NL
21
5. Vóór ingebruikneming
5.1 Montage van de gazontrimmer (fig. 3-5b)
Bovenste steel (fig. 3, pos. 7) en onderste steel
(fig. 3, pos. 8) in pijlrichting in elkaar steken tot
het arrêt (fig. 3, pos. 6) veilig in de bovenste steel
vastklikt.
Schroevenset uit de extra handgreep (fig. 2, pos.
4) verwijderen.
Extra handgreep (fig. 4, pos. 4) op de bovenste
steel (fig. 4, pos. 7) schuiven en fixeren d.m.v. de
eerder ontnomen schroevenset.
Beschermkap (fig. 5a, pos. 9) op de motorkop
steken en tegen de richting van de wijzers van de
klok in draaien tot tegen de aanslag.
Beschermkap met schroef (fig. 5b, pos. 10)
fixeren.
5.2 Verstellen van de extra handgreep:
Zet de gazontrimmer vast op de grond. Zet de
arretering van de extra handgreep (fig. 4/pos. 5) los
en stel de optimale stand van de extra handgreep af.
De greep wordt gefixeerd door de arretering aan te
halen.
5.3 Hoogteverstelling (fig. 3)
Een optimale werkpositie kan worden ingesteld met
behulp van de hoogteverstelling.
Arretering voor steelverstelling (fig. 3/pos. 12)
loszetten.
Onderste steel (fig. 3/pos. 8) op de gewenste
lengte uittrekken.
Arretering voor steelverstelling (fig. 3/pos. 12)
opnieuw aanhalen.
6. Bediening
De gazontrimmer is voorzien van een gedeeltelijk
automatisch draadtoevoersysteem. Bij elke bediening
van het gedeeltelijk automatische
draadverlengsysteem wordt de draad automatisch
verlengd zodat u uw gazon altijd met de optimale
snijbreedte korter kan maaien. Gelieve er rekening
mee te houden dat de slijtage van de draad verhoogt
door het automatische draadverlengsysteem vaak te
bedienen.
Aanwijzing: Als u uw machine voor het eerst in
werking stelt wordt het eventueel uitstekende
overbodige eind van de snijdraad ingekort door het
snijlemmet van de beschermkap.
Indien de draad bij de eerste inwerkingstelling te kort
is, drukt u de knop op de draadspoel in en trekt u er
de draad flink uit. Bij de eerste aanloop wordt de
snijdraad automatisch op de optimale lengte ingekort.
Gelieve de volgende instructies in acht te nemen
teneinde het hoogste vermogen van uw grastrimmer
te behalen:
Gebruik de grastrimmer niet zonder
bescherminrichting.
Maai niet als het gras nat is. De beste resultaten
behaalt u als het gras droog is.
De netkabel aansluiten op de verlengkabel en die
vastmaken aan de kabeltrekontlastingsklem (fig.
6/pos. A).
Om uw grastrimmer aan te zetten drukt u op de
beveiliging tegen onbedoeld inschakelen (fig. 6/
pos. B) en daarna op de AAN / UIT-schakelaar
(fig. 6/pos. 3).
Om uw grastrimmer uit te schakelen laat u de
AAN/UIT-schakelaar weer los (fig. 6, pos. 3)
De grastrimmer enkel nader bij het gras brengen
als de schakelaar ingedrukt is, d.w.z. als de
grastrimmer in werking is.
Om correct te snijden het toestel zijdelings
zwenken en vooruitgaan. Hou daarbij de
grastrimmer met ca. 30° schuin (zie fig. 8 en 9).
Bij lang gras moet het gras, uitgaand van de top,
trapsgewijs korter worden gesneden (zie fig. 10).
Maak gebruik van de kantgeleider alsook van de
beschermkap om een onnodige slijtage van de
draad te vermijden.
Hou de grastrimmer weg van harde voorwerpen
teneinde een onnodige slijtage van de draad te
vermijden.
Gebruik van de gazontrimmer als kantmaaier
(fig. 11)
Om de kanten van uw gazon en perken te snijden kan
de gazontrimmer als volgt worden veranderd:
De beide steelhelften opnieuw uiteen trekken
terwijl u het arrêt (fig. 3, pos. 6) indrukt.
De beide steelhelften met 180° gedraaid terug in
elkaar steken (fig. 3).
Op correct vastklikken letten.
Op die manier is de gazontrimmer veranderd in
een kantmaaier waarmee u verticale sneden van
uw gazon kan uitvoeren.