64
Wanneer u op de toets O drukt, wordt LED L uit-
geschakeld en toont het display Q“1”; De LED’s C en
M gaan branden en het apparaat is klaar voor streeplassen.
Wanneer de toets O nogmaals wordt ingedrukt, toont
het display Q“2”; LED M wordt uitgeschakeld en LED
C blijft branden, om aan te geven dat het apparaat klaar
is voor puntlassen.
• 2 – 4 (handmatig-automatisch)
Het display Q toont het nummer 2 = 2-takt = handmatig
lassen. Als de toets O wordt ingedrukt, toont het display
Q het nummer 4 = 4-takt = Automatisch.
• (HSA) Automatische “Hot Start”
Alleen actief in programma’s voor pulserend syner-
gisch lassen
Opgelet: Als de functie HSA wordt geactiveerd,
wordt de functie 3L automatisch uitgesloten.
Display Q toont de melding OF =OFF = Uit
Wanneer u op de toets O drukt, toont het display Q de
melding On = Actief.
Als deze functie is geactiveerd, verschijnen achtereen-
volgens de volgende meldingen wanneer u de toorts-
schakelaar indrukt.
- SC (startstroom)
Instelbereik 1-20 (10-200%) van de draadsnelheid in
verhouding tot de lasstroom die is ingesteld met
knop B in de lasprogramma’s. Fabrieksinstelling 13
(130%). Gewijzigd met de toetsen O en R.
- Len (duur)
Dit is de duur, uitgedrukt in seconden, van de voor-
dien getoonde startstroom.
Instelbereik 0,1-10 sec., fabrieksinstelling 0,7.
Gewijzigd met de toetsen O en R.
- Slo (oploop)
Instelbereik 0,1-10 sec., fabrieksinstelling 0,5.
Gewijzigd met de toetsen O en R.
Bepaalt de tussentijd tussen de eerste stroom (SC)
en de lasstroom die is ingesteld met de knop B in
de lasprogramma’s.
In de praktijk werkt het zo:
Het lassen vindt plaats in de handmatige modus (2-takt).
De gebruiker begint te lassen met de stroom die
overeenkomt met een percentage dat hoger of lager
is dan de draadsnelheid, ingesteld in SC (in dit speci-
fieke geval, 30% hoger). Deze stroom heeft een duur,
in seconden, die overeenkomt met de tijd die is inge-
steld in Len (in dit specifieke geval, 0,7 sec); daarna
zakt de stroom tot de stroom die is ingesteld met de
knop B (lassen) binnen de tijd die is ingesteld met Slo
(in dit specifieke geval, 0,5 sec). Wij raden deze fun-
ctie aan voor het puntlassen van aluminiumplaat.
Als deze functie niet geactiveerd is, kunt u dit doen door
de toortsschakelaar in te drukken:
• 3L (drie niveaus)
Actief in pulserende synergische curves
Opgelet: Als de functie 3L wordt geactiveerd, wordt
de functie HSA automatisch uitgesloten.
Display Q toont de melding OF =OFF = Uit
Wanneer u op de toets O drukt, toont het display Q de
melding On = Actief.
Als deze functie is geactiveerd, verschijnen achtereen-
volgens de volgende meldingen wanneer u de toorts-
schakelaar indrukt.
- SC (startstroom)
Instelbereik 1-20 (10-200%) van de draadsnelheid in
verhouding tot de lasstroom die is ingesteld met
knop B in de lasprogramma’s. Fabrieksinstelling 13
(130%). Gewijzigd met de toetsen O en R.
- Slo (oploop)
Instelbereik 0,1-10 sec., fabrieksinstelling 0,5.
Gewijzigd met de toetsen O en R.
Bepaalt de tussentijd tussen de eerste stroom (SC)
en de lasstroom die is ingesteld met de knop B in
de lasprogramma’s, en tussen de lasstroom en de
derde “kratervulstroom” CrC.
- CrC “Kratervulstroom”
Instelbereik 1-20 (10-200%) van de draadsnelheid in
verhouding tot de lasstroom die is ingesteld met
knop B in de lasprogramma’s. Fabrieksinstelling 6
(60%). Gewijzigd met de toetsen O en R.
In de praktijk werkt het zo:
Het lassen vindt plaats in de automatische modus; de
uitvoertijden worden dus bepaald door de gebruiker.
Vooral aanbevolen voor het MIG-lassen van aluminium.
Er zijn drie stroomniveaus beschikbaar. Deze kunnen
tijdens het lassen worden opgeroepen met de
toortsschakelaar.
Het lassen begint wanneer de toortsschakelaar
wordt ingedrukt. De gebruikte lasstroom is de
stroom die is ingesteld met de functie SC (in dit spe-
cifieke geval 13 =130%). Deze stroom blijft behou-
den zolang de toortsschakelaar wordt ingedrukt;
wanneer de schakelaar wordt losgelaten, verandert
de eerste stroom in de lasstroom, ingesteld met de
knop B, binnen de tijd die is ingesteld met de func-
tie Slo (in dit specifieke geval, 0,5 sec.); deze stroom
blijft behouden totdat de toortsschakelaar opnieuw
wordt ingedrukt. Wanneer de toortsschakelaar de
volgende keer wordt ingedrukt, verandert de las-
stroom in de derde stroom of “kratervulstroom”,
ingesteld met de functie CrC (in dit specifieke geval,
6 = 60%), binnen de tijd die is ingesteld met de fun-
ctie Slo (in dit specifieke geval, 0,5 sec); deze
stroom blijft behouden zolang de toortsschakelaar
ingedrukt blijft. Het lassen stopt wanneer de toorts-
schakelaar wordt losgelaten.
Als deze functie niet geactiveerd is, activeert u de vol-
gende functie door de toortsschakelaar in te drukken.
• PrF (gasvoorstroomtijd)
Actief in alle lasprogramma’s
Instelbereik 0,0 – 9,9 sec. Instelling 0,1 sec. Gewijzigd
met de toetsen O en R.
• PoF (gasnastroomtijd)
Actief in alle lasprogramma’s
Instelbereik 0,1 – 9,9 sec. Instelling 3,0 sec. Gewijzigd
met de toetsen O en R.
• Acc (“Soft Start”)
Alleen actief in programma’s voor pulserend syner-
gisch lassen
Instelbereik Automatisch - 1-100%
Dit is de draadsnelheid, uitgedrukt als een percentage
van de ingestelde lassnelheid, voordat de draad het
werkstuk raakt.
Opmerking: Deze afstelling is belangrijk met het oog op