Pottinger TOP 812 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Handleiding
Vertaling van de originele handleiding
Nr.
TOP 722
(Type SK 2862 :
+ . . 00001
)
TOP 812
(Type SK 2863 :
. . 00
001
)
Dubbele zwadhark
99+2862.NL.80U.0
1900_NL-Seite2
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
De productaansprakelijkheid verplicht de producent en de dealer de handleiding bij de verkoop van machines beschikbaar te stellen.
Bovendien moet de gebruiker bij de machine worden geïnstrueerd omtrent bedienings-, veiligheids- en onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd. U
heeft hiervoor een bevestigingsmail van Pöttinger ontvangen. Als u deze mail niet heeft ontvangen, moet u contact opnemen met
uw verantwoordelijke dealer. Uw dealer kan de overdrachtsverklaring online invullen.
Iedere landbouwkundige is ondernemer in de zin van de productaansprakelijkheidswet.
Materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is schade die door een machine wordt veroorzaakt, maar niet aan
de machine wordt veroorzaakt; voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van euro 500,-
Zakelijke materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is uitgesloten.
Attentie!
Als de machine van eigenaar wisselt, dient de handleiding te worden doorgegeven. De nieuwe gebruiker moet volgens
de voorschriften worden geïnstrueerd.
Pöttinger - Vertrouwen binnen handbereik - sinds 1871
Kwaliteit is een waarde die rendeert. Daarom beschikken wij over de hoogste kwaliteitsstandaarden voor onze producten. Deze
worden door ons eigen kwaliteitsmanagement en door onze bedrijfsleiding permanent gecontroleerd. Want veiligheid, probleemloos
functioneren, hoogste kwaliteit en absolute betrouwbaarheid van onze machine tijdens het gebruik vormen onze kerncompetenties,
waarvoor wij staan.
Omdat wij permanent werken aan de ontwikkeling van onze producten, kan deze handleiding afwijken van het product. Er kunnen
daarom geen rechten worden ontleend aan de gegevens, afbeeldingen en beschrijvingen. Bindende informatie omtrent bepaalde
eigenschappen van de machine dient bij de service-dealer te worden opgevraagd.
Wij vragen om begrip voor het feit dat wijzigingen in de leveringsomvang, wat betreft de vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn.
Nadruk, vertaling en kopieën in welke vorm dan ook, ook als samenvatting, zijn alleen toegestaan met schriftelijke toestemming
van Pöttinger Landtechnik GmbH.
Alle auteursrechten blijven Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges.m.b.H. uitdrukkelijk voorbehouden.
© Pöttinger Landtechnik GmbH – 31 oktober 2012
Vind extra informatie over uw machine op PÖTPRO:
U bent op zoek naar passende onderdelen of accessoires voor uw machine? Geen probleem, hier vindt u alle benodigde informatie.
QR-code op het typeplaatje van de machine scannen of op
www.poettinger.at/poetpro
www.poettinger.at/poetpro
Als u toch niet kunt vinden wat u nodig heeft, kunt u altijd terecht bij uw service-dealer. Hij adviseert u graag.
NL-1901 Dokum D Aanbouwmachines
- 3 -
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Aankruisen hetgeen van toepassing is.
X
X
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
INSTRUCTIES VOOR DE OVERDRACHT VAN MACHINES
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd. U heeft hiervoor
een bevestigingsmail van Pöttinger ontvangen. Als u deze mail niet heeft ontvangen, moet u contact opnemen met uw verantwoordelijke dealer.
Uw dealer kan de overdrachtsverklaring online invullen.
Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Alle veiligheidsinrichtingen,
aftakas en bedieningselementen zijn aanwezig.
Bediening, ingebruikname en onderhoud van de machine of het werktuig is aan de hand van de handleiding met de klant
besproken en uitgelegd.
Bandenspanning gecontroleerd.
Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
Aanpassingen aan de tractor zijn gerealiseerd: Driepuntsbevestiging
Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
Informatie is verstrekt omtrent opties en extra mogelijkheden.
Er is gewezen op het belang van het bestuderen van de handleiding.
NL
- 4 -
1300_NL-INHALT_2862
NL
InhOUDsOPGAVE
De veilig
-
heidsvoor
-
schriften
in aanhangsel A
navolgen!
Inhoudsopgave
I
NH
OUD
S
OPGAVE
CE-kenmerk
...............................................................
5
Betekenis van de waarschuwings afbeeldingen
........
5
G
E
B
RUI
K
TE
S
Y
M
B
O
L
EN
CE-kenmerk
...............................................................
6
Veiligheidsaanwijzingen:
............................................
6
W
AARSCHUWINGSA
WAARSCHUWINGSAW
FB
EE
L
DING
AL
GEMENE
VEI
L
IGHEIDSAANWI
JZ
INGEN
Rijden met aangekoppeld werktuig
..........................
10
Aan- en afkoppelen van het werktuig
......................
10
Voor het bestemmingsgebruik verwijzen
.................
10
Transport over de openbare weg
.............................
10
Voor het in gebruik nemen
.......................................
10
Controle voor de ingebruikname
..............................
10
U
ITVOERINGS
B
ESCHRI
J
VING
Overzicht
...................................................................
11
Trekker
.....................................................................
12
Ballastgewichten
......................................................
12
Hefinrichting (driepuntskoppeling)
...........................
12
Noodzakelijke hydraulische aansluitingen
...............
13
Noodzakelijke stroomaansluitingen
.........................
13
A
AN
B
OUW
VAN
DE
MACHINE
Machine aanbouwen
.................................................
14
Steunpoot omhoogklappen
.......................................
14
Elektrische verbinding leggen
...................................
14
Hydraulische aansluitingen
.......................................
14
Cardanas monteren
..................................................
14
Beveiligen van ongeremde machines met
trekketting
................................................................
15
Instellen van het stangenmechanisme bij de
transportbeveiliging
..................................................
15
Instellen van de cirkelharkontlasting (optie)
.............
15
Wegzetten van de machine
.....................................
16
Instellen van de cirkelharkstabilisatie
........................
17
Veiligheidsaanwijzingen
...........................................
18
T
RANSPORT
Veranderen van arbeidspositie in transportpositie
...
19
Rijden op de openbare weg
.....................................
20
Machine-afmetingen in transportpositie
...................
20
Frame - chassis
.......................................................
21
Transporthoogte verlagen
.......................................
22
Bediening van de tandenhouder
..............................
22
G
E
B
RUI
K
Algemene richtlijnen bij werkzaamheden met de
machine
...................................................................
23
Veranderen van transport- in werkpositie
................
23
Instellingen aan het cirkelharkchassis
.....................
24
1. Dwarshelling instellen
..........................................
24
2a. Harkhoogte instellen (mechanisch)
...................
25
2b. Harkhoogte instellen (hydraulisch)
.....................
25
3. Weergaven op elkaar afstemmen
........................
26
Tastwielen instellen
..................................................
26
Toerental cardanas
..................................................
27
Achterste zwaddoek
.................................................
27
Dubbelzwadfunctie (optie voor TOP 722)
................
28
Omzetten van arbeids- in veldtransportpositie
.........
29
Volgorde bediening
..................................................
30
Eéncirkelharkbediening (variant)
.............................
30
Instelling van de bochtenbaan
.................................
31
G
E
B
RUI
K
OP
HE
LL
INGEN
Voorzichtig bij manoeuvres op een helling!
.............
32
AL
GEMEEN
ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzingen
...........................................
33
Algemene onderhoudsaanwijzingen
........................
33
Reinigen van machinedelen
.....................................
33
Parkeren in de open lucht
........................................
33
Winterklaar maken
...................................................
33
Cardanassen
...........................................................
34
Hydraulische installatie
............................................
34
Algemene aanwijzingen bij de
onderhoudswerkzaamheden
...................................
35
Transmissie (1,2)
......................................................
35
Chassis
....................................................................
35
Spoor van de banden instellen
................................
35
Bandenmaat
............................................................
36
Tandenarmen
...........................................................
36
Veertanden
..............................................................
37
Smeerschema
..........................................................
38
Cirkelharkunit
...........................................................
39
Verwerking van niet-bruikbare machine-
onderdelen
...............................................................
39
Heffen van de machine
............................................
40
P
ERS
L
UCHTREMINSTA
LL
ATIE
Aansluiten van de remslangen
.................................
41
Veiligheidsaanwijzingen
............................................
41
Onderhoud
................................................................
41
Reiniging van het leidingfilter
..................................
42
Aanpassing aan de banden
.....................................
42
HY
DRAU
L
ISCHE
REMINSTA
LL
ATIE
Veiligheidsaanwijzingen
...........................................
43
Aankoppelen van de remslang
................................
43
Onderhoud
...............................................................
43
Aanpassing aan de banden
.....................................
43
HY
DRAU
L
IE
K
P
L
AN
Hydraulisch schema TOP 722 C
..............................
44
Hydraulisch schema TOP 722 - Afzonderlijke
cirkelharkbediening
..................................................
45
Hydraulisch schema TOP 722 - Afzonderlijke
cirkelharkbediening en hydraulische ontgrendeling
.
46
Hydraulisch schema TOP 722 - Afzonderlijke
cirkelharkbediening, hydraulische ontgrendeling en
harkhoogte
...............................................................
47
Hydraulisch schema TOP 722 - Dubbele
zwadbediening
.........................................................
48
Hydraulisch schema TOP 722 - Volumeverdeler
(optie)
.......................................................................
49
Hydraulisch schema TOP 812 C
..............................
50
Hydraulisch schema TOP 812 - Afzonderlijke
cirkelharkbediening
...................................................
51
Hydraulisch schema TOP 812 - Volumeverdeler
......
52
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
..............................................
53
Vereiste aansluitingen TOP 722
...............................
53
Vereiste aansluitingen TOP 812
...............................
53
Optie
........................................................................
54
Gebruik conform bestemming van de machine
.......
54
Typeplaatje
...............................................................
54
Positie van het typeplaatje
.......................................
54
A
ANHANGSE
L
Smeermiddelen
........................................................
61
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig
..........
64
- 5 -
1300_NL-INHALT_2862
InhOUDsOPGAVE
NL
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk, geeft aan dat de machine beantwoord
aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde
machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
Betekenis van de waarschuwings
afbeeldingen
Blijf uit het werkbereik van de zwadhark zolang de
trekkermotor nog draait.
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar nog delen
kunnen bewegen.
Buiten het zwenkbereik van de machine blijven.
495.173
- 6 -
1800_D-Veiligheid ANSI
NL
G
E
br
UI
kt
UIktUI
E
ktEkt
symb
E symbE
O
l
E
n
EnE
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk geeft aan dat de machine beantwoordt aan de machinerichtlijn en
andere toepasselijke EG-richtlijnen.
EG-conformiteitsverklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG-conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde
machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
Veiligheidsaanwijzingen:
In de handleiding vindt u de volgende symbolen
met aanwijzingen:
GEVAAR
GEVAAR
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de
kans op een dodelijk of een
kans op een dodelijk of een
levensbedreigend letsel.
levensbedreigend letsel.
•
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die
-
nen absoluut te worden opgevolgd!
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de kans op een zwaar letsel.
•
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die
-
nen absoluut te worden opgevolgd!
VOOR
VOOR
Z
ICHTIG
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de kans op een letsel.
•
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die
-
nen absoluut te worden opgevolgd!
AANWI
JZ
ING
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de kans op materiële schade.
•
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die
-
nen absoluut te worden opgevolgd!
TIP
Dergelijke teksten geven bijzondere aanbevelingen en
adviezen met betrekking tot het economisch gebruik
van de machine.
MI
L
IEU
Dergelijke teksten geven u handelwijzen en advies inzake
milieubescherming.
Als (optie) aangegeven uitrustingen zijn alleen standaard
beschikbaar bij bepaalde uitvoeringen van de machine of
worden alleen voor bepaalde uitvoeringen als speciale
uitrusting geleverd of worden alleen in bepaalde landen
aangeboden.
Afbeeldingen kunnen in detail afwijken van de machine
en dienen te worden begrepen als principe-afbeelding.
Aanduidingen als links en rechts gelden altijd in rijrichting,
als niet anders blijkt uit tekst of beeld.
- 7 -
1800_NL-Waarschuwingsafbeelding_2858
NL
W
AA
WAAW
rsch
UWI
n
UWInUWI
G
s
A
sAs
fb
EE
l
EElEE
DI
n
DInDI
G
1
(2x)
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar nog delen kunnen
bewegen.
495.171
2
(2x)
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar nog delen kunnen
bewegen.
11 12 12
3
1
1
7
12
7
060-19-002
060-19-001
2
5 4 8 9
12 11
12
6
10
12
13
13
- 8 -
1800_NL-Waarschuwingsafbeelding_2858
Waarschu
W
ingsafbeelding
WingsafbeeldingW
NL
3
(1x)
540
Geprefereerde hydraulische druk en cardanassnelheid.
495.310
4
(1x)
Zuschnittlinie
05.09.16 5594/0006 donamar
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden de motor stopzetten
en de contactsleutel verwijderen.
495.165
5
(1x)
Aanspraak maken op de productgarantie is alleen mogelijk als de
overdrachtsverklaring is ondertekend
495.713
6
(2x)
Niet in het gevarengebied van de roterende cirkelharken komen. Wacht
totdat deze volledig tot stilstand zijn gekomen.
7
(2x)
Hefpunt voor wagenkrik
495.787
8
(1x)
494.695
Nach den er
sten Betriebsstunden
Muttern bz
w.
Schrauben nachziehen.
Resserer les vis écr
ous après les 10
premières heures de f
onctionnement.
Tighten nuts and scre
ws after the
fir
st 10 hour
s of operation.
Na de eer
ste 10 werkuren bouton en
moeren natrekken.
Schroefverbindingen aandraaien na de eerste bedrijfsuren
494.695
9
(1x)
494.529
Lees de gebruiksaanwijzing voordat u de machine in gebruik neemt.
494.529
- 9 -
1800_NL-Waarschuwingsafbeelding_2858
Waarschu
W
ingsafbeelding
WingsafbeeldingW
NL
10
(2x)
Bandenspanning
495.668
11
(2x)
bsb 449 567
495.166
Niet in het zwenkgebied van de cirkelharkarmen komen
495.166
12
(12x)
Positie van een smeernippel
494.646
13
(1x)
Cardanas inkorten
495.851
- 10 -
1800_NL-AllgSicherheit_3842
NL
Algemene veiligheids
AA
Algemene veiligheidsAAAlgemene veiligheids
nwijzingen
Rijden met aangekoppeld werktuig
De rijeigenschappen van een trekvoertuig worden
beïnvloed door het aangekoppelde werktuig.
Bij het werken op hellingen bestaat gevaar voor
omslaan.
Rijstijl aan de omstandigheden aanpassen.
De trekker moet voor en achter voldoende
van ballastgewichten
worden voorzien om
de bestuurbaarheid
en de remkracht
te waarborgen.
(Minstens 20% van
het
leeggewicht van
het voertuig moet op
de vooras rusten).
Het is niet toegestaan
personen te vervoeren op het werktuig.
Aan- en afkoppelen van het werktuig
Bij het aankoppelen van machines aan de trekker
ontstaat beklemmingsgevaar.
Bij het aankoppelen niet tussen werktuig en trekker
staan zolang de trekker achteruitrijdt.
Er mag niemand plaats nemen tussen de tractor en
het werktuig tenzij de voertuigen door middel van
wiggen beveiligd zijn tegen wegrollen!
Aftakas alleen aan- en afkoppelen als te trekkermotor
stil staat.
Voor het bestemmingsgebruik verwijzen
Voor het bestemmingsgebruik verwijzen wij u naar de
technische gegevens.
De capaciteitsgrenzen (zoals asdruk, oplegdruk en
totaalgewicht) mogen niet zodanig overschreden
worden, dat de wagen overbelast wordt. De
gegevens zijn ook op de rechterkant van de wagen
aangebracht.
Neem ook de capaciteitsgrenzen van de trekker in
acht.
Transport over de openbare weg
Leef de wettelijke bepalingen na.
Voor het in gebruik nemen
a.
Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet
de bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften
vertrouwd maken. Tijden het werk is dit te laat!
b.
Voor iedere ingebruikneming moet de verkeers- en
bedrijfsveiligheid van het werktuig gecontroleerd
worden.
c.
Wanneer men hydraulische apparatuur gaat bedienen
en de aandrijving ingeschakeld wordt, mogen zich geen
personen in de nabije omgeving bevinden.
d.
Bij het voorwaarts of achterwaarts in gang zetten van
het voertuig moet de chauffeur zich ervan vergewissen
dat hij niemand in gevaar brengt. Als de chauffer de
rijbaan direct achter het werktuig niet kan zien en
overzien, moet hij een beroep doen op seingever bij
het achteruitrijden.
e.
Houd u aan de veiligheidsaanwijzingen die aangebracht
zijn op het werktuig.De gevarentekens zijn uitgelegd
op bladzijde
5.
f.
Let ook op de aanwijzingen die verderop in verschillende
hoofdstukken worden aangegeven.
Controle voor de ingebruikname
De hierna gegeven aanwijzingen zijn bedoeld om
de ingebruikneming van het werktuig voor u te
vergemakkelijken. Gedetailleerde informatie treft u in de
desbetreffende hoofdstukken aan.
1.
Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen
(afschermingen, beschermkappen enz.) in goede
staat verkeren en correct aangebracht zijn op het
werktuig.
2.
Smeer het werktuig overeenkomstig het smeerschema.
Tevens controleren of asafdichtingen dicht zijn.
3.
Controleer of de banden de juiste spanning hebben.
4.
Controleer of de wielmoeren goed vastzitten.
5.
Let er op dat het juiste aftakastoerental wordt
gebruikt.
6.
De elektrische aansluiting moet worden gecontroleerd
op eventuele beschadiging aan kabels en verbindingen.
Aanwijzingen in de handleiding in acht nemen!
7.
Eventuele aanpassingen aan de trekker uitvoeren
voor:
Hoogte van de dissel
Lengte van de aftakas
8.
Het werktuig mag alleen bevestigd worden met de
inrichtingen die daarvoor bedoeld zijn.
9.
Controleer de werking van de scharnieras en de
overbelastingsbeveiliging (zie bijlage).
10.
De werking van de electrische installatie controleren.
11.
De hydrauliekslangen worden aan de trekker
bevestigd.
de slangen moeten worden gecontroleerd op
beschadigingen
let er op dat de slangen aan het juiste systeem worden
aangesloten (pers en retour niet verwisselen)
12.
Alle draaibare machinedelen moeten tegen verandering
van positie, die gevaren kunnen geven, geborgd worden
en moeten veilig zijn.
13.
De remmen moeten worden gecontroleerd.
20%
Kg
11
1300_NL-ÜBERSICHT_2862
NL
U
I
UIU
t
VOE
r
VOErVOE
I
n
InI
G
sb
E
schr
EschrE
I
j
IjI
VI
n
VInVI
G
Overzicht
Aanduidingen:
(1)
Chassis
(2)
Cirkelharkunit rechts achter
(3)
Zwaddoek
(4)
Cirkelharkunit links voor
(5)
Hefarmaanbouw met steunpoot
(6)
Tastwiel binnenzijde
(7)
Tastwiel buitenzijde (optie)
(8)
Reservewielophanging voor cirkelharkchassis
2
3
5
6
4
1
7
8
- 12 -
2000-NL_Trekkervoorwaarden_2862
NL
Trekker voorwaarden
Trekker
Voor het gebruik van deze machine moet de trekker aan
de volgende voorwaarden voldoen:
- Trekker vermogen:
TOP 722:
vanaf 44 kW / 60
pk
TOP 812
vanaf 52 kW /70
PS
- Aanbouw:
Hefarm cat. II
- Aansluitingen: zie tabel 'Noodzakelijke hydrauliek en
stroomaansluitingen'
Ballastgewichten
B
allastgewichten
De trekker moet aan de voorzijde van voldoende ballastge
-
wichten worden voorzien, zodat het stuur- en remvermogen
wordt gegarandeerd.
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar of materiële schade - door een verkeerd
ballastgewicht op de trekker.
•
De vooras van de trekker moet altijd met ten
minste 20% van het onbelaste gewicht van
de trekker worden belast om de stuur- en
remcapaciteit van de trekker te waarborgen.
20%
Kg
Hefinrichting (driepuntskoppeling)
37
1-08-1
6
371-08-16
- De hefinrichting (driepuntskoppeling) van de trekker
moet berekend zijn op de optredende belasting. (Zie
technische gegevens)
- De hefsteunen moeten middels de verstelinrichting op
gelijke lengte worden ingesteld (4).
(Zie handleiding van de trekkerproducent)
- Kunnen de hefsteunen aan de hefarmen in verschillende
posities worden gestoken, dan moet de achterste positie
worden gekozen. Daardoor wordt de hydraulische
installatie van de trekker ontlast.
- De begrenzingskettingen of stabilisatoren van de hefarmen
(5) moeten zo worden ingesteld dat
geen
zijdelingse
bewegingen van de aanbouwwerktuigen mogelijk zijn.
(Veiligheidsmaatregel voor transportritten)
- 13 -
2000-NL_Trekkervoorwaarden_2862
NL
Trekker voorwaarden
Noodzakelijke hydraulische aansluitingen
Uitvoering
Verbruiker
Enkelvoudig
werkende
hydraulische
aansluiting
Dubbel werkende
hydraulische
aansluiting
Standaard
Heffen en neerlaten van de cirkelharkunits
X*)
standaard
(alleen TOP
812)
Uit elkaar schuiven van de cirkelharkunits
X
Optie
(alleen TOP
722)
Dubbelzwadinrichting
X
*) Zweefstand noodzakelijk
Noodzakelijke stroomaansluitingen
Uitvoering
Verbruiker
Pool
Volt
Stroomaansluiting
Standaard
Verlichting
7-polig
12 VDC
volgens DIN-ISO 1724
Optie
Afzonderlijke cirkelharkbe
-
diening
2- polig
12 VDC
volgens DIN-9680
- 14 -
1900-NL_Aanbouw_2862
NL
A
A
nb
OUW
VA
n
DE
m
DE mDE
A
mA m
ch
I
chIch
n
InI
E
nEn
Veiligheids
-
aanwijzin
-
gen:
zie bijlage-A1 pt.
8a. - h.)
Machine aanbouwen
Z
wadhark aanbouwen:
- Aanbouwbok aan de hefarm van de trekker
aankoppelen
- de koppelbouten op de juiste manier beveiligen
- Chassisframe in horizontale positie brengen
- De begrenzingskettingen of stabilisatoren van de
hefarmen moeten zo worden ingesteld dat een
zijdelingse beweging van het aanbouwwerktuig
niet mogelijk is.
Steunpoot omhoogklappen
- Na het aanbouwen van de machine steunpoot
omhoogklappen (5b).
- Steunpoot met de voet naar beneden drukken en
omhoogklappen
- De bout klikt automatisch vast
Elektrische verbinding leggen
Verlichting
-7-polige stekker aan de trekker koppelen (E3)
- Functie van de verlichting aan de machine controleren
L
et op!
Na het ontgren
-
delen zwenkt de
steunpoot auto
-
matisch omhoog
- beknellingsge
-
vaar
Hydraulische aansluitingen
Hydraulische leidingen bij de tractor aansluiten
- Voor het aankoppelen de aftakas uitschakelen
- Hendel aan het regelventiel van de trekker in
zweefstand (0) schakelen.
- Let op schone stekkerkoppelingen
- Hydraulische slangen aansluiten
- Kabel naar de trekkercabine leggen
Cardanas monteren
- Motor afzetten en contactsleutel verwijderen.
- Voor montage van de cardanas de aansluitprofielen
van de machine en de aftakas van de trekker reinigen
en invetten.
- Monteer eerst het groothoekscharnier met de vrijloop
aan de kant van de machine. Vervolgens de cardanas
op de aftakas van de trekker plaatsen.
- Beveilig de beschermingsafdekking van alle
cardanassen tegen meelopen door het inhangen
van de vangkettingen.
L
et op!
Voor de eerste ingebruikname moet
de cardanas worden gecontroleerd en
eventueel worden aangepast
025-05-04
L2
Kortst mogelijke bedrijfspositie (L2):
1. Hefinrichting helemaal beneden
2. Stuurinrichting is helemaal ingeschoven.
(Zie afbeelding hiernaast)
Passend maken
- Voor de lengteaanpassing de aftakas-helften in de
kortste bedrijfspositie (L2) naast elkaar houden en
aftekenen.
Details zie hoofdstuk “'Aanpassen cardanas”
L
et op!
Voordat met onder
-
houds- of repa
-
ratiewerkzaam
-
heden wordt be
-
gonnen, dient de
motor te worden
uitgeschakeld, de
sleutel te worden
verwijderd en
moet de trekker
tegen wegrollen
worden beveiligd!
- 15 -
1900-NL_Aanbouw_2862
NL
A
A
nbouw v
A
nbouw vAnbouw v
n de m
A
n de mAn de m
chine
Beveiligen van ongeremde machines
met trekketting
Ongeremde machines moeten door de bediener met een
trekketting worden beveiligd tegen verlies tijdens de rit.
Aanbouwpunten aan de kant van de machine hangen
af van de aard van de verbinding. Deze vindt u in de
afbeeldingen hieronder:
1.
Trekketting voor hefarmaankoppeling:
094-18-402
2.
Trekketting voor starre dissel:
094-18-403
Instellen van het stangenmechanisme bij
de transportbeveiliging
Stel voor de eerste ingebruikname het stangenmechanisme
van de transportbeveiliging correct in. Controleer daarbij
dat u de cirkelarmen in vergrendelde toestand hydraulisch
laat opheffen.
1.
Werktuig in transportstand heffen
2.
Bedieningshendel in neutraalstand
3.
Onderste moer (1) losmaken.
4.
Bovenste moer (2) zo ver naar onder draaien tot
de cirkelharkarm omhoog komt wanneer u de
bedieningshendel op "heffen" instelt.
5.
Positie met onderste contramoeren (1).
1
2
Instellen van de cirkelharkontlasting
(optie)
- Plaats de machine op een vlakke en stevige
ondergrond.
- Breng de cirkelharken in arbeidspositie.
-
Bevestig de veer van de cirkelharkontlasting met
de ketting aan het frame van de machine. Met het
aantal schakels van de ketting kan de veerweg van
de veer worden ingesteld.
-
De maximale veerweg in arbeidspositie moet 1400
mm gedragen. Gemeten van het binnenste uiteinde
van de veer tot het buitenste uiteinde van de bout.
1400 mm
- 16 -
1900-NL_Aanbouw_2862
NL
A
A
nbouw v
A
nbouw vAnbouw v
n de m
A
n de mAn de m
chine
Wegzetten van de machine
De machine kan in arbeidspositie en in transportpositie
veilig worden neergezet.
L
et op!
-
M a c h i n e a l t i j d s t e v i g
neerzetten!
-
neerzetten!
-
-
B
eveilig de machine met wielblokken
tegen wegrollen.
-
tegen wegrollen.
-
B
tegen wegrollen.
B
eveilig de machine met wielblokken
tegen wegrollen.
eveilig de machine met wielblokken
- Regelventiel in positie zweefstand
- Veerbelaste bout (B) ontgrendelen
- Steunpoot plaatsen (5a) en vastzetten
- Cardanas (GW) verwijderen en op de steun plaatsen.
-
Hydraulische slangen (DW) van de trekker loskoppelen.
- Trekkoord uit de trekkercabine verwijderen
- Elektrische kabels (EL) van de trekker afkoppelen.
- Machine van de trekker losmaken.
-
Machine met anti-diefstalbeveiliging beveiligen
1.
Diefstalbeveiliging op de koppeling aanbrengen
2.
Diefstalbeveiliging met hangslot beveiligen.
L
et op!
Plaats de
machine alleen
op een stevige
en vlakke onder
-
grond!
L
et op!
Voordat de ma
-
chine wordt
weggezet, moet
de motor van de
tractor worden
uitgezet en de
sleutel worden
verwijderd.
- 17 -
1900-NL_Aanbouw_2862
NL
A
A
nbouw v
A
nbouw vAnbouw v
n de m
A
n de mAn de m
chine
Instellen van de cirkelharkstabilisatie
L
et op!
Verwondingsgevaar door beknelling
Instelling alleen bij uitgeschakelde
trekkermotor uitvoeren.
Contactsleutel uittrekken en opbergen.
Cirkelharkstabilisatie instellen:
De cirkelharkunits moet na de instelling horizontaal staan
of enigszins naar buiten hangen.
Voorwaarden:
1.
Tastwielen (optie) bevinden zich in arbeidspositie
2.
Vrije asuiteinden aan beide cirkelharkunits van
tanden voorzien.
3.
Gewenste harkhoogte instellen
4.
Hydraulische voorziening inschakelen
Afstelling:
5.
Cirkelharkunits heffen tot de wielen de bodem niet
meer raken.
6.
Hydraulische voorziening uitschakelen, contactsleutel
uittrekken en opbergen
7.
Veer via de schroefstang (1) instellen, tot de
cirkelharkunits enigszins naar buiten hangen.
1
8.
Hydraulische voorziening inschakelen
9.
Cirkelharken meerdere malen opheffen en
neerlaten. De tanden mogen bij het neerlaten van
de cirkelharken niet in de bodem steken.
10.
Procedure indien nodig vanaf punt 5 herhalen.
NL
Transpor
T
2000_NL_TRANSPORT_2862
- 18 -
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar door kantelende machine.
•
Voer een wijziging van arbeids- in trans
-
portpositie en omgekeerd alleen uit op een
vlakke, stevige ondergrond.
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar door bewegende onderdelen bij het
ombouwen van transport- naar arbeidspositie.
•
Stel vast of de ruimte waarin de machine
zwenkt vrij is en of zich verder geen per
-
sonen in de gevarenzone rond de machine
bevinden.
•
Zelf niet de gevarenzone binnentreden!
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar door draaiende cirkelharken bij het
verkleinen van de transporthoogte.
•
Schakel de aftakas uit.
•
Verwijder de sleutel van de trekker.
•
Wacht totdat de cirkelharken tot stilstand zijn
gekomen.
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar door onbeveiligde cirkelharkarmen.
•
Controleer de transportbeveiliging voor elke
transportrit! De cirkelharkarmen moeten met
de haak worden vergrendeld. De vergrende
-
lingshaken van de transportbeveiliging (7)
moeten helemaal in de tap van de hefarm
haken.
•
Controleer de positie van de hefcilinder voor
elke transportrit. De cilinders moeten in de
kleinste positie staan.
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar door onbeveiligde cirkelharkarmen.
•
Controleer de transportbeveiliging voor elke
transportrit! De cirkelharkarmen moeten met
de haak worden vergrendeld. De vergrende
-
lingshaken van de transportbeveiliging (7)
moeten helemaal in de tap van de hefarm
haken.
•
Controleer de positie van de hefcilinder voor
elke transportrit. De cilinders moeten in de
kleinste positie staan.
NL
2000_NL_TRANSPORT_2862
- 19 -
t
r
trt
A
rAr
ns
PO
rt
Veranderen van arbeidspositie in
transportpositie
075-09-07
1.
Heffen van de cirkelharkenen bij TOP 722
- Met het dubbele regelventiel (1) de cirkelharken in
veldtransportpositie heffen.
-
Uitschuifbare cirkelharkarmen met regelventiel (2)
helemaal inschuiven (alleen bij optie dubbelzwadfunctie)
- Kabel (6) aantrekken en met het dubbele regelventiel (1)
de cirkelharken helemaal heffen.
- Kabel loslaten.
- Juiste vergrendeling van de transportbeveiliging (7)
controleren.
TIP
Als de vergrendeling niet kan worden ingehaakt, moet
de afstand tussen de heffende hydraulische cilinders
worden verkleind.
1.
Daarvoor moet de contramoer aan de buitenste
hydraulische cilinder worden losgemaakt en de afstand
worden verkleind.
2.
Let erop dat u het verstelbereik (1) (91,5 mm ±5 mm)
niet overschrijdt.
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
ø
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
060-19-005
3.
Contramoer weer aanhalen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op dodelijk letsel of andere zware verwondingen
bij overschrijding van het verstelbereik aan de
hydraulische cilinder door uitschieten van de cilinder.
•
Let erop dat u het verstelbereik (1) (91,5 mm
±
5 mm
) niet overschrijdt.
•
Controleer het aantal schroefdraadgangen.
2.
Heffen van de cirkelharkenen bij TOP 812
- Met het dubbele regelventiel (1) de cirkelharken in
veldtransportpositie heffen.
- Uitschuifbare cirkelharkarmen met regelventiel (2)
helemaal uitschuiven
- Kabel (6) aantrekken en met het dubbele regelventiel (1)
de cirkelharken helemaal heffen.
- Kabel loslaten.
- Juiste vergrendeling van de transportbeveiliging (7)
controleren.
6
7
- Uitgeschoven cirkelharkarmen met regelventiel (2)
helemaal inschuiven, om de wettelijk voorgeschreven
transporthoogte niet te overschrijden.
NL
Transpor
T
2000_NL_TRANSPORT_2862
- 20 -
Rijden op de openbare weg
• Machine
alleen
in
transportstand
vervoeren!
• Let
op
de
wettelijke
nationale
voorschriften.
• Rijden
op
de
openbare
weg
mag
alleen
volgens
de
instructies in het hoofdstuk "Transportpositie".
• Veiligheidsvoorzieningen
moeten
op
de
juiste
manier
zijn aangebracht en functioneren.
• De
beweegbare
delen
moeten
voor
het
rijden
in
de
goede positie gezet worden en er moet voor gezorgd
worden dat ze niet van plaats kunnen veranderen.
• Voor
het
begin
van
de
rit
de
verlichting
controleren.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op ernstig letsel door uitstekende tanden in
transportpositie.
•
Plaats de beschermlijsten (1) op de tanden
voordat de cirkelharkarmen in transportposi
-
tie worden geheven.
Machine-afmetingen in transportpositie
Bij een juiste instelling van de transportpositie worden de
volgende afmetingen niet overschreden:
Type
Hoogte
(m)
B
r ee dt e
(m)
L
e n g t e
(m)
TOP 722
3,99
2,54
8,90
TOP 722 met
breed chassis
3,99
2,80
8,90
TOP 812
3,99
2,80
9,70
NL
Transpor
T
2000_NL_TRANSPORT_2862
- 21 -
frame - chassis
Het frame - chassis is stuurbaar. De draaibare aanbouwbok
brengt middels een stuurstang de stuurbeweging over op
het frame - chassis.
Bij een optimale basisinstelling van het frame - chassis ligt
deze in één lijn met de trekker als rechtuit wordt gereden.
(zie afbeelding)
Als de naloop niet in één lijn is, kan de lengte van de
stuurstang worden bijgesteld.
De verstelunit bevindt zich aan de aanbouwbok.
1.
Borgpen onder de dwarsstangkop verwijderen
2.
Moer losmaken
3.
Lengte van de stuurstang bijstellen
4.
Moer aanhalen
5.
Borgpen opnieuw monteren.
A Dwarsstangkop moet worden ingeschroefd.
B Dwarsstangkop moet worden uitgeschroefd.
M
044-01-009
A
B
NL
Transpor
T
2000_NL_TRANSPORT_2862
- 22 -
Transporthoogte verlagen
Om de machinehoogte in transportpositie te verkleinen
(met ca. 450mm), dienen de volgende stappen te worden
uitgevoerd:
1.
Verwijderen van de drie buitenste tanden van de beide
cirkelharken. De tanden zijn steeds met een veersluitpen
beveiligd. Plaats de gedemonteerde tanden in de
daarvoor bedoelde houders.
Na het omhoogklappen bevinden de buitenste
cirkelharken zich helemaal bovenaan.
AANWI
JZ
ING
Risico op beschadigingen door verlies van tanden.
•
Let bij het plaatsen van de tanden en de
veersluitpen op de draairichting van de
tanden. De veersluitpen moet in draai
-
richting sluiten.
2.
Veiligheidsbeugel neerklappen: Verwijder eerst de
veersluitpen (uit opening 1) en klap vervolgens de
veiligheidsbeugel helemaal terug. Daarna weer met
de veersluitpen beveiligen (opening 2).
1
2
3.
Demonteer het zwaddoek. Bij machines met
dubbelzwadfunctie (optie) moeten beide zwaddoeken
worden gedemonteerd.
4.
In transportpositie gaan.
Bediening van de tandenhouder
1.
Trek de greep (3) van de grendel in de rijrichting
naar achteren (a) en dan naar het middengedeelte
(b) om de vergrendeling te openen.
3
a
b
2.
Plaats de tandenarm, of neem de tandenarm uit.
3.
Druk de grendel terug - richting het midden van
de machine. De vergrendeling klikt vast en de
tandenarmen zijn beveiligd.
NL
2000_NL_Gebruik_2862
- 23 -
G
E
br
UI
k
UIkUI
Algemene richtlijnen bij werkzaamheden
met de machine
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar door roterende cirkelharken en
klappende cirkelharkarmen
•
Schakel de zwadhark uit voordat u de cabi
-
ne verlaat.
•
Voor instel-, onderhouds- en reparatie
-
werkzaamheden de motor stopzetten en de
contactsleutel verwijderen.
•
Werkzaamheden binnen het bereik van de
cirkelharken alleen uitvoeren als de aftakas
is uitgeschakeld.
•
Niet in de buurt van de cirkelharken komen
zolang de aandrijfmotor draait.
•
Stel vast of de arbeidsruimte vrij is en of
zich verder geen personen in de gevaren
-
zone rond de machine bevinden, voordat de
aandrijfmotor wordt ingeschakeld.
495.173
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op zware verwonding door opspringend
materiaal en stenen
•
•
Stel de harkhoogte exact en niet te diep in.
•
Let erop dat zich tijdens de werkzaamhe
-
den geen personen in de omgeving van de
zwadhark bevinden.
•
De machine dient onmiddellijk te worden
uitgeschakeld wanneer personen de geva
-
renzone naderen.
•
Start de zwadhark pas als zich geen perso
-
nen in de gevarenzone bevinden.
AANWI
JZ
ING
B
eschadigingen door gebruik zonder binnenliggend
tastwiel
•
Gebruik de machine altijd met binnenlig
-
gend tastwiel. De drager en houder van het
buitenliggende tastwiel zijn niet geconstru
-
eerd op solobedrijf.
TIP
Rijsnelheid zo instellen dat alle oogstgoed schoon wordt
opgenomen.
Veranderen van transport- in werkpositie
075-09-05
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar door kantelende machine.
•
Voer een wijziging van arbeids- in trans
-
portpositie en omgekeerd alleen uit op een
vlakke, stevige ondergrond.
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar door bewegende onderdelen bij het
ombouwen van transport- naar arbeidspositie.
•
Stel vast of de ruimte waarin de machine
zwenkt vrij is en of zich verder geen per
-
sonen in de gevarenzone rond de machine
bevinden.
•
Schakel de aandrijving van de aftakas pas
in als alle veiligheidsvoorzieningen zich in
werkpositie bevinden.
•
Zelf niet de gevarenzone binnentreden!
AANWI
JZ
ING
Gevaar voor materiële schade door botsing van de
tandarmen met het frame of de tweede cirkelhark
tijdens het werken.
•
Schuif de cirkelharkarmen zo breed mogelijk
uit voor u met de werkzaamheden begint.
De arbeidspositie is pas bereikt wanneer de
cirkelharkarmen zijn neergelaten en maxi
-
maal zijn uitgeschoven.
TIP
De cirkelharken moeten in één keer worden neergelaten.
Wanneer tussentijds wordt gestopt met neerlaten, is het
mogelijk dat afzonderlijke cirkelharken niet-gedefinieerde
hef- / zakbewegingen maken.
NL
Gebruik
2000_NL_Gebruik_2862
- 24 -
1.
Neerlaten van de cirkelharkarmen
TIP
Bij hydraulisch instelbare harkhoogte: Het neerlaten of
heffen van de cirkelharken is alleen mogelijk als beide
cirkelharken met de comfortregeling op arbeidsbreedte
zijn ingesteld.
1.
Ingeschoven cirkelharkarmen met regelventiel
2 op maximale breedte uitschuiven (alleen TOP
812)
2.
- Met het dubbele regelventiel 1 de cirkelharken kort
heffen om de transportbeveiliging (10) vrij te geven.
10
3.
Kabel trekken of de toets van de comfortregeling
bedienen om de transportbeveiliging (1) in te stellen.
4.
Met het dubbele regelventiel 1 de cirkelharken helemaal
laten zakken
5.
Met het dubbele regelventiel 1 in zweefstand bewegen
6.
Kabel loslaten of de toets van de comfortregeling
loslaten.
7.
Controleren of de cirkelharkarmen volledig zijn
uitgeschoven, door de cirkelharkarmen op maximale
breedte uit te schuiven met regelventiel 2 (alleen TOP
812)
Instellingen aan het cirkelharkchassis
Om het cirkelharkchassis op de juiste manier af te stellen,
moet de machine op een vlakke en stevige ondergrond
staan. Het aanbouwwerktuig is aan de trekker gehangen
en is in arbeidspositie.
1. Dwarshelling instellen
Om zo schoon mogelijk te harken, moet de
cirkelhark een lichte helling richting de zwad
hebben. De kant verder weg van de zwad moet
daarbij ca. 10-15mm hoger liggen.
1.
Laten zakken van de cirkelharkunit middels de
handslinger (1) - tot de binnenste tanden de bodem
aanraken.
TIP
Beveilig de kruk met behulp van de houdbeugel nadat
de instelling succesvol is uitgevoerd.
1
2.
Instellen van de buitenste tanden middels spanschroef
(S) - ca. 10 tot 15 mm boven de bodem.
230 mm
230 mm
Fabrieksinstelling van de spanschroeven: ca. 230 mm
van het midden van de bouten tot het midden van de
bouten
NL
Gebruik
2000_NL_Gebruik_2862
- 25 -
2a. Harkhoogte instellen (mechanisch)
TIP
De hoogte-instelling van het chassis en het tastwiel
aan de binnenzijde hoeft niet bij iedere wijziging van de
harkhoogte opnieuw te worden aangepast.
1.
Harkhoogte met de handslinger (1) instellen - voor
iedere cirkelharkunit afzonderlijk. Handslinger (1) tegen
de klok in draaien om de afstand van de tanden ten
opzichte van de bodem te vergroten. Handslinger (1)
met de klok mee draaien om de afstand van de tanden
ten opzichte van de bodem te verkleinen.
1
-
De binnenste tanden moeten afhankelijk van de
hoeveelheid voer licht over de bodem (ca. 10-20
mm) strijken.
075-09-05
2,0 cm
340-13-43
- De arbeidshoogte moet aan de bodemomstandigheden
worden aangepast.
-
Bij een te diepe instelling raakt het voer vervuild of
wordt het gras beschadigd.
-
Instelling tijdens de werkzaamheden regelmatig
controleren.
2b. Harkhoogte instellen (hydraulisch)
Alleen in combinatie met de ééncirkelharkregeling
verkrijgbaar.
TIP
De hoogte-instelling van het chassis en het tastwiel
aan de binnenzijde hoeft niet bij iedere wijziging van de
harkhoogte opnieuw te worden aangepast.
Door de optie - hydraulische harkhoogte - kan de harkhoogte
- van één of beide cirkelharken - gemakkelijk vanaf de
bestuurdersplaats worden ingesteld.
Voorwaarden:
Let op de instelling van de tastwielen binnen en buiten
ten opzichte van elkaar. Het buitenste tastwiel moet zo
zijn ingesteld dat het slechts gering wordt belast, als het
binnenste tastiwiel volledig is belast.
Instellen van het buitenste tastwiel ten opzichte van
binnenste tastwiel:
1
2
-
M8 schroef (1) verwijderen. Zo wordt de verbinding
tussen buitenste en binnenste tastwiel onderbroken.
-
Buitenste tastwiel met handslinger (2) instellen.
-
Verbinding tussen buitenste en binnenste tastwiel
met M8 schroef (1) herstellen.
TIP
De machine heeft maar één handslinger. Neem de
handslinger mee naar de tweede cirkelharkunit.
De handslinger na het plaatsen met de veersluitpen
beveiligen!
Instellen van de harkhoogte:
1.
Op de terminal de gewenste cirkelharkunits instellen
(rechts, links, beide).
A
B
C1 C2
• Druk
daarvoor
de
schakelhendel
van
de
gewenste
cirkelharkunits (C1, C2) omhoog (= harkhoogte).
2.
Met het dubbele regelventiel de gewenste harkhoogte
instellen.
3.
Op de terminal beide kantelschakelaars (C1, C2) weer
omlaag (= werkbreedte) zetten. Dan kan de harkhoogte
niet meer worden versteld.
NL
Gebruik
2000_NL_Gebruik_2862
- 26 -
Positie van de terminal aan de geparkeerde
machine:
De terminal kan tegen water beschermd met een
knevelschroef aan de as (3) onder de kabelbeker aan de
geparkeerde machine worden aangebracht.
3
Positie van de terminal in de tractorcabine:
Plaats de terminal met de zuignap goed zichtbaar en
gemakkelijk bereikbaar in de cabine.
Comfortregeling voor harkhoogte en
ééncirkelharkbediening:
A
B
C1 C2
Met hendel A kan de transportbeveiliging worden
losgemaakt.
Met hendel B kan worden ingesteld welke cirkelhark via
het regelventiel 1 moet worden bediend.
links - linker cirkelhark
midden - beide cirkelharken
rechts - rechter cirkelhark
Met hendel C1 (=linker cirkelharkunit) en hendel C2 (=rechter
cirkelharkunit) kan tussen hydraulische hoogteverstelling
(=boven) en werkbreedte (=onder) worden omgesteld.
TIP
Zet deze hendel na het instellen van de harkhoogte
altijd op werkbreedte. Dan kan de harkhoogte niet meer
onbedoeld worden versteld.
3. Weergaven op elkaar afstemmen
1.
Afstemmen van de hoogteweergave (4) op de beide
cirkelharkunits.
a.
Schroefmof (5) onder de cirkelharkunit openen
b.
Weergavepeil op de schaal op die van de andere
cirkelharkunit afstemmen.
c.
Schroefmof (5) weer vastdraaien.
4
5
Tastwielen instellen
1.
Stel de hoogte voor het binnenste tastwiel met
de stelschroeven (TS) in.
Om zo schoon mogelijk te harken, moet de cirkelhark
een lichte helling richting de zwad hebben. De tanden
weg van de zwad moeten daarbij ca. 10-15 mm hoger
liggen dan de tanden aan de kant van de zwad.
.
Stel de hoogte van het binnenste tastwiel zo in dat de
tanden in de rijrichting voor dezelfde hoogte hebben
als de tanden aan de zwadafgewende kant.
Fabrieksinstelling van de spanschroeven (TS): ca. 230
mm van het midden van de bouten tot het midden van
de bouten
TS
2.
Stel de hoogte voor het buitenste tastwiel met
de veersluitpen (3) in. (Optioneel)
De hoogte van het buitenste tastwiel moet bij iedere
wijziging van de harkhoogte worden aangepast.
De hoogte van het tastwiel zodanig instellen dat het
licht op de bodem steunt.
3.
Afstand van het buitenste tastwiel
Instellen van de afstand van het buitenste tastwiel ten
opzichte van de cirkelhark. De afstand (A) van het
buitenste tastwiel ten opzichte van de tandencirkelhark
is instelbaar in afstanden van 10 cm. Er zijn drie
instelmogelijkheden.
• Bij
kort
voer
het
tandwiel
zo
dicht
mogelijk
bij
de
cirkelhark plaatsen.
NL
Gebruik
2000_NL_Gebruik_2862
- 27 -
• Bij
lang
voer
de
afstand
tot
de
tanden
verhogen,
om
te voorkomen dat het voer het tandwiel omwikkelt
en blokkeert.
AANWI
JZ
ING
Risico van materiële schade door botsing van het
voorste, buitenste tastwiel met de trekker.
•
De afstand (A) van het voorste, buitenste
tastwiel is af fabriek ingesteld. Vergroot
de afstand (A) van het voorste, buitenste
tastwiel niet.
A
Afstand van het buitenste tastwiel instellen
1.
Beide klemringen (1, 2) losmaken.
2.
Aanslag over de gewenste ankers (3, 4, 5) schuiven
3.
Beide klemringen vastdraaien (aanhaalmoment)
1
2
3
4
5
Toerental cardanas
Het maximale toerental van de cardanas bedraagt:
540
omw/min
Het aanbevolen toerental van de cardanas bedraagt:
circa 450
omw/min voor TOP 722
circa 400
omw/min voor TOP 812
TIP
Het aftakastoerental moet worden verlaagd bij vervuilde
werkzaamheden, als het maaigoed van de zwad door de
tanden weer terug in het net geharkte oppervlak wordt
gebracht
Achterste zwaddoek
Om het zwaddoek automatisch mee te zwenken, moet de
veersluitpen in positie 2 worden geplaatst.
Om het zwaddoek in de ingeklapte positie te brengen,
moet de veersluitpen in positie 3 worden geplaatst, als
het zwaddoek is opgeklapt.
Handmatig naar beneden laten van het zwaddoek
(1)
1
1.
In arbeidspositie brengen
2.
Veersluitpen uit positie (3) verwijderen. (positie (2)
is de parkeerpositie)
3
2
NL
Gebruik
2000_NL_Gebruik_2862
- 28 -
3.
De gasdrukdemper drukt het zwaddoek in de
arbeidspositie.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op dodelijk letsel of andere zware
verwondingen.
•
Ga niet binnen het neerklapbereik van
het zwaddoek staan! U zou door het
neerklappende zwaddoek getroffen
kunnen worden!
Rijden met omhooggeklapt zwaddoek (1)
1.
Druk het zwaddoek omhoog tot de aanslag.
2.
Stop de veersluitpen in positie 3 om het zwaddoek
in de omhoog geklapte positie vast te maken.
TIP
Laat het zwaddoek niet los tot u het heeft beveiligd
met de veersluitpen! Zoniet wordt het door de
gasdrukdemper weer in neergeklapte positie
gedrukt!
Instelling van de zwadbreedte
1.
Knevelschroef (4) losmaken.
4
max. 300
mm
2.
Vormbuis, afhankelijk van gewenste mate van
verwijdering, uittrekken of induwen.
3.
Met knevelschroef (4) fixeren
AANWI
AANWI
JZ
ING
Risico op beschadigingen in transportpositie.
•
Trek het zwaddoek in transportpositie
niet meer dan 300 mm uit, omdat an
-
ders de wettelijk toegestane transport
-
hoogte kan worden overschreden.
•
Is de dubbelzwadfunctie geïnstalleerd,
dan moeten beide zwaddoeken hele
-
maal worden ingetrokken, voordat u
naar transportpositie kan overgaan.
Dubbelzwadfunctie (optie voor TOP 722)
Er wordt gewisseld tussen enkele zwad en dubbele zwad
via een dubbelwerkende hydraulische aansluiting.
Omstellen naar dubbelzwadfunctie
1.
Voorste zwaddoek (1) aan de voorste cirkelhark
monteren.
1
2.
Aan de voorste en achterste cirkelharkarm: Aanslagen
in het scharnier (2) en aan de hefarm (3) monteren of
controleren of de aanslagen al gemonteerd zijn.
3
2
AANWI
JZ
ING
Risico van materiële schade bij dubbelzwadfunctie
door botsing van de cirkelhark met het chassis in
transportpositie.
•
Monteer de aanslagen (2) en (3) aan de
achterste arm wanneer u over de dubbel
-
zwadfunctie beschikt.
NL
Gebruik
2000_NL_Gebruik_2862
- 29 -
3.
Gebruik het dubbele regelventiel om de cirkelharkarmen
naar de maximale breedte (A2) te brengen.
AANWI
JZ
ING
Risico van materiële schade door botsing met
elektrische leidingen, viaducten en andere
hindernissen in de omgeving bij overschrijding
van de wettelijke maximumhoogte van de machine.
•
Trek het achterste en voorste zwaddoek
helemaal in voordat u naar transportposi
-
tie overgaat.
•
Trek de cirkelharkarmen zo ver moge
-
lijk in voordat u naar transportpositie
overgaat.
De dubbelzwadfunctie is er alleen in combinatie met het
chassis van 2,80 m breed.
Mogelijke werkbreedtes:
Enkelzwadfunctie (A1):
6,8m
Dubbelzwadfunctie (A2):
7,6m
075-09-05
A1
A2
AANWI
JZ
ING
Risico van materiële schade door botsing met
elektrische leidingen, viaducten en andere
hindernissen in de omgeving bij overschrijding van
de wettelijke maximumhoogte van de machine.
•
Trek het achterste en voorste zwaddoek
helemaal in voordat u naar transportpositie
overgaat.
•
Trek de cirkelharkarmen zo ver mogelijk in
voordat u naar transportpositie overgaat.
Houder voor het voorste zwaddoek (4):
4
Achter de voorste transmissie bevindt zich de houder
voor het voorste zwaddoek.
Omzetten van arbeids- in
veldtransportpositie
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar door kantelende machine.
•
Voer een wijziging van arbeids- in trans
-
portpositie en omgekeerd alleen uit op een
vlakke, stevige ondergrond.
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar door bewegende onderdelen bij het
ombouwen van transport- naar arbeidspositie.
•
Stel vast of de ruimte waarin de machine
zwenkt vrij is en of zich verder geen per
-
sonen in de gevarenzone rond de machine
bevinden.
•
Schakel de aandrijving van de aftakas pas
in als alle veiligheidsvoorzieningen zich in
werkpositie bevinden.
•
Zelf niet de gevarenzone binnentreden!
Het omzetten van arbeids- naar veldtransportpositie
gebeurt via een dubbelwerkende hydraulische aansluiting
(zweefstand noodzakelijk).
- De aandrijving van de cardanas hoeft niet te worden
uitgeschakeld.
075-09-10
TIP
In arbeidspositie moet het regelventiel van de trekker in
zweefstand worden geschakeld, zodat de cirkelharkunits
zich goed aan de bodem aanpassen!
NL
Gebruik
2000_NL_Gebruik_2862
- 30 -
Volgorde bediening
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar - machine komt in beweging of kantelt.
•
Voor de instelwerkzaamheden moet de
machine worden neergezet op een vlakke,
stevige ondergrond.
•
De motor van de trekker afzetten en de
contactsleutel verwijderen.
•
Wachten tot de motor en de bewegende
onderdelen stilstaan
•
Beveilig de machine met wielblokken tegen
wegrollen.
•
Werkzaamheden
onder
de
machine
alleen
uitvoeren, wanneer de machine vast en
zeker staat en goed wordt ondersteund.
De zwenkprocedures van de arbeids- naar de
veldtransportpositie en omgekeerd worden door de
stapvolgorderegeling gestuurd.
Bij het omschakelen in veldtransportpositie wordt de
hydrauliek van de achterste zwadarm zolang geblokkeerd
totdat de voorste zwadarm de veldtransportpositie bijna
heeft bereikt. Pas dan wordt het hydraulische hefbevel
aan de achterste zwadarm doorgegeven.
Bij het omschakelen van de veldtransportpositie naar
de arbeidspositie wordt het hydraulische zakbevel voor
de achterste arm pas dan doorgegeven, als de voorste
zwadarm zich bijna in arbeidspositie bevindt.
Het tijdstip van het doorgeven van de bevelen kan individueel
worden ingesteld: Maak de schroeven van de juiste ring
los en wijzig de positie van de ring ten opzichte van het
langsgat, om het tijdstip aan te passen.
- Met de ring (1) wordt het zaktijdstip van de achterste
arm ingesteld.
- Met de ring (2) wordt het heftijdstip van de achterste
arm ingesteld.
2
1
Eéncirkelharkbediening (variant)
TIP
Indien u in het bezit bent van een zwadhark met
volumeverdeler, moet u altijd de te heffen cirkelhark aan
de enkele cirkelharkregeling selecteren.
Om aan de rand van het perceel efficiënter te kunnen werken,
is het mogelijk om een cirkelhark in wendakkerpositie te
brengen en met de andere cirkelhark verder te werken.
Heffen van een cirkelhark
1.
Selecteer de gewenste cirkelhark door de hendel B
op de enkele cirkelharkregeling in de linker of rechter
positie te brengen.
2.
Hef de geselecteerde cirkelhark door het regelventiel
1 (enkel) van de trekker in positie Heffen te brengen.
Met de andere cirkelhark werken
1.
Stel het regelventiel van de trekker in op Neutraal,
om te voorkomen dat de tweede cirkelhark eveneens
wordt geheven.
2.
Selecteer de neergelaten cirkelhark door de hendel
B op de enkele cirkelharkregeling in de betreffende
positie te brengen.
3.
Plaats het regelventiel 1 (enkel) van de trekker in
zweefstand
Heffen van de andere cirkelhark
1.
Selecteer de neergelaten cirkelhark op de enkele
cirkelharkregeling B. Normaalgesproken is de
cirkelhark waarmee wordt gewerkt al geselecteerd.
2.
Hef de geselecteerde cirkelhark door het regelventiel
1 (enkel) van de trekker in positie Heffen te brengen.
TIP
Bij optie volumeverdeler:
Selecteer de te heffen cirkelharkarm altijd concreet.
Wanneer hendel B in de middenpositie staat
gebeurt het heffen van de tweede cirkelharkarm
zeer langzaam.
NL
Gebruik
2000_NL_Gebruik_2862
- 31 -
L
aten zakken van de geheven cirkelhark
1.
Selecteer de geheven cirkelhark door de hendel B
op de enkele cirkelharkregeling in de betreffende
positie te brengen.
2.
Laat de geselecteerde cirkelhark zakken door
het regelventiel 1 (enkel) van de trekker in positie
Zweefstand te brengen.
TIP
Stel de hendel B van de enkele cirkelharkregeling
in middenpositie, om tegelijk de tweede cirkelhark
te laten zakken. Daar de hydraulica van de trekker
zich al in zweefstand bevindt, zakt ook de tweede
cirkelhark.
B
ewegen van beide cirkelharken tegelijk
1.
Breng beide cirkelharken in dezelfde positie (arbeids- of
wendakkerpositie, dat blijft hetzelfde)
2.
Stel hendel B op "midden - beide cirkelharken".
3.
Beweeg beide cirkelharken met het regelventiel in de
gewenste positie.
Afzonderlijke cirkelharkbediening:
Gebruik de bedieningseenheid voor de enkele
cirkelharkregeling voor de keuze van de cirkelhark.
A
B
Met hendel A kan de transportbeveiliging worden
losgemaakt.
Met hendel B kan worden ingesteld welke cirkelhark via
het regelventiel 1 moet worden bediend.
links - linker cirkelhark
midden - beide cirkelharken
rechts - rechter cirkelhark
Instelling van de bochtenbaan
Als gras buiten het zwad blijft liggen, kan de bochtenbaan
worden ingesteld.
1.
Machine op een vlakke ondergrond plaatsen en tegen
wegrollen beveiligen. (Wielblokken plaatsen)
2.
Verwijder de plastic pluggen (1) uit de openingen aan
de onderzijde van de cirkelharkunit.
1
3.
De drie schroeven (2) op de bochtenbaan losmaken.
4.
Instellen van de bochtenbaan: De bochtenbaan in het
langsgat instellen door de cirkelharkunit middels de
tandendragers te verdraaien, zodat het voer beter wordt
gegrepen.
2
6.
Drie schroeven (2) aanhalen.
7.
Stop de plastic pluggen (1) opnieuw in de openingen.
8.
Testloop uitvoeren. Herhaal de procedure net zolang
tot het resultaat tevredenstellend is.
- 32 -
1800-NL Gebruik op he
LL
i
NG
e
N
_288
NL
Voorzichtig bij manoeuvres op een
helling!
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar door kantelen van de combinatie op
hellingen, vooral bij transportritten en bij het nemen
van bochten.
•
Pas het tempo aan aan de omstandigheden,
vooral in bochten.
•
Op een helling kunt u beter achteruit rijden
dan een riskante draai te maken.
Door het gewicht (G) van de cirkelharkeenheid worden
de rijeigenschappen van de trekker beïnvloed. Dit kan,
speciaal op hellingen, tot gevaarlijke situaties leiden.
Er bestaat kantelgevaar
 tijdens
het
hydraulische
heffen
van
cirkelharkunits
-
vooral als hellingopwaarts de gepositioneerde
cirkelharkunit eerst omhoog wordt gezwenkt.
Daardoor verschuift het zwaartepunt van de
combinatie hellingafwaarts en de kracht van het
gewicht heeft een excentrisch effect.
TD 33/97/
1
G
G
E
br
UI
k
UIk UI
OP
h
OP hOP
E
ll
EllE
I
n
InI
GE
n
GEn GE
 bij
het
nemen
van
bochten
met
cirkelharkunits
in
transportpositie.
TD 33/97/
2
TD 33/97/2
TD 33/97/
- 33 -
1800_NL-Algemeen-Onderhoud_BA
NL
Parkeren in de open lucht
Als de machine langere tijd in de open lucht moet blijven
staan, moeten de cylinderstangen worden gereinigd en
worden ingevet.
FETT
TD
49
/
9
/9
/
3/2
Reinigen van machinedelen
L
et op!
Gebruik geen hogedrukreiniger voor het reinigen
van lagers en hydraulische delen.
- Kans op roestvorming!
- Na het reinigen de machine volgens het smeerschema
doorsmeren en de machine korte tijd laten draaien.
- Reinigen met te hoge druk kan beschadigingen aan de
lak veroorzaken.
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
GEVAAR
L
etselgevaar door bewegende of roterende
onderdelen.
Voer het onderhoud pas uit wanneer u het apparaat
•
veilig en stabiel buiten bedrijf hebt gesteld
op een vlakke, vaste ondergrond.
•
met wielblokken heeft beveiligd tegen weg
-
rollen.
•
de motor van de trekker uitgeschakeld is en
de aftakas stationair is.
•
alle bewegende of roterende delen (in het
bijzonder de maaischijven) tot stilstand
gekomen zijn. (Hoortest!)
•
de contactsleutel van de trekker uitgetrok
-
ken is.
•
Indien nodig de cardanas demonteren.
L
evensgevaar wanneer men te lang onder de machine
blijft staan
•
Onderdelen waaronder u zult blijven staan
goed ondersteunen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op zware verwonding door lekkende olie
•
Let op opengescheurde of klemzittende
plekken op de slang.
•
Maak de koppelingen van olieslangen en
-contactdozen voor elke koppeling schoon!
•
Draag geschikte beschermende kleding.
AANWI
JZ
ING
Materiële schade door vuil in het hydraulisch systeem
•
Maak de koppelingen van olieslangen en
-contactdozen voor elke koppeling schoon!
Algemene onderhoudsaanwijzingen
Leef de volgende aanwijzingen na om de machine
gedurende langere tijd in goede conditie te houden:
- Na de eerste gebruiksuren alle bouten en moeren
natrekken.
Speciaal gecontroleerd moeten worden:
Mesbouten bij maaiers
Bouten in de tandbevestiging van schudders en van
zwadharken
Winterklaar maken
- De machine voor de
winter goed schoon maken.
- Beschermd tegen weersinvloeden wegzetten.
- Olie verversen of bijvullen
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten doorsmeren.
- Terminal losmaken, droog en vorstvrij bewaren.
Reserve-onderdelen
a.
Originele onderdelen en toebehoren
zijn speciaal voor
deze machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken u er uitdrukkelijk op
attent dat niet door ons
geleverde originele onderdelen en toebehoor ook niet
door ons zijn gecontroleerd en vrijgegeven.
c. De inbouw en/of het gebruik van dergelijke producten
kan daarom de constructie en de eigenschappen van de
machine eventueel negatief veranderen of beïnvloeden.
Voor schade die ontstaat door het gebruik van niet-
originele onderdelen en toebehoor kan de fabrikant in
geen geval aansprakelijk worden gesteld.
d. Eigenhandig aangebrachte wijzigingen en het gebruik
van bouw- en aanbouwelementen aan de machine
vallen buiten de aansprakelijkheid van de producent!
Al
GE
m
GEmGE
EE
mEEm
n
EEn EE
O
n
DE
nDEn
rh
DErhDE
OUD
- 34 -
1800_NL-Algemeen-Onderhoud_BA
NL
Hydraulische installatie
L
et op verwondings- en infectiegevaar!
Vloeistoffen die onder hoge druk uittreden kunnen
de huid binnendringen en zware verwondingen
veroorzaken. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk een
arts!
Voordat de hydraulische leidingen worden aangesloten,
moet worden gecontroleerd of de hydraulische installatie
geschikt is voor de tractor.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Hydraulisch aggregaat en leidingen controleren op lekkage
en evt. schroefverbindingen aandraaien.
Voor iedere ingebruikname
- hydraulische slangen op slijtage controleren.
Versleten of beschadigde hydraulische slangen moeten
direct worden vervangen. De nieuwe slangen moeten
voldoen aan de techn. eisen van de producent.
Slangen zijn onderhevig aan een natuurlijke veroudering,
gebruiksduur niet langer dan 5-6 jaar.
Cardanassen
- zie ook de aanwijzingen in de bijlage
Voor het plegen van onderhoud in acht nemen!
In principe gelden de aanwijzingen die in de handleiding
worden gegeven.
Als hier geen speciale aanwijzingen worden gegeven,
gelden de aanwijzingen in de meegeleverde handleiding
van de betreffende cardanassenproducent.
Algemeen onderhoud
- 35 -
2000-NL Onderhoud_2862
ONDERHOUD
NL
NL
Algemene aanwijzingen bij de
onderhoudswerkzaamheden
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar - Een andere persoon neemt de trekker
in gebruik en rijdt weg of bedient de stuurhendel van
het hydraulische systeem, terwijl u bezig bent met
het onderhoud.
•
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaam
-
heden de motor afzetten, de contactsleutel
verwijderen en de besturing vastzetten.
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar - machine komt in beweging of kantelt.
•
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaam
-
heden de machine op een vlakke, vaste
ondergrond plaatsen.
•
Beveilig de machine met wielblokken tegen
wegrollen.
•
Werkzaamheden
onder
de
machine
alleen
uitvoeren, wanneer de machine vast en
zeker staat en goed wordt ondersteund.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op dodelijk letsel of andere zware verwondingen
door lekken van hydraulische vloeistof bij onderhoud
aan het hydraulieksysteem.
•
Maak de hydraulische installatie drukloos
alvorens te starten met werkzaamheden aan
de installatie.
Transmissie (1,2)
1
2
Hoeveelheid olie:
0,9l Liter SAE 90
Oliepeil controle:
Het oliepeil is correct als de olie tot
aan de vulschroef (3) komt.
Olie verversen:
op zijn laatst na 500
ha.
3
Chassis
Instelling van de stuuras:
Alleen wanneer het frame - chassis niet in één lijn met de
trekker naloopt als rechtuit wordt gereden!
1.
Maak de contramoer
(1) los
2.
Borgpen
(2) verwijderen en moer
(2) aan het begin
van de stuurstang - direct achter de tractor - losmaken
3.
Stuurstang naar boven toe wegtrekken.
4.
Draai de spil
(3) tot de gewenste positie van de
stuuras is bereikt.
5.
Draaikoppeling opnieuw monteren
1
3
2
Spoor van de banden instellen
Achter de stuurframeconstructie kan het spoor van de
linker en de rechter band worden versteld.
1.
Draai de moeren
(1, 2) los (links- en rechtsschroefdraad)
2.
Draai de spoorstang
(3) tot het spoor correct is
ingesteld.
- 36 -
2000-NL Onderhoud_2862
ONDERHOUD
NL
NL
3.
Zet de stang met de moeren
(1, 2) vast.
2
3
1
bandenmaat
b
andenmaat
Dimensie
l
uchtdruk
Chassis
340 / 55 - 16 ET -50 *
260 / 70 - 15 ET 0
1,5 bar
1,5 bar
Cirkelhark
16 / 6,50 - 8 10PR
1,5 bar
* Deze band mag alleen in de positie worden gemonteerd die vanwege de inzakdiepte smaller is,
* Deze band mag alleen in de positie worden gemonteerd die vanwege de inzakdiepte smaller is,
* Deze band mag alleen in de positie worden gemonteerd die vanwege de inzakdiepte smaller is,
* Deze band mag alleen in de positie worden gemonteerd die vanwege de inzakdiepte smaller is,
* Deze band mag alleen in de positie worden gemonteerd die vanwege de inzakdiepte smaller is,
* Deze band mag alleen in de positie worden gemonteerd die vanwege de inzakdiepte smaller is,
* Deze band mag alleen in de positie worden gemonteerd die vanwege de inzakdiepte smaller is,
* Deze band mag alleen in de positie worden gemonteerd die vanwege de inzakdiepte smaller is,
* Deze band mag alleen in de positie worden gemonteerd die vanwege de inzakdiepte smaller is,
* Deze band mag alleen in de positie worden gemonteerd die vanwege de inzakdiepte smaller is,
* Deze band mag alleen in de positie worden gemonteerd die vanwege de inzakdiepte smaller is,
omdat anders te grote krachten op de besturing worden uitgeoefend. (zie afbeelding hiernaast)
289-12-34
ET -50 / -54
Tandenarmen
Tandenarm vervangen
- Afdekschroeven (1) losmaken.
1
-
1. 2x schroeven (2) M12x110 verwijderen
2. 4x schroeven (3) M12x110 losmaken.
3
2
- Afdekking verwijderen
- Tandenarm uittrekken. Draai de cirkelharkunit zo dat de
oude tandenarm tussen in- en uitsturen (zie onder)
wordt uitgetrokken.
-
Nieuwe tandenarm plaatsen. Draai de cirkelharkunit
zo dat de nieuwe tandenarm tussen in- en uitsturen
(zie onder) wordt ingezet.
Rijrichting
-
Schroeven M12x110 met 1x moer en 2x Nordlock
ringen weer aanhalen (zie afb.)
(Aanhaalkoppel: 160 Nm)
Plaats de Nord-Lock-ringen met de grove frezing
binnen op elkaar. Dit betekent tegelijkertijd dat bij
beide ringen zich de fijne frezing aan de buitenkant
bevindt.
-
Afdekking op de nieuwe tandenarm plaatsen, tussen
de afdekkingen inpassen en schroef aanhalen. Alle
losgemaakte schroeven (1) voor de afdekkingen
aanhalen.
-
Controleer na ca. 50 bedrijfsuren moeren en
schroeven of deze vastzitten, evt. aanhalen.
-
Let op de positie van de spanstiften ten opzichte
van elkaar. Zie afbeelding hieronder - detail B
- 37 -
2000-NL Onderhoud_2862
ONDERHOUD
NL
NL
B
L
agerbus van de tandenarmen vervangen
TIP
Afstand (A) van de as (W) ten minste 1x per jaar con
-
troleren.
• De
afstand
(A)
moet
in
normaal
bedrijf
ca.
1
mm
bedragen. Als de speling van de as (W) groter wordt,
kan dit met opvulringen worden gecorrigeerd.
• Als
de
afstand
(A)
groter
is
dan
4mm,
dan
moeten
de
voeringen (B)aan de binnenkant van de tandenarmen
worden vervangen. Anders kan de machine worden
beschadigd.
Veertanden
De bevestigingsschroeven (S) van de veertanden na de
eerste 10 bedrijfsuren controleren en indien nodig aanhalen
(aanhaalmoment: 100 Nm).
De buitenste tanden zijn korter en sterker.
Als de machine is voorzien van een tandenverliesbeveili
-
ging, zijn de beide buitenste tanden met elkaar verbonden.
Wanneer één van de beide buitenste tanden moet worden
vervangen, dient de schroef van de andere tand eveneens
te worden verwijderd
Z
S
- 38 -
2000-NL Onderhoud_2862
ONDERHOUD
NL
NL
Smeerschema
50
Voor exactere informatie over het gebruik van smeermiddelen zie bijlage Bedrijfsstoffen.
- 39 -
2000-NL Onderhoud_2862
ONDERHOUD
NL
NL
Cirkelharkunit
Cirkelbaan
1.
Interval:
50h
2.
Procedure:
- Vetspuit op smeernippel (1) zetten
- Cirkelhark draaien zodat het vet goed wordt verdeeld
-
Per omwenteling 3-4 slagen aanbrengen
-
3-4 volle omwentelingen uitvoeren
1
TOP 722
TOP 812
Transmissie cirkelharkunit: Vet bijvullen
1.
Interval:
indien nodig
De transmissie van de cirkelharkunit is voor de hele
levensduur gesmeerd. Controleer toch één keer per
jaar of de tandwielen nog bedekt zijn.
2.
Procedure:
1.
Vulplug (1) openen. Bij geopende vulplug is de
vertanding van het tandwiel goed zichtbaar.
2.
Vloeibaar vet door vulplug (1) bijvullen tot het tandwiel
bijna helemaal bedekt is.
3.
Eventueel hoeveelheid vloeibaar vet met de aftapplug
(2) aanpassen
4.
Schroeven (1, 2) vastdraaien
1
2
Vloeibaar vet verversen:
1.
Interval:
indien nodig
TIP
Vet vervangen alleen uitvoeren met bedrijfswarme olie.
Vet laten uitlopen duurt 3-4 uur. Eventueel ‘s nachts
uitvoeren of afzuigen.
2..
Procedure:
1.
Machine in transportpositie brengen
2.
Aftapplug (2) openen
2
3.
Vloeibaar vet helemaal laten uitlopen.
4.
Aftapplug (2) sluiten
5.
Verder handelen als in het hoofdstuk 'Vloeibaar vet
bijvullen'
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar - bij het betreden van de gevarenzone
rondom de cirkelhark.
Betreed de gevarenzone alleen als er geen andere
mogelijkheid is. Vooraf vaststellen dat
•
de motor van de trekker is afgezet en de
sleutel is verwijderd
•
de kogelkraan van de enkele hydraulische
leiding is gesloten.
•
de cirkelharkarmen zich in arbeidspositie
bevinden en de cirkelharken stilstaan.
•
de combinatie tegen wegrollen is beveiligd.
Hoeveelheid vloeibaar vet:
Indicatieve hoeveelheden na het volledig leegmaken van
de cirkelharkunit:
TOP 722
~1,20 kg Mobilplex 44
TOP 812
~1,20 kg Mobilplex 44
In principe te werk gaan zoals beschreven onder het punt
‘Vloeibaar vet bijvullen’: Tot op ooghoogte vullen en over
-
tollig vloeibaar vet afzuigen.
Verwerking van niet-bruikbare machine-
onderdelen
Machines en machine-onderdelen die niet meer bruikbaar
zijn, dienen volgens de wettelijke voorschriften met betrek
-
zijn, dienen volgens de wettelijke voorschriften met betrek-zijn, dienen volgens de wettelijke voorschriften met betrek
king tot afvalverwerking te worden afgevoerd.
- 40 -
2000-NL Onderhoud_2862
ONDERHOUD
NL
NL
Heffen van de machine
De positie (1) waarop de wagenhefinrichting mag worden
gebruikt, wordt aangegeven door stickers aan beide asui
-
teinden, links en rechts.
1
- 41 -
2000-NL-Pers
L
uchtrem_2862
NL
P
E
rsl
ErslE
U
chtr
E
m
EmE
I
mIm
nst
InstI
A
nstAnst
ll
A
t
IE
tIEt
Aansluiten van de remslangen
b
ij het aankoppelen van de remslangen moet op
het volgende worden gelet:
-
de afdichtringen van de koppelingskoppen moeten
schoon zijn
-
goed afdichten
-
volgens de aanduidingen koppelen
'voorraad' (kleur rood) op 'voorraad'
'rem' (kleur geel) op 'rem'
• Beschadigde
afdichtringen
moeten
vervangen
worden.
• Voordat
de
machine
gebruikt
wordt
(begin
van
de
dag),
moet eerst het luchtreservoir worden ontwaterd.
• Er
mag
pas
worden
weggerreden
als
de
luchtdruk
in
het remsysteem 5,0 bar bedraagt.
Parkeerpositie van de remslangen:
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op dodelijk letsel of andere zware verwondingen
door verkeerd gemonteerde remmen.
•
De reminstallatie is een veiligheidsvoorziening.
Daarom mogen werkzaamheden aan de remin
-
stallatie alleen worden uitgevoerd door deskun
-
dig personeel.
Onderhoud
Controleer de remkrachtregeling (1) voor iedere
rit op verontreiniging.
1
Indien nodig reinigen, vervuiling kan leiden tot onverwacht
remkrachtverlies. De remkrachtregeling (1) is in rijrichting
rechts voor de zwenkarm gemonteerd.
De luchttank moet dagelijks worden ontwaterd.
Hiertoe wordt de pen van de ontwateringsklep met
behulp van een draad in zijdelingse richting getrokken.
Bij vervuiling moet de ontwateringsklep uit het reservoir
gedraaid worden en schoongemaakt worden.
- 42 -
2000-NL-Pers
L
uchtrem_2862
NL
Persluchtreminstallatie
Reiniging van het leidingfilter
De beide leidingfilters moeten, afhankelijk van de om
-
standigheden, normaal gesproken ongeveer iedere 3 - 4
maanden gereinigd worden. Voor de reiniging moeten de
sinter-filter-patronen worden gedemonteerd.
Procedure:
a)
Sluitstuk (21) aan beide tongen indrukken en schuifstuk
(22) uitnemen.
b) Sluitstuk met O-ring (23), veer en sinter-filter-patroon
uitnemen.
c) De sinter-filter-patronen moeten met nitro-reinigingsmiddel
worden uitgespoeld en met perslucht worden
schoongeblazen. Beschadigde filterpatronen moeten
worden vervangen.
d) Bij het samenbouwen in omgekeerde volgorde, moet erop
worden gelet dat de O-ring (23) niet in de geleidingssleuf
van het schuifstuk in de behuizing kantelt!
Aanpassing aan de banden
De rem wordt vanaf de fabriek ingesteld op de meegelever
-
de banden. Indien op andere banden wordt overgestapt,
moeten met behulp van deze tabel de juiste instellingen
voor de cilinderpositie en de remstangen worden gezocht.
TOP 722 - persluchtrem
B
andenmaat
Cilinder
positie
L
engte van de
remstangen
340/55 - 16
2
132
mm (2)
380/55 - 17
2
132 mm (2)
15/55 - 17
2
132
mm (2)
TOP 812 - persluchtrem
B
andenmaat
Cilinder
positie
L
engte van de
remstangen
340/55 - 16
2
132
mm (2)
380/55 - 17
2
132 mm (2)
15/55 - 17
2
132
mm (2)
Cilinderpositie (persluchtrem):
3
2
1
Lengte van de remstangen (persluchtrem):
3
2
1
- 43 -
2000-NL-Hydrau
L
isc
H
e rem_2740
NL
h
y
D
yDy
r
AU
rAUr
l
I
sch
IschI
E
r
E rE
E
m
EmE
I
mIm
nst
InstI
A
nstAnst
ll
A
t
IE
tIEt
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op dodelijk letsel of andere zware verwondingen
door verkeerd gemonteerde remmen.
•
De reminstallatie is een veiligheidsvoorziening.
Daarom mogen werkzaamheden aan de remin
-
stallatie alleen worden uitgevoerd door deskun
-
dig personeel.
Aankoppelen van de remslang
B
ij het aankoppelen van de remslang moet op
het volgende worden gelet:
-
dat de aansluiting schoon is
-
dat de slang op de juiste manier is aangekoppeld
-
dat de verbinding goed afdicht
Parkeerpositie van de remslang:
Onderhoud
Remvoering-controle
-
om de 200 bedrijfsuren
Aanpassing aan de banden
De rem wordt vanaf de fabriek ingesteld op de meegelever
-
de banden. Indien op andere banden wordt overgestapt,
moeten met behulp van deze tabel de juiste instellingen
voor de cilinderpositie en de remstangen worden gezocht.
TOP 722 - hydraulische rem
B
andenmaat
Cilinder
positie
L
engte van de
remstangen
340/55 - 16
1
105 mm (1)
380/55 - 17
1
105
mm (1)
15/55 - 17
1
105
mm (1)
TOP 812 - hydraulische rem
B
andenmaat
Cilinder
positie
L
engte van de
remstangen
340/55 - 16
1
105 mm (1)
380/55 - 17
1
105
mm (1)
15/55 - 17
1
105
mm (1)
Cilinderpositie (hydraulische rem):
2
1
Lengte van de remstangen (hydraulische rem):
1
2
- 44 -
1700-NL HYDRAULISCH SCHEMA_2862
NL
h
y
D
yDy
r
AU
rAUr
l
IE
k
IEkIE
P
kPk
l
A
n
Hydraulisch schema TOP 722 C
L
egenda:
1
Ring 1
2
Ring 2
3.
Tractorregelventiel, dubbelwerkend
4 Wendakker voor
5 Transport voor
6 Wendakker achter
7 Transport achter
T-stuk
Knie
Slang/buis
Recht slanguiteinde
Hoek slanguiteinde
90°
4
4
5
.
1
1
3
P
/
R
A
4
4
5
.
6
1
7
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
4
4
5
.
6
1
7
B
A
A
B
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
3
4
5
6
7
1
2
Aanwijzingen:
Terugslagkleppen van de hefbegrenzer 445.537 wijzen in gemonteerde toestand naar beneden
Hefbegrenzer 445.537 heeft Bondioli-nr. D06KFSG38NA012
Ring 1 in arbeidspositie gedrukt
Ring 2 in arbeidspositie niet gedrukt
- 45 -
1700-NL HYDRAULISCH SCHEMA_2862
NL
Hydraulisc
H
sc
H scH
H
ema
Hydraulisch schema TOP 722 - Afzonderlijke cirkelharkbediening
4
4
5
.
1
1
3
P
/
R
A
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
4
4
5
.
2
9
5
Y
2
1
2
Y
1
4
4
5
.
5
2
6
3
B
A
A
B
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
3
4
5
6
7
1
2
8
8
1
2
4
4
5
.
6
1
7
4
4
5
.
6
1
7
L
egenda:
1
Ring 1
2
Ring 2
3
Tractorregelventiel, dubbelwerkend
4 Wendakker voor
5 Transport voor
6 Wendakker achter
7 Transport achter
8 Afzonderlijke cirkelharkbediening
T-stuk
Knie
Slang/buis
Recht slanguiteinde
Hoek slanguiteinde
90°
Aanwijzingen:
Terugslagkleppen van de hefbegrenzer 445.537 wijzen in gemonteerde toestand naar beneden
Hefbegrenzer 445.537 heeft Bondioli-nr. D06KFSG38NA012
Ring 1 in arbeidspositie gedrukt
Ring 1 in arbeidspositie niet gedrukt
- 46 -
1700-NL HYDRAULISCH SCHEMA_2862
NL
Hydraulisc
H
sc
H scH
H
ema
Hydraulisch schema TOP 722 - Afzonderlijke cirkelharkbediening en hydraulische
ontgrendeling
4
4
5
.
6
1
7
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
4
4
5
.
6
1
7
4
4
5
.
2
9
5
1
2
Y
2
1
2
Y
1
4
4
5
.
5
2
6
3
B
A
A
B
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
4
0
b
a
r
4
4
5
.
6
2
6
1
2
B
A
4
4
5
.
6
0
2
4
4
5
.
5
4
0
2
4
4
5
.
5
4
0
1
Y
3
a
Y
3
b
3
4
5
6
7
8
8
9
1
2
2
8
6
2
.
4
8
.
0
2
0
.
0
2
8
6
2
.
4
8
.
0
2
0
.
0
L
egenda:
1
Ring 1
2
Ring 2
3
Tractorregelventiel, dubbelwerkend
4 Wendakker voor
5 Transport voor
6 Wendakker achter
7 Transport achter
8 Afzonderlijke cirkelharkbediening
9
Ontgrendeling
T-stuk
T-stuk
Knie
Slang/buis
Recht slanguiteinde
Hoek slanguiteinde
90°
Aanwijzingen:
Terugslagkleppen van de hefbegrenzer 445.537 wijzen in gemonteerde toestand naar beneden
Hefbegrenzer 445.537 heeft Bondioli-nr. D06KFSG38NA012
Ring 1 in arbeidspositie gedrukt
Ring 2 in arbeidspositie niet gedrukt
- 47 -
1700-NL HYDRAULISCH SCHEMA_2862
NL
Hydraulisc
H
sc
H scH
H
ema
Hydraulisch schema TOP 722 - Afzonderlijke cirkelharkbediening, hydraulische
ontgrendeling en harkhoogte
L
egenda:
1
Ring 1
2
Ring 2
3
Tractorregelventiel, dubbelwerkend
4 Wendakker voor
5 Transport voor
6 Wendakker achter
7 Transport achter
8 Afzonderlijke cirkelharkbediening
9
Ontgrendeling
10
Harkhoogte rechts
11 Harkhoogte links
T-stuk
T-stuk
Knie
Slang/buis
Recht slanguiteinde
Hoek slanguiteinde
90°
Aanwijzingen:
Terugslagkleppen van de hefbegrenzer 445.537 wijzen in gemonteerde toestand naar beneden
Hefbegrenzer 445.537 heeft Bondioli-nr. D06KFSG38NA012
Ring 1 in arbeidspositie gedrukt
Ring 2 in arbeidspositie niet gedrukt
4
4
5
.
6
1
7
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
4
4
5
.
6
1
7
4
4
5
.
2
9
5
1
2
Y
2
1
2
Y
1
4
4
5
.
5
2
6
3
B
A
A
B
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
4
4
5
.
3
2
7
Y
4
B
1
A
1
B
A
A
2
B
2
4
0
b
a
r
4
4
5
.
6
2
6
1
2
B
A
4
4
5
.
6
0
2
Y
3
a
4
4
5
.
5
4
0
2
Y
3
b
4
4
5
.
5
4
0
1
S
c
h
e
i
b
e
1
3
4
5
6
7
1
2
8
8
9
1
0
1
1
2
8
6
2
.
4
8
.
0
2
0
.
0
2
8
6
2
.
4
8
.
0
2
0
.
0
Y
5
Y
6
3
1
2
3
1
2
4
4
5
.
5
2
6
4
4
5
.
5
2
6
1
4
1
.
2
2
.
1
2
3
.
0
0
,
8
m
m
4
4
5
.
4
1
1
4
4
5
.
4
1
1
1
4
1
.
2
2
.
1
2
3
.
0
0
,
8
m
m
- 48 -
1700-NL HYDRAULISCH SCHEMA_2862
NL
Hydraulisc
H
sc
H scH
H
ema
Hydraulisch schema TOP 722 - Dubbele zwadbediening
4
4
5
.
1
1
3
P
/
R
A
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
5
1
2
4
4
2
.
5
1
2
4
4
2
.
3
9
5
B
A
A
B
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
3
3
4
5
6
7
8
9
1
2
4
4
5
.
6
1
7
4
4
5
.
6
1
7
L
egenda:
1
Ring 1
2
Ring 2
3
Tractorregelventiel, dubbelwerkend
4 Wendakker voor
5 Transport voor
6 Wendakker achter
7 Transport achter
8
Werkbreedte voor
9
Werkbreedte achter
T-stuk
Knie
Slang/buis
Recht slanguiteinde
Hoek slanguiteinde
90°
Aanwijzingen:
Terugslagkleppen van de hefbegrenzer 445.537 wijzen in gemonteerde toestand naar beneden
Hefbegrenzer 445.537 heeft Bondioli-nr. D06KFSG38NA012
Ring 1 in arbeidspositie gedrukt
Ring 2 in arbeidspositie niet gedrukt
- 49 -
1700-NL HYDRAULISCH SCHEMA_2862
NL
Hydraulisc
H
sc
H scH
H
ema
Hydraulisch schema TOP 722 - Volumeverdeler (optie)
4
4
5
.
1
1
3
P
/
R
A
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
4
4
5
.
6
0
2
B
A
A
B
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
3
4
5
6
7
1
2
8
4
4
5
.
6
1
7
4
4
5
.
6
1
7
L
egenda:
1
Ring 1
2
Ring 2
3
Tractorregelventiel, dubbelwerkend
4 Wendakker voor
5 Transport voor
6 Wendakker achter
7 Transport achter
8
Volumeverdeler
T-stuk
Knie
Slang/buis
Recht slanguiteinde
Hoek slanguiteinde
90°
Aanwijzingen:
Terugslagkleppen van de hefbegrenzer 445.537 wijzen in gemonteerde toestand naar beneden
Hefbegrenzer 445.537 heeft Bondioli-nr. D06KFSG38NA012
Ring 1 in arbeidspositie gedrukt
Ring 2 in arbeidspositie niet gedrukt
- 50 -
1700-NL HYDRAULISCH SCHEMA_2862
NL
Hydraulisc
H
sc
H scH
H
ema
Hydraulisch schema TOP 812 C
4
4
5
.
1
1
3
P
/
R
A
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
B
A
A
B
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
4
4
2
.
5
1
7
4
4
2
.
5
1
7
A
B
4
4
5
.
5
5
2
1
2
3
3
4
5
6
7
8
9
4
4
5
.
6
1
7
4
4
5
.
6
1
7
L
egenda:
1
Ring 1
2
Ring 2
3
Tractorregelventiel, dubbelwerkend
4 Wendakker voor
5 Transport voor
6 Wendakker achter
7 Transport achter
8
Werkbreedte voor
9
Werkbreedte achter
T-stuk
T-stuk
Knie
Slang/buis
Recht slanguiteinde
Hoek slanguiteinde
90°
Aanwijzingen:
Terugslagkleppen van de hefbegrenzer 445.537 wijzen in gemonteerde toestand naar beneden
Hefbegrenzer 445.537 heeft Bondioli-nr. D06KFSG38NA012
Ring 1 in arbeidspositie gedrukt
Ring 2 in arbeidspositie niet gedrukt
- 51 -
1700-NL HYDRAULISCH SCHEMA_2862
NL
Hydraulisc
H
sc
H scH
H
ema
Hydraulisch schema TOP 812 - Afzonderlijke cirkelharkbediening
L
egenda:
1
Ring 1
2
Ring 2
3
Tractorregelventiel, dubbelwerkend
4 Wendakker voor
5 Transport voor
6 Wendakker achter
7 Transport achter
8
Werkbreedte voor
9
Werkbreedte achter
10 Afzonderlijke cirkelharkbediening
T-stuk
T-stuk
Knie
Slang/buis
Recht slanguiteinde
Hoek slanguiteinde
90°
4
4
5
.
1
1
3
P
/
R
A
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
B
A
A
B
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
4
4
2
.
5
1
7
4
4
2
.
5
1
7
A
B
4
4
5
.
5
5
2
4
4
5
.
2
9
5
Y
2
1
2
Y
1
4
4
5
.
5
2
6
3
S
h
i
b
1
1
0
1
0
3
3
4
5
6
7
8
9
1
2
1
2
4
4
5
.
6
1
7
4
4
5
.
6
1
7
Aanwijzingen:
Terugslagkleppen van de hefbegrenzer 445.537 wijzen in gemonteerde toestand naar beneden
Hefbegrenzer 445.537 heeft Bondioli-nr. D06KFSG38NA012
Ring 1 in arbeidspositie gedrukt
Ring 2 in arbeidspositie niet gedrukt
- 52 -
1700-NL HYDRAULISCH SCHEMA_2862
NL
Hydraulisc
H
sc
H scH
H
ema
Hydraulisch schema TOP 812 - Volumeverdeler
L
egenda:
1
Ring 1
2
Ring 2
3
Tractorregelventiel, dubbelwerkend
4 Wendakker voor
5 Transport voor
6 Wendakker achter
7 Transport achter
8
Werkbreedte voor
9
Werkbreedte achter
10
Volumeverdeler
T-stuk
Knie
Slang/buis
Recht slanguiteinde
Hoek slanguiteinde
90°
4
4
5
.
1
1
3
P
/
R
A
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
B
A
A
B
B
A
4
4
5
.
0
8
9
4
4
2
.
3
9
5
4
4
2
.
5
1
7
4
4
2
.
5
1
7
A
B
4
4
5
.
5
5
2
4
4
5
.
6
0
2
3
3
4
5
6
7
8
9
1
2
1
0
4
4
5
.
6
1
7
4
4
5
.
6
1
7
Aanwijzingen:
Terugslagkleppen van de hefbegrenzer 445.537 wijzen in gemonteerde toestand naar beneden
Hefbegrenzer 445.537 heeft Bondioli-nr. D06KFSG38NA012
Ring 1 in arbeidspositie gedrukt
Ring 2 in arbeidspositie niet gedrukt
- 53 -
1900-NL TECHN. GEGEVENS_2862
NL
Technische gegevens
Beschrijving
TOP 722 (type 2862)
TOP 812 (Type 2863)
Cirkelharkaantal
2
2
Aantal tandenarmen per cirkelhark
13
13
Cirkelharkdiameter
3,3 m
3,7 m
Werkbreedte
6,8 - 7,6 m
7,6 m
Machinebreedte in arbeidspositie
6,8 - 7,6 m
7,6 m
Transportbreedte opgeklapt
2,54 m / 2,80 m
2,80 m
Arbeidslengte
8,9 m
9,70 m
Transportlengte
8,9 m
9,70 m
Transporthoogte cirkelhark opgeklapt
3,99 m
3,99 m
Noodzakelijke aandrijfcapaciteit
vanaf 44 kW (60 pk)
vanaf 52 KW (70 PS)
Gewicht met cardanas (maximaal)
2470 kg
2950 kg
Belasting
1105 kg
1269 kg
Aftakastoerental max. omw/min
540 omw/min
540 omw/min
Banden aan de cirkelharken
16 / 6,50 - 8 10PR
16 / 6,50 - 8 10PR
Banden aan het chassis
340 / 55 - 16 ET -50
380 / 55 -17 ET -54/6L
260 / 70 - 15 ET 0
340 / 55 - 16 ET -50
380 / 55 -17 ET -54/6L
260 / 70 - 15 ET 0
maximale bouwtypesnelheid
40 km/u
40 km/u
Geluidsniveau
84,8 dB (A)
84,8 dB (A)
Alle gegevens niet bindend
Vereiste aansluitingen TOP 722
1 dubbele hydraulische stekkeraansluiting met zweefstand (bedri
jfsdruk min.: 150 bar / max.: 200 bar)
• 7-polige aansluiting voor de verlichtingsinrichting (12 volt)
extra aansluitingen voor opties:
bij dubbele zwadfunctie: 1 dubbele hydraulische stekkeraansluit
ing
T
e
TeT
C
hnis
C
he
gegevens
Vereiste aansluitingen TOP 812
2 dubbele hydraulische stekkeraansluitingen (1 aansluiting daarvan met zweefstand) Bedrijfsdruk min.: 150 bar /
max.: 200 bar
• 7-polige aansluiting voor de verlichtingsinrichting (12 volt)
- 54 -
1900-NL TECHN. GEGEVENS_2862
TECHNISCHE GEGEVENS
NL
Gebruik conform bestemming van de machine
De zwadcirkelhark is uitsluitend bestemd voor de gebruikelijke werkzaamheden in de landbouw.
• Voor het zwaden van gehakseld groenvoer, ruw voer, kuilvoer e
n stro.
Ieder ander gebruik geldt als niet conform bestemming.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele hieruit voortvloeiende schade; dit risico is geheel en al voor de
gebruiker.
Tot gebruik conform bestemming behoort ook het nakomen van de door de fabrikant voorgeschreven onderhouds- en
reparatievoorwaarden.
Typeplaatje
Het chassisnummer is te vinden op het typeplaatje, zie
afbeelding hiernaast. Bij garantieclaims, vragen over de
machine en bestellingen van reserveonderdelen dient het
chassisnummer altijd te worden vermeld.
Het verdient daarom aanbeveling om het chassisnummer
van het voertuig of de machine direct na aankoop op het
titelblad van de handleiding over te nemen.
Positie van het typeplaatje
Het typeplaatje bevindt zich in de rijrichting gezien rechts
in het voorste derde van het frame.
1
Optie
• Cirkelharkontlasting
• Tastwiel buitenzijde
• Hoeveelheidverdeler
• Reservewiel voor cirkelharkchassis
• Dubbelzwadfunctie (alleen TOP 722)
• Chassis breed (=2,8m) (alleen TOP 722)
• Chassis smal (=2,55m) (alleen TOP 722)
hydraulische ééncirkelharkverschuiving (alleen TOP 722)
hydraulische harkhoogte-instelling (alleen TOP 722)
hydraulische vergrendeling (alleen TOP 722)
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
A
A
AAA
nh
A
nhAnh
ngsel
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
U maakt de beslissing ‘Original’ of ‘namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een ‘goedkope aanschaf’ kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad!
• Kwaliteit
en
nauwkeurige
passing
- Bedrijfszekerheid
• Betrouwbaar
functioneren
• Lagere
levensduur
- Economisch werken
 Beschikbaarheid
van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
- 57 -
2000_NL-ANHANGA1_SICHERHEIT_SCHWADKREISEL
AAnhAngsel -A
NL
Aanwijzingen voor veilig werken
TIP
In deze handleiding worden alle plaatsen waarop de
veiligheid van personen betrekking heeft met dit symbool
aangeduid.
1.
Algemeen
a.
Neem naast de aanwijzingen in deze handleiding
ook de algemeen geldende veiligheids- en
vakbondsvoorschriften in acht (alleen Duitsland).
b.
De aangebrachte waarschuwings- en
aanwijzingsstickers bevatten belangrijke aanwijzingen
voor veilig gebruik; het naleven ervan dient uw veiligheid!
c.
Bij gebruik van de openbare weg moeten de geldende
bepalingen in acht worden genomen!
d.
Voordat met de werkzaamheden wordt begonnen,
moet de gebruiker bekend worden gemaakt met alle
inrichtingen, bedieningselementen en hun functies.
e.
De gebruiker moet nauw-aansluitende kleding dragen.
Wijde kleding vermijden!
f.
Tijdens de werkzaamheden en de transportrit mag niet
op de machine worden meegereden!
g.
De machine moet volgens de voorschriften worden
aangekoppeld en mag alleen aan de voorgeschreven
inrichtingen worden bevestigd en beveiligd!
h.
Bij het aan- en afbouwen moeten de steunvoorzieningen
in de juiste positie worden gebracht! (Standveiligheid!).
Bij het aan- en afkoppelen van de machine aan of van
de tractor moet voorzichtig te werk worden gegaan!
i.
Ballastgewichten moeten altijd volgens de voorschriften
aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten worden
aangebracht!
j.
Toegelaten transportafmetingen in acht nemen!
k.
Transportuitrusting - zoals bijv. verlichting,
waarschuwingsinrichtingen en evt.
veiligheidsvoorzieningen controleren en aanbouwen!
l.
Bedieningsinrichtingen (kabels, kettingen,
frameconstructies enz.) behorend bij inrichtingen
bediend op afstand moeten zo gepositioneerd zijn
dat zij in alle transport- en arbeidsposities nooit een
onbedoelde beweging activeren!
m.
Machine voor een rit over de weg in voorgeschreven
toestand brengen en volgens voorschrift van de
producent vergrendelen!
n.
Tijdens het rijden mag de bestuurderszitplaats nooit
worden verlaten!
o.
De snelheid tijdens het rijden moet altijd worden
aangepast aan de omstandigheden! Bij het rijden in
berg- en heuvelachtig gebied moet het nemen van
plotselinge bochten worden vermeden!
p.
Het rijgedrag en het stuur- en remvermogen worden
beïnvloed door aangehangen of aangebouwde
werktuigen en ballastgewichten! Let daarom op
voldoende stuur- en remcapaciteiten!
q.
Hou bij bochten rekening met de breedte en de
rotatiemassa van het werktuig!
r.
Neem de machine alleen in gebruik als alle
veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht en zich in
veiligheidspositie bevinden!
s.
Personen mogen zich niet in het werkbereik en in de
gevarenzone bevinden!
t.
Personen mogen zich niet in het draai- en zwenkbereik
van de machine bevinden!
u.
Aan extern bediende onderdelen (bijv. hydrauliek)
bevinden zich punten met beknellingsgevaar!
v.
Voordat de tractor wordt verlaten, moet de machine
worden beveiligd!
w.
Aanbouwwerktuigen helemaal laten zakken! Motor
afzetten en contactsleutel verwijderen!
x.
Tussen de tractor en het werktuig mogen zich geen
personen bevinden, als het voertuig niet tegen wegrollen
is beveiligd door de parkeerrem en/of door wielblokken!
2.
Aangebouwde werktuigen
a.
Voor het aan- en afbouwen van de machine aan de
driepuntsophanging
b.
Bedieningsinrichting in de positie brengen, waarbij het
onbedoeld heffen of laten zakken is uitgesloten!
c.
Bij driepuntsaanbouw moeten de aanbouwcategorieën
van tractor en werktuig absoluut overeenkomen of
worden afgestemd!
d.
In het bereik van de driepuntskoppeling bestaat kans
op letsel door beknelling!
e.
Bij gebruik van de externe bediening voor de
driepuntsaanbouw niet tussen tractor en machine
komen!
f.
In de transportpositie van de machine altijd letten op
een voldoende zijdelingse vergrendeling van de tractor-
driepuntskoppeling!
g.
Bij ritten over de weg met geheven machine moet de
bedieningshendel tegen zakken zijn beveiligd!
3.
Aangehangen werktuigen
a.
Werktuigen tegen wegrollen beveiligen!
b.
Max. toegelaten belasting van de aanhangerkoppeling,
zwaaihaak of hitch in acht nemen!
c.
Let bij aanhangen aan de dissel op of het ophangpunt
voldoende bewegingsvrijheid heeft!
4.
Aftakas
a.
Alleen aftakassen die door de producent zijn
voorgeschreven mogen worden gebruikt!
b.
Beschermbuis en beschermtrechter van de cardanas
en de aftakasbescherming moeten zijn aangebracht
en moeten zich in goede conditie bevinden!
c.
Bij cardanassen moet worden gelet op de voorgeschreven
buisafdekkingen in transport- en arbeidspositie!
d.
Aan- en afbouw van de cardanas mag alleen als de
aftakas is uitgeschakeld, de motor is afgezet en de
contactsleutel is verwijderd!
e.
Bij gebruik van de cardanassen met overbelasting
of vrijloopkoppelingen die niet door de
veiligheidsvoorziening aan de tractor worden afgedekt,
moeten overbelasting of vrijloopkoppelingen aan de
kant van het werktuig worden aangebracht!
f.
Let altijd op de juiste montage en beveiliging van de
- 58 -
2000_NL-ANHANGA1_SICHERHEIT_SCHWADKREISEL
AAnhAngsel -A
NL
cardanas!
g.
Cardanasbescherming tegen meelopen beveiligen door
inhangen van de ketting!
h.
Voor het inschakelen van de aftakas controleren of het
gekozen toerental en de draairichting van de aftakas
van de tractor overeenkomt met het toegelaten toerental
en de draairichting van het werktuig!
i.
Voor het inschakelen van de aftakas controleren of
zich geen personen binnen de gevarenzone van het
werktuig bevinden!
j.
Aftakas nooit inschakelen als de motor is afgezet!
k.
Bij werkzaamheden met de aftakas mogen zich geen
personen binnen het bereik van de draaiende aftak- of
cardanas ophouden!
l.
Aftakas altijd uitschakelen als te grote buigingen
voorkomen of als deze niet nodig is!
m.
Let op! Na het uitschakelen van de aftakas bestaat
gevaar door nalopende rotatiemassa! Op dat moment
mag het werktuig niet te dicht worden genaderd! Pas
wanneer het helemaal stilstaat, mogen werkzaamheden
aan het werktuig worden verricht!
n.
Reinigen, smeren of instellen van het aftakasaangedreven
werktuig of van de cardanas alleen als de aftakas is
uitgeschakeld, de motor is afgezet en de contactsleutel
is verwijderd!
o.
Afgekoppelde cardanas in de daarvoor bedoelde houder
plaatsen, of met ketting ophangen!
p.
Na afbouw van de cardanas beschermhuls op het
aftakasuiteinde plaatsen!
q.
Beschadigingen herstellen voordat met de machine
werkzaamheden worden verricht!
5.
Hydraulische installatie
a.
De hydraulische installatie staat onder hoge druk! Bij het
aansluiten van de hydraulische cilinders en hydraulische
motoren moet worden gelet op de voorgeschreven
aansluiting van de hydraulische slangen!
b.
Bij het aansluiten van de hydraulische slangen aan de
hydrauliek van de tractor moet erop worden gelet dat
de hydrauliek aan zowel de kant van de tractor als ook
aan de kant van het werktuig drukloos is!
c.
Bij hydraulische functieverbindingen tussen tractor en
werktuig moeten koppelmoffen en -stekkers worden
gekenmerkt, zodat fouten in de bediening worden
uitgesloten! Bij het verwisselen van de aansluitingen
omgekeerde functie (bijv. heffen / zakken) - ongevalrisico!
d.
Hydraulische leidingen regelmatig controleren en bij
beschadiging en slijtage vervangen! De vervangende
leidingen moeten overeenkomen met de technische
eisen van de producent!
e.
Bij het zoeken naar lekkage moeten daarvoor
geschikte hulpmiddelen worden gebruikt, vanwege
verwondingsgevaar!
f.
Vloeistoffen die onder hoge druk uittreden (hydraulische
olie) kunnen de huid binnendringen en zware
verwondingen veroorzaken! Bij verwondingen dient
direct een arts te worden geraadpleegd! Infectiegevaar!
g.
Voordat werkzaamheden aan de hydraulische installatie
van de machine kunnen worden verricht, moet de
machine worden neergelaten, de installatie moet
drukloos worden gemaakt en de motor moet worden
afgezet!
6.
Banden
a.
Bij werkzaamheden aan de banden moet erop worden
gelet dat het werktuig veilig is neergezet en tegen
wegrollen is beveiligd (wielblokken)!
b.
Het monteren van banden en wielen vereist voldoende
kennis en passend montagegereedschap!
c.
Reparatiewerkzaamheden aan banden en wielen mogen
alleen worden uitgevoerd door deskundig personeel,
met behulp van geschikt gereedschap!
d.
Bandenspanning regelmatig controleren! Let op de
voorgeschreven spanning!
7.
Onderhoud
a.
Onderhouds-, reparatie- en reinigingswerkzaamheden,
en het oplossen van functiestoringen mogen altijd alleen
worden uitgevoerd als de aandrijving en de motor zijn
uitgeschakeld - contactsleutel verwijderen!
b.
Wacht tot de machine helemaal tot stilstand is gekomen!
Reparaties aan voorgespannen onderdelen (veren,
drukreservoirs, enz.) vereisen voldoende kennis en
passend gereedschap. Deze mogen alleen worden
uitgevoerd in dealerwerkplaatsen!
c.
Moeren en schroeven regelmatig controleren of deze
vastzitten en evt. aanhalen!
d.
Bij onderhoudswerkzaamheden aan een geheven
machine veiligheid in acht nemen door gebruik van
passende steunelementen!
e.
Bij het verwisselen van werktuigen moeten passend
gereedschap en handschoenen worden gebruikt!
f.
Oliën, vetten en filters volgens de voorschriften verwerken!
Voordat wordt begonnen met werkzaamheden aan de
elektrische installatie moet de stroomtoevoer worden
afgesloten!
g.
Veiligheidsvoorzieningen die onderhevig zijn aan slijtage
moeten regelmatig worden gecontroleerd en op tijd
worden vervangen!
h.
Reserveonderdelen moeten ten minste voldoen aan
de technische eisen zoals die door de producent zijn
vastgelegd! Dit is bijv. het geval bij originele onderdelen!
Bij het uitvoeren van elektrische laswerkzaamheden aan
de tractor en aan aangebouwde werktuigen moeten de
kabels aan de generator en de accu worden losgemaakt!
- 59 -
1700_ NL-Cardanas_BA-ALG
NL
Cardanas
Aanhangsel - B
Aanhangsel - B
B
lokkeerketting
- Beschermbuis van de cardanas borgen tegen meedraaien.
Op een voldoende zwenkbereik van de cardanas letten!
-
De borgingsketting zodanig doorsnijden dat deze zich
niet rond de cardanas kan wikkelen.
Tijdens het werk
Bij het gebruik van de machine mag het toegestane
aftakastoerental niet worden overschreden.
-
Na het uitschakelen van de aftakas kan het gemonteerde
apparaat nalopen. Pas wanneer het volledig stilstaat,
mag eraan worden gewerkt.
-
Bij het uitschakelen van de machine moet de cardanas
volgens de voorschriften worden verwijderd of met
kettingen worden geborgd. De borgingsketting (H) niet
voor het ophangen van de cardanas gebruiken
Groothoekkoppeling:
Maximale verdraaiing tijdens het werk en niet
ingeschakeld 70°.
Normale koppeling:
Maximale hoek bij stilstand 90°.
Maximale hoek bij werking 35°.
GEVAAR
GEVAAR
L
evensgevaar - door versleten afdekkingen
•
Versleten afdekkingen meteen vernieuwen
Cardanas aanpassen
AANWI
JZ
ING
B
eschadigingen - door minderwaardige
reserveonderdelen
•
Gebruik alleen de opgegeven of meegele
-
verde cardanas, anders hebt u geen recht
op garantie bij eventuele schade.
De juiste lengte wordt bepaald door de cardanas-helften
naast elkaar te houden.
Passend maken
-
Voor de lengteaanpassing de cardanas-helften in de
kortste bedrijfspositie (L2) naast elkaar houden en
aftekenen.
L
et op!
•Lengte

(L1)
niet
overschrijden
-
Een zo groot mogelijke buisoverlapping (min. 1/2 X)
nastreven
• Beschermingsbuis
binnen
en
buiten
gelijkmatig
inkorten
• Overbelastingsbescherming
(2)
aan
apparaatzijde
plaatsen!
Voor
elk
gebruik
van
de
cardanas
controleren,
of
de
gaffels goed vergrendeld zijn.
- 60 -
1700_ NL-Cardanas_BA-ALG
NL
Cardanas
Aanhangsel - B
Aanhangsel - B
- Bij het in bedrijf stellen en na alle 8 werkuren de aftakas
doorsmeren met een kwaliteitsvet.
-Gedurende langere rustperiodes cardanas schoonmaken
en
doorsmeren
Tijdens winterwerkzaamheden de beschermbuizen
invetten om te voorkomen dat deze vastvriezen.
8
Informatie in geval van het gebruik van
een nokkenschakelkoppeling
De nokkenschakelkoppeling is een
beveiliging, die het
draaimoment bij
overbelasting tot “nul” reduceert. De
uitgeschakelde koppeling kan weer
ingeschakeld worden
als de
aftakasaandrijving wordt uitgeschakeld.
Het inschakeltoerental van deze
koppeling ligt onder de
200 omw./min.
TIP
Opnieuw inschakelen ook bij afnemend aftakas-toerental
mogelijk.
TIP
De nokkenschakelkoppeling van de
aftakas is geen
“beladingsgraadmeter”. Het is een echte beveiliging, die
Uw machine beschermen moet tegen
beschadigingen.
Door verstandig rijden vermijdt u het overmatig belasten
van de koppeling en beschermt u deze en de machine
tegen onnodige slijtage.
Smeerinterval: 500 uur (speciaal vet)
Belangrijk voor cardanassen met een
platenslipkoppeling
Bij overbelasting en kortdurende koppelpieken wordt
het koppel begrensd en tijdens de slipduur gelijkmatig
overgebracht.
Tijdens het eerste gebruik en na langere tijd buiten gebruik
te zijn, de platenslipkoppeling op goede werking controleren.
a)Maat „L“ aan drukveer bij K90, K90/4 en K94/1 resp.
aan stelschroef bij K92E en K92/4E vaststellen.
b)Schroeven losdraaien, waardoor de frictieplaten
ontlast worden.
Koppeling doordraaien.
c)Schroeven op maat „L“ instellen.
Koppeling is weer gebruiksklaar.
L
L
K92E,K92/4E
K90,K90/4,K94/1
- 61 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
NL
prestaties en levensduur van de machines zijn afhankelijk van een zorgvuldig onderhoud en het gebruik van goede smeermiddelen. Dit schema vergemakkelijkt de goede keuze van de juiste smeer-middelen.
Olie in aandrijvingen volgens de ge-bruiksaanwijzing verwisselen - echter tenminste 1 x jaarlijks.
- Aftapplug er uit nemen, de olie aftappen en milieuvriendelijk verwerken.
Voor het buiten gebruik stellen (win-terperiode) de olie-wissel uitvoeren en alle vetnippel smeerpunten doorsmeren. Blanke metaaldelen (koppelingen enz.) met een product uit groep "Iv" van de navolgende tabel
tegen corrosie beschermen.
Corrosiebescherming: FLUID 466
Smeermiddelen
Uitgave 2013
Smeermiddelen
code
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V
VI
VII
caratteristica richiesta di
qualità
HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
Siehe Anmerkungen
*
**
***
Motorenöl SAE 30 gemäß API
CD/SF
Getriebeöl SAE 90 bzw. SAE 85 W-140 gemäß
API-GL 4 oder API-GL 5
Li-Fett (DIN 51 502,
KP 2K)
Getriebefließfett (DIN 51
502:GOH
Komplexfett (DIN 51 502:
KP 1R)
smeerolie SAE 90 of 85 W-140 volgens
API-GL 5
- 62 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
Firma Company
Société Societá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V
VI
VIII
OPMER
k
INGEN
AGIP
OSO 32/46/68
ARNICA 22/46
MOTOROIL HD 30
SIGMA MULTI 15W-40
SUPER TRACTOROIL UNIVERS. 15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRA MP 80W-90/85W-140
GR MU 2
GR SLL
GR LFO
-
ROTRA MP 80W-90
ROTRA MP 85W-140
*
B i j
gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
**
Hydraulische
oliën H LP-(D) +
HV
***
Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
ARAL
VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46
SUPER KOWAL 30 MULTI TURBORAL
SUPER TRAKTORAL 15W-30
GETRIEBEÖL EP 90 GETRIEBEÖL
HYP 85W-90
ARALUB HL 2
ARALUB FDP 00
ARALUB FK 2
GETRIEBEÖL HYP 90
AVIA
AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46
MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40 TRACTAVIA HF
SUPER 10 W-30
GETRIEBEÖL MZ 90 M MULTIHYP
85W-140
AVIA MEHRZWECKFETT
AVIA ABSCHMIERFETT
A V I A
GETRIEBEFLIESSFETT
A V I A L U B
SPEZIALFETT LD
GETRIEBEÖL HYP 90
EP MULTIHYP 85W-
140 EP
BAYWA
HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER 2000 CD-MC *
HYDRA HYDR. FLUID *
HYDRAULIKÖL MC 530 **
PLANTOHYD 40N ***
SUPER 2000 CD-MC
SUPER 2000 CD
HD SUPERIOR 20 W-30
HD SUPERIOR SAE 30
SUPER 8090 MC
HYPOID 80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETT FLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX
EP 00 PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1
HYPOID 85W-140
BP
ENERGOL SHF 32/46/68
VISCO 2000
ENERGOL HD 30
VANELLUS M 30
GEAR OIL 90 EP
HYPOGEAR 90 EP
ENERGREASE LS-EP 2
FLIESSFETT NO
ENERGREASE HTO
OLEX PR 9142
HYPOGEAR 90 EP
HYPOGEAR 85W-140
EP
CASTROL
HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
AWH 32/46
RX SUPER DIESEL 15W-40 POWERTRANS
EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROLGREASE LM
IMPERVIA MMO
CASTROLGREASE
LMX
EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
ELAN
HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46
MOTORÖL 100 MS SAE 30 MOTORÖL 104
CM 15W-40 AUSTROTRAC 15W-30
GETRIEBEÖL MP 85W-
90 GETRIEBEÖL B 85W-90
GETRIEBEÖL C 85W-90
LORENA 46
LITORA 27
RHENOX 34
-
GETRIEBEÖL B 85W-
90 GETRIEBEÖL C
85W-140
ELF
OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68
PERFORMANCE 2 B SAE 30 8000 TOURS
20W-30 TRACTORELF ST 15W-30
TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF EP 90 85W-140
EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O
MULTIMOTIVE 1
TRANSELF TYP B 90
85W-140 TRANSELF
TYP BLS 80 W-90
ESSO
NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68
PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM 15W-30
GEAROIL GP 80W-90 GEAROIL
GP 85W-140
MULTI PURPOSE
GREASE H
FIBRAX EP 370
NEBULA EP 1
GP GREASE
GEAR OIL GX 80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
EVVA
ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68
SUPER EVVAROL HD/B SAE 30 UNIVERSAL
TRACTOROIL SUPER
HYPOID GA 90
HYPOID GB 90
HOCHDRUCKFETT LT/
SC 280
GETRIEBEFETT MO 370
EVVA CA 300
HYPOID GB 90
FINA
HYDRAN 32/46/68
DELTA PLUS SAE 30
SUPER UNIVERSAL OIL
PONTONIC N 85W-90 PONTONIC
MP 85W-90 85W-140
SUPER UNIVERSAL OIL
MARSON EP L 2
NATRAN 00
MARSON AX 2
PONTONIC MP 85W-
140
FUCHS
TITAN
HYD
1030
AGRIFARM
STOU
MC
10W-30
AGRIFARM
UTTO
MP
PLANTOHYD
40N
***
AGRIFARM
STOU
MC
10W-30
TITAN
UNIVERSAL
HD
AGRIFARM
GEAR
80W90
AGRIAFRM
GEAR
85W-140
AGRIFARM
GEAR
LS
90
AGRIFARM
HITEC
2
AGRIFARM
PROTEC
2
RENOLIT
MP
RENOLIT
FLM
2
PLANTOGEL
2-N
AGRIFARM
FLOWTEC
000
RENOLIT
SO-GFO
35
RENOLIT
DURAPLEX
EP 00
PLANTOGEL
00N
RENOLIT
DURAPLEX EP 1
AGRIFARM
GEAR
8090
AGRIFARM
GEAR
85W-140
AGRIFARM
GEAR
LS90
GENOL
HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC *
HYDRAULIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT 1030 MC
GETRIEBEÖL MP 90
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETT GLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MOBIL
DTE 22/24/25
DTE 13/15
HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPER UNIVERSAL 15W-30
MOBILUBE GX 90
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASE MP
MOBILUX EP 004
MOBILPLEX 47
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-
140
RHG
RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN
B 32 HVI/46HVI
EXTRA HD 30
SUPER HD 20 W-30
MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOID EW 90
MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSOD GFO 35
RENOPLEX EP 1
HYPOID EW 90
- 63 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
Firma Company
Société Societá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V
VI
VIII
OPMER
k
INGEN
SHELL
TELLUS S32/S 46/S68 TELLUS
T 32/T46
AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX 90 EP
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2
SPEZ. GETRIEBEFETT
H SIMMNIA GREASE O
AEROSHELL
GREASE 22
DOLIUM GREASE
R
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85W-140
*
Bij gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
**
Hydraulische oliën
H LP-(D) + HV
***
Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
TOTAL
AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS
ZS 32, 46, 68
RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20
TOTAL EP 85W-90
TOTAL EP B 85W-90
MULTIS EP 2
MULTIS EP 200
MULTIS HT 1
TOTAL EP B 85W-90
VALVOLINE
ULTRAMAX HLP 32/46/68
SUPER TRAC FE 10W-30*
ULTRAMAX HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPER HPO 30
STOU 15W-30
SUPER TRAC FE 10W-30
ALL FLEET PLUS 15W-40
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
TRANS GEAR OIL 80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUB ZSA 000
DURAPLEX EP 1
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
VEEDOL
ANDARIN 32/46/68
HD PLUS SAE 30
MULTIGRADE SAE 80/90
MULTIGEAR B 90
MULTIGEAR C SAE 85W-140
MULTIPURPOSE
-
-
MULTIGEAR B 90
MULTI C SAE 85W-140
WINTERSHALL
WIOLAN HS (HG) 32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2
WIOLUB GFW
WIOLUB AFK 2
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MOTOREX
COREX HLP 32 46 68**
COREX HLPD 32 46 68**
COREX HV 32 46 68**
OEKOSYNT 32 46 68***
EXTRA SAE 30
FARMER TRAC 10W/30
GEAR OIL UNIVERSAL
80W/90
GEAR OIL UNIVERSAL
85W/140
FETT 176 GP
FETT 190 EP
FETT 3000
FETT 174
FETT 189 EP
FETT 190 EP
FETT 3000
GEAR OIL UNIVERSAL
80W/90
GEAR OIL UNIVERSAL
85W/140
0000-NL zusi
N
fo / Ba-e
L
aLL
g.
NL
- Z.64 -
Belangrijke extra-informatie voor uw veiligheid
Zie gebruikershandleiding trekker
Zie prijslijst en/of gebruikershandleiding van de machines
Nameten
Driepuntsmachine of front-/driepuntscombinatie
1. Berekening van het minste frontballastgewicht
G
V min
Breng het berekende minste frontbalastgewicht, dat voor op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
Frontaanbouwmachine
2. Berekening van het minste ballastgewicht in de driepuntshefinrichting G
H min
Breng het berekende minste ballastgewicht, dat achter op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
T
L
[kg]
T
V
[kg]
V [kg]
V
T
H
[kg]
G
H
[kg]
G
V
[kg]
V [kg]
V
leeggewicht van de trekker
belasting van de voor-as bij een lege trekker
belasting van de achteras bij een lege trekker
hartafstand van de assen
totaalgewicht driepuntsmachine/driepuntsballastgewicht
totaalgewicht frontaanbouwmachine/ frontballast
afstand tussen zwaartepunt frontaanbouw
machine/frontballast en het hart van de
voor-as
afstand hart achteras tot hart hefkogel
afstand hart achteras tot hart hefkogel
hartafstand hefkogel en zwaartepunt
driepuntsmachine / driepuntsballast
a
[m]
b
[m]
c
[m]
d
[m]
2
3
1
1
1
1
1
2
2
2
3
3
1
3
2
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig
De combinatie van machines in de front en in de driepuntshefinrichting mag niet leiden tot een overschrijding van de toegestane
totaalgewichten, de toegestane asbelastingen en de maximale bandenbelasting van de trekker. De voor-as van de trekker moet alti
jd
met tenminste 20% van het ledige gewicht van de trekker belast blijven.
Overtuig u er van voor het aankopen van een machine, dat deze voorwaarden aanwezig zijn, door de volgende berekening uit te
voeren of de combinatie van trekker en werktuig(en) te wegen.
Berekening van het totaalgewicht, de asbelastingen en de belasting van de banden, als ook de minste
ballasttoevoeging
Voor de berekening hebt u de volgende gegevens nodig:
0000-NL zusi
N
fo / Ba-e
L
aLL
g.
NL
- Z.65 -
Belangrijke extra-informatie voor uw veiligheid
Minste ballastgewicht
front/driepuntshef
Totaalgewicht
Voor-as belasting
Achteras belasting
Daadwerkelijke waarde
vlg. berekening
Toegestane waarde vlg.
gebruikershandleiding
Dubbele toegestane
bandenbelasting
(twee banden)
(twee banden)
Het minste ballastgewicht moet als aanbouwwerktuig of in de vorm van ballastgewichten op de trekker
worden aangebracht!
De berekende waarden moeten lager / gelijk (≤) zijn aan de toeg
estane waarden!
3. Berekening van de daadwerkelijk voor-as belasting T
V tat
(Als het minste frontballastgewicht (G
V min
) niet wordt bereikt door het gewicht van de machine (G
V
), moet het gewicht in het front worden
V), moet het gewicht in het front worden
V
verhoogd tot de berekende waarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane voor-as belastin
g in de
tabel in.
4. Berekening van het daadwerkelijke totaalgewicht G
tat
(Als het minste ballastgewicht (G
H min
) niet wordt bereikt moet het gewicht van de driepunts-machine (G
H
) worden verhoogd tot minste
ballastgewichtswaarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane totaal-belasting
in de tabel in.
5. Berekening van de daadwerkelijke achteras belasting T
H tat
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane achteras belasti
ng in de
tabel in.
6. Bandenbelasting
Voer de dubbele waarde (twee banden) van de toegestane bandenbelasting (zie bijv. gegevens van de bandenleverancier in de tabel
in).
Tabel
Firmanaam en adres van de producent:
P
Ö
TTINGER Landtechnik GmbH
Industriegel
ä
nde 1
AT - 4710 Grieskirchen
Machine (vervangbare uitrusting)
:
Zwadhark
Type
Serienummer
De producent verklaart uitdrukkelijk dat de machine
overeenkomt met alle desbetreffende
bepalingen van de volgende EG-richtlijn:
Machines 2006/42/EG
Bovendien wordt de overeenstemming met de volgende
andere EG-richtlijnen en/of
desbetreffende bepalingen verklaard
Vindplaats van de toegepaste geharmoniseerde normen
:
EN ISO 12100
EN ISO 4254-1
EN ISO 4254-10
Vindplaats van de toegepaste overige technische nor
men en/of specificaties:
Vindplaats van de toegepaste overige technische normen en/of specificaties:Vindplaats van de toegepaste overige technische nor
Documentatiegemachtigde:
Gerhard Kleesadl
Industriegel
ä
nde 1
A-4710 Grieskirchen
EG-conformiteitsverklaring
Originele conformiteitsverklaring
Markus Baldinger,
Bedrijfsleiding F&E
Grieskirchen,
08.01.2020
J
ö
rg Lechner,
Bedrijfsleiding Productie
De producent verklaart uitdrukkelijk dat de machine
TOP 722
TOP 812
2862
2863
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
GmbH ständig an der Verbesserung ihrer
Produkte.
Änderungen gegenüber den Abbildungen und
Beschreibungen dieser Betriebsanleitung müssen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Änderungen
an bereits ausgelieferten Maschinen kann daraus nicht
abgeleitet werden.
Technische Angaben, Maße und Gewichte sind
unverbindlich. Irrtümer vorbehalten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch auszugsweise,
nur mit schriftlicher Genehmigung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Urheberrecht
vorbehalten.
La société PÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
descrizioni di queste istruzioni per l’uso. Allo stesso
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
d’autore.
EN
EN
IT
PT
PT
NL
NL
DE
DE
ES
ES
FR
FR
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Deutschland Süd
Justus-von-Liebig-Str. 6
D-86899 Landsberg am Lech
Telefon:
+49 8191 9299-0
e-Mail:
landsberg@poettinger.at
landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
L
andtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Telefon:
+43 7248 600-0
Telefax:
+43 7248 600-2513
e-Mail:
info@poettinger.at
info@poettinger.at
Internet:
http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Deutschland Nord
Steinbecker Str. 15
D-49509 Recke
Telefon:
+49 5453 911 4-0
e-Mail:
recke@poettinger.at
recke@poettinger.at
Pöttinger
F
rance S.A.R.
L
.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.:
+33 (0) 3 89 47 28 30
e-Mail:
france@poettinger.at
france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Pottinger TOP 812 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor