RADSON 4 Zones RF Clock Handleiding

Categorie
Thermostaten
Type
Handleiding
2
USER GUIDE GB
4 zones RF Digital Clock 3-28
GEBRUIKERSGIDS NL
Digitale RF-klok met 4 zones 29-53
GUIDE D’UTILISATION FR
Programmateur digital RF 4 zones 54-79
29
BELANGRIJKE OPMERKING
Voordat hij met zijn werkzaamheden begint, moet de installateur
deze installatie- en bedieningshandleiding aandachtig lezen en
controleren of hij alle instructies die hierin worden vermeld, begrijpt
en naleeft.
- Het toestel mag alleen door speciaal opgeleid personeel worden
gemonteerd, bediend en onderhouden. Tijdens de opleiding mag het
personeel alleen onder toezicht van een ervaren installateur met het
product werken. Indien de bovenstaande voorwaarden worden
nageleefd, is de fabrikant in overeenstemming met de wettelijke
bepalingen aansprakelijk voor de apparatuur.
- Alle instructies die in deze installatie- en bedieningshandleiding
opgenomen zijn, moeten worden nageleefd wanneer met de
controller wordt gewerkt. Iedere andere toepassing is niet conform de
voorschriften. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor de gevolgen van een verkeerd gebruik van de controller.
Wijzigingen en aanpassingen zijn om veiligheidsredenen niet
toegestaan. Het onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door de
servicebedrijven die door de fabrikant erkend zijn.
- De functionaliteit van de controller is afhankelijk van het model en
van de apparatuur. Deze installatie-instructies maken deel uit van de
levering en moeten bij de apparatuur blijven.
TOEPASSING
- De RF-klok werd ontwikkeld om de werkwijze van uw
paneelradiatoren met een programmeerfunctie te controleren en te
beheren.
- De controllers werden ontwikkeld voor gebruik in leefruimten,
kantoorruimten en industriële ruimten.
Controleer of de installatie aan de bestaande voorschriften
beantwoordt voordat u ze begint te gebruiken. Alleen als dat het
geval is, kan de installatie op de juiste manier worden gebruikt.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u aan de apparatuur
begint te werken!
- Installatie- en bedradingswerken in verband met de thermostaat
mogen alleen worden uitgevoerd wanneer het apparaat van het
elektriciteitsnet ontkoppeld is. Het apparaat mag alleen door
gekwalificeerd personeel worden aangesloten en in dienst gesteld.
Zorg ervoor dat de geldende veiligheidsvoorschriften worden
nageleefd.
- De thermostaten zijn niet spat- noch druipwaterbestendig. Ze
moeten dan ook op een droge plaats worden gemonteerd.
- Verwissel nooit de aansluitingen van de sensoren en de 230 V-
aansluitingen! Indien dat wel zou gebeuren, zou u zichzelf en
anderen blootstellen aan levensgevaarlijke elektrische gevaren of
zou onherstelbare schade aan het apparaat en de daarmee
verbonden sensoren en andere apparaten kunnen worden
aangericht.
30
Inhoudsopgave
1 Voorstelling ......................................................... 31
1.1 Toetsenbord........................................................ 32
1.2 Display ................................................................ 33
2 Eerste installatie ................................................. 34
2.1 Installatie van batterijen ...................................... 34
2.2 Instelling van tijd en datum ................................. 34
2.3 RF-installatie ....................................................... 35
2.3.1 RF-installatie met thermostaat ontvanger .......... 35
2.3.2 RF installatie Control Conductor ontvanger
(Digital Control) ................................................... 37
2.3.3 RF-installatie met Control Conductor-ontvanger 38
2.3.4 Controle van de RF-installatie ............................ 41
2.4 Starten ................................................................ 42
3 Definitie werkingsmodus..................................... 43
3.1 Manuele modus Comfort .................................... 44
3.2 Manuele modus Beperkt..................................... 44
3.3 OFF-modus ......................................................... 44
3.4 Automatische modus .......................................... 44
3.5 Zonemodus ......................................................... 45
3.6 Programmamodus .............................................. 46
3.7 Vakantiemodus ................................................... 50
3.8 Timermodus ........................................................ 51
4 Speciale functie .................................................. 52
4.1 Toetsenbordvergrendeling ................................. 52
4.2 Optionele ingang ................................................ 52
5 Parametermenu .................................................. 53
6 Technische kenmerken ...................................... 56
7 Opsporen van oorzaken en oplossing van
problemen .............................................................. 57
31
1 Voorstelling
Digitale klok met 4 zones met lcd-display die speciaal werd
ontworpen voor toezicht op de werkwijze van de
verwarmingsinstallatie met elektrische radiatoren.
Dit wordt uw beste partner om uw energieverbruik te
optimaliseren en uw comfort te verbeteren.
- Gemakkelijke installatie en bedrading.
- Gebruiksvriendelijke programmeerfunctie.
- Wekelijks programmeerbaar in stappen van 30 min.
- Tijdelijke opheffunctie.
- Vorstbeveiligingsfunctie.
- Vakantie- of onthaalfunctie (timer).
- EEPROM met niet-vluchtig geheugen.
- 2 AA-batterijen voor een autonomie van 2 jaar.
- 1 parametermenu (gebruiker en installateur).
* Optie
1 ingang voor sturing via gsm (tweede huis, …).
De klok kan de werking van uw radiatoren sturen als ze in
de 'Auto Mode' staat en de Control Conductor geïsoleerd is
in plaats van aangesloten.
32
1.1 Toetsenbord
( ) Toets om naar het vorige menu terug te keren.
(►+) Navigatietoets ‘rechts' in menuselectie of
plustoets voor bewerken van waarden.
(◄-) Navigatietoets ‘links' in menuselectie of mintoets
voor bewerken van waarden.
(OK) Validatietoets.
Achtergrondverlichtingsfunctie:
Wanneer u kortstondig op deze toets (OK) drukt,
kunt u de achtergrondverlichting 10 seconden
laten branden.
(i) Hoofdmenutoets.
33
1.2 Display
1. Menu van de bedieningsmodi (actieve modus is
omkaderd).
2. Indicator toetsenvergrendeling.
3. Installatieparametermenu.
4. Huidige dag van de week (1 = maandag)
5. Huidig tijdstip of parameter als “ ” wordt
weergegeven.
6. Pictogram om programma aan te maken.
7. Indicator kamertemperatuur.
8. Kamertemperatuur als “ ” wordt weergegeven.
Parameterwaarde als “ ” wordt weergegeven.
9. RF-transmissielogo.
10. Programma van vandaag
(de huidige tijdbalk knippert)
11. Zonestatus (Comfort, Beperkte of Tijdelijke
opheffunctie).
12. Indicator ‘Laag batterijpeil’.
13. Externe optie is geactiveerd.
1
2
3
4
5
6
7
11
10
13
8
9
12
34
2 Eerste installatie
In dit deel leert u hoe u uw thermostaat voor de eerste keer
moet instellen.
2.1 Installatie van batterijen
- Maak het deksel aan de achterkant open en steek de
2 meegeleverde AA alkalinebatterijen in het batterijvakje
(of verwijder de kleine beschermende sticker als de
batterijen al in het vak liggen).
- Sluit het deksel.
- U kunt nu de nodige parameters instellen en
configureren.
2.2 Instelling van tijd en datum
Telkens wanneer een waarde knippert, kunt u deze
instellen met behulp van de (◄-)- en de (►+)-toets. Zodra
u de waarde hebt gekozen, moet u uw keuze bevestigen
met behulp van de (OK)-toets. De klok gaat dan
automatisch naar de volgende waarde over.
U kunt altijd naar de vorige waarde terugkeren als u op de
Esc-toets ( ) drukt.
Volgorde voor de instelling van de tijd en de datum:
Tijd en datum
Instelling van de uren
Instelling van de minuten
Instelling van de dag (1 = maandag)
Datum
Instelling van de dag van de maand (0 tot 31)
Instelling van de maand (01 tot 12)
Instelling van het jaar (eeuw)
Instelling van het jaar
Wanneer daarna het bericht ‘Save’ verschijnt, drukt u op
(OK) om de waarden die u hebt ingesteld, te bevestigen.
De instelfunctie van de tijd en de datum is altijd
toegankelijk. Druk daarvoor tijdens normale werkingsmodi
gedurende 2 seconden op de (OK)-toets.
35
2.3 RF-installatie
2.3.1 RF-installatie met thermostaat ontvanger
a) Druk 8 seconden op de ( )-toets om in de ‘RF init-
modus te gaan en druk 2 keer op de (OK)-toets om te
bevestigen.
b) Daar kunt u de zone kiezen die moet worden
geconfigureerd. U doet dit door de kadercursor (rond het
cijfer 1) met behulp van de (◄-)- en de (►+)-toets naar
het gewenste zonecijfer (1 tot 4) te verplaatsen.
c) Zodra u de zone hebt geselecteerd, moet u op de (OK)-
toets drukken en kiezen met (◄-) en (►+): Yes’ ofNo’ .
- Als u ‘No’ kiest, wordt de zone niet op het hoofdscherm
weergegeven. U kunt dan een andere zone kiezen.
- Als u ‘Yes’ kiest, wordt het volgende scherm
weergegeven en begint de klok het radioconfiguratie
signaal naar de ontvanger te verzenden, gedurende 4
minuten.
36
d) Druk op de ontvanger enkele seconden op de knop tot
de groene led begint te knipperen. Laat de knop los.
e) Uw ontvanger is nu verbonden en klaar om samen met
uw klok te werken.
- Zodra de configuratie tussen de ontvanger en de klok
is uitgevoerd, herhaalt u deze stap (d) om alle
ontvangers te verbinden die in dezelfde zone moeten
werken.
- Om meer zones op te nemen in de installatie, druk
op de ( )-toets en herhaal de stappen (b) tot (d).
f) Tot slot, druk 3 keer op de ( )-toets om naar het
originele scherm terug te keren.
37
2.3.2 RF installatie Control Conductor ontvanger
(Digital Control)
a) Druk 8 seconden op de ( )-toets om in de ‘RF
init-modus te gaan en druk 2 keer op de (OK)-
toets om te bevestigen.
b) Kies de zone die moet worden geconfigureerd. U doet
dit door de kadercursor (rond het cijfer 1) met behulp van
de (◄-)- en de (►+)-toets naar het gewenste zonecijfer
(1 tot 4) te verplaatsen.
c) Zodra u de zone hebt geselecteerd, moet u op de (OK)-
toets drukken en kiezen met (◄-) en (►+): Yes’ ofNo’ .
- Als u ‘No’ kiest, wordt de zone niet op het hoofdscherm
weergegeven. U kunt dan een andere zone kiezen.
- Als u ‘Yes’ kiest, wordt het volgende scherm
weergegeven en begint de klok het radioconfiguratie
signaal naar de ontvanger te verzenden, gedurende 4
minuten.
d) Druk op de ontvanger 5 seconden op de (OK)-toets.
“rfi” zal verschijnen. Druk daarna opnieuw op de (OK)-
toets om de ‘radio frequentie initialisatie’ te openen.
Op het scherm verschijnt “rf.un”, druk op de (OK)-toets
om te selecteren.
38
Let op, dit is een snel proces. Er verschijnt kort “-“ op
het scherm en dan keert men terug naar het
startscherm.
e) Uw ontvanger is nu verbonden en klaar om samen met
uw klok te werken.
- Zodra de configuratie tussen de ontvanger en de klok
is uitgevoerd, herhaalt u deze stap (d) om alle
ontvangers te verbinden die in dezelfde zone moeten
werken.
- Om meer zones op te nemen in de installatie, druk
op de ( )-toets en herhaal de stappen (b) tot (d).
f) Tot slot, druk 3 keer op de ( )-toets om naar het
originele scherm terug te keren.
2.3.3 RF-installatie met Control Conductor-
ontvanger
a) Eerst moet u alle Control Conductor-ontvangers
die in dezelfde zone moeten werken, in de 'RF
init'-modus plaatsen.
Druk hiervoor 5 seconden lang op de drukknop van de
ontvanger. Daarna zou de groene RF-led (continu)
moeten beginnen te branden. Hiermee wordt aangeduid
dat de ontvanger zich in de radioconfiguratiemodus
bevindt en dat hij wacht op een configuratieadres van de
klok.
39
b) Op de klok moet u nu in het installatiemenu gaan door
8 seconden lang op de ( )-toets te drukken. Daarna
moet het volgende scherm verschijnen.
c) Druk daarna op de (OK)-toets om in de ‘RF init-modus
te gaan. Daar kunt u de zone kiezen die moet worden
geconfigureerd. U doet dit door de kadercursor met
behulp van de (◄-)- en de (►+)-toets naar het gewenste
zonecijfer (1 tot 4) te verplaatsen.
5s
40
d) Zodra u de zone hebt geselecteerd, moet u op de (OK)-
toets drukken en kiezen als u deze wilt gebruiken: ‘Yes
of ‘No’.
- Als u ‘No’ kiest, wordt de zone niet op het hoofdscherm
weergegeven. U kunt dan een andere zone kiezen.
- Als u ‘Yes’ kiest, moet het volgende scherm worden
weergegeven en begint de klok het
radioconfiguratiesignaal naar de ontvanger te verzenden.
e) Controleer op de ontvangers de goede ontvangst van
het signaal. Meestal wordt dit aangeduid met een
knippersignaal van de groene RF-led.
Uw ontvanger is nu verbonden en klaar om samen met uw
klok te werken.
- Herhaal de stappen (b) tot (d) als u meer zones nodig
hebt voor uw installatie.
g) Ga met behulp van de (►+)-toets naar de parameter
End’ en druk op (OK) om het parametermenu te
verlaten.
41
2.3.4 Controle van de RF-installatie
U kunt nu het installatiemenu op uw klok verlaten en naar
het hoofdscherm terugkeren. U kunt dit doen door met
behulp van de (►+)-toets naar de parameter ‘End’ te gaan
en daarna op (OK) te drukken.
Controleregels voor uw thermostaatontvanger
U kunt een RF-test op afstand uitvoeren als u de werking
van uw installatie wilt controleren.
- Druk hiervoor in het hoofdscherm op de (i)-menutoets en
kies met behulp van (◄-) en (►+) het Comfortmenu.
- Plaats nu al uw ontvangers in de AUTO-modus (continu
groen lichtsignaal van de led of continu rood signaal als de
ontvanger van de thermostaat warmte vraagt).
- Druk daarna in het hoofdscherm van de RF-klok op de
(i)-menutoets en kies met behulp van (◄-) en (►+) het
beperkte menu.
- Ga nu naar de kamers (zones) waarvan de temperatuur
door de klok moet worden gestuurd en controleer alle
ontvangers, zodat u er zeker van bent dat de nieuwe
werkingsmodus werd ontvangen (beperkte modus, groen
knippersignaal van de led of afwisselend rood/groen
knippersignaal als er warmte wordt gevraagd).
Uw installatie is nu gecontroleerd en klaar om te worden
gebruikt.
Controleregels voor Control Conductor-ontvanger
- Druk hiervoor in het hoofdscherm eerst op de (i)-
menutoets en kies met behulp van (◄-) en (►+) het
Comfortmenu.
- Plaats daarna al uw radiatoren in de AUTO-modus en
controleer de led van uw Control Conductor-ontvanger
(groen led-lampje brandt continu, waarmee wordt
aangegeven dat de Comfortfunctie ingeschakeld is).
- Druk daarna in het hoofdscherm van de klok op de (i)-
menutoets en kies met behulp van (◄-) en (►+) het
beperkte menu.
42
- Ga nu naar de kamers (zones) waarvan de temperatuur
door de klok moet worden gestuurd en controleer alle
ontvangers, zodat u er zeker van bent dat de nieuwe
werkingsmodus werd ontvangen (beperkte modus, groene
led knippert).
Uw installatie is nu gecontroleerd en klaar om te worden
gebruikt.
De installatie verloopt vlotter als u de klok tijdens de
configuratiemodus in de buurt van de ontvanger hebt.
(Daarbij dient wel een minimumafstand van 50 cm te
worden toegepast om slechte RF-ontvangst te vermijden)
2.4 Starten
De klok is nu klaar om te werken.
De standaard werkingsmodus is automatisch
, met
een standaard ingebouwd programma ‘P1’ voor alle zones.
Maandag tot vrijdag
20 °C
18 °C
07.00 09.00 17.00 23.00
Zaterdag en zondag
20 °C
18 °C
08.00 23.00
43
Opmerking
U kunt uw programma instellen zoals u dat wenst. In het
volgende deel 'Definitie werkingsmodus' in het hoofdstuk
'Zoneprogramma' vindt u hierover meer uitleg.
Wanneer de achtergrondverlichting uit is, kunt u ze op
ieder moment opnieuw inschakelen door op de (OK)-toets
te drukken. Als u daarna nog eens op de (OK)-toets drukt,
krijgt u een andere zone te zien.
3 Definitie werkingsmodus
Hoe kunt u de werkingsmodus veranderen?
- Druk op de (i)-menutoets om de werkingsmodusregel te
laten verschijnen.
- U kunt nu met behulp van de (◄-)- en de (►+)-toets de
kadercursor naar de gewenste werkingsmodus
verplaatsen. Druk daarna op (OK) om uw keuze te
bevestigen.
Huidige
fase van
het
programma
of the
program
Huidige tijd
Programma
gevolgd
door Zone1
Weergegeven
zone
44
3.1 Manuele modus Comfort
Manuele werkingsmodus; alle zones volgen op ieder
moment de Comfort werkingsmodus.
3.2 Manuele modus Beperkt
Manuele werkingsmodus; alle zones volgen op ieder
moment de Beperkte werkingsmodus.
3.3 OFF-modus
Gebruik deze modus als u uw installatie wilt uitschakelen.
Opgelet
- In deze modus kan uw installatie bevriezen.
- De radiatoren zijn nog altijd ingeschakeld, aangezien ze
nog altijd met het elektrische net verbonden zijn.
- Wanneer de display uitgeschakeld is, kunt u op ieder
moment de temperatuur en de tijd op dat moment enkele
seconden lang op de display laten verschijnen als u op de
(OK)-toets drukt.
- Gebruik de (◄-)- en (►+)-navigatietoetsen om uw
installatie opnieuw op te starten.
3.4 Automatische modus
In deze modus volgen alle zones het gekozen programma
(ingebouwd of aangepast) in functie van de tijd.
U kunt op ieder moment de programmamodus die op dat
moment ingesteld is, opheffen om naar de volgende
programmastap over te gaan. Verplaats de kadercursor
met behulp van de (◄-)- of de (►+)-toetsen naar de
gewenste zone, druk op (OK) en kies de opheffunctie met
(►+).
Het logo van de kleine hand verschijnt wanneer de
tijdelijke opheffunctie actief is.
Deze functie valt automatisch uit wanneer het programma
de volgende keer naar ‘ ’ of ‘ overschakelt. U kunt de
tijdelijke opheffunctie manueel uitschakelen als u op (i) en
(OK) drukt.
45
3.5 Zonemodus
Druk op (i) en (◄-) of (►+) om de Zonemodus te bereiken.
In de Zonemodus moet u eerst het zonecijfer kiezen met
behulp van de (◄-)- of de (►+)-toets.
Druk daarna op (OK) om met behulp van (◄-) of (►+) het
programmacijfer te kiezen. U hebt de keuze tussen een
ingebouwd programma P1 tot P9 en een
gebruikersprogramma U1 tot U4.
Als u een ingebouwd programma P1 tot P9 kiest:
(zie het deel van de bijlagen voor een volledige
beschrijving van het ingebouwde programma)
- Verander met behulp van de (i)-menutoets de
programmeerdag die wordt weergegeven.
- Druk op de (OK)-toets om uw keuze te bevestigen en om
naar het hoofdscherm terug te keren (in de AUTO-modus).
Als u een gebruikersprogramma U1 tot U4 kiest:
Net zoals hierboven wordt beschreven, kunt u het
programma niet alleen kiezen en het bekijken, maar kunt u
het ook in de programmamodus aan uw wensen
aanpassen.
Huidige
dag
Programma
van de dag
Weer-
gegeven
zone
Programma
dat door de
weergegeven
zone wordt
gevolgd
46
3.6 Programmamodus
Druk op (i) en (◄-) of (►+) om de Programmamodus te
bereiken.
Gebruik deze modus om de Gebruikersprogramma’s U1 tot
U4 aan uw wensen aan te passen.
Standaardinstelling:
U1, U2, U3 en U4 = Comfort de hele week door
Symbolen en uitleg voor het aanmaken van programma’s:
Eerste stap van de dag ( Comforttemp.)
Het wektijdstip moet worden ingesteld.
Middelste stap van de dag ( Verlaagde temp.)
Het tijdstip waarop de woning wordt verlaten, moet worden
ingesteld.
Middelste stap van de dag ( Comforttemp.)
Het tijdstip waarop de bewoners terugkeren, moet worden
ingesteld.
Laatste stap van de dag ( Verlaagde temp.)
Het tijdstip waarop de bewoners gaan slapen, moet worden
ingesteld.
- De programmastap duurt 30 minuten.
- Telkens wanneer een waarde of een pictogram knippert,
wordt u gevraagd om een keuze te maken met behulp van
de (◄-)- of de (►+)-toets.
Zodra de keuze gemaakt is, moet u op de (OK)-toets
drukken om naar de volgende stap over te gaan.
- Het programma wordt altijd ingevoerd op dag 1
(maandag).
47
Zodra u op de (OK)-toets drukt, verschijnt de volgende
display:
Nu wordt u gevraagd om de tijd van de eerste stap van het
programma in te stellen met behulp van (◄-) of (►+),
Druk op (OK) om uw keuze te bevestigen en ga naar de
volgende stap.
U wordt nu gevraagd om een keuze te maken voor het type
voor de volgende stap van het programma (knipperende
pictogrammen).
U hebt hierbij de keuze uit 2 mogelijkheden:
- De eerste keuze wordt gevormd door het slaappictogram
(einde van de dag).
- De tweede keuze wordt gevormd door het
verlaatpictogram, waarmee u één stap aan het programma
kunt toevoegen tijdens de dag.
Druk na het maken van uw keuze op (OK) om uw keuze te
bevestigen.
48
Daarna kunt u het tijdstip voor de stap aanpassen met
behulp van (◄-) of (►+).
Wanneer het tijdstip van de stap is ingesteld, moet u op
(OK) drukken om naar de volgende stap over te gaan.
U zult rechtstreeks worden gevraagd om met behulp van
(◄-) of (►+) het tijdstip van de terugkeerstap in te stellen.
Druk op (OK) om uw keuze te bevestigen en ga naar de
volgende stap over.
49
U wordt nu opnieuw gevraagd om een keuze te maken
voor het type voor de volgende stap van het programma
(knipperende pictogrammen).
U hebt hierbij de keuze uit 2 mogelijkheden:
- De eerste keuze wordt gevormd door de
slaappictogrammen (einde van de dag);
- De tweede keuze wordt gevormd door de
verlaatpictogrammen, waarmee u één stap aan het
programma kunt toevoegen tijdens de dag.
Druk na het maken van uw keuze op (OK) om uw keuze te
bevestigen. U kunt het tijdstip van deze stap met behulp
van (◄-) of (►+) instellen.
Druk op (OK) om uw keuze te bevestigen en sluit de
bewerking van de eerste dag af.
U kunt nu het dagprogramma dat u zonet hebt ingevoerd,
naar de volgende dagen kopiëren.
Verander uw keuze ‘Yes’ of ‘No met behulp van (◄-) of
(►+) en bevestig uw keuze met (OK).
- Als u ‘No’ selecteert, zult u worden gevraagd om een
programma aan te maken voor dinsdag (herhaal hiervoor
de vorige methode).
- Als u ‘Yes’ selecteert, krijgt u de mogelijkheid om het
programma voor de volgende dag te programmeren (van
50
dinsdag naar woensdag … tot de laatste dag van de week
7 zondag).
Wanneer u op de laatste dag (7 zondag) op (OK) drukt,
wordt aan u gevraagd om uw programma op te slaan
(‘SAVE’).
Op dat moment verschijnt het bericht ‘Save’ en knippert de
groene led.
Druk op (OK) om uw programma op te slaan en keer via
uw gebruikersprogramma naar de AUTO bedieningsmodus
terug.
- U kunt op ieder moment de modus voor het aanmaken
van een programma verlaten als u meermaals op de Esc-
toets ( ) drukt. U keert dan via de eerder doorlopen fasen
terug.
3.7 Vakantiemodus
Druk op (i) en (◄-) of (►+) om naar de Vakantiemodus te
gaan.
De Vakantiemodus biedt u de mogelijkheid om de
vorstbeveiligingsmodus voor een bepaald aantal dagen in
te stellen.
Afhankelijk van de aangesloten radiatoren kan hiervoor de
Beperkte modus worden gebruikt (bv. YALI G en MILO).
- U kunt met behulp van (◄-) of (►+) de duur in dagen (‘d’)
instellen. Druk daarna op (OK) om het programma te
starten (instelbaar van 1 tot 99 dagen).
Het
-logo knippert en het aantal overblijvende dagen tot
het einde van de periode wordt weergegeven.
51
Als u de Vakantiefunctie wilt uitschakelen voordat de
periode verstreken is, kunt u de duur met behulp van de
(◄-)-toets op ‘No’ instellen of op de Esc-toets ( )
drukken.
3.8 Timermodus
Druk op (i) en (◄-) of (►+) om naar de Vakantiemodus te
gaan.
Met de Timermodus kunt u voor alle zones een Comfort-
periode instellen.
Deze functie kan worden gebruikt wanneer u meerdere
dagen thuis blijft of als u het programma voor een
bepaalde tijd tijdelijk wilt opheffen (onthaal, ...).
- U kunt met behulp van (◄-) of (►+) de duur in uren (‘u’)
instellen als de periode minder dan 24 uur lang is. Druk
daarna op (OK) om uw keuze te bevestigen (instelbaar van
1 uur tot 99 dagen).
Het logo knippert en het aantal overblijvende uren/dagen
tot het einde van de periode wordt weergegeven.
Als u de Timerfunctie wilt uitschakelen voordat de
periode verstreken is, kunt u de duur met behulp van de
(◄-)-toets op ‘No’ instellen of op de Esc-toets ( )
drukken.
52
4 Speciale functie
4.1 Toetsenbordvergrendeling
Gebruik deze functie om te voorkomen dat iemand anders
uw instellingen verandert (in een kinderkamer, in een
openbare ruimte, ...).
- Als u de toetsenbordvergrendeling wilt activeren, moet u
eerst de twee navigatietoetsen (◄-) (►+) indrukken en
ingedrukt houden en vervolgens gelijktijdig op de
bevestigingstoets (OK) drukken.
- Het ‘ -logo verschijnt op het scherm.
- Herhaal deze procedure om het toetsenbord te
ontgrendelen.
Het is mogelijk dat de cijfers op de display tijdens deze
handeling enkele seconden lang verdwijnen.
4.2 Optionele ingang
Er kan een telefooninterface worden gemonteerd, zodat u
ook buitenshuis tussen de programma- en de beperkte
modus kunt overschakelen.
Deze ingang kan in combinatie met onze gsm-controller
worden gebruikt.
Als u de gsm-functie wilt gebruiken, moet uw klok in de
AUTO-modus worden geplaatst. Vervolgens moet de
installatie in de Vakantiemodus worden ingesteld wanneer
de externe ingang wordt geactiveerd. Een klein telefoon-
en een vakantie-
logo duidt aan dat de functie werd
geactiveerd.
53
BELANGRIJKE OPMERKING
De externe ingang moet met een vrij contact worden
gebruikt.
Controleer of er geen spanning aanwezig is voordat u
andere apparatuur of onze Tempco GSM-controller
aansluit.
5 Parametermenu
Uw thermostaat is uitgerust met een parametermenu. Druk
op de bewerktoets ( ) en houdt deze 8 sec. lang
ingedrukt als u in dit menu wilt gaan. Op dat moment
verschijnt het parametermenu en wordt het eerste
parameterscherm weergegeven:
Nu kunt u een parameter selecteren, die met behulp van
de navigatietoetsen (◄-) of (►+) moet worden ingesteld.
Zodra u de parameter hebt gekozen, moet u de waarde
met de (OK)-toets inschakelen, met (◄-) of (►+) wijzigen
en uw instelling met (OK) bevestigen.
Kies de parameter ‘End’ en druk op (OK) om het
parametermenu te verlaten.
Nr.
Standaardwaarde en andere mogelijkheden
00
init: radioconfiguratie
Verzendt het radioverbindingssignaal om deze RF-
klok toe te wijzen aan alle RF-ontvangers van de
installatie.
U moet dan ook gelijktijdig de ontvanger in de
radioconfiguratiemodus instellen (zie hoofdstuk RF
installatie).
54
01
Lang: kies de taal van de parameterlijst
Engl: Engels
Fran: Frans
02
dEG: weergegeven eenheid voor temperatuur
°C Celsius
°F Fahrenheit
03
__:__ Selectie van de eenheid van de klok
24H (24.00)
12H (12.00 AM /PM)
04
dst: Zomertijd veranderen Zomer <-> Winter
YES: automatische verandering volgens de datum.
no: geen automatische verandering naar
zomertijd.
05
AirC: kalibratie van de inwendige voeler.
De kalibratie moet minstens 1 uur na de laatste
manipulatie van de klok worden uitgevoerd in
overeenstemming met de volgende beschrijving.
Plaats een thermometer in de kamer op 1,5 m
hoogte ten opzichte van de vloer (net als de klok) en
controleer de reële temperatuur in de kamer na
1 uur.
Wanneer u de kalibratieparameter ziet verschijnen,
wordt rechts 'No' vermeld, waarmee wordt
aangeduid dat er geen kalibratie werd uitgevoerd.
Met behulp van de (-)- of de (+)-toets kunt u de reële
waarde invoeren die u van de thermometer kunt
aflezen. Druk daarna op (OK) om de ingevoerde
waarde te bevestigen.
Nu zou het berichtYes’ moeten worden
weergegeven. De waarde zal in het interne
geheugen worden opgeslagen.
Als u een kalibratie moet wissen, moet u op de Esc-
toets ( ) drukken.
De oude waarde wordt gewist en het bericht ‘No
verschijnt op de display.
06
In.TY
Type vrij contact dat met de externe ingang wordt
gebruikt.
No: deze optie wordt geactiveerd wanneer het
contact dicht is.
NC: deze optie wordt geactiveerd wanneer het
contact open is.
55
08
Clr ALL: terug naar fabrieksinstelling
Druk op de (OK)-toets en houdt deze 10 sec.
ingedrukt om de instelpunten voor de temperatuur en
de gebruikersparameters in dit menu naar de
standaardinstellingen die in de fabriek werden
ingesteld, te resetten. Ook de
gebruikersprogramma’s worden dan gereset.
* Opgelet
Zorg ervoor dat u over alle nodige elementen
beschikt om uw installatie opnieuw op te starten
voordat u deze functie gebruikt.
09
Softwareversie
VErS ___
10
End: verlaat het parametermenu
Druk op de (OK)-toets om het parametermenu van
de installatie te verlaten en naar de normale
bediening terug te keren.
56
6 Technische kenmerken
Omgeving:
Bedieningstemperatuur:
Verzendings- en
opslagtemperatuur
0 °C - 40 °C
-10 °C tot +50 °C
Elektrische bescherming
Installatiecategorie
Verontreinigingsgraad
IP30
Klasse II
2
Nauwkeurigheid
temperatuurmeetwaarde
0,1 °C
Voeding
Autonomie
2 AA LR6 1,5 V
alkalinebatterijen
~ 2 jaar
Sensorelementen:
NTC 10k bij 25 °C
Radiofrequentie
868 MHz, < 10 mW.
Softwareversie
Wordt in het
parametermenu
weergegeven. Vers xxx
Normen en homologatie:
Uw thermostaat werd
ontworpen in
overeenstemming met de
volgende standaarden of
andere normatieve
documenten:
EN 60730-1 : 2003
EN 61000-6-1 : 2002
EN 61000-6-3 : 2004
EN 61000-4-2 : 2001
EN300220-1/2
EN301489-1/3
R&TTE 1999/5/EG
Laagspanningsrichtlijn
2006/95/EG
EMC 2004/108/EG
57
7 Opsporen van oorzaken en oplossing
van problemen
Mijn klok met 4 zones start niet
Probleem met de
batterijen
- Controleer of de
beschermingssticker op de
batterijen verwijderd is.
- Controleer de oriëntatie van de
batterijen.
- Controleer de capaciteit van de
batterijen.
Batterijpeil is te
laag
Het logo knippert (batterijen).
- Vervang de batterijen.
Mijn klok met 4 zones lijkt goed te werken, maar de
radiatoren volgen de instellingen niet
Met Control
Conductor-
ontvanger of
thermostaat-
ontvanger
- Controleer de configuratie met
de ontvangers.
- Controleer of de radiatoren zich
in de AUTO-modus bevinden.

Documenttranscriptie

USER GUIDE 4 zones RF Digital Clock GB 3-28 GEBRUIKERSGIDS Digitale RF-klok met 4 zones NL 29-53 GUIDE D’UTILISATION Programmateur digital RF 4 zones FR 54-79 2 BELANGRIJKE OPMERKING Voordat hij met zijn werkzaamheden begint, moet de installateur deze installatie- en bedieningshandleiding aandachtig lezen en controleren of hij alle instructies die hierin worden vermeld, begrijpt en naleeft. - Het toestel mag alleen door speciaal opgeleid personeel worden gemonteerd, bediend en onderhouden. Tijdens de opleiding mag het personeel alleen onder toezicht van een ervaren installateur met het product werken. Indien de bovenstaande voorwaarden worden nageleefd, is de fabrikant in overeenstemming met de wettelijke bepalingen aansprakelijk voor de apparatuur. - Alle instructies die in deze installatie- en bedieningshandleiding opgenomen zijn, moeten worden nageleefd wanneer met de controller wordt gewerkt. Iedere andere toepassing is niet conform de voorschriften. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van een verkeerd gebruik van de controller. Wijzigingen en aanpassingen zijn om veiligheidsredenen niet toegestaan. Het onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door de servicebedrijven die door de fabrikant erkend zijn. - De functionaliteit van de controller is afhankelijk van het model en van de apparatuur. Deze installatie-instructies maken deel uit van de levering en moeten bij de apparatuur blijven. TOEPASSING - De RF-klok werd ontwikkeld om de werkwijze van uw paneelradiatoren met een programmeerfunctie te controleren en te beheren. - De controllers werden ontwikkeld voor gebruik in leefruimten, kantoorruimten en industriële ruimten. Controleer of de installatie aan de bestaande voorschriften beantwoordt voordat u ze begint te gebruiken. Alleen als dat het geval is, kan de installatie op de juiste manier worden gebruikt. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Trek de stekker uit het stopcontact voordat u aan de apparatuur begint te werken! - Installatie- en bedradingswerken in verband met de thermostaat mogen alleen worden uitgevoerd wanneer het apparaat van het elektriciteitsnet ontkoppeld is. Het apparaat mag alleen door gekwalificeerd personeel worden aangesloten en in dienst gesteld. Zorg ervoor dat de geldende veiligheidsvoorschriften worden nageleefd. - De thermostaten zijn niet spat- noch druipwaterbestendig. Ze moeten dan ook op een droge plaats worden gemonteerd. - Verwissel nooit de aansluitingen van de sensoren en de 230 Vaansluitingen! Indien dat wel zou gebeuren, zou u zichzelf en anderen blootstellen aan levensgevaarlijke elektrische gevaren of zou onherstelbare schade aan het apparaat en de daarmee verbonden sensoren en andere apparaten kunnen worden aangericht. 29 Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 2 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 Voorstelling ......................................................... 31 Toetsenbord........................................................ 32 Display ................................................................ 33 Eerste installatie ................................................. 34 Installatie van batterijen ...................................... 34 Instelling van tijd en datum ................................. 34 RF-installatie ....................................................... 35 RF-installatie met thermostaat ontvanger .......... 35 RF installatie Control Conductor ontvanger (Digital Control) ................................................... 37 2.3.3 RF-installatie met Control Conductor-ontvanger 38 2.3.4 Controle van de RF-installatie ............................ 41 2.4 Starten ................................................................ 42 3 Definitie werkingsmodus..................................... 43 3.1 Manuele modus Comfort .................................... 44 3.2 Manuele modus Beperkt..................................... 44 3.3 OFF-modus ......................................................... 44 3.4 Automatische modus .......................................... 44 3.5 Zonemodus ......................................................... 45 3.6 Programmamodus .............................................. 46 3.7 Vakantiemodus ................................................... 50 3.8 Timermodus ........................................................ 51 4 Speciale functie .................................................. 52 4.1 Toetsenbordvergrendeling ................................. 52 4.2 Optionele ingang ................................................ 52 5 Parametermenu .................................................. 53 6 Technische kenmerken ...................................... 56 7 Opsporen van oorzaken en oplossing van problemen .............................................................. 57 30 1 Voorstelling Digitale klok met 4 zones met lcd-display die speciaal werd ontworpen voor toezicht op de werkwijze van de verwarmingsinstallatie met elektrische radiatoren. Dit wordt uw beste partner om uw energieverbruik te optimaliseren en uw comfort te verbeteren. - Gemakkelijke installatie en bedrading. - Gebruiksvriendelijke programmeerfunctie. - Wekelijks programmeerbaar in stappen van 30 min. - Tijdelijke opheffunctie. - Vorstbeveiligingsfunctie. - Vakantie- of onthaalfunctie (timer). - EEPROM met niet-vluchtig geheugen. - 2 AA-batterijen voor een autonomie van 2 jaar. - 1 parametermenu (gebruiker en installateur). * Optie 1 ingang voor sturing via gsm (tweede huis, …). De klok kan de werking van uw radiatoren sturen als ze in de 'Auto Mode' staat en de Control Conductor geïsoleerd is in plaats van aangesloten. 31 1.1 Toetsenbord ( Toets om naar het vorige menu terug te keren. ) (►+) Navigatietoets ‘rechts' in menuselectie of plustoets voor bewerken van waarden. (◄-) Navigatietoets ‘links' in menuselectie of mintoets voor bewerken van waarden. (OK) Validatietoets. Achtergrondverlichtingsfunctie: Wanneer u kortstondig op deze toets (OK) drukt, kunt u de achtergrondverlichting 10 seconden laten branden. (i) Hoofdmenutoets. 32 1.2 Display 1 2 3 4 13 12 5 11 6 7 10 9 8 1. Menu van de bedieningsmodi (actieve modus is omkaderd). 2. Indicator toetsenvergrendeling. 3. Installatieparametermenu. 4. Huidige dag van de week (1 = maandag) 5. Huidig tijdstip of parameter als “ ” wordt weergegeven. 6. Pictogram om programma aan te maken. 7. Indicator kamertemperatuur. 8. Kamertemperatuur als “ ” wordt weergegeven. Parameterwaarde als “ ” wordt weergegeven. 9. RF-transmissielogo. 10. Programma van vandaag (de huidige tijdbalk knippert) 11. Zonestatus (Comfort, Beperkte of Tijdelijke opheffunctie). 12. Indicator ‘Laag batterijpeil’. 13. Externe optie is geactiveerd. 33 2 Eerste installatie In dit deel leert u hoe u uw thermostaat voor de eerste keer moet instellen. 2.1 Installatie van batterijen - Maak het deksel aan de achterkant open en steek de 2 meegeleverde AA alkalinebatterijen in het batterijvakje (of verwijder de kleine beschermende sticker als de batterijen al in het vak liggen). - Sluit het deksel. - U kunt nu de nodige parameters instellen en configureren. 2.2 Instelling van tijd en datum Telkens wanneer een waarde knippert, kunt u deze instellen met behulp van de (◄-)- en de (►+)-toets. Zodra u de waarde hebt gekozen, moet u uw keuze bevestigen met behulp van de (OK)-toets. De klok gaat dan automatisch naar de volgende waarde over. U kunt altijd naar de vorige waarde terugkeren als u op de Esc-toets ( ) drukt. Volgorde voor de instelling van de tijd en de datum: Tijd en datum Instelling van de uren Instelling van de minuten Instelling van de dag (1 = maandag) Datum Instelling van de dag van de maand (0 tot 31) Instelling van de maand (01 tot 12) Instelling van het jaar (eeuw) Instelling van het jaar Wanneer daarna het bericht ‘Save’ verschijnt, drukt u op (OK) om de waarden die u hebt ingesteld, te bevestigen. De instelfunctie van de tijd en de datum is altijd toegankelijk. Druk daarvoor tijdens normale werkingsmodi gedurende 2 seconden op de (OK)-toets. 34 2.3 RF-installatie 2.3.1 RF-installatie met thermostaat ontvanger a) Druk 8 seconden op de ( )-toets om in de ‘RF init’modus te gaan en druk 2 keer op de (OK)-toets om te bevestigen. b) Daar kunt u de zone kiezen die moet worden geconfigureerd. U doet dit door de kadercursor (rond het cijfer 1) met behulp van de (◄-)- en de (►+)-toets naar het gewenste zonecijfer (1 tot 4) te verplaatsen. c) Zodra u de zone hebt geselecteerd, moet u op de (OK)toets drukken en kiezen met (◄-) en (►+): ‘Yes’ of ‘No’ . - Als u ‘No’ kiest, wordt de zone niet op het hoofdscherm weergegeven. U kunt dan een andere zone kiezen. - Als u ‘Yes’ kiest, wordt het volgende scherm weergegeven en begint de klok het radioconfiguratie signaal naar de ontvanger te verzenden, gedurende 4 minuten. 35 d) Druk op de ontvanger enkele seconden op de knop tot de groene led begint te knipperen. Laat de knop los. … e) Uw ontvanger is nu verbonden en klaar om samen met uw klok te werken. - Zodra de configuratie tussen de ontvanger en de klok is uitgevoerd, herhaalt u deze stap (d) om alle ontvangers te verbinden die in dezelfde zone moeten werken. - Om meer zones op te nemen in de installatie, druk op de ( )-toets en herhaal de stappen (b) tot (d). f) Tot slot, druk 3 keer op de ( )-toets om naar het originele scherm terug te keren. 36 2.3.2 RF installatie Control Conductor ontvanger (Digital Control) Druk 8 seconden op de ( )-toets om in de ‘RF init’-modus te gaan en druk 2 keer op de (OK)toets om te bevestigen. b) Kies de zone die moet worden geconfigureerd. U doet dit door de kadercursor (rond het cijfer 1) met behulp van de (◄-)- en de (►+)-toets naar het gewenste zonecijfer (1 tot 4) te verplaatsen. a) c) Zodra u de zone hebt geselecteerd, moet u op de (OK)toets drukken en kiezen met (◄-) en (►+): ‘Yes’ of ‘No’ . - Als u ‘No’ kiest, wordt de zone niet op het hoofdscherm weergegeven. U kunt dan een andere zone kiezen. - Als u ‘Yes’ kiest, wordt het volgende scherm weergegeven en begint de klok het radioconfiguratie signaal naar de ontvanger te verzenden, gedurende 4 minuten. d) Druk op de ontvanger 5 seconden op de (OK)-toets. “rfi” zal verschijnen. Druk daarna opnieuw op de (OK)toets om de ‘radio frequentie initialisatie’ te openen. Op het scherm verschijnt “rf.un”, druk op de (OK)-toets om te selecteren. 37 Let op, dit is een snel proces. Er verschijnt kort “-“ op het scherm en dan keert men terug naar het startscherm. e) Uw ontvanger is nu verbonden en klaar om samen met uw klok te werken. - Zodra de configuratie tussen de ontvanger en de klok is uitgevoerd, herhaalt u deze stap (d) om alle ontvangers te verbinden die in dezelfde zone moeten werken. - Om meer zones op te nemen in de installatie, druk op de ( )-toets en herhaal de stappen (b) tot (d). f) Tot slot, druk 3 keer op de ( )-toets om naar het originele scherm terug te keren. 2.3.3 RF-installatie met Control Conductorontvanger a) Eerst moet u alle Control Conductor-ontvangers die in dezelfde zone moeten werken, in de 'RF init'-modus plaatsen. Druk hiervoor 5 seconden lang op de drukknop van de ontvanger. Daarna zou de groene RF-led (continu) moeten beginnen te branden. Hiermee wordt aangeduid dat de ontvanger zich in de radioconfiguratiemodus bevindt en dat hij wacht op een configuratieadres van de klok. 38 … 5s b) Op de klok moet u nu in het installatiemenu gaan door 8 seconden lang op de ( )-toets te drukken. Daarna moet het volgende scherm verschijnen. c) Druk daarna op de (OK)-toets om in de ‘RF init’-modus te gaan. Daar kunt u de zone kiezen die moet worden geconfigureerd. U doet dit door de kadercursor met behulp van de (◄-)- en de (►+)-toets naar het gewenste zonecijfer (1 tot 4) te verplaatsen. 39 d) Zodra u de zone hebt geselecteerd, moet u op de (OK)toets drukken en kiezen als u deze wilt gebruiken: ‘Yes’ of ‘No’. - Als u ‘No’ kiest, wordt de zone niet op het hoofdscherm weergegeven. U kunt dan een andere zone kiezen. - Als u ‘Yes’ kiest, moet het volgende scherm worden weergegeven en begint de klok het radioconfiguratiesignaal naar de ontvanger te verzenden. e) Controleer op de ontvangers de goede ontvangst van het signaal. Meestal wordt dit aangeduid met een knippersignaal van de groene RF-led. … Uw ontvanger is nu verbonden en klaar om samen met uw klok te werken. - Herhaal de stappen (b) tot (d) als u meer zones nodig hebt voor uw installatie. g) Ga met behulp van de (►+)-toets naar de parameter ‘End’ en druk op (OK) om het parametermenu te verlaten. 40 2.3.4 Controle van de RF-installatie U kunt nu het installatiemenu op uw klok verlaten en naar het hoofdscherm terugkeren. U kunt dit doen door met behulp van de (►+)-toets naar de parameter ‘End’ te gaan en daarna op (OK) te drukken. Controleregels voor uw thermostaatontvanger U kunt een RF-test op afstand uitvoeren als u de werking van uw installatie wilt controleren. - Druk hiervoor in het hoofdscherm op de (i)-menutoets en kies met behulp van (◄-) en (►+) het Comfortmenu. - Plaats nu al uw ontvangers in de AUTO-modus (continu groen lichtsignaal van de led of continu rood signaal als de ontvanger van de thermostaat warmte vraagt). - Druk daarna in het hoofdscherm van de RF-klok op de (i)-menutoets en kies met behulp van (◄-) en (►+) het beperkte menu. - Ga nu naar de kamers (zones) waarvan de temperatuur door de klok moet worden gestuurd en controleer alle ontvangers, zodat u er zeker van bent dat de nieuwe werkingsmodus werd ontvangen (beperkte modus, groen knippersignaal van de led of afwisselend rood/groen knippersignaal als er warmte wordt gevraagd). Uw installatie is nu gecontroleerd en klaar om te worden gebruikt. Controleregels voor Control Conductor-ontvanger - Druk hiervoor in het hoofdscherm eerst op de (i)menutoets en kies met behulp van (◄-) en (►+) het Comfortmenu. - Plaats daarna al uw radiatoren in de AUTO-modus en controleer de led van uw Control Conductor-ontvanger (groen led-lampje brandt continu, waarmee wordt aangegeven dat de Comfortfunctie ingeschakeld is). - Druk daarna in het hoofdscherm van de klok op de (i)menutoets en kies met behulp van (◄-) en (►+) het beperkte menu. 41 - Ga nu naar de kamers (zones) waarvan de temperatuur door de klok moet worden gestuurd en controleer alle ontvangers, zodat u er zeker van bent dat de nieuwe werkingsmodus werd ontvangen (beperkte modus, groene led knippert). Uw installatie is nu gecontroleerd en klaar om te worden gebruikt. De installatie verloopt vlotter als u de klok tijdens de configuratiemodus in de buurt van de ontvanger hebt. (Daarbij dient wel een minimumafstand van 50 cm te worden toegepast om slechte RF-ontvangst te vermijden) 2.4 Starten De klok is nu klaar om te werken. De standaard werkingsmodus is automatisch , met een standaard ingebouwd programma ‘P1’ voor alle zones. Maandag tot vrijdag 20 °C 18 °C 07.00 09.00 17.00 23.00 Zaterdag en zondag 20 °C 18 °C 08.00 23.00 42 Opmerking U kunt uw programma instellen zoals u dat wenst. In het volgende deel 'Definitie werkingsmodus' in het hoofdstuk 'Zoneprogramma' vindt u hierover meer uitleg. Huidige fase van het programma of the program Weergegeven zone Programma gevolgd door Zone1 Huidige tijd Wanneer de achtergrondverlichting uit is, kunt u ze op ieder moment opnieuw inschakelen door op de (OK)-toets te drukken. Als u daarna nog eens op de (OK)-toets drukt, krijgt u een andere zone te zien. 3 Definitie werkingsmodus Hoe kunt u de werkingsmodus veranderen? - Druk op de (i)-menutoets om de werkingsmodusregel te laten verschijnen. - U kunt nu met behulp van de (◄-)- en de (►+)-toets de kadercursor naar de gewenste werkingsmodus verplaatsen. Druk daarna op (OK) om uw keuze te bevestigen. 43 3.1 Manuele modus Comfort Manuele werkingsmodus; alle zones volgen op ieder moment de Comfort werkingsmodus. 3.2 Manuele modus Beperkt Manuele werkingsmodus; alle zones volgen op ieder moment de Beperkte werkingsmodus. 3.3 OFF-modus Gebruik deze modus als u uw installatie wilt uitschakelen. Opgelet - In deze modus kan uw installatie bevriezen. - De radiatoren zijn nog altijd ingeschakeld, aangezien ze nog altijd met het elektrische net verbonden zijn. - Wanneer de display uitgeschakeld is, kunt u op ieder moment de temperatuur en de tijd op dat moment enkele seconden lang op de display laten verschijnen als u op de (OK)-toets drukt. - Gebruik de (◄-)- en (►+)-navigatietoetsen om uw installatie opnieuw op te starten. 3.4 Automatische modus In deze modus volgen alle zones het gekozen programma (ingebouwd of aangepast) in functie van de tijd. U kunt op ieder moment de programmamodus die op dat moment ingesteld is, opheffen om naar de volgende programmastap over te gaan. Verplaats de kadercursor met behulp van de (◄-)- of de (►+)-toetsen naar de gewenste zone, druk op (OK) en kies de opheffunctie met (►+). Het logo van de kleine hand verschijnt wanneer de tijdelijke opheffunctie actief is. Deze functie valt automatisch uit wanneer het programma de volgende keer naar ‘ ’ of ‘ ’ overschakelt. U kunt de tijdelijke opheffunctie manueel uitschakelen als u op (i) en (OK) drukt. 44 3.5 Zonemodus Druk op (i) en (◄-) of (►+) om de Zonemodus te bereiken. Huidige dag Weergegeven zone Programma dat door de weergegeven zone wordt gevolgd Programma van de dag In de Zonemodus moet u eerst het zonecijfer kiezen met behulp van de (◄-)- of de (►+)-toets. Druk daarna op (OK) om met behulp van (◄-) of (►+) het programmacijfer te kiezen. U hebt de keuze tussen een ingebouwd programma P1 tot P9 en een gebruikersprogramma U1 tot U4. Als u een ingebouwd programma P1 tot P9 kiest: (zie het deel van de bijlagen voor een volledige beschrijving van het ingebouwde programma) - Verander met behulp van de (i)-menutoets de programmeerdag die wordt weergegeven. - Druk op de (OK)-toets om uw keuze te bevestigen en om naar het hoofdscherm terug te keren (in de AUTO-modus). Als u een gebruikersprogramma U1 tot U4 kiest: Net zoals hierboven wordt beschreven, kunt u het programma niet alleen kiezen en het bekijken, maar kunt u het ook in de programmamodus aan uw wensen aanpassen. 45 3.6 Programmamodus Druk op (i) en (◄-) of (►+) om de Programmamodus te bereiken. Gebruik deze modus om de Gebruikersprogramma’s U1 tot U4 aan uw wensen aan te passen. Standaardinstelling: U1, U2, U3 en U4 = Comfort de hele week door Symbolen en uitleg voor het aanmaken van programma’s: Eerste stap van de dag ( Comforttemp.) Het wektijdstip moet worden ingesteld. Middelste stap van de dag ( Verlaagde temp.) Het tijdstip waarop de woning wordt verlaten, moet worden ingesteld. Middelste stap van de dag ( Comforttemp.) Het tijdstip waarop de bewoners terugkeren, moet worden ingesteld. Laatste stap van de dag ( Verlaagde temp.) Het tijdstip waarop de bewoners gaan slapen, moet worden ingesteld. - De programmastap duurt 30 minuten. - Telkens wanneer een waarde of een pictogram knippert, wordt u gevraagd om een keuze te maken met behulp van de (◄-)- of de (►+)-toets. Zodra de keuze gemaakt is, moet u op de (OK)-toets drukken om naar de volgende stap over te gaan. - Het programma wordt altijd ingevoerd op dag 1 (maandag). 46 Zodra u op de (OK)-toets drukt, verschijnt de volgende display: Nu wordt u gevraagd om de tijd van de eerste stap van het programma in te stellen met behulp van (◄-) of (►+), Druk op (OK) om uw keuze te bevestigen en ga naar de volgende stap. U wordt nu gevraagd om een keuze te maken voor het type voor de volgende stap van het programma (knipperende pictogrammen). U hebt hierbij de keuze uit 2 mogelijkheden: - De eerste keuze wordt gevormd door het slaappictogram (einde van de dag). - De tweede keuze wordt gevormd door het verlaatpictogram, waarmee u één stap aan het programma kunt toevoegen tijdens de dag. Druk na het maken van uw keuze op (OK) om uw keuze te bevestigen. 47 Daarna kunt u het tijdstip voor de stap aanpassen met behulp van (◄-) of (►+). Wanneer het tijdstip van de stap is ingesteld, moet u op (OK) drukken om naar de volgende stap over te gaan. U zult rechtstreeks worden gevraagd om met behulp van (◄-) of (►+) het tijdstip van de terugkeerstap in te stellen. Druk op (OK) om uw keuze te bevestigen en ga naar de volgende stap over. 48 U wordt nu opnieuw gevraagd om een keuze te maken voor het type voor de volgende stap van het programma (knipperende pictogrammen). U hebt hierbij de keuze uit 2 mogelijkheden: - De eerste keuze wordt gevormd door de slaappictogrammen (einde van de dag); - De tweede keuze wordt gevormd door de verlaatpictogrammen, waarmee u één stap aan het programma kunt toevoegen tijdens de dag. Druk na het maken van uw keuze op (OK) om uw keuze te bevestigen. U kunt het tijdstip van deze stap met behulp van (◄-) of (►+) instellen. Druk op (OK) om uw keuze te bevestigen en sluit de bewerking van de eerste dag af. U kunt nu het dagprogramma dat u zonet hebt ingevoerd, naar de volgende dagen kopiëren. Verander uw keuze ‘Yes’ of ‘No’ met behulp van (◄-) of (►+) en bevestig uw keuze met (OK). - Als u ‘No’ selecteert, zult u worden gevraagd om een programma aan te maken voor dinsdag (herhaal hiervoor de vorige methode). - Als u ‘Yes’ selecteert, krijgt u de mogelijkheid om het programma voor de volgende dag te programmeren (van 49 dinsdag naar woensdag … tot de laatste dag van de week – 7 zondag). Wanneer u op de laatste dag (7 zondag) op (OK) drukt, wordt aan u gevraagd om uw programma op te slaan (‘SAVE’). Op dat moment verschijnt het bericht ‘Save’ en knippert de groene led. Druk op (OK) om uw programma op te slaan en keer via uw gebruikersprogramma naar de AUTO bedieningsmodus terug. - U kunt op ieder moment de modus voor het aanmaken van een programma verlaten als u meermaals op de Esctoets ( ) drukt. U keert dan via de eerder doorlopen fasen terug. 3.7 Vakantiemodus Druk op (i) en (◄-) of (►+) om naar de Vakantiemodus te gaan. De Vakantiemodus biedt u de mogelijkheid om de vorstbeveiligingsmodus voor een bepaald aantal dagen in te stellen. Afhankelijk van de aangesloten radiatoren kan hiervoor de Beperkte modus worden gebruikt (bv. YALI G en MILO). - U kunt met behulp van (◄-) of (►+) de duur in dagen (‘d’) instellen. Druk daarna op (OK) om het programma te starten (instelbaar van 1 tot 99 dagen). Het -logo knippert en het aantal overblijvende dagen tot het einde van de periode wordt weergegeven. 50 Als u de Vakantiefunctie wilt uitschakelen voordat de periode verstreken is, kunt u de duur met behulp van de (◄-)-toets op ‘No’ instellen of op de Esc-toets ( ) drukken. 3.8 Timermodus Druk op (i) en (◄-) of (►+) om naar de Vakantiemodus te gaan. Met de Timermodus kunt u voor alle zones een Comfortperiode instellen. Deze functie kan worden gebruikt wanneer u meerdere dagen thuis blijft of als u het programma voor een bepaalde tijd tijdelijk wilt opheffen (onthaal, ...). - U kunt met behulp van (◄-) of (►+) de duur in uren (‘u’) instellen als de periode minder dan 24 uur lang is. Druk daarna op (OK) om uw keuze te bevestigen (instelbaar van 1 uur tot 99 dagen). Het logo knippert en het aantal overblijvende uren/dagen tot het einde van de periode wordt weergegeven. Als u de Timerfunctie wilt uitschakelen voordat de periode verstreken is, kunt u de duur met behulp van de (◄-)-toets op ‘No’ instellen of op de Esc-toets ( ) drukken. 51 4 4.1 Speciale functie Toetsenbordvergrendeling Gebruik deze functie om te voorkomen dat iemand anders uw instellingen verandert (in een kinderkamer, in een openbare ruimte, ...). - Als u de toetsenbordvergrendeling wilt activeren, moet u eerst de twee navigatietoetsen (◄-) (►+) indrukken en ingedrukt houden en vervolgens gelijktijdig op de bevestigingstoets (OK) drukken. - Het ‘ ’-logo verschijnt op het scherm. - Herhaal deze procedure om het toetsenbord te ontgrendelen. Het is mogelijk dat de cijfers op de display tijdens deze handeling enkele seconden lang verdwijnen. 4.2 Optionele ingang Er kan een telefooninterface worden gemonteerd, zodat u ook buitenshuis tussen de programma- en de beperkte modus kunt overschakelen. Deze ingang kan in combinatie met onze gsm-controller worden gebruikt. Als u de gsm-functie wilt gebruiken, moet uw klok in de AUTO-modus worden geplaatst. Vervolgens moet de installatie in de Vakantiemodus worden ingesteld wanneer de externe ingang wordt geactiveerd. Een klein telefoonen een vakantielogo duidt aan dat de functie werd geactiveerd. 52 BELANGRIJKE OPMERKING De externe ingang moet met een vrij contact worden gebruikt. Controleer of er geen spanning aanwezig is voordat u andere apparatuur of onze Tempco GSM-controller aansluit. 5 Parametermenu Uw thermostaat is uitgerust met een parametermenu. Druk op de bewerktoets ( ) en houdt deze 8 sec. lang ingedrukt als u in dit menu wilt gaan. Op dat moment verschijnt het parametermenu en wordt het eerste parameterscherm weergegeven: Nu kunt u een parameter selecteren, die met behulp van de navigatietoetsen (◄-) of (►+) moet worden ingesteld. Zodra u de parameter hebt gekozen, moet u de waarde met de (OK)-toets inschakelen, met (◄-) of (►+) wijzigen en uw instelling met (OK) bevestigen. Kies de parameter ‘End’ en druk op (OK) om het parametermenu te verlaten. Nr. Standaardwaarde en andere mogelijkheden 00 init: radioconfiguratie Verzendt het radioverbindingssignaal om deze RFklok toe te wijzen aan alle RF-ontvangers van de installatie. U moet dan ook gelijktijdig de ontvanger in de radioconfiguratiemodus instellen (zie hoofdstuk RF installatie). 53 01 02 03 04 05 06 Lang: kies de taal van de parameterlijst Engl: Engels Fran: Frans dEG: weergegeven eenheid voor temperatuur °C Celsius °F Fahrenheit __:__ Selectie van de eenheid van de klok 24H (24.00) 12H (12.00 AM /PM) dst: Zomertijd veranderen Zomer <-> Winter YES: automatische verandering volgens de datum. no: geen automatische verandering naar zomertijd. AirC: kalibratie van de inwendige voeler. De kalibratie moet minstens 1 uur na de laatste manipulatie van de klok worden uitgevoerd in overeenstemming met de volgende beschrijving. Plaats een thermometer in de kamer op 1,5 m hoogte ten opzichte van de vloer (net als de klok) en controleer de reële temperatuur in de kamer na 1 uur. Wanneer u de kalibratieparameter ziet verschijnen, wordt rechts 'No' vermeld, waarmee wordt aangeduid dat er geen kalibratie werd uitgevoerd. Met behulp van de (-)- of de (+)-toets kunt u de reële waarde invoeren die u van de thermometer kunt aflezen. Druk daarna op (OK) om de ingevoerde waarde te bevestigen. Nu zou het bericht ‘Yes’ moeten worden weergegeven. De waarde zal in het interne geheugen worden opgeslagen. Als u een kalibratie moet wissen, moet u op de Esctoets ( ) drukken. De oude waarde wordt gewist en het bericht ‘No’ verschijnt op de display. In.TY Type vrij contact dat met de externe ingang wordt gebruikt. No: deze optie wordt geactiveerd wanneer het contact dicht is. NC: deze optie wordt geactiveerd wanneer het contact open is. 54 08 09 10 Clr ALL: terug naar fabrieksinstelling Druk op de (OK)-toets en houdt deze 10 sec. ingedrukt om de instelpunten voor de temperatuur en de gebruikersparameters in dit menu naar de standaardinstellingen die in de fabriek werden ingesteld, te resetten. Ook de gebruikersprogramma’s worden dan gereset. * Opgelet Zorg ervoor dat u over alle nodige elementen beschikt om uw installatie opnieuw op te starten voordat u deze functie gebruikt. Softwareversie VErS ___ End: verlaat het parametermenu Druk op de (OK)-toets om het parametermenu van de installatie te verlaten en naar de normale bediening terug te keren. 55 6 Technische kenmerken Omgeving: Bedieningstemperatuur: Verzendings- en opslagtemperatuur Elektrische bescherming Installatiecategorie Verontreinigingsgraad Nauwkeurigheid temperatuurmeetwaarde 0 °C - 40 °C -10 °C tot +50 °C IP30 Klasse II 2 0,1 °C Voeding Autonomie 2 AA LR6 1,5 V alkalinebatterijen ~ 2 jaar Sensorelementen: NTC 10k bij 25 °C Radiofrequentie 868 MHz, < 10 mW. Wordt in het parametermenu weergegeven. Vers xxx EN 60730-1 : 2003 EN 61000-6-1 : 2002 EN 61000-6-3 : 2004 EN 61000-4-2 : 2001 Softwareversie Normen en homologatie: Uw thermostaat werd ontworpen in overeenstemming met de volgende standaarden of andere normatieve documenten: EN300220-1/2 EN301489-1/3 R&TTE 1999/5/EG Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG EMC 2004/108/EG 56 7 Opsporen van oorzaken en oplossing van problemen Mijn klok met 4 zones start niet - Controleer of de beschermingssticker op de batterijen verwijderd is. Probleem met de - Controleer de oriëntatie van de batterijen batterijen. - Controleer de capaciteit van de batterijen. Batterijpeil is te Het logo knippert (batterijen). laag - Vervang de batterijen. Mijn klok met 4 zones lijkt goed te werken, maar de radiatoren volgen de instellingen niet Met Control - Controleer de configuratie met Conductorde ontvangers. ontvanger of - Controleer of de radiatoren zich thermostaatin de AUTO-modus bevinden. ontvanger 57
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90

RADSON 4 Zones RF Clock Handleiding

Categorie
Thermostaten
Type
Handleiding