Documenttranscriptie
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Copyright en handelsmerken
Specificaties kunnen worden gewijzigd zonder kennisgeving vooraf. Linksys is een gedeponeerd handelsmerk
van Cisco Systems, Inc. en/of zijn dochterondernemingen in de VS en bepaalde andere landen. Copyright © 2006
Cisco Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden. Andere merken en productennamen zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke houders.
Toelichting op het gebruik van deze handleiding
Deze handleiding bij de Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik is ontworpen om netwerkgebruik met behulp
van de gateway nog gemakkelijker te maken. Let op de volgende zaken als u deze gebruikershandleiding leest:
Dit vinkje geeft een aandachtspunt aan en is iets waar u
speciaal op moet letten bij het gebruik van de gateway.
Dit uitroepteken geeft een voorzorgsmaatregel of
waarschuwing aan en is bedoeld om u erop attent te
maken dat bij onvoorzichtig handelen uw eigendom of
de gateway beschadigd kan raken.
Dit vraagteken is bedoeld ter herinnering aan een handeling
die u mogelijk moet uitvoeren bij het gebruik van de gateway.
Naast deze symbolen worden er definities voor technische termen gegeven die als volgt worden weergegeven:
woord: definitie.
Ook is iedere afbeelding (grafiek, schermafbeelding of anders) voorzien van een afbeeldingsnummer en
beschrijving, zoals:
Afbeelding 0-1: voorbeeld van een afbeeldingsbeschrijving
Afbeeldingsnummers en beschrijvingen vindt u ook in het deel "Afbeeldingenlijst" in de "Inhoudsopgave".
WAG200G-NL-UG-60328A BW
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Inleiding
Welkom
Waar bestaat deze gebruikershandleiding uit?
Hoofdstuk 2: Het plannen van uw netwerk
De functies van de gateway
IP-adressen
Hoofdstuk 3: Bekend raken met de Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Poorten en reset-knop op zijpaneel
LED's op zijpaneel
Hoofdstuk 4: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik aansluiten
Overzicht
Bekabelde verbinding met een computer
Draadloze verbinding met een computer
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Overzicht
Het webgebaseerde hulpprogramma openen
Het tabblad Setup (Instellingen)
Het tabblad Wireless (Draadloos)
Het tabblad Security (Beveiliging)
Het tabblad Access Restrictions (Toegangsbeperkingen)
Het tabblad Applications and Gaming (Toepassingen en games)
Het tabblad Administration (Administratie)
Het tabblad Status
Bijlage A: Probleemoplossing
Algemene problemen en oplossingen
Veelgestelde vragen
Bijlage B: Draadloze beveiliging
Beveiligingsmaatregelen
Beveiligingsgevaren bij draadloze netwerken
Bijlage C: Het achterhalen van het MAC- en IP-adres voor uw Ethernet-adapter
Instructies voor Windows 98 of Me
Instructies voor Windows 2000 of XP
1
1
2
4
4
4
6
6
7
8
8
9
10
11
11
13
14
22
27
29
31
35
41
45
45
54
62
62
62
65
65
66
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bijlage D: Het upgraden van de firmware
Bijlage E: Verklarende woordenlijst
Bijlage F: Specificaties
Bijlage G: Informatie over garantie
Bijlage H: Informatie over regelgeving
Bijlage I: Contactgegevens
67
68
75
77
78
89
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Hoofdstuk 1: Inleiding
Welkom
Bedankt dat u hebt gekozen voor de Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik. Via deze gateway krijgen uw
computers de beschikking over een snelle internetverbinding en andere bronnen, zoals bestanden en printers.
Aangezien de gateway werkt met draadloze communicatie, is internettoegang mogelijk via het bekabelde netwerk
en via de draadloze broadcast met snelheden tot 11 Mbps voor Wireless-B en tot 54 Mbps voor Wireless-G.
Hoe krijgt de gateway dat allemaal voor elkaar? Doordat de gateway wordt verbonden met internet en met uw
computers en randapparaten, kan de gateway de communicatie met uw netwerk sturen.
Ter bescherming van uw gegevens en privacy beschikt de gateway over een geavanceerde firewall die
internetaanvallers buiten het netwerk houden. Draadloze overdracht van gegevens beveiligt u met de krachtige
gegevenscodering. Bovendien kunt u uw gezin beschermen met functies voor ouderlijk toezicht zoals beperking
van de internettoegang en blokkering van websites door middel van trefwoorden. U kunt de instellingen van de
gateway configureren via het gebruiksvriendelijke, webgebaseerde hulpprogramma.
Wat betekent dit voor u?
wpa (wi-fi protected access): een draadloos
beveiligingsprotocol dat gebruikmaakt van TKIPcodering (Temporal Key Integrity Protocol), en dat
samen met een RADIUS-server kan worden gebruikt.
spi-firewall (stateful packet inspection): een
technologie die inkomende gegevenspakketten
inspecteert voordat deze toegang krijgen tot het
netwerk.
Netwerken zijn handig voor het delen van internettoegang en computerbronnen. U hebt vanaf verschillende
computers toegang tot één printer en tot gegevens die zich op de vaste schijf van een andere computer bevinden.
Netwerken worden zelfs gebruikt voor het spelen van videogames met meerdere spelers. Netwerken zijn dus niet
alleen nuttig thuis en op kantoor, maar u kunt er ook plezier aan beleven.
firewall: beveiligingsmaatregelen waarmee de
bronnen van een lokaal netwerk tegen indringers
worden beschermd.
Computers in een bekabeld netwerk vormen samen een LAN (Local Area Network). Ze zijn verbonden via
Ethernet-kabels en daarom is er sprake van een 'bekabeld' netwerk. Computers die zijn uitgerust met draadloze
kaarten of adapters, kunnen zonder lastige kabels communiceren. Deze computers delen dezelfde draadloze
instellingen en vormen daardoor een draadloos netwerk binnen hun zend- en ontvangstbereik. Dit wordt ook
wel een WLAN of Wireless Local Area Network genoemd. Aangezien de gateway over functies voor draadloze
communicatie beschikt, kan deze als brug fungeren tussen uw bekabelde en draadloze netwerk, zodat deze
met elkaar kunnen communiceren.
nat (network address translation): NAT-technologie
zet IP-adressen van een lokaal netwerk om in een
ander IP-adres voor internet.
Als alle netwerken (bekabeld, draadloos en internet) met elkaar zijn verbonden, kunt u bestanden en
internettoegang delen en zelfs games spelen. Tegelijkertijd beschermt de Wireless-G ADSL-gateway voor
thuisgebruik uw netwerken tegen onbevoegde en ongenode gebruikers.
netwerk: een reeks computers of apparaten die met
elkaar zijn verbonden met als doel het delen, opslaan
en/of verzenden van gegevens tussen gebruikers.
lan (local area network): de computers en
netwerkproducten waaruit uw lokale netwerk thuis
of op kantoor bestaat.
Linksys raadt u aan de installatie-cd-rom te gebruiken wanneer u de gateway voor het eerst installeert. Als u de
installatiewizard op de installatie-cd-rom niet wilt uitvoeren, gebruikt u de instructies in deze handleiding om de
gateway aan te sluiten, in te stellen en te configureren voor gebruik als brug tussen uw verschillende netwerken.
Als u deze instructies volgt, kunt u de Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik maximaal benutten.
Hoofdstuk 1: Inleiding
Welkom
1
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Waar bestaat deze gebruikershandleiding uit?
In deze gebruikershandleiding worden de stappen voor het instellen en gebruiken van de Wireless-G
ADSL-gateway voor thuisgebruik behandeld.
• Hoofdstuk 1: Inleiding
In dit hoofdstuk worden de toepassingen van de Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik en deze
gebruikershandleiding beschreven.
• Hoofdstuk 2: Uw netwerk plannen
In dit hoofdstuk worden de basisprincipes van netwerkgebruik beschreven.
• Hoofdstuk 3: Bekend raken met de Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
In dit hoofdstuk worden de fysieke kenmerken van de gateway beschreven.
• Hoofdstuk 4: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik aansluiten
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de gateway op uw netwerk kunt aansluiten.
• Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u het webgebaseerde hulpprogramma gebruikt om de instellingen op
de gateway te configureren.
• Bijlage A: Probleemoplossing
In deze bijlage worden enkele problemen en oplossingen evenals veelgestelde vragen met betrekking tot
installatie en gebruik van de Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik beschreven.
• Bijlage B: Draadloze beveiliging
In deze bijlage worden de risico's van draadloze netwerken toegelicht, evenals enkele oplossingen om deze
risico's te beperken.
• Bijlage C: Het MAC- en IP-adres voor uw Ethernet-adapter achterhalen
In deze bijlage wordt beschreven hoe u het MAC-adres voor de Ethernet-adapter van uw computer kunt
vinden zodat u de functie MAC-filtering en/of MAC-adres klonen van de gateway kunt gebruiken.
• Bijlage D: Een upgrade van de firmware uitvoeren
In deze bijlage wordt uitgelegd hoe u de firmware van de gateway kunt upgraden, indien dat nodig mocht zijn.
• Bijlage E: Verklarende woordenlijst
In deze bijlage wordt een kort overzicht van veelgebruikte netwerkbegrippen gegeven.
Hoofdstuk 1: Inleiding
Waar bestaat deze gebruikershandleiding uit?
2
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
• Bijlage F: Specificaties
Deze bijlage voorziet in de technische specificaties van de gateway.
• Bijlage G: Informatie over garantie
Deze bijlage voorziet in de garantie-informatie voor de gateway.
• Bijlage H: Informatie over regelgeving
Deze bijlage voorziet in de regelgevingsinformatie met betrekking tot de gateway.
• Bijlage I: Contactgegevens
Deze bijlage voorziet in contactgegevens voor verschillende Linksys-bronnen, inclusief technische
ondersteuning.
Hoofdstuk 1: Inleiding
Waar bestaat deze gebruikershandleiding uit?
3
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Hoofdstuk 2: Het plannen van uw netwerk
De functies van de gateway
Een gateway is een netwerkapparaat dat twee netwerken met elkaar verbindt.
In dit geval verbindt de gateway uw LAN (Local Area Network) of de groep computers bij u thuis of op kantoor met
internet. De gateway verwerkt en reguleert de gegevens die heen en weer gaan tussen deze twee netwerken.
De NAT-functie van de gateway beschermt uw computernetwerk zodat gebruikers aan de publieke kant, oftewel
op internet, uw computers niet kunnen 'zien'. Zo houdt u uw netwerk privé. De gateway beschermt uw netwerk
door elk pakket dat binnenkomt via de internetpoort te inspecteren alvorens het aan de juiste computer in uw
netwerk af te leveren. De gateway inspecteert internetpoortservices zoals de webserver, FTP-server of andere
internettoepassingen en stuurt, indien toegestaan, het pakket door naar de juiste computer in het LAN.
De poorten van de gateway verbinden twee kanten met elkaar. De LAN-poorten zijn verbonden met het LAN en de
ADSL-poort is verbonden met internet. De LAN-poorten verzenden gegevens met een snelheid van 10/100 Mbps.
IP-adressen
Afbeelding 2-1: Netwerk
Wat is een IP-adres?
IP staat voor Internet Protocol. Elk apparaat in een IP-netwerk, met inbegrip van computers, printservers en
gateways, heeft een IP-adres nodig om zijn 'locatie' of adres, in het netwerk aan te geven. Dit geldt voor zowel
de internetverbindingen als de LAN-verbindingen. Een IP-adres kan op twee manieren worden toegewezen aan
uw netwerkapparaten. U kunt zelf vaste IP-adressen toewijzen of de gateway dynamisch IP-adressen laten
toewijzen.
Vaste IP-adressen
Een vast IP-adres is een onveranderlijk IP-adres dat u handmatig toewijst aan een computer of ander apparaat in
het netwerk. Aangezien een vast IP-adres geldig blijft totdat u het uitschakelt, waarborgt het gebruik van vaste
IP-adressen dat apparaten waaraan een dergelijk adres is toegewezen altijd hetzelfde IP-adres hebben, totdat
u dit wijzigt. Vaste IP-adressen moeten uniek zijn en alleen worden gebruikt bij netwerkapparaten zoals
servercomputers of printservers.
Hoofdstuk 2: Het plannen van uw netwerk
De functies van de gateway
IP (Internet Protocol) - Een protocol dat wordt gebruikt
voor het verzenden van gegevens via een netwerk.
OPMERKING: Aangezien de gateway een apparaat
is dat twee netwerken met elkaar verbindt, heeft het
twee IP-adressen nodig: een voor het LAN en een
voor internet. In deze gebruikershandleiding vindt
u verwijzingen naar het "internet-IP-adres" en het
"LAN-IP-adres"
Aangezien in de gateway gebruik wordt gemaakt van
NAT-technologie, is het internet-IP-adres van uw
gateway het enige IP-adres dat op internet zichtbaar
is voor uw netwerk. Maar zelfs dit internet-IP-adres
kan worden geblokkeerd, zodat de gateway en het
netwerk onzichtbaar lijken op internet. Zie de
omschrijving van het blokkeren van WAN-verzoeken
in het beveiligingsgedeelte van "Hoofdstuk 5: De
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
configureren".
4
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Aangezien u de gateway gebruikt om uw DSL-internetverbinding te delen, kunt u het beste contact opnemen met
uw internetprovider om uit te zoeken of aan uw account een vast IP-adres is toegewezen. Als dat het geval is,
moet u dat vaste IP-adres gebruiken bij het configureren van de gateway. U kunt deze informatie opvragen bij uw
internetprovider.
Dynamische IP-adressen
Een dynamisch IP-adres wordt automatisch toegewezen aan apparaten in het netwerk, zoals computers of
printservers. Deze dynamische IP-adressen worden 'dynamisch' genoemd omdat zij slechts tijdelijk worden
toegewezen aan de computer of het apparaat. Na een bepaalde tijd verlopen zij en veranderen zij mogelijk.
Als een computer zich aanmeldt bij het netwerk (of internet) en het dynamische IP-adres is verlopen, wijst de
DHCP-server automatisch een nieuw dynamisch IP-adres toe aan deze computer.
DHCP-servers (Dynamic Host Configuration Protocol)
Een DHCP-server wijst nieuwe IP-adressen toe aan computers en andere netwerkapparaten die werken met
dynamische IP-adressen. De computer of het netwerkapparaat waaraan een IP-adres wordt toegewezen, wordt
de DHCP-client genoemd. DHCP neemt u de moeizame taak uit handen om handmatig IP-adressen te moeten
toewijzen telkens wanneer een nieuwe gebruiker wordt toegevoegd aan uw netwerk.
Een DHCP-server kan een aangewezen computer in het netwerk zijn of een ander netwerkapparaat, zoals de
gateway. De gateway fungeert standaard als DHCP-server.
Als er al een DHCP-server op uw netwerk actief is, moet u een van de twee DHCP-server uitschakelen. Als u meer
dan één DHCP-server in uw netwerk gebruikt, treden er netwerkfouten op, zoals conflicterende IP-adressen.
Zie voor meer informatie over het uitschakelen van DHCP op de gateway u het DHCP-gedeelte in "Hoofdstuk 5:
De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren".
Hoofdstuk 2: Het plannen van uw netwerk
IP-adressen
5
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Hoofdstuk 3: Bekend raken met de Wireless-G ADSLgateway voor thuisgebruik
Poorten en reset-knop op zijpaneel
De poorten en reset-knop van de gateway bevinden zich op het zijpaneel.
Afbeelding 3-1: Poorten en reset-knop op zijpaneel
Lijn
De Line-poort dient te worden aangesloten op de ADSL-lijn.
Ethernet (1-4)
De Ethernet-poorten worden aangesloten op uw computers en andere netwerkapparaten.
Reset-knop
Er zijn twee manieren om de fabrieksinstellingen van de gateway te herstellen. U kunt
ongeveer tien seconden lang op de reset-knop drukken of de standaardwaarden herstellen
in het scherm Factory Defaults (Fabrieksinstellingen) van het tabblad Administration (Beheer)
in het webgebaseerde hulpprogramma van de gateway.
Power (Voeding) De poort Power (Voeding) is de poort waarop u de netstroomadapter aansluit.
Hoofdstuk 3: Bekend raken met de Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Poorten en reset-knop op zijpaneel
BELANGRIJK: Als de gateway op
standaardwaarden wordt ingesteld, worden
al uw instellingen (voor internetverbinding,
draadloze communicatie en overige) gewist en
vervangen door de fabrieksinstellingen. Stel
de gateway niet op standaardwaarden in als u
de desbetreffende instellingen wilt behouden.
6
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
LED's op zijpaneel
De LED's van de gateway, waarmee de netwerkactiviteit wordt aangegeven, bevinden zich op het andere zijpaneel.
Afbeelding 3-2: LED's op zijpaneel
POWER
(VOEDING)
WIRELESS
(DRAADLOOS)
Groen. De LED POWER (VOEDING) licht op als de gateway wordt ingeschakeld.
Groen. De LED WIRELESS (DRAADLOOS) licht op wanneer er een draadloze verbinding tot
stand is gebracht. Als de LED knippert, worden er actief gegevens verzonden naar of
ontvangen van de apparaten in het netwerk.
ETHERNET (1-4) Groen. De LED ETHERNET heeft twee functies. Als de LED ononderbroken brandt, is de
gateway via de LAN-poort met een apparaat verbonden. Als de LED knippert, is dit een
aanwijzing van netwerkactiviteit.
DSL
Groen. De LED DSL licht op wanneer er een DSL-verbinding tot stand is gebracht. Deze LED
knippert terwijl de gateway de ADSL-verbinding tot stand brengt.
INTERNET
Groen. De LED INTERNET licht groen op als een internetverbinding met de internetprovider tot
stand is gebracht. De LED INTERNET licht rood op als de verbinding met de internetprovider
niet tot stand kan worden gebracht.
Hoofdstuk 3: Bekend raken met de Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
LED's op zijpaneel
7
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Hoofdstuk 4: De Wireless-G ADSL-gateway voor
thuisgebruik aansluiten
Overzicht
De installatietechnicus van uw internetprovider heeft, als het goed is, de instellingsgegevens voor de modem bij
u achtergelaten na de installatie van uw breedbandverbinding. Is dat niet het geval, bel dan de internetprovider
en vraag om deze gegevens.
Zodra u over de instellingsgegevens voor uw specifieke type internetverbinding beschikt, kunt u beginnen met
het installeren en instellen van de gateway.
Als u een computer met een Ethernet-adapter wilt gebruiken om de gateway te configureren, gaat u naar
"Bekabelde verbinding met een computer". Als u een computer met een draadloze adapter wilt gebruiken
voor het configureren van de gateway, gaat u naar "Draadloze verbinding met een computer".
Hoofdstuk 4: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik aansluiten
Overzicht
8
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bekabelde verbinding met een computer
1. Zorg ervoor dat alle hardware in uw netwerk is uitgeschakeld, met inbegrip van de gateway en alle computers.
2. Sluit een telefoonkabel aan op de Line-poort op het zijpaneel van de gateway en op de wandaansluiting van
de ADSL-lijn. Mogelijk moet er een klein apparaatje, dat een microfilter wordt genoemd (niet inbegrepen),
tussen elke telefoon en wandcontactdoos worden geplaatst om interferentie te voorkomen. Neem contact op
met uw internetprovider als u nog vragen hebt.
OPMERKING: Mogelijk moet er een klein apparaatje, dat een microfilter wordt genoemd (niet
inbegrepen), tussen elke telefoon en wandcontactdoos worden geplaatst om interferentie te
voorkomen. Neem contact op met uw internetprovider als u nog vragen hebt.
Afbeelding 4-1: De ADSL-lijn aansluiten
BELANGRIJK: In landen waar telefoonconnectors met RJ-11-aansluitingen worden gebruikt, moet
u ervoor zorgen dat de microfilters tussen de telefoon en de wandaansluiting worden geplaatst en
niet tussen de gateway en de wandaansluiting. Anders maakt uw ADSL geen verbinding.
In landen waar geen telefoonconnectors worden gebruikt met RJ-11-aansluitingen (zoals Frankrijk,
Zweden, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk, enz.), moeten alle gebruikers, behalve ISDN-gebruikers,
de microfilter gebruiken tussen de gateway en de wandaansluiting, omdat de microfilter de RJ-11aansluiting bevat.
Gebruikers van Annex B (versies E1 en DE van de gateway) moeten de meegeleverde speciale kabel
gebruiken om de gateway aan te sluiten op de wandaansluiting (RJ-45 naar RJ-12). Als u splitters
of speciale connectors nodig hebt, neemt u contact op met uw serviceprovider.
3. Sluit het ene uiteinde van een Ethernet-netwerkkabel aan op een van de Ethernet-poorten (aangeduid met
nummers 1-4) aan de achterkant van de gateway, en het andere uiteinde op een Ethernet-poort op een computer.
Herhaal deze stap om meerdere computers, een switch of andere netwerkapparaten aan te sluiten op de
gateway.
4. Sluit de netstroomadapter aan op de voedingspoort van de gateway en op een wandcontactdoos.
Afbeelding 4-2: Een pc aansluiten
OPMERKING: Sluit de netstroomadapter van de gateway altijd aan op een
stekkerdoos met bescherming tegen overspanning.
De LED Power op het voorpaneel licht groen op zodra de netstroomadapter correct is aangesloten. De LED
Power knippert enkele seconden lang en gaat dan branden zodra de zelftest is voltooid. Als de LED een
minuut of langer knippert, raadpleegt u "Bijlage A: Probleemoplossing".
5. Schakel een van de computers in die zijn aangesloten op de gateway.
Ga naar "Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren".
Hoofdstuk 4: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik aansluiten
Bekabelde verbinding met een computer
Afbeelding 4-3: De voeding aansluiten
9
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Draadloze verbinding met een computer
Als u een draadloze verbinding wilt gebruiken om toegang te krijgen tot de gateway, volgt u de onderstaande
instructies:
1. Zorg ervoor dat alle hardware in uw netwerk is uitgeschakeld, met inbegrip van de gateway en alle computers.
2. Sluit een telefoonkabel aan op de Line-poort op het achterpaneel van de gateway en op de wandaansluiting
van de ADSL-lijn. Mogelijk moet er een klein apparaatje, dat een microfilter wordt genoemd (niet inbegrepen),
tussen elke telefoon en wandcontactdoos worden geplaatst om interferentie te voorkomen. Neem contact op
met uw internetprovider als u nog vragen hebt.
OPMERKING: Mogelijk moet er een klein apparaatje, dat een microfilter wordt genoemd (niet
inbegrepen), tussen elke telefoon en wandcontactdoos worden geplaatst om interferentie te
voorkomen. Neem contact op met uw internetprovider als u nog vragen hebt.
Afbeelding 4-4: De ADSL-lijn aansluiten
BELANGRIJK: In landen waar telefoonconnectors met RJ-11-aansluitingen worden gebruikt, moet u
ervoor zorgen dat de microfilters tussen de telefoon en de wandaansluiting worden geplaatst en niet
tussen de gateway en de wandaansluiting. Anders maakt uw ADSL geen verbinding.
In landen waar geen telefoonconnectors worden gebruikt met RJ-11-aansluitingen (zoals Frankrijk,
Zweden, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk, enz.), moeten alle gebruikers, behalve ISDN-gebruikers,
de microfilter gebruiken tussen de gateway en de wandaansluiting, omdat de microfilter de RJ-11aansluiting bevat.
Gebruikers van Annex B (versies E1 en DE van de gateway) moeten de meegeleverde speciale kabel
gebruiken om de gateway aan te sluiten op de wandaansluiting (RJ-45 naar RJ-12). Als u splitters of
speciale connectors nodig hebt, neemt u contact op met uw serviceprovider.
3. Sluit de netstroomadapter aan op de voedingspoort van de gateway en op een wandcontactdoos.
De LED Power op het voorpaneel licht groen op zodra de netstroomadapter correct is aangesloten. De LED
Power knippert enkele seconden lang en gaat dan branden zodra de zelftest is voltooid. Als de LED een
minuut of langer knippert, raadpleegt u "Bijlage A: Probleemoplossing".
4. Schakel een van de computers in uw draadloze netwerk(en) in.
5. Als u voor het eerst toegang wilt verkrijgen tot de gateway via een draadloze verbinding, moet u ervoor
zorgen dat de SSID van de draadloze adapter van de computer is ingesteld op linksys (de standaardinstelling
voor de gateway) en dat de draadloze beveiliging van de adapter is uitgeschakeld. Nadat u toegang het
verkregen tot de gateway, kunt u de instellingen voor de gateway en de adapter voor deze computer wijzigen
zodat deze overeenkomen met uw gebruikelijke netwerkinstellingen.
Ga naar "Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren".
Hoofdstuk 4: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik aansluiten
Draadloze verbinding met een computer
Afbeelding 4-5: De voeding aansluiten
OPMERKING: U moet altijd de standaardwaarde voor
de SSID, linksys, wijzigen en draadloze beveiliging
inschakelen.
10
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor
thuisgebruik configureren
Overzicht
Volg de stappen in dit hoofdstuk en gebruik het webgebaseerde hulpprogramma van de gateway om de gateway
te configureren. In dit hoofdstuk komen alle webpagina's van het hulpprogramma en de belangrijkste functies op
deze pagina's aan de orde. U hebt toegang tot het hulpprogramma via de webbrowser op een computer die op de
gateway is aangesloten. Voor een standaardnetwerkinstelling hoeft u doorgaans alleen de volgende schermen
van het hulpprogramma te gebruiken:
• Basic Setup (Basisinstellingen). In het scherm Basic Setup (Basisinstellingen) voert u de instellingen in die
u via uw internetprovider hebt ontvangen.
HEBT U: TCP/IP op uw computers ingeschakeld?
Computers kunnen met dit protocol via het
netwerk communiceren. Raadpleeg de Windows
Help voor meer informatie over TCP/IP.
OPMERKING: U kunt voor extra veiligheid
zorgen door het wachtwoord te wijzigen via
het tabblad Administration (Administratie).
• Management (Beheer). Klik op het tabblad Administration (Administratie) en op het tabblad Management
(Beheer). Zowel de standaardgebruikersnaam als het standaardwachtwoord van de gateway is admin. U kunt
dit wachtwoord wijzigen om de gateway beter te beveiligen.
Er zijn zeven hoofdtabbladen: Setup (Installatie), Wireless (Draadloos), Security (Beveiliging), Access Restrictions
(Toegangsbeperkingen), Applications & Gaming (Toepassingen en games), Administration (Administratie) en
Status. Nadat u op één van de hoofdtabbladen hebt geklikt, worden meer tabbladen weergegeven.
Setup (Installatie)
• Basic Setup (Basisinstellingen). Geef in dit scherm de internetverbinding en de netwerkinstellingen op.
• DDNS. Vul de velden in dit scherm in om de functie DDNS (Dynamic Domain Name System) van de gateway
in te schakelen.
• Advanced Routing (Geavanceerde routing). In dit scherm kunt u de NAT- en routingconfiguratie wijzigen.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Overzicht
11
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Wireless (Draadloos)
• Basic Wireless Settings (Standaardinstellingen voor draadloos netwerk). In dit scherm kunt u de instellingen
voor het draadloze netwerk kiezen.
• Wireless Security (Draadloze beveiliging). In dit scherm kunt u de instellingen voor draadloze beveiliging
configureren.
• Wireless Access (Draadloze toegang). In dit scherm kunt u de toegang tot uw draadloze netwerk regelen.
• Advanced Wireless Settings (Geavanceerde instellingen voor draadloos netwerk). In dit scherm kunt u
toegang krijgen tot de geavanceerde instellingen voor draadloos netwerkgebruik.
Security (Beveiliging)
In dit scherm kunt u de firewall uit- of inschakelen, filters instellen, WAN-verzoeken blokkeren en
VPN-doorvoer (virtueel particulier netwerk) in- of uitschakelen.
Access Restrictions (Toegangsbeperkingen)
vpn (virtueel particulier netwerk): een veiligheidsmaatregel
om gegevens te beschermen wanneer deze een netwerk
verlaten en via internet naar een ander netwerk gaan.
• Internet Access (Internettoegang). In dit scherm kunt u het internetgebruik en internetverkeer op uw lokale
netwerk beheren.
Applications & Gaming (Toepassingen en games)
• Single Port Forwarding (Doorsturen één poort). In dit scherm kunt u veelgebruikte services of toepassingen
instellen waarbij doorsturen via één enkele poort is vereist.
• Port Range Forwarding (Doorsturen poortbereik). In dit scherm kunt u openbare diensten of andere
gespecialiseerde internettoepassingen instellen die vereisen dat verkeer via een bereik van poorten wordt
doorgestuurd.
• Port Triggering (Poorttriggers). Klik op dit tabblad om getriggerde bereiken en doorgestuurde bereiken in te
stellen voor internettoepassingen.
• DMZ. Klik op deze tab als u één lokale computer verbinding met internet wilt laten maken om speciale
services te gebruiken.
• QoS. Gebruik Quality of Service (QoS) om verschillende prioriteitsniveaus toe te wijzen aan verschillende
typen gegevensoverdracht.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Overzicht
12
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Administration (Administratie)
• Management (Beheer). In dit scherm kunt u de instellingen voor gatewaytoegang, SNMP (Simple Network
Management Protocol), UPnP (Universal Plug and Play), IGMP-Proxy (IGMP staat voor Internet Group Multicast
Protocol) en draadloos beheer wijzigen.
• Reporting (Rapportage). Klik op deze tab als u een activiteitenlogboek wilt weergeven of opslaan.
• Diagnostics (Diagnostische gegevens). In dit scherm kunt u een Ping-test uitvoeren.
• Backup&Restore (Back-up en herstel). In dit scherm kunt u een reservekopie maken van het
configuratiebestand van de gateway of dit configuratiebestand herstellen.
• Factory Defaults (Fabrieksinstellingen). In dit scherm kunt u de fabrieksinstellingen van de gateway herstellen.
• Firmware Upgrade (Firmware-upgrade). Klik op deze tab als u een upgrade wilt uitvoeren van de firmware
voor de gateway.
• Reboot (Herstarten). In dit scherm kunt u een harde of zachte herstart van de gateway uitvoeren.
Status
• Gateway. In dit scherm vindt u de statusgegevens van de gateway.
• Local Network (Lokaal netwerk). Hier vindt u de statusgegevens van het lokale netwerk.
• Wireless (Draadloos). In dit scherm vindt u de statusgegevens van het draadloze netwerk.
• DSL Connection (DSL-verbinding). In dit scherm vindt u de statusgegevens van de DSL-verbinding.
Het webgebaseerde hulpprogramma openen
Voor toegang tot het webgebaseerde hulpprogramma, start u Internet Explorer of Netscape Navigator en typt u
het standaard-IP-adres van de gateway (192.168.1.1) in het veld Adres. Druk vervolgens op Enter.
Er wordt een aanmeldscherm weergegeven (gebruikers van Windows XP zien een vergelijkbaar scherm).
Typ admin, de standaardgebruikersnaam, in het veld Gebruikersnaam en typ admin, het standaardwachtwoord,
in het veld Wachtwoord. Klik vervolgens op OK.
Afbeelding 5-1: Login Screen
(Aanmeldscherm)
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het webgebaseerde hulpprogramma openen
13
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Setup (Instellingen)
Het tabblad Basic Setup (Basisinstellingen)
Het eerste scherm dat wordt weergegeven, is het tabblad Basic Setup (Basisinstellingen) Op dit tabblad kunt u de
algemene instellingen van de gateway wijzigen. Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik
op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) om de wijzigingen op te slaan of klik op Cancel Changes
(Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen te annuleren.
Internet Setup (Internetinstellingen)
• Internet Connection Type (Type internetverbinding). De gateway ondersteunt vijf methoden voor inkapseling:
RFC 1483 Bridged (Brug), RFC 1483 Routed (Gerouteerd), RFC 2516 PPPoE, RFC 2364 PPPoA en Bridged Mode
Only (Alleen brug). Selecteer het gewenste type inkapseling in het vervolgkeuzemenu. Het scherm Basic
Setup (Basisinstellingen) en de beschikbare functies zijn bij elk geselecteerd type inkapseling anders.
• VC Settings (Instellingen VC). In dit gedeelte kunt u uw VC-instellingen (virtueel circuit) configureren.
• Multiplexing: selecteer LLC of VC, afhankelijk van uw internetprovider.
• QoS-type: maak een keuze uit het vervolgkeuzemenu: CBR (Continuous Bit Rate) om een vaste
bandbreedte voor spraak- of gegevensverkeer te specificeren; UBR (Unspecific Bit Rate) voor
toepassingen die niet tijdgevoelig zijn, zoals e-mail; of VBR (Variable Bite Rate) voor piekverkeer en
het delen van bandbreedte met andere toepassingen.
• Pcr Rate (Pcr-snelheid): u kunt de Peak Cell Rate, oftewel de maximale snelheid waarmee de gebruiker
cellen kan verzenden, berekenen door de snelheid van de DSL-lijn door 424 te delen. Geef de snelheid
op in het veld (indien uw serviceprovider dit als eis stelt).
Afbeelding 5-2: Basic Setup (Basisinstellingen)
• Scr Rate (Scr-snelheid): met de Sustain Cell Rate wordt de gemiddelde snelheid ingesteld waarmee cellen
kunnen worden verzonden. De SCR-waarde ligt normaliter lager dan de PCR-waarde. Geef de snelheid op
in het veld (indien uw serviceprovider dit als eis stelt).
• Autodetect (Automatische detectie): selecteer Enable (Inschakelen) als u de instellingen automatisch wilt
laten invoeren of selecteer Disable (Uitschakelen) als u de waarden handmatig wilt invoeren.
• Virtual Circuit (Virtueel circuit): deze velden bestaan uit twee items: VPI (Virtual Path Identifier) en VCI
(Virtual Channel Identifier). U ontvangt de juiste instellingen voor deze velden van uw internetprovider.
• IP Settings (Instellingen IP). Volg de instructies in het gedeelte voor uw type inkapseling.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Setup (Instellingen)
14
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
RFC 1483 Bridged (Brug)
Dynamic IP (Dynamisch IP-adres)
IP Settings (Instellingen IP). Als uw internetprovider aangeeft dat u verbinding maakt via een dynamisch
IP-adres, selecteert u Obtain an IP Address Automatically (Automatisch een IP-adres laten toewijzen).
Static IP (Vast IP-adres)
Als u een permanent (vast) IP-adres moet gebruiken om verbinding te maken met internet, selecteert u Use
the following IP Address (Het volgende IP-adres gebruiken).
• Internet IP Address (IP-adres voor internet). Dit is het IP-adres van de gateway dat gebruikers op het WAN
of op internet te zien krijgen. U ontvangt het IP-adres dat u hier dient op te geven via uw internetprovider.
• Subnet Mask (Subnetmasker). Dit is het subnetmasker van de gateway. U ontvangt het subnetmasker via
uw internetprovider.
Afbeelding 5-3: RFC 1483 Bridged (Brug) Dynamisch IP-adres
• Gateway. U ontvangt het standaardgateway-adres via uw internetprovider. Dit is het IP-adres van de
server van de internetprovider.
• Primary DNS (Primaire DNS) (vereist) en Secondary DNS (Secundaire DNS) (optioneel). U ontvangt het
IP-adres van ten minste één DNS (Domain Name System) via uw internetprovider.
Afbeelding 5-4: RFC 1483 Bridged (Brug)Static IP (Vast IP-adres)
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Setup (Instellingen)
15
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
RFC 1483 Routed (Gerouteerd)
Als u RFC 1483 Routed (Gerouteerd) moet gebruiken, selecteert u RFC 1483 Routed.
• Internet IP Address (IP-adres voor internet). Dit is het IP-adres van de gateway dat gebruikers op het WAN
of op internet te zien krijgen. U ontvangt het IP-adres dat u hier dient op te geven via uw internetprovider.
• Subnet Mask (Subnetmasker). Dit is het subnetmasker van de gateway. U ontvangt het subnetmasker via
uw internetprovider.
• Gateway. U ontvangt het standaardgateway-adres via uw internetprovider. Dit is het IP-adres van de
server van de internetprovider.
• Primary DNS (Primaire DNS) (vereist) en Secondary DNS (Secundaire DNS) (optioneel). U ontvangt het
IP-adres van ten minste één DNS (Domain Name System) via uw internetprovider.
Afbeelding 5-5: RFC 1483 Routed (Gerouteerd)
RFC 2516 PPPoE
Sommige internetproviders op basis van DSL brengen internetverbinding tot stand met gebruik van PPPoE
(Point-to-Point Protocol over Ethernet). Als u een internetverbinding via een DSL-lijn gebruikt, dient u contact
op te nemen met uw internetprovider om te controleren of PPPoE wordt gebruikt. Als dit het geval is, schakelt
u PPPoE in.
• Service Name (Naam service). Typ de naam van uw PPPoE-service in dit veld.
• User Name and Password (Gebruikersnaam en wachtwoord). Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord
in die u van uw internetprovider hebt ontvangen.
• Connect on Demand: Max Idle Time (Verbinden op verzoek: Max. duur inactiviteit). U kunt de gateway zo
configureren dat de internetverbinding wordt verbroken bij een periode zonder activiteit (Max. duur
inactiviteit). Als de internetverbinding vanwege inactiviteit is verbroken, wordt de gateway door Connect
on Demand (Verbinden op verzoek) zo ingesteld, dat er automatisch weer verbinding tot stand wordt
gebracht wanneer u verbinding met internet wilt maken. U schakelt deze optie in door op het keuzerondje
bij Connect on Demand (Verbinden op verzoek) te klikken. Voer in het veld Max Idle Time (Max. duur
inactiviteit) het aantal minuten in waarna de internetverbinding moet worden verbroken.
Afbeelding 5-6: RFC 2516 PPPoE
• Keep Alive: Redial Period (Continu verbinding houden: Interval voor opnieuw kiezen). Als u deze optie
selecteert, wordt uw internetverbinding regelmatig gecontroleerd door de gateway. Als de verbinding
wordt verbroken, brengt de gateway automatisch weer een verbinding tot stand. U schakelt deze optie in
door op het keuzerondje bij Keep Alive (Continu verbinding houden) te klikken. Geef in het veld Redial
Period (Interval voor opnieuw kiezen) op hoe vaak u de internetverbinding door de gateway wilt laten
controleren. De standaardinterval voor opnieuw kiezen is 20 seconden.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Setup (Instellingen)
16
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
RFC 2364 PPPoA
Sommige internetproviders op basis van DSL brengen internetverbindingen tot stand met gebruik van PPPoA
(Point-to-Point Protocol over ATM). Als u een internetverbinding via een DSL-lijn gebruikt, neemt u contact op
met uw internetprovider om te controleren of PPPoA wordt gebruikt. Als dit het geval is, schakelt u PPPoA in.
• User Name and Password (Gebruikersnaam en wachtwoord). Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord
in die u van uw internetprovider hebt ontvangen.
• Connect on Demand: Max Idle Time (Verbinden op verzoek: Max. duur inactiviteit). U kunt de gateway
zo configureren dat de internetverbinding wordt verbroken bij een periode zonder activiteit (Max. duur
inactiviteit). Als de internetverbinding vanwege inactiviteit is verbroken, wordt de gateway door Connect
on Demand (Verbinden op verzoek) zo ingesteld, dat er automatisch weer verbinding tot stand wordt
gebracht wanneer u verbinding met internet wilt maken. U schakelt deze optie in door op het keuzerondje
bij Connect on Demand (Verbinden op verzoek) te klikken. Voer in het veld Max Idle Time (Max. duur
inactiviteit) het aantal minuten in waarna de internetverbinding moet worden verbroken.
Afbeelding 5-7: RFC 2364 PPPoA
• Keep Alive: Redial Period (Continu verbinding houden: Interval voor opnieuw kiezen). Als u deze optie
selecteert, wordt uw internetverbinding regelmatig gecontroleerd door de gateway. Als de verbinding
wordt verbroken, brengt de gateway automatisch weer een verbinding tot stand. U schakelt deze optie
in door op het keuzerondje bij Keep Alive (Continu verbinding houden) te klikken. Geef in het veld
Redial Period (Interval voor opnieuw kiezen) op hoe vaak u de internetverbinding door de gateway wilt
laten controleren. De standaardinterval voor opnieuw kiezen is 20 seconden.
Bridged Mode Only (Alleen brug)
Als u de gateway als bridge gebruikt, waardoor de gateway als een stand-alone modem fungeert, selecteert
u Bridged Mode Only (Alleen brug). Alle NAT- en routing-instellingen zijn uitgeschakeld in deze modus.
Optionele instellingen (vereist voor sommige internetproviders)
• Host Name and Domain Name (Hostnaam en domeinnaam). In deze velden kunt u een host- en domeinnaam
voor de gateway opgeven. Sommige internetproviders vragen deze namen ter identificatie. U dient wellicht bij
uw internetprovider na te vragen of uw breedbandinternetdienst is geconfigureerd met een host- en
domeinnaam. In de meeste gevallen kunt u deze velden leeg laten.
• MTU en Size (Formaat). Met de MTU-instelling (Maximum Transmission Unit) geeft u de maximale
pakketgrootte aan die via het netwerk kan worden verstuurd. Selecteer Manual (Handmatig) en geef de
gewenste waarde op in het veld Size (Formaat). U wordt geadviseerd hier een waarde tussen 1200 en 1500
op te geven. Standaard wordt MTU automatisch geconfigureerd.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Setup (Instellingen)
Afbeelding 5-8: Bridged Mode Only (Alleen brug)
17
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Network Setup (Netwerkinstellingen)
• Router IP (IP-adres router). Hier vindt u de waarden voor het lokale IP-adres en het subnetmasker van de
gateway. In de meeste gevallen kunt u de standaardwaarden blijven gebruiken.
• Local IP Address (Lokaal IP-adres). De standaardwaarde is 192.168.1.1.
• Subnet Mask (Subnetmasker). De standaardwaarde is 255.255.255.0.
• Network Address Server Settings (DHCP) (Serverinstellingen netwerkadres [DHCP]). In dit gedeelte
configureert u de DHCP-instellingen (Dynamic Host Configuration Protocol) van de gateway.
• Local DHCP Server (Lokale DHCP-server). DHCP-servers (Dynamic Host Configuration Protocol) wijzen
automatisch een IP-adres voor u toe aan elke computer in uw netwerk. Tenzij u al over een dergelijke
server beschikt, is het uitermate raadzaam om de gateway als DHCP-server te laten fungeren. U kunt de
gateway tevens gebruiken in DHCP Relay-modus.
• DHCP Relay Server (DHCP Relay-server). Als u de DHCP Relay-modus inschakelt voor de instelling Local
DHCP Server (Lokale DHCP-server), geeft u het IP-adres voor de DHCP-server op in de beschikbare velden.
• Starting IP Address (Eerste IP-adres). Voer een numerieke waarde voor de DHCP-server in als u
IP-adressen gaat uitgeven. Deze waarde moet 192.168.1. 2 of hoger zijn omdat het IP-adres van de
gateway standaard 192.168.1.1 is.
Afbeelding 5-9: Optional Settings
(Optionele instellingen)
• Maximum Number of DHCP Users (Maximumaantal DHCP-gebruikers). Geef hier op hoeveel gebruikers/
clients een IP-adres kunnen verkrijgen. Dit aantal hangt af van het ingevoerde eerste IP-adres in het bereik.
• Client Lease Time (Leasetijd client). De leasetijd van de client geeft aan hoelang een computer met zijn
huidige dynamische IP-adres verbinding kan hebben met de gateway. Voer de tijd in minuten in die de
computer krijgt om dit dynamische IP-adres te kunnen gebruiken.
• Static DNS 1-3 (Statische DNS 1-3). Het DNS (Domain Name System) is de manier waarop namen van
domeinen of websites op internet worden omgezet naar internetadressen of URL's. Van uw internetprovider
ontvangt u het IP-adres van ten minste één domeinnaamserver. U kunt hier maximaal drie IP-adressen van
DNS-servers invoeren. Deze adressen worden door de gateway gebruikt om sneller toegang te krijgen tot
werkende DNS-servers.
• WINS. De Windows Internet Naming Service (WINS) zet NetBIOS-namen om in IP-adressen. Als u een
WINS-server gebruikt, geeft u hier het IP-adres van die server op. In alle andere gevallen laat u dit veld leeg.
• Time Setting (Tijdsinstellingen). Selecteer de tijdzone voor de regio waar de gateway zich bevindt.
Schakel desgewenst het selectievakje Automatically adjust clock for daylight saving changes
(Klok automatisch aanpassen aan zomer- en wintertijd) in.
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Setup (Instellingen)
18
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad DDNS
De gateway beschikt over een DDNS-functie (Dynamic Domain Name System). Met DDNS kunt u een vaste hosten domeinnaam aan een dynamisch IP-adres toekennen. Dit is een handige optie wanneer u de host van uw
eigen website, FTP-server of een andere server achter de gateway bent.
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u zich voor de DDNS-dienst aanmelden bij DynDNS.org of TZO.com.
DDNS
DDNS Service (DDNS-dienst). Als uw DDNS-dienst wordt geleverd door DynDNS.org, selecteert u DynDNS.org
in het vervolgkeuzemenu. Als uw DDNS-dienst wordt geleverd door TZO.com, selecteert u TZO.com in het
vervolgkeuzemenu. U kunt de DDNS-dienst uitschakelen door Disabled (Uitgeschakeld) te selecteren.
Afbeelding 5-10: DynDNS.org
DynDNS.org
• User Name (Gebruikersnaam), Password (Wachtwoord) en Host Name (Hostnaam). Geef de gebruikersnaam,
het wachtwoord en de hostnaam op van uw account bij DynDNS.org.
• Internet IP Address (IP-adres voor internet). Hier wordt het huidige internet-IP-adres van de gateway
weergegeven. Dit is een dynamisch adres en het verandert dan ook.
• Status. Hier wordt de status van de verbinding met de DDNS-dienst weergegeven.
TZO.com
• E-mail Address, (E-mailadres), Password (Wachtwoord) en Domain Name (Domeinnaam). Geef het e-mailadres,
het wachtwoord en de domeinnaam op van uw account bij TZO.
• Internet IP Address (IP-adres voor internet). Hier wordt het huidige internet-IP-adres van de gateway
weergegeven. Dit is een dynamisch adres en het verandert dan ook.
• Status. Hier wordt de status van de verbinding met de DDNS-dienst weergegeven.
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Setup (Instellingen)
Afbeelding 5-11: TZO.com
19
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Advanced Routing (Geavanceerde routing)
In het scherm Advanced Routing (Geavanceerde routing) kunt u de instellingen voor NAT, dynamische en
statische routing configureren.
Advanced Routing (Geavanceerde routing)
• Operating Mode (Bedrijfsmodus). In dit gedeelte configureert u de algemene routing-instellingen van de
gateway.
• NAT. NAT is een beveiligingsfunctie die standaard is ingeschakeld. De gateway kan hiermee IP-adressen
omzetten van uw Local Area Network naar een ander IP-adres voor internet. Klik op de knop Disabled
(Uitgeschakeld) als u NAT wilt uitschakelen.
• RIP. Als u over meerdere routers beschikt, kunt u overwegen RIP (Routing Information Protocol) te
gebruiken zodat de routers routing-gegevens met elkaar kunnen uitwisselen. Selecteer het keuzerondje
bij Enabled (Ingeschakeld) als u RIP wilt gebruiken. In alle andere gevallen kiest u voor de
standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld).
Afbeelding 5-12: Advanced Routing
(Geavanceerde routing)
• Send Default Route (Standaardroute verzenden). Selecteer het keuzerondje bij Enabled (Ingeschakeld) als
u RIP versie 1 wilt gebruiken voor routing. In alle andere gevallen kiest u voor de standaardinstelling:
Disabled (Uitgeschakeld).
• Interface. Deze instelling is beschikbaar als u een statische route hebt geconfigureerd en een interface
voor die route moet kiezen. Selecteer de interface die door de gateway moet worden gebruikt:
LAN/Wireless of Internet.
• Dynamic Routing (Dynamische routing). Met dynamische routing kunt u de gateway in staat stellen zich
automatisch aan te passen aan fysieke veranderingen in de netwerkstructuur. Met behulp van RIP bepaalt de
gateway de route van de netwerkpakketten op basis van het geringste aantal knooppunten tussen de bron en
de bestemming. Het RIP-protocol stuurt regelmatig routing-gegevens naar andere gateways in het netwerk.
• Transmit RIP Version (RIP-versie verzenden). Als u RIP-berichten wilt verzenden, selecteert u het
gewenste protocol: RIP1, RIP1-Compatible of RIP2. Als u geen RIP-berichten wilt verzenden, selecteert
u None (Geen).
• Receive RIP Version (RIP-versie ontvangen). Als u RIP-berichten wilt ontvangen, selecteert u het gewenste
protocol: RIP1 of RIP2. Als u geen RIP-berichten wilt ontvangen, selecteert u None (Geen).
• Multicast of Broadcast. RIP kan via beide methoden worden verzonden. Selecteer Multicast als u
multicasting wilt gebruiken. Selecteer Broadcast als u broadcasting wilt gebruiken.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Setup (Instellingen)
20
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
• Static Routing (Statische routing). Als de gateway is verbonden met meer dan één netwerk, is het wellicht
nodig om een statische route tussen de verschillende netwerken in te stellen. Een statische route is een
vooraf bepaald pad waarover netwerkgegevens moeten gaan om bij een bepaalde host of een bepaald
netwerk te komen. Als u een statische route wilt configureren, wijzigt u de volgende instellingen:
• Select set number (Nummer selecteren). Selecteer het nummer van de statische route in het
vervolgkeuzemenu. U kunt 20 statische routes opgeven. Als u een route moet verwijderen, selecteert
u de desbetreffende vermelding en klikt u op de knop Delete This Entry (Item verwijderen).
• Destination IP Address (Doel-IP-adres). Het doel-IP-adres is het adres van het externe netwerk of de
externe host waaraan u een statische route wilt toewijzen. Geef het IP-adres op van de host waarvoor
u een statische route wilt maken. Als u een route naar een volledig netwerk opbouwt, moet u het
netwerkgedeelte van het IP-adres instellen op 0.
• Subnet Mask (Subnetmasker). Voer het subnetmasker in (ook wel het netwerkmasker genoemd). Hiermee
wordt bepaald welk deel van een IP-adres het netwerk aangeeft en welk deel de host.
• Gateway. Voer het IP-adres in van het apparaat dat als gateway dient en dat de verbinding tussen de
gateway en het externe netwerk of de externe host mogelijk maakt.
• Hop Count (Aantal sprongen). Dit is het aantal sprongen naar elk knooppunt voordat de bestemming wordt
bereikt (maximaal 16 sprongen). Geef het aantal sprongen op in het desbetreffende veld.
• Show Routing Table (Routingtabel weergeven). Klik op de knop Show Routing Table (Routingtabel
weergeven) om een scherm te openen waarin u kunt zien hoe de gegevens door het lokale netwerk worden
gerouteerd. U ziet van elke route het doel-IP-adres van het LAN, het subnetmasker, de gateway en de
interface. Klik op de knop Refresh (Vernieuwen) om de gegevens bij te werken. Klik op de knop Close
(Sluiten) als u wilt terugkeren naar het vorige scherm.
Afbeelding 5-13: Routing Table (Routingtabel)
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Setup (Instellingen)
21
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Wireless (Draadloos)
Het tabblad Basic Wireless Settings (Standaardinstellingen voor draadloos netwerk)
In dit scherm kunt u uw modus voor draadloos netwerkgebruik en draadloze beveiliging instellen.
Wireless Network (Draadloos netwerk)
• Wireless Network Mode (WLAN-netwerkmodus). Als uw netwerk zowel 802.11g- als 802.11b-apparaten bevat,
gebruikt u de standaardinstelling Mixed (Gemengd). Selecteer 802.11g als u alleen 802.11g-apparaten
gebruikt. Selecteer 802.11b als u alleen 802.11b-apparaten gebruikt. Selecteer Disabled (Uitgeschakeld) als
u draadloze netwerken wilt uitschakelen.
• Wireless Network Name (Naam WLAN) (SSID). Voer in dit veld de naam in van uw draadloze netwerk. De SSID
is de netwerknaam die door alle apparaten in een draadloos netwerk wordt gedeeld. Deze SSID moet voor
alle apparaten in het draadloze netwerk gelijk zijn. De SSID is hoofdlettergevoelig en mag niet langer zijn dan
32 alfanumerieke tekens, waarbij elk teken op het toetsenbord mag worden gebruikt. Linksys adviseert u de
standaard-SSID (linksys) te wijzigen in een unieke, door u gekozen naam.
Afbeelding 5-14: Basic Wireless Settings
(Standaardinstellingen voor draadloos netwerk)
• Wireless Channel (Kanaal voor draadloos netwerk). Selecteer in de meegeleverde lijst het kanaal dat
overeenkomt met uw netwerkinstellingen. Alle apparaten in uw draadloze netwerk moeten hetzelfde kanaal
gebruiken om goed te functioneren. Draadloze computers of clients detecteren automatisch het draadloze
kanaal van de gateway.
• Wireless SSID Broadcast (WLAN SSID-broadcast). Als draadloze clients in het lokale gebied zoeken naar
draadloze netwerken waaraan ze zich kunnen koppelen, detecteren deze clients de SSID-broadcast van de
gateway. Gebruik de standaardinstelling Enable (Inschakelen) als u de SSID van de gateway wilt verzenden.
Als u de SSID van de gateway niet wilt verzenden, selecteert u Disable (Uitschakelen).
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Wireless (Draadloos)
22
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Wireless Security (Draadloze beveiliging)
Op dit tabblad kunt u de beveiliging van uw draadloze netwerk configureren. De gateway ondersteunt twee modi
voor beveiliging van draadloze netwerken: WPA Personal (WPA Persoonlijk) en WEP. (WPA staat voor Wi-Fi
Protected Access, een beveiligingsstandaard die sterker is dan WEP-codering. WEP staat voor Wired Equivalent
Privacy.) Hieronder vindt u een beknopte beschrijving van beide modi. Gedetailleerde instructies voor het
configureren van draadloze beveiliging voor de gateway kunt u vinden in "Bijlage B: Draadloze beveiliging".
Als u draadloze beveiliging wilt uitschakelen, selecteert u Disable (Uitschakelen) in het vervolgkeuzemenu voor
Security Mode (Beveiligingsmodus).
WPA Personal (WPA Persoonlijk). Voer een sleutel voor WPA Personal in. Deze sleutel moet 8 tot 32 tekens
bevatten. Geef vervolgens een interval voor de vernieuwing van de groepssleutel op. Hiermee bepaalt u hoe vaak
de gateway de coderingssleutels moet wijzigen.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Wireless (Draadloos)
Afbeelding 5-15: WPA Personal (WPA Persoonlijk)
23
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
WEP. WEP is een basale coderingsmethode en minder veilig dan WPA. Als u WEP wilt gebruiken, selecteert u een
standaardsleutel (hiermee bepaalt u welke sleutel wordt gebruikt) en het niveau van de WEP-codering: 64 bits
10 hex digits (64-bits, 10 hexadecimale tekens) of 128 bits 26 hex digits (128-bits, 26 hexadecimale tekens).
Genereer vervolgens een WEP-sleutel met een wachtzin of voer de WEP-sleutel handmatig in.
• WEP-codering WEP, de afkorting van Wired Equivalent Privacy, is een coderingsmethode waarmee u
draadloze gegevenscommunicatie kunt beveiligen. WEP gebruikt 64-bits en 128-bits sleutels om uw netwerk
te voorzien van toegangscontrole en beveiliging door codering bij elke gegevensoverdracht. Alle apparaten in
een netwerk moeten een identieke WEP-sleutel gebruiken om de overgedragen gegevens te decoderen.
Hogere coderingsniveaus zorgen voor een betere beveiliging, maar kunnen de prestaties van het netwerk
verslechteren doordat de codering complex is. U kunt WEP inschakelen door 64 bits 10 hex digits (64-bits
10 hexadecimale tekens) of 128 bits 26 hex digits (128-bits 26 hexadecimale tekens) te selecteren.
• Default Transmit Key (Standaardzendsleutel). Selecteer de WEP-sleutel (1-4) die moet worden gebruikt als de
router gegevens verzendt. Controleer of het ontvangende apparaat (draadloze computer of client) dezelfde
sleutel gebruikt.
Afbeelding 5-16: WEP
• Passphrase (Wachtzin). In plaats van de WEP-sleutels handmatig op te geven, kunt u ook een wachtzin
opgeven. Met deze wachtzin worden een of meerdere WEP-sleutels gegenereerd. De wachtzin is
hoofdlettergevoelig en mag niet langer dan 32 alfanumerieke tekens zijn. (Deze functie Passphrase
(Wachtzin) is alleen beschikbaar voor draadloze producten van Linksys en kan niet worden gebruikt bij
Windows XP Zero Configuration. Als u wilt communiceren met draadloze producten van andere fabrikanten
dan Linksys of Windows XP Zero Configuration wilt gebruiken, noteert u de WEP-sleutel die wordt
gegenereerd in het veld Key 1 (Sleutel 1) en voert u deze handmatig in op de draadloze computer of client).
Nadat u de wachtzin hebt ingevoerd, klikt u op de knop Generate (Genereren) om WEP-sleutels te maken.
• WEP Key 1-4 (Sleutel 1-4). Met WEP-sleutels kunt u een coderingsschema voor overdracht via het draadloze
netwerk maken. Geef handmatig een reeks waarden op als u geen wachtzin gebruikt. (Laat sleutelvelden niet
leeg en voer niet alleen nullen in. Dit zou namelijk geen geldige sleutelwaarden opleveren.) Als u 64-bits
WEP-codering gebruikt, moet de sleutel precies 10 hexadecimale tekens lang zijn. Als u 128-bits WEPcodering gebruikt, moet elke sleutel precies 26 hexadecimale tekens lang zijn. 0 t/m 9 en A t/m Z zijn geldige
hexadecimale tekens.
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken. Raadpleeg "Bijlage B: Draadloze beveiliging" voor uitgebreide instructies voor het
configureren van draadloze beveiliging voor de gateway.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Wireless (Draadloos)
24
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Wireless Access (Draadloze toegang)
Wireless Network Access (Draadloze netwerktoegang)
Wireless Network Access (Draadloze netwerktoegang). Selecteer Allow All (Alle toestaan) als u alle computers
toegang wilt bieden tot het draadloze netwerk. U kunt de toegang tot het netwerk beperken door Restrict
Access (Toegang beperken) te selecteren en vervolgens Prevent (Voorkomen) te kiezen om de toegang te
blokkeren voor de aangegeven computers of Permit only (Alleen) om de aangegeven computers toegang te
verlenen. Klik op de knop Edit MAC Address Access List (Lijst filtering MAC-adres bewerken) om het scherm
Mac Address Filter List (Filterlijst MAC-adressen) weer te geven.
Voer het MAC-adres in van de computers die u wilt opgeven. Als u een lijst met MAC-adressen voor draadloze
computers of clients wilt zien, klikt u op de knop Wireless Client MAC List (Overzicht MAC-adressen
WLAN-clients).
Afbeelding 5-17: Wireless Network Access
(Draadloze netwerktoegang)
In het scherm Wireless Client MAC List (Overzicht MAC-adressen WLAN-clients) worden computers, hun
IP-adressen en hun MAC-adressen weergegeven. Klik op de knop Refresh (Vernieuwen) als u de recentste
gegevens wilt weergeven. U kunt een specifieke computer toevoegen aan de filterlijst met MAC-adressen door
achtereenvolgens op het selectievakje Enable MAC Filter (MAC-filter inschakelen) en de knop Update Filter List
(Filterlijst bijwerken) te klikken. Klik op de knop Close (Sluiten) als u wilt terugkeren naar het scherm Wireless
Client MAC Filter (Overzicht MAC-adressen WLAN-clients).
Klik in het scherm Wireless Client MAC List (Overzicht MAC-adressen WLAN-clients) op de knop Save Settings
(Instellingen opslaan), of klik op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om uw vermeldingen te
verwijderen.
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Afbeelding 5-18: MAC Address Filter List
(Filterlijst MAC-adressen)
Afbeelding 5-19: Wireless Client MAC List
(Overzicht MAC-adressen WLAN-clients)
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Wireless (Draadloos)
25
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Advanced Wireless Settings (Geavanceerde instellingen voor draadloos netwerk)
Advanced Wireless (Geavanceerd WLAN)
In dit scherm kunt u toegang krijgen tot de geavanceerde functies voor draadloos netwerkgebruik, zoals
Authentication Type (Verificatietype), Control TX Rate (TX-snelheid besturen), Beacon Interval (Bakeninterval),
DTIM Interval (DTIM-interval), Fragmentation Threshold (Fragmentatiedrempel) en RTS Threshold (RTS-drempel).
• Authentication Type (Verificatietype). Dit is standaard ingesteld op Auto (Automatisch) waardoor Open
System-verificatie of verificatie met een gedeelde sleutel kan worden gebruikt. Bij Open System-verificatie
gebruiken de verzender en de ontvanger geen WEP-sleutel voor de verificatie, maar kan wel WEP worden
gebruikt voor gegevenscodering. Als u alleen Open System-verificatie wilt toestaan, selecteert u Open
System. Bij verificatie met een gedeelde sleutel gebruiken de verzender en de ontvanger een WEP-sleutel
voor zowel verificatie als gegevenscodering. Als u alleen verificatie met een gedeelde sleutel wilt toestaan,
selecteert u Shared Key (Gedeelde sleutel). Het wordt aanbevolen voor deze optie de standaardmodus (Auto)
te gebruiken omdat sommige clients niet kunnen worden geconfigureerd voor Shared Key (Gedeelde sleutel).
Afbeelding 5-20: Advanced Wireless Settings
(Geavanceerde instellingen voor draadloos netwerk)
• Control Tx Rates (Verzendsnelheid beheren). De standaardwaarde voor de transmissiesnelheid is Auto.
De snelheid dient te worden aangepast aan de snelheid van uw draadloze netwerk. Selecteer het bereik van
de transmissiesnelheden of gebruik de standaardinstelling Auto (Automatisch) als u de gateway de hoogst
mogelijke gegevenssnelheid wilt laten gebruiken en de functie Auto-Fallback (Automatisch terugvallen) wilt
instellen. Met Auto-Fallback (Automatisch terugvallen) wordt onderhandeld over de beste
verbindingssnelheid tussen de gateway en een draadloze client.
• Beacon Interval (Bakeninterval). De standaardwaarde is 100. De waarde van het bakeninterval geeft het
frequentie-interval van het baken aan. Een baken is een pakketbroadcast van de gateway voor de
synchronisatie van het draadloze netwerk.
• DTIM Interval (DTIM-interval). De standaardwaarde is 1. Deze waarde geeft het interval van de Delivery Traffic
Indication Message (DTIM) aan. Een DTIM-veld is een aftelveld dat de clients informatie verstrekt over het
volgende venster voor het luisteren naar broadcast- en multicast-berichten. Als er zich broadcast- of
multicast-berichten voor gekoppelde clients in de buffer van de gateway bevinden, verzendt de router de
volgende DTIM met een DTIM-intervalwaarde. De clients krijgen de bakens door en worden geactiveerd.
Vervolgens kunnen de clients de broadcast-berichten en multicast-berichten ontvangen.
• Fragmentation Threshold (Fragmentatiedrempel). Deze waarde moet 2346 blijven. Deze waarde geeft aan hoe
groot een pakket mag zijn om nog als één geheel te worden verzonden. Pakketten groter dan de hier opgegeven
waarde worden verdeeld over meerdere pakketten (gefragmenteerd). Als er zich veel pakketfouten voordoen,
kunt u de fragmentatiedrempel iets verhogen. Als u de fragmentatiedrempel te laag instelt, kan dat slechte
netwerkprestaties veroorzaken. Wij raden u aan deze waarde slechts in geringe mate te wijzigen.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Wireless (Draadloos)
26
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
• RTS Threshold (RTS-drempel). Deze waarde moet 2347 blijven. Als de gegevensstroom inconsistent is, raden
wij u aan deze waarde slechts in geringe mate te wijzigen. Als een netwerkpakket de vooraf ingestelde
RTS-drempel niet overschrijdt, wordt de RTS/CTS-techniek niet ingeschakeld. De gateway verzendt Request
to Send-frames (RTS) naar een bepaald ontvangststation en onderhandelt over het verzenden van een
gegevensframe. Het draadloze station reageert op de ontvangst van de RTS met een Clear to Send-frame
(CTS) ter bevestiging van het recht de overdracht te beginnen.
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Het tabblad Security (Beveiliging)
In dit scherm worden de instellingen voor VPN-doorvoer, firewall en filter weergegeven. Gebruik deze instellingen
om de beveiliging van uw netwerk te verbeteren.
VPN Passthrough (VPN-doorvoer)
VPN (Virtual Private Networking, virtueel particulier netwerkgebruik) is een beveiligingsmaatregel waarbij in
wezen een beveiligde verbinding tussen twee externe locaties tot stand wordt gebracht. Configureer deze
instellingen zodanig dat de gateway VPN-tunnels laat passeren.
• IPSec Passthrough (IPSec-doorvoer). IPSec (Internet Protocol Security) is een pakket protocollen waarmee
een veilige uitwisseling van pakketten op de IP-laag kan worden gegarandeerd. Klik op de knop Enable
(Inschakelen) als u IPSec Passthrough (IPSec-doorvoer) wilt toestaan. Klik op de knop Disable (Uitschakelen)
om IPSec Passthrough (IPSec-doorvoer) uit te schakelen.
Afbeelding 5-21: Security (Beveiliging)
• PPPoE Passthrough (PPTP-doorvoer). Met PPPoE-doorvoer biedt u computers de mogelijkheid gebruik te
maken van de PPPoE-clientsoftware die is verstrekt door uw internetprovider. Sommige internetproviders
kunnen u vragen deze functie te gebruiken op de gateway. Klik op de knop Enable (Inschakelen) als u PPPoE
Passthrough (PPPoE-doorvoer) wilt toestaan. Klik op de knop Disable (Uitschakelen) om PPPoE Passthrough
(PPPoE-doorvoer) uit te schakelen.
• PPTP Passthrough (PPTP-doorvoer). Point-to-Point Tunneling Protocol Passthrough is de methode voor het
inschakelen van VPN-sessies voor een Windows NT 4.0- of 2000-server. Klik op de knop Enable (Inschakelen)
als u PPTP Passthrough (PPTP-doorvoer) wilt toestaan. Klik op de knop Disable (Uitschakelen) om PPTP
Passthrough (PPTP-doorvoer) uit te schakelen.
• L2TP Passthrough (L2TP-doorvoer). Layering 2 Tunneling Protocol Passthrough is een uitbreiding van het
Point-to-Point Tunneling Protocol (PPTP), dat wordt gebruikt om de werking van een VPN via internet mogelijk
te maken. Klik op de knop Enable (Inschakelen) om L2TP Passthrough (L2TP-doorvoer) toe te staan. Klik op
de knop Disable (Uitschakelen) om L2TP Passthrough (L2TP-doorvoer) uit te schakelen.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Security (Beveiliging)
27
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Firewall
U kunt de firewall in- of uitschakelen, filters selecteren voor het blokkeren van specifieke gegevenstypen op
internet en anonieme internetverzoeken blokkeren.
Klik op Enable (Inschakelen) als u de firewall wilt gebruiken. Als u de firewall niet wilt gebruiken, klikt u op
Disable (Uitschakelen).
Extra filters
• Filter Proxy (Proxy filteren). Het gebruik van WAN-proxyservers kan ten koste gaan van de beveiliging van de
gateway. Met Denying Filter Proxy (Proxyfilter) schakelt u de toegang tot WAN-proxyservers uit. Schakel het
selectievakje in als u de proxyfilter wilt activeren.
• Filter Cookies (Cookies filteren). Een cookie is een bestandje dat internetsites op uw computer opslaan en
gebruiken wanneer u deze websites bezoekt. Schakel het selectievakje in als u op cookies wilt filteren.
• Filter Java Applets (Java Applets filteren). Java is een programmeertaal voor websites. Als u Java-applets niet
toestaat, loopt u het risico dat u geen toegang hebt tot internetsites die met deze programmeertaal zijn
gemaakt. Schakel het selectievakje in als u op Java-applets wilt filteren.
• Filter ActiveX (ActiveX filteren). ActiveX is een programmeertaal voor websites. Als u ActiveX niet toestaat,
loopt u het risico dat u geen toegang hebt tot internetsites die met deze programmeertaal zijn gemaakt.
Schakel het selectievakje in als u op ActiveX wilt filteren.
Block WAN Requests (WAN-verzoeken blokkeren)
• Block Anonymous Internet Requests (Anonieme internetverzoeken blokkeren). Hierdoor voorkomt u dat
uw netwerk wordt 'gepingd' of gedetecteerd en versterkt u de beveiliging van uw netwerk door uw
netwerkpoorten te verbergen zodat het voor indringers moeilijker wordt om uw netwerk te ontdekken.
Schakel de optie Block Anonymous Internet Requests (Anonieme internetverzoeken blokkeren) in
om anonieme internetverzoeken te blokkeren of schakel deze optie uit om anonieme internetverzoeken toe
te staan.
Als u activiteitenlogboeken wilt bekijken voor uw beveiligingsmaatregelen, klikt u op de knop View Logs
(Logboeken weergeven). Klik op de knop Clear (Wissen) als u de logboekgegevens wilt wissen. Klik op de knop
Page Refresh (Pagina vernieuwen) als u de gegevens wilt vernieuwen. Klik op de knop Previous Page (Vorige
pagina) om terug te keren naar de vorige pagina met gegevens. Klik op de knop Next Page (Volgende pagina) om
naar de volgende pagina met gegevens te gaan.
Afbeelding 5-22: Firewall Log (Logboek firewall)
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Security (Beveiliging)
28
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Access Restrictions (Toegangsbeperkingen)
Het tabblad Internet Access (Internettoegang)
In het scherm Internet Access (Internettoegang) kunt u de toegang tot internet blokkeren of bepaalde soorten
internetgebruik toestaan. U kunt een internettoegangsbeleid voor bepaalde computers instellen en websites
blokkeren op basis va URL's of trefwoorden.
Internet Access Policy (Internettoegangsbeleid). Toegang tot internet kan worden beheerd met een
beleidsregel. Met de instellingen in dit scherm kunt u een toegangsbeleid instellen (nadat u op de knop Save
Settings (Instellingen opslaan) hebt geklikt). Selecteer in het vervolgkeuzemenu een beleidsregel om de
instellingen voor die beleidsregel weer te geven. Als u een beleid wilt verwijderen, selecteert u het nummer van
dat beleid en klikt u op de knop Delete (Verwijderen). Klik op de knop Summary (Samenvatting) voor een
overzicht van alle beleidsregels. (U kunt een beleidsregel verwijderen in het scherm Summary (Overzicht) door de
gewenste beleidsregel(s) te selecteren en te klikken op de knop Delete (Verwijderen). Klik op de knop Close
(Sluiten) als u wilt terugkeren naar het scherm Internet Access (Internettoegang).)
Status. Beleidsregels zijn standaard uitgeschakeld. Als u een beleid wilt inschakelen, selecteert u het
beleidsnummer in het vervolgkeuzemenu en klikt u op het keuzerondje naast Enable (Inschakelen).
Een beleid voor internettoegang instellen:
1. Selecteer een nummer in het vervolgkeuzemenu Internet Access Policy (Internettoegangsbeleid).
Afbeelding 5-23: Internet Access (Internettoegang)
2. U kunt het beleid inschakelen door op het keuzerondje naast Enable (inschakelen) te klikken.
3. Geef een naam voor het beleid op in het daarvoor bestemde veld.
Afbeelding 5-24: Internet Policy Summary
(Overzicht internettoegangsbeleid)
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Access Restrictions (Toegangsbeperkingen)
29
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
4. Klik op de knop Edit List of PCs (Overzicht van pc's bewerken) en selecteer op welke computers het beleid
van kracht zal zijn. Het venster List of PCs (Overzicht van pc's) wordt weergegeven. U kunt een computer
selecteren op basis van het MAC- of IP-adres. U kunt ook een reeks IP-adressen invoeren als u dit beleid wilt
toepassen op een groep computers. Klik nadat u de wijzigingen hebt ingevoerd op de knop Save Settings
(Instellingen opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren)
als u de wijzigingen wilt annuleren.
5. Klik op Deny (Weigeren) of Allow (Toestaan) en bepaal zo of u internettoegang wilt toestaan of blokkeren voor
de computers die u hebt geselecteerd in het scherm List of PCs (Overzicht van pc's).
6. Bepaal op welke dagen en tijdstippen dit beleid van toepassing is. Selecteer de gewenste dagen waarop het
beleid van kracht moet zijn of selecteer Everyday (Dagelijks). Geef vervolgens een tijdsduur in uren en
minuten op waarin het beleid van kracht zal zijn of selecteer 24 Hours (24 uur).
7. Als u websites op basis van een bepaalde URL wilt blokkeren, typt u elke URL in een apart veld naast Website
Blocking by URL Address (Websiteblokkering op URL).
8. Als u websites op basis van een bepaald trefwoord wilt blokkeren, typt u elk trefwoord in een apart veld naast
Website Blocking by Keyword (Websiteblokkering op trefwoord).
Afbeelding 5-25: List of PCs (Overzicht van pc's)
9. U kunt de toegang tot verschillende diensten die toegankelijk zijn via internet, zoals FTP of telnet, filteren
door diensten te selecteren in de vervolgkeuzemenu's naast Blocked Services (Geblokkeerde diensten).
Geef vervolgens het poortbereik op dat u wilt filteren.
Als de service die u wilt blokkeren niet in de lijst staat of als u de instellingen van een service wilt bewerken,
klikt u op de knop Add/Edit Service (Dienst toevoegen/bewerken). Het scherm Port Services (Poortservices)
wordt weergegeven.
Als u een service wilt toevoegen, geeft u de naam van de service op in het veld Service Name (Servicenaam).
Selecteer het protocol voor de service in het vervolgkeuzemenu Protocol en geef het gewenste bereik op in
de velden Port Range (Poortbereik). Klik vervolgens op de knop Add (Toevoegen).
Als u een service wilt wijzigen, selecteert u de service in de lijst rechts in het scherm. Wijzig de naam, de
protocolinstelling of het poortbereik. Klik vervolgens op de knop Modify (Wijzigen).
Als u een service wilt verwijderen, selecteert u de service in de lijst rechts op het scherm. Klik vervolgens op
de knop Delete (Verwijderen).
Afbeelding 5-26: Add/Edit Service
(Dienst toevoegen/bewerken)
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht in het scherm Port Services (Poortservices), klikt u op de
knop Apply (Toepassen) om de wijzigingen op te slaan. Klik op de knop Cancel (Annuleren) als u de
wijzigingen wilt annuleren. Klik op de knop Close (Sluiten) om het scherm Port Services (Poortservices) te
sluiten en terug te keren naar het scherm Access Restrictions (Toegangsbeperkingen).
10. Klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) als u de instellingen voor de beleidsregel wilt opslaan. Klik
op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de instellingen voor het beleid ongedaan wilt maken.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Access Restrictions (Toegangsbeperkingen)
30
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Applications and Gaming (Toepassingen en games)
Het tabblad Single Port Forwarding (Doorsturen één poort)
Single Port Forwarding (Doorsturen één poort)
In het venster Single Port Forwarding (Doorsturen één poort) kunt u een specifieke poort openen zodat gebruikers
op internet de servers achter de gateway (bijvoorbeeld FTP-servers of e-mailservers) kunnen zien. Als gebruikers
dergelijke verzoeken via internet naar uw netwerk verzenden, stuurt de gateway de verzoeken door naar de
goede computer. Op elke computer waarvan de poort wordt toegewezen, moet de DHCP-clientfunctie worden
uitgeschakeld en moet er een nieuw, vast IP-adres aan worden toegewezen, omdat het IP-adres kan veranderen
wanneer de DHCP-functie wordt gebruikt.
• Port Map List (Lijst met poorttoewijzingen). In dit gedeelte past u de poortservice voor uw toepassingen aan.
• Application (Toepassing). Geef de naam van de toepassing op in het weergegeven veld.
• External Port (Externe poort) en Internal Port (Interne poort). Voer de nummers in van de externe poort en
de interne poort.
• Protocol. Selecteer het protocol dat u voor elke toepassing wilt gebruiken: TCP of UDP.
Afbeelding 5-27: Single Port Forwarding
(Doorsturen één poort)
• IP Address (IP-adres). Voer het IP-adres van de desbetreffende computer in.
• Enabled (Ingeschakeld). Klik op Enabled (Ingeschakeld) om doorsturen in te schakelen voor de gekozen
toepassing.
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Applications and Gaming (Toepassingen en games)
31
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Port Range Forwarding (Doorsturen poortbereik)
Met het scherm Port Range Forwarding (Doorsturen poortbereik) kunt u openbare diensten op uw netwerk
instellen, zoals webservers, FTP-servers, e-mailservers of andere, gespecialiseerde internettoepassingen.
(Gespecialiseerde internettoepassingen zijn toepassingen die gebruikmaken van internet om functies uit te
voeren, zoals videoconferenties en on line games. Voor sommige internettoepassingen is doorsturen niet nodig.)
Als gebruikers dergelijke verzoeken via internet naar uw netwerk verzenden, stuurt de gateway de
verzoeken door naar de goede computer. Op elke computer waarvan de poort wordt toegewezen, moet de
DHCP-clientfunctie worden uitgeschakeld en moet er een nieuw, vast IP-adres aan worden toegewezen, omdat
het IP-adres kan veranderen wanneer de DHCP-functie wordt gebruikt.
• Application (Toepassing). Geef de naam van de toepassing op in het weergegeven veld.
• Start (Begin) en End (Einde). Geef de nummers op van de eerste en de laatste poort in het bereik dat u wilt
doorsturen.
• Protocol. Selecteer het protocol dat u voor elke toepassing wilt gebruiken: TCP, UDP of Both (Beide).
Afbeelding 5-28: Port Range Forwarding
(Doorsturen poortbereik)
• IP Address (IP-adres). Voer het IP-adres van de desbetreffende computer in.
• Enable (Inschakelen). Schakel het selectievakje Enable (Inschakelen) in als u het doorsturen voor de gekozen
toepassing wilt inschakelen.
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Applications and Gaming (Toepassingen en games)
32
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Port Triggering (Poorttriggers)
Port Triggering (Poorttriggers) wordt gebruikt voor speciale toepassingen waarvoor een poort op aanvraag moet
kunnen worden geopend. Bij deze functie controleert de gateway uitgaande gegevens op specifieke
poortnummers. De gateway onthoudt het IP-adres van de computer die een verzoek om gegevens verzendt, zodat
de gegevens bij terugkeer via de gateway naar de juiste computer kunnen worden teruggestuurd aan de hand
van een IP-adres en regels voor poorttoewijzing.
• Application (Toepassing). Voer voor elke toepassing een naam in.
• Triggered Range (Getriggerd bereik). Geef de nummers van de eerste en de laatste poort in het getriggerde
bereik op.
• Forwarded Range (Doorgestuurd bereik). Geef de nummers van de eerste en de laatste poort in het
doorgestuurde bereik op.
Afbeelding 5-29: Port Triggering (Poorttriggers)
• Enable (Inschakelen). Klik op het selectievakje Enable (Inschakelen) als u het gebruik van poorttriggers voor
de desbetreffende toepassing wilt inschakelen.
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Het tabblad DMZ
In het scherm DMZ kan één lokale gebruiker verbinding met internet maken en een bepaalde dienst gebruiken,
zoals het spelen van een game op internet of het houden van videoconferenties via DMZ-hosting. Bij DMZ-hosting
worden alle poorten voor één computer tegelijk doorgestuurd. Het verschil met Port Range Forwarding
(Doorsturen poortbereik) is dat bij deze laatste functie maximaal 10 poortbereiken kunnen worden doorgestuurd.
• DMZ Hosting (DMZ-hosting). Met deze functie kan één lokale gebruiker verbinding met internet maken en een
bepaalde andere service gebruiken, zoals het spelen van een game via internet of het houden van
videoconferenties. Selecteer Enable (Inschakelen) als u deze functie wilt gebruiken. Als u DMZ niet wilt
gebruiken, selecteert u Disable (Uitschakelen).
• DMZ Host IP Address (IP-adres DMZ-host). U kunt één computer weergeven door het IP-adres van deze
computer in te voeren. Raadpleeg "Bijlage C: Het MAC- en IP-adres voor uw Ethernet-adapter achterhalen"
om het IP-adres van een computer te verkrijgen.
Afbeelding 5-30: DMZ
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Applications and Gaming (Toepassingen en games)
33
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad QoS
QoS
Dankzij Quality of Service (QoS) is betere dienstverlening mogelijk voor netwerkverkeer met een hoge prioriteit
waarvoor veeleisende, real-time toepassingen nodig zijn, zoals telefonie via internet of videoconferenties.
Enabled/Disabled (Ingeschakeld/Uitgeschakeld). Selecteer Enable (Inschakelen) als u Qos wilt gebruiken.
Als dat niet het geval is, kiest u voor de standaardinstelling Disable (Uitschakelen).
Application-based QoS (QoS op basis van toepassing)
Met Application-based QoS (QoS op basis van toepassing)worden gegevens beheerd terwijl deze worden verzonden
en ontvangen. Naar gelang de instellingen in het scherm QoS, kunt u met deze functie een hoge of lage prioriteit
toekennen aan gegevens voor vijf vooraf ingestelde toepassingen en drie extra, door u ingestelde toepassingen.
High priority (Hoge prioriteit)/Medium priority (Gemiddelde prioriteit)/Low priority (Lage prioriteit). Selecteer
voor elke toepassing High priority (Hoge prioriteit), Medium priority (Gemiddelde prioriteit) of Low priority
(Lage prioriteit). Het verkeer in de wachtrij voor hoge prioriteit deelt 60% van de totale bandbreedte, het verkeer
in de wachtrij voor gemiddelde prioriteit 18% en het verkeer in de wachtrij voor lage prioriteit 1% .
Afbeelding 5-31: QoS
FTP (File Transfer Protocol). Een protocol dat wordt gebruikt voor bestandsoverdracht in een TCP/IP-netwerk
(internet, UNIX, enz.). U kunt FTP bijvoorbeeld gebruiken voor het uploaden van HTML-pagina's voor een website
van een lokale computer naar de webserver.
HTTP (HyperText Transport Protocol). Het communicatieprotocol dat wordt gebruikt om verbinding te maken met
servers op internet. De belangrijkste functie van dit protocol is het tot stand brengen van een verbinding met een
webserver en het verzenden van HTML-pagina's naar de webbrowser van de client.
Telnet. Een terminal-emulatieprotocol dat veel wordt gebruikt voor internet- en TCP/IP-netwerken. Met dit
protocol kan een gebruiker op een terminal of computer zich aanmelden bij een extern apparaat en een
programma uitvoeren.
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol). Het standaardprotocol voor e-mail op internet. Het is een TCP/IP-protocol
waarmee de berichtindeling en de MTA (Message Transfer Agent), die de berichten opslaat en doorstuurt, worden
bepaald.
POP3 (Post Office Protocol 3). Een standaard-e-mailserver die veel op internet wordt gebruikt. POP3 biedt een
berichtenopslag waarin inkomende e-mailberichten worden opgeslagen totdat gebruikers zich aanmelden en de
berichten downloaden. POP3 is een eenvoudig systeem met weinig keuzemogelijkheden. Alle wachtende
berichten en bijlagen worden tegelijk gedownload. POP3 maakt gebruikt van het SMTP-berichtenprotocol.
Specific Port# (Specifiek poortnummer). U kunt drie extra toepassingen toevoegen door de namen ervan in te
voeren in deze velden.
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Applications and Gaming (Toepassingen en games)
34
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Administration (Administratie)
Het tabblad Management (Beheer)
In het scherm Management (Beheer) kunt u de toegangsinstellingen voor de gateway wijzigen en de functies voor
SNMP (Simple Network Management Protocol), UPnP (Universal Plug and Play), IGMP (Internet Group Multicast
Protocol)-Proxy en WLAN-beheer configureren.
Gateway Access (Gatewaytoegang)
Local Gateway Access (Lokale gatewaytoegang). Ter beveiliging van de gateway moet u een wachtwoord
opgeven om het webgebaseerde hulpprogramma van de gateway te kunnen openen. Zowel de
standaardgebruikersnaam als het standaardwachtwoord is admin.
• Gateway Userlist (Gebruikerslijst gateway). Selecteer het nummer van de gebruiker in het vervolgkeuzemenu.
• Gateway Username (Gebruikersnaam gateway). Voer de standaardgebruikersnaam admin in. Het is
raadzaam de standaardgebruikersnaam te wijzigen in een gebruikersnaam van uw keuze.
• Gateway Password (Wachtwoord gateway). Het is raadzaam het standaardwachtwoord, admin, te wijzigen in
een wachtwoord van uw keuze.
• Voer het wachtwoord opnieuw in ter bevestiging: Geef het nieuwe wachtwoord van de gateway nogmaals op
om het te bevestigen.
Remote Gateway Access (Externe gatewaytoegang). Met deze functie kunt u vanaf een externe locatie via
internet toegang krijgen tot uw gateway.
Afbeelding 5-32: Management (Beheer)
• Remote Management (Extern beheer). Met deze functie kunt u vanaf een externe locatie de gateway via internet
beheren. U kunt Remote Management (Extern Beheer) inschakelen door op Enable (Inschakelen) te klikken.
BELANGRIJK: Als u extern beheer inschakelt, kan iedereen met uw wachtwoord de gateway
configureren vanaf elke willekeurige locatie op internet.
• Management Port (Beheerpoort). Voer het nummer in van de poort die u wilt gebruiken voor toegang tot de
gateway.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Administration (Administratie)
35
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
• Allowed IP (Toegestaan IP-adres). Geef het IP-adres of de IP-adressen op die zijn toegestaan voor het op
afstand beheren van de gateway. Als u alle IP-adressen wilt toestaan, zonder beperkingen, selecteert u
All (Alle). U kunt een enkel IP-adres opgeven door IP address (IP-adres) te selecteren en het IP-adres in te
voeren in de beschikbare velden. U kunt een bereik van IP-adressen opgeven door IP range (IP-bereik) te
selecteren en het bereik van IP-adressen in te voeren in de beschikbare velden.
Afbeelding 5-33: Allowed IP - IP Range
(Toegestaan IP-adres - IP-bereik)
Remote Upgrade (Externe upgrade). Met deze functie kan door een TFTP-server een externe upgrade worden
uitgevoerd van de firmware van de gateway. U kunt Remote Upgrade (Externe upgrade) inschakelen door op
Enable (Inschakelen) te klikken.
SNMP
SNMP is een veelgebruikt protocol voor het bewaken en beheren van netwerken. U kunt SNMP inschakelen door
op Enabled (Ingeschakeld) te klikken. U kunt SNMP uitschakelen door op Disabled (Uitgeschakeld) te klikken.
Geef het IP-adres of de IP-adressen op die zijn toegestaan voor SNMP-toegang. Selecteer All (Alle) om alle
IP-adressen zonder beperkingen toe te staan, IP address (IP-adres) om een enkel IP-adres op te geven of
IP range (IP-bereik) om een bereik van IP-adressen te specificeren.
• Apparaatnaam. Geef de naam van de gateway op.
• SNMP v1/v2: Get Community (Gemeenschap ophalen). Voer het wachtwoord in waarmee u alleen-lezen
toegang krijgt tot de SNMP-informatie van de gateway.
• Set Community (Gemeenschap instellen). Voer het wachtwoord in waarmee u lees-/schrijftoegang krijgt
tot de SNMP-informatie van de gateway.
• Trap Management: Trap to (Trap-beheer: Trap uitvoeren naar). Geef het IP-adres op van de externe
hostcomputer die de trap-berichten zal ontvangen.
UPnP
Met UPnP (Universal Plug and Play) kunnen Windows Me en XP de gateway automatisch configureren voor
verschillende internettoepassingen zoals games en videoconferenties.
• UPnP. U kunt UPnP inschakelen door op Enable (Inschakelen) te klikken. In andere gevallen klikt u op
Disable (Uitschakelen).
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Administration (Administratie)
36
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
IGMP-Proxy
Als uw multimediatoepassing of -apparaat niet correct werkt achter de gateway, kunt u IGMP-Proxy inschakelen
zodat multicast-verkeer door de gateway mogelijk wordt.
• IGMP-Proxy. Selecteer Enable (Inschakelen) als u deze functie wilt gebruiken. In andere gevallen selecteert u
Disable (Uitschakelen).
WLAN
• Management via WLAN (Beheer via WLAN). Via deze functie kan de gateway worden beheerd door een draadloze
computer op een lokaal netwerk die zich aanmeldt bij het webgebaseerde hulpprogramma van de gateway.
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Het tabblad Reporting (Rapportage)
In het scherm Reporting (Rapportage) vindt u alle binnenkomende en uitgaande URL's of IP-adressen voor de
internetverbinding. Tevens vindt u hier logboeken voor VPN- en firewallgebeurtenissen.
Reporting (Rapportage)
• Log (Logboek). U kunt rapportage via logboeken inschakelen door op Enabled (Ingeschakeld) te klikken.
• Logviewer IP Address (IP-adres Logviewer). Geef het IP-adres op van de computer die de logboeken moet
ontvangen. U hebt Logviewer-software nodig om deze logboeken te kunnen bekijken. U kunt deze gratis
software downloaden van www.linksys.com.
Email Alerts (Waarschuwingen via e-mail)
Afbeelding 5-34: Reporting (Rapportage)
• Email Alerts (Waarschuwingen via e-mail). U kunt Email Alerts (Waarschuwingen via e-mail) inschakelen door
op Enabled (Ingeschakeld) te klikken.
• Denial of Service Thresholds (DoS-drempels). Voer het aantal DoS-aanvallen (Denial of Service) in waarbij een
waarschuwing per e-mail wordt verzonden.
• SMTP Mail Server (SMTP-e-mailserver). Geef het IP-adres van de SMTP-server op.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Administration (Administratie)
37
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
• E-Mail Address for Alert Logs (E-mailadres voor waarschuwingslogboeken). Geef het e-mailadres op
waar logboeken met waarschuwingen naartoe moeten worden gestuurd.
• Return E-Mail address (Retouradres e-mailwaarschuwingen). Voer het retouradres voor de
e-mailwaarschuwingen in.
Als u de logboeken wilt weergeven, klikt u op View Logs (Logboeken weergeven). Er wordt een nieuw scherm
weergegeven. In het vervolgkeuzemenu kunt u selecteren welk logboek u wilt weergeven. Klik op de knop Clear
(Wissen) als u de logboekgegevens wilt wissen. Klik op de knop Page Refresh (Pagina vernieuwen) als u de
gegevens wilt vernieuwen. Klik op de knop Previous Page (Vorige pagina) om terug te keren naar de vorige
pagina met gegevens. Klik op de knop Next Page (Volgende pagina) om naar de volgende pagina met gegevens
te gaan.
Afbeelding 5-35: System Log (Systeemlogboek)
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Het tabblad Diagnostics (Diagnose)
Ping Test (Ping-test)
Ping Test Parameters (Parameters voor ping-test)
• Ping Target IP (Doel-IP-adres voor pingen). Voer het IP-adres in dat u wilt pingen. Dit kan een lokaal IP-adres
(LAN) of een internet-IP-adres (WAN) zijn.
• Ping Size (Ping-grootte). Geef de grootte van het pakket op.
• Number of Pings (Aantal pings). Voer het aantal keren in dat u wilt pingen.
• Ping Interval (Ping-interval). Geef het ping-interval (hoe vaak het doel-IP-adres wordt gepingd) in
milliseconden op.
Afbeelding 5-36: Ping Test (Ping-test)
• Ping Timeout (Ping-time-out). Geef de ping-time-out (hoe lang het duurt voordat er een time-out optreedt bij
de ping-test) op in milliseconden.
Klik op de knop Start Test (Test starten) om de ping-test te starten.
• Ping Result (Ping-resultaat). De resultaten van de ping-test worden hier weergegeven.
Wanneer u alle gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
om de wijzigingen op te slaan, of klikt u op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen
ongedaan te maken.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Administration (Administratie)
38
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Backup&Restore (Back-up en herstel)
Op het tabblad Backup&Restore (Back-up en herstel) kunt u een reservekopie van het configuratiebestand van de
gateway opslaan en dit bestand herstellen.
Backup Configuration (Reservekopie van configuratie maken)
Klik op de knop Backup (Reservekopie) als u een reservekopie wilt maken van het configuratiebestand van de
gateway. Volg de instructies op het scherm.
Restore Configuration (Configuratie herstellen)
Klik op de knop Browse (Bladeren) als u het configuratiebestand van de gateway wilt herstellen. Volg daarna de
instructies op het scherm om het bestand te zoeken. Klik op de knop Restore (Herstellen) nadat u het bestand
hebt geselecteerd.
Afbeelding 5-37: Backup&Restore (Back-up en herstel)
Het tabblad Factory Defaults (Fabrieksinstellingen)
Restore Factory Defaults (Fabrieksinstellingen herstellen). Als u de fabrieksinstellingen van de gateway wilt
herstellen en alle instellingen wilt verwijderen, klikt u op Yes (Ja).
U kunt het herstelproces starten door op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) te klikken om de
wijzigingen op te slaan, of op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen ongedaan
te maken.
Afbeelding 5-38: Factory Defaults (Fabrieksinstellingen)
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Administration (Administratie)
39
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Firmware Upgrade (Firmware-upgrade)
De gateway biedt u de mogelijkheid een upgrade van de firmware uit te voeren vanaf de LAN-zijde (Local Area
Network) van de gateway.
Upgrade from LAN (Upgraden van LAN)
Voer als volgt een upgrade uit van de firmware van de gateway vanaf het LAN.
1. Download het upgrade-bestand voor de firmware van de gateway vanaf www.linksys.com.
2. Pak het firmwarebestand uit op uw computer.
3. Klik op de knop Browse (Bladeren) om naar het upgrade-bestand van de firmware te zoeken.
Afbeelding 5-39: Firmware-upgrade
4. Dubbelklik op het firmware-bestand dat u hebt gedownload en uitgepakt.
5. Klik op de knop Upgrade en volg de instructies op het scherm.
Klik op de knop Cancel Upgrade (Upgrade annuleren) als u de upgrade van de firmware wilt annuleren.
Het tabblad Reboot (Herstart)
In dit scherm kunt u een harde of zachte herstart van de gateway uitvoeren. In de meeste gevallen kunt u het
beste de harde herstart gebruiken. De zachte herstart is vergelijkbaar met het opnieuw opstarten van de
computer zonder dat deze daadwerkelijk wordt uitgeschakeld.
Reboot (Herstarten)
Reboot Mode (Herstartmodus). Als u de gateway opnieuw wilt opstarten, selecteert u Hard of Soft (Zacht). Kies
Hard als u de gateway uit en weer aan wilt zetten of Soft (Zacht) als u opnieuw wilt opstarten zonder de stroom
uit te schakelen.
U kunt beginnen met het herstartproces door op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) te klikken. Als een
scherm wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd of u werkelijk de gateway opnieuw wilt opstarten, klikt u
op OK.
Afbeelding 5-40: Reboot (Herstart)
Klik op de knop Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de herstart wilt annuleren.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Administration (Administratie)
40
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Status
Het tabblad Gateway
In dit scherm vindt u de informatie over de gateway en de bijbehorende internetverbinding.
Gateway Information (Gateway-informatie)
In dit gedeelte worden de firmwareversie, het MAC-adres en de huidige tijd van de gateway weergegeven.
Internet Connection (Internetverbinding)
In dit gedeelte wordt de volgende informatie weergegeven: verbinding, aanmeldingstype, interface, IP-adres,
subnetmasker, standaardgateway, IP-adressen voor DNS-server 1, 2 en 3, en WINS-adres.
Afbeelding 5-41: Gateway
DHCP Renew (DHCP vernieuwen). Klik op de knop DHCP Renew (DHCP vernieuwen) als u het huidige IP-adres
van de gateway wilt vervangen door een nieuw IP-adres.
DHCP Release (DHCP vrijgeven). Klik op de knop DHCP Release (DHCP vrijgeven) als u het huidige IP-adres van
de gateway wilt verwijderen.
Klik op de knop Refresh (Vernieuwen) als u de weergegeven informatie wilt vernieuwen.
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Status
41
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Local Network (Lokaal netwerk)
De volgende informatie wordt weergegeven over het lokale netwerk: lokale MAC-adres, IP-adres, subnetmasker,
DHCP-server, eerste IP-adres en laatste IP-adres. Als u de tabel met DHCP-clients wilt weergeven, klikt u op de
knop DHCP Clients Table (Clienttabel DHCP). Als u de ARP/RARP-tabel wilt weergeven, klikt u op de knop ARP/
RARP Table (Tabel ARP/RARP).
DHCP Clients Table (Clienttabel DHCP). De actieve IP-tabel DHCP bevat de gegevens van de huidige DHCP-client.
Hierbij worden computernaam, IP-adres, MAC-adres en vervaldatum van het dynamische IP-adres weergegeven
voor de draadloze clients die gebruikmaken van de DHCP-server. (Deze gegevens worden opgeslagen in het
tijdelijke geheugen en worden periodiek gewijzigd.) Klik op de knop Refresh (Vernieuwen) als u de weergegeven
informatie wilt vernieuwen. U kunt een client verwijderen van de DHCP-server door de client te selecteren en
vervolgens op de knop Delete (Verwijderen) te klikken. Klik op de knop Close (Sluiten) als u wilt terugkeren naar
het scherm Local Network (Lokaal netwerk).
Afbeelding 5-42: Local Network (Lokaal netwerk)
ARP/RARP Table (Tabel ARP/RARP). De ARP/RARP-tabel bevat de huidige gegevens voor de lokale netwerkclients
die een ARP-verzoek naar de gateway hebben gezonden. U ziet het IP-adres en het MAC-adres van deze clients.
(Deze gegevens worden opgeslagen in het tijdelijke geheugen en veranderen van tijd tot tijd.) Een ARP-verzoek is
een verzoek dat door de gateway wordt verzonden om clients met een IP-adres om hun MAC-adres te vragen,
zodat de gateway IP-adressen aan MAC-adressen kan koppelen. RARP is het tegenovergestelde van ARP. Klik op
de knop Refresh (Vernieuwen) als u de weergegeven informatie wilt vernieuwen. Klik op de knop Close (Sluiten)
als u wilt terugkeren naar het scherm Local Network (Lokaal netwerk).
Klik op de knop Refresh (Vernieuwen) als u de weergegeven informatie wilt vernieuwen.
Afbeelding 5-43: DHCP Active IP Table
(Actieve IP-tabel DHCP)
Afbeelding 5-44: ARP/RARP Table (Tabel ARP/RARP)
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Status
42
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Wireless (Draadloos)
De volgende informatie wordt weergegeven over het draadloze netwerk: firmwareversie, MAC-adres, modus,
SSID, DHCP-server, kanaal en coderingsfunctie.
Klik op de knop Wireless Clients Connected (Verbonden WLAN-clients) om een lijst weer te geven van de
draadloze clients die zijn verbonden met de gateway. Per client wordt hierbij de computernaam, het IP-adres
en het MAC-adres aangegeven. Klik op de knop Refresh (Vernieuwen) als u de weergegeven informatie wilt
vernieuwen. Klik op de knop Close (Sluiten) als u wilt terugkeren naar het scherm Wireless (Draadloos).
Klik op de knop Refresh (Vernieuwen) als u de weergegeven informatie wilt vernieuwen.
Afbeelding 5-45: Wireless (Draadloos)
Afbeelding 5-46: Networked Computers
(Netwerkcomputers)
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Status
43
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad DSL Connection (DSL-verbinding)
In dit scherm vindt u de informatie over de DSL-verbinding en de PVC-verbinding.
DSL Status (DSL-status)
In dit gedeelte wordt de volgende informatie weergegeven: DSL-status, DSL-modulatiemodus, DSL-padmodus,
downstreamsnelheid, upstreamsnelheid, downstreammarge, upstreammarge, downstreamlijnverzwakking,
upstreamlijnverzwakking, downstreamzendvermogen en upstreamzendvermogen.
PVC Connection (PVC-verbinding)
In dit gedeelte wordt de volgende informatie weergegeven: inkapseling, multiplexing, QoS, PCR-snelheid,
SCR-snelheid, automatische detectie, VPI, VCI, activeringsstatus en PVC-status.
Klik op de knop Refresh (Vernieuwen) als u de weergegeven informatie wilt vernieuwen.
Afbeelding 5-47: DSL Connection (DSL-verbinding)
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Status
44
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bijlage A: Probleemoplossing
Deze bijlage bestaat uit twee delen: "Algemene problemen en oplossingen" en "Veelgestelde vragen".
Er worden mogelijke oplossingen gegeven van problemen die kunnen optreden tijdens de installatie en
bediening van de gateway. Lees de onderstaande beschrijvingen die u kunnen helpen bij het oplossen van uw
problemen. Als u hier de antwoorden niet kunt vinden, raadpleegt u de internationale website van Linksys op
www.linksys.com/international.
Algemene problemen en oplossingen
1. Ik moet een vast IP-adres op een computer instellen.
U kunt een vast IP-adres aan een computer toewijzen door de volgende stappen te volgen:
• Windows 98 en Me:
1. Klik op Start, Instellingen en Configuratiescherm. Dubbelklik op Netwerk.
2. In het vak De volgende netwerkcomponenten zijn geïnstalleerd, selecteert u de TCP/IP-> voor uw
Ethernet-adapter. Als u slechts één Ethernet-adapter hebt geïnstalleerd, ziet u slechts één TCP/IP-lijn
die niet bij een Ethernet-adapter hoort. Markeer deze lijn en klik op de knop Eigenschappen.
3. In het venster TCP/IP-eigenschappen, selecteert u het tabblad IP-adres en vervolgens selecteert u
Een IP-adres opgeven. Voer een uniek IP-adres in dat niet wordt gebruikt door een andere computer
in het netwerk dat is aangesloten op de gateway. Zorg dat elk IP-adres uniek is voor elke computer of
elk netwerkapparaat.
4. Klik op het tabblad Gateway en in de prompt Nieuwe gateway, voert u 192.168.1.1 in (het standaard
IP-adres van de gateway). Klik op de knop Toevoegen om de invoer te accepteren.
5. Klik op het tabblad DNS en zorg dat de optie DNS ingeschakeld is geselecteerd. Voer de host- en
domeinnaam in (bijvoorbeeld John voor Host en home voor Domein). Voer de DNS-gegevens in die
u hebt ontvangen van uw internetprovider. Als u geen DNS-IP-adres van uw internetprovider hebt
ontvangen, neemt u contact op met uw internetprovider of gaat u naar de website van de
internetprovider om deze informatie te verkrijgen.
6. Klik op de knop OK in het venster TCP/IP-eigenschappen en klik op Sluiten of op OK in het venster
Netwerk.
7. Start de computer opnieuw op als u hierom wordt gevraagd.
• Windows 2000:
1. Klik op Start, Instellingen en Configuratiescherm. Dubbelklik op Netwerk- en inbelverbindingen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de LAN-verbinding voor de Ethernet-adapter die u gebruikt en
selecteer de optie Eigenschappen.
3. In het vak Geselecteerde onderdelen worden door deze verbinding gebruikt, markeert u Internetprotocol (TCP/IP) en klikt u op de knop Eigenschappen. Selecteer de optie Het volgende IP-adres
gebruiken.
Bijlage A: Probleemoplossing
Algemene problemen en oplossingen
45
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
4. Voer een uniek IP-adres in dat niet wordt gebruikt door een andere computer in het netwerk dat is
aangesloten op de gateway.
5. Voer het subnetmasker in (255.255.255.0).
6. Voer de standaardgateway in (192.168.1.1, het standaard IP-adres van de gateway).
7. Onder in het venster, selecteert u De volgende DNS-serveradressen gebruiken en voert u de gegevens
voor Voorkeurs-DNS-server en Alternatieve DNS-server in (deze gegevens hebt u, als het goed is,
ontvangen van uw internetprovider). Neem contact op met uw internetprovider of ga naar diens
website om de benodigde gegevens te zoeken.
8. Klik op de knop OK in het venster Eigenschappen voor Internet-protocol (TCP/IP) en op OK in het
venster Eigenschappen van LAN-verbinding.
9. Start de computer opnieuw op als u hierom wordt gevraagd.
• Windows XP:
In de volgende aanwijzingen is aangenomen dat u Windows XP uitvoert met de standaardinterface.
Als u de Klassieke weergave gebruikt (waarbij de pictogrammen en menu's eruitzien als de voorgaande
Windows-versies), volgt u de aanwijzingen voor Windows 2000.
1. Klik op Start en Configuratiescherm.
2. Klik op het pictogram Netwerk- en Internet-verbindingen en klik vervolgens op het pictogram
Netwerkverbindingen.
3. Klik met de rechtermuisknop op de LAN-verbinding voor de Ethernet-adapter die u gebruikt en
selecteer de optie Eigenschappen.
4. In het vak Deze verbinding heeft de volgende onderdelen nodig markeert u Internet-protocol
(TCP/IP). Klik op de knop Eigenschappen.
5. Voer een uniek IP-adres in dat niet wordt gebruikt door een andere computer in het netwerk dat is
aangesloten op de gateway.
6. Voer het subnetmasker in (255.255.255.0).
7. Voer de standaardgateway (192.168.1.1, het standaard IP-adres van de gateway) in.
8. Onderaan in het venster, selecteert u De volgende DNS-serveradressen gebruiken en voert u
Voorkeurs-DNS-server en Alternatieve DNS-server (ontvangen van uw internetprovider) in. Neem
contact op met uw internetprovider of ga naar diens website om de benodigde gegevens te zoeken.
9. Klik op de knop OK in het venster Eigenschappen voor Internet Protocol (TCP/IP). Klik op de knop OK
in het venster Eigenschappen van LAN-verbinding.
2. Ik wil mijn internetverbinding testen.
A. Controleer uw TCP/IP-instellingen.
Windows 98, Me, 2000 en XP:
• Raadpleeg de Windows Help voor meer informatie. Zorg dat Automatisch een IP-adres laten toewijzen is
geselecteerd in de instellingen.
Windows NT 4.0:
• Klik op Start, Instellingen en Configuratiescherm. Dubbelklik op het pictogram Netwerk.
• Klik op de tab Protocol en dubbelklik op TCP/IP-protocol.
Bijlage A: Probleemoplossing
Algemene problemen en oplossingen
46
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
• Als het venster wordt weergegeven, controleert u of u de juiste adapter hebt geselecteerd voor uw
Ethernet-adapter en stelt u deze in bij IP-adres verkrijgen van een DHCP-server.
• Klik op de knop OK in het venster Eigenschappen voor TCP/IP-protocol en klik op Sluiten of op OK in het
venster Netwerk.
• Start de computer opnieuw op als u hierom wordt gevraagd.
B. Open een opdrachtprompt (Start, Programma's, Bureau-accessoires).
Windows 98 en Me:
• Klik op Start en Uitvoeren. Typ command in het veld Openen. Druk op de toets Enter of klik op de
knop OK.
Windows NT, 2000 en XP:
• Klik op Start en Uitvoeren. In het veld Openen typt u cmd. Druk op de toets Enter of klik op de knop OK.
Typ ping 192.168.1.1 in de opdrachtprompt en druk op de toets Enter.
• Als u een antwoord krijgt, communiceert de computer met de gateway.
• Controleer de kabel. Als u GEEN antwoord krijgt, zorg er dan voor dat Automatisch een IP-adres laten
toewijzen is geselecteerd in de TCP/IP-instellingen voor uw Ethernet-adapter.
C. Typ "ping" in de opdrachtprompt, gevolgd door uw internet-IP-adres of WAN-IP-adres en druk op de toets
Enter. U vindt het internet- of WAN-IP-adres in het scherm Status van het webgebaseerde
hulpprogramma van de gateway. Als uw internet-IP-adres of WAN-IP-adres bijvoorbeeld 1.2.3.4 is, voert
u ping 1.2.3.4 in en drukt u op de toets Enter.
• Als u een antwoord krijgt, is de computer verbonden met de gateway.
• Probeer de ping-opdracht op een andere computer als u GEEN antwoord krijgt, om te controleren of het
probleem wellicht wordt veroorzaakt door uw computer.
D. Typ ping www.yahoo.com in de opdrachtprompt en druk op de toets Enter.
• Als u een antwoord krijgt, is de computer verbonden met internet. Probeer de ping-opdracht op een
andere computer als u geen webpagina kunt openen om te controleren of het probleem wellicht wordt
veroorzaakt door uw computer.
• Als u GEEN antwoord krijgt, is er wellicht een probleem met de verbinding. Probeer de ping-opdracht op
een andere computer om te controleren of het probleem wellicht wordt veroorzaakt door uw computer.
3. Ik krijg geen IP-adres op internet met mijn internetverbinding.
• Raadpleeg "Probleem 2: Ik wil mijn internetverbinding testen" om te controleren of verbinding met
internet tot stand is gebracht.
1. Zorg dat u de juiste instellingen voor uw internetverbinding gebruikt. Neem contact op met uw
internetprovider om na te gaan of uw internetverbinding van het type RFC 1483 Bridged, RFC 1483
Routed, RFC 2516 PPPoE of RFC 2364 PPPoA is. Raadpleeg het gedeelte Instellingen van "Hoofdstuk
5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren" voor meer informatie over
instellingen voor uw internetverbinding.
2. Zorg dat u de juiste kabel gebruikt. Controleer of de gatewaykolom een lampje met de naam ADSL
heeft dat ononderbroken oplicht.
Bijlage A: Probleemoplossing
Algemene problemen en oplossingen
47
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
3. Controleer of de kabel waarmee verbinding met de ADSL-poort van uw gateway wordt gemaakt, is
aangesloten op de wandaansluiting van de ADSL-servicelijn. Controleer of het scherm Status van het
webgebaseerde hulpprogramma van de gateway een geldig IP-adres van uw internetprovider toont.
4. Schakel de computer en gateway uit. Wacht 30 seconden en schakel vervolgens de gateway en de
computer weer in. Controleer het tabblad Status van het webgebaseerde hulpprogramma van de
gateway om te zien of u een IP-adres krijgt.
4. Ik kan geen toegang krijgen tot de pagina Setup (Instellingen) van het webgebaseerde
hulpprogramma van de gateway.
• Raadpleeg "Probleem 2: Ik wil mijn internetverbinding testen" om te controleren of uw computer correct
op de gateway is aangesloten.
1. Raadpleeg "Bijlage C: Het MAC- en IP-adres voor uw Ethernet-adapter achterhalen" om te
controleren of uw computer een IP-adres, subnetmasker, gateway en DNS heeft.
2. Stel een vast IP-adres op uw systeem in; raadpleeg "Probleem 1: Ik moet een vast IP-adres op een
computer instellen".
3. Raadpleeg "Probleem 10: Ik ben een PPPoE-gebruiker en ik moet de proxy-instellingen of het
inbelvenster verwijderen".
5. Het lukt me niet mijn virtueel particulier netwerk (VPN) aan het werk te krijgen via de gateway.
Ga naar de webinterface van de gateway door http://192.168.1.1 of het IP-adres van de gateway in te voeren,
en ga naar het tabblad Security (Beveiliging). Controleer of u IPSec Passthrough (IPSec-doorvoer) en/of PPTP
Pass-through (PPTP-doorvoer) hebt ingeschakeld.
• VPN's waarbij gebruik wordt gemaakt van IPSec met ESP-verificatie (Encapsulation Security Payload,
oftewel protocol 50) werken prima. Er werkt minimaal één IPSec-sessie via de gateway. Gelijktijdige
IPSec-sessies zijn echter mogelijk, afhankelijk van de specifieke kenmerken van uw VPN's.
• VPN's waarbij gebruik wordt gemaakt van IPSec en AH (Authentication Header, oftewel protocol 51) zijn
niet compatibel met de gateway. AH heeft beperkingen ten gevolge van incidentele incompatibiliteit met
de NAT-standaard.
• Wijzig het IP-adres voor de gateway in een ander subnet om een conflict tussen het IP-adres van het VPN
en uw lokale IP-adres te vermijden. Als uw VPN-server bijvoorbeeld het IP-adres 192.168.1.X toewijst
(waarbij X een getal is tussen 1 en 254) en uw lokale LAN-IP-adres 192.168.1.X is (waarbij X hetzelfde
getal is als in het IP-adres van het VPN), heeft de gateway problemen met het routeren van informatie
naar de juiste locatie. Als u het IP-adres van de gateway wijzigt in 192.168.2.1, zou het probleem moeten
zijn opgelost. Wijzig het IP-adres van de gateway via het tabblad Setup (Instellingen) van de webinterface.
• Als u een vast IP-adres hebt toegewezen aan een computer of netwerkapparaat in het netwerk, moet u
het IP-adres van deze computer of dit apparaat wijzigen in 192.168.2.Y (waarbij Y een getal tussen 1 en
254 aangeeft). Elk IP-adres moet uniek zijn binnen uw netwerk.
• Uw VPN stelt mogelijk als eis dat poort 500/UDP-pakketten worden doorgegeven aan de computer die is
aangesloten op de IPSec-server. Raadpleeg voor nadere details "Probleem 7: Ik moet hosting van on line
games installeren of andere internettoepassingen gebruiken".
• Raadpleeg voor meer informatie de internationale website van Linksys op www.linksys.com/international.
Bijlage A: Probleemoplossing
Algemene problemen en oplossingen
48
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
6. Ik moet een server achter mijn gateway installeren en deze openbaar maken.
Als u een server, zoals een web-, FTP- of mailserver, wilt gebruiken, dient u het poortnummer voor deze
server te weten. Bijvoorbeeld: poort 80 (HTTP) wordt gebruikt voor web, poort 21 (FTP) wordt gebruikt voor
FTP en poort 25 (SMTP uitgaand) en poort 110 (POP3 inkomend) worden gebruikt voor de mailserver. Meer
informatie hierover vindt u in de documentatie die is geleverd bij de server die u hebt geïnstalleerd.
• Volg de onderstaande stappen als u het doorsturen van poorten wilt instellen via het webgebaseerde
hulpprogramma van de gateway. We gaan web-, FTP- en mailservers instellen.
1. Open het webgebaseerde hulpprogramma van de gateway door naar http://192.168.1.1 of naar het
IP-adres van de gateway te gaan. Ga naar het tabblad Applications and Gaming (Toepassingen en
games) => Port Range Forwarding (Doorsturen poortbereik).
2. Voer een naam in die u wilt gebruiken voor de aangepaste toepassing.
3. Voer het externe poortbereik in van de service die u gebruikt. Als u bijvoorbeeld een webserver hebt,
voert u het bereik 80 tot 80 in.
4. Selecteer het protocol dat u gaat gebruiken: TCP en/of UDP.
5. Voer het IP-adres in van de computer of het netwerkapparaat voor de poortserver. Bijvoorbeeld: als
het IP-adres van de Ethernet-adapter van de webserver 192.168.1.100 is, typt u 100 in het
desbetreffende veld. Raadpleeg "Bijlage C: Het MAC- en IP-adres voor uw Ethernet-adapter
achterhalen" voor meer informatie over het verkrijgen van een IP-adres.
6. Selecteer de optie Enable (Inschakelen) voor de poortservices die u wilt gebruiken. Bekijk het
onderstaande voorbeeld:
Aangepaste toepassing
Webserver
FTP-server
SMTP (uitgaand)
POP3 (inkomend)
Externe poort
80 tot 80
21 tot 21
25 tot 25
110 tot 110
TCP
X
X
X
X
UDP
IP-adres
192.168.1.100
192.168.1.101
192.168.1.102
192.168.1.102
Inschakelen
X
X
X
X
Als u klaar bent met de configuratie, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan).
7. Ik moet hosting van on line games installeren of andere internettoepassingen gebruiken.
Als u on line games wilt spelen of internettoepassingen wilt gebruiken, zal dat meestal goed werken zonder
dat u poorten hoeft door te sturen of DMZ-hosting hoeft uit te voeren. Er kunnen zich situaties voordoen
waarin u een on line game of internettoepassing wilt hosten. Hiervoor moet u de gateway zodanig instellen
dat inkomende pakketten of gegevens op een specifieke computer worden afgeleverd. Dit geldt ook voor de
internettoepassingen die u gebruikt. Voor informatie over de te gebruiken poortservices kunt u het beste naar
de website gaan van de on line game of van de toepassing die u wilt gebruiken. Ga als volgt te werk om
hosting van on line games in te stellen of om een bepaalde internettoepassing te gebruiken:
1. Open de webinterface van de gateway door http://192.168.1.1 of het IP-adres van de gateway te
typen in de adresbalk van uw browser en vervolgens op Enter te drukken. Ga naar het tabblad
Applications and Gaming (Toepassingen en games) => Port Range Forward (Doorsturen poortbereik).
Bijlage A: Probleemoplossing
Algemene problemen en oplossingen
49
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
2. Voer een naam in die u wilt gebruiken voor de aangepaste toepassing.
3. Voer het externe poortbereik in van de service die u gebruikt. Als u bijvoorbeeld een Unreal
Tournament (UT) wilt hosten, voert u het bereik 7777 tot 27900 in.
4. Selecteer het protocol dat u gaat gebruiken: TCP en/of UDP.
5. Voer het IP-adres in van de computer of het netwerkapparaat voor de poortserver. Bijvoorbeeld: als
het IP-adres van de Ethernet-adapter van de webserver 192.168.1.100 is, typt u 100 in het
desbetreffende veld. Raadpleeg "Bijlage C: Het MAC- en IP-adres voor uw Ethernet-adapter
achterhalen" voor meer informatie over het verkrijgen van een IP-adres.
6. Selecteer de optie Enable (Inschakelen) voor de poortservices die u wilt gebruiken. Bekijk het
onderstaande voorbeeld:
Aangepaste toepassing
UT
Halflife
PC Anywhere
VPN IPSEC
Externe poort
7777 tot 27900
27015 tot 27015
5631 tot 5631
500 tot 500
TCP
X
X
UDP
X
X
X
X
IP-adres
192.168.1.100
192.168.1.105
192.168.1.102
192.168.1.100
Inschakelen
X
X
X
X
Als u klaar bent met de configuratie, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan).
8. De internetgame, -server of -toepassing werkt niet.
Als een internetgame, -server of -toepassing niet goed werkt, kunt u overwegen één computer aan internet
bloot te stellen door DMZ- hosting (DeMilitarized Zone) te gebruiken. Deze optie is beschikbaar als een
toepassing te veel poorten nodig heeft of als u niet zeker weet welke poortservices u moet gebruiken.
Zorg dat u alle geselecteerde doorstuuropties uitschakelt als u DMZ-hosting correct wilt gebruiken, omdat
doorsturen voorrang heeft boven DMZ-hosting. (Met andere woorden: gegevens die de gateway
binnenkomen, worden eerst gecontroleerd aan de hand van de instellingen voor doorsturen. Als voor het
poortnummer waar de gegevens vandaan komen, het doorsturen van poorten niet is ingeschakeld, stuurt de
gateway de gegevens naar de computer of het netwerkapparaat dat u hebt ingesteld voor DMZ-hosting.)
• Volg de onderstaande stappen om DMZ-hosting in te stellen:
1. Open het webgebaseerde hulpprogramma van de gateway door http://192.168.1.1 of het IP-adres van
de gateway te typen in de adresbalk van uw browser en vervolgens op Enter te drukken. Ga naar het
tabblad Applications and Gaming (Toepassingen en games) => DMZ. Klik op Enabled (Ingeschakeld)
en voer het IP-adres van de computer in.
2. Controleer de pagina's voor het doorsturen van poorten en zorg ervoor dat alle doorstuurselecties zijn
verwijderd of uitgeschakeld. Bewaar deze gegevens voor het geval u ze op een later tijdstip weer wilt
gebruiken.
• Als u klaar bent met de configuratie, klikt u op de knop Save Settings (Instellingen opslaan).
Bijlage A: Probleemoplossing
Algemene problemen en oplossingen
50
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
9. Ik ben mijn wachtwoord vergeten of de wachtwoordprompt verschijnt altijd als ik instellingen op de
gateway opsla.
• Herstel de fabrieksinstellingen van de gateway door de reset-knop 10 seconden ingedrukt te houden en
dan weer los te laten. Als u nog steeds om een wachtwoord wordt gevraagd als u instellingen opslaat,
volgt u de onderstaande stappen:
1. Open het webgebaseerde hulpprogramma van de gateway door http://192.168.1.1 of het IP-adres van
de gateway te typen in de adresbalk van uw browser en vervolgens op Enter te drukken. Geef de
standaardgebruikersnaam en het standaardwachtwoord admin op en klik op het tabblad
Administration (Administratie) => Management (Beheer).
2. Geef een ander wachtwoord op in het veld Password (Wachtwoord) van de gateway en voer hetzelfde
wachtwoord in het tweede veld in om het te bevestigen.
3. Klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan).
10. Ik ben een PPPoE-gebruiker en ik moet de proxy-instellingen of het inbelvenster verwijderen.
Als u proxy-instellingen hebt, moet u deze op uw computer uitschakelen. Aangezien de gateway de gateway
is voor de internetverbinding, heeft de computer geen proxy-instellingen nodig om toegang te krijgen. Volg de
onderstaande aanwijzingen om te controleren of u geen proxy-instellingen hebt en of de browser die u
gebruikt is ingesteld om rechtstreeks verbinding met het LAN te maken.
• Microsoft Internet Explorer 5.0 of hoger:
1. Klik op Start, Instellingen en Configuratiescherm. Dubbelklik op Internet-opties.
2. Klik op het tabblad Verbindingen.
3. Klik op de knop LAN-instellingen en maak alle selecties ongedaan.
4. Klik op de knop OK om terug te keren naar het vorige scherm.
5. Klik op de optie Nooit een verbinding kiezen. Hierdoor worden inbelpop-ups voor PPPoE-gebruikers
verwijderd.
• Voor Netscape 6 of hoger:
1. Start Netscape Navigator en klik op Edit (Bewerken), Preferences (Voorkeuren), Advanced
(Geavanceerd) en Proxies.
2. Zorg dat de optie voor rechtstreekse verbinding met internet is geselecteerd op dit scherm.
3. Sluit alle vensters.
11. Ik moet opnieuw beginnen en moet de fabrieksinstellingen van de gateway herstellen.
Houd de reset-knop 10 seconden ingedrukt en laat deze dan weer los. Hierdoor worden de
internetinstellingen en de instellingen van het wachtwoord, doorsturen en andere instellingen op de gateway
weer hersteld naar de fabrieksinstellingen. Met andere woorden: de oorspronkelijke fabrieksconfiguratie is
weer van toepassing.
Bijlage A: Probleemoplossing
Algemene problemen en oplossingen
51
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
12. Ik moet de firmware upgraden.
Als u een upgrade van de firmware wilt uitvoeren, gaat u naar de internationale website van Linksys op
www.linksys.com/international en downloadt u de nieuwste firmware.
• Volg de onderstaande stappen:
1. Ga naar de internationale website van Linksys op http://www.linksys.com/international en selecteer
uw regio of land.
2. Klik op de tab Products (Producten) en selecteer de gateway.
3. Klik op de webpagina van de gateway op Firmware en download vervolgens de recentste firmware
voor de gateway.
4. Als u een upgrade van de firmware wilt uitvoeren, volgt u de stappen in het gedeelte Beheer in
"Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren".
13. Het uitvoeren van de upgrade van de firmware is mislukt en/of de LED voor de voeding knippert.
De upgrade kan om verschillende redenen zijn mislukt. Volg de onderstaande stappen om een upgrade van de
firmware uit te voeren en/of de LED voor de voeding te laten stoppen met knipperen:
• Gebruik het TFTP-programma als het uitvoeren van de upgrade van de firmware is mislukt (dit is samen
met de firmware gedownload). Open het PDF-bestand dat samen met de firmware en het TFTPprogramma is gedownload en volg de instructies in dit bestand.
• Stel een vast IP-adres op de computer in; raadpleeg "Probleem 1: Ik moet een vast IP-adres op een
computer instellen". Gebruik de volgende instelling voor het IP-adres voor de computer die u gebruikt:
IP-adres: 192.168.1.50
Subnetmasker: 255.255.255.0
Gateway: 192.168.1.1
• Voer de upgrade uit met het TFTP-programma of via het tabblad Administration (Beheer) van het
webgebaseerde hulpprogramma van de gateway.
14. De PPPoE-verbinding van mijn DSL-service wordt voortdurend verbroken.
PPPoE is een verbinding die niet speciaal is toegewezen en niet per definitie altijd is ingeschakeld.
De DSL-internetprovider kan de verbinding van de service na een periode van inactiviteit verbreken,
net als bij een normale inbelverbinding met internet.
• Er is een instelling waarmee u dit probleem kunt voorkomen: "Keep alive"(Continu verbinding houden).
Deze oplossing werkt mogelijk niet altijd, dus u moet wellicht geregeld de verbinding opnieuw tot stand
brengen.
1. Als u verbinding wilt maken met de gateway, opent u de webbrowser en voert u http://192.168.1.1
of het IP-adres van de gateway in.
2. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in als u daarom wordt gevraagd.
(De standaardgebruikersnaam en het standaardwachtwoord zijn beide admin.)
3. In het scherm Setup (Instellingen), selecteert u de optie Keep Alive (Continu verbinding houden)
en stelt u de optie Redial Period (Interval voor opnieuw kiezen) in op 20 (seconden).
Bijlage A: Probleemoplossing
Algemene problemen en oplossingen
52
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
4. Klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan). Klik op het tabblad Status en klik op de knop
Connect (Verbinding maken).
5. Wellicht wordt de aanmeldstatus Connecting (Maakt verbinding) weergegeven. Druk op de toets F5
om het scherm te vernieuwen totdat de aanmeldstatus Connected (Verbonden) is.
6. Klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) om verder te gaan.
• Als de verbinding opnieuw wordt verbroken, volgt u stappen 1 - 6 om de verbinding opnieuw tot stand
te brengen.
15. Ik kan geen toegang krijgen tot mijn e-mail, mijn VPN of het web, of ik krijg beschadigde gegevens
van internet.
De instelling van de Maximum Transmission Unit (MTU) moet mogelijk worden aangepast. Standaard wordt de
MTU automatisch ingesteld.
• Ga als volgt te werk als u moeilijkheden ondervindt:
1. Als u verbinding wilt maken met de gateway, opent u de webbrowser en voert u http://192.168.1.1
of het IP-adres van de gateway in.
2. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in als u daarom wordt gevraagd.
(De standaardgebruikersnaam en het standaardwachtwoord zijn beide admin.)
3. Zoek de optie MTU en selecteer Manual (Handmatig). In het veld Size (Formaat) voert u 1492 in.
4. Klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan) om verder te gaan.
• Als u nog steeds moeilijkheden ondervindt, probeert u andere waarden voor het formaat in te stellen.
Probeer de onderstaande waarden, één per keer en in deze volgorde, tot het probleem is verholpen:
1462
1400
1362
1300
16. De LED Power blijft knipperen.
De LED Power licht op als het apparaat voor het eerst wordt aangezet. Het systeem wordt dan opgestart en
gecontroleerd op een juiste werking. Nadat de controleprocedure is afgerond, blijft de LED ononderbroken
branden om te laten zien dat het systeem juist functioneert. Als de LED hierna blijft knipperen, werkt het
apparaat niet correct. Probeer de firmware te flashen door een vast IP-adres aan de computer toe te kennen
en voer vervolgens een upgrade van de firmware uit. Probeer de volgende instellingen, IP-adres:
192.168.1.50 en subnetmasker: 255.255.255.0.
17. Als ik een URL- of IP-adres invoer, doet zich een time-outfout voor of word ik gevraagd het opnieuw
te proberen.
• Controleer of u het URL- of IP-adres wel op andere computers kunt invoeren. Als dit het geval is,
controleert u of de IP-instellingen van uw computer juist zijn (IP-adres, subnetmasker, standaardgateway
en DNS). Start de computer waarop het probleem optreedt opnieuw op.
Bijlage A: Probleemoplossing
Algemene problemen en oplossingen
53
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
• Als de computers juist zijn geconfigureerd en het probleem nog altijd optreedt, moet u de gateway
controleren. Controleer of de gateway is aangesloten en ingeschakeld. Maak verbinding met de gateway
en controleer de instellingen. (Controleer de LAN- en voedingsaansluitingen als u geen verbinding met de
gateway kunt maken.)
• Als de gateway juist is geconfigureerd, moet u de internetverbinding controleren (DSL-/kabelmodem,
enz.) om te bepalen of deze juist werkt. U kunt de gateway verwijderen om een rechtstreekse verbinding
te controleren.
• Configureer de TCP/IP-instellingen met een DNS-adres dat door uw internetprovider is verstrekt.
• Zorg ervoor dat uw browser is ingesteld op de optie voor het rechtstreeks tot stand brengen van een
verbinding en dat alle inbelopties zijn uitgeschakeld. In Internet Explorer klikt u op Extra, Internet-opties
en vervolgens op het tabblad Verbinding. Zorg dat Internet Explorer is ingesteld op Nooit een verbinding
kiezen. In Netscape Navigator, klikt u op Edit (Bewerken), Preferences (Voorkeuren), Advanced
(Geavanceerd) en Proxy. Zorg ervoor dat Netscape Navigator is ingesteld op de optie voor rechtstreekse
verbinding met internet.
18. Ik probeer toegang te krijgen tot het webgebaseerde hulpprogramma van de gateway, maar ik
zie het aanmeldscherm niet. Ik zie in plaats daarvan een scherm waarop staat "404 Forbidden"
(404 verboden).
Als u Internet Explorer gebruikt, volgt u de onderstaande stappen totdat u het aanmeldscherm van het
webgebaseerde hulpprogramma ziet (bij Netscape Navigator zult u gelijksoortige stappen moeten volgen):
1. Klik op Bestand. Zorg dat Off line werken NIET is geselecteerd.
2. Druk op CTRL + F5. Dit is een harde vernieuwing, waardoor Internet Explorer wordt gedwongen
nieuwe webpagina's te laden in plaats van de pagina's die in het cachegeheugen zijn geplaatst.
• Klik op Extra. Klik op Internet-opties. Klik op het tabblad Beveiliging. Klik op de knop Standaardniveau.
Zorg dat het niveau van de beveiliging op Normaal of lager staat. Klik vervolgens op OK.
Veelgestelde vragen
Hoeveel IP-adressen ondersteunt de gateway?
De gateway ondersteunt maximaal 253 IP-adressen.
Wordt IPSec Pass-through (IPSec-doorvoer) ondersteund door de gateway?
Ja, het is een ingebouwde functie die de gateway automatisch inschakelt.
Waar in het netwerk is de gateway geïnstalleerd?
Meestal is de gateway tussen de ADSL-wandaansluiting en het LAN geplaatst.
Bijlage A: Probleemoplossing
Veelgestelde vragen
54
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Ondersteunt de gateway IPX of AppleTalk?
Nee. TCP/IP is de enige protocolstandaard voor internet en is de mondiale standaard voor communicaties
geworden. IPX, een NetWare-communicatieprotocol dat alleen wordt gebruikt om berichten van het ene
knooppunt naar het andere te leiden, en AppleTalk, een communicatieprotocol dat wordt gebruikt op Apple- en
Macintosh-netwerken, kunnen worden gebruikt voor LAN-naar-LAN-verbindingen, maar deze beide protocollen
kunnen geen verbinding maken tussen internet en een LAN.
Ondersteunt de LAN-verbinding van de gateway 100-Mbps Ethernet?
De gateway ondersteunt ook 100 Mbps over de snelle 10/100 Ethernet-switch met auto-sensing aan de LAN-zijde
van de gateway.
Wat is NAT (Network Address Translation, omzetten netwerkadres) en waar wordt het voor gebruikt?
Met Network Address Translation (NAT) worden meerdere IP-adressen op het persoonlijke LAN omgezet naar één
openbaar adres dat naar internet wordt verzonden. Hierdoor wordt een extra beveiligingsniveau toegevoegd,
omdat het adres van een computer die is aangesloten op het persoonlijke LAN, nooit wordt vrijgegeven op
internet. Verder kan dankzij NAT de gateway worden gebruikt met goedkope internetaccounts als slechts één
TCP/IP-adres door de internetprovider wordt aangeleverd. De gebruiker kan vele persoonlijke adressen hebben
achter dit enkele adres dat door de internetprovider is verstrekt.
Ondersteunt de gateway andere besturingssystemen dan Windows 98SE, Windows Millennium,
Windows 2000 of Windows XP?
Ja, maar momenteel biedt Linksys geen technische ondersteuning voor installatie, configuratie of
probleemoplossing van systemen die niet onder Windows worden uitgevoerd.
Ondersteunt de gateway het versturen van bestanden via ICQ?
Ja, met de volgende instelling: klik op het menu ICQ -> preference (voorkeur) -> tabblad connections
(verbindingen) -> en selecteer het vakje I am behind a firewall or proxy (Ik bevind me achter een firewall of
proxy). Stel in de firewall-instellingen de time-out van de firewall in op 80 seconden. De internetgebruiker kan
dan een bestand versturen naar een gebruiker achter de gateway.
Ik heb een UT-server (Unreal Tournament) geïnstalleerd, maar anderen op het LAN kunnen er geen
toegang tot krijgen. Wat moet ik doen?
Als u een toegewezen UT-server hebt, moet u een vast IP-adres voor alle LAN-computers maken en poorten 7777,
7778, 7779, 7780, 7781 en 27900 naar het IP-adres van de server doorsturen. U kunt ook een poortbereik voor
het doorsturen gebruiken van 7777 tot 27900. Stuur een andere poort door als u het beheer van de UT-server wilt
gebruiken. (Poort 8080 werkt normaal gesproken goed, maar wordt gebruikt voor beheer op afstand. U moet dat
wellicht uitschakelen.) Vervolgens stelt u in het deel [UWeb.WebServer] van het bestand server.ini de ListenPort
in op 8080 (om overeen te komen met de toegewezen poort hierboven). Stel de ServerName in op het IP-adres
dat door uw internetprovider aan de gateway is toegekend.
Bijlage A: Probleemoplossing
Veelgestelde vragen
55
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Kunnen meerdere gamers op het LAN zich op één gameserver aanmelden en gelijktijdig met slechts één
openbaar IP-adres spelen?
Dat hangt af van de netwerkgame of het soort gameserver dat u gebruikt. Unreal Tournament, bijvoorbeeld,
ondersteunt meerdere aanmeldingen met één openbaar IP.
Hoe krijg ik Half-Life: Team Fortress met de gateway aan de praat?
De standaard-clientpoort voor Half-Life is 27005. De computers op uw LAN hebben de toevoeging "+clientport
2700x" nodig aan de opdrachtregel voor de HL-shortcut; de x staat dan voor 6, 7, 8 en hoger. Hierdoor kunnen
meerdere computers verbinding maken met dezelfde server. Eén probleem: bij versie 1.0.1.6 kunt u niet met
meerdere computers met dezelfde cd-sleutel gelijktijdig verbinding maken, ook niet als ze zich op hetzelfde LAN
bevinden. (Dit probleem doet zich niet voor bij 1.0.1.3). Voor het hosten van games hoeft de HL-server niet in DMZ
te staan. Stuur gewoonweg poort 27015 door naar het lokale IP-adres van de servercomputer.
De webpagina blijft hangen; downloads zijn beschadigd of ik zie alleen maar ongeldige tekens op het
scherm. Wat moet ik doen?
Stel uw Ethernet-adapter geforceerd in op 10 Mbps of half-duplex-modus en schakel als tijdelijke maatregel, de
functie "Auto-negotiate" (Automatisch onderhandelen) van uw Ethernet-adapter uit. (Raadpleeg het scherm voor
netwerkconfiguratie op het tabblad voor geavanceerde eigenschappen van uw Ethernet-adapter.) Zorg ervoor dat
de proxy-instelling in de browser is uitgeschakeld. Kijk op onze website op www.linksys.com/international voor
meer informatie.
Wat kan ik doen als er niets meer werkt bij de installatie?
Reset de gateway door de reset-knop ingedrukt te houden totdat de LED voor de voeding oplicht en weer uitgaat.
Reset uw DSL-modem door deze uit en weer in te schakelen. Haal de recentste firmwarerelease op die direct
beschikbaar is op de internationale website van Linksys (www.linksys.com/international) en flash deze.
Hoe word ik op de hoogte gesteld van nieuwe firmware-upgrades voor de gateway?
Alle upgrades van Linksys-firmware worden vermeld op de internationale website van Linksys op
www.linksys.com/international, waar deze gratis kunnen worden gedownload. Gebruik het tabblad
Administration (Beheer) van het webgebaseerde hulpprogramma van de gateway om de firmware van de
gateway te upgraden. U hoeft geen recentere versie van de firmware van de gateway te downloaden als de
internetverbinding naar behoren functioneert, tenzij die versie functies bevat die u graag wilt gebruiken.
Werkt de gateway in een Macintosh-omgeving?
Ja, maar voor Macintosh zijn de installatiepagina's van de gateway alleen toegankelijk via Internet Explorer 4.0
of Netscape Navigator 4.0 of hoger.
Bijlage A: Probleemoplossing
Veelgestelde vragen
56
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Ik kan het webconfiguratiescherm voor de gateway niet openen. Wat kan ik doen?
U dient mogelijk de proxy-instellingen in uw internetbrowser, bijv. Netscape Navigator of Internet Explorer, te
verwijderen. Controleer de documentatie bij de browser en zorg ervoor dat uw browser is ingesteld op de optie
voor het rechtstreeks tot stand brengen van een verbinding en dat alle inbelopties zijn uitgeschakeld. In Internet
Explorer klikt u op Extra, Internet-opties en vervolgens op het tabblad Verbinding. Zorg ervoor dat Internet
Explorer is ingesteld op Nooit een verbinding kiezen. In Netscape Navigator, klikt u op Edit (Bewerken),
Preferences (Voorkeuren), Advanced (Geavanceerd) en Proxy. Zorg dat Netscape Navigator is ingesteld op de
optie voor rechtstreekse verbinding met internet.
Wat is DMZ-hosting?
Met Demilitarized Zone (DMZ) kan één IP-adres (computer) worden blootgesteld aan internet. Bepaalde
toepassingen vereisen dat meerdere TCP/IP-poorten openstaan. Het is raadzaam uw computer in te stellen met
een vast IP-adres als u DMZ-hosting wilt gebruiken. Raadpleeg "Bijlage C: Het MAC- en IP-adres voor uw
Ethernet-adapter achterhalen" om het IP-adres van het LAN te verkrijgen.
Als DMZ-hosting wordt gebruikt, deelt de blootgestelde gebruiker dan het openbare IP-adres met de
gateway?
Nee.
Geeft de gateway PPTP-pakketten door of verstuurt de gateway actief PPTP-sessies?
De gateway staat toe dat PPTP-pakketten worden doorgegeven.
Is de gateway compatibel met meerdere platforms?
Elk platform dat Ethernet en TCP/IP ondersteunt, is compatibel met de gateway.
Hoeveel poorten kunnen gelijktijdig worden doorgestuurd?
Theoretisch kan de gateway 520 sessies gelijktijdig uitvoeren, maar u kunt slechts 10 poortbereiken doorsturen.
Wat zijn de geavanceerde functies van de gateway?
De geavanceerde functies van de gateway zijn onder andere draadloze geavanceerde instellingen, filters, filters,
doorsturen van poorten, routing en DDNS.
Hoeveel VPN-sessies ondersteunt de gateway maximaal?
Het maximale aantal is afhankelijk van tal van factoren. Er werkt minimaal één IPSec-sessie via de gateway.
Gelijktijdige IPSec-sessies zijn echter mogelijk, afhankelijk van de specifieke kenmerken van uw VPN's.
Hoe kan ik controleren of ik vaste IP-adressen of IP-adressen via DHCP heb?
Uw internetprovider kan u hierbij helpen.
Bijlage A: Probleemoplossing
Veelgestelde vragen
57
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Hoe krijg ik mIRC met de gateway aan de praat?
Stel op het tabblad Port Forwarding (Doorsturen van poorten) het doorsturen van poorten in op 113 voor
de computer waarop u mIRC gebruikt.
Kan de gateway functioneren als mijn DHCP-server?
Ja. In de gateway is software voor DHCP-server geïntegreerd.
Kan ik een toepassing van een computer op afstand uitvoeren via het draadloze netwerk?
Dit hangt ervan af of de toepassing in een netwerk kan worden gebruikt. Raadpleeg de documentatie van de
toepassing om te bepalen of deze in een netwerk kan worden uitgevoerd.
Wat is de IEEE 802.11g-standaard?
Het is een van de IEEE-standaarden voor draadloze netwerken. Met de 802.11g-standaard kan draadloze
netwerkhardware van verschillende fabrikanten met elkaar communiceren, zolang die hardware voldoet aan de
802.11g-standaard. De 802.11g-standaard stelt een maximale gegevensoverdrachtsnelheid van 54 Mbps en een
bedrijfsfrequentie van 2,4 GHz.
Welke IEEE 802.11b- en 802.11g-functies worden ondersteund?
Het product ondersteunt de volgende IEEE 802.11b- en 802.11g-functies:
• CSMA/CA plus Bevestigingsprotocol
• Roaming over meerdere kanalen
• Automatische snelheidselectie
• RTS/CTS-functie
• Fragmentatie
• Energiebeheer
Tevens wordt OFDM-technologie voor 802.11g-netwerkgebruik ondersteund.
Wat is de ad-hocmodus?
Als een draadloos netwerk is ingesteld op de ad-hocmodus, zijn de computers die op het draadloze netwerk zijn
aangesloten, geconfigureerd om rechtstreeks met elkaar te communiceren, peer-to-peer zonder gebruik van een
toegangspunt.
Wat is de infrastructuurmodus?
Als een draadloos netwerk is ingesteld op infrastructuurmodus, is het draadloze netwerk geconfigureerd om met
een netwerk te communiceren via een draadloos toegangspunt.
Bijlage A: Probleemoplossing
Veelgestelde vragen
58
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Wat is roaming?
Roaming betekent dat het mogelijk is voor een gebruiker van een draagbare computer om continu te
communiceren terwijl de gebruiker zich vrij kan verplaatsen in een gebied dat groter is dan het bereik van een
enkel toegangspunt. Voordat u de roaming-functie gebruikt, moet de computer controleren of deze hetzelfde
kanaalnummer heeft als het toegangspunt van het toegewezen draadloze bereik.
Om een werkelijk feilloze verbinding te verkrijgen, moet een aantal functies onderdeel uitmaken van het
draadloze LAN. Zo moeten elk knooppunt en toegangspunt altijd ontvangst van elk bericht bevestigen.
Elk knooppunt moet contact houden met het draadloze netwerk, zelfs als er geen gegevens worden verzonden.
Voor gelijktijdige werking van de functies is dynamische RF-netwerktechnologie nodig waarmee toegangspunten
en knooppunten aan elkaar worden gekoppeld. In een dergelijk systeem wordt door het eindknooppunt van de
gebruiker gezocht naar de best mogelijke toegang tot het systeem. Eerst worden factoren geëvalueerd als
signaalsterkte en signaalkwaliteit, evenals de berichtenlast die op dat moment over elk toegangspunt loopt en
de afstand tussen elk toegangspunt en de bekabelde backbone. Op basis van deze informatie wordt door het
knooppunt het juiste toegangspunt geselecteerd en wordt het knooppuntadres geregistreerd. Communicatie
tussen het eindknooppunt en de hostcomputer kan dan via de backbone lopen.
Als de gebruiker zich verplaatst, wordt het systeem regelmatig gecontroleerd door de RF-zender van het
eindknooppunt en wordt bepaald of er nog verbinding bestaat met het oorspronkelijke toegangspunt en of naar
een nieuw toegangspunt moet worden gezocht. Als door een knooppunt geen bevestigingen meer worden
ontvangen van het oorspronkelijke toegangspunt, wordt een nieuwe zoekbewerking uitgevoerd. Nadat een nieuw
toegangspunt is gevonden, wordt het knooppunt opnieuw aangemeld en wordt het communicatieproces
voortgezet.
Wat is de ISM-band?
De FCC en gelijksoortige organisaties buiten de VS. hebben een bandbreedte apart gehouden voor gebruik zonder
licentie in de ISM-band (Industrial, Scientific en Medical; Industrieel, Wetenschappelijk en Medisch). Het gebied
in de buurt van 2,4 GHz wordt wereldwijd beschikbaar gemaakt. Hiermee wordt een werkelijk revolutionaire kans
geboden om gemakkelijke, snelle, draadloze mogelijkheden beschikbaar te stellen voor gebruikers wereldwijd.
Wat is Spread Spectrum?
Spread Spectrum-technologie is een breedbandradiofrequentietechniek die door het leger is ontworpen voor
gebruik in betrouwbare, veilige, cruciale communicatiesystemen. Deze technologie leidt tot minder efficiënt
bandbreedtegebruik, maar tot betere betrouwbaarheid, integriteit en veiligheid. Met andere woorden: er wordt
meer bandbreedte gebruikt dan het geval is bij een smalbanduitzending. In ruil daarvoor wordt een signaal
gegenereerd dat eigenlijk luider is en dus makkelijker is te detecteren, mits de ontvanger de paramaters weet
van het spread-spectrum-signaal dat wordt uitgezonden. Als een ontvanger niet op de juiste frequentie is
afgesteld, lijkt een spread-spectrum-signaal op achtergrondruis. Er zijn twee belangrijke alternatieven, Direct
Sequence Spread Spectrum (DSSS) en Frequency Hopping Spread Spectrum (FHSS).
Bijlage A: Probleemoplossing
Veelgestelde vragen
59
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Wat is DSSS? Wat is FHSS? En wat zijn de verschillen?
Frequency-Hopping Spread-Spectrum (FHSS) gebruikt een smalbandzender die de frequentie patroonsgewijs
verandert en waarvan het patroon bij zowel de zender als de ontvanger bekend is. Bij een juiste synchronisatie is
het netto effect dat een enkel logisch kanaal wordt behouden. Voor een onbedoelde ontvanger lijkt FHSS een
kortdurend impulsgeluid. Bij Direct-Sequence Spread-Spectrum (DSSS) wordt een redundant bitpatroon
gegenereerd voor elke bit die moet worden verzonden. Dit bitpatroon wordt een chip (of chippingcode) genoemd.
Hoe langer de chip, des te groter de kans dat de oorspronkelijke gegevens kunnen worden hersteld. Zelfs als een
of meerdere bits in een chip zijn beschadigd tijdens de overdracht, kunnen met statistische technieken die zijn
ingebouwd in de radio de oorspronkelijke gegevens worden hersteld zonder dat nieuwe overdracht nodig is. Voor
een onbedoelde ontvanger lijkt DSSS op een breedbandruis met een laag vermogen en het wordt afgewezen
(genegeerd) door de meeste smalbandontvangers.
Wordt de informatie onderschept terwijl deze via de lucht wordt verzonden?
WLAN is uitgerust met twee beveiligingsvoorzieningen. Aan de hardwarezijde biedt WLAN, net als de Direct
Sequence Spread Spectrum-technologie, de inherente beveiligingsfunctie van versleuteling. Aan de softwarezijde
biedt WLAN de coderingsfunctie (WEP) om de beveiliging en toegangscontrole te verbeteren.
Wat is WEP?
WEP is Wired Equivalent Privacy, een mechanisme voor gegevensprivacy dat is gebaseerd op een
gedeeldesleutelalgoritme van 64 bits of 128 bits, zoals beschreven in de IEEE 802.11-standaard.
Wat is een MAC-adres?
Het Media Access Control-adres (MAC) is een uniek nummer dat door de fabrikant is toegekend aan een
Ethernet-netwerkapparaat, zoals een netwerkadapter, waardoor het netwerk het op hardwareniveau kan
identificeren. Dit nummer is om praktische redenen gewoonlijk permanent. In tegenstelling tot IP-adressen,
die elke keer kunnen veranderen als een computer bij het netwerk wordt aangemeld, blijft het MAC-adres van
een apparaat hetzelfde. Hierdoor is het een waardevolle identificatie voor het netwerk.
Hoe kan ik de gateway resetten?
Houd de reset-knop op het achterpaneel gedurende ongeveer tien seconden ingedrukt. Hierdoor worden de
standaardinstellingen van de gateway hersteld.
Hoe los ik problemen op die te maken hebben met signaalverlies?
Het exacte bereik van uw draadloze netwerk is alleen door testen te achterhalen. Elk obstakel dat tussen de
gateway en een draadloze computer wordt geplaatst, kan signaalverlies veroorzaken. Glas in lood, metaal,
betonnen vloeren, water en muren belemmeren het signaal en verkleinen het bereik. Plaats de gateway en uw
draadloze computer eerst in dezelfde ruimte en zet uw computer in kleine stappen steeds verder weg om te
bepalen wat het maximale bereik is in uw omgeving.
U kunt ook proberen verschillende kanalen te gebruiken, omdat hiermee interferentie kan worden uitgesloten
die alleen één kanaal beïnvloedt.
Bijlage A: Probleemoplossing
Veelgestelde vragen
60
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Ik heb een uitstekende signaalsterkte, maar ik kan mijn netwerk niet zien.
Waarschijnlijk is WEP wel ingeschakeld op de gateway, maar niet op uw draadloze adapter (of vice versa).
Controleer of dezelfde WEP-sleutels en WEP-niveaus worden gebruikt op alle knooppunten binnen uw draadloze
netwerk.
Hoeveel kanalen/frequenties zijn bij de gateway beschikbaar?
In Noord-Amerika zijn elf kanalen beschikbaar, van 1 tot 11. In andere regio's zijn mogelijk meer kanalen
beschikbaar, afhankelijk van de regelgeving van uw regio en/of land.
Raadpleeg de internationale website van Linksys op
www.linksys.com/international als uw vragen niet zijn behandeld in deze bijlage.
Bijlage A: Probleemoplossing
Veelgestelde vragen
61
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bijlage B: Draadloze beveiliging
Linksys wil het gebruik van draadloze netwerken voor u zo veilig en eenvoudig mogelijk maken. De huidige
generatie Linksys-producten biedt verschillende netwerkbeveiligingsfuncties, maar voor de implementatie ervan
moet u specifieke handelingen uitvoeren. Houd daarom rekening met het volgende als u uw draadloze netwerk
instelt of gebruikt.
Beveiligingsmaatregelen
Hieronder volgt een volledige lijst met de te nemen beveiligingsmaatregelen (in ieder geval moeten punt 1 tot en
met 5 worden uitgevoerd):
1. Wijzig de standaard-SSID.
2. Schakel SSID-broadcast uit.
3. Wijzig het standaardwachtwoord voor de account van de beheerder.
4. Schakel MAC-adresfiltering in.
5. Wijzig de SSID regelmatig.
6. Gebruik het hoogst mogelijke coderingsalgoritme. Gebruik WPA indien beschikbaar. Dit kan uw
netwerkprestatie negatief beïnvloeden.
OPMERKING: Bepaalde beveiligingsfuncties
zijn alleen beschikbaar via de netwerkgateway,
de router of het toegangspunt. Raadpleeg voor
meer informatie de documentatie van de
gateway, de router of het toegangspunt.
7. Wijzig de WEP-coderingssleutels regelmatig.
Raadpleeg "Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren" voor informatie over
het implementeren van deze beveiligingsfuncties.
Beveiligingsgevaren bij draadloze netwerken
Draadloze netwerken zijn eenvoudig te vinden. Hackers weten dat draadloze netwerkproducten eerst luisteren
naar 'bakenberichten' om op een draadloos netwerk te komen. Deze berichten kunnen eenvoudig worden
gedecodeerd en bevatten veel informatie over het netwerk, zoals de SSID (Service Set Identifier) van het netwerk.
Dit zijn de maatregelen die u kunt treffen:
Wijzig het wachtwoord van de beheerder regelmatig. Let op dat bij elk draadloos netwerkapparaat
dat u gebruikt, netwerkinstellingen (SSID, WEP-sleutels enzovoort) worden opgeslagen in de firmware.
Uw netwerkbeheerder is de enige persoon die de netwerkinstellingen kan wijzigen. Als een hacker zijn hand
weet te leggen op het wachtwoord van de beheerder, kan hij ook die instellingen wijzigen. Maak het daarom
moeilijker voor een hacker om die informatie te achterhalen. Wijzig het wachtwoord van de beheerder regelmatig.
Bijlage B: Draadloze beveiliging
Beveiligingsmaatregelen
62
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
SSID. Neem de volgende punten met betrekking tot de SSID in overweging:
1. Schakel de broadcast uit
2. Maak deze uniek
3. Wijzig deze vaak
Bij de meeste netwerkapparaten krijgt u de mogelijkheid de SSID te verzenden. Hoewel die mogelijkheid wel
gemakkelijker voor u kan zijn, kan iedereen zich daarmee op uw draadloze netwerk aanmelden. Dus ook
hackers. Daarom moet u de SSID niet verzenden.
Op draadloosnetwerkproducten wordt in de fabriek een standaard-SSID ingesteld. (De standaard-SSID van
Linksys is "linksys".) Hackers kennen deze standaardinstellingen en kunnen kijken of u deze op uw netwerk
gebruikt. Wijzig uw SSID in een unieke instelling die niets te maken heeft met uw bedrijf of de door u gebruikte
netwerkproducten.
Wijzig uw SSID regelmatig zodat hackers die toegang hebben verkregen tot uw draadloze netwerk, weer
helemaal opnieuw moeten beginnen met hun poging in te breken op uw netwerk.
MAC-adressen. Schakel MAC-adresfiltering in. Met MAC-adresfiltering kunt u alleen toegang krijgen tot
draadloze knooppunten met bepaalde MAC-adressen. Zo wordt het moeilijker voor een hacker om met een
willekeurig MAC-adres toegang te krijgen tot uw netwerk.
WEP-codering. Wired Equivalent Privacy (WEP) wordt vaak gezien als een wondermiddel voor alle
beveiligingskwesties rond draadloze netwerken. Hiermee wordt het vermogen van WEP overschat. WEP maakt
het werk van een hacker alleen moeilijker.
Er zijn verschillende manieren waarop het profijt van WEP tot het uiterste kan worden benut:
1. Gebruik het hoogst mogelijke coderingsniveau
2. Gebruik verificatie met een gedeelde sleutel
BELANGRIJK: Vergeet niet dat elk apparaat
binnen uw draadloze netwerk dezelfde
coderingsmethode en coderingssleutel moet
gebruiken, omdat uw draadloze netwerk
anders niet naar behoren functioneert.
3. Wijzig uw WEP-sleutel regelmatig
WPA. Wi-Fi Protected Access (WPA) is de recentste en beste standaard voor Wi-Fi-beveiliging die
momenteel beschikbaar is. Er zijn twee modi beschikbaar: Pre-shared Key (Vooraf gedeelde sleutel) en RADIUS.
Met Pre-shared Key (Vooraf gedeelde sleutel) hebt u de keuze uit twee coderingsmethoden: TKIP (Temporal Key
Integrity Protocol), dat een sterkere coderingssleutel gebruikt en deel uitmaakt van Message Integrity Code (MIC)
voor bescherming tegen hackers, en AES (Advanced Encryption System), dat een symmetrische 128-bits
codering voor de blokkering van gegevens gebruikt. RADIUS (Remote Authentication Dial-In User Service)
gebruikt een RADIUS-server voor de verificatie en het gebruik van dynamische TKIP, AES of WEP.
Bijlage B: Draadloze beveiliging
Beveiligingsgevaren bij draadloze netwerken
63
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Vooraf gedeelde WPA-sleutel. Als u geen RADIUS-server hebt, selecteert u het type algoritme (TKIP of AES),
voert u een wachtwoord in van 8-64 tekens in het veld Pre-shared Key (Vooraf gedeelde sleutel) en voert u
een tijd in voor de vernieuwing van de groepssleutel tussen 0 en 99.999 seconden. Aan de hand van deze
instelling wijzigt de gateway of een ander apparaat regelmatig de coderingssleutel.
WPA RADIUS. Hiermee wordt WPA in combinatie met een RADIUS-server gebruikt. (Gebruik deze optie alleen
als een RADIUS-server is aangesloten op de gateway of een ander apparaat.) Selecteer eerst het type WPAalgoritme, TKIP of AES. Voer het IP-adres en poortnummer van de RADIUS-server in, samen met een sleutel
die wordt gedeeld door het apparaat en de server. Voer ten slotte een tijd in voor de vernieuwing van de
groepssleutel, waarmee aan het apparaat wordt doorgegeven hoe vaak het de coderingssleutels moet
wijzigen.
RADIUS. Hiermee wordt WEP in combinatie met een RADIUS-server gebruikt. (Gebruik deze optie alleen
als een RADIUS-server is aangesloten op de gateway of een ander apparaat.) Voer eerst het IP-adres en
poortnummer van de RADIUS-server in, samen met een sleutel die wordt gedeeld door het apparaat en
de server. Selecteer vervolgens een WEP-sleutel en het niveau van de WEP-codering, en genereer een
WEP-sleutel via de Passphrase (Wachtzin) of voer de WEP-sleutel handmatig in.
Het implementeren van codering kan de prestaties van uw netwerk negatief beïnvloeden, maar als u gevoelige
informatie over uw netwerk verzendt, is het van groot belang dat u codering gebruikt.
Met deze beveiligingsaanbevelingen zou u met een gerust hart moeten kunnen genieten van de meest flexibele
en gebruiksvriendelijke technologie die Linksys te bieden heeft.
Bijlage B: Draadloze beveiliging
Beveiligingsgevaren bij draadloze netwerken
64
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bijlage C: Het achterhalen van het MAC- en IP-adres voor
uw Ethernet-adapter
In deze bijlage wordt beschreven hoe u de MAC-adressen voor de Ethernet-adapter van uw computer kunt vinden
zodat u de functie MAC filtering (MAC-filtering) van de gateway kunt gebruiken. U kunt het IP-adres ook vinden op
de Ethernet-adapter van uw computer. Dit IP-adres wordt gebruikt voor de filterfunctie, de doorstuurfunctie en/of
de DMZ-functie van de gateway. Volg de stappen in deze bijlage om het MAC- of IP-adres van de adapter in
Windows 98, Me, 2000 of XP te vinden.
Instructies voor Windows 98 of Me
1. Klik op Start en Uitvoeren. Typ winipcfg in het veld Openen. Druk vervolgens op de toets Enter of klik op
de knop OK.
Afbeelding C-1: IP-configuratiescherm
2. Als het scherm IP Configuration (IP-configuratie) wordt weergegeven, selecteert u de Ethernet-adapter die
u via een CAT 5 Ethernet-netwerkkabel hebt aangesloten op de gateway. Zie afbeelding C-1.
3. Noteer het adapteradres zoals dit wordt weergegeven op het computerscherm (zie afbeelding C-2).
Dit adapteradres is het MAC-adres voor uw Ethernet-adapter en wordt weergegeven in hexadecimale
notatie, als een reeks cijfers en letters.
Het MAC-adres/adapteradres wordt gebruikt voor MAC-filtering. In het voorbeeld in afbeelding D-2 is het
MAC-adres van de Ethernet-adapter 00-00-00-00-00-00. Op uw computer is het adres anders.
In het voorbeeld in afbeelding C-2 is het IP-adres van de Ethernet-adapter 192.168.1.100. Op uw computer
wordt wellicht een ander adres weergegeven.
Opmerking: het MAC-adres wordt ook het adapteradres genoemd.
Bijlage C: Het achterhalen van het MAC- en IP-adres voor uw Ethernet-adapter
Instructies voor Windows 98 of Me
Afbeelding C-2: MAC-adres/
adapteradres
65
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Instructies voor Windows 2000 of XP
1. Klik op Start en Uitvoeren. Typ cmd in het veld Openen. Druk op de toets Enter of klik op de knop OK.
Opmerking: het MAC-adres wordt ook het fysieke adres genoemd.
2. Typ ipconfig /all bij de opdrachtprompt. Druk vervolgens op de toets Enter.
3. Noteer het fysieke adres zoals dit wordt weergegeven op het computerscherm (afbeelding C-3). Dit is het
MAC-adres van uw Ethernet-adapter. Dit adres wordt weergegeven als een reeks cijfers en letters.
Het MAC-adres/fysieke adres wordt gebruikt voor MAC-filtering. In het voorbeeld in afbeelding C-3 is het
MAC-adres van de Ethernet-adapter 00-00-00-00-00-00. Op uw computer is iets anders te zien.
Afbeelding C-3: MAC-adres/fysiek adres
In het voorbeeld in afbeelding C-3 wordt het IP-adres van de Ethernet-adapter weergegeven als
192.168.1.100. Op uw computer wordt wellicht een ander adres weergegeven.
Bijlage C: Het achterhalen van het MAC- en IP-adres voor uw Ethernet-adapter
Instructies voor Windows 2000 of XP
66
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bijlage D: Het upgraden van de firmware
Voer als volgt een upgrade uit van de firmware van de router:
1. Download het upgrade-bestand voor de firmware van de gateway vanaf www.linksys.com.
2. Pak het firmwarebestand uit op uw computer.
3. Open het webgebaseerde hulpprogramma van de gateway en klik op de tab Administration (Beheer).
4. Dubbelklik op de tab Firmware Upgrade (Firmware-upgrade).
5. Klik op de knop Browse (Bladeren) om het uitgepakte bestand te zoeken en dubbelklik vervolgens op dit
bestand.
6. Klik op de knop Upgrade en volg de instructies op het scherm.
Afbeelding D-1: Firmware-upgrade
Bijlage D: Het upgraden van de firmware
67
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bijlage E: Verklarende woordenlijst
802.11b - Een standaard voor draadloos netwerkgebruik die een maximale gegevensoverdrachtsnelheid van
11 Mbps en een bedrijfsfrequentie van 2,4 GHz biedt.
802.11g - Een standaard voor draadloos netwerkgebruik die een maximale gegevensoverdrachtsnelheid van
54 Mbps, een bedrijfsfrequentie van 2,4 GHz en achterwaartse compatibiliteit met 802.11b-apparaten biedt.
Adapter - Een apparaat waarmee uw computer de beschikking krijgt over netwerkfunctionaliteit.
Ad-hoc - Een groep draadloze apparaten die rechtstreeks met elkaar communiceren (peer-to-peer) zonder een
toegangspunt te gebruiken.
AES (Advanced Encryption Standard) - Een beveiligingsmethode waarbij symmetrische codering van 128-bits
gegevensblokken wordt gebruikt.
Backbone - Het gedeelte van een netwerk dat de meeste systemen en netwerken met elkaar verbindt en de
meeste gegevens verwerkt.
Bakeninterval - Gegevens die over uw draadloze netwerk worden verzonden om ervoor te zorgen dat het
netwerk gesynchroniseerd blijft.
Bandbreedte - De transmissiecapaciteit van een bepaald apparaat of netwerk.
Bit - Een binair cijfer.
Breedband - Een altijd actieve en snelle internetverbinding.
Bridge - Een apparaat waarmee meerdere netwerken met elkaar worden verbonden.
Browser - Een toepassingsprogramma voor het bekijken van en interactief werken met alle informatie op het
World Wide Web.
Buffer - Een gedeeld of toegewezen geheugengebied dat wordt gebruikt voor het ondersteunen en coördineren
van verschillende computeractiviteiten en netwerkactiviteiten zodat deze elkaars werking niet verstoren.
Byte - Een gegevenseenheid die meestal uit 8 bits bestaat
Codering - Het coderen van gegevens die over een netwerk worden verzonden.
Bijlage E: Verklarende woordenlijst
68
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
CSMA/CA (Carrier Sense Multiple Access/Collision Avoidance) - Een methode van gegevensoverdracht die wordt
gebruikt om te voorkomen dat gegevens met elkaar botsen.
CTS (Clear To Send) - Een signaal dat wordt verzonden door een draadloos apparaat om aan te geven dat het
apparaat gereed is voor het ontvangen van gegevens.
Daisy Chain - Een methode voor het achter elkaar in serie schakelen van apparaten.
Database - Een verzameling gegevens die zodanig zijn geordend dat deze op eenvoudige wijze toegankelijk zijn
en gemakkelijk kunnen worden beheerd en bijgewerkt.
DDNS (Dynamic Domain Name System) - Hiermee is het mogelijk als host te fungeren voor een website,
FTP-server of e-mailserver met een vaste domeinnaam (bijv. www.xyz.com) en een dynamisch IP-adres.
DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) - Een netwerkprotocol waarmee beheerders tijdelijke IP-adressen
aan netwerkcomputers kunnen toewijzen door een IP-adres voor een bepaalde tijdsduur aan een gebruiker te
'verhuren' in plaats van permanente IP-adressen toe te wijzen.
DMZ (Demilitarized Zone) - Hiermee wordt de firewallbescherming van de router van een computer verwijderd,
waardoor de computer 'zichtbaar' is vanaf internet.
DNS (Domain Name Server) - Het IP-adres van de server van uw ISP, die de namen van websites omzet in
IP-adressen.
Domein - Een specifieke naam voor een netwerk van computers.
Downloaden - Het ontvangen van een bestand dat via een netwerk wordt verzonden.
DSL (Digital Subscriber Line) - Een voortdurend actieve breedbandverbinding via traditionele telefoonlijnen.
DSSS (Direct-Sequence Spread-Spectrum) - Frequentietransmissie met een redundant bitpatroon dat resulteert
in een geringere kans op gegevensverlies bij de verzending.
DTIM (Delivery Traffic Indication Message) - Een bericht dat wordt meegezonden met gegevenspakketten om de
efficiëntie van draadloos netwerkgebruik te vergroten.
Dynamisch IP-adres - Een tijdelijk IP-adres dat is toegewezen door een DHCP-server.
EAP (Extensible Authentication Protocol) - Een algemeen verificatieprotocol dat wordt gebruikt voor het regelen
van netwerktoegang. Veel specifieke verificatiemethoden werken binnen dit kader.
Bijlage E: Verklarende woordenlijst
69
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
EAP-PEAP (Extensible Authentication Protocol-Protected Extensible Authentication Protocol) - Een wederzijdse
verificatiemethode waarbij een combinatie van digitale certificaten en een ander systeem, bijvoorbeeld
wachtwoorden, wordt gebruikt.
EAP-TLS (Extensible Authentication Protocol-Transport Layer Security) - Een wederzijdse verificatiemethode
waarbij digitale certificaten worden gebruikt.
Ethernet - Een netwerkprotocol waarin is vastgelegd hoe gegevens op een algemeen transmissiemedium
worden geplaatst en ervan worden opgehaald.
Finger - Een programma dat u de naam geeft die bij een bepaald e-mailadres hoort.
Firewall - Een verzameling verwante programma's op een server van een netwerkgateway. Deze programma's
beschermen de netwerkbronnen tegen gebruikers van andere netwerken.
Firmware - De programmeercode waarmee een netwerkapparaat wordt uitgevoerd.
Fragmentatie - Het opdelen van een pakket in kleinere eenheden bij verzending via een netwerkmedium dat het
oorspronkelijke pakketformaat niet ondersteunt.
FTP (File Transfer Protocol) - Een protocol dat wordt gebruikt om bestanden over een TCP/IP-netwerk te
verzenden.
Full Duplex - De mogelijkheid om gelijktijdig gegevens te ontvangen en te verzenden met een netwerkapparaat.
Gateway - Een apparaat waarmee netwerken met verschillende, niet-compatibele communicatieprotocollen met
elkaar worden verbonden.
Half Duplex - Transmissie waarbij de gegevens in twee richtingen over een lijn kunnen worden verzonden, maar
slechts in één richting tegelijkertijd.
Hardware - Het fysieke aspect van computers, telecommunicatie en andere apparaten op het gebied van
informatietechnologie.
HTTP (HyperText Transport Protocol) - Het communicatieprotocol dat wordt gebruikt om verbinding te maken met
servers in het World Wide Web.
Infrastructuur - Een draadloos netwerk dat via een toegangspunt als brug met een bekabeld netwerk is
verbonden.
IP (Internet Protocol) - Een protocol dat wordt gebruikt voor het verzenden van gegevens over een netwerk.
Bijlage E: Verklarende woordenlijst
70
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
IP-adres - Het adres dat wordt gebruikt om een computer of apparaat in een netwerk te identificeren.
IPCONFIG - Een hulpprogramma in Windows 2000 en XP dat het IP-adres voor een bepaald netwerkapparaat
weergeeft.
IPSec (Internet Protocol Security) - Een VPN-protocol waarmee een veilige uitwisseling van pakketten op de
IP-laag kan worden gegarandeerd.
ISM-band - Radiobandbreedte die wordt gebruikt bij draadloze transmissies.
ISP (Internet Service Provider) - Een bedrijf dat toegang biedt tot internet.
Kabelmodem - Een apparaat waarmee een computer met het kabeltelevisienetwerk wordt verbonden, dat zelf
weer met internet is verbonden.
Knooppunt - Een vertakking of verbindingspunt in een netwerk. Meestal is dit een computer of werkstation.
LAN - De computers en netwerkproducten waaruit uw lokale netwerk bestaat.
LEAP (Lightweight Extensible Authentication Protocol) - Een wederzijdse verificatiemethode waarbij een
gebruikersnaam en een wachtwoord worden gebruikt.
MAC-adres (Media Access Control) - Het unieke adres dat door een fabrikant wordt toegewezen aan een
netwerkapparaat.
Mbps (MegaBits Per Second) - Eén miljoen bits per seconde; een meeteenheid voor gegevenstransmissie.
mIRC - Een Internet Relay-chatprogramma dat wordt uitgevoerd onder Windows.
Multicasting - Het verzenden van gegevens naar een groep bestemmingen tegelijk.
NAT (Network Address Translation) - NAT-technologie zet IP-adressen van een lokaal netwerk om in een ander
IP-adres voor internet.
Netwerk - Een reeks computers of apparaten die met elkaar zijn verbonden met als doel het delen, opslaan en/of
verzenden van gegevens tussen gebruikers.
NNTP (Network News Transfer Protocol) - Het protocol dat wordt gebruikt om verbinding te maken met Usenetgroepen op internet.
OFDM (Orthogonal Frequency Division Multiplexing) - Frequentietransmissie waarbij de gegevensstroom wordt
opgesplitst in een aantal gegevensstromen met een lagere snelheid, die vervolgens parallel worden verzonden
om gegevensverlies bij de transmissie te voorkomen.
Bijlage E: Verklarende woordenlijst
71
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Opstarten - Een apparaat opstarten zodat het apparaat instructies gaat uitvoeren.
Pakket - Een gegevenseenheid die over een netwerk wordt verzonden.
PEAP (Protected Extensible Authentication Protocol) - Een wederzijdse verificatiemethode waarbij een
combinatie van digitale certificaten en een ander systeem, bijvoorbeeld wachtwoorden, wordt gebruikt.
Ping (Packet INternet Groper) - Een internethulpprogramma dat wordt gebruikt om vast te stellen of een bepaald
IP-adres on line is.
Poort - Het aansluitingspunt op een computer of netwerkapparaat dat wordt gebruikt voor het aansluiten van
kabels of adapters.
POP3 (Post Office Protocol 3) - De standaard-e-mailserver die het meest wordt gebruikt op internet.
Power over Ethernet (PoE) - Een technologie waarmee een Ethernet-netwerkkabel kan fungeren als
gegevenskabel en stroomkabel tegelijk.
PPPoE (Point to Point Protocol over Ethernet) - Een type breedbandverbinding dat naast gegevenstransport ook
voorziet in verificatie (gebruikersnaam en wachtwoord).
PPTP (Point-to-Point Tunneling Protocol) - Een VPN-protocol waarmee het Point to Point Protocol (PPP) kan
worden getunneld over een IP-netwerk. Dit protocol wordt in Europa ook gebruikt als een soort
breedbandverbinding.
Preambule - Het gedeelte van het signaal voor draadloze communicatie waarmee netwerkverkeer wordt
gesynchroniseerd.
RADIUS (Remote Authentication Dial-In User Service) - Een protocol waarbij een verificatieserver wordt gebruikt
om netwerktoegang te regelen.
RJ-45 (Registered Jack-45) - Een Ethernet-aansluiting die maximaal acht draden kan bevatten.
Roaming - De mogelijkheid om een draadloos apparaat uit het bereik van een toegangspunt binnen het bereik
van een ander toegangspunt te brengen zonder dat de verbinding wordt verbroken.
Router - Een netwerkapparaat waarmee meerdere netwerken met elkaar worden verbonden.
RTS (Request To Send) - Een vorm van netwerkgebruik waarbij grote pakketten worden gecoördineerd via de
instelling RTS Threshold (RTS-drempel).
Bijlage E: Verklarende woordenlijst
72
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Server - Een computer die in een netwerk fungeert om gebruikers toegang te verlenen tot bestanden, afdrukken,
communicatie en andere diensten.
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) - Het standaard-e-mailprotocol op internet.
SNMP (Simple Network Management Protocol) - Een veelgebruikt protocol voor netwerkbewaking en -besturing.
Software - Instructies voor de computer. Een reeks instructies waarmee een bepaalde taak wordt uitgevoerd,
wordt een programma genoemd.
SOHO (Small Office/Home Office) - Marktsegment van professionals die thuis of in kleine kantoren werken.
SPI-firewall (Stateful Packet Inspection) - Een technologie die binnenkomende gegevenspakketten inspecteert
voordat deze toegang krijgen tot het netwerk.
Spread Spectrum - Breedbandradiofrequentietechniek die wordt gebruikt om de transmissie van gegevens
betrouwbaarder en veiliger te maken.
SSID (Service Set IDentifier) - De naam van uw draadloze netwerk.
Standaardgateway - Een apparaat waarmee internetverkeer vanaf het lokale netwerk wordt doorgestuurd.
Statische routing - Het doorsturen van gegevens in een netwerk via een vast pad.
Subnetmasker - Een adrescode waarmee de grootte van het netwerk wordt bepaald.
Switch - 1. Een gegevensswitch waarmee computerapparatuur met hostcomputers wordt verbonden, zodat een
groot aantal apparaten een beperkt aantal poorten kan gebruiken. 2. Een apparaat voor het tot stand brengen,
verbreken of wijzigen van de verbindingen in een elektrisch circuit.
TCP (Transmission Control Protocol) - Een netwerkprotocol voor het verzenden van gegevens waarvoor
bevestiging door de ontvanger van de verzonden gegevens is vereist.
TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet Protocol) - Een verzameling instructies die door computers wordt
gebruikt om via een netwerk te communiceren.
Telnet - Een gebruikersopdracht en TCP/IP-protocol voor toegang tot externe computers.
TFTP (Trivial File Transfer Protocol) - Een versie van het TCP/IP-FTP-protocol zonder map- of
wachtwoordmogelijkheden.
TKIP (Temporal Key Integrity Protocol) - Een draadloos coderingsprotocol dat voorziet in dynamische
coderingssleutels voor ieder verzonden pakket.
Bijlage E: Verklarende woordenlijst
73
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Toegangspunt - Een apparaat waarmee computers met draadloze apparatuur en andere apparatuur met een
bekabeld netwerk kunnen communiceren. Wordt ook gebruikt om het bereik van een draadloos netwerk te
vergroten.
Topologie - De fysieke lay-out van een netwerk.
TX Rate - Verzendsnelheid.
UDP (User Datagram Protocol) - Een netwerkprotocol voor het verzenden van gegevens waarvoor geen
bevestiging door de ontvanger van de verzonden gegevens is vereist.
Upgraden - Bestaande software of firmware vervangen door een nieuwere versie.
Uploaden - Een bestand via een netwerk verzenden.
URL (Uniform Resource Locator) - Het adres van een bestand dat zich op internet bevindt.
Vast IP-adres - Een vast adres dat is toegewezen aan een computer die of een apparaat dat met een netwerk
is verbonden.
Verwerkingscapaciteit - De hoeveelheid gegevens die binnen een bepaalde tijdperiode tussen knooppunten
wordt verplaatst.
VPN (Virtual Private Network) - Een veiligheidsmaatregel om gegevens te beschermen wanneer deze een
netwerk verlaten en via internet naar een ander netwerk gaan.
Wachtzin - Een wachtzin wordt min of meer als een wachtwoord gebruikt en vereenvoudigt de WEP-codering
door automatisch de WEP-coderingssleutels voor Linksys-producten te genereren.
WAN (Wide Area Network)- Internet.
WEP (Wired Equivalent Privacy) - Een methode voor het coderen van netwerkgegevens die over een draadloos
netwerk worden verzonden, voor een betere beveiliging.
WINIPCFG - Een hulpprogramma in Windows 98 en Me dat het IP-adres voor een bepaald netwerkapparaat
weergeeft.
WLAN (Wireless Local Area Network) - Een groep computers en bijbehorende apparatuur die draadloos met
elkaar communiceren.
WPA (Wi-Fi Protected Access) - Een draadloos beveiligingsprotocol dat gebruikmaakt van TKIP-codering
(Temporal Key Integrity Protocol), en dat samen met een RADIUS-server kan worden gebruikt.
Bijlage E: Verklarende woordenlijst
74
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bijlage F: Specificaties
Modelnummer
WAG200G
Standaarden
IEEE 802.11g, IEEE 802.11b, IEEE 802.3, IEEE 802.3u, G.992.1 (G.dmt),
G.992.2 (G.lite), G.992.3, G.992.5, T1.413i2
Poorten
Voeding, ADSL, Ethernet (1-4)
Knop
Eén reset-knop
Type bekabeling
CAT 5 UTP
LED's
Voeding, Wireless-G, Ethernet (1-4), DSL, Internet
Zendvermogen
18 dBm
Kanalen
13 (de meeste in Europa)
UPnP mogelijk/
gecertificeerd
Mogelijk
Beveiligingsfuncties
Bijlage F: Specificaties
Configuratie met wachtwoordbeveiliging voor toegang tot internet
PAP-verificatie en CHAP-verificatie
DoS-preventie (Denial of Service)
URL-filters, URL-trefwoord, blokkering van Java, ActiveX,
Proxy en cookies
ToD-filter (maakt toegang tijdsgebonden)
VPN-doorvoer voor IPSec-, PPTP- en L2TP-protocollen
128-bits of 64-bits WEP met WEP-sleutelgeneratie op basis
van een wachtzin
SSID-broadcast uitschakelen
Toegangsbeperking door MAC- en IP-adressen
75
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
WEP-codering
64-bits, 128-bits
Afmetingen
140 mm x 140 mm x 27 mm
Gewicht apparaat
0,3 kg
Voeding
12 VDC, 1 A
Certificeringen
CE
Bedrijfstemperatuur
0 tot 40 ºC
Opslagtemperatuur
-20 tot 70 ºC
Bedrijfsvochtigheid
10 tot 85% niet condenserend
Opslagvochtigheid
5 tot 90% niet condenserend
Bijlage F: Specificaties
76
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bijlage G: Informatie over garantie
Linksys garandeert u dat uw Linksys-product gedurende een periode van drie jaar (de 'garantieperiode') bij normaal gebruik
vrij is van materiaal- en constructiefouten. Uw enige verhaalmogelijkheid en de volledige aansprakelijkheid van Linksys
krachtens deze garantie bestaan ter keuze van Linksys in hetzij het repareren of vervangen van het product of het vergoeden
van het aankoopbedrag verminderd met eventuele kortingen. Deze beperkte garantie is alleen van toepassing op de
oorspronkelijke koper.
Als het product gebreken vertoont tijdens de garantieperiode, neemt u contact op met de afdeling technische ondersteuning
van Linksys voor een retourgoedkeuringsnummer, indien van toepassing. ZORG DAT U UW AANKOOPBEWIJS BIJ DE HAND HEBT
WANNEER U CONTACT OPNEEMT. Als u verzocht wordt het product te retourneren, brengt u het retourgoedkeuringsnummer
duidelijk op de buitenzijde van het pakket aan en stuurt u een kopie van het oorspronkelijke aankoopbewijs mee. VERZOEKEN
OM RETOURNERING KUNNEN NIET WORDEN VERWERKT ZONDER AANKOOPBEWIJS. U bent verantwoordelijk voor de verzending
van defecte producten naar Linksys. Linksys betaalt alleen voor terugzending naar u met UPS over de grond. Klanten buiten de
Verenigde Staten en Canada zijn verantwoordelijk voor alle verzend- en afhandelingskosten.
ALLE IMPLICIETE GARANTIES EN VOORWAARDEN VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL
ZIJN BEPERKT TOT DE DUUR VAN DE GARANTIEPERIODE. ALLE ANDERE EXPLICIETE OF IMPLICIETE VOORWAARDEN,
VERKLARINGEN EN GARANTIES, MET INBEGRIP VAN IMPLICIETE GARANTIES INZAKE HET NIET INBREUK MAKEN OP RECHTEN
VAN DERDEN, WORDEN AFGEWEZEN. Aangezien in sommige rechtsgebieden geen beperkingen zijn toegestaan inzake de
duur van een impliciete garantie, geldt deze beperking mogelijk niet voor u. Deze garantie geeft u specifieke wettelijke
rechten, en u kunt ook andere rechten hebben die per rechtsgebied variëren.
Deze garantie vervalt als het product (a) is gewijzigd, anders dan door Linksys, (b) niet is geïnstalleerd, bediend, gerepareerd
of onderhouden overeenkomstig de instructies van Linksys, of (c) is blootgesteld aan abnormale fysieke of elektrische
belasting, misbruik, nalatigheid of een ongeval. Als gevolg van de voortdurende ontwikkeling van nieuwe technieken inzake
het binnendringen en hacken van netwerken, geeft Linksys bovendien geen garantie dat het product niet kwetsbaar is voor
binnendringing en hacking.
IN ZOVERRE DE WET DIT TOESTAAT IS LINKSYS GEENSZINS AANSPRAKELIJK VOOR GEGEVENSVERLIES, DERVING VAN
INKOMSTEN OF WINST, OF VOOR SPECIALE, INDIRECTE OF INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE OF SCHADE DOOR
SCHADEVERGOEDING, ONGEACHT DE THEORIE VAN AANSPRAKELIJKHEID (INCLUSIEF NALATIGHEID), DIE HET GEVOLG IS VAN
OF BETREKKING HEEFT OP HET GEBRUIK OF HET NIET KUNNEN GEBRUIKEN VAN HET PRODUCT (MET INBEGRIP VAN
SOFTWARE), ZELFS AL HEEFT MEN LINKSYS EROP GEATTENDEERD DAT DIE SCHADEN ZICH KUNNEN VOORDOEN. DE
AANSPRAKELIJKHEID VAN LINKSYS OVERSTIJGT IN GEEN GEVAL HET AANKOOPBEDRAG DAT DOOR U VOOR HET PRODUCT IS
BETAALD. De bovengenoemde beperkingen zijn van toepassing, zelfs als enige garantie of verhaalsmogelijkheid onder deze
overeenkomst haar wezenlijke doel niet heeft gediend. Sommige rechtsgebieden staan de uitsluiting of beperking van
incidentele schade of gevolgschade niet toe. Mogelijk is de bovenstaande beperking of uitsluiting niet op u van toepassing.
Deze garantie is alleen van kracht in het land van aankoop.
U kunt al uw vragen richten aan: Linksys, P.O. Box 18558, Irvine, CA 92623, Verenigde Staten
77
Bijlage G: Informatie over garantie
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bijlage H: Informatie over regelgeving
FCC-verklaring
Dit product is getest en voldoet aan de specificaties voor een digitaal apparaat van klasse B, overeenkomstig deel 15 van
de FCC-regelgeving. Deze limieten zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in
een thuisnetwerk. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze ook uitstralen. Indien de
apparatuur niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan de apparatuur schadelijke interferentie met
radiocommunicatie veroorzaken. Er bestaat echter geen enkele garantie dat deze interferentie niet in een bepaalde
installatie kan optreden. Als deze apparatuur schadelijke interferentie veroorzaakt in de ontvangst van radio of tv, wat u
kunt vaststellen door de apparatuur uit en weer aan te zetten, kan de gebruiker proberen om de interferentie te verhelpen
met een of meer van de volgende maatregelen:
• De ontvangstantenne richten of verplaatsen
• De afstand tussen de apparatuur vergroten
• De apparatuur op een ander stopcontact dan dat voor de ontvanger aansluiten
• Contact opnemen met een dealer of een ervaren radio/tv-monteur voor assistentie
FCC-verklaring inzake stralingsblootstelling
Deze apparatuur voldoet aan de FCC-limieten voor stralingsblootstelling die zijn opgesteld voor een ongecontroleerde
omgeving. Deze apparatuur dient te worden geïnstalleerd en bediend met een minimumafstand van 20 cm tussen het
stralingsdeel en uw lichaam.
Veiligheidskennisgevingen
Voorzichtig: om het risico van brand te verminderen mag alleen telecommunicatiekabel nr. 26 AWG of een dikkere kabel
worden gebruikt.
Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld in een vochtige kelder of naast een zwembad.
Gebruik dit product bij voorkeur niet tijdens onweer. Er bestaat dan een klein risico op een elektrische schok door
blikseminslag.
Canada
This device complies with Industry Canada ICES-003 and RSS210 rules.
Cet appareil est conforme aux normes NMB003 et RSS210 d'Industrie Canada.
Bijlage H: Informatie over regelgeving
78
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Compatibiliteitsinformatie voor draadloze producten van
2,4 GHz met betrekking tot de EU en andere landen die de
EU-richtlijn 1999/5/EC (R&TTE-richtlijn) hanteren
Verklaring van conformiteit met betrekking tot EU-richtlijn
1999/5/EC (R&TTE-richtlijn)
Bijlage H: Informatie over regelgeving
79
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
OPMERKING: De verklaring van conformiteit is voor alle producten beschikbaar via een of meer van de volgende opties:
• De cd van het product bevat een PDF-bestand.
• Het product gaat vergezeld van een gedrukt exemplaar.
• Op de website van het product is een PDF-bestand beschikbaar. Ga naar www.linksys.com/international en
selecteer uw land of regio. Selecteer vervolgens uw product.
Als u andere technische documentatie nodig hebt, raadpleegt u de sectie 'Technische documenten op
www.linksys.com/international' zoals verderop in deze bijlage wordt aangegeven.
De volgende standaarden zijn toegepast bij het beoordelen van het product aan de hand van de vereisten in richtlijn 1999/5/EC:
•
•
•
Straling: EN 300 328
EMC: EN 301 489-1, EN 301 489-17
Veiligheid: EN 60950 alsmede EN 50385 of EN 50371
CE-markering
Voor de Wireless-B- en Wireless-G-producten van Linksys zijn als volgt de CE-markering, het nummer van de aangemelde
instantie (waar dat van toepassing is) en de klasse 2-identificator op de apparatuur aangebracht.
of
of
Controleer het CE-label op het product om te zien welke aangemelde instantie bij de beoordeling was betrokken.
Beperkingen op nationaal niveau
Dit product kan zonder enige beperking worden gebruikt in alle EU-landen (en andere landen die de EU-richtlijn 1999/5/EC
hanteren), met uitzondering van de hierna genoemde landen:
Ce produit peut être utilisé dans tous les pays de l’UE (et dans tous les pays ayant transposés la directive 1999/5/CE) sans
aucune limitation, excepté pour les pays mentionnés ci-dessous:
Questo prodotto è utilizzabile in tutte i paesi EU (ed in tutti gli altri paesi che seguono le direttive EU 1999/5/EC) senza
nessuna limitazione, eccetto per i paesii menzionati di seguito:
Das Produkt kann in allen EU Staaten ohne Einschränkungen eingesetzt werden (sowie in anderen Staaten die der EU
Direktive 1999/5/CE folgen) mit Außnahme der folgenden aufgeführten Staaten:
Bijlage H: Informatie over regelgeving
80
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
België
Draadloze verbindingen voor buitengebruik met een bereik van meer dan 300 meter moeten worden aangemeld bij het
Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT). Ga naar http://www.bipt.be voor nadere gegevens.
Draadloze verbindingen voor buitengebruik en met een reikwijdte van meer dan 300 meter dienen te worden aangemeld
bij het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT). Zie http://www.bipt.be voor meer gegevens.
Les liaisons sans fil pour une utilisation en extérieur d’une distance supérieure à 300 mètres doivent être notifiées
à l’Institut Belge des services Postaux et des Télécommunications (IBPT). Visitez http://www.ibpt.be pour de plus
amples détails.
Frankrijk
Indien het product buitenshuis wordt gebruikt, is het eindvermogen in sommige delen van de band beperkt. Zie tabel 1 of
ga naar http://www.arcep.fr/ voor nadere gegevens.
Dans la cas d’une utilisation en extérieur, la puissance de sortie est limitée pour certaines parties de la bande. Reportezvous à la table 1 ou visitez http://www.arcep.fr/ pour de plus amples détails.
Tabel 1: Applicable Power Levels in France
Locatie
Frequentiebereik (MHz)
Vermogen (EIRP)
Binnenshuis (geen beperkingen)
2400 - 2483,5
100 mW (20 dBm)
Buitenshuis
2400 - 2454
2454 - 2483,5
100 mW (20 dBm)
10 mW (10 dBm)
Italië
Dit product voldoet aan de nationale radio-interface en aan de vereisten zoals gestipuleerd in de nationale tabel voor
frequentietoewijzing voor Italië. Voor dit draadloze LAN-product van 2,4 GHz is een 'algemene toestemming' vereist, tenzij
het product op het grondgebied van de eigenaar wordt gebruikt. Ga naar http://www.comunicazioni.it/it/ voor nadere
gegevens.
Questo prodotto è conforme alla specifiche di Interfaccia Radio Nazionali e rispetta il Piano Nazionale di ripartizione delle
frequenze in Italia. Se non viene installato all’interno del proprio fondo, l’utilizzo di prodotti Wireless LAN a 2.4 GHz richiede
una "Autorizzazione Generale". Consultare http://www.comunicazioni.it/it/ per maggiori dettagli.
Bijlage H: Informatie over regelgeving
81
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Beperkingen aan het productgebruik
Dit product is alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis. Gebruik buitenshuis wordt afgeraden.
Dit product is bedoeld voor gebruik met de integrale of speciale (externe) antenne(s) die standaard bij het product worden
geleverd. Bij sommige toepassingen moet(en) de antenne(s), indien verwijderbaar, van het product worden losgenomen en
op afstand van het product worden geïnstalleerd met behulp van verlengkabels. Voor deze toepassingen biedt Linksys een
R-SMA-verlengkabel (AC9SMA) en een R-TNC-verlengkabel (AC9TNC). Beide kabels zijn 9 meter lang en hebben een
verlies (demping) van 5 dB. Ter compensatie voor de demping biedt Linksys ook antennes met een hogere
versterkingsfactor, de HGA7S (met R-SMA-aansluiting) en HGA7T (met R-TNC-aansluiting). Deze antennes hebben een
versterkingsfactor van 7 dBi en mogen alleen worden gebruikt met de R-SMA- of de R-TNC-verlengkabel.
Combinaties van verlengkabels en antennes, die een uitgestraald vermogensniveau van meer dan 100 mW EIRP tot gevolg
hebben, zijn verboden.
Afgegeven vermogen van uw apparaat
Mogelijk moet u het afgegeven vermogen van uw draadloze apparaat wijzigen om te voldoen aan de regelgeving in uw
land. Ga naar de juiste sectie voor uw apparaat.
OPMERKING: De instelling voor vermogensafgifte is mogelijk niet beschikbaar op alle draadloze producten. Voor
meer informatie raadpleegt u de documentatie op de product-cd of op http://www.linksys.com/international.
Draadloze adapters
Voor draadloze adapters is de vermogensafgifte standaard op 100% ingesteld. De maximale vermogensafgifte van elke
adapter is niet groter dan 20 dBm (100 mW); deze bedraagt meestal 18 dBm (64 mW) of minder. Als u de vermogensafgifte
van uw draadloze adapter wilt wijzigen, volgt u de van toepassing zijnde instructies voor het Windows-besturingssysteem
van uw computer:
Windows XP
1. Dubbelklik op het pictogram Draadloos in het systeemvak op het bureaublad.
2. Open het venster Draadloze netwerkverbinding.
3. Klik op de knop Eigenschappen.
4. Selecteer het tabblad Algemeen en klik op de knop Configureren.
5. Open het venster Eigenschappen en klik op het tabblad Geavanceerd.
6. Selecteer Power Output (Vermogensafgifte).
7. Selecteer in de vervolgkeuzelijst aan de rechterzijde het vermogensafgiftepercentage van de draadloze adapter.
Bijlage H: Informatie over regelgeving
82
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Windows 2000
1. Open het Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Netwerk- en inbelverbindingen.
3. Selecteer uw huidige draadloze verbinding en selecteer Eigenschappen.
4. Klik in het scherm Eigenschappen op de knop Configureren.
5. Open het tabblad Geavanceerd en selecteer Power Output (Vermogensafgifte).
6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst aan de rechterzijde de vermogensinstelling van de draadloze adapter.
Als op uw computer Windows Millennium of Windows 98 wordt uitgevoerd, raadpleegt u Windows Help voor instructies
met betrekking tot het openen van de geavanceerde instellingen van een netwerkadapter.
Draadloze toegangspunten, draadloze routers of andere draadloze producten
Als u een draadloos toegangspunt, draadloze router of een ander draadloos product hebt, gebruikt u het webgebaseerde
hulpprogramma van dat product om de instelling voor vermogensafgifte te configureren (raadpleeg de productdocumentatie
voor meer informatie).
Technische documenten op www.linksys.com/international
Voer de volgende stappen uit voor toegang tot technische documenten:
1. Voer http://www.linksys.com/international in uw webbrowser in.
2. Selecteer het land of de regio waarin u woont.
3. Klik op het tabblad Products (Producten).
4. Selecteer de juiste productcategorie.
5. Selecteer zo nodig de productsubcategorie.
6. Selecteer het product.
7. Selecteer het type documentatie dat u wenst in de sectie More Information (Meer informatie). Het document wordt
geopend in PDF-indeling als u Adobe Acrobat op uw computer hebt geïnstalleerd.
OPMERKING: Als u vragen hebt over de compatibiliteit van deze producten of als u de gewenste informatie niet
kunt vinden, neemt u contact op met uw lokale verkoopkantoor of gaat u naar http://www.linksys.com/international
voor nadere gegevens.
Bijlage H: Informatie over regelgeving
83
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Gebruikersinformatie voor consumentenproducten onder EU-richtlijn 2002/96/EC inzake afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur (WEEE)
Dit document bevat belangrijke informatie voor gebruikers met betrekking tot de juiste afvoerwijze en recycling van
Linksys-producten. Consumenten moeten zich aan deze kennisgeving houden voor alle elektronische producten die het
volgende symbool dragen:
Bijlage H: Informatie over regelgeving
84
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bijlage H: Informatie over regelgeving
85
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bijlage H: Informatie over regelgeving
86
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bijlage H: Informatie over regelgeving
87
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Voor meer informatie gaat u naar www.linksys.com.
Bijlage H: Informatie over regelgeving
88
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Bijlage I: Contactgegevens
Wilt u contact opnemen met Linksys?
Bezoek ons on line voor informatie over de nieuwste producten en updates voor uw bestaande producten op:
http://www.linksys.com/international
Als u problemen ondervindt met een Linksys-product, kunt u een e-mail sturen aan:
In Europa
E-mailadres
België
[email protected]
Denemarken
[email protected]
Duitsland
[email protected]
Finland
[email protected]
Frankrijk
[email protected]
Griekenland
[email protected] (alleen Engelstalig)
Hongarije
[email protected]
Ierland
[email protected]
Italië
[email protected]
Nederland
[email protected]
Noorwegen
[email protected]
Oostenrijk
[email protected]
Polen
[email protected]
Portugal
[email protected]
Rusland
[email protected]
Spanje
[email protected]
Tsjechië
[email protected]
Verenigd Koninkrijk
[email protected]
Bijlage I: Contactgegevens
89
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
In Europa
E-mailadres
Zweden
[email protected]
Zwitserland
[email protected]
Buiten Europa
E-mailadres
Azië-Pacific
[email protected] (alleen Engelstalig)
Latijns-Amerika
[email protected] of
[email protected]
Midden-Oosten en Afrika
[email protected] (alleen Engelstalig)
VAE
[email protected] (alleen Engelstalig)
VS en Canada
[email protected]
Zuid-Afrika
[email protected] (alleen Engelstalig)
Opmerking: in sommige landen kan alleen Engelstalig ondersteuning worden gegeven.
Bijlage I: Contactgegevens
90