Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Batterijlader
Zeer hoge geluidsdruk van oortelefoons en
hoofdtelefoons kan gehoorbeschadiging veroorzakan.
Zelfs als het CHARGE-lampje niet brandt, is de
acculader niet losgekoppeld van de wisselstroombron
zolang de stekker ervan in het stopcontact zit. Als zich
een probleem voordoet tijdens het gebruik van de
acculader, onderbreekt u de stroomvoorziening
onmiddellijk door de stekker uit het stopcontact te
trekken.
Stel de batterijen niet bloot aan overmatige hitte zoals
zonlicht, vuur en dergelijke.
Over het netsnoer
Om het gevaar van brand of elektrische
schokken te verkleinen, mag het apparaat niet
worden blootgesteld aan regen of vocht.
LET OP
Accu
Bij onjuist gebruik van de accu, kan de accu barsten,
brand veroorzaken en chemische brandwonden tot
gevolg hebben. Houd rekening met de volgende
voorzorgsmaatregelen.
• Demonteer de accu niet.
• Plet de accu niet en stel deze niet bloot aan schokken
of stoten, laat deze niet vallen en ga er niet op staan.
• Veroorzaak geen kortsluiting en zorg dat er geen
metalen voorwerpen in aanraking komen met de
aansluitpunten.
• Stel de accu niet bloot aan hoge temperaturen boven
60 °C, zoals direct zonlicht of in een auto die in de zon
geparkeerd staat.
• Verbrand de accu niet en gooi deze niet in het vuur.
• Gebruik geen beschadigde of lekkende lithiumion
batterijen.
• Laad de accu op met een echte Sony-acculader of
een apparaat waarmee de accu kan worden
opgeladen.
• Houd de accu buiten het bereik van kleine kinderen.
• Houd de accu droog.
• Vervang de accu alleen door hetzelfde accutype of
een vergelijkbaar accutype dat door Sony wordt
aanbevolen.
• Gooi de gebruikte accu zo snel mogelijk weg volgens
de instructies.
U moet de batterij alleen vervangen door een
batterij van het opgegeven type. Als u dit niet
doet, kan dit brand of letsel tot gevolg hebben.
Netspanningsadapter
• Gebruik de netspanningsadapter in de buurt van een
stopcontact. Haal de stekker van de
netspanningsadapter onmiddellijk uit het stopcontact
als er een storing optreedt wanneer u de camcorder
gebruikt.
• Plaats de netspanningsadapter niet in een smalle
ruimte, dus bijvoorbeeld niet tussen een wand en een
meubelstuk.
• Zelfs als de camcorder is uitgeschakeld, ontvangt het
apparaat nog steeds stroom als het met de
netspanningsadapter is aangesloten op een
stopcontact.
4 NL
Het bijgeleverde netsnoer kan enkel bij deze camcorder
worden gebruikt.
VOOR KLANTEN IN EUROPA
Let op
De elektromagnetische velden bij de specifieke
frequenties kunnen het beeld en het geluid van dit
apparaat beïnvloeden.
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die
zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het gebruik van
een verbindingskabel van minder dan 3 meter.
Kennisgeving
Als de gegevensoverdracht halverwege wordt
onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit of
elektromagnetische storing, moet u de toepassing
opnieuw starten of de verbindingskabel (USB,
enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Kennisgeving voor klanten in de landen waar
EU-richtlijnen van toepassing zijn
De fabrikant van dit product is Sony Corporation, 1-7-1
Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De
geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en
productveiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland. Voor
kwesties met betrekking tot service of garantie kunt u het
adres in de afzonderlijke service- en
garantiedocumenten gebruiken.
Verwijdering van oude elektrische
en elektronische apparaten
(Toepasbaar in de Europese Unie en
andere Europese landen met
gescheiden inzamelingssystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking wijst
erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag
worden behandeld. Het moet echter naar een plaats
worden gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de correcte manier wordt verwerkt, voorkomt
u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich
zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt
bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer
details in verband met het recyclen van dit product,
neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het
bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Verwijdering van oude batterijen (in
de Europese Unie en andere
Europese landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op de batterij of verpakking wijst erop dat
de meegeleverde batterij van dit product niet als
huishoudelijk afval behandeld mag worden.
Op sommige batterijen kan dit symbool voorkomen in
combinatie met een chemisch symbool. De chemische
symbolen voor kwik (Hg) of lood (Pb) worden
toegevoegd als de batterij meer dan 0,0005 % kwik of
0,004 % lood bevat. Door deze batterijen op juiste wijze
af te voeren, voorkomt u voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. Het recycleren van
materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen.
In het geval dat de producten om redenen van
veiligheid, prestaties dan wel in verband met dataintegriteit een permanente verbinding met batterij
vereisen, dient deze batterij enkel door gekwalificeerd
servicepersoneel vervangen te worden. Om ervoor te
zorgen dat de batterij op een juiste wijze zal worden
behandeld, dient het product aan het eind van zijn
levenscyclus overhandigd te worden aan het
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van
elektrisch en elektronisch materiaal.
NL
Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het
gedeelte over hoe de batterij veilig uit het product te
verwijderen. Overhandig de batterij bij het
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van
batterijen.
Voor meer details in verband met het recyclen van dit
product of batterij, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast
met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar
u het product hebt gekocht.
NL
5
Inhoudsopgave
Lees dit eerst ..................................................................................................8
Bedieningsinstructies ..............................................................................9
De visuele wereld gezien door uw NEX-VG10E ...........................................10
Aan de slag
Bijgeleverde accessoires .............................................................................12
De accessoires bevestigen ...................................................................13
De accu voorbereiden ..................................................................................14
De accu opladen ...................................................................................14
De accu bevestigen ...............................................................................14
Het stopcontact als stroombron gebruiken ............................................15
Een lens bevestigen .....................................................................................17
De lens van het toestel halen ................................................................18
De camcorder inschakelen en de datum en de tijd instellen .........................19
De taalinstelling veranderen ..................................................................19
De bedieningsknoppen gebruiken .........................................................20
De zoeker en de LCD-monitor gebruiken .....................................................21
Zoeker ...................................................................................................21
LCD-monitor ..........................................................................................21
Een geheugenkaart plaatsen .......................................................................22
Opnamen maken en weergeven
Opnamen maken ..........................................................................................23
Films ......................................................................................................23
Stilstaande beelden ...............................................................................24
Opnamefuncties ...........................................................................................25
Aanpassingen met de lens ....................................................................25
Instellingen met behulp van het bedieningspaneel ................................25
Belichtingsstand ...........................................................................................27
6 NL
Een beeld wissen .................................................................................. 29
Weergeven op een TV-toestel .............................................................. 30
Aan de slag
Weergave .................................................................................................... 29
Bewerken op de computer
De computer voorbereiden .......................................................................... 31
Aanbevolen computeromgeving ........................................................... 31
"PMB" installeren .................................................................................. 32
Beelden importeren op de computer ............................................................ 33
Problemen oplossen .................................................................................... 34
Opnametijd/aantal beelden ......................................................................... 36
Opname-/weergavetijd van films voor een accu ................................... 36
Geschat aantal opneembare stilstaande beelden ................................. 37
Voorzorgsmaatregelen ................................................................................ 37
Technische gegevens .................................................................................. 40
Menulijst ...................................................................................................... 43
Opn.modus ........................................................................................... 44
Camera ................................................................................................. 44
Filmmodus/Beeldform. .......................................................................... 45
Helderheid/kleur ................................................................................... 45
Afspelen ................................................................................................ 46
Instellingen ........................................................................................... 46
Onderdelen herkennen ................................................................................ 48
Lijst van pictogrammen ................................................................................ 51
Index ............................................................................................................ 53
NL
7
Aanvullende informatie
Geschatte opnametijd van films ............................................................ 36
Bewerken op de computer
Aanvullende informatie
Opnamen maken en weergeven
Functies van de bijgeleverde software ......................................................... 31
Lees dit eerst
Zo voorkomt u dat de camcorder niet goed
werkt en beschadigd raakt
• Houd de camcorder niet vast aan de volgende
onderdelen en afdekkingen van aansluitingen.
Zoeker
LCD-scherm
binnenwerk van de camcorder zou beschadigd
kunnen raken. Als het zonlicht wordt weerkaatst
op een voorwerp in de buurt, kan brand ontstaan.
Wanneer u de camcorder toch in direct zonlicht
moet plaatsen, bevestig dan de lensdop.
• Stel de zoeker, lens of LCD-monitor van uw
camcorder niet gedurende langere tijd bloot aan
zonlicht of een krachtige lichtbron.
• Probeer niet direct beelden van de zon vast te
leggen. Als u dat doet, kan dat een storing van de
camcorder tot gevolg hebben. U kunt een
zonsondergang vastleggen, omdat het licht dan
niet zo krachtig is als midden op de dag.
Opmerkingen over opnemen/weergeven
Lens
Ingebouwde microfoon
• Deze camcorder is niet tegen stof en opspattend
water bestand en is niet waterdicht. Zie
"Voorzorgsmaatregelen" (bladzijde 37).
Opmerkingen over de zoeker, LCD-monitor
en lens
• Een menu-item dat grijs wordt weergegeven, is
niet beschikbaar onder de opname- of
weergavecondities van dat moment.
• De zoeker en de LCD-monitor zijn vervaardigd
met gebruikmaking van uiterst nauwkeurige
precisietechnologie zodat meer dan 99,99% van
de pixels effectief kan worden gebruikt. Het is
echter mogelijk dat enkele kleine zwarte punten
en/of oplichtende punten (wit, rood, blauw of
groen) permanent op de zoeker en LCD-monitor
zichtbaar zijn. Dit is een normaal gevolg van het
productieproces en heeft geen enkele invloed op
de beelden.
Zwarte, witte, rode, blauwe en groene punten
• Maak geen opnamen van de zon en laat de
camcorder niet lang in de zon liggen. Het
8 NL
• Wanneer u voor de eerste keer een
geheugenkaart gebruikt in deze camcorder, kunt
u de kaart voordat u opnamen maakt het beste
met de camcorder formatteren, omdat de
geheugenkaart dan stabieler presteert.
Permanent formatteren wist alle gegevens op de
geheugenkaart en is onherstelbaar. Sla
belangrijke gegevens op een computer enz., op.
• Maak, voordat u eenmalige gebeurtenissen
opneemt, een proefopname zodat u kunt
controleren of de camcorder goed werkt.
• Voor opnamen die niet kunnen worden
vastgelegd of afgespeeld als gevolg van een
storing van de camcorder of geheugenkaart,
enz. kan geen schadevergoeding worden
toegekend.
• TV-kleursystemen verschillen afhankelijk van
landen/regio's. Als u uw opnamen wilt bekijken
op een TV-toestel, hebt u een TV-toestel nodig
dat op het PAL-systeem is gebaseerd.
• Televisieprogramma's, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn door
auteursrechten. Het zonder toestemming
opnemen van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn
met de wetten op de auteursrechten.
• Doe geen van de volgende dingen, wanneer de
lampjes van de stand
(film)/
(stilstaand
beeld) (bladzijde 23) en het toegangslampje
(bladzijde 22) branden of knipperen. Anders kan
het opnamemedium beschadigd raken, kunnen
vastgelegde beelden verloren gaan of kunnen
zich andere storingen voordoen.
– de geheugenkaart uitwerpen
– de accu verwijderen uit of de
netspanningsadapter losmaken van de
camcorder
• Kijk niet in de zon of een sterke lichtbron door een
lens die u van de camera hebt gehaald. Dit kan
leiden tot onherstelbare beschadiging van uw
ogen. Of het kan een storing van de lens
veroorzaken.
• Niet met de camcorder schudden of ergens
tegenaan stoten. Dit kan niet alleen leiden tot
storingen en de onmogelijkheid om beelden op
te nemen, maar kan ook de geheugenkaart
onbruikbaar maken en beeldgegevens
vervormen, beschadigen of verloren doen gaan.
• Wanneer u de camcorder draagt aan de
schouderriem (los verkrijgbaar), kunt u het
toestel tegen iets aanstoten. Let er heel goed op
dat dat niet gebeurt.
Discs vastgelegd in High Definitionbeeldkwaliteit (HD)
Deze camcorder legt High Definition-beelden vast
in het AVCHD-formaat. DVD-media die AVCHDbeelden bevatten, mogen niet worden gebruikt met
DVD-spelers of -recorders, omdat de DVD-speler/
recorder de media misschien niet zal uitwerpen en
de inhoud ervan misschien zonder waarschuwing
zal wissen.
Een DVD die is opgenomen in High Definitionbeeldkwaliteit (HD) wordt in deze handleiding een
"AVCHD-disc" genoemd.
De gegevens van vastgelegde beelden
beveiligen
• Om mogelijk verlies van beeldgegevens te
voorkomen, dient u altijd een (reserve-) kopie van
de gegevens op een ander medium te maken.
• U kunt geen AVCHD-disc maken van een film die
is opgenomen in de stand [FX 24M] van
[Filmmodus]. Sla een film die is vastgelegd in de
[FX 24M]-stand op op een Blu-ray Disc.
Opmerkingen over de accu en de
netspanningsadapter.
• Neem de accu uit en koppel de
netspanningsadapter los wanneer u de
camcorder hebt uitgeschakeld.
• Houd zowel de stekker als de camcorder vast
wanneer u de netspanningsadapter loskoppelt
van de camcorder.
Opmerkingen over de temperatuur van de
camcorder en de accu
De camcorder heeft een beveiligingsfunctie die het
opnemen of weergeven van beelden uitschakelt
als de temperatuur van de camcorder of de accu
buiten het veilige bereik van het functioneren ligt. In
dat geval verschijnt er een melding op de LCDmonitor of in de zoeker.
Bedieningsinstructies
De camcorder wordt geleverd met 2
handleidingen: "Bedieningshandleiding"
(Bedieningshandleiding) die de eenvoudige
bedieningshandelingen uitlegt en ""Handycam"handboek (PDF)" die de functies van de camcorder
in detail uitlegt en uitleg geeft over methoden voor
het maken van discs.
Bedieningshandleiding
Bevat de volgende onderwerpen over de
eenvoudige bedieningshandelingen:
Voorbereiding van de camcorder, opnemen,
weergeven, voorbereiding van de computer, het
importeren op een computer.
"Handycam"-handboek (PDF)
Bevat de volgende onderwerpen zodat u de
functies van de camcorder tot in detail begrijpt.
Gedetailleerde uitleg van het menu, het maken van
discs met een computer en een recorder
Als u het "Handycam"-handboek wilt lezen
• Installeer het "Handycam"-handboek van de
bijgeleverde CD-ROM.
Wanneer u een Windows-computer gebruikt, klik
dan op het weergegeven installatiescherm op
[Handbook] t de taal van uw keuze t de
modelnaam van uw camcorder t [Installeren].
Volg vervolgens de instructies op het scherm.
De snelkoppeling verschijnt op het scherm.
• Wanneer u een Macintosh gebruikt, open dan de
[Handbook] t [NL]-map op de bijgeleverde
CD-ROM en kopieer vervolgens [Handbook.pdf].
• U hebt Adobe Reader nodig als u het
"Handycam"-handboek wilt lezen.
http://www.adobe.com/
NL
9
De visuele wereld gezien door uw NEX-VG10E
10 NL
De grootformaat beeldsensor
De camcorder is uitgerust met een APS-C-formaat (23,4 mm × 15,6 mm) CMOS-beeldsensor.
Het sensoroppervlak is ongeveer 20 keer groter dan de 1/3- beeldsensor die vaak wordt gebruikt in
bestaande videocamera's.
Hoe groter de beeldsensor, des te minder dieptescherpte. Hierdoor kunt u de achtergrond minder scherp
maken zodat het onderwerp meer naar de voorgrond wordt gehaald.
Verwisselbare-lenssysteem
De camcorder gebruikt het Montagestuk E systeem voor verwisselbare lenzen dat is ontwikkeld door Sony.
De bijgeleverde lens met Montagestuk E heeft een mechanisme voor optische compensatie van
bewegingsonscherpte (Active Mode) en de lens heeft een 11-voudige zoomfunctie.
Met een Montage-adapter (los verkrijgbaar) kunt u ook α-lenzen (lenzen met een Montagestuk A) gebruiken.
U kunt de juiste lens kiezen voor de opnamecondities en onderwerpen. U kunt met behulp van een breed
assortiment van karakteristieke lenzen uw visuele expressie verbreden.
Mogelijkheid voor handmatige bediening
Met de camcorder kunt u diafragmavoorkeuze/sluitertijdvoorkeuze/volledig handmatige
belichtingscompensatie gebruiken en gain, witbalans, enz. aanpassen voor het opnemen van films.
Met een instelwiel en speciale knoppen kunt u de camcorder op uw eigen manier, met meer gemak
gebruiken.
High-performance microfoon
De camcorder maakt gebruikt van een array-microfoonsysteem dat een vier-capsule-structuur heeft.
De camcorder creëert door het signaal van de microfoon te verwerken de juiste geluidslokalisatie, bereikt
zowel een realistische geluidservaring als frontlokalisatie en legt een helder geluid vast met weinig ruis. De
high-performance microfoon maakt films in volledig High-Definition-kwaliteit aantrekkelijker om naar te kijken.
NL
11
Aan de slag
Bijgeleverde accessoires
Het cijfer tussen haakjes geeft het aantal stuks aan
dat wordt bijgeleverd.
Windscherm (1)
Netspanningsadapter AC-PW10AM/AC-PW10 (1)
Body-dop (1)/Dop voor de achterzijde van de lens
(1)
Netsnoer (2)
Telezoomlens (E18-200 mm F3.5-6.3 OSS) (1)
(inclusief Dop voor voorzijde van de lens)
(bevestigd op de camcorder)
Acculader BC-VH1 (1)
Zonnekap (1)
Oplaadbare accu NP-FV70 (1)
Klepje accu (1)
Grote oogschelp (1)
USB-kabel (1)
CD-ROM "Handycam Application Software" (1)
• "PMB"
• "Handycam"-handboek
Bedieningshandleiding (1)
12 NL
Windscherm
Gebruik het Windscherm wanneer u het windgeruis
dat door de microfoon wordt vastgelegd, wilt
verminderen. Bevestig het Windscherm zo dat het
Sony-logo omlaag wijst.
Klepje accu
Bevestig het klepje van de accu zo dat het
uitstekende deel (1) in de richting wijst die de
afbeelding laat zien.
Aan de slag
De accessoires bevestigen
1
Zonnekap
Lijn de rode lijn van de zonnekap uit met die van de
lens en zet de zonnekap op de lens. Draai de
zonnekap naar rechts totdat de rode stip op de
zonnekap en die op de lens tegenover elkaar staan
en u een klik hoort.
• Wanneer u stilstaande beelden maakt met een
flitser (los verkrijgbaar), verwijder dan de
zonnekap zodat deze het flitslicht niet kan
tegenhouden.
• Wanneer u na het maken van opnamen de lens
opbergt, bevestig de zonnekap dan andersom
rond de lens.
Grote oogschelp
Wanneer u het beeld niet goed in de zoeker kunt
zien, gebruik dan de oogschelp.
U kunt de grote oogschelp bevestigen door deze
met het uitstekende deel (1) aan de bovenzijde
tegenover de oogschelpgroef van de zoeker te
houden en vast te maken.
1
NL
13
De accu voorbereiden
De accu opladen
Laad de accu op met de bijgeleverde acculader. U
kunt de accu niet opladen terwijl deze aan de
camcorder is bevestigd.
1
Plaats de accu in de acculader.
Accu
Volledig
opladen
Normaal
opladen
NP-FV70
(bijgeleverd)
550
490
NP-FV100
960
900
• Wij adviseren u de accu op te laden bij een
omgevingstemperatuur tussen 10 °C en 30 °C. Buiten dit
temperatuurbereik kan de accu mogelijk minder goed
worden opgeladen.
De accu bevestigen
2
Steek de stekker van de acculader in het
stopcontact.
Het CHARGE-lampje gaat branden.
Aan: De accu wordt opgeladen.
Uit: Het normale opladen is voltooid.
Een uur nadat het lampje is uitgegaan: Het
volledige opladen is voltooid.
CHARGE-lamp
naar het stopcontact
Netsnoer
Laadtijd
De volgende tabel toont de laadtijd in minuten die
nodig is voor het opladen van een geheel lege
accu bij een temperatuur van 25 °C. De laadtijd
varieert afhankelijk van de condities waarin het
toestel wordt gebruikt. Zie bladzijde 36 voor de
beschikbare opnametijd.
14 NL
Druk de accu tegen de achterzijde van de
camcorder en schuif de accu omhoog tot u een klik
hoort.
Controleer het niveau aan de hand van de
volgende indicators die op de LCD-monitor of in de
zoeker worden weergegeven.
Accuniveau
Hoog
Het stopcontact als stroombron
gebruiken
Sluit het netsnoer aan op de netspanningsadapter
en sluit de netspanningsadapter aan op de
camcorder en het stopcontact.
Lijn het v-merkteken op de gelijkstroomstekker uit
met het merkteken op de DC IN-aansluiting.
DC INaansluiting
naar het
stopcontact
Laag
"Accu leeg"
gelijkstroomstekker
U kunt geen beelden
meer vastleggen.
Opmerking
• Het weergegeven niveau zal in bepaalde omstandigheden
mogelijk niet correct zijn.
Netspanningsadapter
Netsnoer
De accu uitnemen
Zet de camcorder uit. Houd de BATT-hendel
ingedrukt (1) en neem de accu uit (2).
Opmerking
• U kunt de accu niet in de camcorder opladen door de
netspanningsadapter aan te sluiten.
De camcorder in het buitenland gebruiken —
Stroomvoorziening
U kunt de acculader en de netspanningsadapter
gebruiken in elk land/gebied met een
stroomvoorziening van 100 V tot 240 V en een
wisselstroom van 50 Hz/60 Hz.
BATT-hendel
Opmerking
• Gebruik geen elektronische transformator (reistrafo), omdat
hierdoor een storing kan optreden.
Vervolg
NL
15
Aan de slag
De resterende acculading controleren
De accu voorbereiden (Vervolg)
Opmerkingen over de accu
• Controleer vooral of de aan/uit-schakelaar op
OFF staat en de lampjes
(film)/
(stilstaande beelden) uit zijn, wanneer u de
accu uitneemt en de netspanningsadapter
loskoppelt.
• Het CHARGE-lampje van de acculader zal
misschien knipperen in de volgende situaties:
– De accu is niet goed in het toestel gezet.
– De accu is beschadigd.
– De accu is te koud.
Neem de accu uit en hou deze op een warme
plaats.
– De accu is te warm.
Neem de accu uit en hou deze op een koele
plaats.
• U kunt geen NP-FV30/FV50-accu's in deze
camcorder gebruiken.
Opmerkingen over de acculader en de
netspanningsadapter.
• Zorg dat er geen kortsluiting ontstaat tussen de
accu-aansluiting van de acculader of de
gelijkstroomstekker van de netspanningsadapter
en metalen voorwerpen. Dit kan een storing
veroorzaken.
• Gebruik de accu nadat deze normaal of volledig
is opgeladen.
– Gebruikt u een andere acculader (los
verkrijgbaar), dan zal de indicator van het
resterende vermogen op de acculader
misschien geen juiste aanduiding geven
wanneer u de accu in deze camcorder
gebruikt.
– Als u een accu, die ten minste één keer in deze
camcorder is gebruikt, oplaadt in een
acculader die voorzien is van de functie voor
het aanduiden van de bruikbare opnametijd,
zal in plaats daarvan "—" worden
weergegeven.
16 NL
Een lens bevestigen
1
Verwijder de body-dop van de body van de
camcorder en de verpakkingsdop van de
achterzijde van de lens.
2
Plaats de lens op het toestel door de
plaatsingsmarkeringen (wit) op de lens en die
op de body van de camcorder tegenover elkaar
te houden. Duw de lens licht tegen de body van
de camcorder aan en draai de lens naar rechts
totdat deze in de vergrendelde positie klikt.
Het is belangrijk dat u de lens recht op de
camera zet.
Aan de slag
In deze handleiding wordt aan de hand van de
bijgeleverde E18-200 mm F3.5-6.3 OSS-lens
uitgelegd hoe een lens wordt bevestigd. Houd de
body van de camcorder vast met de voorzijde
omlaag en verwissel de lens snel op een plek waar
weinig stof is zodat er geen stof en vuil in de body
van het toestel kunnen komen.
Dop voor voorzijde van de lens
Schakelaar
zoomvergrendeling
Dop voor achterzijde van de lens
Markeringen voor kap
Zoomring
Schaal voor
brandpuntsafstand
Markeringen voor
brandpuntsafstand
Scherpstelring
Plaatsingsmarkeringen
Contactpunten van de lens*
* Raak de lenscontacten niet aan en maak ze niet vuil.
Plaatsingsmarkeringen (wit)
Vervolg
NL
17
Een lens bevestigen (Vervolg)
Opmerkingen
• Bij het bevestigen van de lens, mag u de
lensontgrendelingsknop niet indrukken.
• Oefen bij het bevestigen van de lens geen grote kracht uit.
Wanneer u de lens met kracht op het toestel zet, kan dat
leiden tot storingen of beschadigingen van de lensvatting.
• Als u een lens met een Montagestuk A (los verkrijgbaar) wilt
gebruiken, hebt u een Montage-adapter (los verkrijgbaar)
nodig. Zie voor bijzonderheden over een Vattingadapter de
gebruiksaanwijzing die bij de Montage-adapter wordt
geleverd.
De lens van het toestel halen
1
Druk de lensontgrendelingsknop helemaal in en
draai de lens linksom tot aan de aanslag.
Houd zowel de lens als de body van de
camcorder vast, wanneer u een lens van het
toestel haalt.
Als er stof of vuil op de beeldsensor zit
Maak de beeldsensor schoon met [Reinigen] in het
menu [Instellingen]. Zet daarna de camcorder uit
en haal de lens van het toestel. Maak de
beeldsensor en het omliggende gedeelte schoon
met een blaaskwastje (los verkrijgbaar) en zet
daarna de lens weer op het toestel.
Opmerkingen
• Het reinigen kan alleen worden uitgevoerd wanneer het
batterijniveau
(3 resterende batterijpictogrammen) of
meer is. Wij adviseren u de netspanningsadapter te
gebruiken.
• Gebruik geen spuitbus met perslucht omdat hierdoor
waterdruppels in de behuizing van de camcorder terecht
kunnen komen.
• Streek de punt van het blaaskwastje niet in de holte voorbij
de vatting, omdat de punt van het blaaskwastje de
beeldsensor niet mag raken.
• Houd de camera met de lensvatting omlaag gericht zodat u
voorkomt dat stof weer neerdaalt in de behuizing van de
camcorder.
• Stel de camcorder tijdens het reinigen niet bloot aan
mechanische schokken.
• Als u er niet in slaagt de beeldsensor schoon te maken door
middel van de hierboven beschreven procedure, vraag dan
advies aan uw Sony-leverancier of aan een erkend Sonyservicecentrum bij u in de buurt.
Lenzen met Montagestuk A
U zult sommige lenzen met een Montagestuk A
misschien niet kunnen gebruiken. Ga, als u meer
wilt weten over de geschiktheid van een lens met
een Montagestuk A, naar de Sony-website in uw
land of vraag advies aan uw Sony-leverancier of
het erkende Sony-servicecentrum bij u in de buurt.
Lensontgrendelingsknop
2
Plaats de verpakkingsdop op de lens en
bevestig de body-dop op de body van de
camcorder. Verwijder het stof voordat u ze
bevestigt.
Opmerkingen
• Als bij de verwisseling van de lens stof of vuil in de body van
de camcorder dringt en op het oppervlak van de
beeldsensor komt (het onderdeel dat werkt als de film), kan
dit afhankelijk van de opnamecondities zichtbaar zijn in het
beeld. De body van de camcorder trilt een beetje wanneer
het toestel wordt uitgeschakeld, dit is de antistof-functie die
voorkomt dat er zich stof aan de beeldsensor hecht. Maar
toch is het goed de lens snel te bevestigen of los te maken
op plaatsen waar geen stof is.
• Laat de body van de camcorder niet liggen zonder lens en
zonder lensdop.
18 NL
De camcorder inschakelen en de datum en de tijd
instellen
1
5
Draai het instelwiel en selecteer de waarde van
uw keuze.
U kunt ook v/V gebruiken voor de selectie.
Houd de groene knop ingedrukt en zet de aan/
uit-schakelaar op ON.
De camcorder is ingeschakeld en het scherm
voor het instellen van datum en tijd verschijnt op
de LCD-monitor.
Zomertijd: Schakelt de instelling voor de
zomertijd in of uit.
Datumformaat: Selecteert de indeling voor het
weergeven van de datum.
Middernacht wordt aangeduid als 12:00 AM en
12 uur 's middags als 12:00 PM.
2
Bevestig [OK] door op het instelwiel te drukken.
6
Herhaal stap 4 en 5 en stel de andere items in
en druk daarna op het instelwiel.
Schakel de camcorder uit
Zet de aan/uit-schakelaar op OFF.
De datum en de tijd resetten/de actuele
instelling van de klok controleren
Druk op MENU en selecteer daarna [Instellingen]
t [Datum/tijd instellen].
3
Selecteer waar u woont door op b/B te drukken
en het instelwiel in te drukken.
De taalinstelling veranderen
U kunt de weergave op het scherm veranderen
zodat meldingen in een bepaalde taal worden
getoond.
Druk op MENU en selecteer daarna [Instellingen]
t [ Taal] t taal van uw keuze.
Vervolg
4
Selecteer een item dat u wilt instellen met b/B.
NL
19
Aan de slag
Wanneer u de camcorder voor het eerst inschakelt,
wordt het scherm voor de instelling van de datum
en de tijd weergegeven.
De camcorder inschakelen en de datum en de tijd instellen (Vervolg)
De bedieningsknoppen gebruiken
U kunt instel-items selecteren door het instelwiel te
draaien of op de v/V/b/B-knoppen te drukken
volgens de instructies op het scherm. Uw selectie
wordt bepaald wanneer u op het instelwiel drukt.
In aanvulling op het hierboven genoemde zijn er
aan de v/V/b/B-knoppen functies toegewezen die
vaak tijdens het opnemen en weergeven worden
gebruikt (bladzijde 25).
De functie van de knoppen MENU en FOCUS en
het instelwiel is afhankelijk van de weergave op het
scherm. De rol (functie) die aan elk van de
knoppen is toegewezen, wordt op het scherm
getoond.
Druk op de MENU-knop als u de functie die in de
rechterbovenhoek van het scherm wordt getoond,
wilt gebruiken. Druk op het instelwiel als u de
functie die in het midden wordt getoond, wilt
gebruiken. Druk op de FOCUS-knop als u de
functie die in de rechterbenedenhoek van het
scherm wordt getoond, wilt gebruiken.
In deze handleiding worden de knoppen
aangeduid door het pictogram of door de functie
die op het scherm wordt getoond.
MENU
De pijl duidt aan dat u het instelwiel kunt draaien.
FOCUS
Instelwiel
In dit geval werkt de MENU-knop als [Menu], het
instelwiel als [Opn.modus] en de FOCUS-knop als
[AF/MF select.].
Wanneer er opties op het scherm worden
weergegeven, kunt u deze doorlopen door het
instelwiel te draaien of op de v/V/b/B-knoppen te
drukken.
Druk op het instelwiel als u uw keuze wilt maken.
20 NL
De zoeker en de LCD-monitor gebruiken
LCD-monitor
Aan de slag
Er worden beelden getoond in de zoeker of op de
LCD-monitor.
Selecteer met een druk op FINDER/LCD of u het
beeld wilt tonen in de zoeker of op de LCD-monitor.
Open de LCD-monitor (1) en draai deze
vervolgens in de stand van uw keuze (2).
Tot 90
graden
Zoeker
Stel de hoek van uw keuze in (1) en verplaats de
hendel voor aanpassing van de zoekerlens tot het
beeld duidelijk wordt (2).
Tot 90
graden
Tot 90 graden
Opmerking
• De LCD-monitor draait tot 90 graden in verticale richting.
Probeer niet verder te draaien. Hierdoor zou de LCDmonitor beschadigd kunnen raken.
Tip
• U kunt de helderheid van de LCD-monitor aanpassen met
[LCD-helderheid] in het menu.
Opmerking
• U zult misschien flauw primaire kleuren in de zoeker zien
wanneer u een andere zichtlijn kiest. Dit is geen storing. De
flauw weergegeven kleuren zullen niet op de
geheugenkaart worden vastgelegd.
Tip
• U kunt de helderheid van de zoeker aanpassen met
[Helderheid zoeker] in het menu.
NL
21
Een geheugenkaart plaatsen
Open het klepje (1). Plaats de geheugenkaart met
de afgeschuinde hoek in de richting zoals
hieronder wordt afgebeeld (2), tot u een klik hoort.
Sluit het klepje (3).
Toegangslampje
Afgeschuinde hoek
Wanneer u een nieuwe geheugenkaart
plaatst
Als [Beelddatabasebestand niet gevonden.
Maken?] wordt weergegeven, druk dan op het
instelwiel.
Opmerkingen
• Als u met kracht de geheugenkaart in de verkeerde richting
in de sleuf zet, kunnen de geheugenkaart, de sleuf van de
geheugenkaart of de beeldgegevens beschadigd raken.
• Plak geen etiket, enz. op een geheugenkaart of een
kaartadapter. Dit kan een storing veroorzaken.
Tip
• Zie bladzijde 36 voor de beschikbare opnametijd.
De geheugenkaart uitwerpen
Open het klepje, controleer of het toegangslampje
niet brandt en duw de geheugenkaart in één keer
naar binnen.
Opmerkingen
• Open het klepje niet tijdens het maken van opnamen.
• Ga, wanneer u de geheugenkaart plaatst of uitneemt,
voorzichtig te werk zodat de geheugenkaart niet kan
wegspringen of vallen.
22 NL
Geheugenkaarten die u kunt gebruiken
• U kunt de volgende geheugenkaarten in deze
camcorder gebruiken: Dit betekent echter niet
dat al deze geheugenkaarten gegarandeerd
goed werken in de camcorder.
– "Memory Stick PRO Duo" (Mark2)
– "Memory Stick PRO-HG Duo"
– SD-geheugenkaart (Klasse 4 of meer)
– SDHC-geheugenkaart (Klasse 4 of meer)
– SDXC-geheugenkaart (Klasse 4 of meer)
• Vastgesteld is dat een geheugenkaart van 32 GB
van "Memory Stick PRO Duo" en van 64 GB van
SD-kaart in deze camcorder kunnen worden
gebruikt.
• In deze handleiding worden "Memory Stick PRO
Duo" en "Memory Stick PRO-HG Duo" allebei
"Memory Stick PRO Duo" en een SDgeheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en SDXCgeheugenkaart "SD-kaart" genoemd.
Opmerkingen
• U kunt MultiMediaCard niet gebruiken.
• Beelden die zijn vastgelegd op een SDXC-geheugenkaart
kunnen niet worden geïmporteerd of afgespeeld op
computers of AV-apparaten die niet geschikt zijn voor
exFAT*. Controleer of het apparaat geschikt is voor exFAT
voordat u het op de camcorder aansluit. Als u uw
camcorder op een ongeschikt apparaat aansluit, zult u
misschien worden gevraagd de kaart te formatteren.
Formatteer nooit de kaart als reactie op deze melding,
omdat alle gegevens op de kaart zullen worden gewist, als
u dat doet.
* exFAT is het bestandssysteem dat wordt gebruikt op
SDXC-geheugenkaarten.
De grootte van de geheugenkaarten die u
kunt gebruiken
U kunt in deze camcorder alleen "Memory Stick
PRO Duo" gebruiken die half zo groot zijn als een
standaard "Memory Stick", of standaard-grootte
SD-kaarten.
Opnamen maken en weergeven
Opnamen maken
Films
1 Houd de groene knop ingedrukt en zet de aan/
uit-schakelaar op ON.
2
Druk op START/STOP.
PHOTO
Lamp voor stilstaande beelden
MODE
[STBY] t [REC]
Aan/Uit-schakelaar
START/STOP
Druk weer op START/STOP als u het opnemen
wilt stoppen.
Opmerkingen
• De camcorder kan gedurende ongeveer 13 uur
ononderbroken films opnemen.
• Als een filmbestand tijdens het opnemen groter wordt dan 2
GB, deelt de camcorder het bestand in stukken en maakt
automatisch een nieuw bestand aan.
• De camcorder schrijft in de hierna genoemde status
gegevens op de geheugenkaart. Daarom mag u uw
camcorder dan niet schudden of stoten, of de accu
verwijderen of de netspanningsadapter loskoppelen.
– Wanneer het toegangslampje brandt of knippert
– Wanneer het opnamepictogram wordt getoond
• De camcorder heeft de gemotoriseerde zoomfunctie niet.
• Houd de lens tijdens het maken van opnamen met uw
linkerhand vast (wanneer u geen statief gebruikt). Let erop
dat u met uw vingers de microfoon niet raakt.
Tips
• Als u het geluid van de camcorder en de lens in werking
niet wilt opnemen bij films, kunt u het opnemen van geluid
uitschakelen. Druk op MENU en selecteer daarna
[Instellingen] t [Filmgeluid opnemen] t [Uit].
• U kunt de beeldkwaliteit van films wijzigen door op MENU te
drukken en daarna [Filmmodus/Beeldform.] t
[Filmmodus] te selecteren.
Vervolg
NL
23
Opnamen maken en weergeven
Filmlamp
Opnamen maken (Vervolg)
Stilstaande beelden
1 Houd de groene knop ingedrukt en zet de aan/
uit-schakelaar op ON.
2
Schakel de
(stilstaande beelden) -lamp in
door op MODE te drukken.
3
Pas de scherpstelling aan door licht op PHOTO
te drukken en druk daarna door.
Scherpstellingsindicator
Scherpstellingsindicator
De scherpstellingsindicator toont de status door te
gaan branden, te knipperen of van vorm te
veranderen.
z brandt:
Scherpstelling vergrendeld.
brandt: Scherpstelling is bevestigd. Het
scherpstelpunt beweegt doordat het
een bewegend onderwerp volgt.
brandt: Nog bezig met scherpstellen.
z knippert: De camcorder kan niet automatisch op
het onderwerp scherpstellen. Maak
opnieuw een compositie van de
opname of kies een andere instelling
voor het scherpstellen.
Opmerkingen
• U kunt geen stilstaande beelden maken in de
filmopnamestand.
• De camcorder kan geen beelden vastleggen in de
portretstand, die beschikbaar is op digitale SLR-camera's.
• Het zal misschien moeilijk scherpstellen zijn in de volgende
situaties:
– Het is donker en het onderwerp is ver weg.
– Er is maar weinig contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond.
– Het onderwerp is zichtbaar door glas heen.
– Het onderwerp beweegt snel.
– Het onderwerp reflecteert licht, bijvoorbeeld een spiegel,
of heeft glimmende oppervlakken.
– Het onderwerp knippert.
– Het onderwerp wordt van achteren belicht.
24 NL
Tip
• U kunt het beeldformaat van stilstaande beelden wijzigen
door op MENU te drukken en daarna [Filmmodus/
Beeldform.] t [Beeldformaat] te selecteren.
Opnamefuncties
Aanpassingen met de lens
Lens
Zoomring
Schakelaar
zoomvergrendeling
Scherpstelring
Welke bedieningshandelingen en
bedieningsmethoden beschikbaar zijn is
afhankelijk van de lens die op het toestel zit. De
volgende bedieningshandelingen zijn beschikbaar
met de lens die bij uw camcorder is geleverd.
Zoomring
Opmerking
• Pak de lenscilinder wanneer deze bij het uitzoomen naar
buiten komt, niet vast en oefen er geen stevige kracht op uit.
Hierdoor zou de lens beschadigd kunnen raken.
Scherpstelring
Bedieningspaneel
In de stand voor het handmatig scherpstellen
draait u de scherpstelring naar links of naar rechts
zodat het onderwerp scherp wordt.
Schakelaar zoomvergrendeling
Deze schakelaar voorkomt dat de lenscilinder
uitschuift door zijn eigen gewicht, wanneer de lens
wordt vervoerd, enz. Draai de zoom-ring terug naar
de W-zijde en vergrendel de schakelaar door deze
naar V te schuiven. U ontgrendelt de schakelaar
weer door deze terug te zetten in de
oorspronkelijke positie.
Instellingen met behulp van het
bedieningspaneel
In het menu kunt u diverse functies instellen.
Functies die u vaak zult gebruiken, zijn aan de
volgende knoppen toegewezen.
MENU
Deze knop brengt het menu op het scherm. In het
menu kunt u de instellingen van de camcorder
wijzigen en diverse functies gebruiken. Zie
bladzijde 43 voor de menulijst.
Vervolg
NL
25
Opnamen maken en weergeven
Draai de zoomring naar links of naar rechts en
besluit hoe groot het onderwerp in beeld moet
komen. U moet in- of uitzoomen voordat u
scherpstelt.
Opnamefuncties (Vervolg)
DISP
FINDER/LCD
Met deze knop wijzigt u de informatie die op het
scherm wordt getoond tijdens het opnemen of
weergeven.
Opnamestand
(Basisinfo wrg./Histogram/Geen info)
Weergavestand
(Basisinfo wrg./Detailinfo wrg./Geen info)
Met deze knop bepaalt u waar u het beeld toont.
(Zoeker/LCD-monitor)
WB
Met deze knop kunt u de instelling voor de
witbalans selecteren afhankelijk van de
lichtcondities van de omgeving. U kunt ook de
witbalans naar eigen voorkeur aanpassen.
(Aut. witbalans/Daglicht/Schaduw/Bewolkt/
Gloeilamp/TL-licht/Flitslicht/Kl.temp./Filter/Eigen/
Eigen instelling)
GAIN
Filmstand: Stelt de gain in.
Met deze knop kunt u de gain laten toenemen
wanneer u opnamen maakt op plaatsen met weinig
licht. Selecteer de gain-waarde van uw keuze
wanneer u niet wilt dat de gain toeneemt met de
[Automatisch]-instelling.
(Automatisch/ 0dB tot 27dB)
De camcorder stelt een Gain tussen 0 dB en 21 dB
automatisch in met [Automatisch].
Stilstaande-beeldenstand: Stelt de ISOgevoeligheid in.
Met deze knop kunt u de lichtgevoeligheid voor het
maken van stilstaande beelden instellen.
(ISO AUTO/200 tot 12800)
De camcorder stelt een ISO tussen ISO 200 en ISO
1600 automatisch in met [ISO AUTO].
Met deze knop kunt u de helderheid van het gehele
beeld corrigeren (belichtingscorrectie).
(–2,0EV tot +2,0EV)
Met deze knop toont u de beeldenlijst in
weergavestand.
FOCUS
Met deze knop kunt u de stand voor de
scherpstelling wijzigen. (Aut. scherpst./D. handm.
sch.*/H. scherpst.)
26 NL
Met een druk op deze knop geeft u beelden weer.
* Alleen stilstaand beeld
Belichtingsstand
Door de sluitertijd en het diafragma te wijzigen
verbreedt u het bereik van visuele expressie.
Druk op het instelwiel.
2
Selecteer het bestand van uw keuze door het
instelwiel te draaien en druk daarna op het
instelwiel.
Autom. programma (P)
Helderheid door de belichting aan te passen
In deze stand worden het diafragma en de
sluitertijd automatisch aangepast en u kunt Gain/
ISO, Creatieve stijl, Witbalans, enz., instellen en
aanpassen aan uw wensen.
Diafragmavoorkeuze (A)
Onderbelichting
Overbelichting
Belichting
Licht kan bijvoorbeeld gedurende een kortere tijd
bij een snellere sluitertijd worden vastgelegd,
wanneer de sluiter korter openstaat. Een gevolg
daarvan is dat het beeld donkerder zal zijn. Als u
het beeld helderder wilt maken is het nodig een
correctie toe te passen voor het gebrek aan licht
door het diafragma te openen, zodat meer licht
wordt vastgelegd, zolang de sluiter open staat.
"Belichting" is de aanpassing van de helderheid die
wordt uitgevoerd voor het vastleggen van beelden
door een combinatie van de sluitertijd en het
diafragma, zoals hierboven wordt beschreven.
Deze camcorder heeft 4 belichtingsstanden,
[Autom. programma], [Diafragmavoorkeuze],
[Sluitertijdvoorkeuze] en [Handm. belichting]. U
kunt als volgt een stand selecteren.
In deze stand kunt u de waarde van het diafragma
aanpassen door het instelwiel te draaien. De
sluitertijd wordt automatisch aangepast.
• Door het diafragma te openen kunt u
scherpstellen op het onderwerp en voorwerpen
en personen voor en achter het onderwerp
onscherp maken. Hoe verder u het diafragma
opent, des te smaller wordt het scherpstelbereik.
(Er ontstaat minder scherptediepte.)
• Door het diafragma te sluiten kunt u de diepte
van de omgeving weergeven. Hoe minder het
diafragma geopend is, des te breder wordt het
scherpstelbereik van voor naar achter. (Er
ontstaat meer scherptediepte.)
Sluitertijdvoorkeuze (S)
In deze stand kunt u de waarde van de sluitertijd
aanpassen door het instelwiel te draaien. De
diafragmawaarde wordt automatisch aangepast.
• Wanneer u een snellere sluitertijd gebruikt, lijkt
het of een bewegend onderwerp, zoals een
hardloper, auto's of de branding van de zee, is
stilgezet.
Vervolg
NL
27
Opnamen maken en weergeven
Visuele expressie wordt verbeterd door de juiste
combinatie van sluitertijd en diafragma toe te
passen. De beweging van het onderwerp en de
manier waarop op het onderwerp wordt
scherpgesteld, worden bepaald door de sluitertijd
en het diafragma. Tegelijkertijd bepalen de
sluitertijd en het diafragma de helderheid van het
beeld door de belichting, d.i. de hoeveelheid licht
die wordt vastgelegd door de beeldsensor en is de
belangrijkste factor voor verbetering van
vastgelegde beelden, te corrigeren.
1
Belichtingsstand (Vervolg)
• Wanneer u een langzamere sluitertijd gebruikt
wordt een achter het onderwerp aan slepend
spoor van de beweging vastgelegd waardoor
een natuurlijker en dynamischer beeld ontstaat.
Handm. belichting (M)
In deze stand kunt u de belichting van uw keuze
instellen door zowel het diafragma als de sluitertijd
aan te passen. Selecteer één van deze items door
op V te drukken en stel de waarde van uw keuze in
door het instelwiel te draaien.
Beschikbare handmatige instelling in elk van
de belichtingsstanden (met een lens met
Montagestuk E)
Handmatige instelling
Belichtingsstand
A
S
M
P
✓
–
✓
–
Sluitertijd
–
✓
✓
–
Gain/ISO-gevoeligheid
✓
✓
✓
✓
Belichtingscorrectie
✓
✓
Diafragma
✓
✓: Kan worden ingesteld in standby en tijdens het maken van
opnamen
–: Wordt automatisch ingesteld
Lenzen met Montagestuk A
U zult sommige lenzen met een Montagestuk A
misschien niet kunnen gebruiken. Ga, als u meer
wilt weten over de geschiktheid van een lens met
een Montagestuk A, naar de Sony-website in uw
land of vraag advies aan uw Sony-leverancier of
het erkende Sony-servicecentrum bij u in de buurt.
28 NL
Weergave
Weergave vanuit de filmopnamestand
1
Druk op
(Afspelen).
Het indexscherm verschijnt.
2
Selecteer het beeld dat u wilt weergeven door
op v/V/b/B te drukken en druk op het
instelwiel.
1
Druk op
(Afspelen).
Het scherm met een enkel beeld verschijnt.
2
Selecteer met een druk op b/B het beeld dat u
wilt weergeven.
Vergroot het beeld door op het instelwiel te
drukken.
Toon het indexscherm door op V ( / ) te
drukken.
Een beeld wissen
Selecteer het beeld dat u wilt wissen. Druk op
FOCUS en op het instelwiel.
Bedieningshandelingen voor het weergeven
Pauze
Druk op het instelwiel.
Snel vooruit
Druk op B of draai het
instelwiel omlaag.
Snel terug
Druk op b of draai het
instelwiel omhoog.
Langzaam vooruit
Pauze en draai het instelwiel
omlaag.
Langzaam terug
Pauze en draai het instelwiel
omhoog.
Het geluidsvolume
aanpassen
Druk op MENU en pas aan
met v/V.
Afsluiten
Druk op
(Afspelen).
Tip
• U kunt de beelden die u wilt wissen, selecteren. Druk op
MENU en selecteer daarna [Afspelen] t [Wissen] t
[Meerdere films]/[Meerdere stilst. b.].
Vervolg
NL
29
Opnamen maken en weergeven
Selecteer, als u stilstaande beelden wilt
bekijken,
(stilstaande beelden) door op
b/V te drukken en druk daarna op het
instelwiel.
Weergave vanuit de opnamestand voor
stilstaande beelden
Weergave (Vervolg)
Weergeven op een TV-toestel
Als u de beelden die u met de camcorder hebt
gemaakt, op een TV-toestel wilt bekijken, hebt u
een HDMI-kabel (los verkrijgbaar) en een HD-TV
met HDMI-aansluiting nodig. Raadpleeg ook de
gebruiksaanwijzing die bij de TV is geleverd.
1
Schakel zowel de camcorder als het TV-toestel
uit.
2
Sluit de camera aan op de TV met een HDMIkabel (los verkrijgbaar).
1 Naar de HDMI-aansluiting
HDMI-kabel
2 Naar de HDMIaansluiting
3
Zet de TV aan en kies een ander
ingangssignaal.
4
Zet de camcorder aan en druk op
(Afspelen).
De beelden die met de camcorder zijn
vastgelegd, verschijnen op het TV-scherm.
Selecteer het beeld van uw keuze met v/V/b/B
en het instelwiel.
Opmerkingen
• Gebruik een HDMI-mini-aansluiting aan het ene einde (voor
de camcorder) en een stekker die geschikt is voor de
aansluiting op uw TV-toestel aan het andere einde.
• Er wordt geen beelden weergegeven in de zoeker en op de
LCD-monitor wanneer signalen worden uitgestuurd via de
HDMI-aansluiting.
• Sommige apparaten zullen mogelijk niet goed werken.
• Gebruik een HDMI-kabel met het HDMI-logo.
• Sluit de uitgangsconnector van het apparaat niet aan op de
HDMI-aansluiting op de camcorder. Dit kan een storing
veroorzaken.
• Er kunnen alleen signalen worden uitgestuurd van de
camcorder naar een TV-toestel via de HDMI-aansluiting.
• Deze camcorder is niet geschikt voor "BRAVIA" Sync.
30 NL
Over "PhotoTV HD"
Deze camcorder is geschikt voor de norm
"PhotoTV HD".
Als u apparaten van Sony die geschikt zijn voor
PhotoTV HD, aansluit met een HDMI-kabel (los
verkrijgbaar), kunt u genieten van een compleet
nieuwe wereld van foto's in adembenemende Full
HD-kwaliteit.
"PhotoTV HD" biedt een zeer gedetailleerde
uitdrukking van subtiele patronen en kleuren, zoals
op foto's. Raadpleeg de bij de TV geleverde
gebruiksaanwijzing voor meer informatie.
Bewerken op de computer
Functies van de
bijgeleverde software
De computer
voorbereiden
Met de software op de CD-ROM (bijgeleverd) kunt
u het volgende doen.
Aanbevolen computeromgeving
"PMB" (Picture Motion Browser) (alleen voor
Windows)
U kunt:
• Beelden importeren die zijn vastgelegd met de
camcorder en deze op de computer weergeven.
• Beelden op een computer ordenen en bekijken
en met behulp van een kalender sorteren op
opnamedatum.
De volgende computeromgeving wordt aanbevolen
wanneer u de bijgeleverde software gebruikt.
Microsoft Windows XP1) SP3/
Windows Vista2) SP2/Windows 7
CPU
Intel Core Duo 1,66 GHz of sneller,
of Intel Core 2 Duo 1,66 GHz of
sneller (Intel Core 2 Duo 2,26 GHz
of sneller voor het verwerken van FX
24M/FH 17M-films)
Voor de volgende
bedieningshandelingen is Intel
Pentium III 1 GHz of sneller
voldoende:
– De films en stilstaande beelden
importeren op de computer
– Een Blu-ray Disc/AVCHD-disc maken
– Een disc kopiëren
Software
DirectX 9.0c of later (Dit product is
gebaseerd op DirectX-technologie.
DirectX moet zijn geïnstalleerd.)
Geheugen
Voor Windows XP: 512 MB of meer
(1 GB of meer wordt aanbevolen.)
Voor Windows Vista/Windows 7:
1 GB of meer
Vaste schijf
Vrije ruimte op de vaste schijf nodig
voor installatie:
Ongeveer 500 MB (10 GB of meer
kan nodig zijn wanneer u een
AVCHD-disc maakt. 50 GB
maximaal kan nodig zijn wanneer u
een Blu-ray Disc maakt.)
Scherm
Minimaal 1024 × 768 beeldpunten
Overige
USB-poort (deze moet standaard
voorhanden zijn, Hi-Speed USB
(geschikt voor USB 2.0)), Blu-ray
Disc/DVD-brander (CD-ROMstation is nodig voor installatie)
Een NTFS- of exFAT-bestandssysteem
wordt aanbevolen als
bestandssysteem voor de harde schijf.
Leren hoe u "PMB" moet gebruiken
Klik op het PMB Help-pictogram dat na de
installatie op het bureaublad wordt weergegeven.
Of klik vanuit het startmenu op [start] t [Alle
programma's] t [PMB] t [PMB Help].
De functies van "PMB" worden duidelijk uitgelegd
aan de hand van afbeeldingen en illustraties in
kleur. U kunt ook met behulp van een sleutelwoord
zoeken naar informatie.
Vervolg
NL
31
Bewerken op de computer
Besturingssysteem
(vooraf geïnstalleerd)
De computer voorbereiden (Vervolg)
1)
2)
64-bit-edities en Starter (Edition) worden niet ondersteund.
Windows Image Mastering API (IMAPI) Ver.2.0 of later is
nodig als u de functie voor het maken van discs wilt
gebruiken.
Starter (Edition) wordt niet ondersteund.
Opmerkingen
• Formatteer de geheugenkaart in de camcorder niet vanaf
de computer. De geheugenkaart zal dan misschien niet
goed werken.
• Deze camcorder legt High Definition-beelden vast in het
AVCHD-formaat. Met behulp van de bijgesloten PCsoftware kunt u High Definition-beelden kopiëren op DVDmedia. DVD-media die AVCHD-beelden bevatten, mogen
echter niet met DVD-spelers of -recorders worden gebruikt,
omdat de DVD-speler/-recorder dan misschien de media
niet uitwerpt en misschien de inhoud ervan zonder
waarschuwing wist.
• Het is niet zeker dat u deze functie in alle
computeromgevingen kunt gebruiken.
Wanneer u Macintosh gebruikt
De bijgeleverde software "PMB" ondersteunt
Macintosh niet. Neem, als u de films en stilstaande
beelden wilt importeren op de computer, contact
op met Apple Inc.
"PMB" installeren
• Meldt u aan als Beheerder voor de installatie.
• Sluit alle applicaties die actief zijn op de
computer, voordat u de software installeert.
1
Controleer of de camcorder niet op de
computer is aangesloten.
2
3
Zet de computer aan.
Plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het discstation van de computer.
Het installatiescherm verschijnt.
Klik, als het scherm niet verschijnt, op [start] t
[Computer] (in Windows XP, [Deze computer])
en dubbelklik vervolgens op [SONYPMB(E:)]
(CD-ROM)*.
* Drive-afbeelding (bijvoorbeeld (E:)) kan verschillen
afhankelijk van de computer die u gebruikt.
4
5
6
Klik op [Installeren].
Selecteer het land/de regio.
Selecteer de taal voor de te installeren
applicatie en klik daarna op [OK].
32 NL
7
Bevestig de licentie-overeenkomst en als u de
bepalingen aanvaardt, verander
dan in
,
en klik op [Volgende] t [Installeren].
8
Zet de camcorder aan en sluit de camcorder
vervolgens met de USB-kabel (bijgeleverd) aan
op de computer.
• Wanneer de camcorder is aangesloten op
een computer, verschijnt er niets op de LCDmonitor en in de zoeker. Dit is geen storing.
9 Druk op (Afspelen) op de camcorder.
10Klik op [Doorgaan] op het computerscherm.
11Volg de aanwijzingen op het scherm die u
helpen de software te installeren.
• Als het installatiescherm van andere software
verschijnt, volg dan de instructies op het scherm.
• Start de computer opnieuw op, als dat nodig is voor het
voltooien van de installatie.
Wanneer de installatie is voltooid, zullen de
pictogrammen van de volgende geïnstalleerde
software verschijnen.
"PMB"
"PMB Launcher"
"PMB Help"
• Er kunnen ook andere pictogrammen verschijnen.
• Afhankelijk van de installatieprocedure kunnen er ook geen
pictogrammen verschijnen.
Opmerkingen
• Als u discs wilt aanmaken in Windows XP, is de Windows
Image Mastering API (IMAPI) Ver.2.0 of later nodig. Als de
software niet is geïnstalleerd, selecteer deze dan uit de lijst
van vereiste software in het installatiescherm en installeer
de software volgens de instructies die op het scherm
worden weergegeven. U kunt de software ook installeren
aan de hand van de melding die verschijnt wanneer u de
software probeert op te starten. U kunt de software alleen
installeren als uw computer is aangesloten op Internet.
• Het is belangrijk dat u vanaf de computer toegang krijgt tot
de camcorder met "PMB" (bijgeleverd). Als u probeert de
bestanden en mappen op de camcorder direct vanaf de
computer te beheren, kunnen de beeldbestanden
beschadigd raken of zullen zij misschien niet kunnen
worden afgespeeld.
• Het is belangrijk dat u "PMB" gebruikt voor het importeren
van lange films of bewerkte films. Ze zullen misschien niet
goed worden geïmporteerd door andere software.
• Sony is niet aansprakelijk voor de gevolgen van het
beheren van de gegevens op de opname-media in de
camcorder vanaf de computer.
• Wis beeldbestanden van de opname-media in de
camcorder, zoals wordt beschreven op bladzijde 29 of met
[Wissen] in het menu. Wis ze niet vanaf de computer. Sony
is niet aansprakelijk voor de gevolgen van dergelijke
bedieningshandelingen.
Beelden importeren op
de computer
• Kopieer bestanden niet vanaf de computer naar de
opname-media in de camcorder. Sony is niet aansprakelijk
voor de gevolgen van dergelijke bedieningshandelingen.
De camcorder loskoppelen van de computer
1
2
Klik op het
-pictogram en rechts onderaan
op het bureaublad van de computer t [USBapparaat voor massaopslag veilig verwijderen].
U kunt films en stilstaande beelden die u hebt
vastgelegd op de camcorder, importeren op een
computer. Zet van tevoren de computer aan.
Opmerking
• Sluit de camcorder via de netspanningsadapter aan op het
stopcontact (bladzijde 15).
1
Koppel de USB-kabel los.
Zet de camcorder aan en sluit het toestel
vervolgens met de USB-kabel (bijgeleverd) aan
op de computer.
1 naar de USB-aansluiting
2 naar de USBaansluiting
• Wanneer de camcorder is aangesloten op
een computer, verschijnt er niets op de LCDmonitor en in de zoeker. Dit is geen storing.
2
Druk op
(Afspelen) op de camcorder.
Het importscherm verschijnt op de computer.
3
Klik op [Importeren].
Films en stilstaande beelden worden op de
computer geïmporteerd. Wanneer dat is
voltooid, verschijnt het "PMB"-scherm.
Zie "PMB Help" voor informatie.
Tip
• U kunt films in High Definition-beeldkwaliteit (HD)
exporteren van de computer naar de geheugenkaart in de
camcorder. Zie "PMB Help" voor informatie.
NL
33
Bewerken op de computer
USB-kabel
(bijgeleverd)
Aanvullende informatie
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met de camcorder,
probeer dan de volgende oplossingen.
1 Controleer de punten op de bladzijden 34 tot
36. Raadpleeg ook "Handycam"-handboek
(PDF).
2 Verwijder de accu, wacht ongeveer 1 minuut,
plaats de accu weer en zet het toestel aan.
3 Reset de instellingen (bladzijde 47).
4 Neem contact op met uw Sony-dealer of de
plaatselijke technische dienst van Sony.
Accu en voeding
Het lukt niet de accu te bevestigen.
• U kunt NP-FV30/FV50 niet gebruiken.
De indicator van het resterend
accuvermogen geeft aan dat de accu
voldoende vermogen heeft, maar het
vermogen raakt te snel op.
• Dit doet zich voor wanneer u de camcorder op
een zeer warme of koude plaats gebruikt.
• De accu is leeg. Bevestig een opgeladen accu
(bladzijde 14).
• De accu is niet meer bruikbaar. Vervang de accu
door een nieuwe.
De camcorder kan niet worden ingeschakeld.
• Bevestig de accu op juiste wijze (bladzijde 14).
• De accu is leeg. Bevestig een opgeladen accu
(bladzijde 14).
• De accu is niet meer bruikbaar. Vervang de accu
door een nieuwe.
• Steek de stekker van de netspanningsadapter in
het stopcontact (bladzijde 15).
De camera schakelt zichzelf plotseling uit.
• Wanneer de camcorder of de accu te warm is,
toont de camcorder een waarschuwingsbericht
34 NL
en schakelt zichzelf uit om de camcorder te
beschermen.
• Als u 5 minuten of langer de camcorder niet
bedient, schakelt het toestel over naar de
energiespaarstand. U kunt de
energiespaarstand annuleren door de
camcorder te bedienen, bijvoorbeeld door het
LCD-scherm te openen/sluiten.
Het CHARGE-lampje knippert wanneer u de
accu oplaadt op de bijgeleverde acculader.
• Als u een accu oplaadt die lang niet is gebruikt,
zal het CHARGE-lampje misschien knipperen.
• Als het CHARGE-lampje snel knippert (ongeveer
om de 0,15 seconden)
Verwijder de accu en bevestig accu weer stevig.
Als het lampje dan weer snel knippert, zal er wel
iets niet in orde zijn met de accu.
• Als het CHARGE-lampje langzaam knippert
(ongeveer om de 1,5 seconden)
De omgevingstemperatuur is buiten het bereik
dat geschikt is voor het laden van de accu. Laad
de accu op bij geschikte temperaturen tussen
10 °C en 30 °C.
Opnamen maken
Nadat de camcorder is ingeschakeld, wordt
niets afgebeeld in de zoeker of op de LCDmonitor.
• Als u 5 minuten of langer de camcorder niet
bedient, schakelt het toestel over naar de
energiespaarstand. U kunt de
energiespaarstand annuleren door de
camcorder te bedienen, bijvoorbeeld door het
LCD-scherm te openen/sluiten.
• De camcorder toont beelden in de zoeker of op
de LCD-monitor. U kunt door op de FINDER/
LCD-knop te drukken overschakelen tussen de
zoeker en de LCD-monitor.
De camcorder gaat geen beelden opnemen
wanneer u op de START/STOP- of PHOTOknop drukt.
• De camcorder staat in de weergavestand.
Schakel het lampje in van de opnamestand van
uw keuze door op de MODE-knop te drukken
(bladzijde 23).
• De camcorder is bezig met het wegschrijven op
de geheugenkaart van het beeld dat u zojuist
hebt gemaakt. Gedurende die tijd kunt u geen
nieuw beeld maken.
• Er is geen lege ruimte op de geheugenkaart. Wis
beelden die u niet wilt bewaren (bladzijde 29).
• Het totaalaantal filmscènes overschrijdt de
opnamecapaciteit van de camcorder. Wis
beelden die u niet wilt bewaren (bladzijde 29).
• De lens is niet goed op het toestel gezet.
Bevestig de lens weer (bladzijde 17).
Het opnemen duurt erg lang.
• De ruisonderdrukkingsfunctie is in werking. Dit is
geen storing.
Het beeld is onscherp.
De datum en tijd worden onjuist vastgelegd.
• Stel de juiste datum en tijd in (bladzijde 19).
• Het gebied dat is geselecteerd met [Tijdzone
instellen] verschilt van het feitelijke gebied. U
kunt het werkelijke gebied instellen door op de
MENU-knop te drukken en vervolgens
[Instellingen] t [Tijdzone instellen] te
selecteren.
De diafragmawaarde en/of de sluitertijd
knipperen wanneer u de PHOTO-knop half
indrukt.
• Omdat het onderwerp te helder of te donker is,
ligt het buiten het beschikbare bereik van de
camcorder. Pas de instellingen opnieuw aan.
• De foto is genomen onder een sterke lichtbron
waarbij veel te veel licht in de lens is gevallen.
Bevestig een zonnekap bij gebruik van de
zoomlens.
De hoeken van de foto zijn te donker.
• Verwijder het filter of de zonnekap. Door de dikte
van het filter en een onjuiste bevestiging van de
lenskap kan het filter of de lenskap gedeeltelijk
zichtbaar zijn in het beeld. De optische
eigenschappen van bepaalde lenzen kunnen
ertoe leiden dat de rand van het beeld te donker
lijkt (onvoldoende licht).
Punten verschijnen en blijven op de LCDmonitor.
• Dit is geen storing. Deze punten worden niet
vastgelegd (bladzijde 8).
De belichtingswaarde knippert in de LCDmonitor.
• Het onderwerp is te fel verlicht of te donker voor
het lichtmeetbereik van de camcorder.
Weergave
Het lukt niet beelden weer te geven.
• De map-/bestandsnaam is veranderd op een
computer.
• Wanneer een beeldbestand is verwerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand is
vastgelegd op een ander model dan dat van uw
camcorder, is niet gegarandeerd dat het
beeldbestand op uw camcorder kan worden
weergegeven.
• De camcorder staat in de USB-stand. Verbreek
de USB-aansluiting (bladzijde 33).
Vervolg
NL
35
Aanvullende informatie
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij.
Controleer de minimale afstand waarop de lens
kan scherpstellen.
• U maakt opnamen in de stand voor handmatig
scherpstellen. Selecteer de stand voor
automatische scherpstelling door op de FOCUSknop te drukken.
• Er is onvoldoende omgevingslicht.
• Voor het onderwerp is mogelijk speciale
scherpstelling vereist. Gebruik de functie
Handmatig scherpstellen.
Het beeld is wittig (Schittering).
Er verschijnt een lichtwaas op het beeld
(schaduwbeeld).
Problemen oplossen (Vervolg)
Opnametijd/aantal
beelden
Computer
Opname-/weergavetijd van films
voor een accu
Het is niet zeker of het besturingssysteem
geschikt is voor de camcorder.
• Controleer "Aanbevolen computeromgeving"
(bladzijde 31).
De tabel toont de tijd bij benadering die
beschikbaar is bij gebruik van een volledig
geladen accu.
(Eenheid: minuten)
De computer herkent de camcorder niet.
• Controleer of de camcorder aanstaat.
• Wanneer de accu bijna leeg is, bevestigt u een
opgeladen accu of sluit u de
netspanningsadapter aan.
• Gebruik de USB-kabel (bijgeleverd) voor de
verbinding.
• Koppel de USB-kabel los en sluit deze daarna
weer stevig aan.
• Koppel alle apparatuur behalve de camcorder,
het toetsenbord en de muis los van de USBaansluitingen van uw computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer
en niet via een USB-hub of ander apparaat.
Overige
"Gegevens worden hersteld. Een ogenblik
geduld a.u.b..." wordt op het scherm
aangeduid en het opnemen stopt.
• Het opnemen en wissen van gegevens is te vaak
herhaald op de geheugenkaart, of de
geheugenkaart is geformatteerd op een ander
apparaat. Sla de gegevens eerst op de harde
schijf van een computer, enz. op, en formatteer
daarna de geheugenkaart op uw camcorder
(bladzijde 47).
• De schrijfsnelheid van de geheugenkaart die u
gebruikt, is niet voldoende voor de
opnamesnelheid van films van uw camcorder.
Gebruik één van de aanbevolen
geheugenkaarten (bladzijde 22).
Er verschijnt niets op de LCD-monitor en in
de zoeker van de camcorder.
• Wanneer de camcorder met de USB-kabel is
aangesloten op een computer of op een ander
apparaat, verschijnt er niets op de LCD-monitor
en in de zoeker. Dit is geen storing. Het scherm
wordt ingeschakeld wanneer u het apparaat
loskoppelt.
36 NL
Accu
Ononderbro- Gebruikelij- Weergave
ken opname ke opname
NP-FV70
(bijgeleverd)
155
95
295
NP-FV100
330
205
625
• [Filmmodus] is ingesteld op [FH 17M].
• Gebruikelijke opnametijd toont de tijd wanneer u het
opnemen herhaaldelijk start/stopt, een andere lamp voor de
stand inschakelt, enz.
• Bij een omgevingstemperatuur van 25 °C. U wordt
geadviseerd de accu te gebruiken bij een
omgevingstemperatuur tussen 10 °C en 30 °C.
• De opname-/weergavetijd zal bij lage temperaturen korter
zijn.
• De opname-/weergavetijd kan afhankelijk van de
gebruikscondities korter zijn.
Geschatte opnametijd van films
(Eenheid: minuten)
Filmmodus 2 GB
4 GB
8 GB
16 GB 32 GB
FX
10
(10)
20
(20)
40
(40)
90
(90)
180
(180)
FH
10
(10)
25
(25)
55
(55)
115
(115)
235
(235)
HQ
25
(20)
55
(40)
115
(80)
235
(170)
470
(340)
Opmerkingen
• De opnametijd zal variëren afhankelijk van de
opnamecondities en de onderwerpen.
• Het getal bij ( ) is het minimum voor de opnametijd.
Voorzorgsmaatregelen
De LCD-monitor
Tips
• U kunt films opnemen van maximaal 3.999 scènes.
• De camcorder kan gedurende ongeveer 13 uur
ononderbroken films opnemen.
• De camcorder gebruikt het VBR (Variable Bit Rate)-formaat
voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit aan
de opnamescène. Deze technologie veroorzaakt
schommelingen in de opnametijd van de geheugenkaart.
Films die snelbewegende en ingewikkelde beelden
bevatten, worden vastgelegd bij een hogere bitfrequentie
en dat vermindert de algehele opnametijd.
Geschat aantal opneembare
stilstaande beelden
Plaatsen waar u de camcorder beter niet kunt
gebruiken of opbergen
(Eenheid: beeld)
Beeldformaat 2 GB
4 GB
8 GB
300
610
1250
L: 14M
16 GB 32 GB
2550
• Op een koude plaats kunnen beelden een
schaduw vormen op de LCD-monitor. Dit is geen
storing. Wanneer u de camcorder op een koude
plaats inschakelt, kan de LCD-monitor tijdelijk
donker zijn.
• Duw niet op de LCD-monitor. De kleuren op de
LCD-monitor kunnen veranderen waardoor zich
een storing kan voordoen.
• Wanneer de camcorder in gebruik is, kan de
achterzijde van het LCD-paneel warm worden.
Dit is geen storing.
5000
• Deze cijfers zijn gebaseerd op het grootste
beeldformaat dat beschikbaar is met de camcorder.
Controleer het werkelijke aantal op te nemen beelden
op de LCD-monitor tijdens het maken van opnamen
(bladzijde 51).
Tips
• Bitfrequentie (film + audio, enz.), aantal pixels en
beeldverhouding van de verschillende opnamestanden
van films zijn de volgende.
FX: max. 24 Mbps 1920 × 1080/16:9
FH: ongev. 17 Mbps (gem.) 1920 × 1080/16:9
HQ: ongev. 9 Mbps (gem.) 1440 × 1080/16:9
• Aantal pixels en beeldverhouding van stilstaande beelden
4592×3056 beeldpunten/3:2
4592×2576 beeldpunten/16:9
3344×2224 beeldpunten/3:2
3344×1872 beeldpunten/16:9
2288×1520 beeldpunten/3:2
2288×1280 beeldpunten/16:9
Wanneer u de camcorder langere tijd niet
gebruikt
• Het is belangrijk dat u de lensdop op de
camcorder zet, wanneer u het toestel niet
gebruikt.
Vervolg
NL
37
Aanvullende informatie
• Het aantal beelden dat op een geheugenkaart kan
worden vastgelegd, is afhankelijk van de
opnamecondities.
• Op een buitengewoon hete, koude of vochtige
plaats
Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde
auto of dicht bij een verwarming, kan de
behuizing van de camcorder door de hitte
vervormd raken, waardoor er een storing kan
optreden.
• Op plaatsen onderhevig aan trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen
Als er zand in de camcorder komt, zal het toestel
niet goed werken en in sommige gevallen kan
deze storing niet worden gerepareerd.
• In de buurt van krachtige radiogolven en straling.
De camcorder zal misschien niet goed opnamen
kunnen maken.
• Dicht bij een TV-toestel, een AM- ontvanger en
tuner
Er kan ruis te zien zijn.
• Dicht bij ramen of buiten, waar de LCD-monitor,
de zoeker of de lens blootgesteld kan zijn aan
direct zonlicht.
Hierdoor raakt de binnenzijde van de zoeker of
de LCD-monitor beschadigd.
Voorzorgsmaatregelen (Vervolg)
• Zet de camcorder zo nu en dan aan en geef één
keer per maand beelden weer zodat de
camcorder lange tijd in goede conditie blijft.
• Maak de accu volledig leeg voordat u deze
opbergt.
Bedrijfstemperaturen
Deze camcorder is ontworpen voor gebruik bij
temperaturen tussen 0 °C en 40 °C. Gebruik bij
extreem lage of hoge temperaturen buiten dit
bereik wordt niet aanbevolen.
Wanneer u films afspeelt op andere
apparaten
• Deze camcorder gebruikt MPEG-4 AVC/H.264
High Profile voor het opnemen in AVCHDformaat. Films met deze camcorder vastgelegd
in AVCHD-formaat kunnen niet worden
afgespeeld op de volgende apparaten.
– Andere apparaten die geschikt zijn voor het
AVCHD-formaat, die High Profile niet
ondersteunt.
– Apparaten die niet geschikt zijn voor het
AVCHD-formaat
• Films die met deze camcorder zijn opgenomen,
zullen misschien niet normaal kunnen worden
afgespeeld op andere apparaten dan deze
camcorder. Ook zullen films die zijn vastgelegd
op andere apparaten, misschien niet goed
kunnen worden afgespeeld op deze camcorder.
Condensvorming
Als de camcorder rechtstreeks vanuit een koude
naar een warme omgeving wordt overgebracht,
kan vocht condenseren binnenin of op de
buitenkant van het toestel. Deze vochtcondensatie
kan een storing in de camcorder veroorzaken.
• Als er condensvorming optreedt
Schakel de camcorder uit en wacht ongeveer
een uur zodat het vocht kan verdampen.
• Waardoor wordt vochtcondensatie veroorzaakt
Vocht kan condenseren wanneer u uw
camcorder van een koude plaats naar een
warme plaats (of omgekeerd) brengt of wanneer
u uw camcorder gebruikt op een vochtige plaats,
zoals hieronder wordt beschreven.
– De camcorder wordt van een skihelling naar
een plaats gebracht die wordt verwarmd door
een kachel.
38 NL
– De camcorder wordt uit een auto of een vertrek
met airco naar een warme plaats buiten
gebracht.
– Na een hagel- of regenbui.
– Op een plaats waar het heet en vochtig is (bij
een warme bron, enz.)
• Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camcorder vanuit een koude naar
een warme omgeving overbrengt, verpakt u het
toestel in een goed gesloten plastic zak en laat u
het gedurende ongeveer een uur wennen aan de
nieuwe omstandigheden.
Als het opnemen/weergeven niet goed
verloopt
Als u herhaaldelijk beelden vastlegt/wist, kan er
fragmentatie van gegevens ontstaan op de
geheugenkaart. Misschien zal het niet mogelijk zijn
films op te slaan of op te nemen. Sla, als dat het
geval is, uw beelden op op een computer of een
andere opslaglocatie, en formatteer vervolgens de
geheugenkaart (bladzijde 47).
Wanneer de camcorder is aangesloten op
een computer, accessoires, enz.
• Formatteer de geheugenkaart in de camcorder
niet vanaf de computer. De geheugenkaart zal
dan misschien niet goed werken.
• Wanneer u de camcorder met kabels aansluit op
andere apparaten, controleer dan of u de juiste
stekker in de juiste richting aansluit. Als u geweld
gebruikt bij het aansluiten van een stekker, kunt u
de aansluiting beschadigen. Ook kan dat een
storing van de camcorder tot gevolg hebben.
Optionele accessoires
• U wordt geadviseerd originele Sony-accessoires
bij de camcorder te gebruiken.
• Sommige accessoires zullen misschien niet
leverbaar zijn, afhankelijk van land en regio.
De LCD-monitor reinigen
Als er vingerafdrukken of stofjes op de LCDmonitor zitten, kunt u deze het beste met een
zachte doek wegvegen.
Behandeling van de behuizing
• Als de behuizing vuil is, maak de body van de
camcorder dan schoon met een zachte doek die
u licht vochtig hebt gemaakt met water en veeg
daarna de behuizing af met een droge, zachte
doek.
• Voorkom beschadiging van de afwerklaag:
– Houd chemicaliën zoals thinner, wasbenzine,
alcohol, doekjes met chemische preparaten,
middelen voor het verdrijven en bestrijden van
insecten en zonnebrandmiddelen weg bij het
toestel.
– Bedien de camcorder niet met de hierboven
genoemden stoffen aan uw handen.
– Berg de behuizing niet gedurende lange tijd op
waar deze in contact komt met voorwerpen van
rubber of vinyl.
De lens verzorgen en opbergen
De interne oplaadbare batterij
Deze camcorder is uitgerust met een interne,
oplaadbare batterij voor het instandhouden van de
datum en tijd en ook van andere instellingen,
ongeacht of de camcorder is ingeschakeld of niet
en of de accu in het toestel zit of niet. Deze interne
batterij wordt tijdens het gebruik van de camcorder
voortdurend opgeladen. Als u de camcorder
echter slechts korte perioden gebruikt, loopt de
accu geleidelijk leeg, en als u de camcorder
ongeveer 3 maanden in het geheel niet gebruikt,
loopt de accu helemaal leeg. In dat geval moet u
de oplaadbare batterij opladen voordat u de
camcorder gaat gebruiken. Zelfs als u de
oplaadbare batterij niet oplaadt, kunt u de
camcorder toch gebruiken zolang u de datum en
tijd niet opneemt. Als de camcorder de instellingen
iedere keer dat u de interne oplaadbare accu
oplaadt, opnieuw instelt op de
standaardinstellingen, is de interne oplaadbare
De geheugenkaart weggooien of overdragen
Zelfs als u gegevens op de geheugenkaart wist of
de geheugenkaart formatteert op uw camcorder of
op een computer, zullen er misschien gegevens
niet geheel worden gewist. Wanneer u de
geheugenkaart aan iemand geeft, kunt u het beste
gegevens volledig wissen op een computer en met
behulp van software voor het wissen van
gegevens. Ook kunt u, wanneer u de
geheugenkaart weggooit, het beste het omhulsel
van de geheugenkaart kapotmaken.
Deze handleiding
• De beelden op de LCD-monitor en in de zoeker
die in deze handleiding voor illustratiedoeleinden
worden gebruikt, zijn vastgelegd met behulp van
een digitale fotocamera, en kunnen daarom
afwijken.
• De weergave op het scherm in de verschillende
lokale talen wordt gebruikt voor het illustreren van
de bedieningsprocedures. Kies zo nodig een
andere schermtaal voordat u uw camcorder in
gebruik neemt (bladzijde 19).
• Ontwerp en technische gegevens van de
camcorder en de accessoires kunnen zonder
kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
NL
39
Aanvullende informatie
• Veeg het oppervlak van de lens schoon met een
zachte doek in de volgende gevallen:
– Wanneer er vingerafdrukken op het oppervlak
van de lens zitten
– Wanneer u de lens hebt gebruikt op plaatsen
waar het warm of vochtig is
– Wanneer de lens blootgesteld is geweest aan
zilte lucht, bijvoorbeeld aan het strand
• Berg de lens op op een goed geventileerde
plaats waar weinig vuil of stof is.
• Voorkom het ontstaan van schimmel en reinig de
lens zo nu en dan, zoals hierboven wordt
beschreven.
accu misschien niet meer bruikbaar. Neem contact
op met uw Sony-dealer of de plaatselijke
technische dienst van Sony.
• Oplaadprocedure voor de interne, oplaadbare
batterij
Plaats een opgeladen accu in de camcorder of
sluit de camcorder aan op een stopcontact met
behulp van de netspanningsadapter en laat het
toestel 24 uur of langer uitgeschakeld liggen.
Technische gegevens
Body van de camcorder
[Formatteren]
Type camera:
Digitale HD-videocamera met verwisselbare
lens
Lens
Lens met Montagestuk E
[Systeem]
Videosignaal
HDTV 1080/50i specificatie
Beeldweergave op de beeldsensor:
25 frames/seconde (25p)
Video-opnameformaat
Geschikt voor MPEG-4 AVC/H.264 AVCHDformaat
Audio-opnameformaat
Dolby Digital 2ch (48 kHz 16-bit)
Dolby Digital Stereo Creator
Bestandsformaat stilstaande beelden
Geschikt voor JPEG (DCF Ver. 2.0, Exif Ver. 2.3,
MPF Baseline)
Opnamemedium (Film/Stilstaand beeld)
"Memory Stick PRO Duo"
SD-kaart (Klasse 4 of meer)
Zoeker
Elektrische zoeker: Kleur
Schermgrootte: 1,1 cm (type 0,43)
Effectief aantal pixels: 1 152 000 beeldpunten
(800 × 3[RGB] × 480)
Beeldapparaat
23,4 mm × 15,6 mm (APS-C-grootte) CMOSsensor
Totaalaantal pixels: Ongev. 14 600 000 pixels
Effectief aantal pixels van film: Ongev. 9 080 000
pixels (16:9)
Effectief aantal pixels van stilstaand beeld:
Ongev. 14 200 000 pixels (3:2)
Minimale verlichting
11 lx (lux) (Sluitertijd (1/25), Gain [Automatisch],
[F3.5])
Sluiter
Type: Elektronisch gestuurd, verticale
beweging, spleet-type
Sluitertijdbereik: 1/4000 seconde tot 30
seconden, (1/3 EV stap)
Alleen beschikbaar in de stand voor het
vastleggen van stilstaande beelden
40 NL
[Uitgangen]
HDMI OUT-aansluiting
HDMI-mini-connector
Hoofdtelefoonaansluiting
Stereo mini-aansluiting (Φ 3,5 mm)
[Ingang]
MIC-ingang
Stereo mini-aansluiting (Φ 3,5 mm)
[Ingang/uitgang]
USB
mini-B
[LCD-monitor]
Schermgrootte
7,5 cm (type 3,0, Beeldverhouding 16:9)
Totaalaantal beeldpunten
921 600 (1920 (H) × 480 (V))
[Algemeen]
Vereisten voor voeding
6,8 V gelijkstroom (accu)
7,6 V gelijkstroom (netspanningsadapter)
Gemiddeld stroomverbruik
Bij gebruik van de zoeker met normale
helderheid: 4,3 W
Bij gebruik van de LCD-monitor met normale
helderheid: 4,3 W
Bedrijfstemperatuur
0 ºC tot 40 ºC
Opslagtemperatuur
–20 ºC tot +60 ºC
Afmetingen (ongev.)
(b/h/d, zonder de bevestigingsriem)
85 mm × 130 mm × 223 mm (alleen body van de
camcorder (zonder lens))
97 mm × 132 mm × 294 mm (inclusief de lens en
de zonnekap)
Gewicht (ongev.)
Body van de camcorder: 620 g (zonder lens)
Bij het maken van opnamen: 1,3 kg (inclusief
"Memory Stick PRO Duo" en de bijgeleverde
lens, zonnekap en oplaadbare accu NP-FV70)
Lens met Montagestuk E E18-200
mm F3.5-6.3 OSS (SEL18200)
(bijgeleverd)
Gelijk aan brandpuntsafstand 35 mm-formaat1)
32,4 mm – 360 mm (16:9 film)
27 mm – 300 mm (3:2 stilstaande beelden)
F-waarde
F3,5 – F6,3
SteadyShot
Optische-verschuiving biaxiale lineaire drive en
haleffectsensor
Minimale scherpstelafstand2)
0,30 m (G) – 0,50 m (T)
Maximale vergroting
×0,35
Minimale f-stop
f/22 – f/40
Filterdiameter
67 mm
Afmetingen (maximale diameter × hoogte)
Ongev. 75,5 mm × 99,0 mm
Gewicht
Ongev. 524 g
1)
Acculader BC-VH1
Ingangsspanning
100 V - 240 V wisselstroom, 50 Hz/60 Hz, 4 W
Uitgangsspanning
8,4 V gelijkstroom, 0,28 A
Bedrijfstemperatuur
0 °C tot 40 °C
Opslagtemperatuur
–20 °C tot +60 °C
Maximale afmetingen
Ongev. 60 mm × 25 mm × 95 mm (b/h/d)
Gewicht
Ongev. 75 g
Vereisten voor voeding
100 V - 240 V wisselstroom, 50 Hz/60 Hz
Uitgangsspanning
7,6 V gelijkspanning3)
Bedrijfstemperatuur
0 °C tot 40 °C
Opslagtemperatuur
–20 °C tot +60 °C
Afmetingen:
Ongev. 127 mm × 35 mm × 63 mm (b/h/d)
exclusief uitstekende gedeelten
Gewicht
Ongev. 300 g exclusief het netsnoer
3)
Zie de label op de netspanningsadapter voor andere
technische gegevens.
Oplaadbare accu NP-FV70
Gebruikte accu
Lithium-ionaccu
Maximale uitgangsspanning
8,4 V gelijkstroom
Uitgangsspanning
6,8 V gelijkstroom
Maximale laadspanning
8,4 V gelijkstroom
Maximale laadstroom
3,0 A
Capaciteit
Gewoonlijk 14,0 Wh (2 060 mAh)
Minimum 13 Wh (1 960 mAh)
Aanvullende informatie
2)
De hierboven getoonde waarden voor gelijkwaardig 35
mm-formaat brandpuntsafstand en beeldhoek zijn voor
digitale camera's met verwisselbare lens uitgerust met een
APS-C-formaat beeldsensor.
Minimumbrandpuntsafstand is de kleinste afstand tussen
beeldsensor en onderwerp.
Netspanningsadapter
AC-PW10AM/AC-PW10
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
zijn voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
• Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
Vervolg
NL
41
Technische gegevens (Vervolg)
Over de brandpuntsafstand
De beeldhoek van deze camcorder is kleiner dan
die van een camera voor 35 mm-film. U krijgt (bij
benadering) een vergelijkbare brandpuntsafstand
van een camera met 35mm-film, en neemt onder
dezelfde beeldhoek op, door de
brandpuntsafstand van uw lens met ongeveer de
factor 1,8 (voor het opnemen van film)/factor 1,5
(voor het vastleggen van stilstaande beelden) te
verhogen. Bij een 50 mm lens kunt u bijvoorbeeld
een lens krijgen die ongeveer gelijk is aan een lens
van 90 mm (film)/75 mm (stilstaande beelden) van
een 35 mm-formaat filmcamera.
Opmerkingen over de
compatibiliteit van beeldgegevens
• Deze camcorder voldoet aan de universele DCF
(Design rule for Camera File system)-norm zoals
vastgesteld door JEITA (Japan Electronics and
Information Technology Industries Association).
• Er worden geen garanties gegeven dat beelden,
die met deze camcorder zijn opgenomen,
kunnen worden weergegeven op andere
apparatuur, of dat beelden die met andere
apparatuur zijn opgenomen of bewerkt, kunnen
worden weergegeven op uw camcorder.
Handelsmerken
• "Handycam" en
zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
• "AVCHD" en het "AVCHD"-logotype zijn
handelsmerken van Panasonic Corporation en
Sony Corporation.
• "Memory Stick",
, "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO Duo",
, "Memory Stick PRO-HG
Duo",
, "MagicGate" en
zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
• "Blu-ray Disc" en het logo zijn handelsmerken.
• Dolby en het Double-D-symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
• Microsoft, Windows, Windows Vista en DirectX
zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
42 NL
• HDMI, het HDMI-logo en High-Definition
Multimedia Interface zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van HDMI
Licensing LLC in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
• Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc.
• Intel, Intel Core en Pentium zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Intel
Corporation.
• Het SDXC-logo en SDHC-logo zijn
handelsmerken van SD-3C, LLC.
• MultiMediaCard is een handelsmerk van
MultiMediaCard Association.
• "PlayStation" is een geregistreerd handelmerk
van Sony Computer Entertainment Inc.
• Adobe is een gedeponeerd handelsmerk of een
handelsmerk van Adobe Systems Incorporated
in de Verenigde Staten en/of andere landen.
• Alle andere in deze gebruiksaanwijzing vermelde
systeem- en productnamen zijn doorgaans
handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van de betreffende ontwikkelaars
of fabrikanten. In deze gebruiksaanwijzing zijn de
aanduidingen ™ en ® echter in alle
voorkomende gevallen weggelaten.
Menulijst
Met de 6 menu-items, [Opn.modus], [Camera],
[Filmmodus/Beeldform.], [Helderheid/kleur],
[Afspelen] en [Instellingen] kunt u diverse functies
instellen en uw camcorder naar eigen inzicht
instellen.
U kunt het menu gebruiken door het met een druk
op MENU op het scherm te brengen en door items
te selecteren met het instelwiel en de v/V/b/Bknoppen op het bedieningspaneel, daarna
bevestigt u uw keuze door op het instelwiel te
drukken.
Items die niet in de context kunnen worden
ingesteld worden grijs weergegeven.
Bedieningspaneel
Aanvullende informatie
Instelwiel
Vervolg
NL
43
Menulijst (Vervolg)
Opn.modus
Hiermee kunt u een opnamestand selecteren.
Autom. programma
Hiermee kunt u instellingen aanpassen, maar niet de belichting (sluitertijd en
diafragma).
Schemeropn. uit hand*
Maakt opnamen van nachtelijke taferelen met minder ruis en onscherpte
zonder dat u een statief gebruikt.
Anti-bewegingswaas*
Zorgt ervoor dat er minder camerabeweging is wanneer u opnamen van een
wat donkere scène binnenshuis of een tele-opname maakt.
Handmatige belichting
Past het diafragma en de sluitertijd aan.
Sluitertijdvoorkeuze
Past de sluitertijd aan zodat de beweging van het onderwerp tot uitdrukking
komt.
Diafragmavoorkeuze
Past het scherpstelbereik aan of maakt de achtergrond onscherp.
* Alleen stilstaand beeld
Camera
Hiermee kunt u de scherpstelmethode, ononderbroken opnamen, zelfontspanner, enz. instellen.
AF/MF-selectie
Selecteert automatische scherpstelling of handmatige scherpstelling. (Aut.
scherpst./D. handm. sch.*/H. scherpst.)
AF-gebied*
Selecteert het gebied waarop moet worden scherpgesteld. (Multi/Midden/
Flexibel punt)
Autom. scherpst.*
Selecteert de autofocus-methode. (Enkelv. AF/Continue AF)
SteadyShot
Stelt de correctie in ter voorkoming van bewegingsonscherpte. (Actief/
Standaard/Uit)
Transportfunctie*
Selecteert de transportstand, zoals ononderbroken opnamen,
zelfontspanner of bracketopnamen. (Enkelbeeldopname/Continuopname/
Zelfontspanner/Bracket: continu)
Flitsfunctie*
Selecteert de methode die wordt gebruikt voor het in werking stellen van de
bevestigde flitser (los verkrijgbaar). (Invulflits/Langz.flitssync./
Eindsynchron.)
Inhoud weergeven
Wisselt tussen informatie die op het opnamescherm moet worden
weergegeven. (Basisinfo wrg./Histogram/Geen info)
* Alleen stilstaand beeld
44 NL
Filmmodus/Beeldform.
Hiermee kunt u de opnamestand van films en het beeldformaat van stilstaande beelden (foto's) instellen.
Film
Filmmodus
Selecteert de beeldkwaliteit. (FX 24M/FH 17M/HQ 9M)
Stilstaand beeld
Beeldformaat
Selecteert de beeldgrootte.
Beeldverhouding
Selecteert de beeldverhouding. (3:2/16:9)
Helderheid/kleur
Hiermee kunt u de instellingen voor de helderheid maken, zoals de lichtmeetfunctie en kleureninstellingen
zoals de witbalans.
Corrigeert de helderheid van het totale beeld. (+2 tot -2)
Gain
Stelt lichtgevoeligheid in voor het opnemen van films. (Automatisch/ 0dB tot
27dB)
ISO*
Stelt de lichtgevoeligheid in voor het maken van stilstaande beelden (foto's).
(ISO AUTO/200 tot 12800)
Witbalans
Selecteert de kleurtinten uitgaande van de omgevingslichtcondities. (Aut.
witbalans/Daglicht/Schaduw/Bewolkt/Gloeilamp/TL-licht/Flitslicht/Kl.temp./
Filter/Eigen/Eigen instelling)
Creatieve stijl
Selecteert de beeldverwerkingsmethode. (Standaard/Levendig/Portret/
Landschap/Zonsondergang/Zwart-wit)
Lichtmeetfunctie*
Selecteert de methode die wordt gebruikt voor het meten van de helderheid.
(Multi/Midden/Spot)
Flitscompensatie*
Past de lichthoeveelheid aan van de bevestigde flitser (los verkrijgbaar). (+2
tot -2)
DRO/Auto HDR*
Corrigeert automatisch de helderheid of het contrast. (Uit/D.-bereikopt./Auto
HDR)
* Alleen stilstaand beeld
Vervolg
NL
45
Aanvullende informatie
Belicht.comp.
Menulijst (Vervolg)
Afspelen
Hiermee kunt u de weergavefuncties instellen.
Wissen
Verwijdert afbeeldingen. (Meerdere films/Meerdere stilst. b.)
Film/stilst. b. select.
Selecteert een weer te geven stilstaand beeld of een af te spelen film. (Film/
Stilstaand beeld)
Beeldindex
Selecteert het aantal afbeeldingen dat op het indexscherm moet worden
getoond. (6 beelden/12 beelden)
Beveiligen
Beveiligt beelden, of annuleert de beveiliging. (Meerdere films/Alle films
annul./Meerdere stilst. b./Alle beeld. annul.)
Diavoorstelling*
Vergroot stilst. b.*
Inhoud weergeven
Geeft stilstaande beelden automatisch weer. (Herhalen/Interval)
Vergroot het stilstaande beeld.
Wisselt tussen informatie die op het weergavescherm moet worden
weergegeven. (Basisinfo wrg./Detailinfo wrg./Geen info)
* Alleen stilstaand beeld
Instellingen
Hiermee kunt u meer gedetailleerde instellingen voor opnamen maken, of de instellingen van de camcorder
wijzigen.
Opname-instellingen
Filmgeluid opnemen
Stelt in of u geluid opneemt bij het vastleggen van film of niet. (Aan/Uit)
Stramienlijn
Schakelt de rasterlijn in die u helpt de beeldcompositie aan te passen. (Aan/
Uit)
Opn. zonder lens
Stelt in of beelden moeten worden vastgelegd of niet wanneer er geen lens
op de camera zit. (Inschakelen/Uitschakelen)
Rode ogen verm.*
Wanneer u een flitser (los verkrijgbaar) gebruikt, wordt voorkomen dat ogen
rood worden. (Aan/Uit)
Autom.weergave*
Toont het beeld direct nadat de opname is gemaakt. (2 sec./Uit)
* Alleen stilstaand beeld
Hoofdinstellingen
Volume-instellingen
Stelt het geluidsvolume in van films.
Pieptoon
Stelt het geluid in dat wordt geproduceerd wanneer u de camcorder
bedient. (Aan/Uit)
Taal
Datum/tijd instellen
46 NL
Selecteert de taal die op het scherm wordt gebruikt.
Stelt de datum en tijd in. (jaar-maand-dag/Datumformaat:/Zomertijd:)
Tijdzone instellen
Selecteert het gebied waar u de camcorder gebruikt.
Stroombesparing
Zet de camcorder in de energiespaarstand. (5 min./Uit)
LCD-helderheid
Stelt de helderheid van de LCD-monitor in. (-2 tot +2)
Helderheid zoeker
Stelt de helderheid van de zoeker in. (-1 tot +1)
Reinigen
Zo kunt u de beeldsensor reinigen.
Versie
Toont de versie van de camcorder en de lens.
Demomodus
Stelt in of u de opgenomen film gebruikt voor de demonstratie of niet.
(Aan/Uit)
Terugstellen
Reset de camcorder naar de instellingen af-fabriek.
Geheugenkaartprogramma
Formatteren
Formatteert de geheugenkaart.
Beeld-DB herstellen
Repareert het beeld-databasebestand van films wanneer
onregelmatigheden worden aangetroffen.
Bestandsnummer*
Selecteert de methode voor het toewijzen van bestandsnummers aan
beelden. (Serie/Terugstellen)
* Alleen stilstaand beeld
Aanvullende informatie
NL
47
Onderdelen herkennen
De getallen tussen ( ) zijn verwijspagina's.
A Zoeker (21)
B Hendel aanpassing zoekerlens (21)
C PHOTO -knop (24)
D
(film)/
(stilstaande beelden) lampen
(23)
E Bevestigingsoog voor de schouderriem (49)
F MODE -knop (24)
G ON/OFF (Aan/Uit-)schakelaar (19)
H START/STOP -knop (23)
I BATT (vrijgave accu) -hendel (15)
J Accessoireschoen
Bevestig een richtmicrofoon (los verkrijgbaar),
enz.
Als u tegelijkertijd accessoires bevestigt op de
accessoireschoen en de zelfvergrendelende
accessoireschoen, kunnen de accessoires
tegen elkaar stoten en beschadigd raken.
48 NL
K Zelfvergrendelende accessoireschoen
Bevestig externe flitser van Sony (los
verkrijgbaar), enz.
De flitser werkt niet wanneer [Antibewegingswaas], [Schemeropn. uit hand],
[Continuopname] of [Bracket: continu] is
ingesteld. Er zijn bepaalde flitsers van Sony of
functies die u niet met uw camcorder kunt
gebruiken. Ga, als u meer wilt weten over de
geschiktheid van een bepaalde flitser, naar de
Sony-website in uw land of vraag advies aan uw
Sony-leverancier of het erkende Sonyservicecentrum bij u in de buurt.
L MIC (externe microfoon) -aansluiting
Wanneer een externe microfoon (los
verkrijgbaar) is aangesloten, werkt deze in
plaats van de ingebouwde microfoon.
M
(USB) -aansluiting (33)
N HDMI-aansluiting (30)
Er wordt geen beelden weergegeven in de
zoeker en op de LCD-monitor wanneer signalen
worden uitgestuurd via de HDMI-aansluiting.
A Microfoon (13)
N Toegangslampje (22)
B Bevestigingsoog voor de schouderriem
O Geheugenkaartsleuf (22)
C Luidspreker
P Accu-aansluiting (14)
D LCD-monitor (21)
Bevestig een schouderriem (los verkrijgbaar) aan
de daarvoor bestemde ogen.
F WB/b-knop (26, 43)
G FOCUS -knop (26)
H DISP/v-knop (26, 43)
I
(Afspelen) -knop (29)
J Instelwiel (27, 43)
K GAIN/B-knop (26, 43)
L FINDER/LCD -knop (21)
M
(Belicht.comp.)/
(26, 43)
(Beeldindex)/V -knop
Vervolg
NL
49
Aanvullende informatie
De schouderriem bevestigen
E MENU-knop (25, 43)
Onderdelen herkennen (Vervolg)
A i (hoofdtelefoon) -aansluiting
Gebruik een stereo-hoofdtelefoon met miniaansluiting.
B DC IN-aansluiting (15)
C Bevestigingsriem
Maak de bevestigingsriem vast zoals hieronder
wordt getoond.
E Lensvatting (17)
F Beeldsensor
G Contactpunten van de lens
Raak de lenscontacten niet aan en maak ze niet
vuil.
H Lensvergrendelingspen
I Lensontgrendelingsknop (18)
J Schakelaar zoomvergrendeling (25)
K Zonnekap (12)
L Lens (17)
M Zoomring (25)
N Scherpstelring (25)
D Schroefgat voor statief
Gebruik een statief met een schroeflengte van
minder dan 5,5 mm (los verkrijgbaar).
50 NL
Lijst van pictogrammen
Bovenste deel
Rechter deel
Linker deel
Flitsfunctie/Rode ogen verm.
Transportfunctie
Scherpstelfunctie
Linker deel
±0.0
Onderste deel
Flitscompensatie
Lichtmeetfunctie
Bovenste deel
PASM
GAIN
AUTO
Gain
ISO
Belichtingsstand
Anti-bewegingswaas
Witbalans
AWB
Schemeropn. uit hand
7500K
Beeldgrootte/Beeldverhouding
van stilstaande beelden
Creatieve stijl
100
Aantal opneembare stilstaande
beelden
FX FH HQ
Beeldkwaliteit van films
DRO/Auto HDR
Geheugenkaart
Flitser bezig op te laden
Geschatte beschikbare
opnametijd van films
Onderste deel
Resterend accuvermogen
z
Scherpstelstatus
Neemt geen geluid op tijdens
het opnemen van films
1/125
Sluitertijd
F3.5
Diafragmawaarde
Waarschuwing
camerabeweging
Aanvullende informatie
123 Min.
±0.0
Belichtingscorrectie
Waarschuwing voor oververhitting
2010-1-1
9:30AM
Vastgelegde datum/tijd van het
beeld
Databasebestand full/
Databasebestandsfout
12/12
Beeldnummer/Aantal
afbeeldingen vastgelegd in de
datummap of map
Histogram
SteadyShot uit
101-0012
Weergavemap – bestandsnummer
Verschijnt wanneer HDR niet
heeft gewerkt op het beeld.
Beveiligen
STBY/REC
Opnamestatus
00:00:00
Teller (uur:minuut:seconde)
Vervolg
NL
51
Lijst van pictogrammen (Vervolg)
Rechter deel
Soft-key
Zie bladzijde 20.
• Indicators en hun positie worden bij benadering gegeven
en kunnen verschillen van wat u werkelijk ziet.
52 NL
Index
A
Helderheid/kleur .......................................................... 45
Instellingen ................................................................... 46
Accu .................................................................................... 14
Opn.modus .................................................................. 44
Bevestigen ................................................................... 14
Opladen ....................................................................... 14
Resterende acculading ................................................ 15
O
Uitnemen ...................................................................... 15
Autom. programma .............................................................. 27
Onderdelen herkennen ....................................................... 48
Opnamen maken ................................................................. 23
Films ............................................................................. 23
B
Opnamefuncties .......................................................... 25
Stilstaande beelden ..................................................... 24
Belichtingscorrectie ............................................................. 26
Belichtingsstand .................................................................. 27
Bijgeleverde accessoires .................................................... 12
P
Pictogrammen ..................................................................... 51
C
PMB ..................................................................................... 32
Problemen oplossen ........................................................... 34
Computer
Voorbereiding ...............................................................31
S
D
Scherpstelling ............................................................... 25, 26
Sluitertijdvoorkeuze ............................................................. 27
De camcorder inschakelen ..................................................19
De datum en de tijd instellen ............................................... 19
Diafragmavoorkeuze ........................................................... 27
W
Weergave ............................................................................ 29
G
Weergeven op een TV-toestel ............................................. 30
Wissen ................................................................................. 29
Gain ..................................................................................... 26
Witbalans ............................................................................ 26
Geheugenkaart ....................................................................22
Z
H
Zoeker ................................................................................. 21
Handm. belichting ...............................................................28
Zoom ................................................................................... 25
L
LCD-monitor ........................................................................ 21
Lens
Bevestigen ................................................................... 17
M
Menu .................................................................................... 25
Menulijst ............................................................................... 43
Afspelen ....................................................................... 46
Camera .........................................................................44
Filmmodus/Beeldform. ................................................. 45
NL
53