Jacobsen LHAG001 de handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
de handleiding
JACOBSEN
¨
Greens King V Plus
Series: WA - Engine type: Kubota D662-E
Product codes: LHAG001
JACOBSEN
AVVERTENZA: Questa macchina può causare gravi infortuni
se viene utilizzata in modo errato. Prima di accingersi ad
approntare, usare, mettere a punto o eseguire la
manutenzione di questa macchina, coloro che la utilizzano
ed i responsabili della manutenzione devono essere
addestrati all’impiego della macchina, devono essere informati
dei pericoli, e devono leggere l’intero manuale.
GB
Part No. 24207G (rev.0)(RJ 100 012000)
F NL D I
WARNHINWEIS: Wenn diese Maschine nicht ordnungsgemäß
verwendet wird, können ernsthafte Verletzungen verursacht
werden. Personen, die diese Maschine verwenden und
warten, müssen in ihrer richtigen Verwendung ausgebildet
sein, auf die Gefahren aufmerksam gemacht worden sein
und die Anleitung ganz gelesen haben, bevor sie versuchen,
die Maschine aufzustellen, zu bedienen, einzustellen oder
zu warten.
WAARSCHUWING: Bij verkeerd gebruik kan deze machine
ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Degenen die de ma-
chine gebruiken en onderhouden moeten worden getraind
in het juiste gebruik ervan, worden gewaarschuwd voor de
gevaren ervan en behoren de volledige handleiding
aandachtig te lezen alvorens de machine bedrijfs-klaar te
maken, te bedienen, af te stellen en/of te onderhouden.
AVERTISSEMENT : Risque de blessures graves en cas
d’utilisation incorrecte de la machine. Les opérateurs et le
personnel d’entretien doivent être formés et conscients des
dangers encourus. Ils doivent lire avec attention le manuel
avant d’essayer de monter, d’utiliser, de régler ou maintenir
la machine.
WARNING: If incorrectly used this machine can cause se-
vere injury. Those who use and maintain this machine should
be trained in its proper use, warned of its dangers and should
read the entire manual before attempting to set up, operate,
adjust or service the machine.
Safety and Operation Manual
Manuel de Securite & de Fonctionnement
Veiligheids & Bedienings handleiding
Sicherheits und Bedienungs anleitung
Manuale d’istruzioni per I’uso e la Sicurezza
NL-1
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
1 INHOUDSOPGAVE
1 Inhoudsopgave Pagina
2 Veiligheid
2.1 Operationele veiligheid ............................................... 2
2.2 Belangrijke veiligheidsoverwegingen .......................... 3
3 Decalplaatjes
3.1 Decalplaatjes ...............................................................4
4 Bedienings- en besturingsinrichting
4.1 Icons ............................................................................5
4.2 Instrumentenpaneel.....................................................7
4.3 Stuurkolom ..................................................................7
4.4 Pedalen .......................................................................8
4.5 Achteruitdraaischakelaar.............................................8
5 Operationele werking
5.1 Dagelijkse inspectie.....................................................9
5.2 Operationeel back-up systeem ................................... 9
5.3 Bedieningsprocedures ................................................10
5.4 Starten ........................................................................11
5.5 Stoppen/Parkeren.......................................................11
5.6 Rijden/Transport ......................................................... 12
5.7 Tweewiel- en driewielaandrijving ...............................12
5.8 Bediening op hellingen ...............................................12
5.9 Maaien........................................................................13
5.10 Slepen/Trailervervoer.................................................13
5.11 Dagelijks onderhoud...................................................14
6 EG Certificatie
6.1 Conformiteitscertificaten ............................................15
7 Garantie
7.1 Garantie/Verkoop & Service ......................................16
Alle gegevens in deze publicatie zijn gebaseerd op informatie die beschikbaar was ten tijde van de goedkeuring
tot het drukken ervan. Textron Turf Care & Specialty Products behoudt zich het recht voor om zonder
voorafgaande kennisgeving en zonder het oplopen van enige verplichting op ieder willekeurig tijdstip wijzigingen
aan te brengen.
NL-2
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
2 VEILIGHEID
2.1 OPERATIONELE VEILIGHEID
1. Veiligheid hangt af van de alertheid, zorg en
voorzichtigheid van degenen die de machine
bedienen of onderhouden. Minderjarigen mag
nooit worden toegestaan om enig deel van de
apparatuur te bedienen.
2. Het behoort tot uw verantwoordelijkheid om deze
handleiding te lezen, evenals alle publicaties die
met deze machine zijn geassocieerd (onderdelen-
& onderhoudshandleiding, motorhandleiding en
instructies betreffende accessoires en
aanzetstukken). Als de bediener geen Nederlands
kan lezen, behoort het tot de verantwoordelijkheid
van de eigenaar om de in deze handleiding
opgenomen informatie uit te leggen.
3. Leer uzelf het juiste gebruik van de machine,
alsmede de positie en bedoeling van alle
bedienings- en besturingsregelingen voordat u
ermee gaat werken. Onbekendheid kan tot
ongelukken leiden.
4. Niemand mag worden toegestaan om de machine
te bedienen of onderhouden zonder eerst
geschikte training en instructies te hebben
ontvangen. Hetzelfde verbod geldt voor personen
onder de invloed van alcohol of drugs.
5. Draag alle noodzakelijke beschermende kleding
en persoonlijke veiligheidsuitrusting ter
bescherming van uw hoofd, ogen, oren, handen en
voeten. Bedien de machine uitsluitend bij daglicht
of goed kunstlicht.
6. Inspecteer het gebied waar de machine zal
worden gebruikt. Verzamel alle rommel die u kunt
vinden alvorens te gaan werken. Let goed op
obstakels boven uw hoofd (lage boomtakken,
elektrische kabels enz.), alsmede op
ondergrondse (sproeiers, leidingen, boomwortels
enz.). Ga een nieuw gebied voorzichtig binnen.
Blijf u bewust van verborgen gevaren.
7. Grasknipsels mogen nooit in de richting van
omstanders worden uitgeworpen. Houd iedereen
op veilige afstand zolang de machine in bedrijf is.
De eigenaar/bediener is verantwoordelijk voor
lichamelijk letsel dat zelf of door omstanders wordt
opgelopen en schade die aan eigendom wordt
toegebracht in gevallen waar zulks door de
eigenaar/bediener kan worden vermeden.
8. Bedien nooit een machine die niet in perfecte
bedrijfsstaat verkeert, geen decalplaatjes heeft of
waarvan de beschermkappen, keerschotten en/of
andere beveiligingsinrichtingen niet of onvoldoende
stevig zijn bevestigd.
9. Geen enkele schakelaar mag ooit worden
onderbroken of geshunt.
10. Koolmonoxide in de uitlaatgassen kan bij inademing
dodelijk zijn. Bedien de motor nooit zonder
afdoende ventilatie.
11. Brandstof is in hoge mate ontvlambaar en dient met
zorg te worden gehanteerd.
12. Houd de motor schoon. Laat hem vóór het stallen
afkoelen en verwijder altijd de contactsleutel.
13. Ontkoppel alle aandrijvingen en trek de parkeerrem
aan voordat de motor wordt gestart. Dit mag
uitsluitend gebeuren met de bediener op de
bestuurdersplaats en nooit wanneer deze zich naast
de machine bevindt.
14. Machine en uitrusting moeten voldoen aan de
laatste eisen van landelijke, provinciale en
plaatselijke overheden ten aanzien van het rijden of
transport over de openbare weg.
15. Gebruik nooit uw handen om olielekken op te
sporen. Hydraulische vloeistof onder druk kan de
huid penetreren en ernstig letsel veroorzaken.
16. Op hellingen dient de machine op en neer (verticaal)
te worden gereden, nooit in de dwarsrichting
(horizontaal).
17. Om kantelen of verlies van controle te voorkomen,
mag niet plotseling worden gestart of gestopt.
Verminder de snelheid bij het nemen van scherpe
bochten. Wees voorzichtig wanneer op een helling
van richting wordt veranderd.
18. Gebruik altijd de veiligheidsgordel bij het bedienen
van tractors die zijn voorzien van een ROPS
(rolbeugelsysteem). Gebruik nooit een
veiligheidsgordel bij het bedienen van tractors
zonder ROPS.
19. Houd armen, benen en lichaam binnen het
zitgedeelte wanneer het voertuig
in beweging is.
Deze machine behoort te worden bediend en service te worden verleend zoals gespecificeerd in deze
handleiding en is bestemd voor het professionele onderhoud van kwaliteitsgazons. De machine mag
niet worden gebruikt op ruw terrein of voor het maaien van lang gras.
APPARATUUR DIE VERKEERD OF DOOR ONGETRAIND PERSONEEL WORDT BEDIEND, KAN
GEVAARLIJK ZIJN.
Maak uzelf vertrouwd met de locatie en het juiste gebruik van alle bedieningen. Onervaren bedieners behoren
te worden geïnstrueerd door iemand die vertrouwd is met de machine alvorens toestemming te krijgen er zelf
gebruik van te maken.
WAARSCHUWING
NL-3
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
2 VEILIGHEID
2.2 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN
Dit veiligheidssymbool wordt gebruikt om u te attenderen op potentiële gevaren.
GEVAAR - duidt op dreigende gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, ZAL resulteren in dood of
ernstig letsel.
WAARSCHUWING - duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, KAN
resulteren in dood of ernstig letsel.
VOORZICHTIG - duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, KAN resulteren in
licht of matig letsel en beschadiging van eigendom. Het symbool kan ook worden gebruikt om de aandacht te
vestigen op onveilige praktijken.
Ten behoeve van visuele duidelijkheid, kunnen in sommige illustraties in deze handleiding afschermingen,
platen en andere veiligheidsinrichtingen open worden afgebeeld of zelfs ontbreken. Onder geen enkele
omstandigheid mag deze apparatuur echter worden bediend zonder dat dergelijke onderdelen niet naar
behoren zijn aangebracht.
Door alle instructies in deze handleiding op te volgen verlengt u de levensduur van uw machine en handhaaft u
maximale efficiency. Bijstellingen en onderhoud behoren altijd door een bevoegde monteur te worden
uitgevoerd. Indien aanvullende informatie of service wordt gewenst, neem dan contact op met een erkende
Textron Turf Care & Specialty Products Dealer. Onze dealers worden op de hoogte gehouden van de nieuwste
onderhoudsmethoden ten behoeve van deze machines en kunnen een snelle en efficiënte service verlenen.
1. Voordat de bestuurdersplaats wegens enige reden wordt verlaten,
dient het volgende te worden gedaan:
a. Zet de tractiepedaal in de vrijstand.
b. Schakel alle aandrijfmechanismen uit.
c. Laat alle aanzetstukken op de grond neer.
d. Trek de parkeerrem aan.
e. Zet de motor stil en verwijder de contactsleutel.
2. Houd handen, voeten en kleding op veilige afstand van bewegende
delen. Wacht tot iedere beweging is gestopt alvorens te beginnen met het
schoonmaken, bijstellen of onderhouden van de machine.
3. Zorg dat het werkgebied vrij blijft van omstanders en huisdieren.
4. Er mogen nooit passagiers worden meegenomen, tenzij daarvoor een
speciale zitplaats beschikbaar is.
5. Maaiapparatuur mag nooit worden bediend zonder dat het
afvoerkeerschot stevig op zijn plaats zit.
WAARSCHUWING
Het operationele back-up systeem van deze tractor voorkomt
het starten ervan tenzij de rempedaal is ingedrukt, de
maaierschakelaar in de UIT-stand en de tractiepedaal in de
vrijstand staat. Het systeem zet de motor stil als de bediener de
bestuurdersplaats verlaat zonder de parkeerrem aan te trekken
of de maaierschakelaar in de UIT-stand te zetten.
De tractor mag NOOIT worden bediend tenzij het operationele
back-up systeem goed functioneert.
WAARSCHUWING
NL-4
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
3 DECALPLAATJES
3.1 DECALPLAATJES
A903491 Lees de bedieningshandleiding.
A903489 Blijf op veilige afstand van de
machine.
A903492 Kom niet nabij hete oppervlakken.
A903488 Beschermkappen mogen niet worden
geopend of verwijderd zolang de
motor loopt.
A903494 Voorzichtig! Draaiende messen.
A903493 Voorkom waar mogelijk dat vloeistof
onder druk ontsnapt. Raadpleeg de
technische handleiding voor
serviceprocedures.
A903490 Beschermkappen mogen niet worden
verwijderd zolang de motor loopt.
A911410 Explosiegevaar als de accuklemmen
worden kortgesloten.
A911416 Maximaal toegestane werkhelling.
A903491 A903489 A903492 A903488
A903494 A903493 A903490 A911410
A911416
NL-5
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
4 BEDIENINGS- EN
BESTURINGSINRICHTING
4.1 ICONS
Probeer nooit met de tractor te rijden voordat u de veiligheids- en bedieningshandleiding
heeft gelezen en precies weet hoe de bedienings- en besturingsinrichting werkt.
Maak uzelf vertrouwd met bovenafgebeelde icons en hun betekenis. Leer uzelf de positie en
bedoeling van alle bedieningen en meters voordat u de tractor daadwerkelijk in gebruik
neemt.
WAARSCHUWING
NL-6
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
4 BEDIENINGS- EN
BESTURINGSINRICHTING
A Hydraulisch oliepeilschakelaar
B Lichtschakelaar
C Kooischakelaar
E Tractiehefboom
F Gashendel
G Parkeerrem
H Stroomverbreker
I Gloeibougieschakelaar
J Ontstekingsschakelaar
K Spanningsmeter
L Motoroliedruklampje
M Hydraulisch oliepeillampje
N Temperatuurmeter
O Urenteller
P Kipregeling
Q Claxon
R Hefpedaal
S Maaipedaal
T Tractiepedaal
U Brandstofmeter
V Vooruit/achteruit schakelaar
W Achteruitdraaischakelaar (messenkooi)
NL-7
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
4 BEDIENINGS- EN
BESTURINGSINRICHTING
4.2 INSTRUMENTENPANEEL
A. Hydraulisch oliepeilschakelaar
De claxon wordt geactiveerd bij een laag
oliepeil. Druk de voorkant van de
schakelaar in om de claxon te testen.
Druk de achterkant van de schakelaar in
om de claxon te deactiveren.
B. Lichtschakelaar
Druk de voorkant van de schakelaar in
om de koplampen te ontsteken.
C. Kooischakelaar
Optrekken en naar voren duwen om het
kooicircuit in te schakelen. Terugtrekken
om uit te schakelen. De kooien beginnen
te draaien nadat de maaipedaal wordt
ingedrukt.
E. Tractiehefboom
Regelt de rijsnelheid.Twee standen:
Stand 1: maaien.
Stand 2: transport.
F. Gashendel
Regelt het motortoerental. Naar voren
drukken van de hendel zorgt voor hoger
toerental en terugtrekken vermindert het
toerental.
G. Parkeerrem
Terugtrekken om in te schakelen en naar
voren duwen om uit te schakelen. Het
laatste moet langzaam worden gedaan.
De parkeerrem moet zijn aangetrokken
om de motor te kunnen starten.
H. Stroomverbreker
Als de meters of het ontstekingssysteem
niet goed werken, controleer dan de
stroomverbreker en druk daarna de kap
ervan in om hem te heractiveren.
I. Gloeibougieschakelaar
Wordt gebruikt om de gloeibougies in
werking te stellen.
J. Ontstekingsschakelaar
Wordt gebruikt om de motor te starten.
Verwijder de contactsleutel wanneer de
tractor buiten gebruik is.
4.3 STUURKOLOM
K. Spanningsmeter
Geeft het accuvermogen aan. Tijdens
normale werking mag de meter zich nooit
in het rode gedeelte bevinden.
L. Motoroliedruklampje
Het controlelampje gaat branden zodra de
motoroliedruk daalt. Stel de oorzaak vast
en verhelp het probleem alvorens het werk
voort te zetten.
M. Hydraulisch oliepeillampje
Het controlelampje gaat branden als het
oliepeil onder een veilig niveau daalt.
N. Temperatuurmeter
Geeft de motorkoelmiddeltemperatuur
aan. De normale bedrijfstemperatuur dient
85-91
0
C te zijn.
O. Urenteller
Wordt gebruikt om perioden tussen
onderhoudsbeurten of
maaiwerkzaamheden te timen. De teller
functioneert uitsluitend wanneer de
contactsleutel in de AAN-stand staat.
P. Kipregeling
Optrekken om de kipregeling te
ontgrendelen en het stuurwiel bij te stellen
tot de gewenste positie.
Q. Claxon
Wordt geactiveerd zodra het hydraulisch
oliepeil onder een veilig niveau daalt.
NL-8
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
4 BEDIENINGS- EN
BESTURINGSINRICHTING
4.4 PEDALEN
R. Hefpedaal
Wordt gebruikt om de aanzetstukken
omhoog te brengen. Keert na indrukking
om de maaieenheden te heffen terug
naar de vrijstand zodra de functie is
voltooid. (Pedaal niet ingedrukt houden).
S. Maaipedaal
Wordt gebruikt om de aanzetstukken
neer te laten. Druk de pedaal in om de
maaieenheden neer te laten en de kooien
in te schakelen. Deze starten
automatisch wanneer de kooischakelaar
in de AAN-stand wordt gezet. De pedaal
keert naar de vrijstand terug zodra de
functie is voltooid. (Pedaal niet ingedrukt
houden).
T. Tractiepedaal
Wordt gebruikt om de richting en snelheid
van de machine te regelen. Druk op de
voorkant van de pedaal (T 1 ) om vooruit
en op de achterkant ervan (T 2 ) om
achteruit te rijden. De pedaal keert bij
loslaten naar de vrijstand terug.
U. Brandstofmeter
Geeft het brandstofpeil in de tank aan.
4.5 ACHTERUITDRAAISCHAKELAAR
V. Vooruit/achteruit schakelaar
Wordt gebruikt om de draairichting van
sommige aanzetstukken te selecteren en
tevens om de kooien achteruit te draaien
of vrij te maken.
W. Achteruitdraaischakelaar (messenkooi)
Onderhoudsfunctie: uitsluitend bestemd
voor het aanscherpen van kooimessen en
ondermes.
N.B. De schakelaar moet voor normale werking
in de ‘voorwaartse draairichting’ staan.
NL-9
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
5 OPERATIONELE WERKING
5.1 DAGELIJKSE INSPECTIE
1. Voer een visuele inspectie van de volledige
machine uit. Let daarbij op tekenen van
slijtage, loszittende bevestigingen en
ontbrekende of beschadigde onderdelen.
Controleer op brandstof- en olielekken om er
zeker van te zijn dat de aansluitingen stevig
vastzitten en de slangen en leidingen in goede
conditie verkeren.
2. Controleer de brandstoftoevoer, het peil van
het radiateurkoelmiddel, de carterolie en de
luchtfilterindicator. Alle vloeistoffen moeten het
vol-streepje bereiken wanneer de motor koud
is.
3. Zorg ervoor dat alle maaieenheden tot
dezelfde maaihoogte zijn afgesteld.
4. Controleer of de banden de juiste spanning
hebben.
5. Test het operationele back-up systeem.
N.B. Voor meer gedetailleerde
onderhoudsinformatie, bijstellingen en
onderhouds- en smeerschema’s wordt u
verwezen naar de onderdelen en
onderhouds-handleiding.
5.2 OPERATIONEEL BACK-UP SYSTEEM
1. Het operationele back-up systeem voorkomt
het starten van de motor tenzij de parkeerrem
is aangetrokken, de tractiepedaal in de
vrijstand en de kooischakelaar in de UIT-
stand staat. Het systeem stopt de motor ook
indien de bediener de bestuurdersplaats
verlaat terwijl de kooischakelaar in de AAN-
stand staat, de maai- of hefpedalen NIET IN
DE VRIJSTAND staan of de parkeerrem NIET
IS AANGETROKKEN.
2. Voer alle onderstaande tests uit om te
verzekeren dat het operationele back-up
systeem goed werkt. Stop hiermee en laat het
systeem inspecteren en eventueel repareren
ingeval een van de tests negatief is.
de motor start niet in test 1;
Test
Bediener
gezeten
Parkeerrem
Maai/hef-
pedaal in
vrijstand
Kooi-
schakelaar
Motor
start
Ja Nee
Aange-
trokken
Niet-
aange-
trokken
Ja Nee Aan Uit Ja Nee
1 üü üü üü üü üü
2 üü üü üü üü üü
3 üü üü üü üü üü
4 üü üü üü üü üü
5 üü YY üü üü üü YY
6 üü YY üü üü üü YY
YY Haal uw gewicht van de zitting. De motor stopt.
de motor start tijdens tests 2, 3 of 4;
de motor blijft lopen tijdens tests 5 of 6.
3. Raadpleeg bij iedere test onderstaande tabel
en volg de horizontale controlemarkeringen.
Tussen twee tests moet de motor worden
stilgezet.
Test 1: Vertegenwoordigt normale startprocedure.
De bediener is gezeten, met zijn voeten los van de
pedalen, de parkeerrem is aangetrokken, en de
kooischakelaar staat in de UIT-stand. De motor
behoort te starten.
Test 2: De motor behoort niet te starten als de
kooischakelaar in de AAN-stand staat.
Test 3: De motor behoort niet te starten als de
parkeerrem NIET is aangetrokken.
Test 4: De motor behoort niet te starten als de
maai- of hefpedaal is ingedrukt.
Test 5: Start de motor op de normale manier, zet
dan de kooischakelaar in de AAN-stand en verhef u
van de zitting.YY
Test 6: Start the motor op de normale manier,
ontspan dan de parkeerrem en verhef u van de
zitting.YY
De dagelijkse inspectie mag uitsluitend
worden uitgevoerd wanneer de motor is
stilgezet en alle vloeistoffen zijn afgekoeld.
Laat de maaieenheden op de grond neer, trek
de parkeerrem aan, schakel de motor uit en
verwijder de contactsleutel.
WAARSCHUWING
Bedien de machine nooit terwijl het
operationele back-up systeem is
uitgeschakeld of niet goed functioneert.
Geen enkele schakelaar mag worden
onderbroken of geshunt.
WAARSCHUWING
NL-10
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
6. Wees voorzichtig tijdens het maaien in de
nabijheid van grindoppervlakken (rijwegen,
parkeerplaatsen, karrensporen enz.). Door
aanzetstukken weggeworpen stenen
kunnen ernstig letsel toebrengen aan
omstanders en/of de machine
beschadigen.
7. Zet de kooischakelaar altijd in de UIT-
stand om de messen te stoppen wanneer
er niet wordt gemaaid.
8. Schakel de aandrijfmotors uit en breng de
kooien omhoog tijdens het oversteken van
paden of wegen en let goed op het
langskomend verkeer.
9. De machine moet onmiddellijk worden
gestopt en op beschadiging worden
geïnspecteerd na het raken van een
obstakel of wanneer sprake is van
abnormale trilling. Iedere noodzakelijk
reparatie moet worden uitgevoerd voordat
het werk wordt hervat.
10. Op hellingen dient de snelheid te worden
verminderd en extra voorzichtigheid in
acht te worden genomen: lees sectie 5.8.
Dit geldt met name voor scherpe dalingen.
11. Kijk goed naar alle kanten (ook onder de
machine) voordat u achteruitrijdt om er
zeker van te zijn dat de weg vrij is. Neem
u in acht tijdens het naderen van blinde
hoeken, struiken, bomen of andere
objecten die het uitzicht kunnen
belemmeren.
12. Gebruik nooit uw handen om
maaieenheden te reinigen. Grasknipsel
dient met een borstel van de messen te
worden verwijderd. Deze zijn namelijk
bijzonder scherp en kunnen ernstige
verwondingen veroorzaken.
5 OPERATIONELE WERKING
5.3 BEDIENINGSPROCEDURES
1. Onder geen enkele omstandigheid mag
de machine worden gestart zonder dat de
bediener op de bestuurdersplaats zit.
2. De tractor of de aanzetstukken mogen
niet worden bediend wanneer sprake is
van losse, beschadigde of ontbrekende
onderdelen. Waar mogelijk dient het gras
droog te worden gemaaid.
3. Maai eerst een proefgebied om
vertrouwd te raken met de werking van
de tractor en de bedienings- en
besturingsinrichting.
De kooien mogen nooit worden bediend tenzij ze
gras maaien, aangezien er anders tussen de
kooimessen en het ondermes warmte wordt
ontwikkeld die de snijrand beschadigt.
4. Bekijk het werkgebied aandachtig om de
beste en veiligste bedieningsprocedure te
kunnen bepalen. Hiertoe behoren de
hoogte van het gras, het type terrein en
de conditie van het oppervlak. Iedere
conditie vereist zijn eigen specifieke
afstellingen of voorzorgsmaatregelen.
5. Knipsels mogen nooit in de richting van
omstanders worden uitgeworpen, noch
dient iemand zich in de buurt van de
machine te bevinden zolang deze
operationeel is. De eigenaar/bediener is
verantwoordelijk voor lichamelijk letsel
van omstanders en/of schade aan hun
eigendommen.
Teneinde lichamelijk letsel te helpen
voorkomen dienen behalve een
veiligheidsbril altijd leren werkschoenen of
laarzen, een helm en
oorbescherming te worden gedragen.
WAARSCHUWING
Ruim alle rommel op die u voorafgaande
aan het maaien kunt vinden. Ga een nieuw
gebied voorzichtig binnen.Werk altijd met
snelheden die u in staat stellen om
volledige controle over de machine te
behouden.
WAARSCHUWING
Om lichamelijk letsel te voorkomen
dienen, alvorens te beginnen met het
schoonmaken, bijstellen of repareren van
deze machine, altijd eerst alle
aandrijvingen te worden uitgeschakeld en
de aanzetstukken op de grond te worden
neergelaten. Verder moet de motor worden
stilgezet en de contactsleutel verwijderd.
WAARSCHUWING
NL-11
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
5 OPERATIONELE WERKING
5.4 STARTEN
BELANGRIJK: Gebruik geen
starthulpvloeistoffen.
Dergelijke vloeistoffen zijn in het
luchtinlaatsysteem namelijk potentieel explosief of
kunnen een toestand creëren waarin de motor ‘op
hol slaat’ en ernstig wordt beschadigd.
1. Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep
geheel openstaat, de
achteruitdraaischakelaar in de UIT-stand
staat en de sleepklep (zie sectie 5.10) is
gesloten.
2. Ga op de bestuurdersplaats zitten, en
overtuig u ervan dat de kooischakelaar
(C) in de UIT-stand staat, de parkeerrem
is aangetrokken en alle pedalen in de
vrijstand staan. Houd uw voeten van de
pedalen.
3. Zet de gashendel (F) tussen 1/8 en 1/2
regelstand en draai de contactsleutel (J)
naar de AAN-stand.
Druk de gloeibougieschakelaar (I)
ongeveer 3-5 seconden in laat hem dan
weer los. Hoe lager de temperatuur, des
te langer duurt het om de bougies in
werking te stellen. De schakelaar mag
niet langer dan 5 seconden worden
ingedrukt. Deze stap is overbodig
wanneer een warme motor wordt gestart.
4. Draai de contactsleutel (J) naar de AAN-
stand en laat hem los zodra de motor
aanslaat. Houd de sleutel per keer niet
langer dan 15 seconden in de AAN-stand.
5. Zorg dat de motor goed gesmeerd is en
laat hem eerst warmlopen voordat met
een hoog toerental wordt gewerkt .
5.5 STOPPEN / PARKEREN
Stoppen
Haal uw voet van de tractiepedaal. De tractor remt
automatisch wanneer de tractiepedaal naar de
vrijstand terugkeert.
Parkeren van de tractor onder normale
omstandigheden
1. Schakel de kooischakelaar (C) uit, breng
de aanzetstukken omhoog en verlaat het
werkgebied.
2. Kies een vlak en horizontaal gebied om
te parkeren.
a. Laat de tractiepedaal los om de tractor
geheel tot stilstand te brengen.
b. Schakel alle aandrijvingen uit, laat de
aanzetstukken op de grond neer, zet de
gashendel terug naar ‘langzaam’ en laat
de motor ongeveer een minuut onbelast
draaien.
3. Trek de parkeerrem aan, zet de motor stil
en verwijder altijd de contactsleutel. Als
zich een noodgeval voordoet en de tractor
op het werkgebied moet worden
geparkeerd, volg dan de richtlijnen van de
betreffende terreinopzichter.Als de tractor
op een helling wordt geparkeerd, moeten
de wielen worden geklampt.
NL-12
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
5 OPERATIONELE WERKING
5.6 RIJDEN / TRANSPORT
Alle in deze handleiding opgenomen
veiligheidsaanwijzingen moeten worden gelezen en
opgevolgd wanneer de tractor wordt gereden of
getransporteerd. Zie sectie 5.3 voor algemene
bedieningsvoorschriften. Bij achteruitrijden moet
vooral goed achter de machine worden gekeken of
de weg vrij is.
Belangrijk: Als deze tractor op de openbare weg
wordt gereden, moet worden voldaan aan lokale
wetten en voorschriften. Neem contact op met de
plaatselijke autoriteiten om op de hoogte te zijn van
deze verordeningen alsmede de eisen t.a.v. de
machine.
1. Schakel alle aandrijvingen uit en breng de
aanzetstukken omhoog in de transportstand
wanneer naar en van het werkgebied wordt
gereden.
2. Zet de parkeerrem los, zet de gashendel in de
“snelle” stand en beweeg de tractiehefboom
naar “2”. Druk de tractiepedaal langzaam in.
3. Gebruik voor transport altijd stand “2”. Waar
sprake is van driewielaandrijving en extra
vermogen is vereist, dient de kooischakelaar
(C) kort te worden geactiveerd en de
tractiehefboom in stand “1” te worden gezet om
de driewielaandrijving in werking te stellen.
5.7 TWEEWIEL- EN DRIEWIELAANDRIJVING
De tractor is ontworpen om naar de
driewielaandrijvingsstand over te gaan wanneer de
kooischakelaar (C) in de AAN-stand wordt gezet,
de tractiehefboom (F) in stand “1” staat en de
tractiepedaal (T) wordt ingedrukt ten behoeve van
voorwaartse beweging.
De driewielaandrijvingsfunctie wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer de tractiepedaal (T) wordt
ingedrukt voor “achteruit”, de tractiehefboom (F) in
stand “2” of de kooischakelaar (C) in de UIT-stand
wordt gezet.
5.8 BEDIENING OP HELLINGEN
De tractor is ontworpen om onder normale
maaiomstandigheden goede tractie en stabiliteit te
demonstreren. Tijdens het werken op hellingen,
met name ruw terrein, of wanneer het gras nat is,
dient grote voorzichtigheid in acht te worden
genomen. Nat gras vermindert de tractie en de
besturingscontrole.
1. Maai altijd met ‘vol gas’, maar reduceer de
rijsnelheid om de juiste maaifrequentie te
handhaven.
2. Als de tractor de neiging heeft om de glijden
of als de banden het gras beginnen te
‘markeren’, manoeuvreer de tractor dan naar
een minder steile positie totdat de tractie is
hersteld of de bandensporen verdwijnen.
3. Als het glijden of markeren (als onder punt 1)
voortduurt, dan is de helling te steil om veilig
te bewerken. Ga in zo’n geval niet verder,
maar verlaat dit gedeelte langzaam en
voorzichtig.
4. Tijdens het afdalen langs een steile helling
dienen de aanzetstukken altijd op de grond te
worden neergelaten om de kans op kantelen
te verminderen.
Juiste bandenspanning is van essentieel belang
voor maximale tractie.
Om kantelen of verlies van controle te
voorkomen dient bij het nemen van
bochten met verminderde snelheid te
worden gereden.
VOORZICHTIG
Bedien deze tractor niet op hellingen
steiler dan 15
0
.
VOORZICHTIG
Om de kans op kantelen te minimaliseren,
wordt de veiligste methode tijdens het
werken op hellingen en terrasvormig
terrein vertegenwoordigd door op en neer
rijden (verticaal) en niet in de
dwarsrichting (horizontaal). Vermijd
onnodig draaien, rijd met lage snelheid en
blijf goed letten op verborgen gevaren.
WAARSCHUWING
NL-13
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
5 OPERATIONELE WERKING
5.9 MAAIEN
Maaien
1. Start de motor en laat de maaieenheden op de
grond neer. De hefcilinder moet volledig zijn
uitgeschoven om de maaieenheden op de
voorgeschreven wijze te laten zweven.
N.B. Om beschadiging van kooi en ondermes te
voorkomen mogen de messen nooit worden bediend
anders dan voor het maaien van gras.
2. Zet de kooischakelaar in de AAN-stand en
ontspan de parkeerrem.
3. Beweeg de gashendel naar de “SNELLE” stand
en druk de tractiepedaal daarna langzaam in tot
de gewenste maaisnelheid is bereikt.
a. Voor een volmaakt evenwichtig maaipatroon
dienen de banen elkaar zo’n 5 cm te
overlappen.
b. Bij het oversteken van paden of wegen moet
worden gestopt om de maaieenheden in de
transportstand te zetten. Let goed op
langskomend verkeer.
4. Voor verwijdering of installering van de
grasvangers moeten de maaieenheden op de
grond worden neergelaten.Trek daarna de
parkeerrem aan en zet de motor stil. Kantel de
grasvangerconstructie zodanig dat de voorrand
vrij blijft van het maaiergestel en schuif de
grasvanger vervolgens van of op zijn frame.
5.10 SLEPEN / TRAILERVERVOER
Als de tractor een probleem vertoont waarvoor hij
uit bedrijf moet worden genomen en het
werkgebied moet verlaten, dient het vervoer op
een trailer te gebeuren. Als er geen trailer
beschikbaar is, kan de tractor met lage snelheid
over korte afstanden worden gesleept.
N.B. De snelheid tijdens het slepen mag niet hoger
zijn dan 3,2 km/uur. Slepen over langere afstanden
wordt afgeraden.
Tijdens het op- en afladen van de tractor dient
grote voorzichtigheid te worden betracht. Zet de
tractor goed vast op de trailer om te voorkomen
dat hij tijdens het vervoer verrolt of verschuift.
Voorafgaande aan het slepen dient de sleepklep te
worden geopend. Dit stelt u in staat om de tractor
te verplaatsen zonder de motor te starten en
voorkomt mogelijke beschadiging van hydraulische
onderdelen.
Teneinde ernstig lichamelijk letsel te
voorkomen moeten handen, voeten en
kleding altijd op veilige afstand van de
maaieenheden blijven wanneer de messen
draaien.
Gebruik NOOIT uw handen om de
maaieenheden schoon te maken.
Grasknipsel dient met een borstel van de
messen te worden geveegd, aangezien deze
scherp zijn en verwondingen kunnen
veroorzaken.
Om de maaieenheden vrij te maken van
verstoppingen moet de kooischakelaar
in de UIT-stand worden gezet. Trek daarna
de parkeerrem aan, zet de motor stil, haal de
contactsleutel eruit en verwijder het
obstakel.
WAARSCHUWING
De sleepklep (Z) bevindt zich op de aandrijfpomp
onder de motorkap. Om de klep te openen dient u
een pen in het gaatje in de klep te steken en de klep
maximaal een volle slag linksom te draaien.
Na het slepen moet de klep volledig worden
gesloten en de afdekkap worden teruggeplaatst.
NL-14
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
c. De tank mag nooit worden overvuld of
geheel leeg raken. Mors geen brandstof.
Waar dit wel gebeurt, dient het gemorste
onmiddellijk zorgvuldig te worden
opgenomen.
d. Brandstofhouders mogen nooit worden
gehanteerd nabij een open vlam of enig
apparaat dat vonken kan afgeven
waardoor de brandstof of dampen ervan
kunnen ontsteken.
5. Bewaar brandstof overeenkomstig
plaatselijke voorschriften en de
aanbevelingen van uw
brandstofleverancier.
6. Inspecteer hydraulische slangen en
leidingen dagelijks. Let op of u natte
slangen of olieplekken ziet en vervang
versleten of beschadigde slangen of
leidingen voordat de machine weer in
gebruik wordt genomen.
7. Controleer de motor- en hydrauliekolie aan
het begin van iedere werkdag,
voordat de motor wordt gestart. Ingeval
van een laag oliepeil moet de
brandstofdop worden verwijderd en de
vereiste hoeveelheid olie worden
bijgevuld. Nooit overvullen.
5 OPERATIONELE WERKING
5.11 DAGELIJKS ONDERHOUD
Belangrijk: Voor meer gedetailleerde
onderhoudsinformatie, bijstellingen en onderhouds-
en smeerschema’s, wordt u verwezen naar de
onderdelen- en onderhoudshandleiding.
1. Parkeer de tractor op een effen,
horizontaal oppervlak. Laat de
aanzetstukken geheel neer op de grond,
trek de parkeerrem aan, zet de motor stil
en verwijder de contactsleutel.
2. Vet en smeer alle punten waar dit nodig
is. Om brand te voorkomen dienen de
maaieenheden en de tractor na ieder
gebruik te worden gewassen.
a. Gebruik geen hogedrukspuit.
b. Spuit geen water rechtstreeks op het
instrumentenpaneel of elektrische
componenten.
c. Spuit geen water in de koelluchtinlaat
of de motorluchtinlaat.
N.B. Een warme op lopende motor mag niet
worden gewassen. Gebruik perslucht om de motor
en radiateurvinnen te reinigen.
3. Vul de brandstoftank van de tractor aan
het eind van iedere werkdag tot 25 mm
onder de vulhals.
Gebruik schone, verse #2 dieselolie met
een minimum cetaangetal van 45.
4. Hanteer brandstof met zorg gezien de
grote brandbaarheid ervan. Gebruik een
goedgekeurde brandstofhouder waarvan
de schenktuit in de vulhals past. Gebruik
geen blikken of trechters om de
brandstof over te gieten.
a. Zolang de motor loopt of nog warm is,
mag de brandstofdop nooit van de tank
worden verwijderd of brandstof worden
bijgevuld.
b. TIjdens het hanteren van brandstof
mag niet worden gerookt. De tank mag
nooit in een overdekte ruimte worden
gevuld of afgetapt.
Om ernstig lichamelijk letsel als gevolg
van hete hogedrukolie te voorkomen
mogen nooit de handen worden gebruikt
om te controleren of sprake is van
olielekken. Papier of karton is hiervoor het
aangewezen middel.
Onder druk ontsnappende hydraulische
vloeistof kan voldoende krachtig zijn
om de huid te penetreren. Waar dit
gebeurt moet de olie binnen enkele uren
chirurgisch worden verwijderd door een
dokter die vertrouwd is met deze vorm
van verwonding, aangezien gangreen hier
anders het gevolg van kan zijn.
WAARSCHUWING
NL-15
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
6 EG CERTIFICATIE
EG Conformiteitsverklaring
Wij, ondergetekenden,
Ransomes Jacobsen Limited
Ransomes Way
Ipswich, Engeland IP3 9QG
Bevestigen dat grasmaaimachine
Merk: JACOBSEN
Type: GREENS KING V PLUS
Serie: WA
Voldoet aan EG Richtlijnen en Amendmenten:
98/37/EEG, 89/336/EEG
Norm:
EN836
S. Chicken
Head of Engineering
LAWAAIPRODUCTIE
CONFORMITEITSCERTIFICAAT
Wij, ondergetekenden,
Ransomes Jacobsen Limited
Ransomes Way, Ipswich, Engeland IP3 9QG
Bevestigen dat grasmaaimachine
Categorie: CILINDERMAAIER MET MEERIJDENDE
BESTUURDER
Merk: JACOBSEN
Type: GREENS KING V PLUS SERIE: WA
Motor:-
Fabrikant: KUBOTA
Type: KUBOTA D662-E
Draaisnelheid tijdens test: 3200 r.p.m.
Voldoet aan de specificatie van Richtlijn EEG 79/113 84/538
87/252 88/180 88/181
GEGARANDEERD Geluidsvermogenniveau:99.6 dB(A) LWA
Geluidsdrukniveau: 83.0 dB(A) LpA
Type maai-inrichting: 3 cilinders, 7 of 11 messen
Maaibreedte: 157,4cm
Draaisnelheid van maai-inrichting: 2100 r.p.m.
Test voltooid bij:
AV Technology
Birdhall Lane, Cheadle Heath, Stockport, SK3 0XU
18.12.95
Rapport nr. L374
S. Chicken
Head of Engineering
6.1 CONFORMITEITSCERTIFICATEN
NL-16
JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA
VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
GARANTIE
Wij GARANDEREN dat, indien zich binnen TWAALF MAANDEN of maximaal duizend
bedrijfsuren vanaf de koopdatum, enige fabrieks- of materiaalfout voordoet, wij het
defecte onderdeel naar eigen goeddunken zullen repareren of vervangen zonder
hiervoor arbeids- of materiaalkosten in rekening te brengen, vooropgesteld dat de
claim onder deze garantie wordt ingediend via een erkendE Ransomes-dealer en dat
het defecte onderdeel, in gevallen waar we hierom verzoeken, aan ons of de dealer
wordt geretourneerd. Deze garantie is in aanvulling op iedere voorwaarde of
garantie onder de wet en sluit zulks niet uit, behalve dat wij geen aansprakelijkheid
accepteren ten aanzien van tweedehands goederen, of ten aanzien van defecten die
naar onze mening op enige wijze of in enige mate zijn toe te schrijven aan misbruik,
gebrek aan redelijke zorg of normale slijtage, dan wel aan de bevestiging van
onderdelen, vervangingen of extra componenten die niet door ons voor het doel zijn
geleverd of goedgekeurd. Gebruik van niet-aanbevolen olie of smeermiddel maakt
de garantie ongeldig.
Beschadiging als gevolg van vervoer of normale slijtage valt niet onder de garantie.
VERKOOP & SERVICE
Er bestaat een net van erkende verkoop- en servicedealers, waarvan de
bijzonderheden van uw leverancier verkrijgbaar zijn.
Wanneer de machine service of onderdelen nodig heeft, hetzij binnen of na de
garantieperiode, dan dient contact te worden opgenomen met uw leverancier of een
erkende dealer. Noem altijd het geregistreerde nummer van de machine.
Indien tijdens de aflevering enige beschadiging wordt geconstateerd, meld de
details ervan dan onmiddellijk aan de leverancier van de machine.
BELANGRIJKE NUMMERS. Het wordt geadviseerd om alle belangrijke nummers hier
te noteren:
Startschakelaar:- ...............
Dieseltank :- ...............
Tevens wordt aangeraden om de machine- en motornummers vast te leggen. Het
machineserienummer vindt u op het registratieplaatje en het motorserienummer
onder het uitlaatspruitstuk boven de startmotor.
Machinenummer :- ...............
Motornummer :- ...............
7 GARANTIE
BOB-CAT BUNTON CUSHMAN JACOBSEN RANSOMES RYAN
Equipment from Textron Turf Care and Specialty
Products is built to exacting standards ensured by
ISO 9001 registration at all our manufacturing locations.
A worldwide dealer network and factory-trained
technicians backed by Textron Parts Xpress provide
reliable, high-quality product support.
Ransomes Jacobsen Limited
Ransomes Way, Ipswich, England, IP3 9QG
English Company Registration No. 1070731
www.textronturf.com
World Class Quality, Performance and Support
GB
F
NL
D
I
Les machines Textron Turf Care and Specialty
Products sont fabriquées, dans toutes nos usines,
selon les normes de l’accréditation ISO 9001.
Textron Parts Xpress offre à sa clientèle un réseau
international de concessionnaires et de techniciens
formés pour l’Après-vente.
Qualité Totale Mondiale, Performance et Soutien
Machines van Textron Turf Care & Specialty Products worden
gebouwd volgens de hoogste normen, zoals verzekerd door
de ISO 9001 registratie die op al onze productielocaties van
toepassing is. Een wereldwijd dealernet en technici met een
fabriekopleiding voorzien, mede dankzij de back-up van
Textron Parts Xpress, in een betrouwbare
productondersteuning van hoge kwaliteit.
Kwaliteit, prestatie en ondersteuning van wereldklasse
Geräte der Firma Textron Turf Care and Speciality Products
werden nach höchst anspruchsvollen Maßstäben gefertigt. Alle
Herstellerwerke sind nach ISO 9001 zertifiziert.
Ein weltweites Händlernetz und vor Ort ausgebildete Techniker
gewährleisten in Zusammenarbeit mit Textron Parts Xpress
zuverlässige, hochqualitative Produktunterstützung.
Qualität, Leistung und Support von Weltklasse
Le apparecchiature prodotte dalla Textron Turf Care and
Specialty Products sono realizzate secondo standard rigorosi
previsti dalla registrazione alle norme ISO 9001 presso tutti i
nostri stabilimenti. La rete internazionale di rivenditori e
tecnici altamente qualificati gode del supporto esclusivo del
servizio Textron Part Xpress, unico per affidabilità e qualità
dei prodotti.
Qualità, prestazioni e assistenza di livello internazionale

Documenttranscriptie

JACOBSEN ¨ Safety and Operation Manual Manuel de Securite & de Fonctionnement Veiligheids & Bedienings handleiding Sicherheits und Bedienungs anleitung Manuale d’istruzioni per I’uso e la Sicurezza Greens King V Plus Series: WA - Engine type: Kubota D662-E Product codes: LHAG001 WARNING: If incorrectly used this machine can cause severe injury. Those who use and maintain this machine should be trained in its proper use, warned of its dangers and should read the entire manual before attempting to set up, operate, adjust or service the machine. AVERTISSEMENT : Risque de blessures graves en cas d’utilisation incorrecte de la machine. Les opérateurs et le personnel d’entretien doivent être formés et conscients des dangers encourus. Ils doivent lire avec attention le manuel avant d’essayer de monter, d’utiliser, de régler ou maintenir la machine. WAARSCHUWING: Bij verkeerd gebruik kan deze machine ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Degenen die de machine gebruiken en onderhouden moeten worden getraind in het juiste gebruik ervan, worden gewaarschuwd voor de gevaren ervan en behoren de volledige handleiding aandachtig te lezen alvorens de machine bedrijfs-klaar te maken, te bedienen, af te stellen en/of te onderhouden. WARNHINWEIS: Wenn diese Maschine nicht ordnungsgemäß verwendet wird, können ernsthafte Verletzungen verursacht werden. Personen, die diese Maschine verwenden und warten, müssen in ihrer richtigen Verwendung ausgebildet sein, auf die Gefahren aufmerksam gemacht worden sein und die Anleitung ganz gelesen haben, bevor sie versuchen, die Maschine aufzustellen, zu bedienen, einzustellen oder zu warten. AVVERTENZA: Questa macchina può causare gravi infortuni se viene utilizzata in modo errato. Prima di accingersi ad approntare, usare, mettere a punto o eseguire la manutenzione di questa macchina, coloro che la utilizzano ed i responsabili della manutenzione devono essere addestrati all’impiego della macchina, devono essere informati dei pericoli, e devono leggere l’intero manuale. GB F (RJ 100 012000) NL D JACOBSEN I Part No. 24207G (rev.0) 1 INHOUDSOPGAVE NL JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING 1 Inhoudsopgave Pagina 2 2.1 2.2 Veiligheid Operationele veiligheid ............................................... 2 Belangrijke veiligheidsoverwegingen .......................... 3 3 3.1 Decalplaatjes Decalplaatjes ............................................................... 4 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 Bedienings- en besturingsinrichting Icons ............................................................................ 5 Instrumentenpaneel ..................................................... 7 Stuurkolom .................................................................. 7 Pedalen ....................................................................... 8 Achteruitdraaischakelaar ............................................. 8 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 Operationele werking Dagelijkse inspectie ..................................................... 9 Operationeel back-up systeem ................................... 9 Bedieningsprocedures ................................................ 10 Starten ........................................................................ 11 Stoppen/Parkeren ....................................................... 11 Rijden/Transport ......................................................... 12 Tweewiel- en driewielaandrijving ............................... 12 Bediening op hellingen ............................................... 12 Maaien ........................................................................ 13 Slepen/Trailervervoer ................................................. 13 Dagelijks onderhoud ................................................... 14 6 6.1 EG Certificatie Conformiteitscertificaten ............................................ 15 7 7.1 Garantie Garantie/Verkoop & Service ...................................... 16 Alle gegevens in deze publicatie zijn gebaseerd op informatie die beschikbaar was ten tijde van de goedkeuring tot het drukken ervan. Textron Turf Care & Specialty Products behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving en zonder het oplopen van enige verplichting op ieder willekeurig tijdstip wijzigingen aan te brengen. NL-1 2 JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING VEILIGHEID NL WAARSCHUWING APPARATUUR DIE VERKEERD OF DOOR ONGETRAIND PERSONEEL WORDT BEDIEND, KAN GEVAARLIJK ZIJN. Maak uzelf vertrouwd met de locatie en het juiste gebruik van alle bedieningen. Onervaren bedieners behoren te worden geïnstrueerd door iemand die vertrouwd is met de machine alvorens toestemming te krijgen er zelf gebruik van te maken. 2.1 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. OPERATIONELE VEILIGHEID Veiligheid hangt af van de alertheid, zorg en voorzichtigheid van degenen die de machine bedienen of onderhouden. Minderjarigen mag nooit worden toegestaan om enig deel van de apparatuur te bedienen. Het behoort tot uw verantwoordelijkheid om deze handleiding te lezen, evenals alle publicaties die met deze machine zijn geassocieerd (onderdelen& onderhoudshandleiding, motorhandleiding en instructies betreffende accessoires en aanzetstukken). Als de bediener geen Nederlands kan lezen, behoort het tot de verantwoordelijkheid van de eigenaar om de in deze handleiding opgenomen informatie uit te leggen. Leer uzelf het juiste gebruik van de machine, alsmede de positie en bedoeling van alle bedienings- en besturingsregelingen voordat u ermee gaat werken. Onbekendheid kan tot ongelukken leiden. Niemand mag worden toegestaan om de machine te bedienen of onderhouden zonder eerst geschikte training en instructies te hebben ontvangen. Hetzelfde verbod geldt voor personen onder de invloed van alcohol of drugs. Draag alle noodzakelijke beschermende kleding en persoonlijke veiligheidsuitrusting ter bescherming van uw hoofd, ogen, oren, handen en voeten. Bedien de machine uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht. Inspecteer het gebied waar de machine zal worden gebruikt. Verzamel alle rommel die u kunt vinden alvorens te gaan werken. Let goed op obstakels boven uw hoofd (lage boomtakken, elektrische kabels enz.), alsmede op ondergrondse (sproeiers, leidingen, boomwortels enz.). Ga een nieuw gebied voorzichtig binnen. Blijf u bewust van verborgen gevaren. Grasknipsels mogen nooit in de richting van omstanders worden uitgeworpen. Houd iedereen op veilige afstand zolang de machine in bedrijf is. De eigenaar/bediener is verantwoordelijk voor lichamelijk letsel dat zelf of door omstanders wordt opgelopen en schade die aan eigendom wordt 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. toegebracht in gevallen waar zulks door de eigenaar/bediener kan worden vermeden. Bedien nooit een machine die niet in perfecte bedrijfsstaat verkeert, geen decalplaatjes heeft of waarvan de beschermkappen, keerschotten en/of andere beveiligingsinrichtingen niet of onvoldoende stevig zijn bevestigd. Geen enkele schakelaar mag ooit worden onderbroken of geshunt. Koolmonoxide in de uitlaatgassen kan bij inademing dodelijk zijn. Bedien de motor nooit zonder afdoende ventilatie. Brandstof is in hoge mate ontvlambaar en dient met zorg te worden gehanteerd. Houd de motor schoon. Laat hem vóór het stallen afkoelen en verwijder altijd de contactsleutel. Ontkoppel alle aandrijvingen en trek de parkeerrem aan voordat de motor wordt gestart. Dit mag uitsluitend gebeuren met de bediener op de bestuurdersplaats en nooit wanneer deze zich naast de machine bevindt. Machine en uitrusting moeten voldoen aan de laatste eisen van landelijke, provinciale en plaatselijke overheden ten aanzien van het rijden of transport over de openbare weg. Gebruik nooit uw handen om olielekken op te sporen. Hydraulische vloeistof onder druk kan de huid penetreren en ernstig letsel veroorzaken. Op hellingen dient de machine op en neer (verticaal) te worden gereden, nooit in de dwarsrichting (horizontaal). Om kantelen of verlies van controle te voorkomen, mag niet plotseling worden gestart of gestopt. Verminder de snelheid bij het nemen van scherpe bochten. Wees voorzichtig wanneer op een helling van richting wordt veranderd. Gebruik altijd de veiligheidsgordel bij het bedienen van tractors die zijn voorzien van een ROPS (rolbeugelsysteem). Gebruik nooit een veiligheidsgordel bij het bedienen van tractors zonder ROPS. Houd armen, benen en lichaam binnen het zitgedeelte wanneer het voertuig in beweging is. Deze machine behoort te worden bediend en service te worden verleend zoals gespecificeerd in deze handleiding en is bestemd voor het professionele onderhoud van kwaliteitsgazons. De machine mag niet worden gebruikt op ruw terrein of voor het maaien van lang gras. NL-2 2 JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING VEILIGHEID NL 2.2 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN Dit veiligheidssymbool wordt gebruikt om u te attenderen op potentiële gevaren. GEVAAR - duidt op dreigende gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, ZAL resulteren in dood of ernstig letsel. WAARSCHUWING - duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, KAN resulteren in dood of ernstig letsel. VOORZICHTIG - duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, KAN resulteren in licht of matig letsel en beschadiging van eigendom. Het symbool kan ook worden gebruikt om de aandacht te vestigen op onveilige praktijken. Ten behoeve van visuele duidelijkheid, kunnen in sommige illustraties in deze handleiding afschermingen, platen en andere veiligheidsinrichtingen open worden afgebeeld of zelfs ontbreken. Onder geen enkele omstandigheid mag deze apparatuur echter worden bediend zonder dat dergelijke onderdelen niet naar behoren zijn aangebracht. WAARSCHUWING Het operationele back-up systeem van deze tractor voorkomt het starten ervan tenzij de rempedaal is ingedrukt, de maaierschakelaar in de UIT-stand en de tractiepedaal in de vrijstand staat. Het systeem zet de motor stil als de bediener de bestuurdersplaats verlaat zonder de parkeerrem aan te trekken of de maaierschakelaar in de UIT-stand te zetten. De tractor mag NOOIT worden bediend tenzij het operationele back-up systeem goed functioneert. WAARSCHUWING 1. Voordat de bestuurdersplaats wegens enige reden wordt verlaten, dient het volgende te worden gedaan: a. Zet de tractiepedaal in de vrijstand. b. Schakel alle aandrijfmechanismen uit. c. Laat alle aanzetstukken op de grond neer. d. Trek de parkeerrem aan. e. Zet de motor stil en verwijder de contactsleutel. 2. Houd handen, voeten en kleding op veilige afstand van bewegende delen. Wacht tot iedere beweging is gestopt alvorens te beginnen met het schoonmaken, bijstellen of onderhouden van de machine. 3. Zorg dat het werkgebied vrij blijft van omstanders en huisdieren. 4. Er mogen nooit passagiers worden meegenomen, tenzij daarvoor een speciale zitplaats beschikbaar is. 5. Maaiapparatuur mag nooit worden bediend zonder dat het afvoerkeerschot stevig op zijn plaats zit. Door alle instructies in deze handleiding op te volgen verlengt u de levensduur van uw machine en handhaaft u maximale efficiency. Bijstellingen en onderhoud behoren altijd door een bevoegde monteur te worden uitgevoerd. Indien aanvullende informatie of service wordt gewenst, neem dan contact op met een erkende Textron Turf Care & Specialty Products Dealer. Onze dealers worden op de hoogte gehouden van de nieuwste onderhoudsmethoden ten behoeve van deze machines en kunnen een snelle en efficiënte service verlenen. NL-3 3 DECALPLAATJES NL 3.1 DECALPLAATJES A903491 Lees de bedieningshandleiding. A903489 Blijf op veilige afstand van de machine. A903492 Kom niet nabij hete oppervlakken. A903488 Beschermkappen mogen niet worden geopend of verwijderd zolang de motor loopt. A903494 Voorzichtig! Draaiende messen. A903493 Voorkom waar mogelijk dat vloeistof onder druk ontsnapt. Raadpleeg de technische handleiding voor serviceprocedures. A903490 Beschermkappen mogen niet worden verwijderd zolang de motor loopt. A911410 Explosiegevaar als de accuklemmen worden kortgesloten. A911416 NL-4 JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING Maximaal toegestane werkhelling. A903491 A903489 A903492 A903488 A903494 A903493 A903490 A911410 A911416 4 BEDIENINGS- EN BESTURINGSINRICHTING NL 4.1 JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING ICONS WAARSCHUWING Probeer nooit met de tractor te rijden voordat u de veiligheids- en bedieningshandleiding heeft gelezen en precies weet hoe de bedienings- en besturingsinrichting werkt. Maak uzelf vertrouwd met bovenafgebeelde icons en hun betekenis. Leer uzelf de positie en bedoeling van alle bedieningen en meters voordat u de tractor daadwerkelijk in gebruik neemt. NL-5 4 BEDIENINGS- EN BESTURINGSINRICHTING NL A B C E F G H I J K L Hydraulisch oliepeilschakelaar Lichtschakelaar Kooischakelaar Tractiehefboom Gashendel Parkeerrem Stroomverbreker Gloeibougieschakelaar Ontstekingsschakelaar Spanningsmeter Motoroliedruklampje NL-6 JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING M N O P Q R S T U V W Hydraulisch oliepeillampje Temperatuurmeter Urenteller Kipregeling Claxon Hefpedaal Maaipedaal Tractiepedaal Brandstofmeter Vooruit/achteruit schakelaar Achteruitdraaischakelaar (messenkooi) 4 BEDIENINGS- EN BESTURINGSINRICHTING NL 4.2 A. INSTRUMENTENPANEEL Hydraulisch oliepeilschakelaar De claxon wordt geactiveerd bij een laag oliepeil. Druk de voorkant van de schakelaar in om de claxon te testen. Druk de achterkant van de schakelaar in om de claxon te deactiveren. B. Lichtschakelaar Druk de voorkant van de schakelaar in om de koplampen te ontsteken. C. Kooischakelaar Optrekken en naar voren duwen om het kooicircuit in te schakelen. Terugtrekken om uit te schakelen. De kooien beginnen te draaien nadat de maaipedaal wordt ingedrukt. E. Tractiehefboom Regelt de rijsnelheid.Twee standen: Stand 1: maaien. Stand 2: transport. 4.3 JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING F. Gashendel Regelt het motortoerental. Naar voren drukken van de hendel zorgt voor hoger toerental en terugtrekken vermindert het toerental. G. Parkeerrem Terugtrekken om in te schakelen en naar voren duwen om uit te schakelen. Het laatste moet langzaam worden gedaan. De parkeerrem moet zijn aangetrokken om de motor te kunnen starten. H. Stroomverbreker Als de meters of het ontstekingssysteem niet goed werken, controleer dan de stroomverbreker en druk daarna de kap ervan in om hem te heractiveren. I. Gloeibougieschakelaar Wordt gebruikt om de gloeibougies in werking te stellen. J. Ontstekingsschakelaar Wordt gebruikt om de motor te starten. Verwijder de contactsleutel wanneer de tractor buiten gebruik is. P. Kipregeling Optrekken om de kipregeling te ontgrendelen en het stuurwiel bij te stellen tot de gewenste positie. Q. Claxon Wordt geactiveerd zodra het hydraulisch oliepeil onder een veilig niveau daalt. STUURKOLOM K. Spanningsmeter Geeft het accuvermogen aan. Tijdens normale werking mag de meter zich nooit in het rode gedeelte bevinden. L. Motoroliedruklampje Het controlelampje gaat branden zodra de motoroliedruk daalt. Stel de oorzaak vast en verhelp het probleem alvorens het werk voort te zetten. M. Hydraulisch oliepeillampje Het controlelampje gaat branden als het oliepeil onder een veilig niveau daalt. N. Temperatuurmeter Geeft de motorkoelmiddeltemperatuur aan. De normale bedrijfstemperatuur dient 85-910C te zijn. O. Urenteller Wordt gebruikt om perioden tussen onderhoudsbeurten of maaiwerkzaamheden te timen. De teller functioneert uitsluitend wanneer de contactsleutel in de AAN-stand staat. NL-7 4 BEDIENINGS- EN BESTURINGSINRICHTING NL 4.4 R. S. 4.5 V. NL-8 JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING PEDALEN Hefpedaal Wordt gebruikt om de aanzetstukken omhoog te brengen. Keert na indrukking om de maaieenheden te heffen terug naar de vrijstand zodra de functie is voltooid. (Pedaal niet ingedrukt houden). Maaipedaal Wordt gebruikt om de aanzetstukken neer te laten. Druk de pedaal in om de maaieenheden neer te laten en de kooien in te schakelen. Deze starten automatisch wanneer de kooischakelaar in de AAN-stand wordt gezet. De pedaal keert naar de vrijstand terug zodra de functie is voltooid. (Pedaal niet ingedrukt T. houden). Tractiepedaal Wordt gebruikt om de richting en snelheid van de machine te regelen. Druk op de voorkant van de pedaal (T 1 ) om vooruit en op de achterkant ervan (T 2 ) om achteruit te rijden. De pedaal keert bij loslaten naar de vrijstand terug. U. Brandstofmeter Geeft het brandstofpeil in de tank aan. W. Achteruitdraaischakelaar (messenkooi) Onderhoudsfunctie: uitsluitend bestemd voor het aanscherpen van kooimessen en ondermes. N.B. De schakelaar moet voor normale werking in de ‘voorwaartse draairichting’ staan. ACHTERUITDRAAISCHAKELAAR Vooruit/achteruit schakelaar Wordt gebruikt om de draairichting van sommige aanzetstukken te selecteren en tevens om de kooien achteruit te draaien of vrij te maken. 5 JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING OPERATIONELE WERKING NL 5.1 DAGELIJKSE INSPECTIE 2. Controleer de brandstoftoevoer, het peil van het radiateurkoelmiddel, de carterolie en de luchtfilterindicator. Alle vloeistoffen moeten het vol-streepje bereiken wanneer de motor koud is. 3. Zorg ervoor dat alle maaieenheden tot dezelfde maaihoogte zijn afgesteld. 4. Controleer of de banden de juiste spanning hebben. 5. Test het operationele back-up systeem. WAARSCHUWING De dagelijkse inspectie mag uitsluitend worden uitgevoerd wanneer de motor is stilgezet en alle vloeistoffen zijn afgekoeld. Laat de maaieenheden op de grond neer, trek de parkeerrem aan, schakel de motor uit en verwijder de contactsleutel. 1. Voer een visuele inspectie van de volledige machine uit. Let daarbij op tekenen van slijtage, loszittende bevestigingen en ontbrekende of beschadigde onderdelen. Controleer op brandstof- en olielekken om er zeker van te zijn dat de aansluitingen stevig vastzitten en de slangen en leidingen in goede conditie verkeren. 5.2 OPERATIONEEL BACK-UP SYSTEEM 1. Het operationele back-up systeem voorkomt het starten van de motor tenzij de parkeerrem is aangetrokken, de tractiepedaal in de vrijstand en de kooischakelaar in de UITstand staat. Het systeem stopt de motor ook indien de bediener de bestuurdersplaats verlaat terwijl de kooischakelaar in de AANstand staat, de maai- of hefpedalen NIET IN DE VRIJSTAND staan of de parkeerrem NIET IS AANGETROKKEN. WAARSCHUWING • de motor start niet in test 1; P a rk e e rre m A a n g e tro k k e n N e e de motor start tijdens tests 2, 3 of 4; de motor blijft lopen tijdens tests 5 of 6. 3. Raadpleeg bij iedere test onderstaande tabel en volg de horizontale controlemarkeringen. Tussen twee tests moet de motor worden stilgezet. Test 1: Vertegenwoordigt normale startprocedure. De bediener is gezeten, met zijn voeten los van de pedalen, de parkeerrem is aangetrokken, en de kooischakelaar staat in de UIT-stand. De motor behoort te starten. Test 4: De motor behoort niet te starten als de maai- of hefpedaal is ingedrukt. Voer alle onderstaande tests uit om te verzekeren dat het operationele back-up systeem goed werkt. Stop hiermee en laat het systeem inspecteren en eventueel repareren ingeval een van de tests negatief is. J a • • Test 3: De motor behoort niet te starten als de parkeerrem NIET is aangetrokken. 2. B e d ie n e r g e z e te n N ie ta a n g e tro k k e n Test 5: Start de motor op de normale manier, zet dan de kooischakelaar in de AAN-stand en verhef u van de zitting.Y Y Test 6: Start the motor op de normale manier, ontspan dan de parkeerrem en verhef u van de zitting.Y Y M a a i/h e fp e d a a l in v r ijs ta n d K o o is c h a k e la a r J a A a n 1 ü ü ü 2 ü ü ü 3 ü ü 4 ü 5 ü Y 6 ü Y N e e ü U it J a ü ü ü ü ü ü N e e ü ü ü ü M o to r s ta r t ü ü ü ü Y Voor meer gedetailleerde onderhoudsinformatie, bijstellingen en onderhouds- en smeerschema’s wordt u verwezen naar de onderdelen en onderhouds-handleiding. Test 2: De motor behoort niet te starten als de kooischakelaar in de AAN-stand staat. Bedien de machine nooit terwijl het operationele back-up systeem is uitgeschakeld of niet goed functioneert. Geen enkele schakelaar mag worden onderbroken of geshunt. Test N.B. ü Y ü Y H a a l u w g e w i c h t v a n d e z i t t i n g . D e m o to r s to p t. NL-9 5 OPERATIONELE WERKING NL 5.3 JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING BEDIENINGSPROCEDURES WAARSCHUWING 6. Wees voorzichtig tijdens het maaien in de nabijheid van grindoppervlakken (rijwegen, parkeerplaatsen, karrensporen enz.). Door aanzetstukken weggeworpen stenen kunnen ernstig letsel toebrengen aan omstanders en/of de machine beschadigen. 7. Zet de kooischakelaar altijd in de UITstand om de messen te stoppen wanneer er niet wordt gemaaid. 8. Schakel de aandrijfmotors uit en breng de kooien omhoog tijdens het oversteken van paden of wegen en let goed op het langskomend verkeer. 9. De machine moet onmiddellijk worden gestopt en op beschadiging worden geïnspecteerd na het raken van een obstakel of wanneer sprake is van abnormale trilling. Iedere noodzakelijk reparatie moet worden uitgevoerd voordat het werk wordt hervat. Teneinde lichamelijk letsel te helpen voorkomen dienen behalve een veiligheidsbril altijd leren werkschoenen of laarzen, een helm en oorbescherming te worden gedragen. 1. Onder geen enkele omstandigheid mag de machine worden gestart zonder dat de bediener op de bestuurdersplaats zit. 2. De tractor of de aanzetstukken mogen niet worden bediend wanneer sprake is van losse, beschadigde of ontbrekende onderdelen. Waar mogelijk dient het gras droog te worden gemaaid. 3. Maai eerst een proefgebied om vertrouwd te raken met de werking van de tractor en de bedienings- en besturingsinrichting. De kooien mogen nooit worden bediend tenzij ze gras maaien, aangezien er anders tussen de kooimessen en het ondermes warmte wordt ontwikkeld die de snijrand beschadigt. 4. Bekijk het werkgebied aandachtig om de beste en veiligste bedieningsprocedure te kunnen bepalen. Hiertoe behoren de hoogte van het gras, het type terrein en de conditie van het oppervlak. Iedere conditie vereist zijn eigen specifieke afstellingen of voorzorgsmaatregelen. 5. Knipsels mogen nooit in de richting van omstanders worden uitgeworpen, noch dient iemand zich in de buurt van de machine te bevinden zolang deze operationeel is. De eigenaar/bediener is verantwoordelijk voor lichamelijk letsel van omstanders en/of schade aan hun eigendommen. WAARSCHUWING Om lichamelijk letsel te voorkomen dienen, alvorens te beginnen met het schoonmaken, bijstellen of repareren van deze machine, altijd eerst alle aandrijvingen te worden uitgeschakeld en de aanzetstukken op de grond te worden neergelaten. Verder moet de motor worden stilgezet en de contactsleutel verwijderd. 10. Op hellingen dient de snelheid te worden verminderd en extra voorzichtigheid in acht te worden genomen: lees sectie 5.8. Dit geldt met name voor scherpe dalingen. 11. Kijk goed naar alle kanten (ook onder de machine) voordat u achteruitrijdt om er zeker van te zijn dat de weg vrij is. Neem u in acht tijdens het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen of andere objecten die het uitzicht kunnen belemmeren. 12. Gebruik nooit uw handen om maaieenheden te reinigen. Grasknipsel dient met een borstel van de messen te worden verwijderd. Deze zijn namelijk bijzonder scherp en kunnen ernstige verwondingen veroorzaken. WAARSCHUWING Ruim alle rommel op die u voorafgaande aan het maaien kunt vinden. Ga een nieuw gebied voorzichtig binnen.Werk altijd met snelheden die u in staat stellen om volledige controle over de machine te behouden. NL-10 5 OPERATIONELE WERKING NL 5.4 STARTEN BELANGRIJK: Gebruik geen starthulpvloeistoffen. Dergelijke vloeistoffen zijn in het luchtinlaatsysteem namelijk potentieel explosief of kunnen een toestand creëren waarin de motor ‘op hol slaat’ en ernstig wordt beschadigd. 1. Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep geheel openstaat, de achteruitdraaischakelaar in de UIT-stand staat en de sleepklep (zie sectie 5.10) is gesloten. 2. Ga op de bestuurdersplaats zitten, en overtuig u ervan dat de kooischakelaar (C) in de UIT-stand staat, de parkeerrem is aangetrokken en alle pedalen in de vrijstand staan. Houd uw voeten van de pedalen. 3. Zet de gashendel (F) tussen 1/8 en 1/2 regelstand en draai de contactsleutel (J) naar de AAN-stand. JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING 4. Draai de contactsleutel (J) naar de AANstand en laat hem los zodra de motor aanslaat. Houd de sleutel per keer niet langer dan 15 seconden in de AAN-stand. 5. Zorg dat de motor goed gesmeerd is en laat hem eerst warmlopen voordat met een hoog toerental wordt gewerkt . Druk de gloeibougieschakelaar (I) ongeveer 3-5 seconden in laat hem dan weer los. Hoe lager de temperatuur, des te langer duurt het om de bougies in werking te stellen. De schakelaar mag niet langer dan 5 seconden worden ingedrukt. Deze stap is overbodig wanneer een warme motor wordt gestart. 5.5 STOPPEN / PARKEREN a. Laat de tractiepedaal los om de tractor geheel tot stilstand te brengen. Stoppen Haal uw voet van de tractiepedaal. De tractor remt automatisch wanneer de tractiepedaal naar de vrijstand terugkeert. b. Schakel alle aandrijvingen uit, laat de aanzetstukken op de grond neer, zet de gashendel terug naar ‘langzaam’ en laat de motor ongeveer een minuut onbelast draaien. Parkeren van de tractor onder normale omstandigheden 3. 1. Schakel de kooischakelaar (C) uit, breng de aanzetstukken omhoog en verlaat het werkgebied. 2. Kies een vlak en horizontaal gebied om te parkeren. Trek de parkeerrem aan, zet de motor stil en verwijder altijd de contactsleutel. Als zich een noodgeval voordoet en de tractor op het werkgebied moet worden geparkeerd, volg dan de richtlijnen van de betreffende terreinopzichter.Als de tractor op een helling wordt geparkeerd, moeten de wielen worden geklampt. NL-11 5 OPERATIONELE WERKING NL 5.6 RIJDEN / TRANSPORT Alle in deze handleiding opgenomen veiligheidsaanwijzingen moeten worden gelezen en opgevolgd wanneer de tractor wordt gereden of getransporteerd. Zie sectie 5.3 voor algemene bedieningsvoorschriften. Bij achteruitrijden moet vooral goed achter de machine worden gekeken of de weg vrij is. JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING 2. Zet de parkeerrem los, zet de gashendel in de “snelle” stand en beweeg de tractiehefboom naar “2”. Druk de tractiepedaal langzaam in. 3. Gebruik voor transport altijd stand “2”. Waar sprake is van driewielaandrijving en extra vermogen is vereist, dient de kooischakelaar (C) kort te worden geactiveerd en de tractiehefboom in stand “1” te worden gezet om de driewielaandrijving in werking te stellen. Belangrijk: Als deze tractor op de openbare weg wordt gereden, moet worden voldaan aan lokale wetten en voorschriften. Neem contact op met de plaatselijke autoriteiten om op de hoogte te zijn van deze verordeningen alsmede de eisen t.a.v. de machine. 1. VOORZICHTIG Om kantelen of verlies van controle te voorkomen dient bij het nemen van bochten met verminderde snelheid te worden gereden. Schakel alle aandrijvingen uit en breng de aanzetstukken omhoog in de transportstand wanneer naar en van het werkgebied wordt gereden. 5.7 TWEEWIEL- EN DRIEWIELAANDRIJVING De tractor is ontworpen om naar de driewielaandrijvingsstand over te gaan wanneer de kooischakelaar (C) in de AAN-stand wordt gezet, de tractiehefboom (F) in stand “1” staat en de tractiepedaal (T) wordt ingedrukt ten behoeve van voorwaartse beweging. De driewielaandrijvingsfunctie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de tractiepedaal (T) wordt ingedrukt voor “achteruit”, de tractiehefboom (F) in stand “2” of de kooischakelaar (C) in de UIT-stand wordt gezet. 5.8 1. Maai altijd met ‘vol gas’, maar reduceer de rijsnelheid om de juiste maaifrequentie te handhaven. 2. Als de tractor de neiging heeft om de glijden of als de banden het gras beginnen te ‘markeren’, manoeuvreer de tractor dan naar een minder steile positie totdat de tractie is hersteld of de bandensporen verdwijnen. 3. Als het glijden of markeren (als onder punt 1) voortduurt, dan is de helling te steil om veilig te bewerken. Ga in zo’n geval niet verder, maar verlaat dit gedeelte langzaam en voorzichtig. 4. Tijdens het afdalen langs een steile helling dienen de aanzetstukken altijd op de grond te worden neergelaten om de kans op kantelen te verminderen. BEDIENING OP HELLINGEN WAARSCHUWING Om de kans op kantelen te minimaliseren, wordt de veiligste methode tijdens het werken op hellingen en terrasvormig terrein vertegenwoordigd door op en neer rijden (verticaal) en niet in de dwarsrichting (horizontaal). Vermijd onnodig draaien, rijd met lage snelheid en blijf goed letten op verborgen gevaren. VOORZICHTIG Bedien deze tractor niet op hellingen steiler dan 150. De tractor is ontworpen om onder normale maaiomstandigheden goede tractie en stabiliteit te demonstreren. Tijdens het werken op hellingen, met name ruw terrein, of wanneer het gras nat is, dient grote voorzichtigheid in acht te worden genomen. Nat gras vermindert de tractie en de besturingscontrole. NL-12 Juiste bandenspanning is van essentieel belang voor maximale tractie. 5 OPERATIONELE WERKING NL 5.9 MAAIEN WAARSCHUWING Teneinde ernstig lichamelijk letsel te voorkomen moeten handen, voeten en kleding altijd op veilige afstand van de maaieenheden blijven wanneer de messen draaien. Gebruik NOOIT uw handen om de maaieenheden schoon te maken. Grasknipsel dient met een borstel van de messen te worden geveegd, aangezien deze scherp zijn en verwondingen kunnen veroorzaken. Om de maaieenheden vrij te maken van verstoppingen moet de kooischakelaar in de UIT-stand worden gezet. Trek daarna de parkeerrem aan, zet de motor stil, haal de contactsleutel eruit en verwijder het obstakel. Maaien 1. JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING Start de motor en laat de maaieenheden op de grond neer. De hefcilinder moet volledig zijn uitgeschoven om de maaieenheden op de voorgeschreven wijze te laten zweven. N.B. Om beschadiging van kooi en ondermes te voorkomen mogen de messen nooit worden bediend anders dan voor het maaien van gras. 2. Zet de kooischakelaar in de AAN-stand en ontspan de parkeerrem. 3. Beweeg de gashendel naar de “SNELLE” stand en druk de tractiepedaal daarna langzaam in tot de gewenste maaisnelheid is bereikt. a. Voor een volmaakt evenwichtig maaipatroon dienen de banen elkaar zo’n 5 cm te overlappen. b. Bij het oversteken van paden of wegen moet worden gestopt om de maaieenheden in de transportstand te zetten. Let goed op langskomend verkeer. 4. Voor verwijdering of installering van de grasvangers moeten de maaieenheden op de grond worden neergelaten.Trek daarna de parkeerrem aan en zet de motor stil. Kantel de grasvangerconstructie zodanig dat de voorrand vrij blijft van het maaiergestel en schuif de grasvanger vervolgens van of op zijn frame. 5.10 SLEPEN / TRAILERVERVOER Als de tractor een probleem vertoont waarvoor hij uit bedrijf moet worden genomen en het werkgebied moet verlaten, dient het vervoer op een trailer te gebeuren. Als er geen trailer beschikbaar is, kan de tractor met lage snelheid over korte afstanden worden gesleept. De sleepklep (Z) bevindt zich op de aandrijfpomp onder de motorkap. Om de klep te openen dient u een pen in het gaatje in de klep te steken en de klep maximaal een volle slag linksom te draaien. Na het slepen moet de klep volledig worden gesloten en de afdekkap worden teruggeplaatst. N.B. De snelheid tijdens het slepen mag niet hoger zijn dan 3,2 km/uur. Slepen over langere afstanden wordt afgeraden. Tijdens het op- en afladen van de tractor dient grote voorzichtigheid te worden betracht. Zet de tractor goed vast op de trailer om te voorkomen dat hij tijdens het vervoer verrolt of verschuift. Voorafgaande aan het slepen dient de sleepklep te worden geopend. Dit stelt u in staat om de tractor te verplaatsen zonder de motor te starten en voorkomt mogelijke beschadiging van hydraulische onderdelen. NL-13 5 OPERATIONELE WERKING NL JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING 5.11 DAGELIJKS ONDERHOUD c. De tank mag nooit worden overvuld of geheel leeg raken. Mors geen brandstof. Waar dit wel gebeurt, dient het gemorste onmiddellijk zorgvuldig te worden opgenomen. d. Brandstofhouders mogen nooit worden gehanteerd nabij een open vlam of enig apparaat dat vonken kan afgeven waardoor de brandstof of dampen ervan kunnen ontsteken. Belangrijk: Voor meer gedetailleerde onderhoudsinformatie, bijstellingen en onderhoudsen smeerschema’s, wordt u verwezen naar de onderdelen- en onderhoudshandleiding. 1. 2. Parkeer de tractor op een effen, horizontaal oppervlak. Laat de aanzetstukken geheel neer op de grond, trek de parkeerrem aan, zet de motor stil en verwijder de contactsleutel. 5. Vet en smeer alle punten waar dit nodig is. Om brand te voorkomen dienen de maaieenheden en de tractor na ieder gebruik te worden gewassen. WAARSCHUWING Om ernstig lichamelijk letsel als gevolg van hete hogedrukolie te voorkomen mogen nooit de handen worden gebruikt om te controleren of sprake is van olielekken. Papier of karton is hiervoor het aangewezen middel. a. Gebruik geen hogedrukspuit. b. Spuit geen water rechtstreeks op het instrumentenpaneel of elektrische componenten. c. Spuit geen water in de koelluchtinlaat of de motorluchtinlaat. Onder druk ontsnappende hydraulische vloeistof kan voldoende krachtig zijn om de huid te penetreren. Waar dit gebeurt moet de olie binnen enkele uren chirurgisch worden verwijderd door een dokter die vertrouwd is met deze vorm van verwonding, aangezien gangreen hier anders het gevolg van kan zijn. N.B. Een warme op lopende motor mag niet worden gewassen. Gebruik perslucht om de motor en radiateurvinnen te reinigen. 3. Vul de brandstoftank van de tractor aan het eind van iedere werkdag tot 25 mm onder de vulhals. Gebruik schone, verse #2 dieselolie met een minimum cetaangetal van 45. 4. Hanteer brandstof met zorg gezien de grote brandbaarheid ervan. Gebruik een goedgekeurde brandstofhouder waarvan de schenktuit in de vulhals past. Gebruik geen blikken of trechters om de brandstof over te gieten. a. Zolang de motor loopt of nog warm is, mag de brandstofdop nooit van de tank worden verwijderd of brandstof worden bijgevuld. b. TIjdens het hanteren van brandstof mag niet worden gerookt. De tank mag nooit in een overdekte ruimte worden gevuld of afgetapt. NL-14 Bewaar brandstof overeenkomstig plaatselijke voorschriften en de aanbevelingen van uw brandstofleverancier. 6. Inspecteer hydraulische slangen en leidingen dagelijks. Let op of u natte slangen of olieplekken ziet en vervang versleten of beschadigde slangen of leidingen voordat de machine weer in gebruik wordt genomen. 7. Controleer de motor- en hydrauliekolie aan het begin van iedere werkdag, voordat de motor wordt gestart. Ingeval van een laag oliepeil moet de brandstofdop worden verwijderd en de vereiste hoeveelheid olie worden bijgevuld. Nooit overvullen. CILINDERMAAIER MET MEERIJDENDE BESTUURDER JACOBSEN GREENS KING V PLUS SERIE: WA Rapport nr. L374 18.12.95 S. Chicken Head of Engineering Test voltooid bij: AV Technology Birdhall Lane, Cheadle Heath, Stockport, SK3 0XU Type maai-inrichting: 3 cilinders, 7 of 11 messen Maaibreedte: 157,4cm Draaisnelheid van maai-inrichting: 2100 r.p.m. GEGARANDEERD Geluidsvermogenniveau: 99.6 dB(A) LWA Geluidsdrukniveau: 83.0 dB(A) LpA WA Serie: Norm: EN836 98/37/EEG, 89/336/EEG S. Chicken Head of Engineering NL EEG 79/113 84/538 87/252 88/180 88/181 GREENS KING V PLUS Type: Voldoet aan EG Richtlijnen en Amendmenten: JACOBSEN Merk: Bevestigen dat grasmaaimachine Ransomes Jacobsen Limited Ransomes Way Ipswich, Engeland IP3 9QG Wij, ondergetekenden, EG CERTIFICATIE Voldoet aan de specificatie van Richtlijn Motor:Fabrikant: KUBOTA Type: KUBOTA D662-E Draaisnelheid tijdens test: 3200 r.p.m. Merk: Type: Categorie: Bevestigen dat grasmaaimachine Ransomes Jacobsen Limited Ransomes Way, Ipswich, Engeland IP3 9QG Wij, ondergetekenden, EG Conformiteitsverklaring 6.1 CONFORMITEITSCERTIFICAAT LAWAAIPRODUCTIE 6 JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING CONFORMITEITSCERTIFICATEN NL-15 7 GARANTIE NL JACOBSEN GREENS KING V PLUS Serie: WA VEILIGHEIDS- EN BEDIENINGSHANDLEIDING GARANTIE Wij GARANDEREN dat, indien zich binnen TWAALF MAANDEN of maximaal duizend bedrijfsuren vanaf de koopdatum, enige fabrieks- of materiaalfout voordoet, wij het defecte onderdeel naar eigen goeddunken zullen repareren of vervangen zonder hiervoor arbeids- of materiaalkosten in rekening te brengen, vooropgesteld dat de claim onder deze garantie wordt ingediend via een erkendE Ransomes-dealer en dat het defecte onderdeel, in gevallen waar we hierom verzoeken, aan ons of de dealer wordt geretourneerd. Deze garantie is in aanvulling op iedere voorwaarde of garantie onder de wet en sluit zulks niet uit, behalve dat wij geen aansprakelijkheid accepteren ten aanzien van tweedehands goederen, of ten aanzien van defecten die naar onze mening op enige wijze of in enige mate zijn toe te schrijven aan misbruik, gebrek aan redelijke zorg of normale slijtage, dan wel aan de bevestiging van onderdelen, vervangingen of extra componenten die niet door ons voor het doel zijn geleverd of goedgekeurd. Gebruik van niet-aanbevolen olie of smeermiddel maakt de garantie ongeldig. Beschadiging als gevolg van vervoer of normale slijtage valt niet onder de garantie. VERKOOP & SERVICE Er bestaat een net van erkende verkoop- en servicedealers, waarvan de bijzonderheden van uw leverancier verkrijgbaar zijn. Wanneer de machine service of onderdelen nodig heeft, hetzij binnen of na de garantieperiode, dan dient contact te worden opgenomen met uw leverancier of een erkende dealer. Noem altijd het geregistreerde nummer van de machine. Indien tijdens de aflevering enige beschadiging wordt geconstateerd, meld de details ervan dan onmiddellijk aan de leverancier van de machine. BELANGRIJKE NUMMERS. Het wordt geadviseerd om alle belangrijke nummers hier te noteren: Startschakelaar:- ............... Dieseltank :- ............... Tevens wordt aangeraden om de machine- en motornummers vast te leggen. Het machineserienummer vindt u op het registratieplaatje en het motorserienummer onder het uitlaatspruitstuk boven de startmotor. Machinenummer :- ............... Motornummer :- ............... NL-16 GB World Class Quality, Performance and Support Equipment from Textron Turf Care and Specialty Products is built to exacting standards ensured by ISO 9001 registration at all our manufacturing locations. A worldwide dealer network and factory-trained technicians backed by Textron Parts Xpress provide reliable, high-quality product support. F Qualité Totale Mondiale, Performance et Soutien Les machines Textron Turf Care and Specialty Products sont fabriquées, dans toutes nos usines, selon les normes de l’accréditation ISO 9001. Textron Parts Xpress offre à sa clientèle un réseau international de concessionnaires et de techniciens formés pour l’Après-vente. NL Kwaliteit, prestatie en ondersteuning van wereldklasse Machines van Textron Turf Care & Specialty Products worden gebouwd volgens de hoogste normen, zoals verzekerd door de ISO 9001 registratie die op al onze productielocaties van toepassing is. Een wereldwijd dealernet en technici met een fabriekopleiding voorzien, mede dankzij de back-up van Textron Parts Xpress, in een betrouwbare productondersteuning van hoge kwaliteit. D Qualität, Leistung und Support von Weltklasse Geräte der Firma Textron Turf Care and Speciality Products werden nach höchst anspruchsvollen Maßstäben gefertigt. Alle Herstellerwerke sind nach ISO 9001 zertifiziert. Ein weltweites Händlernetz und vor Ort ausgebildete Techniker gewährleisten in Zusammenarbeit mit Textron Parts Xpress zuverlässige, hochqualitative Produktunterstützung. I Qualità, prestazioni e assistenza di livello internazionale Le apparecchiature prodotte dalla Textron Turf Care and Specialty Products sono realizzate secondo standard rigorosi previsti dalla registrazione alle norme ISO 9001 presso tutti i nostri stabilimenti. La rete internazionale di rivenditori e tecnici altamente qualificati gode del supporto esclusivo del servizio Textron Part Xpress, unico per affidabilità e qualità dei prodotti. BOB-CAT BUNTON CUSHMAN Ransomes Jacobsen Limited Ransomes Way, Ipswich, England, IP3 9QG English Company Registration No. 1070731 www.textronturf.com JACOBSEN RANSOMES RYAN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94

Jacobsen LHAG001 de handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
de handleiding