STHT77502-1

Stanley STHT77502-1, STHT77592-1 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Stanley STHT77502-1 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NL
64
Inhoud
• Laser-informatie
• Veiligheid van de gebruiker
• Veiligheid van de batterijen
• Batterijen van het type AA plaatsen
• De laser inschakelen
• Nauwkeurigheid van de laser controleren
• De laser gebruiken
• Onderhoud
• Oplossen van problemen
• Service en reparaties
• Specicaties
Laser-informatie
De lasers STHT77502-1 en STHT77592-1 zijn
laserproducten van Klasse 2. De lasers zijn zelf-
nivellerend lasergereedschap dat kan worden gebruikt
voor horizontale (waterpas) en verticale (loodlijn)
uitlijningsprojecten.
Veiligheid van de
gebruiker
Veiligheidsrichtlijnen
Onderstaande denities beschrijven de ernst van de
gevolgen die met de verschillende signaalwoorden
worden aangeduid. Lees de handleiding en let goed
op deze symbolen.
GEVAAR: Duidt een dreigende gevaarlijke
situatie aan, die, als deze niet wordt
vermeden, een ongeluk met dodelijke aoop
of ernstig letsel tot gevolg zal hebben.
WAARSCHUWING: Duidt een mogelijk
gevaarlijke situatie aan, die, als deze niet
wordt vermeden, een ongeluk met dodelijke
aoop of ernstig letsel tot gevolg kan
hebben.
VOORZICHTIG: Duidt een mogelijk
gevaarlijke situatie aan, die, als deze niet
wordt vermeden aan, licht of middelzwaar
letsel tot gevolg kan hebben.
KENNISGEVING: Duidt een situatie in de praktijk
aan die niet leidt tot persoonlijk letsel, maar, als
deze niet wordt vermeden, materiële schade tot
gevolg kan hebben.
Als u vragen of opmerkingen hierover hebt of over
anderSTANLEY
®
-gereedschap, ga dan naar
http://www.STANLEY.com.
WAARSCHUWING:
Lees alle instructies en zorg ervoor dat
u ze begrijpt. Wanneer u geen gevolg geeft
aan de waarschuwingen en instructies in
deze handleiding, kan dat leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING:
Blootstelling aan laserstralen. Haal
de laser-waterpas niet uit elkaar en
breng er geen wijzigingen in aan. Het
gereedschap bevat geen onderdelen
waaraan de gebruiker onderhoud kan
uitvoeren. Dit kan ernstig oogletsel
veroorzaken.
WAARSCHUWING:
Gevaarlijke straling. Gebruik van
bedieningsfuncties of de uitvoering van
aanpassingen of procedures die niet in deze
handleiding worden beschreven, kunnen tot
gevaarlijke blootstelling aan straling leiden.
Het label op uw laser kan de volgende symbolen
vermelden.
Symbool Betekenis
V Volt
mW Milliwatt
Laser-waarschuwing
nm Golengte in nanometers
2 Klasse 2 Laser
65
NL
Waarschuwingslabels
Voor uw gemak en veiligheid worden de volgende
labels op de laser vermeldt.
WAARSCHUWING: De gebruiker
moet de instructiehandleiding lezen
zodat het risico van letsel wordt
beperkt.
WAARSCHUWING: LASER-
STRALING. KIJK NIET IN DE
STRAAL. Klasse 2 Laser-product.
SER.____________
TYPE 1
3V DC
LASER
2
≤1.5mW @630-680nm
IEC 60825-1: 2014
MADE IN CHINA
www.stanleylasers.com
www.stanleytools.com
STHT77502-1
SER.____________
TYPE 1
3V DC
LASER
2
MADE IN CHINA
www.stanleylasers.com
www.stanleytools.com
≤1.5mW @510-530nm
IEC 60825-1: 2014
STHT77592-1
Werk niet met de laser in explosieve
omgevingen, zoals in de aanwezigheid van
brandbare vloeistoffen en gassen of brandbaar
stof. Dit gereedschap kan vonken genereren die
het stof of de dampen kunnen doen ontbranden.
Berg laser-gereedschap dat u niet gebruikt op
buiten bereik van kinderen en andere personen
die er niet mee kunnen werken. Lasers zijn
gevaarlijk in de handen van onervaren gebruikers.
Onderhoud aan het gereedschap MOET
worden uitgevoerd door gekwaliceerde
reparatiemonteurs. Wanneer service of onderhoud
wordt uitgevoerd door niet-gekwaliceerd personeel
kan dat letsel tot gevolg hebben. Zoek het Stanley-
servicecentrum bij u in de buurt, ga naar
http://www.2helpU.com.
Kijk niet met behulp van optisch gereedschap,
zoals een telescoop naar de laserstraal. Dit kan
ernstig oogletsel veroorzaken.
Plaats de laser niet ergens waar iemand al dan
niet opzettelijk in de laserstraal kan kijken. Dit
kan ernstig oogletsel veroorzaken.
Plaats de laserstraal niet bij een reecterend
oppervlak dat de laserstraal kan weerkaatsen en
in de richting van iemands ogen kan sturen. Dit
kan ernstig oogletsel veroorzaken.
Schakel het laserapparaat uit wanneer u het
niet gebruikt. Wanneer het laserapparaat aan
blijft staan, vergroot dat het risico dat iemand in de
laserstraal kijkt.
Breng op geen enkele wijze wijzigingen in
de laser aan. Wanneer u wijzigingen in het
gereedschap aanbrengt, kan dat leiden tot
gevaarlijke blootstelling aan laserstraling.
Werk niet met het laserapparaat in de buurt van
kinderen en laat niet kinderen het laserapparaat
bedienen. Ernstige verwondingen aan de ogen
kunnen hiervan het gevolg zijn.
Verwijder geen waarschuwingslabels en maak
ze niet onleesbaar. Als labels worden verwijderd,
kan de gebruiker of kunnen anderen zichzelf
onbedoeld blootstellen aan straling.
Plaats het laserapparaat stevig op een waterpas
oppervlak. Als het laserapparaat valt, kan dat
beschadiging van het apparaat of ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Persoonlijke veiligheid
Blijf alert, kijk wat u doet en gebruik uw gezond
verstand wanneer u met dit laserapparaat werkt.
Gebruik de laser niet wanneer u moe bent of
onder invloed van verdovende middelen, alcohol
of medicatie. Een ogenblik van onoplettendheid
tijdens het werken met laserproducten kan leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
Gebruik een uitrusting voor persoonlijke
bescherming. Draag altijd oogbescherming.
Afhankelijk van de werkomstandigheden zal
het dragen van een uitrusting voor persoonlijke
bescherming, zoals een stofmasker,
antislip veiligheidsschoenen, een helm en
gehoorbescherming de kans op persoonlijk letsel
verkleinen.
NL
66
Gebruik en verzorging van het
gereedschap
Gebruik de laser niet als de schakelaar Power/
Transport Lock niet goed werkt. Gereedschap dat
niet kan worden bediend met de aan/uit-schakelaar
is gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
Volg de instructies in het gedeelte Onderhoud van
deze handleiding. Het gebruik van niet-goedgekeurde
onderdelen of het niet opvolgen van de instructies in
Onderhoud kan het risico van een elektrische schok
of van letsel doen ontstaan.
Veiligheid van de
batterijen
WAARSCHUWING:
Batterijen kunnen exploderen of lekken
en kunnen letsel of brand veroorzaken.
Beperk het risico door:
Nauwgezet gevolg te geven aan alle instructies en
waarschuwingen op het label van de batterij en de
verpakking.
Batterijen altijd op juiste wijze in te zetten en
daarbij op de polariteit te letten (+ en –), volg de
markeringen op de batterij en de apparatuur.
Niet de polen van de batterij kort te sluiten.
Niet niet-oplaadbare batterijen op te laden.
Niet oude en nieuwe batterijen door elkaar te
gebruiken. Alle batterijen tegelijkertijd te vervangen
door nieuwe batterijen van hetzelfde merk en type.
Lege batterijen onmiddellijk uit te nemen en volgens
lokaal geldende voorschriften weg te doen.
Niet batterijen in het vuur te gooien.
Batterijen buiten bereik van kinderen te houden.
Batterijen uit te nemen wanneer het toestel niet in
gebruik is.
Batterijen van het type
AA plaatsen
Plaats nieuwe AA-batterijen in de laser STHT77502-1
of STHT77592-1.
1.
Draai de laser ondersteboven.
2.
Open aan de onderzijde van de laser de grendel
van de afdekking van het batterijvak
(Afbeelding
B
1
).
3.
Plaats twee nieuwe AA-batterijen van een goed
merk, en let er daarbij op dat u de zijde + en -
van de batterijen plaatst zoals wordt aangeduid
aan de binnenzijde van het batterijvak
(Afbeelding
B
2
).
4.
Duw de afdekking van het batterijvak dicht tot
deze op z’n plaats klikt (Afbeelding
B
3
).
Schuif wanneer de laser niet in gebruik is,
de schakelaar Power/Transport Lock naar de
middenpositie (OFF) (Afbeelding
A
2
) zodat de
batterijen worden gespaard.
De laser inschakelen
1.
Plaats de laser op een glad, vlak en recht
oppervlak, met de laser gericht op de
tegenoverstaande muur (0º positie).
2.
Schakel de laser in (ON) zodat de horizontale en
verticale laserstralen verschijnen. Of:
Verplaats de schakelaar Power/Transport Lock
naar links zodat de slinger vergrendeld blijft en
de kruislingse lijnen worden weergegeven in de
handmatige stand (Afbeelding
A
1
).
Verplaats de schakelaar Power/Transport Lock
naar rechts zodat de slinger ontgrendeld wordt
en de kruislingse lijnen in de zelf-nivellerende
stand (Afbeelding
A
3
).
3.
Druk op (Afbeelding
A
4
) zodat een
horizontale laserlijn verschijnt, druk een tweede
maal voor een verticale lijn en een derde maal
voor een horizontale lijn en een verticale lijn.
67
NL
4.
Controleer de laserstralen.
Als de laser zo schuin (> 4°) wordt gezet dat
het apparaat zichzelf niet waterpas kan zetten,
of de laser niet waterpas is in de handmatige
stand, zullen de laserstralen knipperen.
Als de laserstralen knipperen, is de laser
niet waterpas (of loodrecht) en mag NIET
WORDEN GEBRUIKT voor het bepalen of
markeren van een lijn waterpas of loodrecht.
Zet de laser opnieuw goed neer op een
oppervlak dat waterpas is.
5.
Als EEN van de volgende verklaringen
WAAR is, ga dan verder met de instructies
voorNauwkeurigheid van de laser controleren
EN GEBRUIK DAARNA PAS DE LASER voor
een project.
Dit is de eerste maal dat u de laser gebruikt
(in het geval dat de laser blootgesteld is
geweest aan extreme temperaturen).
De laser is al enige tijd niet op
nauwkeurigheid gecontroleerd.
De laser is misschien gevallen.
Nauwkeurigheid van de
laser controleren
Het lasergereedschap wordt in de fabriek verzegeld en
gekalibreerd. U wordt geadviseerd de nauwkeurigheid
te controleren voordat u de laser voor de eerste
keer gebruikt (in het geval dat de laser blootgesteld
is geweest aan extreme temperaturen) en daarna
regelmatig de nauwkeurigheid van uw werk te
controleren. Volg deze richtlijnen, wanneer
u een van de nauwkeurigheidscontroles in deze
handleiding uitvoert:
Gebruik een zo groot mogelijke ruimte/afstanddie
gelijk of bijna gelijk is aan de werkafstand. Hoe
groter de ruimte/afstand, des te gemakkelijker is het
de nauwkeurigheid van de laser te meten.
Plaats de laser op eenglad, vlak, stabiel
oppervlak dat in beide richtingen waterpas is.
Markeer het middelpunt van de laserstraal.
Nauwkeurigheid
waterpaslijn
Wilt u de horizontale scankalibratie van de laser
controleren, dan hebt u twee muren nodig op 9 m (30′)
afstand van elkaar. Het is erg belangrijk dat u een
kalibratietest uitvoert over een afstand die niet kleiner
is dan de afstand waarvoor u de laser wilt gebruiken.
1.
Plaats de laser op een statief en stel het apparaat
recht tegenover een muur op (Afbeelding
D
1
).
2.
Verplaats de schakelaar Power/Transport Lock
naar rechts (Afbeelding
A
3
) en schakel zo
de laser in (ON) in de zelf-nivellerende stand, nu
verschijnen de horizontale en verticale stralen.
3.
Markeer P1 waar de horizontale en verticale
lijnen elkaar kruisen op de muur.
4.
Draai de laser 180º.
5.
Markeer P2 waar de horizontale en verticale
lijnen elkaar kruisen op de muur
(Afbeelding
D
2
).
6.
Draai de laser 180º en verplaats het apparaat tot
dichtbij de eerste muur (Afbeelding
D
3
).
7.
Markeer bij P1 P3 bij de plaats waar de
horizontale en verticale lijnen elkaar kruisen op
de muur.
8.
Draai de laser 180º (Afbeelding
D
4
).
9.
Markeer bij P2 P4 bij de plaats waar de
horizontale en verticale lijnen elkaar kruisen op
de muur.
10.
Meet de verticale afstand tussen P1 en P3.
11.
Meet de verticale afstand tussen P2 en P4.
NL
68
12.
Als groter is dan de Toe te stane afstand tussen
P1 en P3 of P2 en P4 voor de bijbehorende
Afstand Tussen wanden in de volgende tabel,
moet de laser worden nagezien in een ofcieel
servicecentrum.
Afstand tussen
wanden
Toe te stane afstand
Tussen P1 en P3 of
P2 en P4
9 m′ (30') 3 mm
12 m 4 mm
15 m′ (50') 5 mm
Nauwkeurigheid horizontale lijn
Als u de kalibratie van de horizontale helling van de
laser wilt controleren hebt u één muur nodig van ten
minste 9m (30′) lang. Het is erg belangrijk dat u een
kalibratietest uitvoert over een afstand die niet kleiner
is dan de afstand waarvoor u de laser wilt gebruiken.
1.
Plaats de laser op een statief en stel het
apparaat op tegenover de hoek van een vertrek
(Afbeelding
E
1
).
2.
Verplaats de schakelaar Power/Transport Lock
naar rechts (Afbeelding
A
3
) en schakel zo
de laser in (ON) in de zelf-nivellerende stand
en zodat de horizontale en verticale stralen
verschijnen.
3.
Richt de verticale straal op een hoek van de
ruimte.
4.
Markeer P1 op de plaats waar de horizontale
lijn het midden van de ernaast liggende muur
doorkruist.
5.
Draai de laser zo dat de verticale lijn P1 kruist
(Afbeelding
E
2
).
6.
Markeer P2 waar de horizontale lijn de verticale
lijn kruist.
7.
Draai de laser zo dat de verticale lijn op de
tweede hoek is gericht (Afbeelding
E
3
).
8.
Markeer P3 waar de horizontale lijn verticaal
uitkomt op P1 en P2.
9.
Meet de verticale afstand tussen de hoogste en
de laagste punten (tussen P1, P2 en/of P3).
10.
Als uw meting groter is dan de Toe te stane
afstand tussen de Hoogste en de Laagste punten
voor de bijbehorende Afstand tussen wanden
in de volgende tabel, moet de laser worden
nagezien in een ofcieel servicecentrum.
Afstand tussen
wanden
Toe te stane afstand
tussen Hoogste &
Laagste Punten
9 m′ (30') 6 mm
12 m 8 mm
15 m 10 mm
Nauwkeurigheid verticale lijn
De controle van de verticale kalibratie (loodlijn) kan
het nauwkeurigst worden uitgevoerd wanneer er een
aanzienlijke verticale hoogte beschikbaar is, in het
ideale geval 9 m (30′), met één persoon op de vloer
die de laser plaatst en een ander persoon die in de
buurt van het plafond de punt markeert die door de
laser op het plafond wordt geprojecteerd. Het is erg
belangrijk dat u een kalibratietest uitvoert over een
afstand die niet kleiner is dan de afstand waarvoor
u de laser wilt gebruiken.
1.
Plaats de laser op een afstand van ten minste
1,0 m van een deurpost (Afbeelding
F
1
).
2.
Verplaats de schakelaar Power/Transport Lock
naar rechts (Afbeelding
A
3
) en schakel zo
de laser in (ON) in de zelf-nivellerende stand
en zodat de horizontale en verticale stralen
verschijnen.
3.
Richt de verticale laserstraal naar de deurpost.
4.
Markeer langs de onderzijde van de laserstraal
drie locaties
a
,
b
en
c
; waar
b
halverwege
is tussen
a
en
c
.
5.
Waar de bovenzijde van de laserstraal aan de
bovenzijde van de deurpost verschijnt,
markeert u
e
.
6.
Verplaats de laser naar de tegenovergestelde
zijde van de deurpost (Afbeelding
F
2
).
7.
Breng de onderzijde van de laserstraal op één lijn
met
a
,
b
en
c
.
69
NL
8.
Waar de bovenzijde van de laserstraal aan de
bovenzijde van de deurpost verschijnt,
markeert u
f
.
9.
Meet de afstand tussen
e
en
f
.
10.
Als uw meting groter is dan de Toe te stane
afstand tussen
e
en
f
voor de bijbehorende
Plafondhoogte
D
in de volgende tabel, moet
de laser worden nagezien in een ofcieel
servicecentrum.
Plafondhoogte
D
Toe te stane afstand
Tussen
e
en
f
2,0 m′ (6,56') 1,5 mm
2,5 m′ (8,20') 2,0 mm
3,0 m′ (9,84') 2,5 mm
Nauwkeurigheid verticale zijlijn
U kunt de kalibratie van de verticale lijn (loodlijn) van
de zijlaser het nauwkeurigst controleren wanneer er
tenminste 1,5 m afstand over de vloer is en er iemand
is die u kan assisteren. Het is erg belangrijk dat u een
kalibratietest uitvoert over een afstand die niet kleiner
is dan de afstand waarvoor u de laser wilt gebruiken.
1.
Plaats de laser op een vloer die waterpas is en
ten minste 1,5 m lang is.
2.
Verplaats de schakelaar Power/Transport Lock
naar rechts (Afbeelding
A
3
) en schakel zo
de laser in (ON) in de zelf-nivellerende stand
en zodat de horizontale en verticale stralen
verschijnen.
3.
Druk op zodat de verticale zijlijn verschijnt.
4.
Meet precies 0,91 m af van het midden van de
laser-unit langs de voorste verticale straal, en
markeer P1 (Afbeelding
G
1
).
5.
Meet precies 1,22 m af van het midden van de
laser-unit langs de verticale zijlijn, en markeer P2
(Afbeelding
G
2
).
6.
Meet de afstand tussen punten P1 en P2
(Afbeelding
G
3
).
7.
Als de afstand tussen P1 en P2 niet 1,522 m
+ 0,75 mm is, breng dan de laser-unit naar het
STANLEY -servicecentrum bij u in de buurt en
laat het apparaat daar kalibreren.
De laser gebruiken
Bedieningstips
Markeer altijd het middelpunt van de straal die door
de laser wordt geprojecteerd.
Extreme temperatuurwisselingen kunnen leiden tot
beweging van interne onderdelen en dat kan de
nauwkeurigheid nadelig beïnvloeden. Controleer de
nauwkeurigheid vaak tijdens uw werkzaamheden.
Als de laser is gevallen, controleer dan vooral altijd
de kalibratie.
Zolang de laser goed is gekalibreerd, stelt de laser
zichzelf waterpas. Iedere laser wordt in de fabriek
zo gekalibreerd dat waterpas wordt gevonden
zolang het apparaat maar op een vlak oppervlak
wordt geplaatst dat niet meer dan gemiddeld ± 4°
van het waterpaspunt is verwijderd. Handmatige
aanpassingen zijn niet nodig.
Gebruik de laser op een glad, vlak en recht
oppervlak.
De laser uitschakelen
Schuif de schakelaar Power/Transport Lock naar de
stand OFF (Afbeelding
A
2
) wanneer de laser niet
in gebruik is. Staat de schakelaar niet in de stand OFF,
dan wordt het laser-apparaat niet uitgeschakeld.
De laser gebruiken met de beugel
Er wordt een beugel (Afbeelding
H
) bij de laser
geleverd zodat u het apparaat gemakkelijk op
een steun, raster in het plafond of een paal kunt
bevestigen.
1.
Zet de laser stevig vast op de beugel.
Plaats de laser met behulp van de 1/4-20
schroefdraad aan de onderzijde, zijde
achterzijde van het apparaat (Afbeelding
C
),
op de 1/4-20 schroefdraad op de arm van de
beugel (Afbeelding
H
1
).
Draai met de laserknop (Afbeelding
H
2
)
de laser naar rechts vast op de 1/4-20
schroefdraad op de arm van de beugel.
NL
70
2.
U kunt, zo nodig, de hoogte of de positie van de
laser op de beugel veranderen.
Draai de stelknop (Afbeelding
H
3
) naar
links als u de arm van de beugel wilt losmaken.
Schuif de arm van de beugel omhoog of
omlaag naar de gewenste hoogte
(Afbeelding
H
4
). U kunt de hoek van de
beugel wijzigen van 90° naar 180°, door de
arm van de beugel naar de bovenzijde van de
beugel te schuiven en vervolgens de arm naar
rechts te klappen (Afbeelding
H
5
).
Draai de stelknop (Afbeelding
H
3
) naar
rechts als u de arm van de beugel op z'n plaats
wilt vergrendelen.
3.
Houd met behulp van de klem van de beugel
(Afbeelding
H
6
) de laser op z'n plaats op een
balk, een raster in het plafond of een paal.
U kunt, zo nodig, de klem draaien zodat deze
in de juiste hoek staat voor het bevestigen
van een object. Draai, terwijl u de arm van de
beugel met één hand vasthoudt, de klem met
uw andere hand (Afbeelding
H
7
).
Plaats de klem van de beugel rond de balk, op
het raster in het plafond of aan de paal.
Draai de knop van de klem (Afbeelding
H
8
)
naar rechts tot de klem stevig rond het object
zit en de beugel op z'n plaats wordt gehouden.
De laser gebruiken met andere
accessoires
WAARSCHUWING:
Accessoires die niet worden aangeboden
door STANLEY zijn niet met deze laser
getest, en daarom kan het gebruik van
dergelijke accessoires met deze laser
gevaarlijk zijn.
Gebruik alleen STANLEY
®
-accessoires die
voor gebruik met dit model worden aanbevolen.
Accessoires die misschien geschikt zijn voor de
ene laser, kunnen gevaarlijk zijn wanneer ze op een
andere laser worden gebruikt.
De laser is voorzien van een 1/4-20 interne
schroefdraad aan de onderzijde, zijde en achterzijde
(Afbeelding
C
) voor toepassing van op dit moment
verkrijgbare of toekomstige STANLEY
®
-accessoires.
Andere accessoires die worden aanbevolen
voor gebruik met deze laser zijn tegen meerprijs
verkrijgbaar bij uw leverancier ter plaatse of bij een
ofcieel servicecentrum. Heeft u hulp nodig bij het
vinden van een accessoire, neem dan contact op met
het STANLEY-servicecentrum bij u in de buurt of ga
naar onze website: http://www.STANLEY.com.
Onderhoud
Wanneer u de laser niet meer gebruikt, maak dan
de externe onderdelen ervan schoon met een
vochtige doek, veeg vervolgens het apparaat droog
met een droge doek en berg het vervolgens op in
de meegeleverde gereedschapsdoos.
De externe onderdelen van de laser zijn wel
bestand tegen oplosmiddelen, maar u mag de laser
NOOIT met dergelijke middelen schoonmaken.
Berg het laserapparaat niet op bij temperaturen
lager dan -20˚C (-5 ˚F) of hoger dan 60 ˚C (140 ˚F).
Zorg ervoor dat u nauwkeurig werk kunt blijven
leveren, controleer regelmatig de kalibratie van
de laser.
Controles van de kalibratie en andere
onderhoudswerkzaamheden kunnen door
STANLEY-servicecentra.
Oplossen van problemen
De laser kan niet worden
ingeschakeld
Controleer de AA-batterijen zodat u zeker weet dat:
Elke batterijgoed is geplaatst, volgens de (+) en
(–) die aan de binnenzijde van het batterijvak
wordt vermeld.
De contacten van de batterijen schoon zijn en
vrij van roest of corrosie.
De batterijen nieuw zijn en van een goed merk,
zodat de kans van lekkage van de batterijen
wordt beperkt.
71
NL
Controleer dat de AA-batterijen in goede werkende
staat zijn. Als u hierover twijfelt, probeer dan of het
apparaat beter werkt met nieuwe batterijen.
Wanneer u oplaadbare batterijen gebruikt,
controleer dan dat deze geheel zijn opgeladen.
Let er vooral op dat de laser droog blijft.
Als het laser-apparaat warmer wordt dan 50 ˚C,
kan het niet worden ingeschakeld. Als het
laser-apparaat is opgeborgen bij extreem hoge
temperaturen, laat het dan afkoelen. De laser-
waterpas zal niet beschadigd raken wanneer u de
schakelaar Power/Transport Lock bedient voordat
u het apparaat tot de juiste laatste temperatuur
laat afkoelen.
De laserstraal knippert
De lasers zijn zo ontworpen dat ze in de zelf-
nivellerende standzichzelf waterpas afstellen tot
op gemiddeld4° in alle richtingen. Als de laser zo
ver wordt gekanteld dat het interne mechanisme
zichzelf niet waterpas kan afstellen (of de laser is
niet waterpas in de handmatige stand), zullen de
laserstralen knipperen ten teken dat het kantelbereik
is overschreden.
ALS DE LASERSTRALEN KNIPPEREN, IS DE
LASER NIET WATERPAS OF LOODRECHT EN MAG
NIET WORDEN GEBRUIKT VOOR HET BEPALEN
OF MARKEREN VAN EEN LIJN WATERPAS OF
LOODRECHT. Zet de laser opnieuw goed neer op een
oppervlak dat beter waterpas is.
Laserstralen blijven in beweging
De laser is precisie-instrument. Daarom zal de
laser, als het apparaat niet op een stabiel (en
stilstaand) oppervlak is geplaatst, blijven proberen het
waterpaspunt te vinden. Blijft de straal in beweging,
plaats de laser dan op een stabieler oppervlak.
Controleer ook dat het oppervlak betrekkelijk vlak en
recht is, zodat de laser stabiel staat.
Service en reparaties
Opmerking: Wanneer de laser wordt gedemonteerd,
komen alle garanties op het product te vervallen.
De VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het product kunnen alleen worden gegarandeerd
wanneer reparaties, onderhoudswerkzaamheden
en afstellingen worden uitgevoerd door ofciële
servicecentra. Wanneer service of onderhoud wordt
uitgevoerd door niet-gekwaliceerd personeel kan
een risico van letsel ontstaan. Zoek het STANLEY
-servicecentrum bij u in de buurt, ga naar
http://www.STANLEY.com.
Garantie van twee jaar
Stanley geeft op elektronisch meetgereedschap
een garantie tegen gebreken in materialen en/of de
uitvoering, gedurende twee jaar na de aankoopdatum.
Niet goed werkende producten zullen worden
gerepareerd of vervangen, al naargelang Stanley
besluit, als zij samen met het aankoopbewijs worden
opgestuurd naar:
Stanley UK Sales Limited
Gowerton Road
Brackmills, Northampton NN4 7BW
Deze garantie dekt geen gebreken die worden
veroorzaakt door ongelukken, slijtage, gebruik dat
niet in overeenstemming is met de instructies van de
fabrikant of reparatie of wijziging van dit product die
niet door Stanley is geautoriseerd.
Reparatie of vervanging krachtens deze Garantie is
niet van invloed op de aoopdatum van de Garantie.
In de mate waarin dat wordt toegestaan bij wet zal
Stanley onder deze Garantie niet aansprakelijk zijn
voor indirecte schade of gevolgschade die het gevolg
is van gebreken in dit product.
Van deze Garantie mag niet worden afgeweken
zonder autorisatie van Stanley.
Deze Garantie heeft geen gevolgen voor de wettelijke
rechten van consumenten/kopers van dit product.
NL
72
Voor deze Garantie gelden de wetten van het land
waarin de aankoop is gedaan en deze Garantie
is opgesteld in overeenkomst met deze wetten en
Stanley en de koper gaan beide onherroepelijk
akkoord met de exclusieve jurisdictie van de
rechtbanken van dat land, ten aanzien van een
aanspraak of aangelegenheid die ontstaat krachtens
of in verband met deze Garantie.
Kalibratie en de juiste behandeling vallen niet onder
de garantie.
OPMERKING:
De klant is verantwoordelijk voor het juiste gebruik en
de juiste behandeling van het instrument. Bovendien is
de klant volledig verantwoordelijk voor het van tijd tot
tijd controleren van de nauwkeurigheid van de laser-
unit, en daarom voor de kalibratie van het instrument.
73
NL
Specicaties
STHT77502-1 STHT77592-1
Lichtbron Laser-diodes
Laser-golengte 630 – 680 nm zichtbaar 510 – 530 nm zichtbaar
Laser-vermogen ≤1,5 mW KLASSE 2 LASERPRODUCT
Werkbereik 12m (36′) 16m (53′)
Nauwkeurigheid ± 5 mm @ 10 m (±3/16" @ 33′)
Voedingsbron 2 batterijen formaat AA (1,5V) (3V DC)
Bedrijfstemperatuur -10°C tot 40°C (14°F tot 104°F)
Opslagtemperatuur -20°C tot 60°C (-5°F tot 140°F)
© 2018 Stanley Tools
Stanley Europe, Egide Walschaertsstraat 14-16,
2800 Mechelen, Belgium
www.2helpU.com
Made in China
N551892
January 2018
1/238