Stanley FMHT77619-1 Handleiding

Categorie
Laserniveaus
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

57
NL
Inhoud
• Laser-Informatie
• Veiligheid van de gebruiker
• Veiligheid van de accu
• Batterijen van het type AA plaatsen
• Het montageblok gebruiken
• De laser inschakelen
• Nauwkeurigheid van de laser controleren
• De laser gebruiken
• Onderhoud
• Oplossen van problemen
• Service en reparaties
• Specicaties
Laser-informatie
De FMHT1-77416 en FMHT1-77443 zijn laserproducten van
Klasse 2. De lasers zijn zelf-nivellerend lasergereedschap dat
kan worden gebruikt voor horizontale (waterpas) en verticale
(loodlijn) uitlijningsprojecten.
Veiligheid van de gebruiker
Veiligheidsrichtlijnen
Onderstaande denities beschrijven de ernst van de gevolgen
die met de verschillende signaalwoorden worden aangeduid.
Lees de handleiding en let goed op deze symbolen.
GEVAAR: Duidt een dreigende gevaarlijke situatie
aan, die, als deze niet wordt vermeden, een ongeluk
met dodelijke aoop of ernstig letsel tot gevolg zal
hebben.
WAARSCHUWING: Duidt een mogelijk gevaarlijke
situatie aan, die, als deze niet wordt vermeden, een
ongeluk met dodelijke aoop of ernstig letsel tot
gevolg kan hebben.
LET OP: Duidt een mogelijk gevaarlijke situatie aan,
die, als deze niet wordt vermeden aan, licht of
middelzwaar letsel tot gevolg kan hebben.
KENNISGEVING: Duidt een situatie in de praktijk aan die
niet leidt tot persoonlijk letsel, maar, als deze niet wordt
vermeden, materiële schade tot gevolg kan hebben.
Als u vragen of opmerkingen hierover hebt of over ander
Stanleygereedschap, ga dan naar http://www.2helpU.com.
WAARSCHUWING:
Lees alle instructies en zorg ervoor dat u ze
begrijpt. Wanneer u geen gevolg geeft aan de
waarschuwingen en instructies in deze handleiding,
kan dat leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING:
Blootstelling aan laserstralen. Haal de laser-
waterpas niet uit elkaar en breng er geen
wijzigingen in aan. Het gereedschap bevat geen
onderdelen waaraan de gebruiker onderhoud kan
uitvoeren. Ernstige verwondingen aan de ogen
zouden het gevolg kunnen zijn.
WAARSCHUWING:
Gevaarlijke straling. Gebruik van bedieningsfuncties
of de uitvoering van aanpassingen of procedures die
niet in deze handleiding worden beschreven, kunnen
tot gevaarlijke blootstelling aan straling leiden.
Het label op uw laser kan de volgende symbolen vermelden.
Symbool Betekenis
V Volt
mW Milliwatt
Laser-waarschuwing
nm Golengte in nanometers
2 Klasse 2 Laser
Waarschuwingslabels
Voor uw gemak en veiligheid worden de volgende labels op
de laser vermeldt.
WAARSCHUWING: De gebruiker moet de
instructiehandleiding lezen zodat het risico van
letsel wordt beperkt.
WAARSCHUWING: LASER-STRALING. KIJK
NIET IN DE STRAAL. Klasse 2 Laser-product.
FMHT1-77443
FMHT1-77416
58
NL
Werk niet met de laser in explosieve omgevingen, zoals
in de aanwezigheid van brandbare vloeistoffen en gassen
of brandbaar stof. Dit gereedschap kan vonken genereren
die het stof of de dampen kunnen doen ontbranden.
Berg laser-gereedschap dat u niet gebruikt op buiten
bereik van kinderen en andere personen die er niet mee
kunnen werken. Lasers zijn gevaarlijk in de handen van
onervaren gebruikers.
Onderhoud aan het gereedschap MOET worden
uitgevoerd door gekwaliceerde reparatiemonteurs.
Wanneer service of onderhoud wordt uitgevoerd door niet-
gekwaliceerd personeel kan dat letsel tot gevolg hebben.
Zoek het Stanley-servicecentrum bij u in de buurt, ga naar
http://www.2helpU.com.
Kijk niet met behulp van optisch gereedschap, zoals een
telescoop naar de laserstraal. Ernstige verwondingen aan
de ogen zouden het gevolg kunnen zijn.
Plaats de laser niet ergens waar iemand al dan niet
opzettelijk in de laserstraal kan kijken. Ernstige
verwondingen aan de ogen zouden het gevolg kunnen zijn.
Plaats de laserstraal niet bij een reecterend oppervlak
dat de laserstraal kan weerkaatsen en in de richting van
iemands ogen kan sturen. Ernstige verwondingen aan de
ogen zouden het gevolg kunnen zijn.
Schakel het laserapparaat uit wanneer u het niet
gebruikt. Wanneer het laserapparaat aan blijft staan,
vergroot dat het risico dat iemand in de laserstraal kijkt.
Breng op geen enkele wijze wijzigingen in de laser aan.
Wanneer u wijzigingen in het gereedschap aanbrengt, kan
dat leiden tot gevaarlijke blootstelling aan laserstraling.
Werk niet met het laserapparaat in de buurt van kinderen
en laat niet kinderen het laserapparaat bedienen. Ernstige
verwondingen aan de ogen kunnen hiervan het gevolg zijn.
Verwijder geen waarschuwingslabels en maak ze niet
onleesbaar. Als labels worden verwijderd, kan de gebruiker
of kunnen anderen zichzelf onbedoeld blootstellen aan
straling.
Plaats het laserapparaat stevig op een waterpas
oppervlak. Als het laserapparaat valt, kan dat beschadiging
van het apparaat of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Persoonlijke veiligheid
Blijf alert, kijk wat u doet en gebruik uw gezond verstand
wanneer u met dit laserapparaat werkt. Gebruik de laser
niet wanneer u moe bent of onder invloed van verdovende
middelen, alcohol of medicatie. Een ogenblik van
onoplettendheid tijdens het werken met laserproducten kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Gebruik een uitrusting voor persoonlijke bescherming.
Draag altijd oogbescherming. Afhankelijk van de
werkomstandigheden zal het dragen van een uitrusting voor
persoonlijke bescherming, zoals een stofmasker, antislip
veiligheidsschoenen, een helm en gehoorbescherming de
kans op persoonlijk letsel verkleinen.
Gebruik en verzorging van het gereedschap
Gebruik de laser niet als de schakelaar Power/Transport
Lockniet goed werkt. Gereedschap dat niet kan worden
bediend met de aan/uit-schakelaar is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
Volg de instructies in het gedeelte Onderhoud in deze
handleiding. Het gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen
of het niet opvolgen van de instructies in Onderhoud kan het
risico van een elektrische schok of van letsel doen ontstaan.
Veiligheid van de batterijen
WAARSCHUWING:
Batterijen kunnen exploderen of lekken en
kunnen letsel of brand veroorzaken. Beperk het
risico door:
Nauwgezet gevolg te geven aan alle instructies en
waarschuwingen op het label van de batterij en de
verpakking.
Batterijen altijd op juiste wijze in te zetten en daarbij op de
polariteit te letten (+ en –), volg de markeringen op de batterij
en de apparatuur.
Niet de polen van de batterij kort te sluiten.
Niet niet-oplaadbare batterijen op te laden.
Niet oude en nieuwe batterijen door elkaar te gebruiken. Alle
batterijen tegelijkertijd te vervangen door nieuwe batterijen
van hetzelfde merk en type.
Lege batterijen onmiddellijk uit te nemen en volgens lokaal
geldende voorschriften weg te doen.
Niet batterijen in het vuur te gooien.
59
NL
Batterijen buiten bereik van kinderen te houden.
Batterijen uit te nemen wanneer het toestel niet in gebruik is.
Batterijen van het type AA
plaatsen
Plaats nieuwe AA-batterijen in de laser FMHT1-77416
of FMHT1-77443. In de laser FMHT1-77443 kunt u ook
oplaadbare AA-batterijen plaatsen. Wanneer u oplaadbare
batterijen gebruikt, raadpleeg dan de handleiding van de lader
Stanley FatMax FMHT80690.
1.
Draai de laser ondersteboven.
2.
Open op de laser de grendel van de afdekking van het
batterijvak (Afbeelding
B
#1).
3.
Plaats vier nieuwe AA-batterijen van een goed merk, en
let er daarbij op dat u de zijde + en - van de batterijen
plaatst zoals wordt aangeduid aan de binnenzijde van het
batterijvak (Afbeelding
B
#2).
4.
Duw de afdekking van het batterijvak dicht tot deze op z’n
plaats klikt (Afbeelding
B
#3).
5.
Schuif de schakelaar Power/Transport Lock naar rechts
naar de stand Unlocked/ON (Afbeelding
A
#1b).
6.
Controleer op het toetsenblok of (Afbeelding
A
#3)
niet knippert (> 5%). Als rood knippert, betekent het
dat het batterijniveau lager is dan 5%.
De laser zal misschien nog wel enige tijd blijven werken
terwijl het vermogen van de batterijen afneemt, maar de
laserlijnen/-punten zullen snel minder krachtig worden.
Wanneer u verse batterijen hebt geplaatst en de laser
weer hebt ingeschakeld (ON), zullen de laserlijnen en
-punten weer heel helder zijn.
7.
Schuif wanneer de laser niet in gebruik is, de schakelaar
Power/Transport Lock naar LINKS in de stand Locked/OFF
(Afbeelding
A
#1a) en spaar de batterijen.
Het montageblok gebruiken
Aan de onderzijde van de laser bevindt zich een beweegbaar
blok (Afbeelding
D
).
Als u de laser met behulp van de magneten aan de voorzijde
(Afbeelding
A
#2) aan de zijkant van een stalen balk wilt
bevestigen, moet u het beweegbare blok niet uitschuiven
(Afbeelding
D
#1). U kunt dan de punt die omlaag wijst
uitlijnen met de rand van de stalen balk.
U kunt de laser monteren boven een punt op de vloer
(met behulp van een multi-functionele beugel of een statief)
door het beweegbare blok uit te trekken tot het op z’n plaats
klikt (Afbeelding
D
#2). Zo kunt u de punt van de laser die
omlaag wijst, weergeven door het 5/8-11 montagegat en de
laser over het 5/8-11 montagegat roteren zonder dat u de
verticale positie van de laser hoeft te veranderen.
De laser inschakelen
1.
Plaats de laser op een vlak en recht oppervlak, met de
laser gericht op de tegenoverstaande muur (0º positie).
2.
Schuif de schakelaar Power/Transport Lock naar rechts
naar de stand Unlocked/ON (Afbeelding
A
#1b).
3.
Druk eenmaal op (Afbeelding
A
#6) om de
horizontale straal in te schakelen, tweemaal voor de punt
omlaag en driemaal voor de horizontale straal en de punt
omlaag.
4.
Controleer de laserstralen. Het laserapparaat is zo
ontworpen dat het zichzelf waterpas stelt.
Als de laser zo schuin staat dat het zichzelf niet
waterpas kan stellen (> 4°), knipperen de laserstralen
twee keer en knippert
(Afbeelding
A
#4)
voortdurend op het toetsenblok.
Als de laserstralen knipperen, staat de laser niet
waterpas (of loodrecht) en mag deze NIET WORDEN
GEBRUIKT voor het bepalen of markeren van een lijn
waterpas of loodrecht. Zet de laser opnieuw goed neer
op een oppervlak dat waterpas is.
5.
Druk eenmaal op (Afbeelding
A
#5) om de verticale
straal aan de voorkant van de laser in te schakelen,
tweemaal voor de verticale straal aan de zijkant van de
laser en driemaal voor beide stralen.
60
NL
6.
Druk op (Afbeelding
A
#7) om de Puls-modus te
testen. zal oplichten en de laserstralen zullen lichter
zijn, omdat ze op een zeer hoge snelheid knipperen.
U gebruikt de stand Puls-modus alleen met een detector
zodat u de laserstralen over een grote afstand kunt
projecteren.
7.
Als EEN van de volgende verklaringen WAAR is, ga dan
verder met de instructies voor Nauwkeurigheid van
de laser controleren EN GEBRUIK DAARNA PAS DE
LASER voor een project.
Dit is de eerste maal dat u de laser gebruikt (in het
geval dat de laser blootgesteld is geweest aan extreme
temperaturen).
De laser is al enige tijd niet op nauwkeurigheid
gecontroleerd.
De laser is misschien gevallen.
Nauwkeurigheid van de laser
controleren
Het lasergereedschap wordt in de fabriek verzegeld en
gekalibreerd. U wordt geadviseerd de nauwkeurigheid te
controleren voordat u de laser voor de eerste keer gebruikt
(in het geval dat de laser blootgesteld is geweest aan extreme
temperaturen) en daarna regelmatig de nauwkeurigheid van uw
werk te controleren. Volg deze richtlijnen, wanneer u een van
de nauwkeurigheidscontroles in deze handleiding uitvoert:
Gebruik een zo groot mogelijke ruimte/afstand die gelijk of
bijna gelijk is aan de werkafstand. Hoe groter de ruimte/
afstand, des te gemakkelijker is het de nauwkeurigheid van
de laser te meten.
Plaats de laser op een glad, vlak, stabiel oppervlak dat in
beide richtingen waterpas is.
Markeer het middelpunt van de laserstraal.
Horizontale straal - Scan richting
Om de horizontale kalibratie van de laser te controleren hebt
u twee muren nodig 9m (30) uit elkaar. Het is erg belangrijk dat
u een kalibratietest uitvoert over een afstand die niet kleiner is
dan de afstand waarvoor u de laser wilt gebruiken.
1.
Plaats de laser tegen het einde van een 9m lange (30)
muur (Afbeelding
E
#1).
2.
De laser inschakelen.
3.
Druk eenmaal op om de horizontale laserstraal weer te
geven.
4.
Draai de laserstraal richting het andere uiteinde van de
muur en parallel aan de aangrenzende muur.
5.
Ten minste 9m (30) verwijderd van de laserstraal, markeer
de straal
a
en
b
.
6.
Draai de laser 180º.
7.
Stel de hoogte van de laser zo in dat het midden van de
straal op één lijn is met
a
(Afbeelding
E
#2).
8.
Markeer de laserstraal
b
direct boven of onder de
laserstraal
c
langs de laserstraal (Afbeelding
E
#3).
9.
Meet de verticale afstand tussen
b
en
c
.
10.
Als uw meting groter is dan de toegestane afstand
tussen
b
en
c
voor de bijbehorende afstand tussen
wanden in de volgende tabel, moet de laser worden
nagezien in een ofcieel servicecentrum.
Afstand tussen
wanden
Toegestane afstand
Tussen
b
en
c
9m (30) 6mm (1/4”)
12m (40) 8mm (5/16”)
15m (50) 10mm (13/32”)
61
NL
Horizontale straal - Helling richting
Om de horizontale helling kalibratie van de laser te controleren
hebt u één muur nodig van ten minste 9m (30) lang. Het is erg
belangrijk dat u een kalibratietest uitvoert over een afstand die
niet kleiner is dan de afstand waarvoor u de laser wilt gebruiken.
1.
Plaats de laser tegen het einde van een 9m lange (30)
muur (Afbeelding
F
#1).
2.
De laser inschakelen.
3.
Druk eenmaal op om de horizontale laserstraal weer te
geven.
4.
Draai de laserstraal richting het andere uiteinde van de
muur en parallel aan de aangrenzende muur.
5.
Ten minste 9m (30) verwijderd van de laserstraal, markeer
de straal
a
en
b
.
6.
Verplaats de laser naar het andere uiteinde van de muur
(Afbeelding
F
#2).
7.
Plaats de laserstraal richting het eerste uiteinde van
dezelfde muur en parallel aan de aangrenzende muur.
8.
Stel de hoogte van de laser zo in dat het midden van de
straal op één lijn is met
b
.
9.
Markeer de laserstraal
a
direct boven of onder de
laserstraal
c
langs de laserstraal (Afbeelding
F
#3).
10.
Meet de afstand tussen
a
en
c
.
11.
Als uw meting groter is dan de toegestane afstand
tussen
a
en
c
voor de bijbehorende afstand tussen
wanden in de volgende tabel, moet de laser worden
nagezien in een ofcieel servicecentrum.
Afstand tussen
wanden
Toegestane afstand
Tussen
a
en
c
9m (30) 6mm (1/4”)
12m (40) 8mm (5/16”)
15m (50) 10mm (13/32”)
Verticale straal - Loodlijn
De verticale kalibratie (loodlijn) kan het nauwkeurigst worden
uitgevoerd wanneer er een aanzienlijke verticale hoogte
beschikbaar is, in het ideale geval 9m (30), met één persoon
op de vloer die de laser plaatst en een ander persoon die in
de buurt van het plafond de punt markeert die door de laser op
het plafond wordt geprojecteerd. Het is erg belangrijk dat u een
kalibratietest uitvoert over een afstand die niet kleiner is dan de
afstand waarvoor u de laser wilt gebruiken.
1.
Plaats de laser op een glad, vlak, stabiel oppervlak dat in
beide richtingen waterpas is (Afbeelding
G
#1).
2.
De laser inschakelen.
3.
Druk driemaal op om de verticale stralen aan de voor-
en zijkant weer te geven.
4.
Druk tweemaal op om de punt omlaag weer te geven.
5.
Markeer de positie van de punt omlaag op een vlak
oppervlak
a
(Afbeelding
G
#2).
6.
Markeer twee korte lijnen op het plafond
b
en
c
waar
de twee stralen elkaar kruisen.
7.
Draai de laser 180º, en positioneer de punt omlaag direct
over
a
, de vorige positie van de punt omlaag, zoals
afgebeeld in Afbeelding
G
#3.
8.
Kijk naar de positie van de twee laserstralen op het
plafond. Als ze niet parallel staan aan de gemarkeerde
lijnen
b
en
c
, draai de laser dan tot de stralen bijna
gelijk staan aan
b
en
c
.
9.
Markeer twee korte lijnen op het plafond
d
en
e
waar
de stralen kruisen.
10.
Meet de afstand tussen lijnen
b
en
d
, en lijnen
c
en
e
.
11.
Als de meting groter is dan de toegestane afstand
tussen de gemarkeerde lijnen voor de bijbehorende
plafondhoogte in de volgende tabel, moet de laser
worden nagezien in een ofcieel servicecentrum.
Plafondhoogte
Toegestane afstand
Tussen de gemarkeerde lijnen
2,5m (8) 1,5mm (1/16")
3m (10) 2,0mm (3/32”)
4m (14) 2,5mm (1/8”)
6m (20) 4mm (5/32”)
9m (30) 6mm (1/4”)
62
NL
90º Tussen verticale stralen
Om de 90º nauwkeurigheid tussen de laserstraal aan de voor-
en zijkant te controleren, hebt u een open ruimte nodig van ten
minste 6m x 3m (20 x 10).
1.
Plaats de laser op een glad, vlak, stabiel oppervlak dat in
beide richtingen waterpas is, zoals afgebeeld in
Afbeelding
H
#1.
2.
De laser inschakelen.
3.
Druk driemaal op om de verticale stralen aan de voor-
en zijkant weer te geven.
4.
Druk tweemaal op om de punt omlaag weer te geven.
5.
Markeer drie positie langs de voorste laserstraal
a
,
b
, en
c
; waar
b
het midden punt van de laserstraal is.
6.
Positioneer de laser zodat de punt omlaag over
b
en de
voorste laserstraal op een lijn staat met
c
(Afbeelding
H
#2).
7.
Markeer een locatie
e
langs de laserstraal aan de zijkant
op ten minste 3m (10’) van de laser.
8.
Draai de laser naar rechts 90º.
9.
Positioneer de laser zodat de punt omlaag over
b
en de
voorste laserstraal op een lijn staat met
e
(Afbeelding
H
#3).
10.
Markeer de laserstraal aan de zijkant
f
dichtbij
a
.
11.
Meet de afstand tussen
a
en
f
.
12.
Als uw meting groter is dan de toegestane afstand
tussen
a
&
f
voor de bijbehorende afstand van
b
naar
a
in de volgende tabel, moet de laser worden
nagezien in een ofcieel servicecentrum.
Afstand van
b
naar
a
Toegestane afstand
Tussen
a
&
f
3m (10) 3,2mm (1/8”)
4m (14) 3,5mm (5/32”)
5m (17) 4,5mm (3/16”)
6m (20) 5,5mm (7/32”)
7m (23) 6mm (1/4”)
De laser gebruiken
Bedieningstips
Markeer altijd het middelpunt van de straal die door de laser
wordt geprojecteerd.
Extreme temperatuurwisselingen kunnen leiden tot beweging
van interne onderdelen en dat kan de nauwkeurigheid
nadelig beïnvloeden. Controleer de nauwkeurigheid vaak
tijdens uw werkzaamheden.
Als de laser is gevallen, controleer dan vooral altijd de
kalibratie.
Zolang de laser goed is gekalibreerd, stelt de laser zichzelf
waterpas. Iedere laser wordt in de fabriek zo gekalibreerd dat
waterpas wordt gevonden zolang het apparaat maar op een
vlak oppervlak wordt geplaatst dat niet meer dan gemiddeld
± 4° van het waterpaspunt is verwijderd. Handmatige
aanpassingen zijn niet nodig.
Gebruik de laser op een glad, vlak en recht oppervlak.
De laser uitschakelen
Schuif de schakelaar Power/Transport Lock naar de stand OFF/
Locked (Afbeelding
A
#1a) wanneer de laser niet in gebruik
is. Staat de schakelaar niet in de vergrendelde positie (Locked),
dan wordt het laser-apparaat niet uitgeschakeld.
De laser gebruiken met accessoires
WAARSCHUWING:
Accessoires die niet worden aangeboden door
Stanley, zijn niet met deze laser getest, en daarom
kan het gebruik van dergelijke accessoires met deze
laser gevaarlijk zijn.
Gebruik alleen Stanley-accessoires die voor gebruik met dit
model worden aanbevolen. Accessoires die misschien geschikt
zijn voor de ene laser, kunnen gevaarlijk zijn wanneer ze op een
andere laser worden gebruikt.
De onderzijde van de laser is voorzien van een 1/4-20 en een
5/8-11 inwendige schroefdraad (Afbeelding
C
) voor gebruik
met nu en in de toekomst verkrijgbare Stanley-accessoires.
Gebruik alleen Stanley-accessoires die voor gebruik met deze
laser worden opgegeven. Volg de aanwijzingen die bij het
accessoire worden geleverd.
63
NL
Aanbevolen accessoires voor gebruik met deze laser zijn
tegen meerprijs verkrijgbaar bij de dealer of het ofciële
servicecentrum bij u in de buurt. Heeft u hulp nodig bij het
vinden van een accessoire, neem dan contact op met het
Stanley-servicecentrum bij u in de buurt of ga naar de website:
http://www.2helpU.com.
Onderhoud
Wanneer u de laser niet meer gebruikt, maak dan de externe
onderdelen ervan schoon met een vochtige doek, veeg
vervolgens het apparaat droog met een droge doek en berg
het vervolgens op in de meegeleverde gereedschapsdoos.
De externe onderdelen van de laser zijn wel bestand tegen
oplosmiddelen, maar u mag de laser NOOIT met dergelijke
middelen schoonmaken.
Berg het laserapparaat niet op bij temperaturen lager dan
-20 ˚C (-5 ˚F) of hoger dan 60 ˚C (140 ˚F).
Zorg ervoor dat u nauwkeurig werk kunt blijven leveren,
controleer regelmatig de kalibratie van de laser.
Controles van de kalibratie en andere
onderhoudswerkzaamheden kunnen ook door Stanley-
servicecentra worden uitgevoerd.
Oplossen van problemen
De laser kan niet worden ingeschakeld
Controleer de AA batterijen om zeker te weten:
Dat elke batterij goed is geplaatst, volgens de (+) en (–)
die aan de binnenzijde van het batterijvak wordt vermeld.
Dat de contacten van de batterijen schoon zijn en vrij van
roest of corrosie.
Dat de batterijen nieuw zijn en van een goed merk, zodat
de kans van lekkage van de batterijen wordt beperkt.
Controleer dat de AA-batterijen in goede werkende staat
zijn. Als u hierover twijfelt, probeer dan of het apparaat beter
werkt met nieuwe batterijen.
Wanneer u oplaadbare batterijen gebruikt, controleer dan dat
deze geheel zijn opgeladen.
Let er vooral op dat de laser droog blijft.
Als het laser-apparaat warmer wordt dan 50 ˚C, kan het niet
worden ingeschakeld. Als het laser-apparaat is opgeborgen
bij extreem hoge temperaturen, laat het dan afkoelen. De
laser-waterpas zal niet beschadigd raken wanneer u de
schakelaar Power/Transport Lock bedient voordat u het
apparaat tot de juiste laatste temperatuur laat afkoelen.
De laserstraal knippert
De lasers zijn ontworpen om zichzelf waterpas af te stellen tot
op gemiddeld 4° in alle richtingen. Als de laser zo ver wordt
gekanteld dat het interne mechanisme zichzelf niet waterpas
kan afstellen, zullen de laserstralen knipperen ten teken dat
het kantelbereik is overschreden. ALS DE LASERSTRALEN
KNIPPEREN, IS DE LASER NIET WATERPAS OF
LOODRECHT EN MAG NIET WORDEN GEBRUIKT VOOR
HET BEPALEN OF MAREKEREN VAN EEN LIJN WATERPAS
OF LOODRECHT. Zet de laser opnieuw goed neer op een
oppervlak dat beter waterpas is.
De laserstralen blijven in beweging
De laser is precisie-instrument. Daarom zal de laser, als
het apparaat niet op een stabiel (en stilstaand) oppervlak is
geplaatst, blijven proberen het waterpaspunt te vinden. Blijft
de straal in beweging, plaats de laser dan op een stabieler
oppervlak. Controleer ook dat het oppervlak betrekkelijk vlak en
recht is, zodat de laser stabiel staat.
Service en reparaties
Opmerking: Wanneer de laser wordt gedemonteerd, komen
alle garanties op het product te vervallen.
De VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het product
kunnen alleen worden gegarandeerd wanneer reparaties,
onderhoudswerkzaamheden en afstellingen worden uitgevoerd
door ofciële servicecentra. Wanneer service of onderhoud
wordt uitgevoerd door niet-gekwaliceerd personeel kan een
risico van letsel ontstaan. Zoek het Stanley-servicecentrum bij
u in de buurt, ga naar http://www.2helpU.com.
64
NL
Specicaties
FMHT1-77416 FMHT1-77443
Lichtbron Laser-diodes
Laser-golengte 630 680 nm zichtbaar 510 530 nm zichtbaar (alle stralen)
630 680 nm zichtbaar (punt omlaag)
Laser-vermogen ≤1,0 mW KLASSE 2 LASERPRODUCT
Werkbereik 20m (65)
50m (165) met Detector
30m (100)
50m (165) met Detector
Nauwkeurigheid - alle stralen ±3mm per 10m (±1/8” per 30)
Nauwkeurigheid - punt omlaag ±6mm per 10m (±1/4” per 30)
Voedingsbron 4 AA Alkaline (1,5V) batterijen (6V DC) 4 AA Alkaline (1,5V) batterijen (6V DC) of
4 AA NiMH (1,2V) batterijen (4,8V DC)
Bedrijfstemperatuur -10°C tot 50°C (14°F tot 122°F)
Opslagtemperatuur -20°C tot 60°C (-5°F tot 140°F)
Milieu Water- & stofbestendig volgens IP54
© 2017 Stanley Tools
Egide Walschaertsstraat 14-16
2800 Mechelen, Belgium
N527259 August 2017
http://www.2helpU.com

Documenttranscriptie

Inhoud WAARSCHUWING: Lees alle instructies en zorg ervoor dat u ze begrijpt. Wanneer u geen gevolg geeft aan de waarschuwingen en instructies in deze handleiding, kan dat leiden tot ernstig persoonlijk letsel. • Laser-Informatie • Veiligheid van de gebruiker • Veiligheid van de accu • Batterijen van het type AA plaatsen • Het montageblok gebruiken • De laser inschakelen • Nauwkeurigheid van de laser controleren • De laser gebruiken • Onderhoud • Oplossen van problemen • Service en reparaties • Specificaties BEWAAR DEZE INSTRUCTIES WAARSCHUWING: Blootstelling aan laserstralen. Haal de laserwaterpas niet uit elkaar en breng er geen wijzigingen in aan. Het gereedschap bevat geen onderdelen waaraan de gebruiker onderhoud kan uitvoeren. Ernstige verwondingen aan de ogen zouden het gevolg kunnen zijn. Laser-informatie De FMHT1-77416 en FMHT1-77443 zijn laserproducten van Klasse 2. De lasers zijn zelf-nivellerend lasergereedschap dat kan worden gebruikt voor horizontale (waterpas) en verticale (loodlijn) uitlijningsprojecten. Veiligheid van de gebruiker WAARSCHUWING: Gevaarlijke straling. Gebruik van bedieningsfuncties of de uitvoering van aanpassingen of procedures die niet in deze handleiding worden beschreven, kunnen tot gevaarlijke blootstelling aan straling leiden. Het label op uw laser kan de volgende symbolen vermelden. Symbool Betekenis Veiligheidsrichtlijnen V mW Onderstaande definities beschrijven de ernst van de gevolgen die met de verschillende signaalwoorden worden aangeduid. Lees de handleiding en let goed op deze symbolen. Volt Milliwatt Laser-waarschuwing nm 2 Golflengte in nanometers Klasse 2 Laser GEVAAR: Duidt een dreigende gevaarlijke situatie aan, die, als deze niet wordt vermeden, een ongeluk met dodelijke afloop of ernstig letsel tot gevolg zal hebben.   WAARSCHUWING: Duidt een mogelijk gevaarlijke situatie aan, die, als deze niet wordt vermeden, een ongeluk met dodelijke afloop of ernstig letsel tot gevolg kan hebben.  ET OP: Duidt een mogelijk gevaarlijke situatie aan, L die, als deze niet wordt vermeden aan, licht of middelzwaar letsel tot gevolg kan hebben. KENNISGEVING: Duidt een situatie in de praktijk aan die niet leidt tot persoonlijk letsel, maar, als deze niet wordt vermeden, materiële schade tot gevolg kan hebben. NL Waarschuwingslabels Voor uw gemak en veiligheid worden de volgende labels op de laser vermeldt.   WAARSCHUWING: De gebruiker moet de instructiehandleiding lezen zodat het risico van letsel wordt beperkt.  WAARSCHUWING: LASER-STRALING. KIJK NIET IN DE STRAAL. Klasse 2 Laser-product. FMHT1-77416 FMHT1-77443 Als u vragen of opmerkingen hierover hebt of over ander Stanleygereedschap, ga dan naar http://www.2helpU.com. 57 NL • Werk niet met de laser in explosieve omgevingen, zoals Persoonlijke veiligheid in de aanwezigheid van brandbare vloeistoffen en gassen • Blijf alert, kijk wat u doet en gebruik uw gezond verstand of brandbaar stof. Dit gereedschap kan vonken genereren wanneer u met dit laserapparaat werkt. Gebruik de laser die het stof of de dampen kunnen doen ontbranden. niet wanneer u moe bent of onder invloed van verdovende • Berg laser-gereedschap dat u niet gebruikt op buiten middelen, alcohol of medicatie. Een ogenblik van bereik van kinderen en andere personen die er niet mee onoplettendheid tijdens het werken met laserproducten kan kunnen werken. Lasers zijn gevaarlijk in de handen van leiden tot ernstig persoonlijk letsel. onervaren gebruikers. • Gebruik een uitrusting voor persoonlijke bescherming. • Onderhoud aan het gereedschap MOET worden Draag altijd oogbescherming. Afhankelijk van de uitgevoerd door gekwalificeerde reparatiemonteurs. werkomstandigheden zal het dragen van een uitrusting voor Wanneer service of onderhoud wordt uitgevoerd door nietpersoonlijke bescherming, zoals een stofmasker, antislip gekwalificeerd personeel kan dat letsel tot gevolg hebben. veiligheidsschoenen, een helm en gehoorbescherming de Zoek het Stanley-servicecentrum bij u in de buurt, ga naar kans op persoonlijk letsel verkleinen. http://www.2helpU.com. • Kijk niet met behulp van optisch gereedschap, zoals een telescoop naar de laserstraal. Ernstige verwondingen aan de ogen zouden het gevolg kunnen zijn. • Plaats de laser niet ergens waar iemand al dan niet opzettelijk in de laserstraal kan kijken. Ernstige verwondingen aan de ogen zouden het gevolg kunnen zijn. • Plaats de laserstraal niet bij een reflecterend oppervlak dat de laserstraal kan weerkaatsen en in de richting van iemands ogen kan sturen. Ernstige verwondingen aan de ogen zouden het gevolg kunnen zijn. • Schakel het laserapparaat uit wanneer u het niet gebruikt. Wanneer het laserapparaat aan blijft staan, vergroot dat het risico dat iemand in de laserstraal kijkt. • Breng op geen enkele wijze wijzigingen in de laser aan. Wanneer u wijzigingen in het gereedschap aanbrengt, kan dat leiden tot gevaarlijke blootstelling aan laserstraling. Gebruik en verzorging van het gereedschap • Gebruik de laser niet als de schakelaar Power/Transport Lockniet goed werkt. Gereedschap dat niet kan worden bediend met de aan/uit-schakelaar is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. • Volg de instructies in het gedeelte Onderhoud in deze handleiding. Het gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen of het niet opvolgen van de instructies in Onderhoud kan het risico van een elektrische schok of van letsel doen ontstaan. Veiligheid van de batterijen WAARSCHUWING: Batterijen kunnen exploderen of lekken en kunnen letsel of brand veroorzaken. Beperk het risico door: • Werk niet met het laserapparaat in de buurt van kinderen • Nauwgezet gevolg te geven aan alle instructies en en laat niet kinderen het laserapparaat bedienen. Ernstige waarschuwingen op het label van de batterij en de verwondingen aan de ogen kunnen hiervan het gevolg zijn. verpakking. • Verwijder geen waarschuwingslabels en maak ze niet • Batterijen altijd op juiste wijze in te zetten en daarbij op de onleesbaar. Als labels worden verwijderd, kan de gebruiker polariteit te letten (+ en –), volg de markeringen op de batterij of kunnen anderen zichzelf onbedoeld blootstellen aan en de apparatuur. straling. • Niet de polen van de batterij kort te sluiten. • Plaats het laserapparaat stevig op een waterpas oppervlak. Als het laserapparaat valt, kan dat beschadiging • Niet niet-oplaadbare batterijen op te laden. van het apparaat of ernstig letsel tot gevolg hebben. • Niet oude en nieuwe batterijen door elkaar te gebruiken. Alle batterijen tegelijkertijd te vervangen door nieuwe batterijen van hetzelfde merk en type. • Lege batterijen onmiddellijk uit te nemen en volgens lokaal geldende voorschriften weg te doen. • Niet batterijen in het vuur te gooien. 58 • Batterijen buiten bereik van kinderen te houden. • Batterijen uit te nemen wanneer het toestel niet in gebruik is. Batterijen van het type AA plaatsen Plaats nieuwe AA-batterijen in de laser FMHT1-77416 of FMHT1-77443. In de laser FMHT1-77443 kunt u ook oplaadbare AA-batterijen plaatsen. Wanneer u oplaadbare batterijen gebruikt, raadpleeg dan de handleiding van de lader Stanley FatMax FMHT80690. 1. Draai de laser ondersteboven. 2. Open op de laser de grendel van de afdekking van het batterijvak (Afbeelding B #1). 3. Plaats vier nieuwe AA-batterijen van een goed merk, en let er daarbij op dat u de zijde + en - van de batterijen plaatst zoals wordt aangeduid aan de binnenzijde van het batterijvak (Afbeelding B #2). 4. Duw de afdekking van het batterijvak dicht tot deze op z’n plaats klikt (Afbeelding B #3). 5. Schuif de schakelaar Power/Transport Lock naar rechts naar de stand Unlocked/ON (Afbeelding A #1b). 6. Controleer op het toetsenblok of (Afbeelding A #3) niet knippert (> 5%). Als rood knippert, betekent het dat het batterijniveau lager is dan 5%. Het montageblok gebruiken Aan de onderzijde van de laser bevindt zich een beweegbaar blok (Afbeelding D ). • Als u de laser met behulp van de magneten aan de voorzijde (Afbeelding A #2) aan de zijkant van een stalen balk wilt bevestigen, moet u het beweegbare blok niet uitschuiven (Afbeelding D #1). U kunt dan de punt die omlaag wijst uitlijnen met de rand van de stalen balk. • U kunt de laser monteren boven een punt op de vloer (met behulp van een multi-functionele beugel of een statief) door het beweegbare blok uit te trekken tot het op z’n plaats klikt (Afbeelding D #2). Zo kunt u de punt van de laser die omlaag wijst, weergeven door het 5/8-11 montagegat en de laser over het 5/8-11 montagegat roteren zonder dat u de verticale positie van de laser hoeft te veranderen. De laser inschakelen 1. Plaats de laser op een vlak en recht oppervlak, met de laser gericht op de tegenoverstaande muur (0º positie). 2. Schuif de schakelaar Power/Transport Lock naar rechts naar de stand Unlocked/ON (Afbeelding A #1b). 3. Druk eenmaal op (Afbeelding A #6) om de horizontale straal in te schakelen, tweemaal voor de punt omlaag en driemaal voor de horizontale straal en de punt omlaag. 4. Controleer de laserstralen. Het laserapparaat is zo ontworpen dat het zichzelf waterpas stelt. • De laser zal misschien nog wel enige tijd blijven werken terwijl het vermogen van de batterijen afneemt, maar de laserlijnen/-punten zullen snel minder krachtig worden. • Als de laser zo schuin staat dat het zichzelf niet waterpas kan stellen (> 4°), knipperen de laserstralen twee keer en knippert (Afbeelding A #4) voortdurend op het toetsenblok. • Wanneer u verse batterijen hebt geplaatst en de laser weer hebt ingeschakeld (ON), zullen de laserlijnen en -punten weer heel helder zijn. 7. NL • Als de laserstralen knipperen, staat de laser niet waterpas (of loodrecht) en mag deze NIET WORDEN GEBRUIKT voor het bepalen of markeren van een lijn waterpas of loodrecht. Zet de laser opnieuw goed neer op een oppervlak dat waterpas is. Schuif wanneer de laser niet in gebruik is, de schakelaar Power/Transport Lock naar LINKS in de stand Locked/OFF (Afbeelding A #1a) en spaar de batterijen. 5. Druk eenmaal op (Afbeelding A #5) om de verticale straal aan de voorkant van de laser in te schakelen, tweemaal voor de verticale straal aan de zijkant van de laser en driemaal voor beide stralen. 59 6. 7. NL Druk op (Afbeelding A #7) om de Puls-modus te testen. zal oplichten en de laserstralen zullen lichter zijn, omdat ze op een zeer hoge snelheid knipperen. U gebruikt de stand Puls-modus alleen met een detector zodat u de laserstralen over een grote afstand kunt projecteren. Als EEN van de volgende verklaringen WAAR is, ga dan verder met de instructies voor Nauwkeurigheid van de laser controleren EN GEBRUIK DAARNA PAS DE LASER voor een project. • Dit is de eerste maal dat u de laser gebruikt (in het geval dat de laser blootgesteld is geweest aan extreme temperaturen). • De laser is al enige tijd niet op nauwkeurigheid gecontroleerd. • De laser is misschien gevallen. Nauwkeurigheid van de laser controleren Het lasergereedschap wordt in de fabriek verzegeld en gekalibreerd. U wordt geadviseerd de nauwkeurigheid te controleren voordat u de laser voor de eerste keer gebruikt (in het geval dat de laser blootgesteld is geweest aan extreme temperaturen) en daarna regelmatig de nauwkeurigheid van uw werk te controleren. Volg deze richtlijnen, wanneer u een van de nauwkeurigheidscontroles in deze handleiding uitvoert: • Gebruik een zo groot mogelijke ruimte/afstand die gelijk of bijna gelijk is aan de werkafstand. Hoe groter de ruimte/ afstand, des te gemakkelijker is het de nauwkeurigheid van de laser te meten. • Plaats de laser op een glad, vlak, stabiel oppervlak dat in beide richtingen waterpas is. • Markeer het middelpunt van de laserstraal. 60 Horizontale straal - Scan richting Om de horizontale kalibratie van de laser te controleren hebt u twee muren nodig 9m (30′) uit elkaar. Het is erg belangrijk dat u een kalibratietest uitvoert over een afstand die niet kleiner is dan de afstand waarvoor u de laser wilt gebruiken. 1. Plaats de laser tegen het einde van een 9m lange (30′) muur (Afbeelding E #1). 2. De laser inschakelen. 3. Druk eenmaal op geven. 4. Draai de laserstraal richting het andere uiteinde van de muur en parallel aan de aangrenzende muur. 5. Ten minste 9m (30′) verwijderd van de laserstraal, markeer de straal a en b . 6. Draai de laser 180º. 7. Stel de hoogte van de laser zo in dat het midden van de straal op één lijn is met a (Afbeelding E #2). 8. Markeer de laserstraal b direct boven of onder de laserstraal c langs de laserstraal (Afbeelding E #3). om de horizontale laserstraal weer te 9. Meet de verticale afstand tussen 10. Als uw meting groter is dan de toegestane afstand tussen b en c voor de bijbehorende afstand tussen wanden in de volgende tabel, moet de laser worden nagezien in een officieel servicecentrum. b en c . Afstand tussen wanden Toegestane afstand 9m (30′) 12m (40′) 15m (50′) 6mm (1/4”) 8mm (5/16”) 10mm (13/32”) Tussen b en c Horizontale straal - Helling richting Verticale straal - Loodlijn Om de horizontale helling kalibratie van de laser te controleren hebt u één muur nodig van ten minste 9m (30′) lang. Het is erg belangrijk dat u een kalibratietest uitvoert over een afstand die niet kleiner is dan de afstand waarvoor u de laser wilt gebruiken. De verticale kalibratie (loodlijn) kan het nauwkeurigst worden uitgevoerd wanneer er een aanzienlijke verticale hoogte beschikbaar is, in het ideale geval 9m (30′), met één persoon op de vloer die de laser plaatst en een ander persoon die in de buurt van het plafond de punt markeert die door de laser op het plafond wordt geprojecteerd. Het is erg belangrijk dat u een kalibratietest uitvoert over een afstand die niet kleiner is dan de afstand waarvoor u de laser wilt gebruiken. 1. Plaats de laser tegen het einde van een 9m lange (30′) muur (Afbeelding F #1). 2. De laser inschakelen. 3. Druk eenmaal op geven. 4. Draai de laserstraal richting het andere uiteinde van de muur en parallel aan de aangrenzende muur. om de horizontale laserstraal weer te 1. Plaats de laser op een glad, vlak, stabiel oppervlak dat in beide richtingen waterpas is (Afbeelding G #1). 2. De laser inschakelen. 3. Druk driemaal op om de verticale stralen aan de vooren zijkant weer te geven. 5. Ten minste 9m (30′) verwijderd van de laserstraal, markeer de straal a en b . 4. 6. Verplaats de laser naar het andere uiteinde van de muur (Afbeelding F #2). Druk tweemaal op 5. 7. Plaats de laserstraal richting het eerste uiteinde van dezelfde muur en parallel aan de aangrenzende muur. Markeer de positie van de punt omlaag op een vlak oppervlak a (Afbeelding G #2). 6. 8. Stel de hoogte van de laser zo in dat het midden van de straal op één lijn is met b . Markeer twee korte lijnen op het plafond de twee stralen elkaar kruisen. 7. 9. Markeer de laserstraal a direct boven of onder de laserstraal c langs de laserstraal (Afbeelding F #3). Draai de laser 180º, en positioneer de punt omlaag direct over a , de vorige positie van de punt omlaag, zoals afgebeeld in Afbeelding G #3. 8. 10. Meet de afstand tussen 11. Als uw meting groter is dan de toegestane afstand tussen a en c voor de bijbehorende afstand tussen wanden in de volgende tabel, moet de laser worden nagezien in een officieel servicecentrum. Kijk naar de positie van de twee laserstralen op het plafond. Als ze niet parallel staan aan de gemarkeerde lijnen b en c , draai de laser dan tot de stralen bijna gelijk staan aan b en c . 9. Markeer twee korte lijnen op het plafond de stralen kruisen. a en c . NL om de punt omlaag weer te geven. b d en en c e waar waar Afstand tussen wanden Toegestane afstand Tussen a en c 10. Meet de afstand tussen lijnen e . 9m (30′) 12m (40′) 15m (50′) 6mm (1/4”) 8mm (5/16”) 10mm (13/32”) 11. Als de meting groter is dan de toegestane afstand tussen de gemarkeerde lijnen voor de bijbehorende plafondhoogte in de volgende tabel, moet de laser worden nagezien in een officieel servicecentrum. b en d , en lijnen c en Plafondhoogte Toegestane afstand Tussen de gemarkeerde lijnen 2,5m (8′) 3m (10′) 4m (14′) 6m (20′) 9m (30′) 1,5mm (1/16") 2,0mm (3/32”) 2,5mm (1/8”) 4mm (5/32”) 6mm (1/4”) 61 90º Tussen verticale stralen Om de 90º nauwkeurigheid tussen de laserstraal aan de vooren zijkant te controleren, hebt u een open ruimte nodig van ten minste 6m x 3m (20′ x 10′). 1. NL 62 Plaats de laser op een glad, vlak, stabiel oppervlak dat in beide richtingen waterpas is, zoals afgebeeld in Afbeelding H #1. 2. De laser inschakelen. 3. Druk driemaal op om de verticale stralen aan de vooren zijkant weer te geven. 4. Druk tweemaal op 5. Markeer drie positie langs de voorste laserstraal a , b , en c ; waar b het midden punt van de laserstraal is. 6. Positioneer de laser zodat de punt omlaag over voorste laserstraal op een lijn staat met c (Afbeelding H #2). 7. Markeer een locatie e langs de laserstraal aan de zijkant op ten minste 3m (10’) van de laser. 8. Draai de laser naar rechts 90º. 9. Positioneer de laser zodat de punt omlaag over voorste laserstraal op een lijn staat met e (Afbeelding H #3). 10. Markeer de laserstraal aan de zijkant 11. Meet de afstand tussen 12. Als uw meting groter is dan de toegestane afstand tussen a & f voor de bijbehorende afstand van naar a in de volgende tabel, moet de laser worden nagezien in een officieel servicecentrum. om de punt omlaag weer te geven. a en f f en de b en de b dichtbij a . . Afstand van b naar a Toegestane afstand Tussen a & f 3m (10′) 4m (14′) 5m (17′) 6m (20′) 7m (23′) 3,2mm (1/8”) 3,5mm (5/32”) 4,5mm (3/16”) 5,5mm (7/32”) 6mm (1/4”) b De laser gebruiken Bedieningstips • Markeer altijd het middelpunt van de straal die door de laser wordt geprojecteerd. • Extreme temperatuurwisselingen kunnen leiden tot beweging van interne onderdelen en dat kan de nauwkeurigheid nadelig beïnvloeden. Controleer de nauwkeurigheid vaak tijdens uw werkzaamheden. • Als de laser is gevallen, controleer dan vooral altijd de kalibratie. • Zolang de laser goed is gekalibreerd, stelt de laser zichzelf waterpas. Iedere laser wordt in de fabriek zo gekalibreerd dat waterpas wordt gevonden zolang het apparaat maar op een vlak oppervlak wordt geplaatst dat niet meer dan gemiddeld ± 4° van het waterpaspunt is verwijderd. Handmatige aanpassingen zijn niet nodig. • Gebruik de laser op een glad, vlak en recht oppervlak. De laser uitschakelen Schuif de schakelaar Power/Transport Lock naar de stand OFF/ Locked (Afbeelding A #1a) wanneer de laser niet in gebruik is. Staat de schakelaar niet in de vergrendelde positie (Locked), dan wordt het laser-apparaat niet uitgeschakeld. De laser gebruiken met accessoires WAARSCHUWING: Accessoires die niet worden aangeboden door Stanley, zijn niet met deze laser getest, en daarom kan het gebruik van dergelijke accessoires met deze laser gevaarlijk zijn. Gebruik alleen Stanley-accessoires die voor gebruik met dit model worden aanbevolen. Accessoires die misschien geschikt zijn voor de ene laser, kunnen gevaarlijk zijn wanneer ze op een andere laser worden gebruikt. De onderzijde van de laser is voorzien van een 1/4-20 en een 5/8-11 inwendige schroefdraad (Afbeelding C ) voor gebruik met nu en in de toekomst verkrijgbare Stanley-accessoires. Gebruik alleen Stanley-accessoires die voor gebruik met deze laser worden opgegeven. Volg de aanwijzingen die bij het accessoire worden geleverd. Aanbevolen accessoires voor gebruik met deze laser zijn tegen meerprijs verkrijgbaar bij de dealer of het officiële servicecentrum bij u in de buurt. Heeft u hulp nodig bij het vinden van een accessoire, neem dan contact op met het Stanley-servicecentrum bij u in de buurt of ga naar de website: http://www.2helpU.com. • Als het laser-apparaat warmer wordt dan 50 ˚C, kan het niet worden ingeschakeld. Als het laser-apparaat is opgeborgen bij extreem hoge temperaturen, laat het dan afkoelen. De laser-waterpas zal niet beschadigd raken wanneer u de schakelaar Power/Transport Lock bedient voordat u het apparaat tot de juiste laatste temperatuur laat afkoelen. Onderhoud De laserstraal knippert • Wanneer u de laser niet meer gebruikt, maak dan de externe onderdelen ervan schoon met een vochtige doek, veeg vervolgens het apparaat droog met een droge doek en berg het vervolgens op in de meegeleverde gereedschapsdoos. • De externe onderdelen van de laser zijn wel bestand tegen oplosmiddelen, maar u mag de laser NOOIT met dergelijke middelen schoonmaken. • Berg het laserapparaat niet op bij temperaturen lager dan -20 ˚C (-5 ˚F) of hoger dan 60 ˚C (140 ˚F). • Zorg ervoor dat u nauwkeurig werk kunt blijven leveren, controleer regelmatig de kalibratie van de laser. Controles van de kalibratie en andere onderhoudswerkzaamheden kunnen ook door Stanleyservicecentra worden uitgevoerd. Oplossen van problemen De laser kan niet worden ingeschakeld De lasers zijn ontworpen om zichzelf waterpas af te stellen tot op gemiddeld 4° in alle richtingen. Als de laser zo ver wordt gekanteld dat het interne mechanisme zichzelf niet waterpas kan afstellen, zullen de laserstralen knipperen ten teken dat het kantelbereik is overschreden. ALS DE LASERSTRALEN KNIPPEREN, IS DE LASER NIET WATERPAS OF LOODRECHT EN MAG NIET WORDEN GEBRUIKT VOOR HET BEPALEN OF MAREKEREN VAN EEN LIJN WATERPAS OF LOODRECHT. Zet de laser opnieuw goed neer op een oppervlak dat beter waterpas is. NL De laserstralen blijven in beweging De laser is precisie-instrument. Daarom zal de laser, als het apparaat niet op een stabiel (en stilstaand) oppervlak is geplaatst, blijven proberen het waterpaspunt te vinden. Blijft de straal in beweging, plaats de laser dan op een stabieler oppervlak. Controleer ook dat het oppervlak betrekkelijk vlak en recht is, zodat de laser stabiel staat. Service en reparaties Opmerking: Wanneer de laser wordt gedemonteerd, komen • Controleer de AA batterijen om zeker te weten: alle garanties op het product te vervallen. • Dat elke batterij goed is geplaatst, volgens de (+) en (–) die aan de binnenzijde van het batterijvak wordt vermeld. De VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het product kunnen alleen worden gegarandeerd wanneer reparaties, • Dat de contacten van de batterijen schoon zijn en vrij van onderhoudswerkzaamheden en afstellingen worden uitgevoerd roest of corrosie. door officiële servicecentra. Wanneer service of onderhoud • Dat de batterijen nieuw zijn en van een goed merk, zodat wordt uitgevoerd door niet-gekwalificeerd personeel kan een de kans van lekkage van de batterijen wordt beperkt. risico van letsel ontstaan. Zoek het Stanley-servicecentrum bij u in de buurt, ga naar http://www.2helpU.com. • Controleer dat de AA-batterijen in goede werkende staat zijn. Als u hierover twijfelt, probeer dan of het apparaat beter werkt met nieuwe batterijen. • Wanneer u oplaadbare batterijen gebruikt, controleer dan dat deze geheel zijn opgeladen. • Let er vooral op dat de laser droog blijft. 63 Specificaties FMHT1-77416 FMHT1-77443 Lichtbron Laser-golflengte Laser-vermogen Werkbereik NL 630 – 680 nm zichtbaar 510 – 530 nm zichtbaar (alle stralen) 630 – 680 nm zichtbaar (punt omlaag) ≤1,0 mW KLASSE 2 LASERPRODUCT 20m (65′) 50m (165′) met Detector 30m (100′) 50m (165′) met Detector Nauwkeurigheid - alle stralen ±3mm per 10m (±1/8” per 30′) Nauwkeurigheid - punt omlaag ±6mm per 10m (±1/4” per 30′) Voedingsbron Bedrijfstemperatuur Opslagtemperatuur Milieu 64 Laser-diodes 4 AA Alkaline (1,5V) batterijen (6V DC) 4 AA Alkaline (1,5V) batterijen (6V DC) of 4 AA NiMH (1,2V) batterijen (4,8V DC) -10°C tot 50°C (14°F tot 122°F) -20°C tot 60°C (-5°F tot 140°F) Water- & stofbestendig volgens IP54 © 2017 Stanley Tools Egide Walschaertsstraat 14-16 2800 Mechelen, Belgium N527259 August 2017 http://www.2helpU.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212

Stanley FMHT77619-1 Handleiding

Categorie
Laserniveaus
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor