Vetus OB125, OB225 Installatie gids

Categorie
Waterpompen
Type
Installatie gids
Inhoud
Inleiding 1
Montage 1
Vullen en ontluchten 3
Technische gegevens 5
Onderhoud 5
Hoofdafmetingen 31
Hydraulische schema's 32-33
I n l e i d i n g 1
M o n t a g e 1
V u l l e n e n o n t l u c h t e n 3
T e c h n i s c h e g e g e v e n s 5
O n d e r h o u d 5
H o o f d a f m e t i n g e n 3 1
H y d r a u l i s c h e s c h e m a s 3 2 - 3 3
Table of Contents
Introduction 6
Fitting 6
Filling and bleeding 8
Technical Data 10
Maintenance 10
Overall Dimensions 31
Hydraulic Diagrams 32-33
Inhalt n h a l t
Einleitung 11
Montage 11
Füllen und entlüften 13
Technische Daten 15
Wartung 15
Hauptabmessungen 31
Hydraulische Schaltpläne 32-33
Sommaire
Introduction 16
Montage 16
Remplissage et purge 18
Fiche technique 20
Entretien 20
Dimensions principales 31
Schémas hydrauliques 32-33
Índice
Introducción 21
Montaje 21
Llenado y purga 23
Características técnicas 25
Mantenimiento 25
Dimensiones principales 31
Esquemas hidráulicos 32-33
Indice
Introduzione 26
Montaggio 26
Riempimento e sfiato 28
Dati tecnici 30
Manutenzione 30
Dimensioni principali 31
Schemi idraulici 32-33
020123.01 1
Hydraulische besturing OB125, OB225
Inleiding
Een hydraulisch besturingssysteem bestaat in basis uit één of
meer pompen en een cilinder, zie schema’s ‘1’ en ‘2’ *.
De pomp HTPxx10R is voorzien van een opgebouwde terug-
slagklep. Hiermee wordt het gevoel van roerdruk op het
stuurwiel voorkomen.De pomp is tevens voorzien van een
overdrukventiel.
Bij een hydraulisch besturingssysteem met 2 pompen zorgt de
terugslagklep er tevens voor om automatisch te kunnen ‘over-
nemen’ van de ene stuurpomp naar de andere, alsmede om
meedraaien van de niet gebruikte stuurpomp te voorkomen. Zie
schema’s ‘1’ en ‘2’ *.
Bij een hydraulisch besturingssysteem met 3 pompen (2 hand-
pompen en 1 EHP) zijn om bovenvermelde redenen de terug-
slagkleppen noodzakelijk; zie schema’s ‘3’ en ‘4’ *. De EHP
type ‘R’ is reeds voorzien van een ingebouwde terugslagklep.
Het gevolg geven aan de hierna volgende aanbevelingen zal
resulteren in een langere levensduur en in betere prestaties van
uw hydraulische besturingssysteem.
Pas uitsluitend een type hydraulische olie toe zoals gespeci-
ficeerd bij de technische gegevens.
Voer regelmatig het aangegeven onderhoud uit.
*) Voor de verschillende aansluitschema’s, zie ‘Hydraulische
schema’s’ blz 32-33.
Montage
Voorkom tijdens de montage las-, verfspetters en beschadigin-
gen op de stuurpomp-as en op de zuigerstang van de cilinder.
Beschadigingen kunnen de oliekeerringen vernielen met als
resultaat olielekkage.
Stuurpomp
De stuurpomp is standaard voorzien van een vuldop zonder
beluchtingsgat. De vuldop dient zich altijd aan de bovenzijde,
op het hoogste punt, te bevinden.
Een vuldop met beluchtingsgat wordt los meegeleverd.
Indien er meerdere stuurpompen in de installatie zijn opgeno-
men, dienen alle oliereservoirs met elkaar verbonden te worden
door middel van een vereffeningsleiding.
De pomp mag in elke stand, tussen horizontaal en verticaal,
worden opgesteld.
Monteer de meegeleverde draad-einden met behulp van Loctite
®
in de stuurpomp.
Bij een enkele bediening (1
stuurpomp) dient in de stuur-
pomp een vuldop met beluch-
tingsgat te worden gemonteerd.
Bij een dubbele bediening (2
stuurpompen) dient in de
bovenste stuurpomp een vul-
dop met beluchtingsgat te wor-
den gemonteerd.
Cilinder
Om doelmatig te kunnen ontluchten dienen de ontluchtingsnip-
pels van de cilinder naar boven te wijzen.
Er dienen voorzieningen te worden getroffen om de cilinder-
stang tegen vocht, vuil en zeewater te beschermen.
De stuurgeleidebuis (2) is reeds gemonteerd.
Vet de schroefdraad van de los meegeleverde messing moer
(1) in.
Schroef op de ene zijde van de stuurgeleidebuis (2) de los
meegeleverde messing moer (1).
Steek vervolgens de stang (3) door de stuurgeleidebuis (2). Vul
de vrije ruimte tussen de stuurgeleidebuis (2) en de 2 beugels
(4) op door middel van de meegeleverde vulringen (5).
Draai als laatste de messing moer (1) vast en schroef het borg-
schroefje van de messing moer vast op de stuurgeleidebuis (2).
Vet de scharnierpunten van de verbindingsstang (7) in.
Let op!
Draai de zelfborgende moeren (6) zodanig vast dat de gehele
cilinder spelingvrij kan scharnieren om de stuurgeleidebuis (2).
Controleer of de zuigerstang vrij te bewegen is.
NEDERLANDS
2
1
3
4
4
5
5
6
6
7
2 020123.01
Hydraulische besturing OB125, OB225
Olie expansietank
Een deel van de handstuurpomp dient als olie expansietank. De
benodigde expansie ruimte is afhankelijk van de hoeveelheid
olie waarmee het besturingssysteem gevuld is én van de te
verwachten minimale en maximale omgevingstemperatuur.
Als de expansie ruimte te klein is, zal tijdens expansie de olie via
het beluchtingsgat, in de vuldop van de (bovenste) stuurpomp,
ontwijken.
Installeer daarom een extra olie expansietank indien:
- een besturingssysteem bestaat uit twee handstuurpompen
en een elektro-hydraulische pomp
- de totale lengte van de leiding zeer groot is
- tijdens bedrijf zeer sterke temperatuurschommelingen ver-
wacht worden
- ook wanneer tijdens bedrijf heftig bewegen van het vaar-
tuig verwacht wordt dient het de aanbeveling een extra olie
expansietank te installeren.
Bovendien vereenvoudigd een extra olie expansietank het vul-
len van het systeem en het controleren van het olieniveau.
Monteer de olie expansietank boven de (bovenste) stuurpomp.
Maak het beluchtingsgat in de vuldop van de (bovenste) stuur-
pomp dicht.
Sluit de olie expansietank aan op de bovenste verbindingslei-
ding aansluiting van de stuurpomp met behulp van een slang
en een slangpilaar.
N.B. Dit deel van het besturingssysteem is vrijwel drukloos (de
druk is afhankelijk van de hoogte van de vloeistofkolom tussen
expansietank en stuurpomp).
De dop van de Vetus olie expansietank is voorzien van een
beluchting; zorg ervoor dat bij toepassing van een andere tank
deze beluchting ook aanwezig is.
Fittingen
Gebruik voor het afdichten van de schroefdraadverbindingen
nooit teflon tape; ook het gebruik van een vloeibaar afdicht-
middel dient met grote zorg te gebeuren; indien afdichtmid-
delen in het hydraulische systeem komen kan dit storingen
veroorzaken.
Stuurpomp:
De aansluitingen voor de leidingen naar de cilinder zijn reeds
gemonteerd.
Indien een vereffeningsleiding moet worden aangesloten, die-
nen de fittingen (G 1/4) te worden gemonteerd met aluminium
of koperen afdichtringen.
Cilinder:
De aansluitingen voor de leidingen van de stuurpomp zijn reeds
gemonteerd.
Installatie van de slangen
De afzonderlijke delen van de hydraulische besturing dienen
met elkaar te worden verbonden door middel van nylon slang
(8 mm inwendig, 12 mm uitwendig).
Hydraulische besturing met dubbele bediening:
Verbindt de slangen van beide pompen met de cilinder via T-
stukken.
Raadpleeg de schema’s ‘1’ t.e.m. ‘4’.
Houd om de slangweerstand te beperken de verbindingsslan-
gen altijd zo kort mogelijk.
In verband met het ontluchten van het systeem verdient het
aanbeveling de horizontale leidingstukken met een afschot van
ca. 3 cm per meter te monteren; de pompzijde hoger dan de
cilinderzijde.
Installeer de slangen zodanig dat het risico van uitwendige
beschadigingen of aantasting door chemicaliën en door hoge
temperatuur klein is.
Bescherm de slangen welke door een schot moeten worden
gevoerd met schotdoorvoeren of pas schotkoppelingen toe.
Bochten dienen absoluut vrij van knikken te zijn; een knik in de
leiding vermindert de vrije doorgang voor de hydraulische olie.
Blaas de leidingen, na installatie, door met b.v. stikstof of
(pers)lucht (nooit met water!) ter controle op eventuele verstop-
pingen en om mogelijke verontreinigingen te verwijderen.
De minimale buigradius van de nylon slang is 90 mm.
Bevestig de leiding altijd met beugels; beugelafstand ca. 60 cm.
Het afkorten van de slang
dient te gebeuren door
middel van snijden.
Kort de slang nooit af door
middel van zagen (zaagsel
in het hydraulisch systeem
geeft onherroepelijk pro-
blemen) of door middel van
knippen (de slang wordt te
veel vervormd).
020123.01 3
Hydraulische besturing OB125, OB225
  NEDERLANDS
Montage van de nylon slang in de fitting
Nylon slang (8 mm inwendig, 12 mm uitwendig
1 Schroef na het afsnijden de slangkoppelinghuls op de slang
(linkse draad); stop ca. 1,5 mm voor de stuit.
2 Voorzie de slangkoppeling van olie, en schroef deze in de
huls.
Let er op dat de binnenmantel van de slang niet meedraait
tijdens het inschroeven!
Let er tevens op dat de binnenmantel van de slang niet wordt
dichtgedrukt tijdens het inschroeven.
Door de ontluchtingsnippels van de ene zijde naar de andere
zijde te verplaatsen, kan de nylon slang vanuit elke richting
gemonteerd worden.
Vullen en ontluchten
Het vullen van het hydraulisch systeem dient te gebeuren bij het
hoogste punt van het systeem, d.w.z. bij de (bovenste) stuur-
pomp of bij de extra olie expansietank.
Verwijder de vuldop van de (bovenste) stuurpomp of de olie
expansie tank.
Plaats op de vulaansluiting eventueel een slangpilaar (G 3/8)
met een trechter of sluit het door Vetus leverbare ‘snelvul-
systeem’ aan.
Vul de stuurkop of de expansietank met hydraulische olie.
Neem bij een dubbele bediening tijdelijk de vuldop uit de
onderste stuurkop weg en monteer deze weer zodra er olie uit
de vulopening komt.
Voor oliespecificatie zie ‘Technische gegevens’.
Zorg er voor dat tijdens het vullen steeds voldoende olie in de
stuurkop of de expansie tank aanwezig is; indien de stuurpomp
lucht aanzuigt dient opnieuw te worden ontlucht.
Om te vermijden dat de olie lucht opneemt dient het vullen van
de stuurkop of de expansie tank ‘rustig’ te gebeuren.
Plaats op de ontluchtings-
nippels een stukje slang
8 mm diameter. Open de
ontluchtingsnippel door
deze een slag linksom te
draaien.
Dicht
Open
4 020123.01
Hydraulische besturing OB125, OB225
Besturing met 1 stuurpomp
N.B. De tekeningnummers verwijzen naar de tekeningen aan de
onderzijde op deze pagina.
1 Open ontluchtingsnippel ‘A’. Beweeg de zuigerstang totdat
de zuiger tegen het einddeksel ‘A’ aanligt.
Draai nu langzaam, in de aangegeven richting, aan het
stuurwiel op de stuurpomp. Stop met draaien zodra de uit de
ontluchtingsnippel ‘A’ stromende olie geen lucht meer bevat
en sluit de ontluchtingsnippel. Draai hierna het stuurwiel niet
in de tegenovergestelde richting.
2 Open ontluchtingsnippel ‘B’. Draai aan het stuurwiel totdat
de zuiger tegen het einddeksel ‘B’ aanligt.
3 Draai nu langzaam, in de aangegeven richting, aan het
stuurwiel. Stop met draaien zodra de uit de ontluchtings-
nippel ‘B’ stromende olie geen lucht meer bevat en sluit de
ontluchtingsnippel.
Vul de stuurpomp of de olie expansie tank tot het aangegeven
niveau.
Besturing met 2 stuurpompen
Vul en ontlucht zoals bij ‘Besturing met 1 stuurpomp’ is aange-
geven. Ontlucht altijd eerst de onderste stuurpomp en vervol-
gens de bovenste stuurpomp.
Algemeen
De eerste dagen na het vullen dient het olieniveau enkele malen
te worden gecontroleerd en indien noodzakelijk dient olie te
worden bijgevuld.
Het olieniveau kan eerst nog dalen doordat fijn verdeelde lucht
uit de olie ontwijkt.
Lucht in de stuurpomp is herkenbaar door een klokkend geluid,
tijdens draaien van het stuurwiel.
1
3
2
* Maximale
olieniveau
020123.01 5
Hydraulische besturing OB125, OB225
  NEDERLANDS
Technische gegevens
Cilinder : OBC125 OBC225
Type : Gebalanceerde cilinder
Slag : 197 mm
Cilinderinhoud : 108 cm
3
173 cm
3
Werkdruk : 70 bar (70 kg/cm
2
, 6860 kPa)
Aansluitingen : G 1/4 inwendige schroefdraad
Gewicht : 3,7 kg 4,4 kg
Stuurpomp : HTP2010R HTP3010R HTP4210R
Type : Axiaal plunjer pomp
Aantal plunjers : 5 5 7
Opbrengst : 19,7 cm
3
/omw. 30 cm
3
/omw 42 cm
3
/omw.
Werkdruk : max. 70 bar (70 kg/cm
2
, 6860 kPa)
Aansluitingen : G 1/4 inwendige schroefdraad
Vuldop : G 3/8 inwendige schroefdraad
Gewicht : 4,1 kg 4,1 kg 4,1 kg
Maximale stuurdiameter : 32 cm 47 cm 66 cm
Instelling overdrukventiel : 70 bar (70 kg/cm
2
, 6860 kPa)
Aantal omwentelingen stuurwiel, boord-boord
* Aanbevolen cilinder - stuurpomp combinatie
Hydraulische vloeistof
Hydraulische olie : volgens ISO VG 15
Viscositeit : 14 cSt bij 40°C
Viscositeitsindex : groter dan 380
Stolpunt : lager dan -60°C
De volgende hydraulische oliën voldoen aan bovengenoemde specificaties:
Vetus : Hydraulic oil HF15
Shell : Aeroshell Fluid 4
Chevron Texaco : Aircraft Hydraulic 5606G
Esso : Univis HVI 13
Exxon Mobil : Mobil Aero HFA
Onderhoud
Controleer regelmatig het olieniveau in de (bovenste) stuurpomp.
Indien de installatie ook een extra olie expansie tank bevat dient het niveau halverwege deze tank te staan.
Controleer regelmatig of de stuurpomp-as niet vervuilt is en reinig deze indien noodzakelijk; beschadiging van de
oliekeerringen wordt hiermee voorkomen.
Maak de zuigerstang regelmatig schoon (met zoet water na het varen op zout water) en vet deze met een corrosiewerende
olie (geen vet) in.
Ververs de hydraulische olie éénmaal per twee jaar of na elke 200 bedrijfsuren.
Stuurpomp
Cilinder
HTP2010R HTP3010R HTP4210R
OBC125 5,5 * 3,6 -
OBC225 - 5,8 * 4,1
32 020123.01
Hydraulic Steering Systems OB125, OB225
Enkele of dubbele bediening, 1 motor
Single/Double operation, 1 motor
Einfache bzw. doppelte Bedienung, 1 Motor
Commande simple/double, 1 moteur
Activación simple/doble, 1 motor
Comando singolo/doppio 1 motore
Enkele of dubbele bediening, 2 motoren
Single/Double operation, 2 motors
Einfache bzw. doppelte Bedienung, 2 Motoren
Commande simple/double, 2 moteurs
Activación simple/doble, 2 motores
Comando singolo/doppio 2 motore
1 Cilinder
2 Stuurpomp (beneden)
3 Stuurpomp (boven)
4 Elektro-hydraulische pomp
5 Verbindingsstang
1 Cylinder
2 Steering pump (lower)
3 Steering pump (upper)
4 Electro-hydraulic pump
5 Connecting rod
1 Zylinder
2 Steuerpumpe (unten)
3 Steuerpumpe (oben)
4 Elektrohydraulische Pumpe
5 Verbindungsstang
Hydraulische schema’s
Hydraulic diagrams
Haudraulische Schaltpläne
Schémas hydrauliques
Esquemas hidráulicos
Schemi idraulici
1
2
A
B
A B
A
B
3
1
1
A B
2
A
B
A
B
3
A B
1
5
2

Documenttranscriptie

Inhoud Inleiding Montage Vullen en ontluchten Technische gegevens Onderhoud Hoofdafmetingen Hydraulische schema's Inleiding Montage Vullen en ontluchten Technische gegevens Onderhoud Hoofdafmetingen Hydraulische schema’s Table of Contents 1 1 3 5 5 31 32-33 1 1 3 5 5 31 32-33 Inhalt n h a l t Einleitung Montage Füllen und entlüften Technische Daten Wartung Hauptabmessungen Hydraulische Schaltpläne 6 6 8 10 10 31 32-33 Sommaire 11 11 13 15 15 31 32-33 Índice Introducción Montaje Llenado y purga Características técnicas Mantenimiento Dimensiones principales Esquemas hidráulicos Introduction Fitting Filling and bleeding Technical Data Maintenance Overall Dimensions Hydraulic Diagrams Introduction Montage Remplissage et purge Fiche technique Entretien Dimensions principales Schémas hydrauliques 16 16 18 20 20 31 32-33 Indice 21 21 23 25 25 31 32-33 Introduzione Montaggio Riempimento e sfiato Dati tecnici Manutenzione Dimensioni principali Schemi idraulici 26 26 28 30 30 31 32-33   NEDERLANDS Inleiding Cilinder Een hydraulisch besturingssysteem bestaat in basis uit één of meer pompen en een cilinder, zie schema’s ‘1’ en ‘2’ *. Om doelmatig te kunnen ontluchten dienen de ontluchtingsnippels van de cilinder naar boven te wijzen. De pomp HTPxx10R is voorzien van een opgebouwde terugslagklep. Hiermee wordt het gevoel van roerdruk op het stuurwiel voorkomen.De pomp is tevens voorzien van een overdrukventiel. Er dienen voorzieningen te worden getroffen om de cilinderstang tegen vocht, vuil en zeewater te beschermen. Bij een hydraulisch besturingssysteem met 2 pompen zorgt de terugslagklep er tevens voor om automatisch te kunnen ‘overnemen’ van de ene stuurpomp naar de andere, alsmede om meedraaien van de niet gebruikte stuurpomp te voorkomen. Zie schema’s ‘1’ en ‘2’ *. Bij een hydraulisch besturingssysteem met 3 pompen (2 handpompen en 1 EHP) zijn om bovenvermelde redenen de terugslagkleppen noodzakelijk; zie schema’s ‘3’ en ‘4’ *. De EHP type ‘R’ is reeds voorzien van een ingebouwde terugslagklep. De stuurgeleidebuis (2) is reeds gemonteerd. Vet de schroefdraad van de los meegeleverde messing moer (1) in. Schroef op de ene zijde van de stuurgeleidebuis (2) de los meegeleverde messing moer (1). Steek vervolgens de stang (3) door de stuurgeleidebuis (2). Vul de vrije ruimte tussen de stuurgeleidebuis (2) en de 2 beugels (4) op door middel van de meegeleverde vulringen (5). Draai als laatste de messing moer (1) vast en schroef het borgschroefje van de messing moer vast op de stuurgeleidebuis (2). Vet de scharnierpunten van de verbindingsstang (7) in. Het gevolg geven aan de hierna volgende aanbevelingen zal resulteren in een langere levensduur en in betere prestaties van uw hydraulische besturingssysteem. 5 2 • Pas uitsluitend een type hydraulische olie toe zoals gespecificeerd bij de technische gegevens. 1 5 3 • Voer regelmatig het aangegeven onderhoud uit. *) Voor de verschillende aansluitschema’s, zie ‘Hydraulische schema’s’ blz 32-33. 6 4 4 6 Montage Voorkom tijdens de montage las-, verfspetters en beschadigingen op de stuurpomp-as en op de zuigerstang van de cilinder. Beschadigingen kunnen de oliekeerringen vernielen met als resultaat olielekkage. 7 Stuurpomp De stuurpomp is standaard voorzien van een vuldop zonder beluchtingsgat. De vuldop dient zich altijd aan de bovenzijde, op het hoogste punt, te bevinden. Een vuldop met beluchtingsgat wordt los meegeleverd. Indien er meerdere stuurpompen in de installatie zijn opgenomen, dienen alle oliereservoirs met elkaar verbonden te worden door middel van een vereffeningsleiding. Let op! Draai de zelfborgende moeren (6) zodanig vast dat de gehele cilinder spelingvrij kan scharnieren om de stuurgeleidebuis (2). Controleer of de zuigerstang vrij te bewegen is. De pomp mag in elke stand, tussen horizontaal en verticaal, worden opgesteld. Monteer de meegeleverde draad-einden met behulp van Loctite® in de stuurpomp. Bij een enkele bediening (1 stuurpomp) dient in de stuurpomp een vuldop met beluchtingsgat te worden gemonteerd. Bij een dubbele bediening (2 stuurpompen) dient in de bovenste stuurpomp een vuldop met beluchtingsgat te worden gemonteerd. Hydraulische besturing OB125, OB225 020123.01   Olie expansietank Installatie van de slangen Een deel van de handstuurpomp dient als olie expansietank. De benodigde expansie ruimte is afhankelijk van de hoeveelheid olie waarmee het besturingssysteem gevuld is én van de te verwachten minimale en maximale omgevingstemperatuur. Als de expansie ruimte te klein is, zal tijdens expansie de olie via het beluchtingsgat, in de vuldop van de (bovenste) stuurpomp, ontwijken. Installeer daarom een extra olie expansietank indien: - een besturingssysteem bestaat uit twee handstuurpompen en een elektro-hydraulische pomp - de totale lengte van de leiding zeer groot is - tijdens bedrijf zeer sterke temperatuurschommelingen verwacht worden - ook wanneer tijdens bedrijf heftig bewegen van het vaartuig verwacht wordt dient het de aanbeveling een extra olie expansietank te installeren. De afzonderlijke delen van de hydraulische besturing dienen met elkaar te worden verbonden door middel van nylon slang (8 mm inwendig, 12 mm uitwendig). Bovendien vereenvoudigd een extra olie expansietank het vullen van het systeem en het controleren van het olieniveau. Hydraulische besturing met dubbele bediening: Verbindt de slangen van beide pompen met de cilinder via Tstukken. Raadpleeg de schema’s ‘1’ t.e.m. ‘4’. Houd om de slangweerstand te beperken de verbindingsslangen altijd zo kort mogelijk. In verband met het ontluchten van het systeem verdient het aanbeveling de horizontale leidingstukken met een afschot van ca. 3 cm per meter te monteren; de pompzijde hoger dan de cilinderzijde. Installeer de slangen zodanig dat het risico van uitwendige beschadigingen of aantasting door chemicaliën en door hoge temperatuur klein is. Monteer de olie expansietank boven de (bovenste) stuurpomp. Bescherm de slangen welke door een schot moeten worden gevoerd met schotdoorvoeren of pas schotkoppelingen toe. Maak het beluchtingsgat in de vuldop van de (bovenste) stuurpomp dicht. Bochten dienen absoluut vrij van knikken te zijn; een knik in de leiding vermindert de vrije doorgang voor de hydraulische olie. Sluit de olie expansietank aan op de bovenste verbindingsleiding aansluiting van de stuurpomp met behulp van een slang en een slangpilaar. N.B. Dit deel van het besturingssysteem is vrijwel drukloos (de druk is afhankelijk van de hoogte van de vloeistofkolom tussen expansietank en stuurpomp). Blaas de leidingen, na installatie, door met b.v. stikstof of (pers)lucht (nooit met water!) ter controle op eventuele verstoppingen en om mogelijke verontreinigingen te verwijderen. De minimale buigradius van de nylon slang is 90 mm. Bevestig de leiding altijd met beugels; beugelafstand ca. 60 cm. De dop van de Vetus olie expansietank is voorzien van een beluchting; zorg ervoor dat bij toepassing van een andere tank deze beluchting ook aanwezig is. Het afkorten van de slang dient te gebeuren door middel van snijden. Fittingen Gebruik voor het afdichten van de schroefdraadverbindingen nooit teflon tape; ook het gebruik van een vloeibaar afdichtmiddel dient met grote zorg te gebeuren; indien afdichtmiddelen in het hydraulische systeem komen kan dit storingen ver­oorzaken. Stuurpomp: De aansluitingen voor de leidingen naar de cilinder zijn reeds gemonteerd. Kort de slang nooit af door middel van zagen (zaagsel in het hydraulisch systeem geeft onherroepelijk problemen) of door middel van knippen (de slang wordt te veel vervormd). Indien een vereffeningsleiding moet worden aangesloten, dienen de fittingen (G 1/4) te worden gemonteerd met aluminium of koperen afdichtringen. Cilinder: De aansluitingen voor de leidingen van de stuurpomp zijn reeds gemonteerd.    020123.01 Hydraulische besturing OB125, OB225   NEDERLANDS Montage van de nylon slang in de fitting Vullen en ontluchten • Nylon slang (8 mm inwendig, 12 mm uitwendig Het vullen van het hydraulisch systeem dient te gebeuren bij het hoogste punt van het systeem, d.w.z. bij de (bovenste) stuurpomp of bij de extra olie expansietank. Verwijder de vuldop van de (bovenste) stuurpomp of de olie expansie tank. Plaats op de vulaansluiting eventueel een slangpilaar (G 3/8) met een trechter of sluit het door Vetus leverbare ‘snelvulsysteem’ aan. Vul de stuurkop of de expansietank met hydraulische olie. Neem bij een dubbele bediening tijdelijk de vuldop uit de onderste stuurkop weg en monteer deze weer zodra er olie uit de vulopening komt. Voor oliespecificatie zie ‘Technische gegevens’. 1 Schroef na het afsnijden de slangkoppelinghuls op de slang (linkse draad); stop ca. 1,5 mm voor de stuit. 2 Voorzie de slangkoppeling van olie, en schroef deze in de huls. Let er op dat de binnenmantel van de slang niet meedraait tijdens het inschroeven! Let er tevens op dat de binnenmantel van de slang niet wordt dichtgedrukt tijdens het inschroeven. Zorg er voor dat tijdens het vullen steeds voldoende olie in de stuurkop of de expansie tank aanwezig is; indien de stuurpomp lucht aanzuigt dient opnieuw te worden ontlucht. Om te vermijden dat de olie lucht opneemt dient het vullen van de stuurkop of de expansie tank ‘rustig’ te gebeuren. Plaats op de ontluchtingsnippels een stukje slang 8 mm diameter. Open de ontluchtingsnippel door deze een slag linksom te draaien. Dicht Open Door de ontluchtingsnippels van de ene zijde naar de andere zijde te verplaatsen, kan de nylon slang vanuit elke richting gemonteerd worden. Hydraulische besturing OB125, OB225 020123.01   Besturing met 1 stuurpomp Algemeen N.B. De tekeningnummers verwijzen naar de tekeningen aan de onderzijde op deze pagina. De eerste dagen na het vullen dient het olieniveau enkele malen te worden gecontroleerd en indien noodzakelijk dient olie te worden bijgevuld. Het olieniveau kan eerst nog dalen doordat fijn verdeelde lucht uit de olie ontwijkt. Lucht in de stuurpomp is herkenbaar door een klokkend geluid, tijdens draaien van het stuurwiel. 1 Open ontluchtingsnippel ‘A’. Beweeg de zuigerstang totdat de zuiger tegen het einddeksel ‘A’ aanligt. Draai nu langzaam, in de aangegeven richting, aan het stuurwiel op de stuurpomp. Stop met draaien zodra de uit de ontluchtingsnippel ‘A’ stromende olie geen lucht meer bevat en sluit de ontluchtingsnippel. Draai hierna het stuurwiel niet in de tegenovergestelde richting. 2 Open ontluchtingsnippel ‘B’. Draai aan het stuurwiel totdat de zuiger tegen het einddeksel ‘B’ aanligt. 3 Draai nu langzaam, in de aangegeven richting, aan het stuurwiel. Stop met draaien zodra de uit de ontluchtingsnippel ‘B’ stromende olie geen lucht meer bevat en sluit de ontluchtingsnippel. Vul de stuurpomp of de olie expansie tank tot het aangegeven niveau. Besturing met 2 stuurpompen Vul en ontlucht zoals bij ‘Besturing met 1 stuurpomp’ is aangegeven. Ontlucht altijd eerst de onderste stuurpomp en vervolgens de bovenste stuurpomp. 3 2 1 * Maximale olieniveau    020123.01 Hydraulische besturing OB125, OB225   NEDERLANDS Technische gegevens Cilinder Type Slag Cilinderinhoud Werkdruk Aansluitingen Gewicht : OBC125 : Gebalanceerde cilinder : 197 mm : 108 cm3 : 70 bar (70 kg/cm2, 6860 kPa) : G 1/4 inwendige schroefdraad : 3,7 kg Stuurpomp Type Aantal plunjers Opbrengst Werkdruk Aansluitingen Vuldop Gewicht Maximale stuurdiameter Instelling overdrukventiel : HTP2010R HTP3010R : Axiaal plunjer pomp : 5 5 : 19,7 cm3/omw. 30 cm3/omw : max. 70 bar (70 kg/cm2, 6860 kPa) : G 1/4 inwendige schroefdraad : G 3/8 inwendige schroefdraad : 4,1 kg 4,1 kg : 32 cm 47 cm : 70 bar (70 kg/cm2, 6860 kPa) OBC225 173 cm3 4,4 kg HTP4210R 7 42 cm3/omw. 4,1 kg 66 cm Aantal omwentelingen stuurwiel, boord-boord Stuurpomp Cilinder OBC125 OBC225 HTP2010R HTP3010R HTP4210R 5,5 * 3,6 - - 5,8 * 4,1 * Aanbevolen cilinder - stuurpomp combinatie Hydraulische vloeistof Hydraulische olie Viscositeit Viscositeitsindex Stolpunt : volgens ISO VG 15 : 14 cSt bij 40°C : groter dan 380 : lager dan -60°C De volgende hydraulische oliën voldoen aan bovengenoemde specificaties: Vetus : Hydraulic oil HF15 Shell : Aeroshell Fluid 4 Chevron Texaco : Aircraft Hydraulic 5606G Esso : Univis HVI 13 Exxon Mobil : Mobil Aero HFA Onderhoud • Controleer regelmatig het olieniveau in de (bovenste) stuurpomp. Indien de installatie ook een extra olie expansie tank bevat dient het niveau halverwege deze tank te staan. • Controleer regelmatig of de stuurpomp-as niet vervuilt is en reinig deze indien noodzakelijk; beschadiging van de oliekeerringen wordt hiermee voorkomen. • Maak de zuigerstang regelmatig schoon (met zoet water na het varen op zout water) en vet deze met een corrosiewerende olie (geen vet) in. • Ververs de hydraulische olie éénmaal per twee jaar of na elke 200 bedrijfsuren. Hydraulische besturing OB125, OB225 020123.01   Hydraulische schema’s Haudraulische Schaltpläne Hydraulic diagrams Esquemas hidráulicos Schémas hydrauliques 1 Schemi idraulici 2 3 3 A B A B A 1 2 2 A A B A B 5 B A 1 1 B Enkele of dubbele bediening, 1 motor Enkele of dubbele bediening, 2 motoren Single/Double operation, 1 motor Single/Double operation, 2 motors Einfache bzw. doppelte Bedienung, 1 Motor Einfache bzw. doppelte Bedienung, 2 Motoren Commande simple/double, 1 moteur Commande simple/double, 2 moteurs Activación simple/doble, 1 motor Activación simple/doble, 2 motores Comando singolo/doppio 1 motore Comando singolo/doppio 2 motore 1 2 3 4 5 Cilinder Stuurpomp (beneden) Stuurpomp (boven) Elektro-hydraulische pomp Verbindingsstang 32   020123.01 1 2 3 4 5 Cylinder Steering pump (lower) Steering pump (upper) Electro-hydraulic pump Connecting rod 1 2 3 4 5 B Zylinder Steuerpumpe (unten) Steuerpumpe (oben) Elektrohydraulische Pumpe Verbindungsstang Hydraulic Steering Systems OB125, OB225
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Vetus OB125, OB225 Installatie gids

Categorie
Waterpompen
Type
Installatie gids