie van de langsgeleiding aan, zie Bediening
van de langsgeleiding voor overlangszagen.
5. Houd het werkstuk vlak tegen de tafel en tegen de
langsgeleiding. Houd het werkstuk weg bij het zaagblad.
6. Houd beide handen weg van het pad van het zaagblad
(Afb. O).
7. Schakel de machine in en laat het zaagblad volledig op
snelheid komen.
8. Voer het werkstuk langzaam onder de beschermkap aan,
terwijl u het stevig tegen de langsgeleiding gedrukt houdt.
Laat de tanden zagen en dwing het werkstuk niet door
het zaagblad. De snelheid van het zaagblad moet constant
worden gehouden.
9. Gebruik altijd een aanduwstok 22 wanneer u in de buurt
van het zaagblad werkt (Afb. O).
10. Schakel na het voltooien van de zaagsnede de machine
uit, laat het zaagblad tot stilstand komen en verwijder het
werkstuk.
121
Nederlands
WAARSCHUWING:
• Duw nooit tegen het "vrije" of afgezaagde gedeelte
van het werkstuk en houd het niet vast.
• Zaag geen al te kleine werkstukken.
• Gebruik altijd een aanduwstok wanneer u kleine
werkstukken zaagt.
•
Berging (Afb. P)
1. Bevestig de aanduwstok 22 op de langsgeleiding.
2. Verwijder de zaagbladbeschermkap 11 . Raadpleeg De
zaagbladbeschermkap en het spouwmes installeren/
verwijderen. Plaats de zaagbladbeschermkap in de houder
zoals wordt getoond, draai vervolgens de vergrendeling
1/4 slag.
3. Schuif het gesloten uiteinde van de zaagbladsleutels 21 in
de grendel en zet vast met de vleugelmoer.
4. Steek de geleidebalk van de verstekmeter 10 tot onderin
in het vak.
5. Het spouwmes voor inzagen 23 schuift op z’n plaats aan
de achterzijde van de klem voor het opbergen van de
beschermkap.
6. U kunt de langsgeleiding 18 opbergen door de
werkondersteuning in de opbergpositie te klikken. Haal
de langsgeleiding van de rails. Bevestig de langsgeleiding
ondersteboven aan de linkerzijde van de zaag. Zet de
grendels voor het vastzetten van de langsgeleiding vast
door te draaien.
Schuine zaagsneden (Afb. A)
WAARSCHUWING: Maak geen schuine zaagsneden aan
afschuinzijde (links) van het zaagblad.
1. Stel de gewenste schuine hoek in door de roterende
hendel 7 omhoog en naar rechts te duwen.
2. Stel de gewenste hoek in, draai de hendel door deze omlaag
te duwen en naar links en op z'n plaats te vergrendelen.
3. Ga verder als bij overlangszagen.
Afkorten en schuin afkorten
1. Verwijder de langsgeleiding en installeer de verstekmeter
in de sleuf.
2. Vergrendel de verstekmeter op 0°.
3. Ga verder als bij overlangszagen.
Verstekzaagsneden (Afb. A)
1. Zet de verstekmeter 10 in de gewenste hoek.
OPMERKING: Houd altijd het werkstuk stevig tegen de
voorzijde van de verstekmeter.
2. Ga verder als bij overlangszagen.
Samengesteld verstek
Deze zaagsnede is een combinatie van de verstek- en de
afschuinzaagsnede. Stel de afschuinhoek in de gewenste stand
en ga verder als bij afkortverstek.
Lange werkstukken ondersteunen
•
•
Zorg altijd voor ondersteuning van lange werkstukken.
Ondersteun lange werkstukken op allerlei geschikte
manieren, zoals zaagbokken of dergelijke, zodat afgezaagde
gedeelten niet kunnen vallen.
Stofafzuiging (Afb. A)
De machine is aan de achterzijde voorzien van een poort voor
stofafzuiging 15 , die geschikt is voor gebruik met apparatuur
voor stofafzuiging met zuigmonden van 57/65 mm. Bij de
machine wordt een verloopstuk geleverd voor gebruik van
stofafzuigmonden met een diameter van 34 - 40 mm.
De zaagbladbeschermkap is ook voorzien van een
stofafzuigmond voor zuigmonden met een diameter van 35
mm en het AirLock-systeem.
• Sluit bij alle werkzaamheden een toestel voor stofafzuiging
aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante
voorschriften voor stofemissie.
• Controleer dat de slang van stofafzuigapparatuur geschikt
is voor de toepassing en voor het materiaal dat wordt
gezaagd. Zorg ervoor dat de slang niet vast komt te zitten of
bekneld raakt.
122
Bedenk dat geproduceerde materialen zoals spaanplaat
of MDF meer stofdeeltjes geven bij het zagen dan
natuurlijk hout.
Vervoeren (Afb. A)
•
Draag de machine altijd aan de draaghandgrepen 14 .
WAARSCHUWING: Vervoer de machine altijd met de
bovende zaagbladbeschermkap gemonteerd.
ONDERHOUD
Uw DeWALT gereedschap op stroom is ontworpen om
gedurende een lange tijdsperiode te functioneren met een
minimum aan onderhoud. Het continu naar bevrediging
functioneren hangt af van de juiste zorg voor het gereedschap
en regelmatig schoonmaken.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Aan de lader en de accu kan geen onderhoud worden verricht.
Smering (Afb. Q)
De motor en de lagers hoeven niet extra te worden gesmeerd.
Als het omhoog en omlaag brengen van het zaagblad moeilijk
wordt, reinig dan de schroeven voor de hoogteafstelling en
breng er wat vet op aan.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de zaag op z'n kant.
3. Reinig en smeer de schroefdraad van de schroeven voor de
hoogteafstelling 46 aan de onderzijde van deze zaag, zoals
Nederlands
in afbeelding Q wordt getoond. Gebruik vet voor algemene
toepassingen.
Reiniging (Afb. A, R)
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof uit de
hoofdbehuizing met droge lucht, zo vaak u ziet dat
vuil zich in en rond de luchtopeningen ophoopt. Draag
goedgekeurde oogbescherming en een goedgekeurd
stofmasker als u deze procedure uitvoert.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of
andere bijtende chemicaliën voor het reinigen van
niet-metalen onderdelen van het gereedschap. Deze
chemicaliën kunnen het materiaal dat in deze onderdelen
is gebruikt verzwakken. Gebruik een doek die uitsluitend
met water en milde zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit
enige vloeistof in het gereedschap komt; dompel nooit
enig onderdeel van het gereedschap in een vloeistof.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, maak
het blad van de werkbank regelmatig schoon.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, maak
het systeem voor stofverzameling regelmatig schoon.
De zaagbladbeschermkap 11 en het inlegstuk moeten op hun
plaats worden gezet, voordat u de zaag in gebruik neemt.
Controleer vóór gebruik zorgvuldig de bovenste en de onderste
beschermkap van het zaagblad en ook de stofafzuigbuis
zodat u weet dat zij goed zullen functioneren. Zorg ervoor dat
opeenhoping van spaanders, stof of deeltjes niet kan leiden tot
blokkering van één van de functies.
Als er delen van het werkstuk tussen het zaagblad en de
beschermkappen bekneld zitten, trek de stekker van de
machine dan uit het stopcontact en volg de instructies die
worden gegeven bij Het zaagblad monteren. Verwijder de
vastgelopen delen en monteer het zaagblad opnieuw.
Houd de ventilatiesleuven vrij en reinig de behuizing regelmatig
met een zachte doek.
Maak het stofafzuigsysteem regelmatig schoon.
1. Draai de zaag op z'n kant, zodat de onderzijde, het open
gedeelte van de machine toegankelijk is.
2. Open de klep van de stofopening 47 die wordt getoond
in afbeelding R, door de twee schroeven 48 los te draaien
en de klep los te maken. Verwijder alle stof en bevestig
vervolgens de klep weer door deze met de schroeven vast
te zetten.
plaatse voor nadere gegevens over een vervangende
zaagbladbeschermkap.
ZAAGBLADEN: GEBRUIK ALTIJD zaagbladen van 210 mm met
asgaten van 30 mm. Nominale snelheid van het zaagblad moet
ten minste 6000 TPM zijn. Gebruik nooit zaagbladen met een
kleinere diameter. Deze zullen nooit goed kunnen worden
afgeschermd.
BESCHRIJVING VAN ZAAGBLADEN
Toepassing
Diameter
Tanden
Constructiezaagbladen (afkorten)
Algemene toepassing
210 mm
24
Fijne afkortzaagsneden
210 mm
40
Zaagbladen voor houtbewerking (geven gladde, schone
zaagsneden)
Fijne afkortzaagsneden
210 mm
60
Neem contact op met uw leverancier voor verdere informatie
over de geschikte accessoires.
Bescherming van het milieu
Gescheiden inzameling. Producten en batterijen die
zijn voorzien van dit symbool, mogen niet bij het
normale huishoudelijke afval worden weggegooid.
Producten en batterijen bevatten materialen die
kunnen worden teruggewonnen en gerecycled, zodat de vraag
naar grondstoffen afneemt. Recycle elektrische producten en
batterijen volgens de lokale voorschriften. Nadere informatie is
beschikbaar op www.2helpU.com.
Herlaadbare accu
Deze duurzame accu moet herladen worden als hij niet krachtig
genoeg blijkt tijdens het uitvoeren van klussen die daarvoor vlot
verliepen. Aan het einde van zijn technische levensduur dient u
dit werktuig weg te gooien met respect voor het milieu:
• Gebruik de accu helemaal op en verwijder deze vervolgens
uit het werktuig.
• Lithium-ion-cellen recyclebaar. Breng ze terug bij uw
leverancier of naar het milieupark bij u in de buurt. De
ingezamelde accu’s zullen worden gerecycled of op juiste
wijze tot afval worden verwerkt.
Optionele accessoires
WAARSCHUWING: Aangezien accessoires die niet
door DeWALT zijn aangeboden niet met dit product zijn
getest, kan het gebruik van dergelijke accessoires met
dit gereedschap gevaarlijk zijn. Om het risico op letsel te
verminderen dient u uitsluitend door DeWALT aanbevolen
accessoires met dit product te gebruiken.
Vervang de zaagbladbeschermkap wanneer deze versleten
is. Neem contact op met het DeWALT-servicecentrum ter
123
Belgique et
Luxembourg België
en Luxemburg
DeWALT - Belgium BVBA
Egide Walschaertsstraat 16
2800 Mechelen
Tel: NL 32 15 47 37 63
Tel: FR 32 15 47 37 64
Fax:
32 15 47 37 99
www.dewalt.be
[email protected]
Danmark
DeWALT
Roskildevej 22
2620 Albertslund
Tel:
Fax:
70 20 15 10
70 22 49 10
www.dewalt.dk
[email protected]
Deutschland
DeWALT
Richard Klinger Str. 11
65510 Idstein
Tel:
Fax:
06126-21-1
06126-21-2770
www.dewalt.de
[email protected]
Ελλάς
DeWALT (Ελλάς) Α.Ε.
EΔΡΑ-ΓΡΑΦΕΙΑ : Στράβωνος 7
& Λ. Βουλιαγμένης, Γλυφάδα 166 74, Αθήνα
SERVICE : Ημερος Τόπος 2 (Χάνι Αδάμ) – 193 00 Ασπρόπυργος
Τηλ:
Φαξ:
00302108981616
00302108983570
www.dewalt.gr
[email protected]
España
DeWALT Ibérica, S.C.A.
Parc de Negocios “Mas Blau”
Edificio Muntadas, c/Bergadá, 1, Of. A6
08820 El Prat de Llobregat (Barcelona)
Tel:
Fax:
934 797 400
934 797 419
www.dewalt.es
[email protected]
France
DeWALT
5, allée des Hêtres
BP 30084, 69579 Limonest Cedex
Tel:
Fax:
04 72 20 39 20
04 72 20 39 00
www.dewalt.fr
[email protected]
Schweiz
Suisse
Svizzera
DeWALT
In der Luberzen 42
8902 Urdorf
Tel:
Fax:
044 - 755 60 70
044 - 730 70 67
www.dewalt.ch
[email protected]
Ireland
DeWALT
Calpe House Rock Hill
Black Rock, Co. Dublin
Tel:
Fax:
00353-2781800
00353-2781811
www.dewalt.ie
Italia
DeWALT
via Energypark
20871 Vimercate (MB), IT
Tel:
800-014353
39 039 9590200
39 039 9590313
www.dewalt.it
Fax:
Nederlands
DeWALT Netherlands BV
Holtum Noordweg 35
6121 RE BORN, Postbus 83, 6120 AB BORN
Tel:
Fax:
31 164 283 063
31 164 283 200
www.dewalt.nl
Norge
DeWALT
Postboks 4613, Nydalen
0405 Oslo
Tel:
Fax:
45 25 13 00
45 25 08 00
www.dewalt.no
[email protected]
Österreich
DeWALT
Werkzeug Vertriebsges m.b.H
Oberlaaerstrasse 248, A-1230 Wien
Tel:
Fax:
01 - 66116 - 0
01 - 66116 - 614
www.dewalt.at
[email protected]
Portugal
DeWALT Limited, SARL
Centro de Escritórios de Sintra Avenida
Almirante Gago Coutinho, 132/134, Edifício 14
2710-418 Sintra
Tel:
Fax:
214 66 75 00
214 66 75 80
www.dewalt.pt
[email protected]
Suomi
DeWALT
PL 47
00521 Helsinki
Puh:
Faksi:
010 400 4333
0800 411 340
www.dewalt.fi
[email protected]
Sverige
DeWALT
Box 94
431 22 Mölndal
Tel:
Fax:
031 68 61 60
031 68 60 08
www.dewalt.se
[email protected]
Türkiye
KALE Hırdavat ve Makina A.Ş.
Defterdar Mah. Savaklar Cad. No:15
Edirnekapı / Eyüp / İSTANBUL 34050 TÜRKİYE
Tel:
Faks:
0212 533 52 55
0212 533 10 05
www.dewalt.com.tr
United
Kingdom
DeWALT, 210 Bath Road;
Slough, Berks SL1 3YD
Tel:
Fax:
01753-567055
01753-572112
www.dewalt.co.uk
[email protected]
Australia
DeWALT
810 Whitehorse Road Box Hill
VIC 3103 Australia
Tel: Aust 1800 338 002
Tel: NZ 0800 339 258
www.dewalt.com.au
www.dewalt.co.nz
Middle East Africa
DeWALT
P.O. Box - 17164,
Jebel Ali Free Zone (South), Dubai, UAE
Tel:
Fax:
www.dewalt.ae
[email protected]
N461072
971 4 812 7400
971 4 2822765
06/16