Hydraulische besturing OB125, OB225
Olie expansietank
Een deel van de handstuurpomp dient als olie expansietank. De
benodigde expansie ruimte is afhankelijk van de hoeveelheid
olie waarmee het besturingssysteem gevuld is én van de te
verwachten minimale en maximale omgevingstemperatuur.
Als de expansie ruimte te klein is, zal tijdens expansie de olie via
het beluchtingsgat, in de vuldop van de (bovenste) stuurpomp,
ontwijken.
Installeer daarom een extra olie expansietank indien:
- een besturingssysteem bestaat uit twee handstuurpompen
en een elektro-hydraulische pomp
- de totale lengte van de leiding zeer groot is
- tijdens bedrijf zeer sterke temperatuurschommelingen ver-
wacht worden
- ook wanneer tijdens bedrijf heftig bewegen van het vaar-
tuig verwacht wordt dient het de aanbeveling een extra olie
expansietank te installeren.
Bovendien vereenvoudigd een extra olie expansietank het vul-
len van het systeem en het controleren van het olieniveau.
Monteer de olie expansietank boven de (bovenste) stuurpomp.
Maak het beluchtingsgat in de vuldop van de (bovenste) stuur-
pomp dicht.
Sluit de olie expansietank aan op de bovenste verbindingslei-
ding aansluiting van de stuurpomp met behulp van een slang
en een slangpilaar.
N.B. Dit deel van het besturingssysteem is vrijwel drukloos (de
druk is afhankelijk van de hoogte van de vloeistofkolom tussen
expansietank en stuurpomp).
De dop van de Vetus olie expansietank is voorzien van een
beluchting; zorg ervoor dat bij toepassing van een andere tank
deze beluchting ook aanwezig is.
Fittingen
Gebruik voor het afdichten van de schroefdraadverbindingen
nooit teflon tape; ook het gebruik van een vloeibaar afdicht-
middel dient met grote zorg te gebeuren; indien afdichtmid-
delen in het hydraulische systeem komen kan dit storingen
veroorzaken.
Stuurpomp:
De aansluitingen voor de leidingen naar de cilinder zijn reeds
gemonteerd.
Indien een vereffeningsleiding moet worden aangesloten, die-
nen de fittingen (G 1/4) te worden gemonteerd met aluminium
of koperen afdichtringen.
Cilinder:
De aansluitingen voor de leidingen van de stuurpomp zijn reeds
gemonteerd.
Installatie van de slangen
De afzonderlijke delen van de hydraulische besturing dienen
met elkaar te worden verbonden door middel van nylon slang
(8 mm inwendig, 12 mm uitwendig).
Hydraulische besturing met dubbele bediening:
Verbindt de slangen van beide pompen met de cilinder via T-
stukken.
Raadpleeg de schema’s ‘1’ t.e.m. ‘4’.
Houd om de slangweerstand te beperken de verbindingsslan-
gen altijd zo kort mogelijk.
In verband met het ontluchten van het systeem verdient het
aanbeveling de horizontale leidingstukken met een afschot van
ca. 3 cm per meter te monteren; de pompzijde hoger dan de
cilinderzijde.
Installeer de slangen zodanig dat het risico van uitwendige
beschadigingen of aantasting door chemicaliën en door hoge
temperatuur klein is.
Bescherm de slangen welke door een schot moeten worden
gevoerd met schotdoorvoeren of pas schotkoppelingen toe.
Bochten dienen absoluut vrij van knikken te zijn; een knik in de
leiding vermindert de vrije doorgang voor de hydraulische olie.
Blaas de leidingen, na installatie, door met b.v. stikstof of
(pers)lucht (nooit met water!) ter controle op eventuele verstop-
pingen en om mogelijke verontreinigingen te verwijderen.
De minimale buigradius van de nylon slang is 90 mm.
Bevestig de leiding altijd met beugels; beugelafstand ca. 60 cm.
Het afkorten van de slang
dient te gebeuren door
middel van snijden.
Kort de slang nooit af door
middel van zagen (zaagsel
in het hydraulisch systeem
geeft onherroepelijk pro-
blemen) of door middel van
knippen (de slang wordt te
veel vervormd).