Electrolux EKK6130AOX Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
8.
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
9. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
10.
OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
11. PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
12.
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
WE DENKEN AAN U
Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele
ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd.
Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult
krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.electrolux.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
www.electrolux.com
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installa-
tie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet ver-
antwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een
foutieve installatie. Bewaar de instructies van het appa-
raat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invali-
diteit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelij-
ke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een ge-
brek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht
staan van een volwassene of van iemand die verant-
woordelijk is voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het appa-
raat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging,
raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselemen-
ten niet aanraken.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
NEDERLANDS 3
• Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie
kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
• Probeer brand nooit met water te blussen, maar scha-
kel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
• Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te ma-
ken, deze kunnen krassen veroorzaken op het opper-
vlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
• Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is, scha-
kel het apparaat dan uit om het risico op elektrische
schokken te voorkomen.
• Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
• Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de
zijwanden. Installeer de inschuifrail in de omgekeerde
volgorde.
• Verwijder spillage van het deksel voordat u het opent.
Laat de kookplaat afkoelen voordat u het deksel sluit.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de volgende
markten: BE
LU
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietech-
nicus mag het apparaat installe-
ren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
4
www.electrolux.com
• Trek het apparaat nooit aan de hand-
greep van zijn plaats.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt geïnstal-
leerd.
• De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van de-
zelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet op een plat-
form.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat hete pennen van het apparaat val-
len als de deur of het raam wordt geo-
pend.
WAARSCHUWING!
Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kan-
telt. Raadpleeg de installatiegids.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
• Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en ver-
lengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Neem contact op met
de service-afdeling of een elektromon-
teur om een beschadigde hoofdkabel te
vervangen.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
• De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op
zo'n manier worden bevestigd dat het
niet zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereik-
baar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het ap-
paraat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-appara-
ten: stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de hou-
der worden verwijderd), aardlekschake-
laars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isola-
tieapparaat bevatten waardoor het ap-
paraat volledig van het lichtnet afgeslo-
ten kan worden. Het isolatieapparaat
moet een contactopening hebben met
een minimale breedte van 3 mm.
Gasaansluiting
• Alle gasaansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden
gemaakt.
• Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie
in het apparaat aanwezig is.
• Op het typeplaatje staat informatie over
de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten wor-
den op een inrichting dat producten af-
voert voor verbranding. Sluit het appa-
raat aan volgens de geldende installa-
tieregels. Let op de vereisten voor vol-
doende ventilatie.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
• Gebruik dit apparaat in een huishoude-
lijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na ge-
bruik uit.
NEDERLANDS 5
• Van binnen wordt het apparaat heet als
het in werking is. Raak de verwarmings-
elementen in het apparaat niet aan. Ge-
bruik altijd ovenhandschoenen om ac-
cessoires of kookgerei te plaatsen of
verwijderen.
• Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het appa-
raat aan staat. Er kan hete lucht ont-
snappen.
• Bedien het apparaat niet met natte han-
den of als het contact maakt met water.
• Oefen geen kracht uit op een geopende
deur.
• Houd de deur van het apparaat altijd
dicht als het apparaat in werking is.
• Leg geen bestek of deksels van steel-
pannen op de kookzones. Ze zijn heet.
• Zet de kookzone op "uit" na elk ge-
bruik.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
• Zorg voor een goede ventilatie in de
ruimte waar het apparaat is geïnstal-
leerd.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met de
juiste vorm en een diameter groter dan
de afmetingen van de branders.
• Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
knop snel van de maximale stand naar
de minimale stand draait.
• Zorg ervoor dat de pannen in het mid-
den van de ringen worden gezet en niet
uitsteken over de randen van de kook-
plaat.
• Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Plaats geen vlamverdeler op de bran-
der.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlam-
bare damp afgeven. Houd vlammen of
verwarmde voorwerpen uit de buurt van
vet en olie als u er mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
• Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
• Open de deur van het apparaat voor-
zichtig. Als u alcoholische toevoegingen
gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel
ontstaan.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa-
raat.
• Om schade of verkleuring van het email
te voorkomen:
– Zet geen kookgerei of andere voor-
werpen direct op de bodem van het
apparaat.
– Leg geen aluminiumfolie op de bo-
dem van het apparaat.
– plaats geen water direct in het hete
apparaat.
– haal vochtige schotels en eten uit het
apparaat als u klaar bent met koken.
– wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat. Dit is geen defect dat
geldt voor het recht op garantie.
• Gebruik voor cakes met veel vocht een
diep bakblik. Fruitsappen kunnen per-
manente vlekken maken.
• Zet geen heet kookgerei op het bedie-
ningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op
het apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met leeg
kookgerei of zonder kookgerei erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glaskeramiek. Til de-
ze voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op de kookplaat.
6
www.electrolux.com
Deksel
• De specificatie van de deksel mag niet
worden veranderd.
• Maak de deksel regelmatig schoon.
• Open het deksel niet als er is geknoeid
op het oppervlak.
• Schakel alle branders uit voordat u het
deksel sluit.
• Sluit het deksel niet tot de kookplaat en
de oven volledig zijn afgekoeld.
• Glazen deksels kunnen breken als ze
warm worden (indien van toepassing).
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en scha-
de aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afge-
koeld. Er bestaat een risico dat de glas-
platen kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem contact
op met de service-afdeling.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van
de deur uit het apparaat. De deur is
zwaar!
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Resterend vet of voedsel in het appa-
raat kan brand veroorzaken.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Raadpleeg als u een ovenspray ge-
bruikt eerst de aanwijzingen op de ver-
pakking.
• Reinig niet het katalytisch emaille (indien
van toepassing) met een schoonmaak-
middel.
• De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
2.4 Binnenverlichting
• De gloeilampen of halogeenlampen in
dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld
voor gebruik in huishoudelijke appara-
ten. Gebruik deze niet voor andere
doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken!
• Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
• Verwijder de deurgreep om te voorko-
men dat kinderen en huisdieren opge-
sloten raken in het apparaat.
NEDERLANDS 7
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
5
4
3
2
1
6
7
8
9
1 3 542
1
Toetsen voor de kookplaat
2
Knop voor de kookwekker
3
Knop voor de ovenfuncties
4
Knop voor de temperatuur
5
Temperatuurweergave
6
Verwarmingselement
7
Ovenlampje
8
Ventilator
9
Rekstanden
3.2 Indeling kookplaat
2
5
4 3
1
1
Stoomuitlaat
2
Normale brander
3
Sudderbrander
4
Driekronenbrander
5
Normale brander
3.3 Accessoires
•
Ovenrek
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
• Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes.
• Braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om
vet op te vangen.
•
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
4.1 Eerste reiniging
• Verwijder alle accessoires en uitneem-
bare rails (indien van toepassing).
8
www.electrolux.com
• Reinig het apparaat voor het eerste ge-
bruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
4.2 Voorverwarmen
Warm het lege apparaat voor om het res-
terende vet weg te branden.
1.
Selecteer de functie en de maxi-
mum temperatuur.
2.
Laat het apparaat 45 minuten wer-
ken.
3.
Selecteer de functie en de maxi-
mum temperatuur.
4.
Laat het apparaat 15 minuten wer-
ken.
De accessoires kunnen warmer worden
dan normaal. Het apparaat kan een geur
en rook vrijgeven. Dit is normaal. Zorg dat
er voldoende luchtcirculatie is.
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
5.1 De branders aansteken
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij het ge-
bruik van branders (open vuur) in
de keuken. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden in
geval van onjuist gebruik van de
vlam.
De brander steeds aansteken al-
vorens het kookgerei erop te
plaatsen.
1.
Druk de knop helemaal in en draai
hem naar de maximale stand . Bij
het indrukken van de knop wordt de
vonkontsteking automatisch geacti-
veerd.
2.
Houd de bedieningsknop ongeveer
10 seconden ingedrukt. Het thermo-
koppel kan dan opwarmen. Als u dat
niet doet, wordt de gastoevoer on-
derbroken.
3.
Stel de vlam af zodra deze regelmatig
brandt.
Als de brander na enkele pogin-
gen niet aan gaat, controleer dan
of de kroon en het branderdeksel
goed op hun plaats zitten.
A
B
C
D
A
B
C
D
A)
Branderdeksel
B)
Branderkroon
C)
Ontstekingsbougie
D)
Thermokoppeling
WAARSCHUWING!
Als de brander na 10 seconden
niet aan gaat, laat u de knop los
en draait u de knop naar de uit-
stand. Wacht 1 minuut voordat u
de brander nogmaals probeert
aan te steken.
NEDERLANDS 9
U kunt de brander aansteken zon-
der elektrisch apparaat (bijvoor-
beeld wanneer er geen elektriciteit
is in de keuken). Breng hiertoe de
vlam dicht bij de brander, druk de
knop 10 seconden in en draai de
knop naar de stand voor maxima-
le gasuitgifte.
Als de brander per ongeluk dooft,
draait u de knop naar de uitstand.
Wacht 1 minuut voordat u de
brander nogmaals probeert aan te
steken.
De vonkontsteking kan automa-
tisch starten wanneer u de stekker
in het stopcontact steekt, na de
installatie of na een stroomonder-
breking. Dat is normaal.
5.2 De brander uitschakelen
Draai de knop naar het symbool om
de vlam te doven.
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of scha-
kel de brander uit voordat u de
pan van de brander haalt.
6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
6.1 Energiebesparing
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op
het kookgerei.
• Wanneer de vloeistof begint te koken,
draait u de vlam omlaag, totdat de
vloeistof zachtjes pruttelt.
WAARSCHUWING!
Gebruik pannen met een doorsne-
de die geschikt is voor de afme-
ting van de brander.
Gebruik geen pannen op de kook-
plaat die de randen overschrijden.
Brander Diameter van het
kookgerei
Driekronen 180 - 260 mm
Normaal 120 - 220 mm
Sudderen 80 - 160 mm
Gebruik kookgerei met een bodem die zo
dik en plat mogelijk is.
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
Reinig het apparaat telkens na gebruik
Gebruik altijd pannen met een schone bo-
dem.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en laat
het afkoelen voordat u het
schoonmaakt. Trek de stekker
van het apparaat uit het stopcon-
tact voordat u reinigings- of on-
derhoudswerkzaamheden aan het
apparaat gaat uitvoeren.
10
www.electrolux.com
WAARSCHUWING!
Reiniging van het apparaat met
een stoom- of hogedrukreiniger is
om veiligheidsredenen niet toege-
staan.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen agressieve reini-
gingsmiddelen, sponzen van
staalwol of zuren. Deze kunnen
het apparaat beschadigen.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed
op de werking van het apparaat.
• U kunt de pannendrager verwijderen
voor een gemakkelijke reiniging van de
kookplaat.
• Was de geëmailleerde delen, het deksel
en de kroon met een warm sopje en
laat ze goed drogen alvorens ze terug
te plaatsen.
• Was de onderdelen van roestvrij staal af
met water en droog ze vervolgens met
een zachte doek.
• De pannendrager mag niet in de af-
wasautomaat worden afgewassen. Hij
moet met de hand worden afgewas-
sen.
• Als u de pannendrager met de hand af-
wast, let dan op bij het afdrogen, om-
dat hij door het emailleerproces soms
scherpe randen heeft. Verwijder hard-
nekkige vlekken zo nodig met een pas-
tareiniger.
• Zorg ervoor dat u de pannendrager na
de reiniging correct terugplaatst.
• Om ervoor te zorgen dat de branders
goed werken, moeten de armen van de
pannendrager in het midden van de
brander worden geplaatst.
•
Ga zeer voorzichtig te werk bij het
vervangen van de pannendrager, dit
om schade aan het oppervlak van
de kookplaat te vermijden.
Droog het apparaat na reiniging af met
een zachte doek.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
8.1 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van
het apparaat blijft de ventilatie door wer-
ken totdat de temperatuur in het apparaat
is afgekoeld.
8.2 Het apparaat aan- en
uitzetten
1.
Draai de knop voor de ovenfuncties
naar een ovenfunctie.
2.
Draai de knop voor de temperatuur
naar een temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zo-
lang de temperatuur in het apparaat
stijgt.
3.
Draai om het apparaat uit te schake-
len, de knop voor de ovenfuncties en
de knop voor de temperatuur in de
uit-stand.
NEDERLANDS 11
8.3 Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Ovenlampje
Het ovenlampje activeren zonder een bereidings-
functie.
Gecirculeerd koken
Verschillende gerechten tegelijkertijd koken. Om
zelfgemaakte vruchten in siroop te bereiden en
champignons of fruit te drogen.
Boven + onder-
warmte
Bakken en braden op één ovenniveau. De boven-
ste en onderste verwarmingselementen worden te-
zelfdertijd ingeschakeld.
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten met een knapperige
bodem. Alleen het onderste verwarmingselement
brandt.
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Grillen
Voor het grillen van plat voedsel in kleine hoeveel-
heden op het midden van de rooster. Voor het ma-
ken van toast.
Grill intens
Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveel-
heden. Voor het maken van toast. Het volledige
grillelement wordt geactiveerd.
Infratherm grill
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grill-
element en de ventilator van de oven werken sa-
men, zodat de hetelucht rond de gerechten circu-
leert.
8.4 Timer - kookwekker
Gebruik de kookwekker voor het instellen
van een afteltijd.
Draai de functieknop voor de kookwekker
(zie "Beschrijving van het product") zover
als mogelijk naar rechts. Draai de knop
vervolgens linksom en stel de gewenste
tijdsduur in. Er klinkt een geluidssignaal
wanneer de tijd is verstreken.
Deze functie is niet van invloed op de
werking van de oven.
9. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
De temperaturen en baktijden in
de tabellen zijn slechts als richtlijn
bedoeld. Deze zijn afhankelijk van
de recepten en de kwaliteit en de
hoeveelheid van de gebruikte in-
grediënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel
vocht een diep bakblik. Vruchten-
sappen kunnen het emaille be-
schadigen.
12
www.electrolux.com
9.1 Bakken
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het ap-
paraat dat u tot nu toe gebruikt heeft.
Pas uw normale instellingen (tempera-
tuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan
de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca.
10 minuten voor het einde van de bak-
tijd uitschakelen, om te profiteren van
de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmid-
delen gebruikt, kunnen de platen in
de oven tijdens het bakken vervor-
men. Wanneer de platen afkoelen,
verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de la-
gere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt
vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan
bij een soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minu-
ten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is,
wordt het gebak in het begin van het
bakproces niet overal even bruin. Ver-
ander in dit geval de temperatuurinstel-
ling niet. De verschillen verminderen tij-
dens het bakproces.
9.2 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de ca-
ke is te licht van kleur.
Verkeerde rekstand. Plaats de cake lager.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur lager in.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
Te korte baktijd.
Baktijd verlengen. Baktij-
den kunnen niet wor-
den verkort door hoge-
re baktemperaturen.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
Minder vocht gebruiken.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik van
keukenmachines.
De cake is te droog.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger in.
De cake is te droog. Te lange baktijd.
De volgende keer dat u
een cake bakt, gebruikt u
een kortere baktijd.
De cake wordt ongelijk-
matig bruin.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te
kort.
De baktemperatuur lager
instellen en de baktijd
verlengen.
De cake wordt ongelijk-
matig bruin.
Het deeg is niet gelijkma-
tig verdeeld.
Verdeel het deeg gelijk-
matig over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een
beetje hoger in.
NEDERLANDS 13
9.3 Gecirculeerd koken
Bakken op één gebruiksniveau
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Rekstand Temperatuur °C Tijd in min.
Tulband of brioche 2 150 - 160 50 - 70
Zandgebak/vruch-
tencake
1 - 2 140 - 160 50 - 90
Fatless sponge
cake
3
150 - 160
1)
25 - 40
Taartbodem van
zandtaartdeeg
2
170-180
1)
10 - 25
Taartbodem -
roerdeeg
2 150 - 170 20 - 25
Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia-
gonaal geplaatst)
2- 3 160 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen
Cakes/pastei/broden op bakblik
Verwarmings-
soort
Rekstand Temperatuur °C Tijd in min.
Kruimeltaart
(droog)
3 150 - 160 20 - 40
Vruchtentaart (be-
reid met gistdeeg/
roerdeeg)
1)
3 150 35 - 55
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
3 160 - 170 40 - 80
1)
Gebruik diepe pan
Koekjes
Verwarmings-
soort
Rekstand Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 3 150 - 160 10 - 20
Short bread / Pa-
stry Stripes
3 140 20 - 35
Roerdeegkoekjes 3 150 - 160 15 - 20
Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120 - 150
Bitterkoekjes 3 100 - 120 30 - 50
14
www.electrolux.com
Verwarmings-
soort
Rekstand Temperatuur °C Tijd in min.
Klein gerezen ge-
bak
3 150 - 160 20 - 40
Klein bladerdeeg-
gebak
3
170 - 180
1)
20 - 30
Broodjes 3
160
1)
10 - 35
Small cakes (20
per plaat)
3
150
1)
20 - 35
1)
Oven voorverwarmen
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Rekstand Temperatuur °C Tijd in min.
Stokbroden be-
dekt met gesmol-
ten kaas
1
160 - 170
1)
15 - 30
Gevulde groente 1 160 - 170 30- 60
1)
Oven voorverwarmen
Bakken op meerdere niveaus
Cakes/pastei/broden op bakblik
Verwarmings-
soort
Rekstand
Temperatuur °C Tijd in min.
2 niveaus
Roomsoezen/tom-
poezen
2/4
160 - 180
1)
25 - 45
Kruimeltaart
2/4
150 - 160
1)
30 - 45
1)
Oven voorverwarmen
Klein gebak/cakejes/gebak/broodjes
Verwarmings-
soort
Rekstand
Temperatuur °C Tijd in min.
2 niveaus
Zandkoekjes 2/4
150 - 160
1)
20 - 40
Short bread/ Pa-
stry Stripes
2/4
140
1)
20 - 45
Roerdeegkoekjes 2/4
160 - 170
1)
25 - 45
Eiwitgebak,
schuimgebak
2/4 80 - 100 130 - 170
Bitterkoekjes 2/4
100 - 120
1)
40 - 80
Klein gerezen ge-
bak
2/4
160 - 170
1)
30 - 60
NEDERLANDS 15
Verwarmings-
soort
Rekstand
Temperatuur °C Tijd in min.
2 niveaus
Klein bladerdeeg-
gebak
2/4
170 - 180
1)
30 - 50
1)
Oven voorverwarmen
9.4 Bakken op één niveau:
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Tulband of brioche 2 160 - 180 50 - 70
Zandgebak/vruch-
tencake
1 - 2 150 - 170 50 - 90
Fatless sponge
cake
3
170
1)
25 - 40
Taartbodem van
zandtaartdeeg
2
190 - 210
1)
10 - 25
Taartbodem -
roerdeeg
2 170 - 190 20 - 25
Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia-
gonaal geplaatst)
1 - 2 180 60 - 90
Hartige taart (bijv.
quiche lorraine)
1 180 - 220 35- 60
Kwarktaart 1 - 2 160 - 180 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Vlechtbrood/
broodkrans
2 170 - 190 40 - 50
Kerststol 2
160 - 180
1)
50 - 70
Brood (rogge-
brood):
1.
Eerste deel
van het bak-
proces.
2.
Tweede deel
van het bak-
proces.
1 - 2
1.
230
1)
2.
160 - 180
1)
1.
20
2.
30 - 60
Roomsoezen/tom-
poezen
3
190 - 210
1)
20 - 35
16
www.electrolux.com
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Koninginnenbrood
(opgerolde cake
met jam)
3
180 - 200
1)
10 - 20
Kruimeltaart
(droog)
3 160 - 180 20 - 40
Amandelcake/sui-
kertaart
3
190 - 210
1)
20 - 30
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roerdeeg)
2)
3 170 35 - 55
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
3 170 - 190 40 - 60
Plaatkoek met
kwetsbare garne-
ring (bijv. kwark,
room, puddingvul-
ling)
3
160 - 180
1)
40 - 80
Pizza (met veel
garnering)
2)
1 - 2
190 - 210
1)
30 - 50
Pizza (dunne korst) 1 - 2
220 - 250
1)
15 - 25
Ongedesemd
brood
1 230 - 250 10 - 15
Vlaaien (CH) 1 210 - 230 35 - 50
1)
Oven voorverwarmen
2)
Gebruik diepe pan
Koekjes
Verwarmings-
soort
Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 3 170 - 190 10 - 20
Short bread/ Pa-
stry Stripes
3
160
1)
20 - 35
Roerdeegkoekjes 3 170 - 190 20 - 30
Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120- 150
Bitterkoekjes 3 120 - 130 30 - 60
Klein gerezen ge-
bak
3 170 - 190 20 - 40
Klein bladerdeeg-
gebak
3
190 - 210
1)
20 - 30
Bolletjes 3
190 - 210
1)
10 - 55
NEDERLANDS 17
Verwarmings-
soort
Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Small cakes (20
per plaat)
3 - 4
170
1)
20 - 30
1)
Oven voorverwarmen
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Pastaschotel 1 180 - 200 45 - 60
Lasagne 1 180 - 200 35 - 50
Groentegratin 1
180 - 200
1)
15 - 30
Stokbroden be-
dekt met gesmol-
ten kaas
1
200 - 220
1)
15 - 30
Zoete ovenscho-
tels
1 180 - 200 40 - 60
Visschotels 1 180 - 200 40 - 60
Gevulde groente 1 180 - 200 40 - 60
1)
Oven voorverwarmen
9.5 Braden
Braadservies
• Gebruik hittebestendig servies om te
braden (lees de instructies van de fabri-
kant).
• Grote braadstukken kunt u direct in de
diepe braadpan braden (indien aanwe-
zig) of op een rooster boven de braad-
pan.
• Braad mager vlees in een braadpan
met deksel. Op die manier blijft het
vlees sappiger.
• Alle soorten vlees, die een korst moeten
krijgen, kunt u in de braadschaal zon-
der deksel braden.
9.6 Braden met boven- en onderwarmte
Rundvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd in min.
Stoofvlees 1-1,5 kg 1 200 - 230 105 - 150
Rosbief of os-
sehaas: rood
per cm dikte 1
230 - 250
1)
6 - 8
Rosbief of os-
sehaas: medi-
um
per cm dikte 1 220 - 230 8 - 10
Rosbief of os-
sehaas: gaar
per cm dikte 1 200 - 220 10 - 12
1)
Oven voorverwarmen
18
www.electrolux.com
Varkensrug
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Schouderstuk,
nekstuk, ham-
lap
1-1,5 kg 1 210 - 220 90 - 120
Kotelet, ribbe-
tje
1-1,5 kg 1 180 - 190 60 - 90
Gehaktbrood 750 g -1 kg 1 170 - 190 50 - 60
Varkens-
schenkel
(voorgekookt)
750 g -1 kg 1 200 - 220 90 - 120
Kalfsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Geroosterd
kalfsvlees
1)
1 kg 1 210 - 220 90 - 120
Kalfsschenkel 1,5-2 kg 1 200 - 220 150 - 180
1)
gebruik een afgesloten braadpan
Lamsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Lamsbout, ge-
roosterd lams-
vlees
1 - 1,5 kg 1 210 - 220 90 - 120
Lamsrug 1 - 1,5 kg 1 210 - 220 40 - 60
Wild
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Hazenrug, ha-
zenbout
tot 1 kg 1
220 - 240
1)
30 - 40
Reerug, her-
tenrug
1,5-2 kg 1 210 - 220 35 - 40
Reebout, her-
tenbout
1,5-2 kg 1 200 - 210 90 - 120
1)
Oven voorverwarmen
NEDERLANDS 19
Gevogelte
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Stukken gevo-
gelte
200-250g elk 1 220 - 250 20 - 40
Halve kip 400-500 g elk 1 220 - 250 35 - 50
Kip, haantje 1-1,5 kg 1 220 - 250 50 - 70
Eend 1,5-2 kg 1 210 - 220 80 - 100
Gans 3,5-5 kg 1 200 - 210 150 - 180
Kalkoen 2,5-3,5 kg 1 200 - 210 120 - 180
Kalkoen 4-6 kg 1 180 - 200 180 - 240
Vis
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Hele vis 1-1,5 kg 1 210 - 220 40 - 70
9.7 Braden met circulatiegrill
Rundvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Rosbief of os-
sehaas: rood
per cm dikte 1
190 - 200
1)
5 - 6
Rosbief of os-
sehaas: medi-
um
per cm dikte 1 180 - 190 6 - 8
Rosbief of os-
sehaas: gaar
per cm dikte 1 170 - 180 8 - 10
1)
Oven voorverwarmen
Varkensrug
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Schouderstuk,
nekstuk, ham-
lap
1-1,5 kg 1 160 - 180 90 - 120
Kotelet, ribbe-
tje
1-1,5 kg 1 170 - 180 60 - 90
Gehaktbrood 750 g -1 kg 1 160 - 170 50 - 60
Varkensschen-
kel (voorge-
kookt)
750 g -1 kg 1 150 - 170 90 - 120
20
www.electrolux.com
Kalfsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd min.
Geroosterd
kalfsvlees
1 kg 1 160 - 180 90 - 120
Kalfsschenkel 1,5-2 kg 1 160 - 180 120 - 150
Lamsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd min.
Lamsbout, ge-
roosterd lams-
vlees
1-1,5 kg 1 150 - 170 100 - 120
Lamsrug 1-1,5 kg 1 160 - 180 40 - 60
Gevogelte
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd min.
Stukken gevo-
gelte
200-250 g elk 1 200 - 220 30 - 50
Halve kip 400-500 g elk 1 190 - 210 35 - 50
Kip, haantje 1-1,5 kg 1 190 - 210 50 - 70
Eend 1,5-2 kg 1 180 - 200 80 - 100
Gans 3,5-5 kg 1 160 - 180 120 - 180
Kalkoen 2,5-3,5 kg 1 160 - 180 120 - 150
Kalkoen 4-6 kg 1 140 - 160 150 - 240
9.8 Grillen
Gebruik de grilfunctie altijd met maxi-
male temperatuurinstelling
Tijdens het grillen moet de oven-
deur altijd gesloten zijn
Lege oven met grilfuncties altijd 5
minuten voorverwarmen.
• Rooster op inschuifhoogte plaatsen,
zoals aangeraden in grilleertabel.
• Altijd de pan plaatsen om vet op te van-
gen op de eerste inschuifhoogte.
• Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
De grillzone bevindt zich in het midden
van het rooster
Grill
Voedselsoor-
ten voor de
grill
Rekstand Temperatuur °C
Grilltijd in min.
1e kant 2e kant
Rosbief, medi-
um
2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
NEDERLANDS 21
Voedselsoor-
ten voor de
grill
Rekstand Temperatuur °C
Grilltijd in min.
1e kant 2e kant
Runderfilet,
medium
3 230 20 - 30 20 - 30
Varkensrug 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Kalfsrug 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Lamsrug 3 210 - 230 25 - 35 20 - 35
Hele vis, 500 -
1000g
3 - 4 210 - 230 15 - 30 15 - 30
Grillen
Voedings-
soorten voor
grillen
Plaathoog-
te
Temperatuur °C
Grilltijd in min.
1e kant 2e kant
Burgers 4
Maximaal
1)
9 - 15 8 - 13
Varkenshaas 4 Maximaal 10 - 12 6 - 10
Worstjes 4 Maximaal 10 - 12 6 - 8
Runderfilet,
kalfsbiefstuk-
ken
4 Maximaal 7 - 10 6 - 8
Geroosterd
brood
4 - 5
Maximaal
1)
1 - 4 1 - 4
Brood met iets
erop
4 Maximaal 6 - 8 -
1)
Oven voorverwarmen
9.9 Inmaken
Let op:
• Gebruik alleen weckflessen van dezelf-
de afmetingen.
• Gebruik geen wekglazen met een draai-
of bajonetsluiting en metalen bakken.
• Gebruik het eerste rek van de bodem
van deze functie.
• Zet niet meer dan zes wekflessen van
één liter op het bakrooster.
• Vul de flessen tot hetzelfde niveau en
sluit ze af met een klem.
• De flessen mogen elkaar niet raken.
• Vul ca. 1/2 liter water op de plaat, zo-
dat er voldoende vocht in de oven ont-
staat.
• Zodra de vloeistof in de eerste wekgla-
zen begint te borrelen (na. ca. 35-60
minuten bij 1 liter glazen) de oven uit-
schakelen of de temperatuur verlagen
tot 100°C (zie tabel).
22
www.electrolux.com
Bessen
In te maken eet-
waar
Temperatuur in
°C
Bereidingstijd
tot sudderen in
min.
Doorkoken bij
100 °C in min.
Aardbeien, bos-
bessen, frambo-
zen, rijpe kruisbes-
sen
160 - 170 35 - 45 -
Steenvruchten
In te maken eet-
waar
Temperatuur in
°C
Bereidingstijd
tot sudderen in
min.
Door blijven ko-
ken bij 100 °C in
min.
Peren, kweeperen,
pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
Groenten
In te maken eet-
waar
Temperatuur in
°C
Bereidingstijd
tot sudderen in
min.
Door blijven ko-
ken bij 100 °C in
min.
Wortels
1)
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde augur-
ken
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Koolrabi, erwten,
asperges
160 - 170 50 - 60 15 - 20
1)
In de uitgeschakelde oven laten staan
9.10 Ontdooien
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe
het voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen borden
of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd
worden verlengd.
Gebruik de eerste rekstand van de oven.
Het inzetniveau onderaan.
Schotel
Ontdooitijd
in min.
Verdere ont-
dooitijd in min.
Opmerking
Kip 1000 g 100 - 140 20 - 30
Kip op een omgedraaid
schoteltje in een groot
bord leggen, halverwe-
ge de tijd omdraaien
Vlees, 1000 g 100 - 140 20 - 30
Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien
Vlees, 500 g 90 - 120 20 - 30
Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien
Forel, 150g 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien, 300g 30 - 40 10 - 20 -
NEDERLANDS 23
Schotel
Ontdooitijd
in min.
Verdere ont-
dooitijd in min.
Opmerking
Boter, 250g 30 - 40 10 - 15 -
Room, 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15
Room kan ook met nog
licht bevroren deeltjes
goed worden geklopt
Taart, 1400 g 60 60 -
10. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
• Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
• Gebruik voor metalen oppervlakken een
universeel reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van de oven na
elk gebruik. Vuil laat zich dan het mak-
kelijkst verwijderen en kan niet aanbran-
den.
• Verwijder hardnekkig vuil met een spe-
ciale ovenreiniger.
• Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met warm water en een schoon-
maakmiddel.
• Accessoire met antiaanbaklaag mogen
niet worden schoongemaakt met een
agressief reinigingsmiddel, voorwerpen
met scherpe randen of een afwasauto-
maat. Hierdoor kan de antiaanbaklaag
onherstelbaar worden beschadigd.
Apparaten van roestvrij staal
of aluminium:
Maak de ovendeur alleen met een
natte spons schoon. Drogen met
een zachte doek.
Vermijd het gebruik van staalwol,
zure of schurende producten, de-
ze kunnen de oppervlakken van
de oven beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de oven net
zo voorzichtig schoon.
10.1 Inschuifrails
U kunt de inschuifrails verwijderen om de
zijwanden te reinigen.
Verwijderen van de inschuifrails
1.
Trek de inschuifrails bij de voorkant uit
de zijwand.
24
www.electrolux.com
2
1
2.
Trek de inschuifrail bij de achterkant
uit de zijwand en verwijder deze.
De inschuifrails installeren
Installeer de inschuifrails in de omgekeer-
de volgorde.
Geldig bij de telescopische ge-
leiders:
De pinnetjes op de telescopische
geleiders moeten naar voren wij-
zen!
LET OP!
Zorg ervoor dat de langste beves-
tigingsdraad voorin wordt aange-
bracht. De uiteinden van de twee
draden moeten naar achteren wij-
zen. Incorrecte installatie kan
schade aan het email toebrengen.
10.2 De ovendeur reinigen
Om het reinigen te vergemakkelijken, ver-
wijdert u best de ovendeur.
WAARSCHUWING!
Zorg dat het glas is afgekoeld al-
vorens u de glasplaat schoon-
maakt. De glazen panelen kunnen
breken.
WAARSCHUWING!
Als de glasplaten beschadigd ra-
ken of bekrast worden, worden ze
zwak en kunnen ze breken. Om
dit te voorkomen, moet u ze ver-
vangen. Voor meer informatie,
neemt u contact op met de servi-
ce afdeling.
De deur verwijderen:
1
2
1.
Open de deur helemaal.
2.
Verplaats de schuif totdat u een klik
hoort.
3.
Sluit de deur tot de schuif vergrendelt.
4.
Verwijder de deur.
Om de deur te verwijderen, trek
de deur eerst aan de ene zijde
naar buiten en daarna aan de an-
dere zijde.
Wanneer u klaar bent met reinigen, plaatst
u de ovendeur terug in omgekeerde volg-
orde. Zorg ervoor dat u een klik hoort
wanneer u de deur terugplaatst. Gebruik
indien nodig enige kracht.
NEDERLANDS 25
10.3 Ovenglasplaten
De glasplaten van de ovendeur op
uw product kunnen in type en
vorm verschillen van de voorbeel-
den die u hier ziet. Het aantal
glasplaten kan ook verschillen.
Verwijderen en reinigen van de deurglazen
B
1.
Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten vast-
pakken en naar binnen drukken om
de klemsluiting te ontgrendelen.
2.
Trek de deur naar voor om deze te
verwijderen.
3.
Houd de deurglasplaten aan de bo-
venkant vast en trek deze een voor
een omhoog uit de geleiding.
4.
Reinig de glasplaten.
Voer de bovenstaande stappen uit in om-
gekeerde volgorde om de panelen te in-
stalleren.
LET OP!
De verwijderbare glasplaten heb-
ben een markering aan één zijde.
Zorg ervoor dat de markering zich
in de linkerbovenhoek bevindt.
10.4 Ovenlampje
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig als u de oven-
lamp vervangt. Er bestaat risico
op elektrische schokken.
Voordat u het ovenlampje vervangt:
• Schakel de oven uit.
• Verwijder de zekeringen in de zekerin-
genkast, of schakel de stroomonder-
breker uit.
Leg een doek op de bodem van
de oven om schade aan het oven-
lampje en het afdekglaasje te
voorkomen.
Het ovenlampje vervangen
1.
Het afdekglas van het lampje bevindt
zich in de achterkant van de oven-
ruimte.
Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2.
Reinig het afdekglas.
3.
Vervang het ovenlampje met de rele-
vante tegen 300 °C hittebestendig
ovenlampje.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4.
Plaats het afdekglas terug.
26
www.electrolux.com
10.5 De lade verwijderen
De lade onder de oven kan worden ver-
wijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
1.
Trek de lade volledig naar buiten, tot
deze niet verder kan.
1
2
2.
Til de lade iets schuin omhoog en ver-
wijder de lade uit de steunrails.
De lade plaatsen
1.
Plaats de lade op de steunrails. Zorg
ervoor dat de uitsparingen goed in de
rails vallen.
2.
Laat de lade tot horizontale stand
zakken en duw de lade naar binnen.
WAARSCHUWING!
Wanneer de oven in gebruik is,
kan de lade heet worden. Bewaar
geen ontvlambare dingen in de
oven (bijv. schoonmaakmiddelen,
plastic zakken, ovenhandschoe-
nen, papier, reinigingssprays,
enz).
11. PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is geen vonk als de
brander wordt aangesto-
ken.
Er is geen elektrische
voeding.
Controleer of het appa-
raat goed is aangesloten
en de elektrische voeding
is ingeschakeld.
Er is geen vonk als de
brander wordt aangesto-
ken.
Er is geen elektrische
voeding.
Onderzoek de huisinstal-
latie (zekeringenkast).
Er is geen vonk als de
brander wordt aangesto-
ken.
Het branderdeksel en de
kroon zitten niet goed op
hun plaats.
Controleer of het bran-
derdeksel en de kroon
goed op hun plaats zit-
ten.
De vlam gaat meteen na
de ontsteking uit.
Het thermokoppel is niet
voldoende opgewarmd.
Houd, na het ontsteken
van de vlam, de knop cir-
ca 5 seconden ingedrukt.
De gasring brandt onre-
gelmatig.
De branderkroon is ver-
stopt met etensresten.
Controleer of de hoofdin-
spuiter niet verstopt is en
of de branderkroon
schoon is.
NEDERLANDS 27
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt hele-
maal niet.
De zekering in de zeke-
ringkast is doorgebrand.
Controleer de zekering.
Als de zekering meer dan
één keer doorslaat, raad-
pleeg dan een bevoegde
elektricien.
De oven wordt niet warm. De oven is niet ingescha-
keld.
Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstan-
den zijn niet ingesteld.
Controleer de kookstan-
den.
Het ovenlampje brandt
niet.
Het ovenlampje is kapot. Vervang het ovenlampje.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en
de binnenkant van de
oven.
Het gerecht heeft te lang
in de oven gestaan.
Laat gerechten na het be-
reiden niet langer dan
15-20 minuten in de oven
staan.
Als u niet zelf het probleem kunt verhel-
pen, neem dan contact op met uw verko-
per of de klantenservice.
De contactgegevens van het servicecen-
trum staan op het typeplaatje. Het type-
plaatje bevindt zich aan de voorkant van
de binnenkant van de oven.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
12. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
Afmetingen
Hoogte 847 - 867 mm
Breedte 596 mm
Diepte 600 mm
Ovencapaciteit 74 l
Diameter van de brander
Brander Ø brander in
1/100 mm
Sudderbrander 28
Brander Ø brander in
1/100 mm
Normale brander 32
Driekronenbran-
der
56
Categorie Appa-
raat
II2E+3+
Gastoevoer G20/G25 (2E+)
20/25 mbar
G30/G31 (3+)
28-30/37 mbar
28
www.electrolux.com
Gasbranders
BRANDER Sudder-
brander
Normale
brander
Drie
AARDGAS
G20
20 mbar
Nominaal vermogen
(kW)
1 1.9 3.8
Warmte-invoer (m3/
h)
0.095 0.181 0.362
Inspuitermarkering
1/100 mm
70 96 146
LPG
(Butaan/Pro-
paan) G30
28-30 mbar
Nominaal vermogen
(kW)
1 2 3.8
Warmte-invoer (g/h) 73 145 276
Inspuitermarkering
1/100 mm
50 71 98
Stadsgas
G110
8 mbar
1)
Nominaal vermogen
(kW)
1 2 3.45
Warmte-invoer (m3/
h)
0.227 0.453 0.782
Inspuitermarkering
1/100 mm
142 210 350
Diameter van luchtre-
gelaar (mm)
10 10 16
Stadsgas
G130
8 mbar
1)
Nominaal vermogen
(kW)
1 2 3.45
Warmte-invoer (m3/
h)
0.140 0.280 0.483
Inspuitermarkering
1/100 mm
127 195 348
1)
Om het type gas te veranderen, moet u de inspuiters afzonderlijk toevoeren.
12.1 Locatie van het apparaat
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten
aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
A
A
B
Minimum afstanden
Afmetin-
gen
mm
A 2
B 685
12.2 Gasaansluiting
Kies vaste aansluitingen of gebruik een
flexibele leiding van roestvrij staal, in over-
eenstemming met de voorschriften die
van kracht zijn. Als u flexibele metalen lei-
dingen gebruikt, moet u opletten dat deze
niet in aanraking komen met bewegende
NEDERLANDS 29
onderdelen, of dat ze niet vastgeklemd
worden.
12.3 Aansluiting van flexibele
niet-metalen leidingen
Als het mogelijk is om de aansluiting over-
al in de aansluitzone gemakkelijk te con-
troleren, kunt u een flexibele leiding ge-
bruiken. De flexibele leiding moet goed
worden aangespannen door klemmen.
Montage: gebruik de leidinghouder. Kop-
pel altijd de pakking vast. Ga vervolgens
door met de gasaansluiting. De flexibele
leiding is klaar voor gebruik als de leiding:
– niet warmer wordt dan kamertempera-
tuur, warmer dan 30 °C;
– niet langer is dan 1500 mm;
– geen knikken vertoont;
– niet onderworpen is aan tractie of tor-
sie;
– niet in aanraking komt met scherpe
randen of hoeken;
– gemakkelijk onderzocht kan worden om
de toestand ervan te controleren.
De controle van de staat van de flexibele
leiding bestaat erin te controleren of:
– de leiding geen barsten, sneden, vlek-
ken of brandsporen vertoont op de
twee uiteinden en over de volledige
lengte;
– het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont;
– de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn;
– de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten waar-
neembaar zijn, mag de leiding niet worden
gerepareerd, maar moet deze worden
vervangen.
Controleer wanneer de installatie
is voltooid of alle leidingfittingen
goed zijn afgedicht. Gebruik een
zeepoplossing, geen vlam!
De gastoevoer bevindt zich aan de ach-
terkant van het bedieningspaneel.
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stop-
contact of trek de zekering uit
vóór u het gas aansluit. Sluit
de hoofdkraan van de gastoe-
voer.
ABC
DE
A)
Gasaansluitingspunt (er is slechts één
punt geschikt voor het apparaat)
B)
Pakking
C)
Instelbare aansluiting
D)
Houder voor de aardgaspijp
E)
LPG leidinghouder
Het toestel is ingesteld op stan-
daard gas. Als u de instelling wilt
wijzigen, kiest u de bijbehorende
pijphouder uit de lijst. Gebruik al-
tijd de pakkingafdichting.
12.4 Aanpassing aan
verschillende types gas
WAARSCHUWING!
Alleen bevoegde personen mogen
de afstelling aan verschillende ty-
pes gas uitvoeren.
Dit apparaat is bedoeld om met
aardgas te werken.
Met de correcte gasinspuiters kan
het apparaat ook met vloeibaar
gas werken.
WAARSCHUWING!
Alvorens de inspuiters te plaatsen,
moet u ervoor zorgen dat de gas-
bedieningsknoppen in de uitstand
zijn gedraaid en het apparaat niet
op het elektriciteitsnet is aange-
sloten. Laat het apparaat volledig
afkoelen. U kunt letsel oplopen.
12.5 Vervanging van
gasinspuiters
1.
Verwijder de pannendrager.
2.
Verwijder de branderkappen en -kro-
nen.
30
www.electrolux.com
3.
Verwijder de inspuiters met dopsleutel
nr. 7. Vervang ze door de inspuiters
die nodig zijn voor het type gas dat u
gebruikt.
Om naar stadsgas te veranderen
(G110/G120/G2.350), bevestigt u
de luchtregelaar op de hoofdin-
spuiter. Draai deze zo goed mo-
gelijk vast.
4.
Monteer de onderdelen opnieuw.
Voer dezelfde procedure uit, maar be-
gin in omgekeerde volgorde.
5.
Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje
voor het nieuwe type gastoevoer. U
kunt het plaatje vinden in de zak die
bij het apparaat geleverd is.
Als de druk van de gastoevoer niet cons-
tant is of verschilt van de vereiste druk,
moet u een geschikte drukregelaar op de
gastoevoerleiding monteren.
12.6 Instellen van het
minimumniveau
Het minimumniveau van de branders af-
stellen:
1.
Steek de brander aan.
2.
Draai de knop op de minimumstand.
3.
Verwijder de knop.
4.
Stel de branderschroefstand (A) af
met een dunne schroevendraaier. De
stand van de schroef (A) is afhankelijk
van het model.
A
• Draai de instelschroef helemaal vast als
u overstapt van aardgas op vloeibaar
gas.
• Als u overstapt van vloeibaar gas op
aardgas, draai de by-passschroef dan
ongeveer een kwartslag los (een halve
slag bij een driekronenbrander).
WAARSCHUWING!
Zorg dat de vlam niet uit gaat als
u de knop snel van de maximale
stand naar de minimale stand
draait.
12.7 Waterpas zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het kookoppervlak
aan de bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
12.8 Anti-kantelbescherming
LET OP!
U moet de anti-kantelbescher-
ming installeren. Als u dat niet
doet, kan het apparaat kantelen.
Uw apparaat is vorozien van het
symbool weergegeven in de af-
beelding (indien van toepassing)
om u te herinneren aan de monta-
ge van de anti-kantelbescherming.
NEDERLANDS 31
Zorg dat u de anti-kantelbescher-
ming op de correcte hoogte in-
stalleert.
1.
Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti-kan-
telbescherming gaat plaatsen.
2.
Installeer de anti-kantelbescherming
77 mm onder het bovenvlak van het
apparaat en 49 mm van de zijkant
van het apparaat in de ronde opening
op een steun (zie afb.). Schroef de
beveiliging stevig in solide materiaal of
gebruik geschikte versteviging (muur).
3.
U vindt de opening aan de linker- en
rechterachterkant van het apparaat.
Het apparaat is voorzien van een
steun aan de linkerkant. U kunt bij
uw plaatselijke leverancier ook een
steun voor de rechterkant aan-
schaffen.
Til de voorkant van het apparaat op
(1) en plaats dit in het midden van de
ruimte tussen de kastjes (2). Als de
afstand tussen de aanrechtkastjes
groter is dan de breedte van het ap-
paraat, moet u de zijmaten aanpas-
sen als u het apparaat wilt centreren.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter
het apparaat glad is.
1
2
49 mm
77 mm
12.9 Elektrische installatie
De fabrikant is niet verantwoorde-
lijk als u de veiligheidsmaatregelen
uit het hoofdstuk 'Veiligheidsinfor-
matie' niet opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker
en netsnoer.
13. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool
niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
32
www.electrolux.com

Documenttranscriptie

2 www.electrolux.com INHOUD 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 WE DENKEN AAN U Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen. Welkom bij Electrolux. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.electrolux.com Registreer uw product voor een betere service: www.electrolux.com/productregistration Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.electrolux.com/shop KLANTENSERVICE Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer. Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden. NEDERLANDS 3 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen WAARSCHUWING! Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit. • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan van een volwassene of van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Laat kinderen niet met het apparaat spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. • Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. • Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren. • Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. 1.2 Algemene veiligheid • Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken. • Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem. 4 www.electrolux.com • Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren. • Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken. • Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten. • Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. • Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden. • Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken. • Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is, schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen. • Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze kan heet worden. • Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Installeer de inschuifrail in de omgekeerde volgorde. • Verwijder spillage van het deksel voordat u het opent. Laat de kookplaat afkoelen voordat u het deksel sluit. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Dit apparaat is geschikt voor de volgende markten: BE LU 2.1 Montage WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. NEDERLANDS • Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats. • Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. • Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd. • De zijkanten van het apparaat moeten naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte. • Installeer het apparaat niet op een platform. • Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat hete pennen van het apparaat vallen als de deur of het raam wordt geopend. WAARSCHUWING! Installeer een stabilisator om te voorkomen dat het apparaat kantelt. Raadpleeg de installatiegids. Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Neem contact op met de service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen. • Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat, met name niet als deze heet is. • De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het • • • • • 5 niet zonder gereedschap kan worden verplaatst. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. Gasaansluiting • Alle gasaansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is. • Op het typeplaatje staat informatie over de gastoevoer. • Dit apparaat mag niet aangesloten worden op een inrichting dat producten afvoert voor verbranding. Sluit het apparaat aan volgens de geldende installatieregels. Let op de vereisten voor voldoende ventilatie. 2.2 Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. • Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Schakel het apparaat telkens na gebruik uit. 6 www.electrolux.com • Van binnen wordt het apparaat heet als het in werking is. Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen. • Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen. • Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. • Oefen geen kracht uit op een geopende deur. • Houd de deur van het apparaat altijd dicht als het apparaat in werking is. • Leg geen bestek of deksels van steelpannen op de kookzones. Ze zijn heet. • Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. • Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd. • Gebruik alleen stabiel kookgerei met de juiste vorm en een diameter groter dan de afmetingen van de branders. • Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel van de maximale stand naar de minimale stand draait. • Zorg ervoor dat de pannen in het midden van de ringen worden gezet en niet uitsteken over de randen van de kookplaat. • Gebruik alleen de accessoires die zijn meegeleverd met het apparaat. • Plaats geen vlamverdeler op de brander. WAARSCHUWING! Brand- of explosiegevaar. • Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt. • De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken. • Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur. • Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Om schade of verkleuring van het email te voorkomen: – Zet geen kookgerei of andere voorwerpen direct op de bodem van het apparaat. – Leg geen aluminiumfolie op de bodem van het apparaat. – plaats geen water direct in het hete apparaat. – haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken. – wees voorzichtig bij het verwijderen of bevestigen van accessoires. • Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat. Dit is geen defect dat geldt voor het recht op garantie. • Gebruik voor cakes met veel vocht een diep bakblik. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken. • Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel. • Laat kookgerei niet droogkoken. • Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen. • Activeer de kookzones niet met leeg kookgerei of zonder kookgerei erop. • Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen. • Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op de kookplaat. NEDERLANDS Deksel • De specificatie van de deksel mag niet worden veranderd. • Maak de deksel regelmatig schoon. • Open het deksel niet als er is geknoeid op het oppervlak. • Schakel alle branders uit voordat u het deksel sluit. • Sluit het deksel niet tot de kookplaat en de oven volledig zijn afgekoeld. • Glazen deksels kunnen breken als ze warm worden (indien van toepassing). 7 • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. • Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst de aanwijzingen op de verpakking. • Reinig niet het katalytisch emaille (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel. • De branders niet in de afwasautomaat reinigen. 2.4 Binnenverlichting 2.3 Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat. • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken. • Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met de service-afdeling. • Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar! • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. • Resterend vet of voedsel in het apparaat kan brand veroorzaken. • De gloeilampen of halogeenlampen in dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden. WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken! • Voordat u het lampje vervangt, dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen. • Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties. 2.5 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. • Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. 8 www.electrolux.com 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 3.1 Algemeen overzicht 1 2 3 4 1 Toetsen voor de kookplaat 5 2 Knop voor de kookwekker 3 Knop voor de ovenfuncties 6 7 5 9 4 3 8 2 4 Knop voor de temperatuur 5 Temperatuurweergave 6 Verwarmingselement 7 Ovenlampje 8 Ventilator 1 9 Rekstanden 3.2 Indeling kookplaat 1 1 Stoomuitlaat 2 5 2 Normale brander 3 Sudderbrander 4 Driekronenbrander 4 3 3.3 Accessoires • Ovenrek Voor kookgerei, bak- en braadvormen. • Vlakke bakplaat Voor gebak en koekjes. • Braadpan 5 Normale brander Voor braden en roosteren of als pan om vet op te vangen. • Bewaarlade Onder de ovenruimte bevindt zich een bewaarlade. 4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 4.1 Eerste reiniging • Verwijder alle accessoires en uitneembare rails (indien van toepassing). NEDERLANDS • Reinig het apparaat voor het eerste gebruik. 2. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging". 3. 4.2 Voorverwarmen Warm het lege apparaat voor om het resterende vet weg te branden. 1. Selecteer de functie mum temperatuur. en de maxi- 9 Laat het apparaat 45 minuten werken. Selecteer de functie en de maximum temperatuur. 4. Laat het apparaat 15 minuten werken. De accessoires kunnen warmer worden dan normaal. Het apparaat kan een geur en rook vrijgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is. 5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. A 5.1 De branders aansteken B WAARSCHUWING! Ga voorzichtig te werk bij het gebruik van branders (open vuur) in de keuken. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval van onjuist gebruik van de vlam. C D De brander steeds aansteken alvorens het kookgerei erop te plaatsen. 1. 2. 3. Druk de knop helemaal in en draai hem naar de maximale stand . Bij het indrukken van de knop wordt de vonkontsteking automatisch geactiveerd. Houd de bedieningsknop ongeveer 10 seconden ingedrukt. Het thermokoppel kan dan opwarmen. Als u dat niet doet, wordt de gastoevoer onderbroken. Stel de vlam af zodra deze regelmatig brandt. Als de brander na enkele pogingen niet aan gaat, controleer dan of de kroon en het branderdeksel goed op hun plaats zitten. A B C D A) B) C) D) Branderdeksel Branderkroon Ontstekingsbougie Thermokoppeling WAARSCHUWING! Als de brander na 10 seconden niet aan gaat, laat u de knop los en draait u de knop naar de uitstand. Wacht 1 minuut voordat u de brander nogmaals probeert aan te steken. 10 www.electrolux.com U kunt de brander aansteken zonder elektrisch apparaat (bijvoorbeeld wanneer er geen elektriciteit is in de keuken). Breng hiertoe de vlam dicht bij de brander, druk de knop 10 seconden in en draai de knop naar de stand voor maximale gasuitgifte. 5.2 De brander uitschakelen Draai de knop naar het symbool de vlam te doven. om WAARSCHUWING! Draai de vlam altijd lager of schakel de brander uit voordat u de pan van de brander haalt. Als de brander per ongeluk dooft, draait u de knop naar de uitstand. Wacht 1 minuut voordat u de brander nogmaals probeert aan te steken. De vonkontsteking kan automatisch starten wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, na de installatie of na een stroomonderbreking. Dat is normaal. 6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 6.1 Energiebesparing • Doe indien mogelijk altijd een deksel op het kookgerei. • Wanneer de vloeistof begint te koken, draait u de vlam omlaag, totdat de vloeistof zachtjes pruttelt. Brander Diameter van het kookgerei Driekronen 180 - 260 mm Normaal 120 - 220 mm Sudderen 80 - 160 mm Gebruik kookgerei met een bodem die zo dik en plat mogelijk is. WAARSCHUWING! Gebruik pannen met een doorsnede die geschikt is voor de afmeting van de brander. Gebruik geen pannen op de kookplaat die de randen overschrijden. 7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Reinig het apparaat telkens na gebruik Gebruik altijd pannen met een schone bodem. WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt. Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat gaat uitvoeren. NEDERLANDS WAARSCHUWING! Reiniging van het apparaat met een stoom- of hogedrukreiniger is om veiligheidsredenen niet toegestaan. WAARSCHUWING! Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, sponzen van staalwol of zuren. Deze kunnen het apparaat beschadigen. Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van het apparaat. • U kunt de pannendrager verwijderen voor een gemakkelijke reiniging van de kookplaat. • Was de geëmailleerde delen, het deksel en de kroon met een warm sopje en laat ze goed drogen alvorens ze terug te plaatsen. • Was de onderdelen van roestvrij staal af met water en droog ze vervolgens met een zachte doek. 11 • De pannendrager mag niet in de afwasautomaat worden afgewassen. Hij moet met de hand worden afgewassen. • Als u de pannendrager met de hand afwast, let dan op bij het afdrogen, omdat hij door het emailleerproces soms scherpe randen heeft. Verwijder hardnekkige vlekken zo nodig met een pastareiniger. • Zorg ervoor dat u de pannendrager na de reiniging correct terugplaatst. • Om ervoor te zorgen dat de branders goed werken, moeten de armen van de pannendrager in het midden van de brander worden geplaatst. • Ga zeer voorzichtig te werk bij het vervangen van de pannendrager, dit om schade aan het oppervlak van de kookplaat te vermijden. Droog het apparaat na reiniging af met een zachte doek. 8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 2. 8.1 Koelventilator Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ventilatie door werken totdat de temperatuur in het apparaat is afgekoeld. 8.2 Het apparaat aan- en uitzetten 1. Draai de knop voor de ovenfuncties naar een ovenfunctie. 3. Draai de knop voor de temperatuur naar een temperatuur. Het temperatuurlampje gaat aan zolang de temperatuur in het apparaat stijgt. Draai om het apparaat uit te schakelen, de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur in de uit-stand. 12 www.electrolux.com 8.3 Ovenfuncties Ovenfunctie Uit-stand Applicatie Het apparaat staat uit. Ovenlampje Het ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunctie. Gecirculeerd koken Verschillende gerechten tegelijkertijd koken. Om zelfgemaakte vruchten in siroop te bereiden en champignons of fruit te drogen. Boven + onderwarmte Onderwarmte Ontdooien Grillen Bakken en braden op één ovenniveau. De bovenste en onderste verwarmingselementen worden tezelfdertijd ingeschakeld. Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem. Alleen het onderste verwarmingselement brandt. Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel. Voor het grillen van plat voedsel in kleine hoeveelheden op het midden van de rooster. Voor het maken van toast. Grill intens Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelheden. Voor het maken van toast. Het volledige grillelement wordt geactiveerd. Infratherm grill Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grillelement en de ventilator van de oven werken samen, zodat de hetelucht rond de gerechten circuleert. 8.4 Timer - kookwekker Gebruik de kookwekker voor het instellen van een afteltijd. Draai de functieknop voor de kookwekker (zie "Beschrijving van het product") zover als mogelijk naar rechts. Draai de knop vervolgens linksom en stel de gewenste tijdsduur in. Er klinkt een geluidssignaal wanneer de tijd is verstreken. Deze functie is niet van invloed op de werking van de oven. 9. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten. LET OP! Gebruik voor cakes met veel vocht een diep bakblik. Vruchtensappen kunnen het emaille beschadigen. NEDERLANDS 9.1 Bakken Algemene aanwijzingen • Uw nieuwe oven kan een andere bak-/ braadverhouding hebben dan het apparaat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan. • Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen, om te profiteren van de restwarmte. Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming. 13 Aanwijzigen bij de baktabellen • Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen. • Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een soortgelijk product. • Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten langer zijn. • Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces. 9.2 Baktips Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing De onderkant van de cake is te licht van kleur. Verkeerde rekstand. Plaats de cake lager. De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig). De oventemperatuur is te hoog. De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktemperatuur lager in. De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig). Te korte baktijd. Baktijd verlengen. Baktijden kunnen niet worden verkort door hogere baktemperaturen. De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig). Er zit te veel vloeistof in het mengsel. Minder vocht gebruiken. Let op de kneedtijden, vooral bij het gebruik van keukenmachines. De cake is te droog. De oventemperatuur is te laag. De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktemperatuur hoger in. De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een cake bakt, gebruikt u een kortere baktijd. De cake wordt ongelijkmatig bruin. De oventemperatuur is te hoog en de baktijd te kort. De baktemperatuur lager instellen en de baktijd verlengen. De cake wordt ongelijkmatig bruin. Het deeg is niet gelijkmatig verdeeld. Verdeel het deeg gelijkmatig over de bakplaat. De cake wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd. De oventemperatuur is te laag. De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktemperatuur een beetje hoger in. 14 www.electrolux.com 9.3 Gecirculeerd koken Bakken op één gebruiksniveau Bakken in vormen Verwarmingssoort Rekstand Temperatuur °C Tijd in min. Tulband of brioche 2 150 - 160 50 - 70 Zandgebak/vruchtencake 1-2 140 - 160 50 - 90 Fatless sponge cake 3 150 - 160 1) 25 - 40 Taartbodem van zandtaartdeeg 2 170-180 1) 10 - 25 Taartbodem roerdeeg 2 150 - 170 20 - 25 2- 3 160 60 - 90 Rekstand Temperatuur °C Tijd in min. Kruimeltaart (droog) 3 150 - 160 20 - 40 Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/ roerdeeg) 1) 3 150 35 - 55 Vruchtentaart met kruimeldeeg 3 160 - 170 40 - 80 Rekstand Temperatuur °C Tijd in min. Zandkoekjes 3 150 - 160 10 - 20 Short bread / Pastry Stripes 3 140 20 - 35 Roerdeegkoekjes 3 150 - 160 15 - 20 Eiwitgebak, schuimgebak 3 80 - 100 120 - 150 Bitterkoekjes 3 100 - 120 30 - 50 Apple pie (2 vormen Ø20cm, diagonaal geplaatst) 1) Oven voorverwarmen Cakes/pastei/broden op bakblik Verwarmingssoort 1) Gebruik diepe pan Koekjes Verwarmingssoort NEDERLANDS Verwarmingssoort Rekstand Temperatuur °C Tijd in min. Klein gerezen gebak 3 150 - 160 20 - 40 Klein bladerdeeggebak 3 170 - 180 1) 20 - 30 Broodjes 3 160 1) 10 - 35 Small cakes (20 per plaat) 3 150 1) 20 - 35 1) Oven voorverwarmen Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten Schotel Rekstand Temperatuur °C Tijd in min. Stokbroden bedekt met gesmolten kaas 1 160 - 170 1) 15 - 30 Gevulde groente 1 160 - 170 30- 60 Temperatuur °C Tijd in min. 1) Oven voorverwarmen Bakken op meerdere niveaus Cakes/pastei/broden op bakblik Verwarmingssoort Rekstand 2 niveaus Roomsoezen/tompoezen 2/4 160 - 1801) 25 - 45 Kruimeltaart 2/4 150 - 1601) 30 - 45 Temperatuur °C Tijd in min. 1) Oven voorverwarmen Klein gebak/cakejes/gebak/broodjes Verwarmingssoort Rekstand 2 niveaus Zandkoekjes 2/4 150 - 1601) 20 - 40 Short bread/ Pastry Stripes 2/4 1401) 20 - 45 Roerdeegkoekjes 2/4 160 - 1701) 25 - 45 Eiwitgebak, schuimgebak 2/4 80 - 100 130 - 170 Bitterkoekjes 2/4 100 - 1201) 40 - 80 Klein gerezen gebak 2/4 160 - 1701) 30 - 60 15 16 www.electrolux.com Verwarmingssoort Klein bladerdeeggebak Rekstand 2 niveaus Temperatuur °C Tijd in min. 170 - 1801) 30 - 50 2/4 1) Oven voorverwarmen 9.4 Bakken op één niveau: Bakken in vormen Verwarmingssoort Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Tulband of brioche 2 160 - 180 50 - 70 Zandgebak/vruchtencake 1-2 150 - 170 50 - 90 Fatless sponge cake 3 170 1) 25 - 40 Taartbodem van zandtaartdeeg 2 190 - 210 1) 10 - 25 Taartbodem roerdeeg 2 170 - 190 20 - 25 Apple pie (2 vormen Ø20cm, diagonaal geplaatst) 1-2 180 60 - 90 Hartige taart (bijv. quiche lorraine) 1 180 - 220 35- 60 1-2 160 - 180 60 - 90 Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Vlechtbrood/ broodkrans 2 170 - 190 40 - 50 Kerststol 2 160 - 180 1) 50 - 70 Kwarktaart 1) Oven voorverwarmen Gebak op bakplaat Verwarmingssoort Brood (roggebrood): 1. Eerste deel van het bakproces. 2. Tweede deel van het bakproces. Roomsoezen/tompoezen 1-2 3 1. 230 1) 1. 2. 160 - 180 1) 2. 190 - 210 1) 20 30 - 60 20 - 35 NEDERLANDS Verwarmingssoort Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Koninginnenbrood (opgerolde cake met jam) 3 180 - 200 1) 10 - 20 Kruimeltaart (droog) 3 160 - 180 20 - 40 Amandelcake/suikertaart 3 190 - 210 1) 20 - 30 3 170 35 - 55 Vruchtentaart met kruimeldeeg 3 170 - 190 40 - 60 Plaatkoek met kwetsbare garnering (bijv. kwark, room, puddingvulling) 3 160 - 180 1) 40 - 80 Pizza (met veel garnering) 2) 1-2 190 - 210 1) 30 - 50 Pizza (dunne korst) 1-2 220 - 250 1) 15 - 25 Ongedesemd brood 1 230 - 250 10 - 15 Vlaaien (CH) 1 210 - 230 35 - 50 Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min. Zandkoekjes 3 170 - 190 10 - 20 Short bread/ Pastry Stripes 3 160 1) 20 - 35 Roerdeegkoekjes 3 170 - 190 20 - 30 Eiwitgebak, schuimgebak 3 80 - 100 120- 150 Bitterkoekjes 3 120 - 130 30 - 60 Klein gerezen gebak 3 170 - 190 20 - 40 Klein bladerdeeggebak 3 190 - 210 1) 20 - 30 Bolletjes 3 190 - 2101) 10 - 55 Vruchtentaart (op gistdeeg/roerdeeg) 2) 1) Oven voorverwarmen 2) Gebruik diepe pan Koekjes Verwarmingssoort 17 18 www.electrolux.com Verwarmingssoort Small cakes (20 per plaat) Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min. 3-4 170 1) 20 - 30 1) Oven voorverwarmen Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min. Pastaschotel Schotel 1 180 - 200 45 - 60 Lasagne 1 180 - 200 35 - 50 Groentegratin 1 180 - 200 1) 15 - 30 Stokbroden bedekt met gesmolten kaas 1 200 - 220 1) 15 - 30 Zoete ovenschotels 1 180 - 200 40 - 60 Visschotels 1 180 - 200 40 - 60 Gevulde groente 1 180 - 200 40 - 60 1) Oven voorverwarmen zig) of op een rooster boven de braadpan. • Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger. • Alle soorten vlees, die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel braden. 9.5 Braden Braadservies • Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fabrikant). • Grote braadstukken kunt u direct in de diepe braadpan braden (indien aanwe- 9.6 Braden met boven- en onderwarmte Rundvlees Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. 1-1,5 kg 1 200 - 230 105 - 150 Rosbief of ossehaas: rood per cm dikte 1 230 - 2501) 6-8 Rosbief of ossehaas: medium per cm dikte 1 220 - 230 8 - 10 Rosbief of ossehaas: gaar per cm dikte 1 200 - 220 10 - 12 Stoofvlees 1) Oven voorverwarmen NEDERLANDS 19 Varkensrug Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Schouderstuk, nekstuk, hamlap 1-1,5 kg 1 210 - 220 90 - 120 Kotelet, ribbetje 1-1,5 kg 1 180 - 190 60 - 90 Gehaktbrood 750 g -1 kg 1 170 - 190 50 - 60 Varkensschenkel (voorgekookt) 750 g -1 kg 1 200 - 220 90 - 120 Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. 1 kg 1 210 - 220 90 - 120 1,5-2 kg 1 200 - 220 150 - 180 Kalfsvlees Soort vlees Geroosterd kalfsvlees1) Kalfsschenkel 1) gebruik een afgesloten braadpan Lamsvlees Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Lamsbout, geroosterd lamsvlees 1 - 1,5 kg 1 210 - 220 90 - 120 Lamsrug 1 - 1,5 kg 1 210 - 220 40 - 60 Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Hazenrug, hazenbout tot 1 kg 1 220 - 240 1) 30 - 40 Reerug, hertenrug 1,5-2 kg 1 210 - 220 35 - 40 Reebout, hertenbout 1,5-2 kg 1 200 - 210 90 - 120 Wild 1) Oven voorverwarmen 20 www.electrolux.com Gevogelte Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. Stukken gevogelte 200-250g elk 1 220 - 250 20 - 40 Halve kip 400-500 g elk 1 220 - 250 35 - 50 Kip, haantje 1-1,5 kg 1 220 - 250 50 - 70 Eend 1,5-2 kg 1 210 - 220 80 - 100 Gans 3,5-5 kg 1 200 - 210 150 - 180 Kalkoen 2,5-3,5 kg 1 200 - 210 120 - 180 Kalkoen 4-6 kg 1 180 - 200 180 - 240 Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min. 1-1,5 kg 1 210 - 220 40 - 70 Vis Soort vlees Hele vis 9.7 Braden met circulatiegrill Rundvlees Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min. Rosbief of ossehaas: rood per cm dikte 1 190 - 200 1) 5-6 Rosbief of ossehaas: medium per cm dikte 1 180 - 190 6-8 Rosbief of ossehaas: gaar per cm dikte 1 170 - 180 8 - 10 1) Oven voorverwarmen Varkensrug Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min. Schouderstuk, nekstuk, hamlap 1-1,5 kg 1 160 - 180 90 - 120 Kotelet, ribbetje 1-1,5 kg 1 170 - 180 60 - 90 Gehaktbrood 750 g -1 kg 1 160 - 170 50 - 60 Varkensschenkel (voorgekookt) 750 g -1 kg 1 150 - 170 90 - 120 NEDERLANDS 21 Kalfsvlees Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min. 1 kg 1 160 - 180 90 - 120 1,5-2 kg 1 160 - 180 120 - 150 Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min. Lamsbout, geroosterd lamsvlees 1-1,5 kg 1 150 - 170 100 - 120 Lamsrug 1-1,5 kg 1 160 - 180 40 - 60 Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min. Stukken gevogelte 200-250 g elk 1 200 - 220 30 - 50 Halve kip Geroosterd kalfsvlees Kalfsschenkel Lamsvlees Gevogelte 400-500 g elk 1 190 - 210 35 - 50 Kip, haantje 1-1,5 kg 1 190 - 210 50 - 70 Eend 1,5-2 kg 1 180 - 200 80 - 100 Gans 3,5-5 kg 1 160 - 180 120 - 180 Kalkoen 2,5-3,5 kg 1 160 - 180 120 - 150 Kalkoen 4-6 kg 1 140 - 160 150 - 240 9.8 Grillen Gebruik de grilfunctie altijd met maximale temperatuurinstelling Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn • Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op de eerste inschuifhoogte. • Alleen platte stukken vlees of vis grillen. De grillzone bevindt zich in het midden van het rooster Lege oven met grilfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen. • Rooster op inschuifhoogte plaatsen, zoals aangeraden in grilleertabel. Grill Voedselsoorten voor de grill Rekstand Temperatuur °C Grilltijd in min. Rosbief, medium 2 210 - 230 1e kant 2e kant 30 - 40 30 - 40 22 www.electrolux.com Voedselsoorten voor de grill Grilltijd in min. Rekstand Temperatuur °C Runderfilet, medium 3 Varkensrug 1e kant 2e kant 230 20 - 30 20 - 30 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40 Kalfsrug 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40 Lamsrug 3 210 - 230 25 - 35 20 - 35 3-4 210 - 230 15 - 30 15 - 30 Hele vis, 500 1000g Grillen VoedingsPlaathoogsoorten voor te grillen Grilltijd in min. Temperatuur °C 1e kant 2e kant Burgers 4 Maximaal 1) 9 - 15 8 - 13 Varkenshaas 4 Maximaal 10 - 12 6 - 10 Worstjes 4 Maximaal 10 - 12 6-8 Runderfilet, kalfsbiefstukken 4 Maximaal 7 - 10 6-8 4-5 Maximaal 1) 1-4 1-4 4 Maximaal 6-8 - Geroosterd brood Brood met iets erop 1) Oven voorverwarmen 9.9 Inmaken Let op: • Gebruik alleen weckflessen van dezelfde afmetingen. • Gebruik geen wekglazen met een draaiof bajonetsluiting en metalen bakken. • Gebruik het eerste rek van de bodem van deze functie. • Zet niet meer dan zes wekflessen van één liter op het bakrooster. • Vul de flessen tot hetzelfde niveau en sluit ze af met een klem. • De flessen mogen elkaar niet raken. • Vul ca. 1/2 liter water op de plaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat. • Zodra de vloeistof in de eerste wekglazen begint te borrelen (na. ca. 35-60 minuten bij 1 liter glazen) de oven uitschakelen of de temperatuur verlagen tot 100°C (zie tabel). NEDERLANDS 23 Bessen In te maken eetwaar Temperatuur in °C Bereidingstijd tot sudderen in min. Doorkoken bij 100 °C in min. Aardbeien, bosbessen, frambozen, rijpe kruisbessen 160 - 170 35 - 45 - In te maken eetwaar Temperatuur in °C Bereidingstijd tot sudderen in min. Door blijven koken bij 100 °C in min. Peren, kweeperen, pruimen 160 - 170 35 - 45 10 - 15 Temperatuur in °C Bereidingstijd tot sudderen in min. Door blijven koken bij 100 °C in min. Wortels 1) 160 - 170 50 - 60 5 - 10 Komkommers 160 - 170 50 - 60 - Gemengde augurken 160 - 170 50 - 60 5 - 10 Koolrabi, erwten, asperges 160 - 170 50 - 60 15 - 20 Steenvruchten Groenten In te maken eetwaar 1) In de uitgeschakelde oven laten staan 9.10 Ontdooien Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het voedsel op een bord. Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd worden verlengd. Gebruik de eerste rekstand van de oven. Het inzetniveau onderaan. Ontdooitijd in min. Verdere ontdooitijd in min. Opmerking Kip 1000 g 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje in een groot bord leggen, halverwege de tijd omdraaien Vlees, 1000 g 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd omdraaien Vlees, 500 g 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd omdraaien Forel, 150g 25 - 35 10 - 15 - Aardbeien, 300g 30 - 40 10 - 20 - Schotel 24 www.electrolux.com Ontdooitijd in min. Verdere ontdooitijd in min. Boter, 250g 30 - 40 10 - 15 - Room, 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15 Room kan ook met nog licht bevroren deeltjes goed worden geklopt 60 60 Schotel Taart, 1400 g Opmerking - 10. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. • Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje. • Gebruik voor metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel. • Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Vuil laat zich dan het makkelijkst verwijderen en kan niet aanbranden. • Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger. • Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek met warm water en een schoonmaakmiddel. • Accessoire met antiaanbaklaag mogen niet worden schoongemaakt met een agressief reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of een afwasautomaat. Hierdoor kan de antiaanbaklaag onherstelbaar worden beschadigd. Apparaten van roestvrij staal of aluminium: Maak de ovendeur alleen met een natte spons schoon. Drogen met een zachte doek. Vermijd het gebruik van staalwol, zure of schurende producten, deze kunnen de oppervlakken van de oven beschadigen. Maak het bedieningspaneel van de oven net zo voorzichtig schoon. 10.1 Inschuifrails U kunt de inschuifrails verwijderen om de zijwanden te reinigen. Verwijderen van de inschuifrails 1. Trek de inschuifrails bij de voorkant uit de zijwand. NEDERLANDS 2. 1 25 Trek de inschuifrail bij de achterkant uit de zijwand en verwijder deze. 2 WAARSCHUWING! Zorg dat het glas is afgekoeld alvorens u de glasplaat schoonmaakt. De glazen panelen kunnen breken. De inschuifrails installeren Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde. Geldig bij de telescopische geleiders: De pinnetjes op de telescopische geleiders moeten naar voren wijzen! WAARSCHUWING! Als de glasplaten beschadigd raken of bekrast worden, worden ze zwak en kunnen ze breken. Om dit te voorkomen, moet u ze vervangen. Voor meer informatie, neemt u contact op met de service afdeling. LET OP! Zorg ervoor dat de langste bevestigingsdraad voorin wordt aangebracht. De uiteinden van de twee draden moeten naar achteren wijzen. Incorrecte installatie kan schade aan het email toebrengen. 10.2 De ovendeur reinigen Om het reinigen te vergemakkelijken, verwijdert u best de ovendeur. De deur verwijderen: 1. 2. 1 3. 4. 2 Wanneer u klaar bent met reinigen, plaatst u de ovendeur terug in omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat u een klik hoort wanneer u de deur terugplaatst. Gebruik indien nodig enige kracht. Open de deur helemaal. Verplaats de schuif totdat u een klik hoort. Sluit de deur tot de schuif vergrendelt. Verwijder de deur. Om de deur te verwijderen, trek de deur eerst aan de ene zijde naar buiten en daarna aan de andere zijde. 26 www.electrolux.com 10.3 Ovenglasplaten De glasplaten van de ovendeur op uw product kunnen in type en vorm verschillen van de voorbeelden die u hier ziet. Het aantal glasplaten kan ook verschillen. Verwijderen en reinigen van de deurglazen 1. Deurafdekking (B) aan de bovenkant van de deur aan beide kanten vastpakken en naar binnen drukken om de klemsluiting te ontgrendelen. 2. Trek de deur naar voor om deze te verwijderen. Houd de deurglasplaten aan de bovenkant vast en trek deze een voor een omhoog uit de geleiding. Reinig de glasplaten. B 3. 4. Voer de bovenstaande stappen uit in omgekeerde volgorde om de panelen te installeren. LET OP! De verwijderbare glasplaten hebben een markering aan één zijde. Zorg ervoor dat de markering zich in de linkerbovenhoek bevindt. 10.4 Ovenlampje WAARSCHUWING! Wees voorzichtig als u de ovenlamp vervangt. Er bestaat risico op elektrische schokken. Voordat u het ovenlampje vervangt: • Schakel de oven uit. • Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit. Leg een doek op de bodem van de oven om schade aan het ovenlampje en het afdekglaasje te voorkomen. Het ovenlampje vervangen Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de achterkant van de ovenruimte. Draai het afdekglas van de lamp naar rechts en verwijder het. 2. Reinig het afdekglas. 3. Vervang het ovenlampje met de relevante tegen 300 °C hittebestendig ovenlampje. 1. Gebruik hetzelfde ovenlamptype. 4. Plaats het afdekglas terug. NEDERLANDS 10.5 De lade verwijderen 2. De lade onder de oven kan worden verwijderd om gemakkelijker te worden schoongemaakt. 1. Trek de lade volledig naar buiten, tot deze niet verder kan. 1. 27 Til de lade iets schuin omhoog en verwijder de lade uit de steunrails. De lade plaatsen Plaats de lade op de steunrails. Zorg ervoor dat de uitsparingen goed in de rails vallen. 2. Laat de lade tot horizontale stand zakken en duw de lade naar binnen. 2 1 WAARSCHUWING! Wanneer de oven in gebruik is, kan de lade heet worden. Bewaar geen ontvlambare dingen in de oven (bijv. schoonmaakmiddelen, plastic zakken, ovenhandschoenen, papier, reinigingssprays, enz). 11. PROBLEMEN OPLOSSEN WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er is geen vonk als de brander wordt aangestoken. Er is geen elektrische voeding. Controleer of het apparaat goed is aangesloten en de elektrische voeding is ingeschakeld. Er is geen vonk als de brander wordt aangestoken. Er is geen elektrische voeding. Onderzoek de huisinstallatie (zekeringenkast). Er is geen vonk als de brander wordt aangestoken. Het branderdeksel en de kroon zitten niet goed op hun plaats. Controleer of het branderdeksel en de kroon goed op hun plaats zitten. De vlam gaat meteen na de ontsteking uit. Het thermokoppel is niet voldoende opgewarmd. Houd, na het ontsteken van de vlam, de knop circa 5 seconden ingedrukt. De gasring brandt onregelmatig. De branderkroon is verstopt met etensresten. Controleer of de hoofdinspuiter niet verstopt is en of de branderkroon schoon is. 28 www.electrolux.com Probleem Mogelijke oorzaak Het apparaat werkt helemaal niet. De zekering in de zekeringkast is doorgebrand. Oplossing Controleer de zekering. Als de zekering meer dan één keer doorslaat, raadpleeg dan een bevoegde elektricien. De oven wordt niet warm. De oven is niet ingeschakeld. Schakel de oven in. De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden zijn niet ingesteld. Controleer de kookstanden. Het ovenlampje brandt niet. Het ovenlampje is kapot. Vervang het ovenlampje. Stoom en condens slaan neer op de gerechten en de binnenkant van de oven. Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan. Laat gerechten na het bereiden niet langer dan 15-20 minuten in de oven staan. Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de klantenservice. De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Het type- plaatje bevindt zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven. Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren: Model (MOD.) ......................................... Productnummer (PNC) ......................................... Serienummer (S.N.) ......................................... 12. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Afmetingen Hoogte 847 - 867 mm Breedte 596 mm Diepte 600 mm Ovencapaciteit 74 l Diameter van de brander Brander Ø brander in 1/100 mm Sudderbrander 28 Brander Ø brander in 1/100 mm Normale brander 32 Driekronenbrander 56 Categorie Apparaat Gastoevoer II2E+3+ G20/G25 (2E+) 20/25 mbar G30/G31 (3+) 28-30/37 mbar NEDERLANDS 29 Gasbranders BRANDER AARDGAS G20 20 mbar LPG (Butaan/Propaan) G30 28-30 mbar Stadsgas G110 8 mbar1) Stadsgas G130 8 mbar1) Sudderbrander Normale brander Drie Nominaal vermogen (kW) 1 1.9 3.8 Warmte-invoer (m3/ h) 0.095 0.181 0.362 Inspuitermarkering 1/100 mm 70 96 146 Nominaal vermogen (kW) 1 2 3.8 Warmte-invoer (g/h) 73 145 276 Inspuitermarkering 1/100 mm 50 71 98 Nominaal vermogen (kW) 1 2 3.45 Warmte-invoer (m3/ h) 0.227 0.453 0.782 Inspuitermarkering 1/100 mm 142 210 350 Diameter van luchtregelaar (mm) 10 10 16 Nominaal vermogen (kW) 1 2 3.45 Warmte-invoer (m3/ h) 0.140 0.280 0.483 Inspuitermarkering 1/100 mm 127 195 348 1) Om het type gas te veranderen, moet u de inspuiters afzonderlijk toevoeren. 12.1 Locatie van het apparaat U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten aan een of twee zijden en in de hoek plaatsen. Afmetingen mm A 2 B 685 12.2 Gasaansluiting B A A Minimum afstanden Kies vaste aansluitingen of gebruik een flexibele leiding van roestvrij staal, in overeenstemming met de voorschriften die van kracht zijn. Als u flexibele metalen leidingen gebruikt, moet u opletten dat deze niet in aanraking komen met bewegende 30 www.electrolux.com onderdelen, of dat ze niet vastgeklemd worden. A B C 12.3 Aansluiting van flexibele niet-metalen leidingen Als het mogelijk is om de aansluiting overal in de aansluitzone gemakkelijk te controleren, kunt u een flexibele leiding gebruiken. De flexibele leiding moet goed worden aangespannen door klemmen. Montage: gebruik de leidinghouder. Koppel altijd de pakking vast. Ga vervolgens door met de gasaansluiting. De flexibele leiding is klaar voor gebruik als de leiding: – niet warmer wordt dan kamertemperatuur, warmer dan 30 °C; – niet langer is dan 1500 mm; – geen knikken vertoont; – niet onderworpen is aan tractie of torsie; – niet in aanraking komt met scherpe randen of hoeken; – gemakkelijk onderzocht kan worden om de toestand ervan te controleren. De controle van de staat van de flexibele leiding bestaat erin te controleren of: – de leiding geen barsten, sneden, vlekken of brandsporen vertoont op de twee uiteinden en over de volledige lengte; – het materiaal niet gehard is, maar de juiste elasticiteit vertoont; – de bevestigingsklemmen niet verroest zijn; – de vervaldatum niet is verstreken. Als er één of meerdere defecten waarneembaar zijn, mag de leiding niet worden gerepareerd, maar moet deze worden vervangen. E A) Gasaansluitingspunt (er is slechts één B) C) D) E) punt geschikt voor het apparaat) Pakking Instelbare aansluiting Houder voor de aardgaspijp LPG leidinghouder Het toestel is ingesteld op standaard gas. Als u de instelling wilt wijzigen, kiest u de bijbehorende pijphouder uit de lijst. Gebruik altijd de pakkingafdichting. 12.4 Aanpassing aan verschillende types gas WAARSCHUWING! Alleen bevoegde personen mogen de afstelling aan verschillende types gas uitvoeren. Dit apparaat is bedoeld om met aardgas te werken. Met de correcte gasinspuiters kan het apparaat ook met vloeibaar gas werken. WAARSCHUWING! Alvorens de inspuiters te plaatsen, moet u ervoor zorgen dat de gasbedieningsknoppen in de uitstand zijn gedraaid en het apparaat niet op het elektriciteitsnet is aangesloten. Laat het apparaat volledig afkoelen. U kunt letsel oplopen. Controleer wanneer de installatie is voltooid of alle leidingfittingen goed zijn afgedicht. Gebruik een zeepoplossing, geen vlam! De gastoevoer bevindt zich aan de achterkant van het bedieningspaneel. WAARSCHUWING! Trek de stekker uit het stopcontact of trek de zekering uit vóór u het gas aansluit. Sluit de hoofdkraan van de gastoevoer. D 12.5 Vervanging van gasinspuiters 1. 2. Verwijder de pannendrager. Verwijder de branderkappen en -kronen. NEDERLANDS 3. Verwijder de inspuiters met dopsleutel nr. 7. Vervang ze door de inspuiters die nodig zijn voor het type gas dat u gebruikt. 2. 3. 4. 31 Draai de knop op de minimumstand. Verwijder de knop. Stel de branderschroefstand (A) af met een dunne schroevendraaier. De stand van de schroef (A) is afhankelijk van het model. A Om naar stadsgas te veranderen (G110/G120/G2.350), bevestigt u de luchtregelaar op de hoofdinspuiter. Draai deze zo goed mogelijk vast. • Draai de instelschroef helemaal vast als u overstapt van aardgas op vloeibaar gas. • Als u overstapt van vloeibaar gas op aardgas, draai de by-passschroef dan ongeveer een kwartslag los (een halve slag bij een driekronenbrander). WAARSCHUWING! Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel van de maximale stand naar de minimale stand draait. 12.7 Waterpas zetten Gebruik kleine pootjes aan de onderkant van het apparaat om het kookoppervlak aan de bovenkant waterpas met andere oppervlakken te brengen. 4. Monteer de onderdelen opnieuw. Voer dezelfde procedure uit, maar begin in omgekeerde volgorde. 5. Vervang het typeplaatje (naast de gastoevoerleiding) door het plaatje voor het nieuwe type gastoevoer. U kunt het plaatje vinden in de zak die bij het apparaat geleverd is. Als de druk van de gastoevoer niet constant is of verschilt van de vereiste druk, moet u een geschikte drukregelaar op de gastoevoerleiding monteren. 12.6 Instellen van het minimumniveau Het minimumniveau van de branders afstellen: 1. Steek de brander aan. 12.8 Anti-kantelbescherming LET OP! U moet de anti-kantelbescherming installeren. Als u dat niet doet, kan het apparaat kantelen. Uw apparaat is vorozien van het symbool weergegeven in de afbeelding (indien van toepassing) om u te herinneren aan de montage van de anti-kantelbescherming. 32 www.electrolux.com Til de voorkant van het apparaat op (1) en plaats dit in het midden van de ruimte tussen de kastjes (2). Als de afstand tussen de aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet u de zijmaten aanpassen als u het apparaat wilt centreren. Zorg ervoor dat het oppervlak achter het apparaat glad is. 49 mm 77 mm Zorg dat u de anti-kantelbescherming op de correcte hoogte installeert. 1. 2. 3. Stel de correcte hoogte in en bepaal waar op het apparaat u de anti-kantelbescherming gaat plaatsen. Installeer de anti-kantelbescherming 77 mm onder het bovenvlak van het apparaat en 49 mm van de zijkant van het apparaat in de ronde opening op een steun (zie afb.). Schroef de beveiliging stevig in solide materiaal of gebruik geschikte versteviging (muur). U vindt de opening aan de linker- en rechterachterkant van het apparaat. 1 2 12.9 Elektrische installatie De fabrikant is niet verantwoordelijk als u de veiligheidsmaatregelen uit het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt. Dit apparaat wordt geleverd met stekker en netsnoer. Het apparaat is voorzien van een steun aan de linkerkant. U kunt bij uw plaatselijke leverancier ook een steun voor de rechterkant aanschaffen. 13. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte elektronische apparaten. Gooi apparaten niet weg gemarkeerd met het symbool verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
1 / 1

Electrolux EKK6130AOX Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen