Documenttranscriptie

Thermostat NL Gebruikershandleiding ................... 2-12 FR Manuel d’Installation ..................... 13-23 NL Installatierichtlijnen INSTALLATIERICHTLIJNEN Beschrijving De kamerthermostaat communiceert met de ontvangermodule via een radiofrequentie (RF) van 868MHz. De RF-verbinding tussen de afzonderlijke kamerthermostaat en ontvangermodule in de door geleverde systeemverpakkingen is vooraf in de fabriek ingesteld. Deze componenten worden dan ook bij voorkeur op dezelfde locatie geïnstalleerd. Dat maakt de installatie snel en gemakkelijk. Indien producten uit systeemverpakkingen afzonderlijk worden gebruikt of in combinatie met andere vooraf ingestelde systeemverpakkingen, vindt u in hoofdstuk 4. Verbindingsprocedure hoe u de desbetreffende componenten met elkaar kan laten communiceren. Inhoudsopgave 1. Installatieinformatie ...........................................................................................................................3 2. Het Kamerthermostaat installeren....................................................................................................4 2.1 De ontvangermodule installeren ....................................................................................................4 2.2 De kamerthermostaat installeren ...................................................................................................5 2.2.1 Stroom inschakelen ................................................................................................................5 2.2.2 RF-communicatietest..............................................................................................................5 2.2.3 Plaatsing van de kamerthermostaat.......................................................................................6 2.3 Communicatieverlies .....................................................................................................................7 3. Installatiemenu ...................................................................................................................................7 3.1 Het installatiemenu oproepen ........................................................................................................7 3.2 Instellen in veilige stand ................................................................................................................7 3.3 Specifieke toepassingen ...............................................................................................................8 3.3 De kamerthermostaat gebruiken voor specifieke toepassingen ...................................................8 3.4 Complete parametertabel voor installateurs..................................................................................9 3.4.1 Reeks 1: instellingen kamerthermostaat ................................................................................9 3.4.2 Reeks 2: systeeminstellingen ...............................................................................................10 4. Verbindingsprocedure ..................................................................................................................... 11 5. Probleemoplossing ..........................................................................................................................12 5.1 Probleemoplossingsgids .............................................................................................................12 5.2 Diagnostisch menu ......................................................................................................................12 2 NL INSTALLATIERICHTLIJNEN 1. Installatie-informatie Aangezien deze producten communiceren via RF-technologie dient de installatie zorgvuldig te worden uitgevoerd. De plaats van de RF-componenten en de structuur van het gebouw kunnen de prestaties van het RF-systeem beïnvloeden. Om de betrouwbaarheid van het systeem te kunnen waarborgen, dient u onderstaande informatie zorgvuldig door te lezen en toe te passen. In een standaardgebouw kunnen de twee producten op betrouwbare wijze communiceren binnen een bereik van 30 m. Het is belangrijk eraan te denken dat het RF-signaal zal worden beperkt door muren en plafonds. De sterkte van het RF-signaal dat de ontvangermodule bereikt, is afhankelijk van het aantal muren en plafonds dat de ontvangermodule scheidt van de kamerthermostaat en van de structuur van het gebouw. In onderstaande figuur ziet u een voorbeeld van de normale afname van de signaalsterkte, Hou er rekening mee dat door met staal verstevigde muren en plafonds of gyprocwanden met metaalfolie het RF-signaal sterker kan afnemen. Wanneer een plaats is gekozen voor de kamerthermostaat, kan deze worden getest met de RF-communicatietest, zoals beschreven in hoofdstuk 2.2.3 Plaatsing van de kamerthermostaat. Als de plaats niet geschikt is, zal de ontvangermodule niet reageren en moet er een andere plaats worden gezocht. = Signaalsterkte Muur Muur Muur Plafond Longueur maxi du signal 30 mètres Voorbeeld van het signaalverloop door gebouwstructuur 3 NL INSTALLATIERICHTLIJNEN 2. Het Kamerthermostaat installeren Volg onderstaande afbeeldingen en informatie in de aangegeven volgorde om de ontvangermodule en kamerthermostaat correct te installeren. Raadpleeg hoofdstuk 4) Installatiemenu voor andere toepassingen dan gasketels, het inschakelen van bijzondere functies en om te zien welke andere systeemopties beschikbaar zijn. 2.1 De ontvangermodule installeren 1 2 Opm: de ontvangermodule bevat geen door de gebruiker te onderhouden onderdelen en mag uitsluitend geopend en geïnstalleerd worden door een erkende installateur. WAARSCHUWING: toestel gevoelig voor elektrostaticiteit! Raak de printplaat niet aan. 3 4 ontvangermodule OpenThermtoestellen OpenTherm® - communication Het Kamerthermostaat kan op andere OpenThermtoestellen worden aangesloten. Voor de juiste aansluiting van de bedrading verwijzen wij u naar de installatiehandleiding van het OpenTherm-toestel. Opm: alle bedrading moet voldoen aan de IEE-bedradingsvoorschriften. LET OP: hanteer de grenswaarden voor omgevingstemperatuur en netvoeding (zie bedradingslabel van de ontvangermodule). 4 max. 30m. 2 x 0.5mm2 ; 2 x 0.8mm2 NL INSTALLATIERICHTLIJNEN 2.2 De kamerthermostaat installeren 2.2.1 Stroom inschakelen De batterijen plaatsen: a. Til het klepje aan de voorkant van de kamerthermostaat op, zodat het batterijdeksel en de bedieningstoetsen zichtbaar worden. b. Verwijder het batterijdeksel door het in te drukken en weg te schuiven. c. Plaats de 2 bij de kamerthermostaat geleverde AA LR6 alkalinebatterijen in het batterijvak en let daarbij op de juiste polariteit. d. Na enige seconden verschijnt er informatie op het scherm van de kamerthermostaat, die nu klaar is voor gebruik. e. Breng het batterijdeksel weer voorop de kamerthermostaat aan door het stevig op zijn plaats te schuiven. Pour programmer le date et l’heure: a. Druk op de toets om de datum te kunnen instellen. Als u de datum voor de eerste keer instelt nadat de batterijen zijn geplaatst, wordt het volgende op het scherm weergegeven: Druk op de of toets om de huidige dag van de maand in te stellen (bijvoorbeeld d 01 = 1e dag van de maand) en druk vervolgens op de groene toets om uw keuze te bevestigen. of toets om de huidige maand van het jaar b. Druk op de in te stellen (bijvoorbeeld m 01 = januari) en druk vervolgens op de groene toets om uw keuze te bevestigen. of toets om het huidige jaar in te c. Druk op de stellen (bijvoorbeeld yr 15 = 2015) en druk vervolgens op de groene toets om uw keuze te bevestigen. De datum wordt nu opgeslagen en de dagweergave wordt onder de huidige dag van de week weergegeven (bijvoorbeeld 1 = maandag, 2 = dinsdag, enz.) d. Gebruik de of toets om de juiste tijd in te stellen en druk vervolgens ter bevestiging op de groene toets. Telkens wanneer u op een van de toetsen drukt, verspringt de tijd met één minuut. Wanneer u de toets langer ingedrukt houdt, verandert de tijd eerst langzaam en daarna steeds sneller. AM Opmerking: Als u per ongeluk deze modus hebt geactiveerd, kunt u terugkeren naar normale weergave door op de , of toets te drukken om de modus te verlaten. 2.2.2 RF-verbindingstest De RF-verbinding kan worden getest door de kamerthermostaat 2 à 3 meter van de toets en hou dan de en geïnstalleerde ontvangermodule te houden. Druk op de toetsen tegelijk met de toets 3 seconden ingedrukt. Op het toestel verschijnt tESt en worden er testsignalen naar de ontvangermodule gestuurd, waardoor de groene LED om de 5 seconden knippert (relais blijft uit) voor maximaal 10 minuten. Als de groene LED om de 5 seconden knippert, kunt u verder met de volgende stap. Omp: als de groene LED niet regelmatig knippert, de rode LED knippert of als u een ontvangermodule of kamerthermostaat vervangt, volg dan de procedure beschreven in hoofdstuk 4. Verbindingsprocedure. 5 NL INSTALLATIERICHTLIJNEN 2.2.3 Plaatsing van de kamerthermostaat Plaats de kamerthermostaat terwijl deze in TEST-mode staat. Hou daarbij rekening met de volgende punten en raadpleeg afbeeldingen hieronder: 1. Zoek een geschikte plaats waar de communicatie betrouwbaar is. De communicatie is betrouwbaar, als de groene LED van de ontvangermodule om de 5 seconden knippert. Opm: de relais van de ontvangermodule blijft uit. 2. Installeer de kamerthermostaat OF aan de muur met de muurplaat OF op de optionele tafelstand, zoals getoond in afbeelding hieronder. 3. Verlaat de TEST-stand door op de toets voor de gewenste bedieningswijze of Muurplaat te drukken. Tafelstand • De kamerthermostaat moet op een open plek worden geïnstalleerd voor het beste resultaat, omdat het een radiofrequent toestel is. • Bewaar ten minste 30 cm afstand van metalen objecten, waaronder elektriciteistkasten, en ten minste 1 meter van andere elektrische apparatuur, zoals radio, tv, pc,luidsprekers enz. • Niet op metalen elektriciteitskasten aanbrengen. • Het is aanbevolen om eerst de ontvangermodule volledig te installeren 2.3 Communicatieverlies In het geval van RF-communicatieverlies geeft de LED op de RF Receiver aan welk type fout zich heeft voorgedaan. • Als er een communicatiefout tussen de RF Receiver en de Room Unit optreedt, knippert de LED op de RF Receiver elke drie seconden gedurende 0,1 seconde rood • Als er een communicatiestoring optreedt tussen de boiler of de System Controller knippert de LED op de RF Receiver 3 keer snel en is daarna drie seconden uit, • Indien er meer dan een Room Unit is geïnstalleerd, zoals bijvoorbeeld bij multi-zonesystemen het geval is, en de communicatie met een zone gaat verloren, dan zal de rode LED op de RF Receiver twee keer snel knipperen en daarna twee seconden uit zijn. • Indien er meer dan een Room Unit is geïnstalleerd, zoals bijvoorbeeld bij multi-zonesystemen het geval is, en de communicatie met beide zones gaat verloren, dan zal de rode LED op de RF Receiver één keer gedurende 0,1 seconde AAN knipperen en 0,9 seconde UIT. Als het defecte apparaat is geïdentificeerd, vervang deze dan en volg de verbindingsprocedure die wordt beschreven in paragraaf 4. Verbindingsprocedure. 6 NL INSTALLATIERICHTLIJNEN 3. Installatiemenu Via het installatiemenu kunnen de systeeminstellingen worden aangepast voor bepaalde toepassingen, om de bijzondere functies van de kamerthermostaat anders te gebruiken of om de fabrieksinstellingen te wijzigen. De parameters zijn verdeeld in twee reeksen: - Parameters uit reeks 1: instelling kamerthermostaat - Parameters uit reeks 2: instelling systeem Hoofdstuk 3.4 Volledig installatiemenu voor de installateur bevat een volledig overzicht van alle parameters. 3.1 Het installatiemenu oproepen 1 2 1 2 3 4 5 6 7 MANAUTO 2 1..6 2 Druk op de 1 Op het scherm verschijnt de eerste parameter voor installateurs uit categorie 1 (van parameters 1 t/m 19) toets. Houd de toets en de twee PROGRAM et toetsen tegelijk ingedrukt. 3 4 Druk op de groene toets om de wijziging te bevestigen. De informatie knippert niet meer. Druk op de of -toets om de fabrieksinstelling te wijzigen. De informatie op het scherm knippert om aan te geven dat er iets gewijzigd is. 5 6 Druk op de toets om naar de volgende parameter te gaan. toets om naar Druk op de PROGRAM categorie 2 ( ) te gaan (parameters 4 t/m 14). 7 of -toets om Druk op de het menu weer te verlaten. 3.2 Instellen in veilige stand In de veilige stand wordt de systeemstatus bepaald wanneer de RF-verbinding uitvalt (bijv. wanneer de kamereenheid niet meer communiceert doordat de batterijen leeg zijn). Als het systeem een direct systeem is (radiator), zal als gevolg van de fabrieksinstelling het systeem terugkeren naar een ingesteld punt van 10°C ter bescherming tegen vorst. Indien indirecte lussen worden toegevoegd, zal het systeem blijven werken op de laatst gecommuniceerde temperatuur. 7 NL INSTALLATIERICHTLIJNEN 3.3 De bijzondere functies van de kamerthermostaat gebruiken Bijzondere functie Automatische zomer-/wintertijdaanpassing Omschrijving Ingeschakeld/Uitgeschakeld Met deze functie wordt de tijd automatisch aangepast op de laatste zondag van maart en de laatste zondag van oktober. Deze functie is vanuit de fabriek ingeschakeld. De 3:tC-parameter (reeks 1) op 1 stellen. Temperatuurcompensatie Wanneer de thermostaat zich op een bijzonder warme/koude plaats bevindt en niet verplaatst kan worden door de bedrading, dan kan de gemeten/weergegeven temperatuur met +/- 3°C aangepast worden. Dit is handig als de gebruiker wil dat de afgelezen temperatuur overeenkomt met de temperatuurweergave van een ander apparaat. De standaard maximumgrens van 35°C kan verlaagd worden tot 21°C om energie te besparen. De standaard minimumgrens van 5°C kan verhoogd worden tot 21°C om de bewoners te beschermen tegen de kou. De 12:tO-parameter (reeks 1) op de gewenste compensatiewaarde stellen. Maximum-/mininimumgrens temperatuur 8 De 6:uL-parameter (reeks 1) op de gewenste maximumgrens stellen. De 7:LL-parameter (reeks 1) op de gewenste minimumgrens stellen. NL INSTALLATIERICHTLIJNEN 3.4 Complete parametertabel voor installateurs 3.4.1 Reeks 1: instellingen kamerthermostaat Parameter Parameternr. Fabrieksinstelling Optionele instellingen Parameters reeks 1: instellingen kamerthermostaat Weergave Omschrijving Weergave Omschrijving AM-PM / 24-uursklok 1:CL 24 Weergave volgens 24-uursklok 12 Weergave volgens 12-uursklok (AM/PM) Tijd/temp.progr. resetten 2:rP 1 Tijd/temperatuurprogramma volgens fabrieksinstellingen 0 Tijd/temperatuur zoals geprogrammeerd In 1 veranderen om terug te schakelen naar de fabrieksinstellingen Wordt een 0, wanneer er wijzigingen aangebracht zijn in het tijd/ temperatuurprogramma Automatische zomer-/ wintertijdaanpassing 3:tC 1 Automatische zomer/ wintertijdaanpassing ingeschakeld 0 Automatische zomer-/ wintertijdaanpassing uitgeschakeld Achtergrondverlichting LCD 5:bL 1 Achtergrondverlichting ingeschakeld 0 Achtergrondverlichting uitgeschakeld Maximumtemperatuur 6:uL 35 Max. temperatuur 35°C Minimumtemperatuur 7:LL 5 Min. temperatuur 5°C Optimalisatie 8:OP 0 Optimalisatie uitgeschakeld Temperatuurcompensatie 12:tO 0 Evenredige bandbreedte 13:Pb 1,5 Parameters terugzetten naar fabrieksinstellingen 19:FS 1 21 tot 34 Aanpassing van 21°C tot 34°C in stappen van 1°C 5 tot 21 Aanpassing van 6°C tot 21°C in stappen van 1°C 1 Optimalisatie ingeschakeld Geen temperatuurcompensatie -3 tot +3 Aanpassing van -3°C tot +3°C in stappen van 0.1°C Evenredige bandbreedte van 1,5°C 1,6 tot 3,0 Aanpassing van 1,6°C tot 3,0°C in stappen van 0,1°C Alle instellingen gelijk aan fabrieksinstellingen Wordt een 0, wanneer een van de parameters gewijzigd is 0 Instellingen zoals hiervoor aangepast In 1 veranderen om terug te schakelen naar de fabrieksinstellingen Opmerking Denk eraan altijd de groene toets in te drukken om te bevestigen dat u de nieuwe instellingen wilt opslaan. Druk op de toets of toets om het installatiemenu te verlaten. 9 NL INSTALLATIERICHTLIJNEN 3.4.2 Reeks 2 - Systeeminstellingen Parameter Parameternr. Fabrieksinstelling Parameters reeks 2: fabrieksinstellingen (druk op Weergave Optionele instellingen om toegang te krijgen tot deze categorie) Omschrijving Gebruik kamertemperatuursensor 8:Su 0 HC60aansturing Maximum vertrektemperatuur 11:uF 55 Minimum vertrektemperatuur 12:LF Looptijd motor Nadraaitijd pomp Weergave Omschrijving 1 1: HR80/HM80-aansturing met eigen sensor/ sensor op afstand (geen temperatuurweergave) Maximum vertrektemperatuur 55°C 0 tot 99 Aanpassing van 0°C tot 99°C in stappen van 1°C 15 Minimum vertrektemperatuur 15°C 0 tot 50 Aanpassing van 0°C tot 50°C in stappen van 1°C 13:Ar 150 150 seconden 0 tot 240 Aanpassing van 0 tot 240 sec. in stappen van 1 sec. 14:Pr 15 15 minuten 0 tot 99 Aanpassing van 0 tot 99 min. in stappen van 1 min. Opmerking Denk eraan altijd de groene toets in te drukken om te bevestigen dat u de nieuwe toets of toets om het installatiemenu te verlaten. instellingen wilt opslaan. Druk op de 10 INSTALLATIERICHTLIJNEN NL 4. Verbindingsprocedure Onderstaande verbindingsprocedure is nodig indien: • een van de systeemcomponenten (kamerthermostaat of ontvangermodule) wordt vervangen; • de ontvangermodule over verkeerde of geen verbindingsinformatie beschikt (bijv. vooraf ingestelde componenten van systeemverpakkingen zijn gescheiden). Opm: bewaar tijdens de verbindingsprocedure circa 1 m afstand tussen de kamerthermostaat en de ontvangermodule. Verbinden/opnieuw verbinden: 1. Houd de knop op de ontvangermodule 15 seconden ingedrukt. LED knippert 0,1 sec rood AAN, en 0,9 sec UIT 2. Houd de knop op de ontvangermodule 5 seconden ingedrukt. LED knippert 0,5 sec rood AAN, en 0,5 sec UIT. 3. Druk op de knop op de Room Unit 4. Houd de knoppen en 2 seconden ingedrukt. Op het scherm verschijnt “InSt CO”. De pictogrammen voor de boiler en het RF-signaal worden weergegeven. 5. Druk op de groene -knop. 6. Als de rode LED op de ontvangermodule uitgaat, zijn de apparaten met elkaar verbonden. 7. Als een verbinding niet tot stand komt, blijft de LED aan. Verplaats in dit geval de Room Unit en herhaal de procedure vanaf het begin 8. De LED op de ontvangermodule knippert elke 10 seconden groen om aan te geven dat het apparaat in gebruik is. 9. Ga nu naar paragraaf 2. Het Kamerthermostaat installeren om het systeem te installeren. 11 NL INSTALLATIERICHTLIJNEN 5. Probleemoplossing 5.1 Probleemoplossingsgids Probleem (foutmelding) Mogelijke oorzaak Oplossing De ontvangermodule reageert niet op temperatuurswijzigingen op de kamerthermostaat. Er is geen verbinding tussen de kamerthermostaat en ontvangermodule. Hou de resetknop 15 seconden ingedrukt om de ontvangermodule te resetten. Volg dan de verbindingsprocedure, zoals beschreven in hoofdstuk 4. Verbindingsprocedure. Na de verbindingsprocedure brandt de rode LED en de groene LED knippert elke 3 sec. op de ontvangermodule. Onjuiste of onvolledige verbindingsprocedure. Herhaal de verbindingsprocedure. Onjuiste plaatsing van de kamerthermostaat tijdens verbinding. Herhaal de verbindingsprocedure en bewaar circa 1 m afstand tussen de kamerthermostaat en de ontvangermodule. De rode LED op de ontvangermodule brandt (Communicatieverlies). De ontvangermodule ontvangt geen RF-berichten van de kamerthermostaat: het RF-signaal wordt verhinderd door verkeerde plaatsing van de kamerthermostaat. Verplaats de kamerthermostaat zoals beschreven in hoofdstuk 2) Het thermostaat RF-systeem installeren. De batterijen van de kamerthermostaat zijn leeg. Vervang de batterijen in de kamerthermostaat. 5.2 Diagnostisch menu De thermostaat beschikt over een menu dat de gebruiker kan raadplegen om de benodigde informatie te verschaffen aan een monteur op afstand, indien het systeem defect raakt, en om te controleren of de ketel werkt. Druk op de toets om dit menu op te roepen en hou de toets 5 seconden ingedrukt. De kamerthermostaat toont de gebruikersinstellingen. Hou nu tegelijk de et toets ingedrukt. De kamerthermostaat blijft 5 minuten in deze stand staan en op het scherm kan de volgende informatie opgevraagd worden met behulp van de of -toets: : modelnummer, datumcode (WW/JJ) & controlesom. Hierbij verklaart ACV dat deze kamerthermostaat en ontvangermodule voldoen aan de essentiële vereisten en andere van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC, 2006/95/EC en 2004/108/EC. 12 FR Manuel d’Installation et de Fonctionnement MANUEL D’INSTALLATION ET DE FUNCTIONNEMENT Description La Télécommande communique avec Antenne de réception RF sur une bande de fréquence de 868MHz. La Télécommande et l’Antenne de réception RF sont livrées préconfigurées en quittant l’usine et, par conséquent IL EST NECESSAIRE d’installer ces éléments sur un même site. De ce fait, l’installation est à la fois rapide et simple. Si des kits sont séparés ou mélangés à d’autres ensembles préconfigurés, veuillez consulter la section 4. Procédure de Reconnaissance. Table des matières 1. Installation radiofréquence .............................................................................................................14 2. Installation du Télécommande ........................................................................................................15 2.1 Installation de l’Antenne de réception RF ....................................................................................15 2.2 Installation de la Télécommande .................................................................................................16 2.2.1 Première utilisation de la Télécommande .............................................................................16 2.2.2 Vérification des communications RF ....................................................................................16 2.2.3 Sélection de l’emplacement de la Télécommande ..............................................................17 2.3 Perte de communication ..............................................................................................................17 3. Mode Installateur..............................................................................................................................18 3.1 Accèder au mode Installateur .....................................................................................................18 3.2 Mode de sécurité de l’Antenne de réception RF .........................................................................18 3.3 Utilisation de la Télécommande dans des applications spécifiques ...........................................19 3.3 Description de fonctions spécifiques de la Télécommande ........................................................19 3.4 Liste des paramètres du mode Installateur .................................................................................20 3.4.1 Catégorie 1 - Paramètrage de la Télécommande ................................................................20 3.4.2 Catégorie 2 - Paramètrage du système ...............................................................................21 4. Procédure de Reconnaissance .......................................................................................................22 5. Recherche des causes de pannes ..................................................................................................23 5.1 Guide de recherche des causes de pannes ...............................................................................23 5.2 Mode de diagnostic .....................................................................................................................23 13 FR MANUEL D’INSTALLATION ET DE FUNCTIONNEMENT 1. Installation radiofréquence Ces modules font appel à la technologie RF, de ce fait il faut être attentif à leur emplacement dans l’habitation. L’emplacement des composants RF ainsi que la structure du bâtiment peuvent influer sur les performances du système RF. Pour garantir la fiabilité du système, veuillez passer en revue les informations suivantes et les appliquer. A l’intérieur d’un bâtiment résidentiel, deux modules peuvent communiquer de façon fiable dans un rayon de 30 m. Il est important de savoir que les murs et plafonds vont réduire la puissance du signal RF – le schéma suivant illustre un exemple de réduction typique de la puissance d’un signal. Les murs et plafonds qui sont renforcés par du placoplâtre doublé d’un feuillard métallique vont réduire dans des proportions sensiblement plus élevées la force de ce signal. Dès que vous avez choisi un emplacement pour la Télécommande, vous pouvez le vérifier en utilisant le mode Test de communication RF que décrit la section 2.2.3 Emplacement de la Télécommande. Si cet emplacement ne convient pas, le Antenne de réception RF ne va pas réagir et il faudra alors choisir une autre position. = Puissance du signal Mur Mur Mur Plafond Longueur maxi du signal 30 mètres Exemple typique de transmissions de signal du fait de la structure du bâtiment 14 MANUEL D’INSTALLATION ET DE FUNCTIONNEMENT FR 2. Installation du Télécommande Veuillez suivre les illustrations et informations qui figurent ci-après, dans l’ordre indiqué, pour installer correctement l’Antenne de réception RF et la Télécommande. Pour activer les paramètres de la Télécommande, veuillez vous reporter à la section 3. Mode Installateur. 2.1 Installation du boîtier Antenne de réception RF 1 2 Remarque : Ce Antenne de réception RF ne contient pas de pièces qui peuvent être réparées ou remplacées. Son ouverture et son installation doivent être confiées à un installateur qualifié. AVERTISSEMENT : Appareil sensible à l’électricité statique ! Ne touchez pas la carte électronique. 3 max. 30m. 2 x 0.5mm2 ; 2 x 0.8mm2 4 Antenne de réception RF OpenTherm® - communication La Télécommande peut être connecté là d’autres modules utilisant la communication OpenTherm. Dans le cas de raccordement avec un autre appareil, veuillez vous reporter à la notice de celui-ci pour le raccordement électrique. Remarque : Tous les câblages doivent être conformes aux réglementations de l’IEE. PRECAUTION : Respectez les limites de température ambiante et de courant (consultez l’étiquette de câblage fixée au Antenne de réception RF) 15 FR MANUEL D’INSTALLATION ET DE FUNCTIONNEMENT 2.2 Installation de la Télécommande 2.2.1 Première utilisation de la Télécommande Installation des piles : a. Soulevez le couvercle avant de la Télécommande pour faire apparaître le compartiment des piles et les commandes de la Télécommande. b. Retirez le couvercle du compartiment des piles en appuyant dessus et en le faisant coulisser vers le bas. c. Introduisez les 2 piles alcalines AA LR6 livrées avec votre Télécommande ; vérifiez qu’elles sont bien orientées. d. Après une courte pause, votre Télécommande affiche des informations à l’écran et est prêt à l’emploi. e. Remettez en place le couvercle des piles en le faisant glisser fermement vers l’avant. Pour programmer le date et l’heure : a. Pressez la touche pour démarrer le réglage de la date. Lorsque vous réglez la date pour la première fois après avoir inséré les piles, l’écran affichera : Pressez les touches ou pour régler le jour du mois (ex : d 01 = de confirmation. 1er jour du mois), puis pressez la touche verte ou pour régler le mois de l’année (ex : b. Pressez les touches de confirmation. m 01 = janvier), puis pressez la touche verte c. Pressez les touches ou pour régler l’année (ex : yr 15 = 2015), puis pressez la touche verte de confirmation. La date est maintenant enregistrée, et l’indicateur du jour est positionné sous le numéro du jour actuel (ex 1 = Lundi, 2 = Mardi, etc.) ou pour programmer l’heure actuelle, puis d. Utilisez la touche pressez la touche verte de confirmation. Chaque pression sur cette touche modifie l’heure d’une minute et si vous maintenez la pression, l’heure change tout d’abord lentement puis de plus en plus vite. AM Note: si vous êtes entrés dans ce mode accidentellement, pressez alors les touches , ou pour en sortir. 2.2.2 Vérification des communications RF Pour vérifier les communications RF, maintenez la Télécommande 2 à 3 mètres de Antenne de réception RF. Appuyez sur la touche puis appuyez simultanément sur les touches et pendant 3 secondes. L’appareil affiche le message ‘tESt’ et envoie des signaux et la touche de test au Antenne de réception RF. Lorsque les signaux sont reçus par l’antenne réceptrice, le voyant de Antenne de réception RF clignotera entre 1 et 5 fois. Le nombre de clignotement indique la force du signal. Plus le nombre de clignotement est important, meilleur sera le signal. REMARQUE : Si le voyant vert ne s’allume pas à intervalles réguliers, si le voyant rouge clignote ou si vous êtes en train d’installer une Antenne de réception RF ou une Télécommande de rechange, procédez comme indiqué à la section 4. Procédure de Reconnaissance. 16 FR MANUEL D’INSTALLATION ET DE FUNCTIONNEMENT 2.2.3 Sélection de l’emplacement de la Télécommande Alors que vous êtes toujours dans le mode TEST décrit ci-dessus, il faut positionner la Télécommande en tenant compte des illustrations ci-dessous : 1. Identifiez un emplacement approprié qui donne une transmission de signal satisfaisante. Une transmission satisfaisante s’identifie par le clignotement du voyant vert du Antenne de réception RF toutes les 5 secondes. REMARQUE : Le relais de l’Antenne de réception RF sera déclenché. 2. Installez la Télécommande: soit sur le mur à l’aide de son socle mural soit sur une table grâce à son support comme présenté ci-dessous. 3. Pour sortir du mode TEST, appuyez sur la touche ou . Socle mural Support • Pour obtenir les meilleures performances, il convient d’installer la Télécommande dans un lieu dégagé étant donné qu’il s’agit d’un appareil radiofréquence. • Maintenez une distance d’au moins 30 cm avec tout autre objet métallique, y compris des boîtiers muraux et d’au moins 1 mètre de tout autre appareil électrique (exemples : poste radio, téléviseur, ordinateur personnel, etc.). • Ne le placez pas sur des boîtiers muraux en métal. • Il est recommandé d’installer en premier l’Antenne de réception RF. 2.3 Vérification du système En cas de perte du signal de communication, Le voyant de l’Antenne de réception RF indiquera le type de défaut. • Si la communication est perdue entre l’Antenne de réception RF et la Télécommande, alors le voyant de l’antenne clignote rouge toutes les 3 secondes pendant 0.1seconde. • S’il y a une perte de communication entre l’antenne et le régulateur System Controller ou le module OpenTherm, alors le voyant rouge de l’antenne clignote 3 fois rapidement et sera arrêté pendant 3 secondes. • Dans le cas où plus d’un Télécommande est connectée, (installations multizones par exemple), et que la communication est perdue dans une zone, alors le voyant de l’antenne clignote 2 fois rapidement et sera arrêté pendant 2 secondes. • Si plus d’une Télécommande est connectée, (installations multizones par exemple), et que la communication est perdue dans 2 zones, alors le voyant de l’antenne clignote régulièrement 0.1 sec allumé, and 0.9 sec éteint. Si un défaut de communication apparait, identifiez la source du problème, et procédez si-besoin à la reconnaissance de modules comme décrit au paragraphe 4. Procédure de Reconnaissance. 17 FR MANUEL D’INSTALLATION ET DE FUNCTIONNEMENT 3. Mode Installateur Le mode Installateur vous permet de modifier des paramètres du système dans le cadre d’applications spécifiques. Ces paramètres se divisent en deux catégories : - Paramètres de la catégorie 1 – Paramètrage de la Télécommande - Paramètres de la catégorie 2 – Paramètrage du système. Ils sont énumérés dans la section 3.4 Liste des paramètres du mode Installateur. 3.1 Accèder au mode Installateur 1 2 1 2 3 4 5 6 7 MANAUTO 2 1..6 2 Appuyez sur la touche 1 Sur la Télécommande s’affiche le premier paramètre de la section installateur catégorie 1 (Paramètre n.1 à n.19), comme illustré. . Appuyez simultanément sur la touche et sur les deux touches PROGRAM et . 3 4 Appuyez sur la touche verte pour confirmer ce changement. Appuyez sur la touche ou pour modifier le réglage effectué en usine. L’affichage à l’écran clignote pour indiquer que ce changement a bien eu lieu. 5 L’affichage à l’écran s’arrête de clignoter. 6 Appuyez sur la touche pour passer au paramètre suivant. 7 pour passer Appuyez sur la touche à la catégorie 2 ( ) de la section installateur (paramètre n.4 à n.14). Pour sortir du mode Installateur, appuyez sur la touche ou . 3.2 Mode de sécurité de l’Antenne de réception RF Le mode de sécurité définit l’état du système si la communication RF est perdue (ex. lorsque les piles de la Télécommande sont déchargées). Si le régulateur contrôle un circuit de chauffage en direct sur pompe, alors le système fonctionnera sur un point de consigne de 10°C de protection antigel. Si le régulateur contrôle un circuit de chauffage en mélange sur vanne, alors le système fonctionnera sur le dernier point de consigne communiqué. 18 MANUEL D’INSTALLATION ET DE FUNCTIONNEMENT FR 3.3 Description de fonctions spéciques de la Télécommande Fonction spéciale Changement automatique des horaires d’été d’hiver Descriptions Activer / Désactiver Cette fonction modifie automatiquement l’heure lors du dernier dimanche du mois de mars et lors du dernier dimanche du mois d’octobre. Cette fonction est activée avant la sortie de l’usine. Programmez le paramètre 3:tC (catégorie 1) sur 1. Etalonnage de la sonde Si la Télécommande occupe un emplacement particulièrement exposé au chaud ou au froid et ne peut pas être implanté ailleurs du fait du câblage, vous pouvez étalonner la sonde de +/- 3°C. Cette fonction est utile si vous souhaitez que la valeur affichée soit égale à celle qu’indique un autre appareil. La température maximale normale de 35°C peut être ramenée à 21°C pour vous permettre de faire des économies d’énergie. La température minimale normale de 5°C peut être portée à 21°C pour vous protéger contre le froid. Programmez le paramètre 12:tO (catégorie 1) sur le décalage recherché. Limite maximale / minimale de température Programmez le paramètre 6:uL (catégorie 1) sur le maximum recherché. Programmez le paramètre 7:LL (catégorie 1) sur le minimum recherché. 19 FR MANUEL D’INSTALLATION ET DE FUNCTIONNEMENT 3.4 Liste des paramètres du mode Installateur 3.4.1 Catégorie 1 - Paramètrage de la Télécommande Paramètre N° de paramètre Réglage par défaut de l’usine Réglage en option Paramètres de la catégorie 1 - Paramètrage de la Télécommande Affichage Description Affichage Description Affichage sur 12 heures (AM-PM) / Affichage sur 24 h 1:CL 24 Format d’affichage d’horloge de 24 heures 12 Format d’affichage d’horloge de 12 h (AM / PM) Réinitialisation programme heure / temp. 2:rP 1 Profil Heure / Temp. réglé sur la valeur par défaut de l’usine 0 L’heure / la température sont celles qui ont été programmées Passe à 0 lors de la modification d’un des profils heure / temp. Pour rétablir le profil d’usine réglé sur 1 Changement automatique des horaires été-hiver 3:tC 1 Changement automatique des horaires d’été d’hiver activé 0 Changement automatique des horaires d’été d’hiver désactivé Ecran d’affichage à cristaux liquides à rétro-éclairé 5:bL 1 Activation du rétro-éclairage 0 Eclairage par l’arrière désactivé Température limite maximale 6:uL 35 Temp. maxi de 35°C - Limite 21 à 34 Réglage entre 21°C et 34°C par incréments de 1°C Température limite minimale 7:LL 5 Temp. mini de 5°C - Limite 5 à 21 Réglage entre 6°C et 21°C par incréments de 1°C Optimisation 8:OP 0 Optimisation désactivée Etalonnage de la sonde 12:tO 0 Pas de décalage de température -3 à +3 Réglage entre -3°C et +3°C par incréments de 0,1°C Bande proportionnelle 13:Pb 1,5 Bande proportionnelle de 1,5 degré 1,6 à 3,0 Réglage entre 1,6°C et 3,0°C par incréments de 0,1°C Réinitialisation des paramètres sur les valeurs implicites programmées à l’usine 19:FS 1 Tous les réglages sont des valeurs par défaut de l’usine Passe à 0 lors de la modification de l’un des paramètres 1 0 Optimisation activée Les réglages sont ceux qui ont été modifiés ci-dessus Pour rétablir le profil d’usine réglé sur 1 Remarque N’oubliez pas que vous devez toujours appuyer sur la touche verte pour confirmer la modification du paramètre. Pour sortir du mode Installateur, appuyez sur la touche ou 20 . FR MANUEL D’INSTALLATION ET DE FUNCTIONNEMENT 3.4.2 Catégorie 2 – Paramètrage du système Paramètre N° de paramètre Réglage par défaut de l’usine Paramètres de la catégorie 2 – Paramètrage du système (pressez Affichage Description Réglage en option pour accéder à cette catégorie) Affichage Description Chauffage / refroidissement 4:HC 0 Désactivée 1 Activation du mode Chauffage et refroidissement Utilisation de la sonde d’ambiance 8:Su 0 Programmateur et unité de compensation d’ambiance 1 Programmateur seul. Transmission de la demande et du point de consigne d’ambiance (aucun affichage de la température ambiante) Température maximale de départ 11:uF 55 Temp. de débit maximal 55ºC 0 à 99 Réglage entre 0°C et 99°C par incréments de 1°C Température minimale de départ 12:LF 15 Temp. de débit minimal 15ºC 0 à 50 Réglage entre 0°C et 50°C par incréments de 1°C Temps de course du moteur 13:Ar 150 150 secondes 0à 240 Réglage entre 0 et 240 sec par incréments de 1 sec Temporisation coupure pompe 14:Pr 15 15 minutes 0 à 99 Réglage entre 0 et 99 minutes par incrément de 1 min Remarque N’oubliez pas que vous devez toujours appuyer sur la touche verte pour confirmer la modification du paramètre. Pour sortir du mode Installateur, appuyez sur la touche ou . 21 FR MANUEL D’INSTALLATION ET DE FUNCTIONNEMENT 4. Procédure de Reconnaissance La procédure de reconnaissance décrite ci-dessous est nécessaire si : • L’un des composants du système (Télécommande ou Antenne de réception RF) est remplacé. • L’Antenne de réception RF a des informations incorrectes de reconnaissance ou ne contient pas de données mémorisées (par exemple, en cas de mélange des produits dans un même kit). REMARQUE : Pendant la procédure de reconnaissance, maintenez une distance d’environ 1 mètre entre la Télécommande et l’Antenne de réception RF. Procédure de Reconnaissance : 1. Afin de faire une réinitialisation de l’antenne, maintenez le bouton du Antenne de réception RF appuyé pendant 15 secondes. Le voyant clignotera 0.1 sec allumé, and 0.9 sec éteint. 2. Pour activer la phase de reconnaissance de l’antenne, maintenez le bouton du Antenne de réception RF appuyé pendant 5 secondes. Le voyant clignotera 0.5 sec allumé, and 0.5 sec éteint. 3. Appuyez sur la touche . 4. Pressez simultanément les touches , et . L’affichage affichera “InSt CO”. Les icones du signal RF et de la flamme seront affichés à l’écran. 5. Pressez la touche verte . 6. Lorsque le voyant rouge s’éteint sur l’antenne réceptrice du Antenne de réception RF, alors les modules sont connectés. 7. Si la phase de reconnaissance échoue, alors le voyant reste allumé. Dans ce cas, recommencez cette procédure de reconnaissance. 8. Le voyant sur l’antenne réceptrice du Antenne de réception RF clignotera verte toute les 10 secondes pour indiquer que le module fonctionne. 9. Veuillez maintenant vous reporter au paragraphe 2. Installation du système. 22 MANUEL D’INSTALLATION ET DE FUNCTIONNEMENT FR 5. Recherche des causes de pannes 5.1 Guide de recherche des causes de pannes Symptôme (message d’anomalie) Cause possible Correction L’Antenne de réception RF ne réagit pas aux changements de point de consigne sur la Télécommande. La Télécommande et l’Antenne de réception RF ne sont pas reconnus ou le paramètre 8:Su de la Télécommande n’a pas été réglé sur 2 (System Controller en configuration 1, 2, 6 et 5 (circuit de mélange uniquement, zone 2). Assurez-vous que le paramètre 8:Su soit correctement réglé. Réinitialisez et effectuez la procédure de reconnaissance comme expliqué à la section 4. Procédure de Reconnaissance. Après la phase de reconnaissance, le voyant rouge continue à clignoter sur l’Antenne de réception RF. Procédure de reconnaissance incorrecte ou incomplète. Répétez la procédure de reconnaissance. Le voyant rouge de l’Antenne de réception RF est allumé (perte de communication). L’Antenne de réception RF ne reçoit pas de messages RF en provenance de la Télécommande : Position incorrecte de la Télécommande durant la connexion. Répétez la procédure de reconnaissance en mettant approximativement entre le boïtier récepteur et la Télécommande. ce signal RF est bloqué car la Télécommande occupe un emplacement incorrect. Changez l’emplacement de la Télécommande en suivant les consignes de la section 2. Installation du Télécommande. Les piles de la Télécommande sont à plat. Remplacez les piles de la Télécommande. 5.2 Mode de diagnostic La Télécommande a un mode auquel l’utilisateur peut accéder, fournissant des informations utiles à une personne chargée de l’entretien, en cas de panne du système et qui permet de s’assurer que la chaudière fonctionne. Pour entrer dans ce mode, faites appuyez sur la touche puis maintenez enfoncée la touche pendant 5 secondes. La Télécommande passe alors en mode programmation par l’utilisateur. Ensuite, maintenez simultanément enfoncées les touches et . Les informations suivantes viennent s’afficher en appuyant sur la touche ou : ID modèle, code date (SS/AA) et checksum. ACV déclare par la présente que ce Télécommande et son Antenne de réception RF sont conformes aux obligations essentielles et aux autres dispositions pertinentes des normes 1999/5/EC, 2006/95/EC et 2004/108/EC. 23