Einhell Blue BG-PC 3735 de handleiding

Categorie
Elektrische kettingzagen
Type
de handleiding
k Bedienungsanleitung
Benzinmotor-Kettensäge
p Mode d’emploi de la
scie à chaîne à moteur essence
C Istruzioni per l’uso
Motosega a benzina
N Handleiding
kettingzaag met benzinemotor
m Manual de instrucciones
Motosierra a gasolina
O Manual de instruções
de motosserra a gasolina
Art.-Nr.: 45.013.65 I.-Nr.: 01018
BG-PC 3735
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:24 Uhr Seite 1
3
2
10
6
7
11
14
1
9
19
20
4
3
18
16
13
17
15
12
8
1
2
B
A
F
G
3A
3D
3B
5
E
3C
24
D
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:24 Uhr Seite 3
4
A
D
B
C
4A 4B
BCA
6
7A
8
7B
9A
B
A
C
A
I
A
0
5
D
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:24 Uhr Seite 4
5
10 11
A
B
9B 9D
B
D
A
B
C
9E
9C
C
13 1412
A
B
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:24 Uhr Seite 5
6
16A 16B15
17 18A
16C
19
18B
21A 21B
20
A
A
B
C
A
B
D
C
A
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:24 Uhr Seite 6
7
24
23
25
26
22
A
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 7
Inhaltsverzeichnis:
1. Sicherheitshinweise
2. Gerätebeschreibung
3. Bestimmungsgemäße Verwendung
4. Technische Daten
5. Vor Inbetriebnahme
6. Bedienung
7. Reinigung, Wartung, Lagerung und Ersatzteilbestellung
8. Entsorgung und Wiederverwertung
9. Fehlersuchplan
D
8
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 8
41
NL
Inhoudsopgave:
1. Veiligheidsinstructies
2. Beschrijving van het gereedschap
3. Reglementair gebruik
4. Technische gegevens
5. Vóór ingebruikneming
6. Bediening
7. Reiniging, onderhoud, opbergen en bestellen van wisselstukken
8. Afvalbeheer en recyclage
9. Foutopsporing
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 41
Let op!
Bij het gebruik van materieel dienen enkele
veiligheidsmaatregelen te worden nageleefd om
lichamelijk gevaar en schade te voorkomen. Lees
daarom deze handleiding zorgvuldig door. Bewaar
deze goed zodat u de informatie op elk moment kunt
terugvinden. Mocht u dit toestel aan andere
personen doorgeven, gelieve dan deze handleiding
mee te geven.
Wij zijn niet aansprakelijk voor ongevallen of schade
die te wijten zijn aan niet-naleving van deze
handleiding en van de veiligheidsinstructies.
1. Veiligheidsinstructies
De overeenkomstige veiligheidsinstructies vindt u in
de bijgaande brochure.
WAARSCHUWING!
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen.
Nalatigheden bij de inachtneming van de
veiligheidsinstructies en aanwijzingen kunnen
elektrische schok, brand en/of zware letsels tot
gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en
aanwijzingen voor de toekomst.
2. Beschrijving van het gereedschap
(fig. 1)
1. Geleiderail
2. Zaagketting
3. Kettingspanschroef
4. Aanslagklauw
5. Kettingremhendel / voorste handbeschermer
6. Voorste greep
7. Starterhandgreep
8. Bougie (onder de luchtfilterafdekking)
9. Luchtfilterafdekking
10. Stopschakelaar
11. Grendelknop
12. Olietankkap
13. Ventilatorhuis
14. Brandstoftankkap
15. Achterste greep / laarzenlus
16. Kettingbeschermer
17. Smoorhendel / (afstelling van de carburator)
18. Railbevestigingsmoer
19. Gashendel
20. Kettingvangelement
Veiligheidsfuncties (fig. 1)
2 ZAAGKETTING MET GERINGE TERUGSTOOT
helpt u terugstoten of hun kracht met speciaal
ontwikkelde veiligheidsinrichtingen op te vangen.
5 KETTINGREMHENDEL / HANDBESCHERMER
beschermt de linkerhand van de
bedieningspersoon mocht die bij draaiende zaag
wegglijden van de voorste greep.
5 KETTINGREM is een veiligheidsfunctie ter
vermindering van letsel als gevolg van
terugstoten; door deze rem wordt de roterende
zaagketting binnen milliseconden stilgezet. Ze
wordt geactiveerd door de
KETTINGREMHENDEL.
10 STOPSCHAKELAAR stopt de motor onmiddellijk
als hij uitgeschakeld wordt. De stopschakelar
dient op EIN (AAN) te worden gezet om de motor
(opnieuw) te starten.
11 VEILIGHEIDSLOSSER voorkomt een toevallige
verhoging van de motortoeren. De gashendel
(19) kan alleen worden ingedrukt als de
veiligheidslosser ingedrukt is.
20 KETTINGVANGELEMENT reduceert het
letselgevaar mocht de zaagketting bij draaiende
motor scheuren of ontglijden. Het
kettingvangelement dient om een om zich heen
slagende ketting op te vangen.
Aanwijzing: Maakt u zich vertrouwd met de zaag en
haar onderdelen.
3. Reglementair gebruik
De ketting is conform het reglementaire gebruik
uitsluitend bedoeld om er hout mee te zagen. Het
vellen van bomen mag enkel gebeuren mits
overeenkomstige opleiding. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor schade veroorzaakt door niet
reglementair gebruik of foutieve bediening.
De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk ander
verder gaand gebruik is niet reglementair. Voor
daaruit voortvloeiende schade of verwondingen van
welke aard dan ook is de gebruiker/bediener, niet de
fabrikant, aansprakelijk.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen
overeenkomstig hun bestemming niet geconstrueerd
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel
gebruik. Wij geven geen garantie indien het
gereedschap in ambachtelijke of industriële bedrijven
alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt
gebruikt.
42
NL
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 42
43
NL
4. Technische gegevens
Cilinderinhoud van de motor 37,2 cm
3
Maximaal motorvermogen 1,2 kW
Snijlengte 32 cm
Lengte van het zwaard 14” (35 cm)
Steek van de ketting (3/8”), 10 mm
Dikte van de ketting (0,05”), 1,27 mm
Stationair toerental 3200 t/min.
Maximumtoerental met snijgereedschap 11000 t/min.
Tankinhoud 310 ml
Olietankinhoud 210 ml
Antitrilfunctie ja
Vertanding kettingwiel 6 tanden x 9,525 mm
Kettingrem ja
Koppeling ja
Automatisch oliën van de ketting ja
Ketting met geringe terugstoot ja
Nettogewicht zonder ketting en geleiderail 4,55 kg
Nettogewicht (droog) 5 kg
Benzineverbruik (specifiek) 560 g/kWh
Geluidsdrukniveau L
pA
100 dB(A)
Geluidsvermogen L
WA
112 dB(A)
Vibratie a
hv
(voorste handgreep) max. 5,46 m/s
2
Vibratie a
hv
(achterste handgreep) max. 6,21 m/s
2
Type ketting OREGON (91PO53X)/
CARLTON (N1C-BL-52E SK B)
Type zwaard
OREGON (140SDEA041)/QIRUI (PO14-50SR)
Bougie L8RTF
5. Vóór ingebruikneming
Let op! Start de motor pas als de zaag helemaal
geassembleerd en gebruiksklaar is.
Let op! Draag bij het hanteren van de ketting
altijd veiligheidshandschoenen.
5.1 Aanbrengen van de geleiderail
GEBRUIK ALLEEN DE ORIGINELE RAIL om te
verzekeren dat aan de rail en aan de ketting olie
wordt toegevoerd. De olieuitlaatopening (fig. 2, pos.
A) dient vrij te zijn van verontreinigingen en
aankoekingen.
1. Vergewis u er zich van dat de kettingremhendel
naar de stand ONTKOPPELD is teruggetrokken
(fig.3A).
2. Verwijder de twee railbevestigingsmoeren (B).
Neem de afdekking af (fig. 3B).
Let op! Bij de eerste montage dient de
transportbeveiliging (fig. 3C, pos. 24) te worden
verwijderd.
3. Draai de justeerschroef (D) met een
schroevendraaier TEGEN DE RICHTING VAN
DE WIJZERS VAN DE KLOK IN tot de AREND
(E) (uitstekend punt) zich aan het einde van zijn
schuifafstand in richting koppelings cilinder en
tandwiel bevindt (fig. 3B/3C).
4. Plaats het gekeepte einde van de geleiderail
over de railbouten (F) (fig. 3C/3D).
5.2 Aanbrengen van de zaagketting
1. Spreidt de ketting in een lus uit zodat de
snijkanten (A) MET DE WIJZERS VAN DE KLOK
MEE rond de lus zijn uitgericht (fig. 4A).
2. Schuif de ketting rondom het tandwiel (B) achter
de koppeling (C). De kettingschakels moeten
tussen de tanden in worden gevoegd (fig. 4B).
3. Voer de aandrijfschakels de gleuf (D) in en leid ze
rond het uiteinde van de rail (fig. 4B).
Aanwijzing: Het zou kunnen dat de zaagketting aan
de onderkant van de rail lichtjes doorhangt. Dit is
normaal.
4. Trek de geleiderail naar voren tot de ketting nauw
aansluit. Vergewis u er zich van dat alle aandrijf-
schakels zich in de groef van de rail bevinden.
5. Breng de afdekking van de koppeling aan en
bevestig ze met 2 schroeven. Let er goed op dat
de doorn (fig. 3C, pos. E) in het gat van de
geleiderail (fig. 3D, pos. G) past. Daarbij mag de
ketting niet van de rail afglijden. Haal de 2
moeren handvast aan en volg de instructies voor
het afstellen van de spanning in hoofdstuk
AFSTELLEN VAN DE KETTINGSPANNING op.
5.3 Afstellen van de Kettingspanning
De juiste spanning van de zaagketting is uiterst
belangrijk en dient vóór het starten en gedurende alle
zaagwerkzaamheden te worden gecontroleerd.
Als u even de tijd neemt de zaagketting naar behoren
af te stellen zal u in staat zijn betere sneden uit te
voeren en zal de levensduur van de ketting langer
worden.
Let op! Draag steeds hoogvaste handschoenen
terwijl u de zaagketting hanteert of justeert.
1. Hou de top van de geleiderail omhoog en draai
de justeerschroef (D) MET DE WIJZERS VAN DE
KLOK MEE om de spanning van de ketting te
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 43
verhogen. Draait u de schroef TEGEN DE
RICHTING VAN DE WIJZERS VAN DE KLOK IN,
gaat de spanning van de ketting verminderen.
Vergewis u er zich van dat de ketting helemaal
rondom de geleiderail is aangelegd (fig. 5).
2. Na het justeren – de top van de rail wijst steeds
omhoog – haalt u de bevestigingsmoeren van de
rail goed aan. De ketting is correct gespannen als
ze nauw aansluit bij de rail en als ze met de hand
(handschoenen aandoen!) helemaal rond kan
worden getrokken.
Aanwijzing: Als u de ketting alleen rond de
geleiderail kan draaien als u er hard aan trekt of als
ze blokkeert, is ze te hard gespannen. Voer dan de
volgende kleine afstelling uit:
A. Draai de 2 bevestigingsmoeren van de rail los tot
ze vingervast zijn. Verminder van kettingspanning
door de justeerschroef langzaam TEGEN DE
RICHTING VAN DE WIJZERS VAN DE KLOK IN
te draaien. Trek de ketting op de geleiderail voor
en terug. Ga ermee door tot de ketting zonder
wrijving kan worden bewogen maar toch nauw
aansluit bij de rail. Verhoog de spanning door de
justeerschroef MET DE WIJZERS VAN DE KLOK
MEE te draaien.
B. Als de zaagketting correct is gespannen, hou dan
de top van de geleiderail recht omhoog en haal
de beide bevestigingsmoeren van de rail goed
aan.
Voorzichtig: Een nieuwe zaagketting wordt
langer en moet bijgevolg na ca. 5 sneden worden
bijgeregeld. Dit is bij nieuwe kettingen normaal en
toekomstige afstellingen zullen minder vaak moeten
worden uitgevoerd.
Voorzichtig: Als de zaagketting TE LOS of TE
HARD GESPANNEN is, gaan het aandrijfwiel, de
geleiderail, de ketting en het lager van de krukas
sneller afslijten. Fig. 6 informeert over de correcte
spanning A (koude toestand) en spanning B (warme
toestand). Fig. C toont een te slappe ketting.
5.4 Mechanische test van de kettingrem
De kettingzaag is voorzien van een kettingrem die
letsels op grond van het gevaar voor terugstoten
vermindert. De rem wordt geactiveerd door druk uit te
oefenen op de remhendel als bij een terugstoot b.v.
de hand van de bedieningspersoon tegen de hendel
slaat. Bij activering van de rem stopt de ketting
abrupt.
Let op! De kettingrem is wel bedoeld om het
letselrisico als gevolg van terugstoot te verminderen,
maar ze kan geen behoorlijke bescherming bieden
als met de zaag zorgeloos wordt gewerkt. Controleer
de kettingrem altijd voor elk gebruik van de zaag en
ook regelmatig terwijl u er mee werkt.
Controleren van de kettingrem
1. De kettingrem is ONTKOPPELD (ketting kan
bewegen) als de REMHENDEL NAAR
ACHTEREN IS GETROKKEN EN
GEARRETEERD IS (fig. 7A).
2. De kettingrem is INGEKOPPELD (ketting is
vastgezet) als de remhendel naar voren is
getrokken en het mechanisme (fig. 7B, pos. A)
zichtbaar is. De ketting mag dan niet meer
kunnen bewegen (fig. 7 B).
Aanwijzing: De remhendel moet in de beide standen
vastklikken. Gebruik de zaag niet als u een harde
weerstand voelt of als de hendel niet kan worden
verschoven. Breng de zaag dan onmiddellijk naar de
professionele dienst na verkoop om ze te laten
herstellen.
5.5 Motorbrandstof en olie
Motorbrandstof
Gebruik voor optimale resultaten normale loodvrije
brandstof gemengd met speciale 2-takt-motorolie in
een mengverhouding van 50 tot 1.
Brandstofmengeling
Meng de brandstof met 2-takt-olie in een
goedgekeurd reservoir. De correcte mengverhouding
van brandstof tot olie vindt u terug in de mengtabel.
Schud het reservoir goed om alles zorgvuldig te
vermengen.
Let op! Gebruik voor deze zaag nooit
onverdunde brandstof. De motor zou daardoor
schade oplopen en u zou het recht op garantie voor
dit product verliezen. Gebruik geen
brandstofmengeling die langer dan 90 dagen is
opgeslagen.
Let op! Als u een 2-takt-olie in afwijking van de
speciale olie gebruikt, dient u superolie voor
luchtgekoelde 2-takt-motoren met een
mengverhouding van 50 tot 1 te gebruiken. Neem
geen 2-takt-olieproduct met een mengverhouding van
100 tot 1. Door onvoldoend oliën wordt de motor
beschadigd en u verliest in dit geval het recht op
garantie voor de motor.
44
NL
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 44
45
NL
Aanbevolen brandstoffen
Sommige gebruikelijke soorten benzine zijn
vermengd met additieven zoals alcohol- of
etherverbindingen om aan normen voor zuivere
uitlaatgassen te beantwoorden. De motor draait
tevredenstellend op alle soorten benzine die als
aandrijfmiddel bedoeld zijn, ook op met zuurstof
verrijkte soorten benzine.Gebruik liefst loodvrije
normale benzine.
Oliën van ketting en geleiderail
Telkens als u de brandstoftank met benzine vult dient
ook de kettingolietank te worden bijgevuld. Het is aan
te bevelen daarvoor in de handel verkrijgbare
kettingolie te gebruiken.
Controles voor het starten van de motor
Let op! Start of bedien de zaag nooit als de
geleiderail en de ketting niet naar behoren erop
geplaatst zijn.
1. Vul de brandstoftank met de correcte
brandstofmengeling (A) (fig. 8).
2. Vul de olietank (B) met kettingolie (fig. 8).
3. Vergewis u er zich van dat de kettingrem (C)
ontkoppeld is voordat u de motor start (fig. 8).
Na het vullen van de ketting- en olietank de
tankdop met de hand aanhalen. Gebruik
daarvoor geen gereedschap.
6. Bediening
6.1 Starten van de motor
1. Breng de AAN/UIT-schakelaar (A) naar de stand
“Ein (I)” om te starten (fig. 9A).
2. Trek de smoorhendel (B) uit (fig. 9B) tot hij
vastklikt.
3. Druk tien keer op de knop (C) van de
benzinepomp (fig. 9C).
4. Leg de zaag op een vaste effen onderlaag. Pak
de zaag vast zoals in de illustratie getoond. Trek
snel de starter vier keer. Let op de roterende
ketting! (Fig. 9D)
5. Schuif de smoorhendel (B) erin tot tegen de
aanslag (fig. 9B).
6. Hou de zaag vast en trek de starter snel vier keer.
De motor zou nu moeten starten (fig. 9D).
7. Laat de motor 10 seconden warmdraaien. Druk
kort op de gashendel (D), de motor gaat over tot
“stationair toerental” (fig. 9E).
Indien de motor niet start, herhaalt u de boven
beschreven stappen.
Let op! De starttrekkabel altijd langzaam
uittrekken tot de eerste weerstand voordat u hem flink
doorhaalt om te starten. Laat de starttrekkabel na het
starten niet terugschieten.
6.2 Herstarten van de warme motor
1. Vergewis u er zich van dat de schakelaar naar de
stand EIN (AAN) is gebracht.
2. Trek tien keer de starterkoord. De motor moet
aanslaan.
6.3 Stoppen van de motor
1. Laat de gashendel los en wacht tot de motor
stopt.
2. Schuif de STOP-schakelaar omlaag om de motor
te stoppen.
Aanwijzing: Om de motor in geval van nood te
stoppen, activeert u de kettingrem en brengt u de
AAN/UIT-schakelaar naar de stand “Stop (0)”.
6.4 Algemene instructies voor het snijden
Let op! Het vellen van een boom zonder
opleiding is niet toegestaan!
Vellen
Vellen betekent het afzagen van een boom. Kleine
bomen met een diameter van 15 tot 18 cm zaagt men
normaal met één snede af. Bij grotere bomen moeten
kerfsneden worden aangezet.
Kerfsneden bepalen de richting waarin de boom gaat
vallen.
Let op! Voordat u begint te snijden dient u een
pad (A) te plannen en vrij te legen om zich terug te
kunnen trekken. De terugtrekpad moet naar achteren
en diagonaal t.o.v. de achterzijde van de te
verwachten valrichting verlopen, zoals voorgesteld in
fig. 11.
Let op! Bij het vellen van een boom op een
helling moet de bedieningspersoon van de
kettingzaag op de opstijgende kant van de helling
gaan staan omdat de boom na het vellen
hoogstwaarschijnlijk de helling eraf gaat rollen of
glijden.
Benzine- en oliemengeling 50 tot 1 Alleen olie
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 45
Aanwijzing: De valrichting (B) wordt door de
kerfsnede bepaald. Voordat u begint te snijden dient
u rekening te houden met de plaats van grotere
takken en met de natuurlijke schuinte van de boom
om het neerkomen van de boom te schatten (fig. 11).
Let op! Vel geen boom als er een harde wind of
wind uit wisselende richtingen waait of als het gevaar
voor schade aan eigendom bestaat. Raadpleeg een
specialist voor het vellen van bomen. Vel geen boom
als die op leidingen terecht zou kunnen komen en
verwittig de overheid die voor deze leiding bevoegd is
voordat u de boom velt.
Algemene richtlijnen voor het vellen van bomen
(fig. 12)
Normaal worden bij het vellen 2 hoofdsneden
toegepast: inkepen (C) en velsnede (D).
Begin met de bovenste kerfsnede (C) aan de
overkant van de valzijde van de boom (E). Let er op
bij de onderste snede niet de diep de boomstam in te
snijden.
De inkeping (C) mag niet te diep zijn zodat een
verankeringspunt (F) van voldoende breedte en dikte
gewaarborgd is. De inkeping moet breed genoeg zijn
om het neerkomen van de boom zo lang mogelijk te
controleren.
Let op! Ga nooit voor een boom gaan staan die
ingekeept is. Breng de velsnede (D) aan de andere
kant van de boom aan, ca. 3-5 cm boven de
onderkant van de inkeping (C).
Zaag de boomstam nooit helemaal door. Er moet
altijd een verankeringspunt blijven staan. Het
verankeringspunt houdt de boom op zijn plaats. Als
de boom helemaal wordt doorgezaagd kunt u de
valrichting niet meer controleren.
Steek een wig of een velhefboom de snede in nog
voordat de boom onstabiel wordt en begint te
bewegen. Op die manier kan de geleiderail niet in de
velsnede worden vastgeklemd als u de valrichting
verkeerd heeft geschat. Verbiedt toeschouwers de
toegang tot het gebied waar de boom gaat
neerkomen voordat u hem omverduwt.
Let op! Voordat u de definitieve snede uitvoert,
dient u er zich van te vergewissen dat geen
toeschouwers, dieren of hindernissen op de plaats
aanwezig zijn waar de boom neerkomt.
Velsnede
1. Voorkom het vastklemmen van de geleiderail of
de ketting (B) in de snede d.m.v. houten of
plastiek wiggen (A). Wiggen controleren
eveneens het vellen (fig. 13).
2. Is de diameter van het te snijden hout groter dan
de lengte van de geleiderail, maakt u twee
sneden zoals getoond in de figuur (fig. 14).
Let op! Als de velsnede het verankeringspunt
nadert, begint de boom te vallen. Zodra de boom
begint neer te komen trekt u de zaag de snede uit,
stopt u de motor, legt u de kettingzaag neer en verlaat
u de plaats via het terugtrekpad (fig. 11).
Verwijderen van takken
Takken worden van de gevelde boom verwijderd.
Verwijder de steuntakken (A) pas als de stam op
lengte is gesneden (fig. 15). Takken waarop spanning
staat dienen van beneden naar boven te worden
gesneden zodat de kettingzaag niet kan worden
vastgeklemd.
Let op! Snij nooit takken van de boom terwijl u
op de boomstam staat.
Op lengte snijden
Snij een gevelde boomstam op de juiste lengte. Let
erop dat u veilig staat en ga aan de bovenkant van de
stam gaan staan als u op een helling zaagt. De stam
moet indien mogelijk ondersteund zijn zodat het af te
snijden einde niet op de grond ligt. Als de beide
einden van de stam ondersteund zijn en u in het
midden moet snijden, maak dan een halve snede van
boven door de stam en vervolgens de snede van
beneden naar boven. Daardoor voorkomt u het
vastklemmen van de geleiderail en de ketting in de
stam. Let er goed op dat de ketting bij het op maat
snijden niet de grond in snijdt want daardoor wordt de
ketting snel bot. Ga bij het op maat snijden altijd aan
de bovenkant van de helling gaan staan.
1. Stam over de totale lengte ondersteund: snij
van boven en let er goed op niet de grond in te
snijden (fig. 16A).
2. Stam aan slechts één uiteinde ondersteund:
snij eerst 1/3 van de stamdiameter van beneden
naar boven om het afbreken te voorkomen. Snij
dan van boven naar de eerste snede toe om het
vastklemmen te vermijden (fig. 16B).
3. Stam aan de beide uiteinden ondersteund:
snij eerst 1/3 van de stamdiameter van boven
naar beneden om het afbreken te voorkomen.
Snij dan van beneden naar de eerste snede toe
om het vastklemmen te vermijden (fig. 16C).
46
NL
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 46
47
NL
Aanwijzing: Om een boomstam op lengte te snijden
gebruikt u best een zaagbok. Is dit niet mogelijk is het
aan te raden de stam op te tillen of te ondersteunen
m.b.v. stronken van takken of via steunblokken. Zorg
ervoor dat de te snijden stam veilig is ondersteund.
Op lengte snijden op een zaagbok (fig. 17)
Voor uw veiligheid en om het zaagwerk te
vergemakkelijken is de juiste positie vereist om de
stam recht naar beneden op lengte te snijden.
A. Hou de zaag met de beide handen vast en leidt
ze tijdens het snijden rechts aan uw lichaam
voorbij.
B. Hou de linkerarm zo recht mogelijk.
C. Verdeel uw gewicht op beide voeten.
Voorzichtig: Tijdens het zagen dient u er steeds
op te letten dat de zaagketting en de geleiderail
voldoende geolied zijn.
7. Reiniging, onderhoud, opbergen en
bestellen van wisselstukken
Trek vóór alle schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheid de bougiestekker uit het
stopcontact.
7.1 Reiniging
Hou de veiligheidsinrichtingen, de
ventilatiespleten en het motorhuis zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met
een schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
Reinig het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kunnen
aantasten. Let er goed op dat geen water in het
toestel terechtkomt.
7.2 Onderhoud
Let op! Alle onderhoudswerkzaamheden op de
kettingzaag buiten de punten vermeld in deze
handleiding mogen slechts door de geautoriseerde
klantenservice worden uitgevoerd.
7.2.1 Bedrijfstest van de kettingrem
Controleer regelmatig of de kettingrem naar behoren
werkt. Test de kettingrem voor elke snede, na
herhaaldelijk snijden en in elk geval aan het einde
van onderhoudswerkzaamheden die aan de
kettingrem worden verricht.
Test de kettingrem als volgt (Fig. 10):
1. Leg de zaag op een schone, vaste en effen
onderlaag.
2. Start de motor.
3. Grijp de achterste greep (A) met de rechterhand
vast.
4. Met de linkerhand pakt u de voorste greep (B)
[niet de kettingremhendel (C)] vast.
5. Breng de gashendel naar de stand 1/3 toerental
en activeer dan meteen de kettingremhendel (C).
Let op! Activeer de kettingrem langzaam en met
overleg. De zaag mag niets aanraken en mag
evenmin vooraan omlaag hangen.
6. De ketting moet abrupt stoppen. Laat vervolgens
de veiligheidslosser meteen los.
Let op! Als de ketting niet stopt, zet u de motor
af en brengt u de zaag naar de geautoriseerde
plaatselijke dienst na verkoop van Einhell om ze te
laten herstellen.
7. Als de kettingrem naar behoren werkt, stopt u de
motor en brengt u de kettingrem opnieuw naar de
stand “ONTKOPPELD”.
7.2.2 Luchtfilter
Let op! Gebruik de zaag nooit zonder luchtfilter.
Anders worden stof en vuil de motor in gezogen die
daardoor schade oploopt. Hou de luchtfilter schoon!
De luchtfilter moet om de 20 bedrijfsuren worden
gereinigd of vervangen.
Schoonmaken van de luchtfilter (fig. 18A/18B)
1. Verwijder de bovenste afdekking (A) door de
bevestigingsschroef (B) van de afdekking te
verwijderen. De afdekking kan dan worden
weggenomen (fig. 18A).
2. Til er de luchtfilter (C) uit (fig. 18B).
3. Maak de luchtfilter schoon. Was de filter in
schoon warm zeepsop. Laat hem dan aan de
lucht helemaal drogen.
Aanwijzing: Het is aan te raden een filter altijd in
reserve te houden.
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 47
4. Zet de luchtfilter terug in. Breng de afdekking van
de motor/luchtfilter weer aan. Let erop dat de
afdekking exact terug op zijn plaats komt. Haal
de bevestigingsschroef van de afdekking aan.
7.2.3 Brandstoffilter
Let op! Gebruik de zaag nooit zonder de
brandstoffilter. Telkens na 100 bedrijfsuren moet de
brandstoffilter worden schoongemaakt of bij
beschadiging vervangen. Maak de brandstoftank
helemaal leeg voordat u de filter verwisselt.
1. Neem de dop van de brandstoftank af.
2. Buig een zachte metalen draad passend.
3. Steek de draad de opening van de brandstoftank
in en haak de brandstofslang eraan vast. Trek de
brandstofslang behoedzaam de opening uit tot u
hem met de vingers kan vastgrijpen.
Aanwijzing: Trek de slang niet helemaal de tank uit.
4. Til de filter (A) de tank uit (fig. 19).
5. Trek de filter met een draaibeweging af en maak
hem schoon; indien hij beschadigt is, verwijdert u
de filter naar behoren.
6. Zet er een nieuwe filter in. Steek een einde van
de filter de tankopening in. Vergewis u er zich van
dat de filter in de onderste hoek van de tank zit.
Zet de filter, indien nodig mits gebruikmaking van
een lange schroevendraaier, op zijn juiste plaats
zonder hem echter te beschadigen.
7. Vul de tank met verse brandstof/olie. Zie
hoofdstuk MOTORBRANDSTOF EN OLIE. Breng
de dop op de tank terug aan.
7.2.4 Bougie (fig. 18B)
Let op! Om het volle vermogen van de
zaagmotor te verzekeren, dient de bougie schoon te
zijn en de correcte elektrodenafstand (0,6 mm) te
hebben. De bougie moet om de 20 bedrijfsuren
worden gereinigd of vervangen.
1. Breng de AAN/UIT-schakelaar naar de stand
“stop (0)“.
2. Verwijder de bovenste afdekking (A) door de
bevestigingsschroef (B) van de afdekking te
verwijderen. De afdekking kan dan worden
weggenomen (fig. 18A).
3. Trek de ontstekingskabel (D) al draaiend af van
de bougie (fig. 18B).
4. Verwijder de bougie met behulp van een
bougiesleutel. GEBRUIK GEEN ANDER
GEREEDSCHAP.
5. Maak de bougie schoon m.b.v. een
koperdraadborstel of draai er een nieuwe in.
7.2.5 Carburatorafstelling
De carburator is reeds in de fabriek afgesteld op een
optimaal vermogen. Mochten bijregelingen
noodzakelijk zijn, breng dan de zaag naar de
geautoriseerde klantenservice.
7.2.6 Onderhoud van de geleiderail
Regelmatig oliën van de geleiderail van de ketting en
van de tandketting is noodzakelijk. Het is belangrijk
de geleiderail voldoende te onderhouden, zoals
uitgelegd in het volgende hoofdstuk zodat uw zaag
met optimaal vermogen kan werken.
Voorzichtig: De vertanding van de nieuwe
ketting is in de fabriek reeds vooraf met olie
gesmeerd. Als u de vertanding niet als volgt met olie
smeert, zal de scherpte van de tanden en bijgevolg
het zaagvermogen achteruitgaan waardoor u het
recht op garantie verliest.
Gereedschap voor het oliën
De oliespuit (optie) is aan te bevelen om olie op de
vertanding van de geleiderail aan te brengen. De
oliespuit heeft een naaldpunt dat noodzakelijk is om
olie op de getande punten aan te brengen.
Ga als volgt te werk om de vertanding te oliën
De vertanding dient na 10 bedrijfsuren of eenmaal
per week, naarmate welk geval er zich eerst
voordoet, met olie te worden gesmeerd. Vóór het
oliën dient u de vertanding van de geleiderail grondig
schoon te maken.
Aanwijzing: Om de vertanding van de geleiderail te
oliën hoeft de zaagketting niet te worden verwijderd.
Het oliën kan tijdens het werk bij afgezette motor
gebeuren.
Let op! Draag hoogvaste werkhandschoenen als
u de geleiderail en de ketting hanteert.
1. Breng de AAN/UIT-schakelaar naar de stand
“stop (0)“.
2. Maak de vertanding van de geleiderail schoon.
3. Steek het naaldpunt van de oliespuit (optie) het
olie vulgat in en spuit er olie in tot die aan de
buitenkant van de vertanding te voorschijn komt
(fig. 20).
4. Draai de zaagketting met de hand. Herhaal het
oliën tot de gehele vertanding met olie is
gesmeerd.
De meeste problemen met de geleiderail kunt u
voorkomen door de kettingzaag goed te
onderhouden.
48
NL
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 48
49
NL
Een onvoldoend geoliede geleiderail en het gebruik
van de zaag met een te HARD GESPANNEN ketting
dragen aan een snelle slijtage van de geleiderail bij.
Om de slijtage van de rail te verminderen bevelen wij
de volgende stappen voor het onderhoud van de
geleiderail aan.
Let op! Draag bij onderhoudswerkzaamheden
altijd veiligheidshandschoenen. Onderhoud de zaag
niet als de motor nog warm is.
Omdraaien van de geleiderail
De geleiderail dient om de 8 werkuren te worden
omgedraaid om een gelijkmatige slijtage te
verzekeren.
Maak de gleuf van de geleiderail en het olievulgat
altijd schoon m.b.v. het optioneel bijgeleverde
reinigingsgereedschap voor railgleuven (fig. 21A).
Controleer de randen van de railgleuf regelmatig op
slijtage, verwijder baarden en, indien nodig, vijl de
randen van de railgleuf recht m.b.v. een vlakvijl (fig.
21B).
Let op! Maak een nieuwe ketting nooit op een
afgesleten geleiderail vast.
Oleidoorlaatopeningen
Oliedoorlaatopeningen op de geleiderail moeten
worden schoongemaakt teneinde het behoorlijk oliën
van de rail en de ketting tijdens het bedrijf te
verzekeren.
Aanwijzing: De toestand van de
oliedoorlaatopeningen kan gemakkelijk worden
gecontroleerd. Als de doorlaatopeningen schoon zijn,
gaat er enkele seconden naar het starten van de
zaag automatisch olie wegspatten van de ketting. De
zaag heeft een automatische smeerinrichting.
Automatische kettingsmering
De kettingzaag is uitgerust met een automatische
smeerinrichting met tandwielaandrijving. Deze
inrichting voorziet de geleiderail en de ketting
automatisch van de juiste hoeveelheid olie.
Naarmate het motortoerental wordt verhoogd, gaat
ook de olie sneller naar de plaat van de geleiderail
stromen.
De kettingsmering is in de fabriek optimaal afgesteld.
Mochten bijregelingen noodzakelijk zijn, breng dan
de zaag naar de geautoriseerde klantenservice.
Aan de onderkant van de kettingzaag bevindt zich de
afstelschroef voor de kettingsmering (fig. 26, pos. A).
Door de schroef naar links te draaien verhoogt u de
kettingsmering, door ze naar rechts te draaien
vermindert u de kettingsmering.
Om de kettingsmering te controleren houdt u de
kettingzaag met de ketting over een blad papier en
geeft u enkele seconden vol gas. Op het papier kan
dan telkens de afgestelde hoeveelheid olie worden
gecontroleerd.
7.2.7 Onderhoud van de ketting
Scherpen van de ketting
Voor het scherpen van de ketting is speciaal
gereedschap vereist waarmee gewaarborgd is dat de
messen met de juiste hoek en de juiste diepte worden
gescherpt. Aan de onervaren gebruiken van
kettingzagen is aan te bevelen de zaagketting door
een deskundige van de lokale dienst na verkoop te
laten scherpen. Als u het scherpen van uw eigen
zaagketting aandurft, koop dan het speciale
gereedschap aan bij de professionele dienst na
verkoop.
Ketting scherpen (fig. 22)
Scherp de ketting met veiligheidshandschoenen en
een ronde vijl, ø4,8 mm.
Scherp de punten alleen met naar buiten gerichte
bewegingen (fig. 23) en neem de waarden volgens
fig. 22 in acht.
Na het scherpen moeten alle snijschakels even breed
en lang zijn.
Let op! Een scherpe ketting produceert
welgevormde spanen. Als de ketting zaagmeel
produceert, is ze aan een scherpbeurt toe.
Nadat de snijvlakken 3 tot 4 keer zijn gescherpt dient
u telkens de hoogte van de dieptebegrenzers te
controleren en die, indien nodig, met een vlakvijl
dieper te leggen en dan de voorste hoek af te ronden
(fig. 24).
Kettingspanning
Controleer dikwijls de spanning van de ketting en
regel die zo vaak mogelijk bij zodat de ketting nauw
bij de geleiderail aansluit, maar nog los genoeg is om
met de hand te kunnen worden getrokken. (zie
hieromtrent ook punt 5.3)
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 49
Inlopen van een nieuwe zaagketting
Een nieuwe ketting en geleiderail dienen na minder
dan 5 sneden te worden bijgeregeld. Dit is normaal
tijdens de inloopperiode en de afstanden tussen
verdere bijregelingen zullen alsmaar groter worden.
Let op! Verwijder nooit meer dan 3 schakels uit
een kettinglus. Anders zou de vertanding schade
kunnen oplopen.
Oliën van de ketting
Vergewis u er zich van dat de automatische
smeerinrichting naar behoren werkt. Zorg voor een
steeds gevulde olietank met olie voor ketting,
geleiderail en vertanding. Terwijl u met de zaag werkt,
dienen de geleiderail en de ketting altijd voldoende te
worden geolied om wrijving met de geleiderail te
verminderen.
De geleiderail en de ketting mogen nooit zonder olie
zijn. Als u de zaag droog of met te weinig olie
gebruikt, gaat het snijvermogen achteruit, wordt de
levensduur van de zaagketting korter, wordt de
ketting snel bot en slijt de geleiderail flink af als
gevolg van oververhitting. Te weinig olie ziet u aan de
ontwikkeling van rook of aan het verkleuren van de
geleiderail.
7.3 Opbergen
Voorzichtig: Berg de kettingzaag nooit langer
dan 30 dagen weg zonder de volgende stappen te
doorlopen.
Opbergen van de kettingzaag
Als u een kettingzaag langer dan 30 dagen opbergt,
dient de zaag hiervoor klaargemaakt te worden.
Anders zou de rest van de brandstof die zich in de
carburator bevindt verdampen en een rubberachtig
bezinksel achterlaten. Dit zou de start kunnen
bemoeilijken en dure herstelwerkzaamheden tot
gevolg hebben.
1. Neem de dop van de brandstoftank langzaam
eraf om eventuele druk in de tank af te laten.
Maak de tank voorzichtig leeg.
2. Start de motor en laat hem draaien tot de zaag
stopt teneinde de brandstof uit de carburator te
verwijderen.
3. Laat de motor afkoelen (ca. 5 minuten).
4. Verwijder de bougie (zie 7.2.4).
5. Giet een koffielepel schone tweetaktolie de
verbrandingskamer in. Trek meermaals langzaam
aan de starterkoord om de binnenste
componenten van een laag te voorzien. Zet de
bougie er weer in (fig. 25).
Aanwijzing: Berg de zaag op een droge plaats en zo
ver mogelijk van eventuele ontstekingsbronnen, b.v.
kachel, warmwaterboiler die op gas draait, gasdroger
etc. op.
Opnieuw in gebruik nemen van de zaag
1. Verwijder de bougie (zie 7.2.4).
2. Haal de starterkoord snel door om overtollige olie
uit de verbrandingskamer te verwijderen.
3. Maak de bougie schoon en let op de juiste elek
trodeafstand op de bougie of monteer een
nieuwe bougie met de juiste elektrodeafstand.
4. Maak de zaag klaar om ermee te werken.
5. Vul de tank met de juiste brandstofoliemengeling.
Zie hoofdstuk MOTORBRANDSTOF EN OLIE.
7.4 Bestellen van wisselstukken
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken volgende
gegevens te vermelden:
Type van het toestel
Artikelnummer van het toestel
Ident-nummer van het toestel
Wisselstuknummer van het benodigd stuk
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.isc-gmbh.info
8. Afvalbeheer en recyclage
Het toestel bevindt zich in een verpakking om
transportschade te voorkomen. Deze verpakking is
een grondstof en bijgevolg herbruikbaar of kan de
grondstofkringloop terug worden ingebracht.
Het toestel en zijn accessoires bestaan uit diverse
materialen, zoals b.v. metaal en kunststof. Ontdoet u
zich van defecte onderdelen op de inzamelplaats
waar u gevaarlijke afvalstoffen mag afgeven.
Informeer u in uw speciaalzaak of bij uw
gemeentebestuur!
50
NL
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 50
51
NL
9. Foutopsporing
Probleem Mogelijke oorzaak Verhelpen
De motor start niet of hij start maar
blijft niet draaien.
Foutief verloop van de start. Volg de instructies in deze
handleiding op.
Fout ingestelde
carburatormengeling.
Laat de carburator instellen door
de geautoriseerde dienst na
verkoop.
Bougie vol roet. Bougie schoonmaken / afstellen of
vervangen.
Brandstoffilter verstopt geraakt. Vervang de brandstoffilter.
De motor start maar draait niet met
vol vermogen.
Verkeerde stand van de hendel
aan de choke.
Breng de hendel naar de stand
(BETRIEB (bedrijf)).
Vervuilde luchtfilter Filter verwijderen, schoonmaken
en terug op zijn plaats zetten.
Fout ingestelde
carburatormengeling.
Laat de carburator instellen door
de geautoriseerde dienst na
verkoop.
Motor draait onregelmatig Fout ingestelde
carburatormengeling.
Laat de carburator instellen door
de geautoriseerde dienst na
verkoop.
Geen vermogen bij belastimg Fout ingestelde bougie. Bougie schoonmaken / afstellen of
vervangen. Bovenmatig veel rook.
Motor draait onrustiger. Fout ingestelde
carburatormengeling.
Laat de carburator instellen door
de geautoriseerde dienst na
verkoop.
Bovenmatig veel rook. Verkeerde brandstofmengeling. Gebruik de juiste
brandstofmengeling (verhouding
50 tot 1)
Geen vermogen bij belasting Ketting bot
Ketting zit los
Ketting scherpen of nieuwe ketting
monteren
Ketting spannen
Motor slaat af Benzine tank leeg.
Brandstoffilter in de tank fout
gepositioneerd
Benzinetank vullen.
Benzinetank helemaal vullen of
brandstoffilter in de benzinetank
anders positioneren
Onvoldoende kettingsmering
(zwaard en ketting worden warm)
Kettingolietank leeg.
Oliedoorlaatopeningen verstopt
geraakt
Kettingolietank vullen.
Olieuitlaatopening in het zwaard
schoonmaken (fig. 2, pos. A).
Gleuf van het zwaard
schoonmaken.
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 51
52
E
Índice de contenidos:
1. Instrucciones de seguridad
2. Descripción del aparato
3. Uso adecuado
4. Características técnicas
5. Antes de la puesta en marcha
6. Manejo
7. Limpieza, mantenimiento, almacenamiento y pedido de piezas de repuesto
8. Eliminación y reciclaje
9. Plan para localización de averías
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 52
7.2.2 Filtro de ar
Atenção: Nunca utilize a serra sem o filtro de ar.
Caso contrário, o pó e a sujidade são aspirados pelo
motor, danificando-o em seguida. Mantenha o filtro
de ar limpo! O filtro de ar tem de ser limpo ou
substituído a cada 20 horas de serviço.
Limpeza do filtro de ar (fig. 18A/18B)
1. Para remover a cobertura superior (A), retire o
parafuso de fixação (B). A cobertura pode ser
facilmente retirada (fig. 18A).
2. Retire o filtro de ar (C) (fig. 18B).
3. Limpe o filtro de ar. Lave o filtro em água de
sabão limpa e quente. Deixe-o secar
completamente ao ar.
Nota: É aconselhável ter alguns filtros de reserva
para substituição.
4. Coloque o filtro de ar. Coloque a cobertura do
motor/filtro de ar. Certifique-se de que a
cobertura encaixa correctamente. Aperte o
parafuso de fixação da cobertura.
7.2.3 Filtro do combustível
Atenção: poner la sierra en funcionamiento sin el
filtro de combustible. Tras cada 100 horas de servicio
es preciso limpiar el filtro de combustible o sustituirlo
en caso de estar dañado. Vaciar completamente el
depósito de combustible antes de cambiar el filtro.
1. Retire a tampa do reservatório do combustível.
2. Dobre um arame maleável.
3. Introduza-o na abertura do reservatório do
combustível e enganche-o ao tubo do
combustível. Puxe cuida dosamente o tubo do
combustível em direcção à abertura, até
conseguir pegar nele com os dedos.
Nota: Não puxe o tubo completamente para fora do
reservatório.
4. Retire o filtro (A) do reservatório (fig. 19).
5. Extraer el filtro dándole un giro y limpiarlo;
cuando esté dañado, eliminarlo de forma
adecuada.
6. Colocar un filtro nuevo. Introducir un extremo del
filtro en el orificio del depósito. Asegurarse de
que el filtro se aloje en la esquina inferior del
depósito. Empujar lo más posible el filtro con un
destornillador largo a su lugar adecuado,
procurando no dañarlo.
7. Encha o reservatório com combustível/óleo novo.
Ver secção COMBUSTÍVEL E ÓLEO. Coloque a
tampa do reservatório.
7.2.4 Vela de ignição (fig. 18B)
Atenção: Para que o motor da serra mantenha a
eficácia, é necessário que a vela de ignição esteja
limpa e que possua a distância correcta entre os
eléctrodos (0,6 mm). A vela de ignição tem de ser
limpa ou substituída a cada 20 horas de serviço.
1. Coloque o interruptor para ligar/desligar na
posição “Stop (0)“.
2. Para remover a cobertura superior (A), retire o
parafuso de fixação (B). A cobertura pode ser
facilmente retirada (fig. 18A)
3. Retire o cabo de ignição (D), puxando-o e
rodando-o, ao mesmo tempo, para fora da vela
de ignição (fig. 18B).
4. Remova a vela de ignição com uma chave de
cachimbo. NÃO UTILIZE QUALQUER OUTRA
FERRAMENTA.
5. Limpe a vela de ignição com uma escova de
arame de cobre ou insira uma nova.
7.2.5 Ajuste do carburador
O carburador foi ajustado de fábrica para a potência
ideal. Se posteriormente for necessário efectuar
ajustes, leve a serra ao serviço de assistência técnica
autorizado.
7.2.6 Manutenção da guida da corte
A guia de corte (barra-guia da corrente e da corrente
dentada) tem que ser lubrificada regularmente. A
manutenção adequada da guia de corte, tal como
descrita na secção seguinte, é imprescindível para
obter o melhor rendimento possível da serra.
Cuidado: O denteado de uma serra nova já vem
lubrificado de fábrica. Se não lubrificar o denteado tal
como descrito, a capacidade de corte diminui,
levando à anulação da garantia.
Ferrnmentas para usar na lubrificação
Aconselha-se a utilização de uma seringa de
lubrificação (opção) para a colocação do óleo sobre
o denteado da folha da serra. A seringa de
lubrificação possui uma ponta em agulha que é
necessária para a colocação de óleo sobre a
extremidade denteada.
Como lubrificar o denteado
O denteado deve ser lubrificado após 10 horas de
serviço ou uma vez por semana, conforme o que
ocorrer primeiro. Antes de lubrificar é necessário
limpar bem o denteado da folha da serra.
70
P
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 70
74
k
erklärt folgende Konformität gemäß EU-Richtlinie
und Normen für Artikel
t
declares conformity with the EU Directive
and standards marked below for the article
p
déclare la conformité suivante selon la
directive CE et les normes concernant lʼarticle
verklaart de volgende conformiteit in overeen-
stemming met de EU-richtlijn en normen voor
het artikel
m
declara la siguiente conformidad a tenor de la
directiva y normas de la UE para el artículo
O
declara a seguinte conformidade de acordo
com a directiva CE e normas para o artigo
U
förklarar följande överensstämmelse enl. EU-
direktiv och standarder för artikeln
q
ilmoittaa seuraavaa Euroopan unionin direkti-
ivien ja normien mukaista yhdenmukaisuutta
tuotteelle
erklærer herved følgende samsvar med EU-
direktiv og standarder for artikkel
T
заявляет о соответствии товара
следующим директивам и нормам EC
B
izjavljuje sljedeću uskladjenost s odredbama i
normama EU za artikl.
Q
declarå urmåtoarea conformitate cu linia direc-
toare CE μi normele valabile pentru articolul.
Z
ürün ile ilgili olarak AB Yönetmelikleri ve
Normlar∂ gere©ince aμa©∂daki uygunluk aç∂kla
mas∂n∂ sunar.
z
‰ËÏÒÓÂÈ ÙËÓ ·ÎfiÏÔ˘ıË Û˘Ìʈӛ· Û‡Ìʈӷ ÌÂ
ÙËÓ √‰ËÁ›· ∂∂ Î·È Ù· ÚfiÙ˘Ô ÁÈ· ÙÔ ÚÔ˚fiÓ
C dichiara la seguente conformità secondo la
direttiva UE e le norme per lʼarticolo
l
attesterer følgende overensstemmelse i
henhold til EU-direktiv og standarder for produkt
j
prohlašuje následující shodu podle směrnice
EU a norem pro výrobek.
A
a következő konformitást jelenti ki a termékek-
re vonatkozó EU-irányvonalak és normák szerint
X
pojasnjuje sledečo skladnost po smernici EU
in normah za artikel.
deklaruje zgodność wymienionego poniżej
artykułu z następującymi normami na
podstawie dyrektywy WE.
W
vydáva nasledujúce prehlásenie o zhode podľa
smernice EÚ a noriem pre výrobok.
e
деклаpиpа следното съответствие съгласно
диpективите и ноpмите на ЕС за пpодукта.
1
заявляє про відповідність згідно з Директивою
ЄС та стандартами, чинними для даного товару
.
deklareerib vastavuse järgnevatele EL direktiivi
dele ja normidele
G
deklaruoja atitikti pagal ES direktyvas ir normas
straipsniui
4
izjavljuje sledeçi konformitet u skladu s odred
bom EZ i normama za artikl
H
Atbilstības sertifikāts apliecina zemāk minēto preču
atbilstību ES direktīvām un standartiem
E
Samræmisyfirl‡sing sta›festir eftirfarandi samræmi
samkvæmt reglum Evfrópubandalagsins og stö›lum
fyrir vörur
Konformitätserklärung
ISC-GmbH · Eschenstraße 6 · D-94405 Landau/Isar
Benzinmotor Kettensäge BG-PC 3735
Art.-Nr.: 45.013.65 I.-Nr.: 01018 Archivierung: 4501360-28-4155050-07
Subject to change without notice
EN ISO 11681-1; EN 55012; KBV V;
TÜV Rheinland (Shanghai) Co., Ltd.; BM 50135768 0001
Landau/Isar, den 18.07.2008
Frank
Product-Management
Weichselgartner
General-Manager
98/37/EC
2006/95/EC
97/23/EC
2004/108/EC
90/396/EEC
89/686/EEC
87/404/EEC
R&TTED 1999/5/EC
2000/14/EC_2005/88/EC:
95/54/EC:
97/68/EC:
X
X
X
X
L
WA
, ISO 22868 = 109 dB; L
WA
= 112 dB
P = 1,2 kW
e11*97/68SA*2004/26*0747*01
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 74
75
Der Nachdruck oder sonstige Vervielfältigung von Dokumentation und
Begleitpapieren der Produkte, auch auszugsweise ist nur mit aus-
drücklicher Zustimmung der ISC GmbH zulässig.
La réimpression ou une autre reproduction de la documentation et des
documents dʼaccompagnement des produits, même incomplète, nʼest
autorisée quʼavec lʼagrément exprès de lʼentreprise ISC GmbH.
La ristampa o lʼulteriore riproduzione, anche parziale, della
documentazione o dei documenti dʼaccompagnamento dei prodotti è
consentita solo con lʼesplicita autorizzazione da parte della ISC GmbH.
Nadruk of andere reproductie van documentatie en geleidepapieren
van de producten, geheel of gedeeltelijk, enkel toegestaan mits
uitdrukkelijke toestemming van ISC GmbH.
La reimpresión o cualquier otra reproducción de documentos e
información adjunta a productos, incluida cualquier copia, sólo se
permite con la autorización expresa de ISC GmbH.
A reprodução ou duplicação, mesmo que parcial, da documentação e
dos anexos dos produtos, carece da autorização expressa da ISC
GmbH.
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 75
76
Technische Änderungen vorbehalten
Sous réserve de modifications
Con riserva di apportare modifiche tecniche
Technische wijzigingen voorbehouden
Salvo modificaciones técnicas
Salvaguardem-se alterações técnicas
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 76
77
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 77
80
N
GARANTIEBEWIJS
Geachte klant,
onze producten zijn aan een strenge kwaliteitscontrole onderhevig. Mocht dit apparaat echter ooit niet naar
behoren functioneren, spijt het ons ten zeerste en vragen u zich tot onze servicedienst onder het adres vermeld
op dit garantiebewijs te wenden. Wij staan ook graag telefonisch tot uw dienst via het hieronder vermelde
servicetelefoonnummer. Voor vorderingen in verband met garantie geldt het volgende:
1. Deze garantievoorwaarden regelen bijkomende garantieprestaties. Uw wettelijke garantieclaims blijven
onaangetast door deze garantie. Onze garantieprestatie is voor uw gratis.
2. De garantieprestatie heeft uitsluitend betrekking op gebreken die te wijten zijn aan materiaal- of
fabricagefouten en is beperkt tot het verhelpen van deze gebreken of het vervangen van het apparaat. Wij
wijzen erop dat onze apparaten overeenkomstig hun bestemming niet geconstrueerd zijn voor
commercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik. Een garantieovereenkomst komt daarom niet tot stand als
het apparaat in ambachtelijke of industriële bedrijven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt gebruikt.
Uitgesloten van onze garantie zijn verder schadeloosstellingen voor transportschade, schade door niet-
naleving van de montage-instructies of op grond van ondeskundige installatie, niet-naleving van de
handleiding (zoals door b.v. aansluiting op een verkeerde netspanning of stroomsoort), oneigenlijke of
onoordeelkundige toepassingen (zoals b.v. overbelasting van het apparaat of gebruik van niet toegestane
inzetgereedschappen of toebehoren), niet-naleving van de onderhouds- en veiligheidsbepalingen,
binnendringen van vreemde voorwerpen in het apparaat (zoals b.v. zand, stenen of stof), gebruikmaking
van geweld of invloeden van buitenaf (zoals b.v. schade door neervallen) alsmede door normale slijtage die
zich bij het doelmatig gebruik van het apparaat voordoet.
Er kan geen aanspraak op garantie worden gemaakt als op het apparaat reeds ingrepen werden
uitgevoerd.
3. De garantieperiode bedraagt 2 jaar en gaat in op de datum van aankoop van het apparaat. Garantieclaims
dienen voor het verloop van de garantieperiode binnen de twee weken na het vaststellen van het defect
geldend te worden gemaakt. Het geldend maken van garantieclaims na verloop van de garantieperiode is
uitgesloten. De herstelling of vervanging van het apparaat leidt noch tot een verlenging van de
garantieperiode noch wordt door deze prestatie een nieuwe garantieperiode voor het apparaat of voor
eventueel ingebouwde wisselstukken op gang gebracht. Dit geldt ook bij het ter plaatse uitvoeren van een
serviceactiviteit.
4. Om een garantieclaim geldend te maken dient u het defecte apparaat franco op te sturen aan het hieronder
vermelde adres. Voeg het originele verkoopbewijs of een ander gedateerd bewijs van aankoop bij. Gelieve
daarom de kassabon als bewijs goed te bewaren! Wij verzoeken u de reden van de klacht zo nauwkeurig
mogelijk te beschrijven. Valt het defect van het apparaat binnen onze garantieprestatie bezorgen wij u per
omgaande een hersteld of nieuw apparaat terug.
Uiteraard staan wij ook tot u dienst om mits betaling van de kosten defecten van het apparaat te verhelpen die
buiten de garantieomvang vallen. Te dien einde stuurt u het apparaat aan ons serviceadres op.
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 80
Name:
Service Hotline: 01805 120 509 · www.isc-gmbh.info
(0,14 € / min. Festnetz T-Com) - Mo-Fr. 8:00-20:00 Uhr
Straße / Nr.:
PLZ Ort
Mobil:
Telefon:
Retouren-Nr. iSC:
Kaufbeleg-Nr. / Datum:
Garantie:
JA
NEIN
Welcher Fehler ist aufgetreten (genaue Angabe): Art.-Nr.: I.-Nr.:
Sehr geehrte Kundin, sehr geehrter Kunde,
bitte beschreiben Sie uns die von Ihnen festgestellte Fehlfunktion Ihres Gerätes als Grund Ihrer Beanstandung möglichst genau. Dadurch können wir
für Sie Ihre Reklamation schneller bearbeiten und Ihnen schneller helfen. Eine zu ungenaue Beschreibung mit Begriffen wie „Gerät funktioniert nicht“
oder „Gerät defekt“ verzögert hingegen die Bearbeitung erheblich.
Service Hotline kontaktieren oder bei iSC-Webadresse anmelden - es wird Ihnen eine Retourennummer zugeteilt l Ihre Anschrift eintragen l Fehlerbeschreibung
und Art.-Nr. und I.-Nr. angeben l Garantiefall JA/NEIN ankreuzen sowie Kaufbeleg-Nr. und Datum angeben und eine Kopie des Kaufbeleges beilegen
EH 08/2008 (01)
Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 84

Documenttranscriptie

Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 k Bedienungsanleitung Benzinmotor-Kettensäge p Mode d’emploi de la scie à chaîne à moteur essence C Istruzioni per l’uso Motosega a benzina N Handleiding kettingzaag met benzinemotor m Manual de instrucciones Motosierra a gasolina O Manual de instruções de motosserra a gasolina 9:24 Uhr Seite 1 � Art.-Nr.: 45.013.65 I.-Nr.: 01018 BG-PC 3735 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:24 Uhr Seite 3 6 1 8 7 10 11 1 2 9 5 17 4 14 12 13 15 19 3 2 20 18 16 3A 3B A D B 3C 3D F 24 E G 3 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 4A A 9:24 Uhr Seite 4 4B D B C 6 5 A C B D 7A 7B A 8 9A C I 0 A 4 B A Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 9B 25.08.2008 9:24 Uhr Seite 5 9C 9D B C 9E D 10 11 B B C A A 12 13 14 A B 5 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 15 25.08.2008 9:24 Uhr Seite 6 16A 16B 17 18A A 16C A A B B C 18B 20 19 D A C 21A 6 21B Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 7 22 23 24 25 26 A 7 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr D Inhaltsverzeichnis: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 8 Sicherheitshinweise Gerätebeschreibung Bestimmungsgemäße Verwendung Technische Daten Vor Inbetriebnahme Bedienung Reinigung, Wartung, Lagerung und Ersatzteilbestellung Entsorgung und Wiederverwertung Fehlersuchplan Seite 8 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 41 NL Inhoudsopgave: 1. Veiligheidsinstructies 2. Beschrijving van het gereedschap 3. Reglementair gebruik 4. Technische gegevens 5. Vóór ingebruikneming 6. Bediening 7. Reiniging, onderhoud, opbergen en bestellen van wisselstukken 8. Afvalbeheer en recyclage 9. Foutopsporing 41 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 42 NL  Let op! Bij het gebruik van materieel dienen enkele veiligheidsmaatregelen te worden nageleefd om lichamelijk gevaar en schade te voorkomen. Lees daarom deze handleiding zorgvuldig door. Bewaar deze goed zodat u de informatie op elk moment kunt terugvinden. Mocht u dit toestel aan andere personen doorgeven, gelieve dan deze handleiding mee te geven. Wij zijn niet aansprakelijk voor ongevallen of schade die te wijten zijn aan niet-naleving van deze handleiding en van de veiligheidsinstructies. 1. Veiligheidsinstructies De overeenkomstige veiligheidsinstructies vindt u in de bijgaande brochure.  WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen. Nalatigheden bij de inachtneming van de veiligheidsinstructies en aanwijzingen kunnen elektrische schok, brand en/of zware letsels tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen voor de toekomst. 2. Beschrijving van het gereedschap (fig. 1) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 42 Geleiderail Zaagketting Kettingspanschroef Aanslagklauw Kettingremhendel / voorste handbeschermer Voorste greep Starterhandgreep Bougie (onder de luchtfilterafdekking) Luchtfilterafdekking Stopschakelaar Grendelknop Olietankkap Ventilatorhuis Brandstoftankkap Achterste greep / laarzenlus Kettingbeschermer Smoorhendel / (afstelling van de carburator) Railbevestigingsmoer Gashendel Kettingvangelement Veiligheidsfuncties (fig. 1) 2 ZAAGKETTING MET GERINGE TERUGSTOOT helpt u terugstoten of hun kracht met speciaal ontwikkelde veiligheidsinrichtingen op te vangen. 5 KETTINGREMHENDEL / HANDBESCHERMER beschermt de linkerhand van de bedieningspersoon mocht die bij draaiende zaag wegglijden van de voorste greep. 5 KETTINGREM is een veiligheidsfunctie ter vermindering van letsel als gevolg van terugstoten; door deze rem wordt de roterende zaagketting binnen milliseconden stilgezet. Ze wordt geactiveerd door de KETTINGREMHENDEL. 10 STOPSCHAKELAAR stopt de motor onmiddellijk als hij uitgeschakeld wordt. De stopschakelar dient op EIN (AAN) te worden gezet om de motor (opnieuw) te starten. 11 VEILIGHEIDSLOSSER voorkomt een toevallige verhoging van de motortoeren. De gashendel (19) kan alleen worden ingedrukt als de veiligheidslosser ingedrukt is. 20 KETTINGVANGELEMENT reduceert het letselgevaar mocht de zaagketting bij draaiende motor scheuren of ontglijden. Het kettingvangelement dient om een om zich heen slagende ketting op te vangen. Aanwijzing: Maakt u zich vertrouwd met de zaag en haar onderdelen. 3. Reglementair gebruik De ketting is conform het reglementaire gebruik uitsluitend bedoeld om er hout mee te zagen. Het vellen van bomen mag enkel gebeuren mits overeenkomstige opleiding. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door niet reglementair gebruik of foutieve bediening. De machine mag slechts voor werkzaamheden worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk ander verder gaand gebruik is niet reglementair. Voor daaruit voortvloeiende schade of verwondingen van welke aard dan ook is de gebruiker/bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk. Wij wijzen erop dat onze gereedschappen overeenkomstig hun bestemming niet geconstrueerd zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik. Wij geven geen garantie indien het gereedschap in ambachtelijke of industriële bedrijven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt gebruikt. Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 43 NL 4. Technische gegevens Cilinderinhoud van de motor 37,2 cm3 Maximaal motorvermogen 1,2 kW Snijlengte 32 cm Lengte van het zwaard 14” (35 cm) Steek van de ketting (3/8”), 10 mm Dikte van de ketting (0,05”), 1,27 mm Stationair toerental 3200 t/min. Maximumtoerental met snijgereedschap 11000 t/min. Tankinhoud 310 ml Olietankinhoud 210 ml Antitrilfunctie ja Vertanding kettingwiel 6 tanden x 9,525 mm Kettingrem ja Koppeling ja Automatisch oliën van de ketting ja Ketting met geringe terugstoot ja Nettogewicht zonder ketting en geleiderail 4,55 kg Nettogewicht (droog) 5 kg Benzineverbruik (specifiek) 560 g/kWh Geluidsdrukniveau LpA 100 dB(A) Geluidsvermogen LWA 112 dB(A) Vibratie ahv (voorste handgreep) max. 5,46 m/s2 Vibratie ahv (achterste handgreep) max. 6,21 m/s2 Type ketting OREGON (91PO53X)/ CARLTON (N1C-BL-52E SK B) Type zwaard OREGON (140SDEA041)/QIRUI (PO14-50SR) Bougie L8RTF 5. Vóór ingebruikneming  Let op! Start de motor pas als de zaag helemaal geassembleerd en gebruiksklaar is.  Let op! Draag bij het hanteren van de ketting altijd veiligheidshandschoenen. 5.1 Aanbrengen van de geleiderail GEBRUIK ALLEEN DE ORIGINELE RAIL om te verzekeren dat aan de rail en aan de ketting olie wordt toegevoerd. De olieuitlaatopening (fig. 2, pos. A) dient vrij te zijn van verontreinigingen en aankoekingen. 1. Vergewis u er zich van dat de kettingremhendel naar de stand ONTKOPPELD is teruggetrokken (fig.3A). 2. Verwijder de twee railbevestigingsmoeren (B). Neem de afdekking af (fig. 3B).  Let op! Bij de eerste montage dient de transportbeveiliging (fig. 3C, pos. 24) te worden verwijderd. 3. Draai de justeerschroef (D) met een schroevendraaier TEGEN DE RICHTING VAN DE WIJZERS VAN DE KLOK IN tot de AREND (E) (uitstekend punt) zich aan het einde van zijn schuifafstand in richting koppelings cilinder en tandwiel bevindt (fig. 3B/3C). 4. Plaats het gekeepte einde van de geleiderail over de railbouten (F) (fig. 3C/3D). 5.2 Aanbrengen van de zaagketting 1. Spreidt de ketting in een lus uit zodat de snijkanten (A) MET DE WIJZERS VAN DE KLOK MEE rond de lus zijn uitgericht (fig. 4A). 2. Schuif de ketting rondom het tandwiel (B) achter de koppeling (C). De kettingschakels moeten tussen de tanden in worden gevoegd (fig. 4B). 3. Voer de aandrijfschakels de gleuf (D) in en leid ze rond het uiteinde van de rail (fig. 4B). Aanwijzing: Het zou kunnen dat de zaagketting aan de onderkant van de rail lichtjes doorhangt. Dit is normaal. 4. Trek de geleiderail naar voren tot de ketting nauw aansluit. Vergewis u er zich van dat alle aandrijfschakels zich in de groef van de rail bevinden. 5. Breng de afdekking van de koppeling aan en bevestig ze met 2 schroeven. Let er goed op dat de doorn (fig. 3C, pos. E) in het gat van de geleiderail (fig. 3D, pos. G) past. Daarbij mag de ketting niet van de rail afglijden. Haal de 2 moeren handvast aan en volg de instructies voor het afstellen van de spanning in hoofdstuk AFSTELLEN VAN DE KETTINGSPANNING op. 5.3 Afstellen van de Kettingspanning De juiste spanning van de zaagketting is uiterst belangrijk en dient vóór het starten en gedurende alle zaagwerkzaamheden te worden gecontroleerd. Als u even de tijd neemt de zaagketting naar behoren af te stellen zal u in staat zijn betere sneden uit te voeren en zal de levensduur van de ketting langer worden.  Let op! Draag steeds hoogvaste handschoenen terwijl u de zaagketting hanteert of justeert. 1. Hou de top van de geleiderail omhoog en draai de justeerschroef (D) MET DE WIJZERS VAN DE KLOK MEE om de spanning van de ketting te 43 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 44 NL verhogen. Draait u de schroef TEGEN DE RICHTING VAN DE WIJZERS VAN DE KLOK IN, gaat de spanning van de ketting verminderen. Vergewis u er zich van dat de ketting helemaal rondom de geleiderail is aangelegd (fig. 5). 2. Na het justeren – de top van de rail wijst steeds omhoog – haalt u de bevestigingsmoeren van de rail goed aan. De ketting is correct gespannen als ze nauw aansluit bij de rail en als ze met de hand (handschoenen aandoen!) helemaal rond kan worden getrokken. Aanwijzing: Als u de ketting alleen rond de geleiderail kan draaien als u er hard aan trekt of als ze blokkeert, is ze te hard gespannen. Voer dan de volgende kleine afstelling uit: A. Draai de 2 bevestigingsmoeren van de rail los tot ze vingervast zijn. Verminder van kettingspanning door de justeerschroef langzaam TEGEN DE RICHTING VAN DE WIJZERS VAN DE KLOK IN te draaien. Trek de ketting op de geleiderail voor en terug. Ga ermee door tot de ketting zonder wrijving kan worden bewogen maar toch nauw aansluit bij de rail. Verhoog de spanning door de justeerschroef MET DE WIJZERS VAN DE KLOK MEE te draaien. B. Als de zaagketting correct is gespannen, hou dan de top van de geleiderail recht omhoog en haal de beide bevestigingsmoeren van de rail goed aan.  Voorzichtig: Een nieuwe zaagketting wordt langer en moet bijgevolg na ca. 5 sneden worden bijgeregeld. Dit is bij nieuwe kettingen normaal en toekomstige afstellingen zullen minder vaak moeten worden uitgevoerd.  Voorzichtig: Als de zaagketting TE LOS of TE HARD GESPANNEN is, gaan het aandrijfwiel, de geleiderail, de ketting en het lager van de krukas sneller afslijten. Fig. 6 informeert over de correcte spanning A (koude toestand) en spanning B (warme toestand). Fig. C toont een te slappe ketting. 5.4 Mechanische test van de kettingrem De kettingzaag is voorzien van een kettingrem die letsels op grond van het gevaar voor terugstoten vermindert. De rem wordt geactiveerd door druk uit te oefenen op de remhendel als bij een terugstoot b.v. de hand van de bedieningspersoon tegen de hendel slaat. Bij activering van de rem stopt de ketting abrupt. 44  Let op! De kettingrem is wel bedoeld om het letselrisico als gevolg van terugstoot te verminderen, maar ze kan geen behoorlijke bescherming bieden als met de zaag zorgeloos wordt gewerkt. Controleer de kettingrem altijd voor elk gebruik van de zaag en ook regelmatig terwijl u er mee werkt. Controleren van de kettingrem 1. De kettingrem is ONTKOPPELD (ketting kan bewegen) als de REMHENDEL NAAR ACHTEREN IS GETROKKEN EN GEARRETEERD IS (fig. 7A). 2. De kettingrem is INGEKOPPELD (ketting is vastgezet) als de remhendel naar voren is getrokken en het mechanisme (fig. 7B, pos. A) zichtbaar is. De ketting mag dan niet meer kunnen bewegen (fig. 7 B). Aanwijzing: De remhendel moet in de beide standen vastklikken. Gebruik de zaag niet als u een harde weerstand voelt of als de hendel niet kan worden verschoven. Breng de zaag dan onmiddellijk naar de professionele dienst na verkoop om ze te laten herstellen. 5.5 Motorbrandstof en olie Motorbrandstof Gebruik voor optimale resultaten normale loodvrije brandstof gemengd met speciale 2-takt-motorolie in een mengverhouding van 50 tot 1. Brandstofmengeling Meng de brandstof met 2-takt-olie in een goedgekeurd reservoir. De correcte mengverhouding van brandstof tot olie vindt u terug in de mengtabel. Schud het reservoir goed om alles zorgvuldig te vermengen.  Let op! Gebruik voor deze zaag nooit onverdunde brandstof. De motor zou daardoor schade oplopen en u zou het recht op garantie voor dit product verliezen. Gebruik geen brandstofmengeling die langer dan 90 dagen is opgeslagen.  Let op! Als u een 2-takt-olie in afwijking van de speciale olie gebruikt, dient u superolie voor luchtgekoelde 2-takt-motoren met een mengverhouding van 50 tot 1 te gebruiken. Neem geen 2-takt-olieproduct met een mengverhouding van 100 tot 1. Door onvoldoend oliën wordt de motor beschadigd en u verliest in dit geval het recht op garantie voor de motor. Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 45 NL aanslag (fig. 9B). 6. Hou de zaag vast en trek de starter snel vier keer. De motor zou nu moeten starten (fig. 9D). 7. Laat de motor 10 seconden warmdraaien. Druk kort op de gashendel (D), de motor gaat over tot “stationair toerental” (fig. 9E). Benzine- en oliemengeling 50 tot 1 Alleen olie Aanbevolen brandstoffen Sommige gebruikelijke soorten benzine zijn vermengd met additieven zoals alcohol- of etherverbindingen om aan normen voor zuivere uitlaatgassen te beantwoorden. De motor draait tevredenstellend op alle soorten benzine die als aandrijfmiddel bedoeld zijn, ook op met zuurstof verrijkte soorten benzine.Gebruik liefst loodvrije normale benzine. Oliën van ketting en geleiderail Telkens als u de brandstoftank met benzine vult dient ook de kettingolietank te worden bijgevuld. Het is aan te bevelen daarvoor in de handel verkrijgbare kettingolie te gebruiken. Controles voor het starten van de motor  Let op! Start of bedien de zaag nooit als de geleiderail en de ketting niet naar behoren erop geplaatst zijn. 1. Vul de brandstoftank met de correcte brandstofmengeling (A) (fig. 8). 2. Vul de olietank (B) met kettingolie (fig. 8). 3. Vergewis u er zich van dat de kettingrem (C) ontkoppeld is voordat u de motor start (fig. 8). Na het vullen van de ketting- en olietank de tankdop met de hand aanhalen. Gebruik daarvoor geen gereedschap. 6. Bediening 6.1 Starten van de motor 1. Breng de AAN/UIT-schakelaar (A) naar de stand “Ein (I)” om te starten (fig. 9A). 2. Trek de smoorhendel (B) uit (fig. 9B) tot hij vastklikt. 3. Druk tien keer op de knop (C) van de benzinepomp (fig. 9C). 4. Leg de zaag op een vaste effen onderlaag. Pak de zaag vast zoals in de illustratie getoond. Trek snel de starter vier keer. Let op de roterende ketting! (Fig. 9D) 5. Schuif de smoorhendel (B) erin tot tegen de Indien de motor niet start, herhaalt u de boven beschreven stappen.  Let op! De starttrekkabel altijd langzaam uittrekken tot de eerste weerstand voordat u hem flink doorhaalt om te starten. Laat de starttrekkabel na het starten niet terugschieten. 6.2 Herstarten van de warme motor 1. Vergewis u er zich van dat de schakelaar naar de stand EIN (AAN) is gebracht. 2. Trek tien keer de starterkoord. De motor moet aanslaan. 6.3 Stoppen van de motor 1. Laat de gashendel los en wacht tot de motor stopt. 2. Schuif de STOP-schakelaar omlaag om de motor te stoppen. Aanwijzing: Om de motor in geval van nood te stoppen, activeert u de kettingrem en brengt u de AAN/UIT-schakelaar naar de stand “Stop (0)”. 6.4 Algemene instructies voor het snijden  Let op! Het vellen van een boom zonder opleiding is niet toegestaan! Vellen Vellen betekent het afzagen van een boom. Kleine bomen met een diameter van 15 tot 18 cm zaagt men normaal met één snede af. Bij grotere bomen moeten kerfsneden worden aangezet. Kerfsneden bepalen de richting waarin de boom gaat vallen.  Let op! Voordat u begint te snijden dient u een pad (A) te plannen en vrij te legen om zich terug te kunnen trekken. De terugtrekpad moet naar achteren en diagonaal t.o.v. de achterzijde van de te verwachten valrichting verlopen, zoals voorgesteld in fig. 11.  Let op! Bij het vellen van een boom op een helling moet de bedieningspersoon van de kettingzaag op de opstijgende kant van de helling gaan staan omdat de boom na het vellen hoogstwaarschijnlijk de helling eraf gaat rollen of glijden. 45 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 46 NL Aanwijzing: De valrichting (B) wordt door de kerfsnede bepaald. Voordat u begint te snijden dient u rekening te houden met de plaats van grotere takken en met de natuurlijke schuinte van de boom om het neerkomen van de boom te schatten (fig. 11).  Let op! Vel geen boom als er een harde wind of wind uit wisselende richtingen waait of als het gevaar voor schade aan eigendom bestaat. Raadpleeg een specialist voor het vellen van bomen. Vel geen boom als die op leidingen terecht zou kunnen komen en verwittig de overheid die voor deze leiding bevoegd is voordat u de boom velt. Algemene richtlijnen voor het vellen van bomen (fig. 12) Normaal worden bij het vellen 2 hoofdsneden toegepast: inkepen (C) en velsnede (D). Begin met de bovenste kerfsnede (C) aan de overkant van de valzijde van de boom (E). Let er op bij de onderste snede niet de diep de boomstam in te snijden. De inkeping (C) mag niet te diep zijn zodat een verankeringspunt (F) van voldoende breedte en dikte gewaarborgd is. De inkeping moet breed genoeg zijn om het neerkomen van de boom zo lang mogelijk te controleren.  Let op! Ga nooit voor een boom gaan staan die ingekeept is. Breng de velsnede (D) aan de andere kant van de boom aan, ca. 3-5 cm boven de onderkant van de inkeping (C). Zaag de boomstam nooit helemaal door. Er moet altijd een verankeringspunt blijven staan. Het verankeringspunt houdt de boom op zijn plaats. Als de boom helemaal wordt doorgezaagd kunt u de valrichting niet meer controleren. Steek een wig of een velhefboom de snede in nog voordat de boom onstabiel wordt en begint te bewegen. Op die manier kan de geleiderail niet in de velsnede worden vastgeklemd als u de valrichting verkeerd heeft geschat. Verbiedt toeschouwers de toegang tot het gebied waar de boom gaat neerkomen voordat u hem omverduwt.  Let op! Voordat u de definitieve snede uitvoert, dient u er zich van te vergewissen dat geen toeschouwers, dieren of hindernissen op de plaats aanwezig zijn waar de boom neerkomt. 46 Velsnede 1. Voorkom het vastklemmen van de geleiderail of de ketting (B) in de snede d.m.v. houten of plastiek wiggen (A). Wiggen controleren eveneens het vellen (fig. 13). 2. Is de diameter van het te snijden hout groter dan de lengte van de geleiderail, maakt u twee sneden zoals getoond in de figuur (fig. 14).  Let op! Als de velsnede het verankeringspunt nadert, begint de boom te vallen. Zodra de boom begint neer te komen trekt u de zaag de snede uit, stopt u de motor, legt u de kettingzaag neer en verlaat u de plaats via het terugtrekpad (fig. 11). Verwijderen van takken Takken worden van de gevelde boom verwijderd. Verwijder de steuntakken (A) pas als de stam op lengte is gesneden (fig. 15). Takken waarop spanning staat dienen van beneden naar boven te worden gesneden zodat de kettingzaag niet kan worden vastgeklemd.  Let op! Snij nooit takken van de boom terwijl u op de boomstam staat. Op lengte snijden Snij een gevelde boomstam op de juiste lengte. Let erop dat u veilig staat en ga aan de bovenkant van de stam gaan staan als u op een helling zaagt. De stam moet indien mogelijk ondersteund zijn zodat het af te snijden einde niet op de grond ligt. Als de beide einden van de stam ondersteund zijn en u in het midden moet snijden, maak dan een halve snede van boven door de stam en vervolgens de snede van beneden naar boven. Daardoor voorkomt u het vastklemmen van de geleiderail en de ketting in de stam. Let er goed op dat de ketting bij het op maat snijden niet de grond in snijdt want daardoor wordt de ketting snel bot. Ga bij het op maat snijden altijd aan de bovenkant van de helling gaan staan. 1. Stam over de totale lengte ondersteund: snij van boven en let er goed op niet de grond in te snijden (fig. 16A). 2. Stam aan slechts één uiteinde ondersteund: snij eerst 1/3 van de stamdiameter van beneden naar boven om het afbreken te voorkomen. Snij dan van boven naar de eerste snede toe om het vastklemmen te vermijden (fig. 16B). 3. Stam aan de beide uiteinden ondersteund: snij eerst 1/3 van de stamdiameter van boven naar beneden om het afbreken te voorkomen. Snij dan van beneden naar de eerste snede toe om het vastklemmen te vermijden (fig. 16C). Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 47 NL Aanwijzing: Om een boomstam op lengte te snijden gebruikt u best een zaagbok. Is dit niet mogelijk is het aan te raden de stam op te tillen of te ondersteunen m.b.v. stronken van takken of via steunblokken. Zorg ervoor dat de te snijden stam veilig is ondersteund. Op lengte snijden op een zaagbok (fig. 17) Voor uw veiligheid en om het zaagwerk te vergemakkelijken is de juiste positie vereist om de stam recht naar beneden op lengte te snijden. A. Hou de zaag met de beide handen vast en leidt ze tijdens het snijden rechts aan uw lichaam voorbij. B. Hou de linkerarm zo recht mogelijk. C. Verdeel uw gewicht op beide voeten.  Voorzichtig: Tijdens het zagen dient u er steeds op te letten dat de zaagketting en de geleiderail voldoende geolied zijn. 7. Reiniging, onderhoud, opbergen en bestellen van wisselstukken Trek vóór alle schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheid de bougiestekker uit het stopcontact. 7.1 Reiniging  Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventilatiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een schone doek af of blaas het met perslucht bij lage druk schoon.  Het is aan te bevelen het toestel direct na elk gebruik te reinigen.  Reinig het toestel regelmatig met een vochtige doek en wat zachte zeep. Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de kunststofcomponenten van het toestel kunnen aantasten. Let er goed op dat geen water in het toestel terechtkomt. 7.2 Onderhoud  Let op! Alle onderhoudswerkzaamheden op de kettingzaag buiten de punten vermeld in deze handleiding mogen slechts door de geautoriseerde klantenservice worden uitgevoerd. 7.2.1 Bedrijfstest van de kettingrem Controleer regelmatig of de kettingrem naar behoren werkt. Test de kettingrem voor elke snede, na herhaaldelijk snijden en in elk geval aan het einde van onderhoudswerkzaamheden die aan de kettingrem worden verricht. Test de kettingrem als volgt (Fig. 10): 1. Leg de zaag op een schone, vaste en effen onderlaag. 2. Start de motor. 3. Grijp de achterste greep (A) met de rechterhand vast. 4. Met de linkerhand pakt u de voorste greep (B) [niet de kettingremhendel (C)] vast. 5. Breng de gashendel naar de stand 1/3 toerental en activeer dan meteen de kettingremhendel (C).  Let op! Activeer de kettingrem langzaam en met overleg. De zaag mag niets aanraken en mag evenmin vooraan omlaag hangen. 6. De ketting moet abrupt stoppen. Laat vervolgens de veiligheidslosser meteen los.  Let op! Als de ketting niet stopt, zet u de motor af en brengt u de zaag naar de geautoriseerde plaatselijke dienst na verkoop van Einhell om ze te laten herstellen. 7. Als de kettingrem naar behoren werkt, stopt u de motor en brengt u de kettingrem opnieuw naar de stand “ONTKOPPELD”. 7.2.2 Luchtfilter  Let op! Gebruik de zaag nooit zonder luchtfilter. Anders worden stof en vuil de motor in gezogen die daardoor schade oploopt. Hou de luchtfilter schoon! De luchtfilter moet om de 20 bedrijfsuren worden gereinigd of vervangen. Schoonmaken van de luchtfilter (fig. 18A/18B) 1. Verwijder de bovenste afdekking (A) door de bevestigingsschroef (B) van de afdekking te verwijderen. De afdekking kan dan worden weggenomen (fig. 18A). 2. Til er de luchtfilter (C) uit (fig. 18B). 3. Maak de luchtfilter schoon. Was de filter in schoon warm zeepsop. Laat hem dan aan de lucht helemaal drogen. Aanwijzing: Het is aan te raden een filter altijd in reserve te houden. 47 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 48 NL 4. Zet de luchtfilter terug in. Breng de afdekking van de motor/luchtfilter weer aan. Let erop dat de afdekking exact terug op zijn plaats komt. Haal de bevestigingsschroef van de afdekking aan. 7.2.5 Carburatorafstelling De carburator is reeds in de fabriek afgesteld op een optimaal vermogen. Mochten bijregelingen noodzakelijk zijn, breng dan de zaag naar de geautoriseerde klantenservice. 7.2.3 Brandstoffilter  Let op! Gebruik de zaag nooit zonder de brandstoffilter. Telkens na 100 bedrijfsuren moet de brandstoffilter worden schoongemaakt of bij beschadiging vervangen. Maak de brandstoftank helemaal leeg voordat u de filter verwisselt. 1. Neem de dop van de brandstoftank af. 2. Buig een zachte metalen draad passend. 3. Steek de draad de opening van de brandstoftank in en haak de brandstofslang eraan vast. Trek de brandstofslang behoedzaam de opening uit tot u hem met de vingers kan vastgrijpen. 7.2.6 Onderhoud van de geleiderail Regelmatig oliën van de geleiderail van de ketting en van de tandketting is noodzakelijk. Het is belangrijk de geleiderail voldoende te onderhouden, zoals uitgelegd in het volgende hoofdstuk zodat uw zaag met optimaal vermogen kan werken.  Voorzichtig: De vertanding van de nieuwe ketting is in de fabriek reeds vooraf met olie gesmeerd. Als u de vertanding niet als volgt met olie smeert, zal de scherpte van de tanden en bijgevolg het zaagvermogen achteruitgaan waardoor u het recht op garantie verliest. Aanwijzing: Trek de slang niet helemaal de tank uit. 4. Til de filter (A) de tank uit (fig. 19). 5. Trek de filter met een draaibeweging af en maak hem schoon; indien hij beschadigt is, verwijdert u de filter naar behoren. 6. Zet er een nieuwe filter in. Steek een einde van de filter de tankopening in. Vergewis u er zich van dat de filter in de onderste hoek van de tank zit. Zet de filter, indien nodig mits gebruikmaking van een lange schroevendraaier, op zijn juiste plaats zonder hem echter te beschadigen. 7. Vul de tank met verse brandstof/olie. Zie hoofdstuk MOTORBRANDSTOF EN OLIE. Breng de dop op de tank terug aan. 7.2.4 Bougie (fig. 18B)  Let op! Om het volle vermogen van de zaagmotor te verzekeren, dient de bougie schoon te zijn en de correcte elektrodenafstand (0,6 mm) te hebben. De bougie moet om de 20 bedrijfsuren worden gereinigd of vervangen. 1. Breng de AAN/UIT-schakelaar naar de stand “stop (0)“. 2. Verwijder de bovenste afdekking (A) door de bevestigingsschroef (B) van de afdekking te verwijderen. De afdekking kan dan worden weggenomen (fig. 18A). 3. Trek de ontstekingskabel (D) al draaiend af van de bougie (fig. 18B). 4. Verwijder de bougie met behulp van een bougiesleutel. GEBRUIK GEEN ANDER GEREEDSCHAP. 5. Maak de bougie schoon m.b.v. een koperdraadborstel of draai er een nieuwe in. 48 Gereedschap voor het oliën De oliespuit (optie) is aan te bevelen om olie op de vertanding van de geleiderail aan te brengen. De oliespuit heeft een naaldpunt dat noodzakelijk is om olie op de getande punten aan te brengen. Ga als volgt te werk om de vertanding te oliën De vertanding dient na 10 bedrijfsuren of eenmaal per week, naarmate welk geval er zich eerst voordoet, met olie te worden gesmeerd. Vóór het oliën dient u de vertanding van de geleiderail grondig schoon te maken. Aanwijzing: Om de vertanding van de geleiderail te oliën hoeft de zaagketting niet te worden verwijderd. Het oliën kan tijdens het werk bij afgezette motor gebeuren.  Let op! Draag hoogvaste werkhandschoenen als u de geleiderail en de ketting hanteert. 1. Breng de AAN/UIT-schakelaar naar de stand “stop (0)“. 2. Maak de vertanding van de geleiderail schoon. 3. Steek het naaldpunt van de oliespuit (optie) het olie vulgat in en spuit er olie in tot die aan de buitenkant van de vertanding te voorschijn komt (fig. 20). 4. Draai de zaagketting met de hand. Herhaal het oliën tot de gehele vertanding met olie is gesmeerd. De meeste problemen met de geleiderail kunt u voorkomen door de kettingzaag goed te onderhouden. Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 49 NL Een onvoldoend geoliede geleiderail en het gebruik van de zaag met een te HARD GESPANNEN ketting dragen aan een snelle slijtage van de geleiderail bij. Om de slijtage van de rail te verminderen bevelen wij de volgende stappen voor het onderhoud van de geleiderail aan. Aan de onderkant van de kettingzaag bevindt zich de afstelschroef voor de kettingsmering (fig. 26, pos. A). Door de schroef naar links te draaien verhoogt u de kettingsmering, door ze naar rechts te draaien vermindert u de kettingsmering.  Let op! Draag bij onderhoudswerkzaamheden Om de kettingsmering te controleren houdt u de kettingzaag met de ketting over een blad papier en geeft u enkele seconden vol gas. Op het papier kan dan telkens de afgestelde hoeveelheid olie worden gecontroleerd. altijd veiligheidshandschoenen. Onderhoud de zaag niet als de motor nog warm is. Omdraaien van de geleiderail De geleiderail dient om de 8 werkuren te worden omgedraaid om een gelijkmatige slijtage te verzekeren. Maak de gleuf van de geleiderail en het olievulgat altijd schoon m.b.v. het optioneel bijgeleverde reinigingsgereedschap voor railgleuven (fig. 21A). Controleer de randen van de railgleuf regelmatig op slijtage, verwijder baarden en, indien nodig, vijl de randen van de railgleuf recht m.b.v. een vlakvijl (fig. 21B).  Let op! Maak een nieuwe ketting nooit op een afgesleten geleiderail vast. Oleidoorlaatopeningen Oliedoorlaatopeningen op de geleiderail moeten worden schoongemaakt teneinde het behoorlijk oliën van de rail en de ketting tijdens het bedrijf te verzekeren. Aanwijzing: De toestand van de oliedoorlaatopeningen kan gemakkelijk worden gecontroleerd. Als de doorlaatopeningen schoon zijn, gaat er enkele seconden naar het starten van de zaag automatisch olie wegspatten van de ketting. De zaag heeft een automatische smeerinrichting. Automatische kettingsmering De kettingzaag is uitgerust met een automatische smeerinrichting met tandwielaandrijving. Deze inrichting voorziet de geleiderail en de ketting automatisch van de juiste hoeveelheid olie. Naarmate het motortoerental wordt verhoogd, gaat ook de olie sneller naar de plaat van de geleiderail stromen. De kettingsmering is in de fabriek optimaal afgesteld. Mochten bijregelingen noodzakelijk zijn, breng dan de zaag naar de geautoriseerde klantenservice. 7.2.7 Onderhoud van de ketting Scherpen van de ketting Voor het scherpen van de ketting is speciaal gereedschap vereist waarmee gewaarborgd is dat de messen met de juiste hoek en de juiste diepte worden gescherpt. Aan de onervaren gebruiken van kettingzagen is aan te bevelen de zaagketting door een deskundige van de lokale dienst na verkoop te laten scherpen. Als u het scherpen van uw eigen zaagketting aandurft, koop dan het speciale gereedschap aan bij de professionele dienst na verkoop. Ketting scherpen (fig. 22) Scherp de ketting met veiligheidshandschoenen en een ronde vijl, ø4,8 mm. Scherp de punten alleen met naar buiten gerichte bewegingen (fig. 23) en neem de waarden volgens fig. 22 in acht. Na het scherpen moeten alle snijschakels even breed en lang zijn.  Let op! Een scherpe ketting produceert welgevormde spanen. Als de ketting zaagmeel produceert, is ze aan een scherpbeurt toe. Nadat de snijvlakken 3 tot 4 keer zijn gescherpt dient u telkens de hoogte van de dieptebegrenzers te controleren en die, indien nodig, met een vlakvijl dieper te leggen en dan de voorste hoek af te ronden (fig. 24). Kettingspanning Controleer dikwijls de spanning van de ketting en regel die zo vaak mogelijk bij zodat de ketting nauw bij de geleiderail aansluit, maar nog los genoeg is om met de hand te kunnen worden getrokken. (zie hieromtrent ook punt 5.3) 49 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 50 NL Inlopen van een nieuwe zaagketting Een nieuwe ketting en geleiderail dienen na minder dan 5 sneden te worden bijgeregeld. Dit is normaal tijdens de inloopperiode en de afstanden tussen verdere bijregelingen zullen alsmaar groter worden. Aanwijzing: Berg de zaag op een droge plaats en zo ver mogelijk van eventuele ontstekingsbronnen, b.v. kachel, warmwaterboiler die op gas draait, gasdroger etc. op.  Let op! Verwijder nooit meer dan 3 schakels uit Opnieuw in gebruik nemen van de zaag 1. Verwijder de bougie (zie 7.2.4). 2. Haal de starterkoord snel door om overtollige olie uit de verbrandingskamer te verwijderen. 3. Maak de bougie schoon en let op de juiste elek trodeafstand op de bougie of monteer een nieuwe bougie met de juiste elektrodeafstand. 4. Maak de zaag klaar om ermee te werken. 5. Vul de tank met de juiste brandstofoliemengeling. Zie hoofdstuk MOTORBRANDSTOF EN OLIE. een kettinglus. Anders zou de vertanding schade kunnen oplopen. Oliën van de ketting Vergewis u er zich van dat de automatische smeerinrichting naar behoren werkt. Zorg voor een steeds gevulde olietank met olie voor ketting, geleiderail en vertanding. Terwijl u met de zaag werkt, dienen de geleiderail en de ketting altijd voldoende te worden geolied om wrijving met de geleiderail te verminderen. De geleiderail en de ketting mogen nooit zonder olie zijn. Als u de zaag droog of met te weinig olie gebruikt, gaat het snijvermogen achteruit, wordt de levensduur van de zaagketting korter, wordt de ketting snel bot en slijt de geleiderail flink af als gevolg van oververhitting. Te weinig olie ziet u aan de ontwikkeling van rook of aan het verkleuren van de geleiderail. 7.3 Opbergen  Voorzichtig: Berg de kettingzaag nooit langer dan 30 dagen weg zonder de volgende stappen te doorlopen. Opbergen van de kettingzaag Als u een kettingzaag langer dan 30 dagen opbergt, dient de zaag hiervoor klaargemaakt te worden. Anders zou de rest van de brandstof die zich in de carburator bevindt verdampen en een rubberachtig bezinksel achterlaten. Dit zou de start kunnen bemoeilijken en dure herstelwerkzaamheden tot gevolg hebben. 1. Neem de dop van de brandstoftank langzaam eraf om eventuele druk in de tank af te laten. Maak de tank voorzichtig leeg. 2. Start de motor en laat hem draaien tot de zaag stopt teneinde de brandstof uit de carburator te verwijderen. 3. Laat de motor afkoelen (ca. 5 minuten). 4. Verwijder de bougie (zie 7.2.4). 5. Giet een koffielepel schone tweetaktolie de verbrandingskamer in. Trek meermaals langzaam aan de starterkoord om de binnenste componenten van een laag te voorzien. Zet de bougie er weer in (fig. 25). 50 7.4 Bestellen van wisselstukken Gelieve bij het bestellen van wisselstukken volgende gegevens te vermelden:  Type van het toestel  Artikelnummer van het toestel  Ident-nummer van het toestel  Wisselstuknummer van het benodigd stuk Actuele prijzen en info vindt u terug onder www.isc-gmbh.info 8. Afvalbeheer en recyclage Het toestel bevindt zich in een verpakking om transportschade te voorkomen. Deze verpakking is een grondstof en bijgevolg herbruikbaar of kan de grondstofkringloop terug worden ingebracht. Het toestel en zijn accessoires bestaan uit diverse materialen, zoals b.v. metaal en kunststof. Ontdoet u zich van defecte onderdelen op de inzamelplaats waar u gevaarlijke afvalstoffen mag afgeven. Informeer u in uw speciaalzaak of bij uw gemeentebestuur! Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 51 NL 9. Foutopsporing Probleem Mogelijke oorzaak De motor start niet of hij start maar Foutief verloop van de start. blijft niet draaien. Verhelpen Volg de instructies in deze handleiding op. Fout ingestelde carburatormengeling. Laat de carburator instellen door de geautoriseerde dienst na verkoop. Bougie vol roet. Bougie schoonmaken / afstellen of vervangen. Brandstoffilter verstopt geraakt. Vervang de brandstoffilter. De motor start maar draait niet met Verkeerde stand van de hendel vol vermogen. aan de choke. Breng de hendel naar de stand (BETRIEB (bedrijf)). Vervuilde luchtfilter Filter verwijderen, schoonmaken en terug op zijn plaats zetten. Fout ingestelde carburatormengeling. Laat de carburator instellen door de geautoriseerde dienst na verkoop. Motor draait onregelmatig Fout ingestelde carburatormengeling. Laat de carburator instellen door de geautoriseerde dienst na verkoop. Geen vermogen bij belastimg Fout ingestelde bougie. Bougie schoonmaken / afstellen of vervangen. Bovenmatig veel rook. Motor draait onrustiger. Fout ingestelde carburatormengeling. Laat de carburator instellen door de geautoriseerde dienst na verkoop. Bovenmatig veel rook. Verkeerde brandstofmengeling. Gebruik de juiste brandstofmengeling (verhouding 50 tot 1) Geen vermogen bij belasting Ketting bot Ketting scherpen of nieuwe ketting monteren Ketting zit los Ketting spannen Benzine tank leeg. Benzinetank vullen. Brandstoffilter in de tank fout gepositioneerd Benzinetank helemaal vullen of brandstoffilter in de benzinetank anders positioneren Kettingolietank leeg. Kettingolietank vullen. Oliedoorlaatopeningen verstopt geraakt Olieuitlaatopening in het zwaard schoonmaken (fig. 2, pos. A). Gleuf van het zwaard schoonmaken. Motor slaat af Onvoldoende kettingsmering (zwaard en ketting worden warm) 51 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 52 E Índice de contenidos: 1. Instrucciones de seguridad 2. Descripción del aparato 3. Uso adecuado 4. Características técnicas 5. Antes de la puesta en marcha 6. Manejo 7. Limpieza, mantenimiento, almacenamiento y pedido de piezas de repuesto 8. Eliminación y reciclaje 9. Plan para localización de averías 52 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 70 P 7.2.2 Filtro de ar 7.2.4 Vela de ignição (fig. 18B)  Atenção: Nunca utilize a serra sem o filtro de ar.  Atenção: Para que o motor da serra mantenha a Caso contrário, o pó e a sujidade são aspirados pelo motor, danificando-o em seguida. Mantenha o filtro de ar limpo! O filtro de ar tem de ser limpo ou substituído a cada 20 horas de serviço. eficácia, é necessário que a vela de ignição esteja limpa e que possua a distância correcta entre os eléctrodos (0,6 mm). A vela de ignição tem de ser limpa ou substituída a cada 20 horas de serviço. 1. Coloque o interruptor para ligar/desligar na posição “Stop (0)“. 2. Para remover a cobertura superior (A), retire o parafuso de fixação (B). A cobertura pode ser facilmente retirada (fig. 18A) 3. Retire o cabo de ignição (D), puxando-o e rodando-o, ao mesmo tempo, para fora da vela de ignição (fig. 18B). 4. Remova a vela de ignição com uma chave de cachimbo. NÃO UTILIZE QUALQUER OUTRA FERRAMENTA. 5. Limpe a vela de ignição com uma escova de arame de cobre ou insira uma nova. Limpeza do filtro de ar (fig. 18A/18B) 1. Para remover a cobertura superior (A), retire o parafuso de fixação (B). A cobertura pode ser facilmente retirada (fig. 18A). 2. Retire o filtro de ar (C) (fig. 18B). 3. Limpe o filtro de ar. Lave o filtro em água de sabão limpa e quente. Deixe-o secar completamente ao ar. Nota: É aconselhável ter alguns filtros de reserva para substituição. 4. Coloque o filtro de ar. Coloque a cobertura do motor/filtro de ar. Certifique-se de que a cobertura encaixa correctamente. Aperte o parafuso de fixação da cobertura. 7.2.3 Filtro do combustível  Atenção: poner la sierra en funcionamiento sin el filtro de combustible. Tras cada 100 horas de servicio es preciso limpiar el filtro de combustible o sustituirlo en caso de estar dañado. Vaciar completamente el depósito de combustible antes de cambiar el filtro. 1. Retire a tampa do reservatório do combustível. 2. Dobre um arame maleável. 3. Introduza-o na abertura do reservatório do combustível e enganche-o ao tubo do combustível. Puxe cuida dosamente o tubo do combustível em direcção à abertura, até conseguir pegar nele com os dedos. Nota: Não puxe o tubo completamente para fora do reservatório. 4. Retire o filtro (A) do reservatório (fig. 19). 5. Extraer el filtro dándole un giro y limpiarlo; cuando esté dañado, eliminarlo de forma adecuada. 6. Colocar un filtro nuevo. Introducir un extremo del filtro en el orificio del depósito. Asegurarse de que el filtro se aloje en la esquina inferior del depósito. Empujar lo más posible el filtro con un destornillador largo a su lugar adecuado, procurando no dañarlo. 7. Encha o reservatório com combustível/óleo novo. Ver secção COMBUSTÍVEL E ÓLEO. Coloque a tampa do reservatório. 70 7.2.5 Ajuste do carburador O carburador foi ajustado de fábrica para a potência ideal. Se posteriormente for necessário efectuar ajustes, leve a serra ao serviço de assistência técnica autorizado. 7.2.6 Manutenção da guida da corte A guia de corte (barra-guia da corrente e da corrente dentada) tem que ser lubrificada regularmente. A manutenção adequada da guia de corte, tal como descrita na secção seguinte, é imprescindível para obter o melhor rendimento possível da serra.  Cuidado: O denteado de uma serra nova já vem lubrificado de fábrica. Se não lubrificar o denteado tal como descrito, a capacidade de corte diminui, levando à anulação da garantia. Ferrnmentas para usar na lubrificação Aconselha-se a utilização de uma seringa de lubrificação (opção) para a colocação do óleo sobre o denteado da folha da serra. A seringa de lubrificação possui uma ponta em agulha que é necessária para a colocação de óleo sobre a extremidade denteada. Como lubrificar o denteado O denteado deve ser lubrificado após 10 horas de serviço ou uma vez por semana, conforme o que ocorrer primeiro. Antes de lubrificar é necessário limpar bem o denteado da folha da serra. Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Konformitätserklärung k t p  m O U q  T B Q Z z ISC-GmbH · Eschenstraße 6 · D-94405 Landau/Isar C erklärt folgende Konformität gemäß EU-Richtlinie und Normen für Artikel declares conformity with the EU Directive and standards marked below for the article déclare la conformité suivante selon la directive CE et les normes concernant lʼarticle verklaart de volgende conformiteit in overeenstemming met de EU-richtlijn en normen voor het artikel declara la siguiente conformidad a tenor de la directiva y normas de la UE para el artículo declara a seguinte conformidade de acordo com a directiva CE e normas para o artigo förklarar följande överensstämmelse enl. EUdirektiv och standarder för artikeln ilmoittaa seuraavaa Euroopan unionin direktiivien ja normien mukaista yhdenmukaisuutta tuotteelle erklærer herved følgende samsvar med EUdirektiv og standarder for artikkel заявляет о соответствии товара следующим директивам и нормам EC izjavljuje sljedeću uskladjenost s odredbama i normama EU za artikl. declarå urmåtoarea conformitate cu linia directoare CE μi normele valabile pentru articolul. ürün ile ilgili olarak AB Yönetmelikleri ve Normlar∂ gere©ince aμa©∂daki uygunluk aç∂kla mas∂n∂ sunar. ‰ËÏÒÓÂÈ ÙËÓ ·ÎfiÏÔ˘ıË Û˘Ìʈӛ· Û‡Ìʈӷ Ì ÙËÓ √‰ËÁ›· ∂∂ Î·È Ù· ÚfiÙ˘Ô ÁÈ· ÙÔ ÚÔ˚fiÓ Seite 74 l j A X W e 1 . G 4 H E dichiara la seguente conformità secondo la direttiva UE e le norme per lʼarticolo attesterer følgende overensstemmelse i henhold til EU-direktiv og standarder for produkt prohlašuje následující shodu podle směrnice EU a norem pro výrobek. a következő konformitást jelenti ki a termékekre vonatkozó EU-irányvonalak és normák szerint pojasnjuje sledečo skladnost po smernici EU in normah za artikel. deklaruje zgodność wymienionego poniżej artykułu z następującymi normami na podstawie dyrektywy WE. vydáva nasledujúce prehlásenie o zhode podľa smernice EÚ a noriem pre výrobok. деклаpиpа следното съответствие съгласно диpективите и ноpмите на ЕС за пpодукта. заявляє про відповідність згідно з Директивою ЄС та стандартами, чинними для даного товару deklareerib vastavuse järgnevatele EL direktiivi dele ja normidele deklaruoja atitikti pagal ES direktyvas ir normas straipsniui izjavljuje sledeçi konformitet u skladu s odred bom EZ i normama za artikl Atbilstības sertifikāts apliecina zemāk minēto preču atbilstību ES direktīvām un standartiem Samræmisyfirl‡sing sta›festir eftirfarandi samræmi samkvæmt reglum Evfrópubandalagsins og stö›lum fyrir vörur Benzinmotor Kettensäge BG-PC 3735 X 98/37/EC 87/404/EEC 2006/95/EC R&TTED 1999/5/EC 97/23/EC X X LWA, ISO 22868 = 109 dB; LWA = 112 dB P = 1,2 kW 95/54/EC: 2004/108/EC 90/396/EEC 2000/14/EC_2005/88/EC: X 97/68/EC: e11*97/68SA*2004/26*0747*01 89/686/EEC EN ISO 11681-1; EN 55012; KBV V; TÜV Rheinland (Shanghai) Co., Ltd.; BM 50135768 0001 Landau/Isar, den 18.07.2008 Weichselgartner General-Manager Art.-Nr.: 45.013.65 I.-Nr.: 01018 Subject to change without notice 74 Frank Product-Management Archivierung: 4501360-28-4155050-07 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 75  Der Nachdruck oder sonstige Vervielfältigung von Dokumentation und Begleitpapieren der Produkte, auch auszugsweise ist nur mit ausdrücklicher Zustimmung der ISC GmbH zulässig.  La réimpression ou une autre reproduction de la documentation et des documents dʼaccompagnement des produits, même incomplète, nʼest autorisée quʼavec lʼagrément exprès de lʼentreprise ISC GmbH.  La ristampa o lʼulteriore riproduzione, anche parziale, della documentazione o dei documenti dʼaccompagnamento dei prodotti è consentita solo con lʼesplicita autorizzazione da parte della ISC GmbH.  Nadruk of andere reproductie van documentatie en geleidepapieren van de producten, geheel of gedeeltelijk, enkel toegestaan mits uitdrukkelijke toestemming van ISC GmbH.  La reimpresión o cualquier otra reproducción de documentos e información adjunta a productos, incluida cualquier copia, sólo se permite con la autorización expresa de ISC GmbH.  A reprodução ou duplicação, mesmo que parcial, da documentação e dos anexos dos produtos, carece da autorização expressa da ISC GmbH. 75 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 76 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 76  Technische Änderungen vorbehalten  Sous réserve de modifications  Con riserva di apportare modifiche tecniche  Technische wijzigingen voorbehouden  Salvo modificaciones técnicas  Salvaguardem-se alterações técnicas Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 77 77 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ 25.08.2008 9:25 Uhr Seite 80 N GARANTIEBEWIJS Geachte klant, onze producten zijn aan een strenge kwaliteitscontrole onderhevig. Mocht dit apparaat echter ooit niet naar behoren functioneren, spijt het ons ten zeerste en vragen u zich tot onze servicedienst onder het adres vermeld op dit garantiebewijs te wenden. Wij staan ook graag telefonisch tot uw dienst via het hieronder vermelde servicetelefoonnummer. Voor vorderingen in verband met garantie geldt het volgende: 1. Deze garantievoorwaarden regelen bijkomende garantieprestaties. Uw wettelijke garantieclaims blijven onaangetast door deze garantie. Onze garantieprestatie is voor uw gratis. 2. De garantieprestatie heeft uitsluitend betrekking op gebreken die te wijten zijn aan materiaal- of fabricagefouten en is beperkt tot het verhelpen van deze gebreken of het vervangen van het apparaat. Wij wijzen erop dat onze apparaten overeenkomstig hun bestemming niet geconstrueerd zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik. Een garantieovereenkomst komt daarom niet tot stand als het apparaat in ambachtelijke of industriële bedrijven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt gebruikt. Uitgesloten van onze garantie zijn verder schadeloosstellingen voor transportschade, schade door nietnaleving van de montage-instructies of op grond van ondeskundige installatie, niet-naleving van de handleiding (zoals door b.v. aansluiting op een verkeerde netspanning of stroomsoort), oneigenlijke of onoordeelkundige toepassingen (zoals b.v. overbelasting van het apparaat of gebruik van niet toegestane inzetgereedschappen of toebehoren), niet-naleving van de onderhouds- en veiligheidsbepalingen, binnendringen van vreemde voorwerpen in het apparaat (zoals b.v. zand, stenen of stof), gebruikmaking van geweld of invloeden van buitenaf (zoals b.v. schade door neervallen) alsmede door normale slijtage die zich bij het doelmatig gebruik van het apparaat voordoet. Er kan geen aanspraak op garantie worden gemaakt als op het apparaat reeds ingrepen werden uitgevoerd. 3. De garantieperiode bedraagt 2 jaar en gaat in op de datum van aankoop van het apparaat. Garantieclaims dienen voor het verloop van de garantieperiode binnen de twee weken na het vaststellen van het defect geldend te worden gemaakt. Het geldend maken van garantieclaims na verloop van de garantieperiode is uitgesloten. De herstelling of vervanging van het apparaat leidt noch tot een verlenging van de garantieperiode noch wordt door deze prestatie een nieuwe garantieperiode voor het apparaat of voor eventueel ingebouwde wisselstukken op gang gebracht. Dit geldt ook bij het ter plaatse uitvoeren van een serviceactiviteit. 4. Om een garantieclaim geldend te maken dient u het defecte apparaat franco op te sturen aan het hieronder vermelde adres. Voeg het originele verkoopbewijs of een ander gedateerd bewijs van aankoop bij. Gelieve daarom de kassabon als bewijs goed te bewaren! Wij verzoeken u de reden van de klacht zo nauwkeurig mogelijk te beschrijven. Valt het defect van het apparaat binnen onze garantieprestatie bezorgen wij u per omgaande een hersteld of nieuw apparaat terug. Uiteraard staan wij ook tot u dienst om mits betaling van de kosten defecten van het apparaat te verhelpen die buiten de garantieomvang vallen. Te dien einde stuurt u het apparaat aan ons serviceadres op. 80 Seite 84 9:25 Uhr 25.08.2008 Anleitung BG_PC_3735_SPK2:_ � Service Hotline: 01805 120 509 · www.isc-gmbh.info Retouren-Nr. iSC: (0,14 € / min. Festnetz T-Com) - Mo-Fr. 8:00-20:00 Uhr Name: � Mobil: I.-Nr.: Telefon: Ort Art.-Nr.: Straße / Nr.: PLZ Welcher Fehler ist aufgetreten (genaue Angabe): � Garantie: JA NEIN Kaufbeleg-Nr. / Datum: Sehr geehrte Kundin, sehr geehrter Kunde, bitte beschreiben Sie uns die von Ihnen festgestellte Fehlfunktion Ihres Gerätes als Grund Ihrer Beanstandung möglichst genau. Dadurch können wir für Sie Ihre Reklamation schneller bearbeiten und Ihnen schneller helfen. Eine zu ungenaue Beschreibung mit Begriffen wie „Gerät funktioniert nicht“ oder „Gerät defekt“ verzögert hingegen die Bearbeitung erheblich. � � Service Hotline kontaktieren oder bei iSC-Webadresse anmelden - es wird Ihnen eine Retourennummer zugeteilt l � Ihre Anschrift eintragen l � Fehlerbeschreibung und Art.-Nr. und I.-Nr. angeben l � Garantiefall JA/NEIN ankreuzen sowie Kaufbeleg-Nr. und Datum angeben und eine Kopie des Kaufbeleges beilegen EH 08/2008 (01)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Einhell Blue BG-PC 3735 de handleiding

Categorie
Elektrische kettingzagen
Type
de handleiding