3
Nederlands
Aansluiten van de apparatuur
WAARSCHUWING
LICHTGROENE KABEL BIJ VOEDINGSSTEKKER
IS ONTWORPEN OM DE PARKEERSTATUS
WAAR TE NEMEN EN MOET WORDEN
AANGESLOTEN OP DE VOEDINGSZIJDE VAN HET
HANDREMCONTACT. ONJUISTE AANSLUITING
OF ONJUIST GEBRUIK VAN DEZE KABEL KAN
EEN SCHENDING VAN GELDENDE WETTEN
ZIJN EN KAN ERNSTIG LETSEL OF SCHADE
VEROORZAKEN.
Opmerking
• Dit toestel kan niet worden geïnstalleerd in een
voertuig zonder ACC (Accessoire) stand op het
contactslot.
A
C
C
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
ACC stand
Geen ACC stand
• Gebruik van dit toestel onder andere dan de
volgende omstandigheden kan leiden tot brand of
storingen.
— Voertuigen met een negatief geaarde 12 V
accu.
— Luidsprekers van 50 W (uitgangsvermogen) en
4 Ohm tot 8 Ohm (impedantie).
• Om kortsluiting, oververhitting of andere
storingen te voorkomen moet u de onderstaande
instructies opvolgen.
— Koppel de negatieve pool van de accu los voor
u begint met de installatie.
— Zet alle bedrading vast met kabelklemmen
of isolatieband. Ter bescherming van de
bedrading dient u deze te omwikkelen met
isolatieband waar de bedrading met metalen
onderdelen in aanraking komt.
— Houd alle bedrading uit de buurt
van bewegende onderdelen, zoals de
versnellingspook en de stoelenrails.
— Houd de bedrading uit de buurt van
zeer warme plekken, zoals bij een
verwarmingsrooster.
— Leid de gele draad niet door een gat naar het
motorcompartiment om aan te sluiten op de
accu.
— Plak eventuele losse aansluitingen,
draadeinden of stekkers netjes af met
isolatieband.
— Maak de kabels niet korter.
— Tap in geen geval de stroomkabel voor dit
toestel af om andere apparatuur van stroom
te voorzien. Het vermogen van de draad is
beperkt.
— Gebruik een zekering met het voorgeschreven
vermogen.
— Sluit de negatieve luidsprekerdraden in geen
geval direct op aarde aan.
— Bundel de negatieve luidsprekerdraden in
geen geval samen.
• Via de blauw/witte draad wordt een stuursignaal
geproduceerd wanneer dit toestel is ingeschakeld.
Verbind deze met de systeemafstandsbediening
van een externe eindversterker, of met de
stuuraansluiting voor het relais van de antenne
van het voertuig (max. 300 mA, 12 V gelijkstroom).
Als het voertuig een ruitantenne heeft, dient u
deze draad te verbinden met de stroomaansluiting
van de antennesignaalversterker (booster).
• Verbind de blauw/witte draad in geen geval met de
stroomaansluiting van een externe eindversterker.
Verbind deze draad ook in geen geval met de
stroomaansluiting zelf van de antenne van de
auto. Doet u dit toch, dan kan de accu leeglopen
of kunnen zich andere storingen voordoen.
• IP-BUS stekkers zijn kleurgecodeerd. Let erop
dat u alleen stekkers van dezelfde kleur op elkaar
aansluit.
• De zwarte draad is de aarding. Deze draad en de
aardingen van andere apparatuur (in het bijzonder
producten met een hoog vermogen, zoals een
eindversterker), moeten onafhankelijk van elkaar
worden aangesloten. Doet u dit niet, dan kan er
brand ontstaan of kunnen zich storingen voordoen
wanneer de bedrading onbedoeld los raakt.