Documenttranscriptie
PT
PT
PT
PT
NL
NL
NL
NL
DK
Inhoud
DK
DK
DK
SE
SE
SE
SE
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Veiligheid
Productbeschrijving
Technische gegevens
Gebruiksaanwijzing
IJking
Onderhoud en zorg
Garantie
FIN
FIN
FIN
FIN
NO
NO
NO
NO
PL
PL
PL
GR
GR
GR
CZ
CZ
CZ
Veiligheid van
RU
RUde gebruiker
RU
RU
PL
GR
Veiligheid
CZ
Lees de Veiligheidsaanwijzingen en Gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Degene die verantwoordelijk is voor het apparaat moet ervoor
zorgen dat alle gebruikers bekend zijn met de aanwijzingen en deze opvolgen.
HU
HU
HU
HU
SK
SK
Bewaar deze instructies om later te kunnen raadplegen.
SK
SK
SI
SI
SI
SI
BG
BG
BG
BG
RO
RO
RO
RO
EE
EE
BELANGRIJK: Voor het gemak en veiligheid van de gebruiker zijn de onderstaande labels
op het laserapparaat aangebracht. Ze geven aan waar de laser uit het apparaat wordt
geprojecteerd. WEES U ALTIJD BEWUST van deze plaatsen bij gebruik van het apparaat.
EE
110
EE
EN 60825-1
LASERRADIATIE – NIET
IN DE STRAAL KIJKEN OF DIRECT MET
OPTISCHE INSTRUMENTEN NAAR DE STRAAL
KIJKEN
KLASSE 1M LASERPRODUCT
MAX VERMOGEN ≤ 1 mW @ 630 - 670 nm
LV
LV
LV
LT
LT
LT
LV
77-021
LT
De waarschuwingslabels NIET verwijderen of beschadigen. Dit apparaat mag alleen
gebruikt worden voor nivelleringen en opmetingen zoals in deze gebruiksaanwijzing
beschreven zijn.
Zorg er ALTIJD voor dat omstanders in de omgeving waar gewerkt wordt zich bewust zijn
van het gevaar om direct in de laser te kijken.
NIET in combinatie met andere optische instrumenten gebruiken. Het apparaat niet wijzigen,
aanpassen of gebruiken voor doeleinden die niet in deze gebruiksaanwijzingen beschreven
zijn.
NIET in de straal kijken met optische instrumenten zoals vergrootglasen, verrekijkers of
telescopen.
NIET in de laserstraal kijken of de straal op anderen richten. Zorg ervoor dat het apparaat
niet op ooghoogte wordt opgesteld. De ogen worden gewoonlijk beschermd door natuurlijke
reacties zoals het knipperen van de ogen.
De laserstraal NIET op anderen richten.
Het laserapparaat ALTIJD op “OFF” (Uit) zetten als het niet gebruikt wordt. Het
laserapparaat op “ON” (Aan) laten staan verhoogt het risico dat iemand onbedoeld in de
laserstraal kijkt.
Het laserapparaat NIET gebruiken in omgevingen waar ontvlambare stoffen, gas of stof
aanwezig is.
Het laserapparaat NIET demonteren. Het apparaat heeft geen onderdelen die onderhoud
vereisen. Het demonteren van het apparaat doet de garantie van dit product vervallen.
Het product op geen enkele manier modificeren. Modificatie van het laserapparaat kan
blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
Het apparaat NIET gebruiken in omgevingen waar gevaar bestaat op explosies.
OPMERKING: Omdat de laserstraal een gericht type is, moet het traject van de laserstraal
over een relatieve grote afstand gecontroleerd worden om te verzekeren dat de straal geen
invloed heeft op andere personen in de omgeving.
77-021
111
Voorzorgsmaatregels batterijen
WAARSCHUWING: Batterijen kunnen exploderen of lekken en kunnen letsel of brand
veroorzaken. Om dit risico te verminderen:
ALTIJD de aanwijzingen en voorzorgsmaatregelen op labels en verpakking van batterijen in
acht nemen.
De polen van de batterijen NIET kortsluiten.
Alkalinebatterijen NIET opladen.
Oude en nieuwe batterijen NIET samen gebruiken. Alle batterijen gelijktijdig vervangen
met nieuwe batterijen van hetzelfde merk en type.
Gebruik GEEN batterijen met verschillende chemische samenstellingen.
Batterijen NIET in open vuur gooien.
Batterijen BUITEN BEREIK van kinderen houden.
De batterijen ALTIJD verwijderen als het apparaat langere tijd niet gebruikt wordt.
OPMERKING: Zorg ervoor dat alleen de aanbevolen batterijen worden gebruikt.
OPMERKING: Let bij het plaatsen van de batterijen op de juiste polariteit.
Einde van levensduur
Batterijen NIET met het normale huisvuil meegeven.
Oude batterijen ALTIJD inleveren bij de
aangewezen inzamelplaatsen.
RECYCLE A.U.B. volgens de plaatselijk voorschriften betreffende het inzamelen en
verwerken van elektrisch en elektronisch afval in navolging van de WEEE-richtlijn.
112
77-021
Verklaring van conformiteit
The Stanley Works verklaart dat het CE-merkteken op dit product
overeenkomstig de CE markeringsrichtlijn 93/68/EEC is toegepast.
Dit product voldoet aan EN60825-1:2007.
Ga voor nadere bijzonderheden naar www.stanleyworks.com.
EN 60825-1
Voldoet aan ROHS-richtlijn
Productbeschrijving
Inhoud van de verpakking
1.
2.
3.
4.
5.
6.
77-021
Laserapparaat
Universele houder
Laserdoel
Etui
Batterijen (3 x AA)
Gebruiksaanwijzing
113
Overzicht van product
Laserapparaat
1
4
2
5
3
6
1.
2.
3.
4.
5.
Toetsenpaneel
Venster voor kruisstraallaser
Toegangsopening voor snelle ijking
Venster voor 90° verticale referentiestraallaser
Toegangsopening voor snelle ijking
6.
Kapje van batterijhouder
7.
8.
Transportvergrendeling
Waarschuwingslabel voor laser
1.
2.
3.
Openingen
Plaatsingsopeningen voor laserapparaat
1/4 - 20 schroefdraadfitting
7
8
Universele houder
1
2
3
114
77-021
Technische gegevens
Nivelleringsnauwkeurigheid:
Nauwkeurigheid rechthoekstraal:
Nauwkeurigheid horizontaal /
verticaal
Werkbereik:
Werkafsand:
met Laser detector:
Laserklasse:
Lasergolflengte:
≤ 3 mm / 9 m
(≤ 1/8 in / 30 ft)
≤ 1,5 mm / 3 m
(≤ 1/16 in / 10 ft)
≤ 3 mm / 9 m
(≤ 1/8 in / 30 ft)
Zelfnivellerend tot ± 5°
≤ 10 m (≤ 30 ft)
≤ 30 m (≤ 100 ft)
Klasse 1
635 nm ± 5 nm
Werktijd:
15 h
Voedingsspanning:
4,5 V
Voeding:
3 x AA batterijen (alkaline)
IP54
IP-codering:
Werkingstemperatuur:
-10° C to +40° C
(+14° F to +104° F)
Opslagtemperatuur:
-20° C tot +60° C
(-4° F tot +140° F)
Gewicht (zonder houder en
batterijen):
Afmeting:
77-021
490 g
Ø 86 mm × 147,5 mm
(Ø 3 3/8 in × 5 3/4 in)
115
Gebruiksaanwijzing
Batterijen installeren / uitnemen
1.
Draai het laserapparaat om. Verwijder het
kapje van de batterijhouder door het kapje
aan te drukken en open te schuiven.
2.
Batterijen installeren / uitnemen. Let
op de polariteit bij het plaatsen van de
batterijen.
+
+ - +
3.
116
Sluit het kapje van de batterijhouder
door het kapje terug te schuiven en te
vergrendelen.
77-021
Laserapparaat
Vergrendeld
1.
Slot voor transport in vergrendelde stand.
Zelfnivelleringsfunctie is uitgeschakeld.
2.
Slot voor transport in ontgrendelde stand.
Zelfnivelleringsfunctie is geactiveerd.
Druk op de aan/uit-toets om de laser in
te schakelen. Houd de toets 3 seconden
ingedrukt om de laser uit te schakelen. Druk
op de aan/uit-toets om verschillende standen
te activeren - alleen horizontaal, horizontaal
en verticaal, horizontaal en verticaal met
90° verticale referentiestraal, alles aan met
zelfnivellering uitgeschakeld.
Ontgrendeld
3.
Laser aan/uit
LED's voor lasermodus
4.
5.
Pulsmodus
77-021
De LED's van de lasermodus lichten rood en/
of groen op om de ingestelde lasermodus
aan te geven. De LED-code wordt op het
toetsenpaneel getoond.
De aan/uit-toets werkt in zowel de
vergrendelde als de ontgrendelde stand.
6.
Druk op de pulsmodustoets om de pulsmodus
aan en uit te schakelen. De LED-indicator
licht groen op als de pulsmodus is
ingeschakeld. De pulsmodus kan met de
laser detector gebruikt worden.
7.
Laserstraal/laserstralen knippert/
knipperen als het laserapparaat buiten
werkbereik is voor de standen 1 - 4 als
de zelfnivelleringsfunctie is ingeschakeld.
Verstel het laserapparaat om deze te
nivelleren.
LED voor pulsmodus
117
8.
LED-indicator voor lage batterijspanning
knippert rood als de batterij zwak is.
Vervang batterijen.
1.
Laserapparaat past in houder. Pennetjes
in laserapparaat passen in gaatjes in de
houder.
2.
1/4 - 20 schroefdraadfitting voor optionele
accessoires.
3.
Opening voor wandmontage of voor gebruik
met optionele accessoires.
LED voor lage batterijspanning
Universele houder
Pennen op
laserapparaat
Uitlijnopeningen in
onderkant van houder
1/4 in
Standaard fitting voor
optionele statiefmontage
Optionele
apparatuur
118
77-021
Toepassingen
77-021
1.
Loodrecht:
Gebruik de verticale laser om het verticale
referentievlak te bepalen. De gewenste
object(en) zodanig positioneren dat
ze gelijkgericht zijn met het verticale
referentievlak om te verzekeren dat de
object(en) loodrecht staan.
2.
Waterpas:
Gebruik de horizontale laserstraal om
het horizontale referentievlak te bepalen.
Positioneer de gewenste object(en) zodanig
dat ze gelijkgericht zijn met het horizontale
referentievlak om te verzekeren dat de
object(en) waterpas staan.
3.
Rechthoek:
Gebruik de verticale of horizontale
laserstralen met of zonder de 90° verticale
referentielaser om het punt waar de verticale
en horizontale stralen kruisen te bepalen. De
gewenste object(en) zodanig positioneren
dat ze gelijkgericht zijn met de verticale en
horizontale laserstraal om te verzekeren dat
de object(en) haaks zijn.
4.
Pulsmodus:
Zet de laser in de pulsmodus voor gebruik
met optionele laser detectors.
5.
Handmatige modus:
Schakelt de zelfnivellerende functie uit en
maakt het mogelijk een vaste laserstraal in
elke gewenste richting te projecteren.
119
IJking
OPMERKING: Het laserapparaat is op de fabriek geijkt. Tijdens gebruik regelmatig de
nauwkeurigheid van het laserapparaat controleren om te verzekeren dat het apparaat binnen
de tolerantie blijft.
Nauwkeurigheid nivelleringsstraal
D1
1.
Plaats het laserapparaat zoals in de
afbeelding is getoond met de laser aan.
Markeer punt P1 bij het kruis.
P1
D1
2
D1
2.
Roteer het laserapparaat 180° en markeer
punt P2 bij het kruis.
P2
P1
D1
2
3.
Plaats het laserapparaat dicht bij de muur
en markeer punt P3 bij het kruis.
P1
P2
P3
D2
4.
Roteer het laserapparaat 180° en markeer
punt P4 bij het kruis.
P4
P1
P2
P3
D2
120
77-021
5.
6.
Meet de verticale afstand van de vloer
naar elk punt. Bereken het verschil tussen
de afstanden DP1 en DP3 om D3 te bepalen,
en bereken de afstanden DP2 en DP4 om D4
te bepalen.
Calculeer de maximale toelaatbare
offset afstand en vergelijk dit met het
verschil van D3 en D4 zoals getoond in de
vergelijking. Als het totaal niet minder dan
of gelijk is aan de berekende maximale
offset afstand, dan moet het apparaat
aan de Stanley-distributeur geretourneerd
worden.
(DP1 - DP3 ) = D3
P4
P1
P2
P3
DP3
DP1
DP4
DP2
(DP2 - DP4 ) = D4
Maximale offset afstand:
Max
= 0,33 mm
m x (D1 m - (2 x D2 m))
= 0,004 in
ft x (D1 ft - (2 x D2 ft))
Vergelijk:
D3 - D4 ≤ ± Max
Voorbeeld: D1 = 10 m, D2 = 0,5 m
DP1 = 30,75 mm, DP2 = 29 mm, DP3 = 30 mm, DP4 = 29,75 mm
D3 = (30,75 mm - 30 mm) = 0,75 mm
D4 = (29 mm - 29,75 mm) = - 0,75 mm
0,33 mm
m x (10 m - (2 x 0,5 m) = 2,97 mm (maximale offset afstand)
(0,75 mm) - (- 0,75 mm) = 1,5 mm
1,5 mm ≤ 2,97 mm (TRUE, apparaat is binnen tolerantie)
Nauwkeurigheid horizontale straal
1.
77-021
Plaats het laserapparaat zoals in de
afbeelding is getoond met de laser aan.
Richt de verticale straal op de eerste hoek
of op een referentiepunt. Meet de helft
van de afstand D1 en markeer punt P1 .
D1
D1
2
P1
D1
2
121
D1
D1
2
2.
P1
Roteer het laserapparaat naar een andere
hoek of referentiepunt.
D1
2
1
3.
2
Meet de verticale afstanden tussen P1 en
de horizontale straal van de 2de locatie.
P1
D2
4.
Bereken de maximale toelaatbare offset
afstand en vergelijk met D2 . Als D2 niet
minder dan of gelijk is aan de berekende
maximale offset afstand, dan moet het
apparaat aan de Stanley-distributeur
geretourneerd worden.
Maximale offset afstand:
Max
= 0,33 mm
m x D1 m
= 0,004 in
ft x D1 ft
Vergelijk:
D2 ≤ Max
Voorbeeld: D1 = 5 m, D2 = 1 mm
0,33 mm
m x 5 m = 1,65 mm (maximale toelaatbare offset afstand)
1 mm ≤ 1,65 mm (TRUE, apparaat is binnen tolerantie)
122
77-021
Nauwkeurigheid verticale straal
1.
P1
Meet de hoogte van een deurpost of
referentiepunt om de afstand D1 te
bepalen. Plaats het laserapparaat zoals in
de afbeelding is getoond met de laser aan.
Richt de verticale straal op de deurpost of
referentiepunt. Markeer punten P1 , P2 , en
P3 zoals getoond.
D1
D1
Het laserapparaat naar de
tegenovergestelde kant van de deurpost of
referentiepunt verplaatsen en de vertical
straal gelijkrichten met P2 en P3 .
P3
2 x D1
P4
2.
P2
P1
D1
P2
D1 P3
2 x D1
3.
Meet de horizontale afstanden tussen P1
en de verticale straal van de 2de locatie.
Verticale
straal
P1
D2
4.
Bereken de maximale toelaatbare offset
afstand en vergelijk met D2 . Als D2 niet
minder dan of gelijk is aan de berekende
maximale offset afstand, dan moet het
apparaat aan de Stanley-distributeur
geretourneerd worden.
Maximale offset afstand:
Max
= 0,66 mm
m x D1 m
= 0,008 in
ft x D1 ft
Vergelijk:
D2 ≤ Max
Voorbeeld: D1 = 2 m, D2 = 0,5 mm
0,66 mm
m x 2 m = 1,32 mm (maximale toelaatbare offset afstand)
0,5 mm ≤ 1,32 mm (TRUE, apparaat is binnen tolerantie)
77-021
123
90° Nauwkeurigheid verticale straal
Voor deze controle is minimaal 1,5 m2 (16 ft2) ruimte vereist en wellicht hulp van een collega.
1.
Plaats het laserapparaat (zonder de
houder) op een vlakke ondergrond en
schakel alle stralen in (modus 4).
2.
Meet exact 0,91 m vanuit het midden
van het laserapparaat langs de verticale
straal van het laserkruis. Om het midden
van het laserapparaat te bepalen, de
eerste meting vanaf de buitenrand van
het laserapparaat beginnen, een afstand
van 0,91 m meten en daar 4,3 cm van
aftrekken. Markeer dit punt P1 .
P1
0,91 m (3 ft)
P1
3.
Meet exact 1,22 m (4 ft) vanuit het midden
van het laserapparaat langs de 90°
verticale referentiestraal en markeer dit
punt P2 .
1,22 m (4 ft)
P2
4.
5.
124
Meet vanaf punt A tot punt B; deze
afstand D1 moet 1,522 m ± 0,75 mm
(5 ft ± 1/32 in) zijn. Zo niet, dan moet het
apparaat geretourneerd worden aan uw
Stanley-distributeur.
Herhaal stappen 1 tot 4 indien nodig om
de metingen opnieuw uit te voeren.
P1
D1
P2
77-021
Onderhoud en zorg
Het laserapparaat is niet waterdicht. Het apparaat NIET nat laten worden. Dit kan schade
aan interne circuits veroorzaken.
Plaats het laserapparaat NIET in direct zonlicht en stel hem niet bloot aan hoge
temperaturen. De behuizing en enkele interne onderdelen zijn van plastic gemaakt en kunnen
door hoge temperaturen vervormd worden.
Het laserapparaat NIET in een koude omgeving opbergen. Interne onderdelen kunnen
beslaan als het apparaat opwarmt. Vochtigheid kan het laservenster beslaan en interne
circuit boards corroderen.
Bij gebruik in stoffige omgevingen kan vuil zich op het laservenster verzamelen. Verwijder
vocht of vuil met een zachte, droge doek.
Gebruik GEEN sterke schoonmaak- of oplosmiddelen.
Bewaar het laserapparaat in de etui als het niet gebruikt wordt. Verwijder de batterijen
als het toestel voor langere tijd niet gebruikt wordt om schade door lekkende batterijen te
voorkomen.
77-021
125
Garantie
Garantie van één jaar
Stanley Tools garandeert elektrische meetapparatuur tegen defecten in materialen en
afwerking voor één jaar vanaf de datum van aankoop.
Defecte producten worden gerepareerd of vervangen naar goeddunken van Stanley Tools
indien ze samen met het aankoopbewijs worden verzonden naar:
Stanley Works Benelux
Egide Walsschaertsstraat 14-16
2800 Mechelen
Belgium
Deze Garantie is niet van toepassing op schade veroorzaakt door ongelukken, slijtage,
toepassingen die niet in overeenstemming zijn met de aanwijzingen van de fabrikant of een
reparaties of wijziging die niet door Stanley Tools geautoriseerd is.
Reparatie of vervanging onder deze Garantie heeft geen invloed op de verloopdatum van de
Garantie.
Voor zover door de wet is toegestaan is Stanley Tools onder deze Garantie niet aansprakelijk
voor indirecte schade of gevolgschade veroorzaakt door defecten aan dit product.
Deze Garantie mag niet zonder toestemming van Stanley Tools gewijzigd worden.
Deze Garantie heeft geen invloed op de statutaire rechten van de consumenten die dit
product kopen.
Op deze Garantie is Engels recht van toepassing en Stanley Tools en de koper komen overeen
dat eventuele geschillen of zaken voortvloeiend uit of in verband met deze Garantie onder de
exclusieve jurisdictie van het Engelse recht.
BELANGRIJKE OPMERKING: De klant is verantwoordelijk voor het juiste gebruik van en de
zorg voor het apparaat. De klant is tevens verantwoordelijk voor de periodieke inspectie van
de nauwkeurigheid van het laserapparaat en dus voor de ijking van het apparaat.
IJking en onderhoud zijn niet gedekt door de garantie.
Er kunnen wijzigingen worden doorgevoerd zonder voorafgaande kennisgeving.
126
77-021