Stanley CL90i de handleiding

Categorie
Laserniveaus
Type
de handleiding
110
77-021
Lees de Veiligheidsaanwijzingen en Gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Degene die verantwoordelijk is voor het apparaat moet ervoor
zorgen dat alle gebruikers bekend zijn met de aanwijzingen en deze opvolgen.
Bewaar deze instructies om later te kunnen raadplegen.
BELANGRIJK: Voor het gemak en veiligheid van de gebruiker zijn de onderstaande labels
op het laserapparaat aangebracht. Ze geven aan waar de laser uit het apparaat wordt
geprojecteerd. WEES U ALTIJD BEWUST van deze plaatsen bij gebruik van het apparaat.
1. Veiligheid
2. Productbeschrijving
3. Technische gegevens
4. Gebruiksaanwijzing
5. IJking
6. Onderhoud en zorg
7. Garantie
Veiligheid van de gebruiker
Veiligheid
Inhoud
EN 60825-1
LASERRADIATIE – NIET
IN DE STRAAL KIJKEN OF DIRECT MET
OPTISCHE INSTRUMENTEN NAAR DE STRAAL
KIJKEN
KLASSE 1M LASERPRODUCT
MAX VERMOGEN ≤ 1 mW @ 630 - 670 nm
GB
D
F
I
E
PT
NL
DK
SE
FIN
NO
PL
GR
CZ
RU
HU
SK
SI
BG
RO
EE
LV
GB
D
F
I
E
PT
NL
DK
SE
FIN
NO
PL
GR
CZ
RU
HU
SK
SI
BG
RO
EE
LV
TR
GB
D
F
I
E
PT
NL
DK
SE
FIN
NO
PL
GR
CZ
RU
HU
SK
SI
BG
RO
EE
LV
GB ENGLISH
GERMAN
FRENCH
ITALIAN
SPANISH
PORTUGUESE
DUTCH
DANISH
SWEDISH
FINNISH
NORWEGIAN
POLISH
GREEK
CZECH
RUSSIAN
HUNGARIAN
SLOVAKIAN
SLOVENIAN
BULGARIAN
ROMANIAN
ESTONIAN
LATVIAN
LITHUANIAN
TURKISH
CROATIAN
D
F
I
E
PT
NL
DK
SE
FIN
NO
PL
GR
CZ
RU
HU
SK
SI
BG
RO
EE
LV
LT LT LT LT
TR TR TR
HR HR HR HR
111
77-021
De waarschuwingslabels NIET verwijderen of beschadigen. Dit apparaat mag alleen
gebruikt worden voor nivelleringen en opmetingen zoals in deze gebruiksaanwijzing
beschreven zijn.
Zorg er ALTIJD voor dat omstanders in de omgeving waar gewerkt wordt zich bewust zijn
van het gevaar om direct in de laser te kijken.
NIET in combinatie met andere optische instrumenten gebruiken. Het apparaat niet wijzigen,
aanpassen of gebruiken voor doeleinden die niet in deze gebruiksaanwijzingen beschreven
zijn.
NIET in de straal kijken met optische instrumenten zoals vergrootglasen, verrekijkers of
telescopen.
NIET in de laserstraal kijken of de straal op anderen richten. Zorg ervoor dat het apparaat
niet op ooghoogte wordt opgesteld. De ogen worden gewoonlijk beschermd door natuurlijke
reacties zoals het knipperen van de ogen.
De laserstraal NIET op anderen richten.
Het laserapparaat ALTIJD op “OFF” (Uit) zetten als het niet gebruikt wordt. Het
laserapparaat op “ON” (Aan) laten staan verhoogt het risico dat iemand onbedoeld in de
laserstraal kijkt.
Het laserapparaat NIET gebruiken in omgevingen waar ontvlambare stoffen, gas of stof
aanwezig is.
Het laserapparaat NIET demonteren. Het apparaat heeft geen onderdelen die onderhoud
vereisen. Het demonteren van het apparaat doet de garantie van dit product vervallen.
Het product op geen enkele manier modificeren. Modificatie van het laserapparaat kan
blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
Het apparaat NIET gebruiken in omgevingen waar gevaar bestaat op explosies.
OPMERKING: Omdat de laserstraal een gericht type is, moet het traject van de laserstraal
over een relatieve grote afstand gecontroleerd worden om te verzekeren dat de straal geen
invloed heeft op andere personen in de omgeving.
112
77-021
WAARSCHUWING: Batterijen kunnen exploderen of lekken en kunnen letsel of brand
veroorzaken. Om dit risico te verminderen:
ALTIJD de aanwijzingen en voorzorgsmaatregelen op labels en verpakking van batterijen in
acht nemen.
De polen van de batterijen NIET kortsluiten.
Alkalinebatterijen NIET opladen.
Oude en nieuwe batterijen NIET samen gebruiken. Alle batterijen gelijktijdig vervangen
met nieuwe batterijen van hetzelfde merk en type.
Gebruik GEEN batterijen met verschillende chemische samenstellingen.
Batterijen NIET in open vuur gooien.
Batterijen BUITEN BEREIK van kinderen houden.
De batterijen ALTIJD verwijderen als het apparaat langere tijd niet gebruikt wordt.
OPMERKING: Zorg ervoor dat alleen de aanbevolen batterijen worden gebruikt.
OPMERKING: Let bij het plaatsen van de batterijen op de juiste polariteit.
Batterijen NIET met het normale huisvuil meegeven.
Oude batterijen ALTIJD inleveren bij de
aangewezen inzamelplaatsen.
RECYCLE A.U.B. volgens de plaatselijk voorschriften betreffende het inzamelen en
verwerken van elektrisch en elektronisch afval in navolging van de WEEE-richtlijn.
Voorzorgsmaatregels batterijen
Einde van levensduur
113
77-021
1. Laserapparaat
2. Universele houder
3. Laserdoel
4. Etui
5. Batterijen (3 x AA)
6. Gebruiksaanwijzing
Voldoet aan ROHS-richtlijn
EN 60825-1
The Stanley Works verklaart dat het CE-merkteken op dit product
overeenkomstig de CE markeringsrichtlijn 93/68/EEC is toegepast.
Dit product voldoet aan EN60825-1:2007.
Ga voor nadere bijzonderheden naar www.stanleyworks.com.
Verklaring van conformiteit
Productbeschrijving
Inhoud van de verpakking
114
77-021
1
3
6
2
Overzicht van product
1. Toetsenpaneel
2. Venster voor kruisstraallaser
3. Toegangsopening voor snelle ijking
4. Venster voor 90° verticale referentiestraallaser
5. Toegangsopening voor snelle ijking
6. Kapje van batterijhouder
Laserapparaat
7. Transportvergrendeling
8. Waarschuwingslabel voor laser
1
Universele houder
3
4
5
7
8
1. Openingen
2. Plaatsingsopeningen voor laserapparaat
3. 1/4 - 20 schroefdraadfitting
2
115
77-021
Nivelleringsnauwkeurigheid:
Nauwkeurigheid rechthoekstraal:
Nauwkeurigheid horizontaal /
verticaal
Werkbereik:
Werkafsand:
met Laser detector:
Laserklasse:
Lasergolflengte:
Werktijd:
Voedingsspanning:
Voeding:
IP-codering:
Werkingstemperatuur:
Opslagtemperatuur:
Gewicht (zonder houder en
batterijen):
Afmeting:
≤ 3 mm / 9 m (≤ 1/8 in / 30 ft)
≤ 1,5 mm / 3 m (≤ 1/16 in / 10 ft)
≤ 3 mm / 9 m (≤ 1/8 in / 30 ft)
Zelfnivellerend tot ± 5°
≤ 10 m (≤ 30 ft)
≤ 30 m (≤ 100 ft)
Klasse 1
635 nm ± 5 nm
15 h
4,5 V
3 x AA batterijen (alkaline)
IP54
-10° C to +40° C (+14° F to +104° F)
-20° C tot +60° C (-4° F tot +140° F)
490 g
Ø 86 mm × 147,5 mm (Ø 3 3/8 in × 5 3/4 in)
Technische gegevens
116
77-021
Gebruiksaanwijzing
1. Draai het laserapparaat om. Verwijder het
kapje van de batterijhouder door het kapje
aan te drukken en open te schuiven.
+
+
+
-
-
-
Batterijen installeren / uitnemen
2. Batterijen installeren / uitnemen. Let
op de polariteit bij het plaatsen van de
batterijen.
3. Sluit het kapje van de batterijhouder
door het kapje terug te schuiven en te
vergrendelen.
117
77-021
6. Druk op de pulsmodustoets om de pulsmodus
aan en uit te schakelen. De LED-indicator
licht groen op als de pulsmodus is
ingeschakeld. De pulsmodus kan met de
laser detector gebruikt worden.
Laserapparaat
2. Slot voor transport in ontgrendelde stand.
Zelfnivelleringsfunctie is geactiveerd.
3. Druk op de aan/uit-toets om de laser in
te schakelen. Houd de toets 3 seconden
ingedrukt om de laser uit te schakelen. Druk
op de aan/uit-toets om verschillende standen
te activeren - alleen horizontaal, horizontaal
en verticaal, horizontaal en verticaal met
90° verticale referentiestraal, alles aan met
zelfnivellering uitgeschakeld.
Vergrendeld
1. Slot voor transport in vergrendelde stand.
Zelfnivelleringsfunctie is uitgeschakeld.
Laser aan/uit
7. Laserstraal/laserstralen knippert/
knipperen als het laserapparaat buiten
werkbereik is voor de standen 1 - 4 als
de zelfnivelleringsfunctie is ingeschakeld.
Verstel het laserapparaat om deze te
nivelleren.
Ontgrendeld
LED's voor lasermodus
4. De LED's van de lasermodus lichten rood en/
of groen op om de ingestelde lasermodus
aan te geven. De LED-code wordt op het
toetsenpaneel getoond.
Pulsmodus LED voor pulsmodus
5. De aan/uit-toets werkt in zowel de
vergrendelde als de ontgrendelde stand.
118
77-021
1. Laserapparaat past in houder. Pennetjes
in laserapparaat passen in gaatjes in de
houder.
8. LED-indicator voor lage batterijspanning
knippert rood als de batterij zwak is.
Vervang batterijen.
Universele houder
1/4 in
Standaard fitting voor
optionele statiefmontage
2. 1/4 - 20 schroefdraadfitting voor optionele
accessoires.
Pennen op
laserapparaat
Uitlijnopeningen in
onderkant van houder
3. Opening voor wandmontage of voor gebruik
met optionele accessoires.
Optionele
apparatuur
LED voor lage batterijspanning
119
77-021
Toepassingen
1. Loodrecht:
Gebruik de verticale laser om het verticale
referentievlak te bepalen. De gewenste
object(en) zodanig positioneren dat
ze gelijkgericht zijn met het verticale
referentievlak om te verzekeren dat de
object(en) loodrecht staan.
2. Waterpas:
Gebruik de horizontale laserstraal om
het horizontale referentievlak te bepalen.
Positioneer de gewenste object(en) zodanig
dat ze gelijkgericht zijn met het horizontale
referentievlak om te verzekeren dat de
object(en) waterpas staan.
3. Rechthoek:
Gebruik de verticale of horizontale
laserstralen met of zonder de 90° verticale
referentielaser om het punt waar de verticale
en horizontale stralen kruisen te bepalen. De
gewenste object(en) zodanig positioneren
dat ze gelijkgericht zijn met de verticale en
horizontale laserstraal om te verzekeren dat
de object(en) haaks zijn.
4. Pulsmodus:
Zet de laser in de pulsmodus voor gebruik
met optionele laser detectors.
5. Handmatige modus:
Schakelt de zelfnivellerende functie uit en
maakt het mogelijk een vaste laserstraal in
elke gewenste richting te projecteren.
120
77-021
IJking
OPMERKING: Het laserapparaat is op de fabriek geijkt. Tijdens gebruik regelmatig de
nauwkeurigheid van het laserapparaat controleren om te verzekeren dat het apparaat binnen
de tolerantie blijft.
1. Plaats het laserapparaat zoals in de
afbeelding is getoond met de laser aan.
Markeer punt P
1
bij het kruis.
Nauwkeurigheid nivelleringsstraal
2. Roteer het laserapparaat 180° en markeer
punt P
2
bij het kruis.
3. Plaats het laserapparaat dicht bij de muur
en markeer punt P
3
bij het kruis.
4. Roteer het laserapparaat 180° en markeer
punt P
4
bij het kruis.
P
1
D
1
D
1
2
P
2
P
1
D
1
D
1
2
P
3
P
1
P
2
D
2
P
4
P
1
P
2
P
3
D
2
121
77-021
1. Plaats het laserapparaat zoals in de
afbeelding is getoond met de laser aan.
Richt de verticale straal op de eerste hoek
of op een referentiepunt. Meet de helft
van de afstand D
1
en markeer punt P
1
.
Nauwkeurigheid horizontale straal
P
1
D
1
D
1
2
D
1
2
Voorbeeld: D
1
= 10 m, D
2
= 0,5 m
D
P1
= 30,75 mm, D
P2
= 29 mm, D
P3
= 30 mm, D
P4
= 29,75 mm
D
3
= (30,75 mm - 30 mm) = 0,75 mm
D
4
= (29 mm - 29,75 mm) = - 0,75 mm
0,33 x (10 m - (2 x 0,5 m) = 2,97 mm (maximale offset afstand)
(0,75 mm) - (- 0,75 mm) = 1,5 mm
1,5 mm ≤ 2,97 mm (TRUE, apparaat is binnen tolerantie)
mm
m
5. Meet de verticale afstand van de vloer
naar elk punt. Bereken het verschil tussen
de afstanden D
P1
en D
P3
om D
3
te bepalen,
en bereken de afstanden D
P2
en D
P4
om D
4
te bepalen.
6. Calculeer de maximale toelaatbare
offset afstand en vergelijk dit met het
verschil van D
3
en D
4
zoals getoond in de
vergelijking. Als het totaal niet minder dan
of gelijk is aan de berekende maximale
offset afstand, dan moet het apparaat
aan de Stanley-distributeur geretourneerd
worden.
P
3
P
1
D
P3
D
P1
(D
P1
- D
P3
) = D
3
P
4
P
2
D
P2
D
P4
(D
P2
- D
P4
) = D
4
Vergelijk:
D
3
- D
4
± Max
Maximale offset afstand:
Max
in
ft
= 0,004 x (D
1
ft - (2 x D
2
ft))
mm
m
= 0,33 x (D
1
m - (2 x D
2
m))
122
77-021
P
1
D
2
1
2
P
1
D
1
D
1
2
D
1
2
Voorbeeld: D
1
= 5 m, D
2
= 1 mm
0,33 x 5 m = 1,65 mm (maximale toelaatbare offset afstand)
1 mm ≤ 1,65 mm (TRUE, apparaat is binnen tolerantie)
mm
m
2. Roteer het laserapparaat naar een andere
hoek of referentiepunt.
3. Meet de verticale afstanden tussen P
1
en
de horizontale straal van de 2de locatie.
4. Bereken de maximale toelaatbare offset
afstand en vergelijk met D
2
. Als D
2
niet
minder dan of gelijk is aan de berekende
maximale offset afstand, dan moet het
apparaat aan de Stanley-distributeur
geretourneerd worden.
Vergelijk:
D
2
Max
Maximale offset afstand:
Max
in
ft
= 0,004 x D
1
ft
mm
m
= 0,33 x D
1
m
123
77-021
Nauwkeurigheid verticale straal
P
1
D
1
P
2
P
3
D
1
2 x D
1
P
4
D
1
P
2
P
3
D
1
2 x D
1
P
1
1. Meet de hoogte van een deurpost of
referentiepunt om de afstand D
1
te
bepalen. Plaats het laserapparaat zoals in
de afbeelding is getoond met de laser aan.
Richt de verticale straal op de deurpost of
referentiepunt. Markeer punten P
1
, P
2
, en
P
3
zoals getoond.
2. Het laserapparaat naar de
tegenovergestelde kant van de deurpost of
referentiepunt verplaatsen en de vertical
straal gelijkrichten met P
2
en P
3
.
3. Meet de horizontale afstanden tussen P
1
en de verticale straal van de 2de locatie.
4. Bereken de maximale toelaatbare offset
afstand en vergelijk met D
2
. Als D
2
niet
minder dan of gelijk is aan de berekende
maximale offset afstand, dan moet het
apparaat aan de Stanley-distributeur
geretourneerd worden.
Voorbeeld: D
1
= 2 m, D
2
= 0,5 mm
0,66 x 2 m = 1,32 mm (maximale toelaatbare offset afstand)
0,5 mm ≤ 1,32 mm (TRUE, apparaat is binnen tolerantie)
mm
m
Vergelijk:
D
2
Max
Maximale offset afstand:
Max
in
ft
= 0,008 x D
1
ft
mm
m
= 0,66 x D
1
m
P
1
D
2
Verticale
straal
124
77-021
90° Nauwkeurigheid verticale straal
1. Plaats het laserapparaat (zonder de
houder) op een vlakke ondergrond en
schakel alle stralen in (modus 4).
2. Meet exact 0,91 m vanuit het midden
van het laserapparaat langs de verticale
straal van het laserkruis. Om het midden
van het laserapparaat te bepalen, de
eerste meting vanaf de buitenrand van
het laserapparaat beginnen, een afstand
van 0,91 m meten en daar 4,3 cm van
aftrekken. Markeer dit punt P
1
.
3. Meet exact 1,22 m (4 ft) vanuit het midden
van het laserapparaat langs de 90°
verticale referentiestraal en markeer dit
punt P
2
.
4. Meet vanaf punt A tot punt B; deze
afstand D
1
moet 1,522 m ± 0,75 mm
(5 ft ± 1/32 in) zijn. Zo niet, dan moet het
apparaat geretourneerd worden aan uw
Stanley-distributeur.
5. Herhaal stappen 1 tot 4 indien nodig om
de metingen opnieuw uit te voeren.
P
1
0,91 m (3 ft)
P
1
1,22 m (4 ft)
P
2
P
1
P
2
D
1
Voor deze controle is minimaal 1,5 m
2
(16 ft
2
) ruimte vereist en wellicht hulp van een collega.
125
77-021
Het laserapparaat is niet waterdicht. Het apparaat NIET nat laten worden. Dit kan schade
aan interne circuits veroorzaken.
Plaats het laserapparaat NIET in direct zonlicht en stel hem niet bloot aan hoge
temperaturen. De behuizing en enkele interne onderdelen zijn van plastic gemaakt en kunnen
door hoge temperaturen vervormd worden.
Het laserapparaat NIET in een koude omgeving opbergen. Interne onderdelen kunnen
beslaan als het apparaat opwarmt. Vochtigheid kan het laservenster beslaan en interne
circuit boards corroderen.
Bij gebruik in stoffige omgevingen kan vuil zich op het laservenster verzamelen. Verwijder
vocht of vuil met een zachte, droge doek.
Gebruik GEEN sterke schoonmaak- of oplosmiddelen.
Bewaar het laserapparaat in de etui als het niet gebruikt wordt. Verwijder de batterijen
als het toestel voor langere tijd niet gebruikt wordt om schade door lekkende batterijen te
voorkomen.
Onderhoud en zorg
126
77-021
Garantie van één jaar
Stanley Tools garandeert elektrische meetapparatuur tegen defecten in materialen en
afwerking voor één jaar vanaf de datum van aankoop.
Defecte producten worden gerepareerd of vervangen naar goeddunken van Stanley Tools
indien ze samen met het aankoopbewijs worden verzonden naar:
Stanley Works Benelux
Egide Walsschaertsstraat 14-16
2800 Mechelen
Belgium
Deze Garantie is niet van toepassing op schade veroorzaakt door ongelukken, slijtage,
toepassingen die niet in overeenstemming zijn met de aanwijzingen van de fabrikant of een
reparaties of wijziging die niet door Stanley Tools geautoriseerd is.
Reparatie of vervanging onder deze Garantie heeft geen invloed op de verloopdatum van de
Garantie.
Voor zover door de wet is toegestaan is Stanley Tools onder deze Garantie niet aansprakelijk
voor indirecte schade of gevolgschade veroorzaakt door defecten aan dit product.
Deze Garantie mag niet zonder toestemming van Stanley Tools gewijzigd worden.
Deze Garantie heeft geen invloed op de statutaire rechten van de consumenten die dit
product kopen.
Op deze Garantie is Engels recht van toepassing en Stanley Tools en de koper komen overeen
dat eventuele geschillen of zaken voortvloeiend uit of in verband met deze Garantie onder de
exclusieve jurisdictie van het Engelse recht.
BELANGRIJKE OPMERKING: De klant is verantwoordelijk voor het juiste gebruik van en de
zorg voor het apparaat. De klant is tevens verantwoordelijk voor de periodieke inspectie van
de nauwkeurigheid van het laserapparaat en dus voor de ijking van het apparaat.
IJking en onderhoud zijn niet gedekt door de garantie.
Er kunnen wijzigingen worden doorgevoerd zonder voorafgaande kennisgeving.
Garantie

Documenttranscriptie

PT PT PT PT NL NL NL NL DK Inhoud DK DK DK SE SE SE SE 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Veiligheid Productbeschrijving Technische gegevens Gebruiksaanwijzing IJking Onderhoud en zorg Garantie FIN FIN FIN FIN NO NO NO NO PL PL PL GR GR GR CZ CZ CZ Veiligheid van RU RUde gebruiker RU RU PL GR Veiligheid CZ Lees de Veiligheidsaanwijzingen en Gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens het apparaat in gebruik te nemen. Degene die verantwoordelijk is voor het apparaat moet ervoor zorgen dat alle gebruikers bekend zijn met de aanwijzingen en deze opvolgen. HU HU HU HU SK SK Bewaar deze instructies om later te kunnen raadplegen. SK SK SI SI SI SI BG BG BG BG RO RO RO RO EE EE BELANGRIJK: Voor het gemak en veiligheid van de gebruiker zijn de onderstaande labels op het laserapparaat aangebracht. Ze geven aan waar de laser uit het apparaat wordt geprojecteerd. WEES U ALTIJD BEWUST van deze plaatsen bij gebruik van het apparaat. EE 110 EE EN 60825-1 LASERRADIATIE – NIET IN DE STRAAL KIJKEN OF DIRECT MET OPTISCHE INSTRUMENTEN NAAR DE STRAAL KIJKEN KLASSE 1M LASERPRODUCT MAX VERMOGEN ≤ 1 mW @ 630 - 670 nm LV LV LV LT LT LT LV 77-021 LT De waarschuwingslabels NIET verwijderen of beschadigen. Dit apparaat mag alleen gebruikt worden voor nivelleringen en opmetingen zoals in deze gebruiksaanwijzing beschreven zijn. Zorg er ALTIJD voor dat omstanders in de omgeving waar gewerkt wordt zich bewust zijn van het gevaar om direct in de laser te kijken. NIET in combinatie met andere optische instrumenten gebruiken. Het apparaat niet wijzigen, aanpassen of gebruiken voor doeleinden die niet in deze gebruiksaanwijzingen beschreven zijn. NIET in de straal kijken met optische instrumenten zoals vergrootglasen, verrekijkers of telescopen. NIET in de laserstraal kijken of de straal op anderen richten. Zorg ervoor dat het apparaat niet op ooghoogte wordt opgesteld. De ogen worden gewoonlijk beschermd door natuurlijke reacties zoals het knipperen van de ogen. De laserstraal NIET op anderen richten. Het laserapparaat ALTIJD op “OFF” (Uit) zetten als het niet gebruikt wordt. Het laserapparaat op “ON” (Aan) laten staan verhoogt het risico dat iemand onbedoeld in de laserstraal kijkt. Het laserapparaat NIET gebruiken in omgevingen waar ontvlambare stoffen, gas of stof aanwezig is. Het laserapparaat NIET demonteren. Het apparaat heeft geen onderdelen die onderhoud vereisen. Het demonteren van het apparaat doet de garantie van dit product vervallen. Het product op geen enkele manier modificeren. Modificatie van het laserapparaat kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben. Het apparaat NIET gebruiken in omgevingen waar gevaar bestaat op explosies. OPMERKING: Omdat de laserstraal een gericht type is, moet het traject van de laserstraal over een relatieve grote afstand gecontroleerd worden om te verzekeren dat de straal geen invloed heeft op andere personen in de omgeving. 77-021 111 Voorzorgsmaatregels batterijen WAARSCHUWING: Batterijen kunnen exploderen of lekken en kunnen letsel of brand veroorzaken. Om dit risico te verminderen: ALTIJD de aanwijzingen en voorzorgsmaatregelen op labels en verpakking van batterijen in acht nemen. De polen van de batterijen NIET kortsluiten. Alkalinebatterijen NIET opladen. Oude en nieuwe batterijen NIET samen gebruiken. Alle batterijen gelijktijdig vervangen met nieuwe batterijen van hetzelfde merk en type. Gebruik GEEN batterijen met verschillende chemische samenstellingen. Batterijen NIET in open vuur gooien. Batterijen BUITEN BEREIK van kinderen houden. De batterijen ALTIJD verwijderen als het apparaat langere tijd niet gebruikt wordt. OPMERKING: Zorg ervoor dat alleen de aanbevolen batterijen worden gebruikt. OPMERKING: Let bij het plaatsen van de batterijen op de juiste polariteit. Einde van levensduur Batterijen NIET met het normale huisvuil meegeven. Oude batterijen ALTIJD inleveren bij de aangewezen inzamelplaatsen. RECYCLE A.U.B. volgens de plaatselijk voorschriften betreffende het inzamelen en verwerken van elektrisch en elektronisch afval in navolging van de WEEE-richtlijn. 112 77-021 Verklaring van conformiteit The Stanley Works verklaart dat het CE-merkteken op dit product overeenkomstig de CE markeringsrichtlijn 93/68/EEC is toegepast. Dit product voldoet aan EN60825-1:2007. Ga voor nadere bijzonderheden naar www.stanleyworks.com. EN 60825-1 Voldoet aan ROHS-richtlijn Productbeschrijving Inhoud van de verpakking 1. 2. 3. 4. 5. 6. 77-021 Laserapparaat Universele houder Laserdoel Etui Batterijen (3 x AA) Gebruiksaanwijzing 113 Overzicht van product Laserapparaat 1 4 2 5 3 6 1. 2. 3. 4. 5. Toetsenpaneel Venster voor kruisstraallaser Toegangsopening voor snelle ijking Venster voor 90° verticale referentiestraallaser Toegangsopening voor snelle ijking 6. Kapje van batterijhouder 7. 8. Transportvergrendeling Waarschuwingslabel voor laser 1. 2. 3. Openingen Plaatsingsopeningen voor laserapparaat 1/4 - 20 schroefdraadfitting 7 8 Universele houder 1 2 3 114 77-021 Technische gegevens Nivelleringsnauwkeurigheid: Nauwkeurigheid rechthoekstraal: Nauwkeurigheid horizontaal / verticaal Werkbereik: Werkafsand: met Laser detector: Laserklasse: Lasergolflengte: ≤ 3 mm / 9 m (≤ 1/8 in / 30 ft) ≤ 1,5 mm / 3 m (≤ 1/16 in / 10 ft) ≤ 3 mm / 9 m (≤ 1/8 in / 30 ft) Zelfnivellerend tot ± 5° ≤ 10 m (≤ 30 ft) ≤ 30 m (≤ 100 ft) Klasse 1 635 nm ± 5 nm Werktijd: 15 h Voedingsspanning: 4,5 V Voeding: 3 x AA batterijen (alkaline) IP54 IP-codering: Werkingstemperatuur: -10° C to +40° C (+14° F to +104° F) Opslagtemperatuur: -20° C tot +60° C (-4° F tot +140° F) Gewicht (zonder houder en batterijen): Afmeting: 77-021 490 g Ø 86 mm × 147,5 mm (Ø 3 3/8 in × 5 3/4 in) 115 Gebruiksaanwijzing Batterijen installeren / uitnemen 1. Draai het laserapparaat om. Verwijder het kapje van de batterijhouder door het kapje aan te drukken en open te schuiven. 2. Batterijen installeren / uitnemen. Let op de polariteit bij het plaatsen van de batterijen. + + - + 3. 116 Sluit het kapje van de batterijhouder door het kapje terug te schuiven en te vergrendelen. 77-021 Laserapparaat Vergrendeld 1. Slot voor transport in vergrendelde stand. Zelfnivelleringsfunctie is uitgeschakeld. 2. Slot voor transport in ontgrendelde stand. Zelfnivelleringsfunctie is geactiveerd. Druk op de aan/uit-toets om de laser in te schakelen. Houd de toets 3 seconden ingedrukt om de laser uit te schakelen. Druk op de aan/uit-toets om verschillende standen te activeren - alleen horizontaal, horizontaal en verticaal, horizontaal en verticaal met 90° verticale referentiestraal, alles aan met zelfnivellering uitgeschakeld. Ontgrendeld 3. Laser aan/uit LED's voor lasermodus 4. 5. Pulsmodus 77-021 De LED's van de lasermodus lichten rood en/ of groen op om de ingestelde lasermodus aan te geven. De LED-code wordt op het toetsenpaneel getoond. De aan/uit-toets werkt in zowel de vergrendelde als de ontgrendelde stand. 6. Druk op de pulsmodustoets om de pulsmodus aan en uit te schakelen. De LED-indicator licht groen op als de pulsmodus is ingeschakeld. De pulsmodus kan met de laser detector gebruikt worden. 7. Laserstraal/laserstralen knippert/ knipperen als het laserapparaat buiten werkbereik is voor de standen 1 - 4 als de zelfnivelleringsfunctie is ingeschakeld. Verstel het laserapparaat om deze te nivelleren. LED voor pulsmodus 117 8. LED-indicator voor lage batterijspanning knippert rood als de batterij zwak is. Vervang batterijen. 1. Laserapparaat past in houder. Pennetjes in laserapparaat passen in gaatjes in de houder. 2. 1/4 - 20 schroefdraadfitting voor optionele accessoires. 3. Opening voor wandmontage of voor gebruik met optionele accessoires. LED voor lage batterijspanning Universele houder Pennen op laserapparaat Uitlijnopeningen in onderkant van houder 1/4 in Standaard fitting voor optionele statiefmontage Optionele apparatuur 118 77-021 Toepassingen 77-021 1. Loodrecht: Gebruik de verticale laser om het verticale referentievlak te bepalen. De gewenste object(en) zodanig positioneren dat ze gelijkgericht zijn met het verticale referentievlak om te verzekeren dat de object(en) loodrecht staan. 2. Waterpas: Gebruik de horizontale laserstraal om het horizontale referentievlak te bepalen. Positioneer de gewenste object(en) zodanig dat ze gelijkgericht zijn met het horizontale referentievlak om te verzekeren dat de object(en) waterpas staan. 3. Rechthoek: Gebruik de verticale of horizontale laserstralen met of zonder de 90° verticale referentielaser om het punt waar de verticale en horizontale stralen kruisen te bepalen. De gewenste object(en) zodanig positioneren dat ze gelijkgericht zijn met de verticale en horizontale laserstraal om te verzekeren dat de object(en) haaks zijn. 4. Pulsmodus: Zet de laser in de pulsmodus voor gebruik met optionele laser detectors. 5. Handmatige modus: Schakelt de zelfnivellerende functie uit en maakt het mogelijk een vaste laserstraal in elke gewenste richting te projecteren. 119 IJking OPMERKING: Het laserapparaat is op de fabriek geijkt. Tijdens gebruik regelmatig de nauwkeurigheid van het laserapparaat controleren om te verzekeren dat het apparaat binnen de tolerantie blijft. Nauwkeurigheid nivelleringsstraal D1 1. Plaats het laserapparaat zoals in de afbeelding is getoond met de laser aan. Markeer punt P1 bij het kruis. P1 D1 2 D1 2. Roteer het laserapparaat 180° en markeer punt P2 bij het kruis. P2 P1 D1 2 3. Plaats het laserapparaat dicht bij de muur en markeer punt P3 bij het kruis. P1 P2 P3 D2 4. Roteer het laserapparaat 180° en markeer punt P4 bij het kruis. P4 P1 P2 P3 D2 120 77-021 5. 6. Meet de verticale afstand van de vloer naar elk punt. Bereken het verschil tussen de afstanden DP1 en DP3 om D3 te bepalen, en bereken de afstanden DP2 en DP4 om D4 te bepalen. Calculeer de maximale toelaatbare offset afstand en vergelijk dit met het verschil van D3 en D4 zoals getoond in de vergelijking. Als het totaal niet minder dan of gelijk is aan de berekende maximale offset afstand, dan moet het apparaat aan de Stanley-distributeur geretourneerd worden. (DP1 - DP3 ) = D3 P4 P1 P2 P3 DP3 DP1 DP4 DP2 (DP2 - DP4 ) = D4 Maximale offset afstand: Max = 0,33 mm m x (D1 m - (2 x D2 m)) = 0,004 in ft x (D1 ft - (2 x D2 ft)) Vergelijk: D3 - D4 ≤ ± Max Voorbeeld: D1 = 10 m, D2 = 0,5 m DP1 = 30,75 mm, DP2 = 29 mm, DP3 = 30 mm, DP4 = 29,75 mm D3 = (30,75 mm - 30 mm) = 0,75 mm D4 = (29 mm - 29,75 mm) = - 0,75 mm 0,33 mm m x (10 m - (2 x 0,5 m) = 2,97 mm (maximale offset afstand) (0,75 mm) - (- 0,75 mm) = 1,5 mm 1,5 mm ≤ 2,97 mm (TRUE, apparaat is binnen tolerantie) Nauwkeurigheid horizontale straal 1. 77-021 Plaats het laserapparaat zoals in de afbeelding is getoond met de laser aan. Richt de verticale straal op de eerste hoek of op een referentiepunt. Meet de helft van de afstand D1 en markeer punt P1 . D1 D1 2 P1 D1 2 121 D1 D1 2 2. P1 Roteer het laserapparaat naar een andere hoek of referentiepunt. D1 2 1 3. 2 Meet de verticale afstanden tussen P1 en de horizontale straal van de 2de locatie. P1 D2 4. Bereken de maximale toelaatbare offset afstand en vergelijk met D2 . Als D2 niet minder dan of gelijk is aan de berekende maximale offset afstand, dan moet het apparaat aan de Stanley-distributeur geretourneerd worden. Maximale offset afstand: Max = 0,33 mm m x D1 m = 0,004 in ft x D1 ft Vergelijk: D2 ≤ Max Voorbeeld: D1 = 5 m, D2 = 1 mm 0,33 mm m x 5 m = 1,65 mm (maximale toelaatbare offset afstand) 1 mm ≤ 1,65 mm (TRUE, apparaat is binnen tolerantie) 122 77-021 Nauwkeurigheid verticale straal 1. P1 Meet de hoogte van een deurpost of referentiepunt om de afstand D1 te bepalen. Plaats het laserapparaat zoals in de afbeelding is getoond met de laser aan. Richt de verticale straal op de deurpost of referentiepunt. Markeer punten P1 , P2 , en P3 zoals getoond. D1 D1 Het laserapparaat naar de tegenovergestelde kant van de deurpost of referentiepunt verplaatsen en de vertical straal gelijkrichten met P2 en P3 . P3 2 x D1 P4 2. P2 P1 D1 P2 D1 P3 2 x D1 3. Meet de horizontale afstanden tussen P1 en de verticale straal van de 2de locatie. Verticale straal P1 D2 4. Bereken de maximale toelaatbare offset afstand en vergelijk met D2 . Als D2 niet minder dan of gelijk is aan de berekende maximale offset afstand, dan moet het apparaat aan de Stanley-distributeur geretourneerd worden. Maximale offset afstand: Max = 0,66 mm m x D1 m = 0,008 in ft x D1 ft Vergelijk: D2 ≤ Max Voorbeeld: D1 = 2 m, D2 = 0,5 mm 0,66 mm m x 2 m = 1,32 mm (maximale toelaatbare offset afstand) 0,5 mm ≤ 1,32 mm (TRUE, apparaat is binnen tolerantie) 77-021 123 90° Nauwkeurigheid verticale straal Voor deze controle is minimaal 1,5 m2 (16 ft2) ruimte vereist en wellicht hulp van een collega. 1. Plaats het laserapparaat (zonder de houder) op een vlakke ondergrond en schakel alle stralen in (modus 4). 2. Meet exact 0,91 m vanuit het midden van het laserapparaat langs de verticale straal van het laserkruis. Om het midden van het laserapparaat te bepalen, de eerste meting vanaf de buitenrand van het laserapparaat beginnen, een afstand van 0,91 m meten en daar 4,3 cm van aftrekken. Markeer dit punt P1 . P1 0,91 m (3 ft) P1 3. Meet exact 1,22 m (4 ft) vanuit het midden van het laserapparaat langs de 90° verticale referentiestraal en markeer dit punt P2 . 1,22 m (4 ft) P2 4. 5. 124 Meet vanaf punt A tot punt B; deze afstand D1 moet 1,522 m ± 0,75 mm (5 ft ± 1/32 in) zijn. Zo niet, dan moet het apparaat geretourneerd worden aan uw Stanley-distributeur. Herhaal stappen 1 tot 4 indien nodig om de metingen opnieuw uit te voeren. P1 D1 P2 77-021 Onderhoud en zorg Het laserapparaat is niet waterdicht. Het apparaat NIET nat laten worden. Dit kan schade aan interne circuits veroorzaken. Plaats het laserapparaat NIET in direct zonlicht en stel hem niet bloot aan hoge temperaturen. De behuizing en enkele interne onderdelen zijn van plastic gemaakt en kunnen door hoge temperaturen vervormd worden. Het laserapparaat NIET in een koude omgeving opbergen. Interne onderdelen kunnen beslaan als het apparaat opwarmt. Vochtigheid kan het laservenster beslaan en interne circuit boards corroderen. Bij gebruik in stoffige omgevingen kan vuil zich op het laservenster verzamelen. Verwijder vocht of vuil met een zachte, droge doek. Gebruik GEEN sterke schoonmaak- of oplosmiddelen. Bewaar het laserapparaat in de etui als het niet gebruikt wordt. Verwijder de batterijen als het toestel voor langere tijd niet gebruikt wordt om schade door lekkende batterijen te voorkomen. 77-021 125 Garantie Garantie van één jaar Stanley Tools garandeert elektrische meetapparatuur tegen defecten in materialen en afwerking voor één jaar vanaf de datum van aankoop. Defecte producten worden gerepareerd of vervangen naar goeddunken van Stanley Tools indien ze samen met het aankoopbewijs worden verzonden naar: Stanley Works Benelux Egide Walsschaertsstraat 14-16 2800 Mechelen Belgium Deze Garantie is niet van toepassing op schade veroorzaakt door ongelukken, slijtage, toepassingen die niet in overeenstemming zijn met de aanwijzingen van de fabrikant of een reparaties of wijziging die niet door Stanley Tools geautoriseerd is. Reparatie of vervanging onder deze Garantie heeft geen invloed op de verloopdatum van de Garantie. Voor zover door de wet is toegestaan is Stanley Tools onder deze Garantie niet aansprakelijk voor indirecte schade of gevolgschade veroorzaakt door defecten aan dit product. Deze Garantie mag niet zonder toestemming van Stanley Tools gewijzigd worden. Deze Garantie heeft geen invloed op de statutaire rechten van de consumenten die dit product kopen. Op deze Garantie is Engels recht van toepassing en Stanley Tools en de koper komen overeen dat eventuele geschillen of zaken voortvloeiend uit of in verband met deze Garantie onder de exclusieve jurisdictie van het Engelse recht. BELANGRIJKE OPMERKING: De klant is verantwoordelijk voor het juiste gebruik van en de zorg voor het apparaat. De klant is tevens verantwoordelijk voor de periodieke inspectie van de nauwkeurigheid van het laserapparaat en dus voor de ijking van het apparaat. IJking en onderhoud zijn niet gedekt door de garantie. Er kunnen wijzigingen worden doorgevoerd zonder voorafgaande kennisgeving. 126 77-021
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164

Stanley CL90i de handleiding

Categorie
Laserniveaus
Type
de handleiding