5
Gebruik de gasklep op het roer om de snelheid van de motor
te verhogen en voer een van de volgende handelingen uit:
• Als de motor het toerental niet op de juiste wijze verhoogt
en weer stationair gaat draaien, herhaalt u de vorige stap
om de koppelingsstang van de gasklep op het roer aan te
passen in de cilinderschuif.
• Als de motor volgens verwachting sneller gaat draaien en
weer terug gaat naar stationair, gaat u verder met de
volgende stap.
6
Pas de positie van de steun voor de gasklepactuator aan tot
de kabel van de gasklepactuator strak staat en de motor
volgens verwachting stationair loopt.
7
Draai de steun van de gasklepactuator op het
motorspruitstuk vast om de kabel strak te trekken.
8
Schakel de motor uit als dat nodig is.
Mercury aansluitingen voor motors van 8 tot
9,9 pk
Nummer Onderdeel Opmerkingen
Gasklepactua-
torkabel (van
de gasklepac-
tuatorkast)
U dient de kabel van de gasklepactuator
aan te sluiten op de carburateurkoppeling
voordat u deze aan de steun van de
actuatorkabel bevestigt (De kabel van de
gasklepactuator bevestigen aan de carbu-
rateurkoppeling, pagina 2).
Steun voor de
gasklepkabel
U dient de kabel van de gasklepactuator
met behulp van de meegeleverde kabelbin-
ders te bevestigen aan de steun voor de
gasklepkabel (De kabel van de gasklepac-
tuator aan de steun bevestigen voor de
meeste motortypen, pagina 6).
Montagelocatie
van het spruit-
stuk
U moet de bestaande bout van het spruit-
stuk verwijderen en deze gebruiken om de
steun van de gasklepkabel te beves-
tigen.
Carburateur-
koppeling
U dient de carburateurkoppeling te
monteren voordat u deze kunt installeren
(De carburateurkoppeling monteren,
pagina 2).
Gashendel van
de motorcarbu-
rateur
Draai de stelschroef op de gashendel los
om de verbindingsstang van de gasklep op
het roer los te koppelen en de carbura-
teurkoppeling en plastic ringen te instal-
leren.
Gasklepkoppe-
lingsstang op
het roer
U dient de bestaande stang van de
gasklepkoppeling op het roer te vervangen
door de nieuwe stang in de zak met onder-
delen. Bewaar de bestaande koppelings-
stang van de gasklep op het roer voor het
geval u de fabrieksinstallatie van de motor
in de toekomst weer moet herstellen.
De koppelingsonderdelen instellen voor een goed
stationair toerental
Nadat u de onderdelen van de gasklepactuator hebt
geïnstalleerd in de motor, dient u deze af te stellen zodat de
motor stationair goed loopt.
1
Draai de steun van de gasklepactuator op het
motorspruitstuk los tot de gasklepactuator de gashendel van
de carburateur niet meer opentrekt.
Er moet duidelijke speling in de kabel zijn.
2
Stel de gasklep op het roer in op stationair, start de motor en
voer een van de volgende handelingen uit:
• Als de motor niet goed stationair draait, draait u de
stelschroef op de gasklephendel van de carburateur los
en past u de koppelingsstang van de gasklep op het roer
aan tot de motor goed stationair draait. Daarna draait u de
stelschroef vast.
• Als de motor goed stationair draait, gaat u verder met de
volgende stap.
3
Gebruik de gasklep op het roer om de snelheid van de motor
te verhogen en voer een van de volgende handelingen uit:
• Als de motor het toerental niet op de juiste wijze verhoogt
en weer stationair gaat draaien, herhaalt u de vorige stap
om de koppelingsstang van de gasklep op het roer aan te
passen.
• Als de motor volgens verwachting sneller gaat draaien en
weer terug gaat naar stationair, gaat u verder met de
volgende stap.
4
Pas de positie van de steun voor de gasklepactuator aan tot
de kabel van de gasklepactuator strak staat en de motor
volgens verwachting stationair loopt.
5
Draai de steun van de gasklepactuator op het
motorspruitstuk vast om de kabel strak te trekken.
6
Schakel de motor uit als dat nodig is.
Mercury aansluitingen voor motors van 15
tot 20 pk
Nummer Onderdeel Opmerkingen
Gasklepactua-
torkabel (van
de gasklepac-
tuatorkast)
U dient de kabel van de gasklepactuator
aan te sluiten op de carburateurkoppeling
voordat u deze aan de steun van de
actuatorkabel bevestigt (De kabel van de
gasklepactuator bevestigen aan de carbu-
rateurkoppeling, pagina 2).
Steun voor de
gasklepkabel
U dient de kabel van de gasklepactuator
met behulp van de schroeven van de steun
te bevestigen aan de steun voor de
gasklepkabel (De kabel van de gasklepac-
tuator aan de steun bevestigen voor
Mercury motors van 15 tot 20 pk,
pagina 5).
Montagelocatie
van het spruit-
stuk
U moet de bestaande bout van het spruit-
stuk verwijderen en deze gebruiken om de
steun van de gasklepkabel te beves-
tigen.
Carburateur-
koppeling
U dient de carburateurkoppeling te
monteren voordat u deze kunt installeren
(De carburateurkoppeling monteren,
pagina 2).
Gashendel van
de motorcarbu-
rateur
U dient de koppeling van de gasklep op het
roer los te koppelen van de gashendel
om de carburateurkoppeling te instal-
leren.
Gasklepkoppe-
ling op het roer
U dient de in de fabriek geïnstalleerde
koppeling voor de gasklep op het roer aan
te passen met gebruik van het nieuwe
onderdeel in de zak met onderdelen (De
gasklepkoppeling op het roer wijzigen,
pagina 5).
4