AEG Voxtel R200, PMR Voxtel R200, Voxtel R210 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de AEG Voxtel R200 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
48
1 ONZE ZORG
Wij willen u bedanken voor de aankoop van dit product. Bij
de ontwikkeling en montage van dit product stonden u en het
milieu centraal. Daarom krijgt u bij dit product een verkorte
installatiehandleiding, zodat er minder papier wordt gebruikt en er
dus minder bomen moeten worden gekapt. Bedankt dat u ons steunt
in onze zorg voor het milieu.
2 UW PMR
2.1 Overzicht PMR (zie P1)
# Betekenis
1
Lcd-scherm
tGeeft de huidige kanaalselectie en andere
symbolen weer.
2
Oproeptoets
tIndrukken om een oproeptoon te verzenden naar
andere PMR-toestellen.
3
/
Toetsen omhoog/omlaag
tIndrukken om het kanaal of het volume te
wijzigen en om instellingen te selecteren tijdens
de programmering.
4
Menutoets
tIndrukken om van modus te veranderen.
5
Luidspreker
6 MIC
Microfoon
7
Aan-uittoets
tIngedrukt houden om het toestel in of uit te
schakelen.
8 PTT
PTT-toets (push to talk)
tIngedrukt houden om te zenden.
49
NL
9
Aansluiting voor microfoon/oortjes/lader
10
Antenne
2.2 Lcd-scherm (zie P2)
Betekenis
Kanaalnummer.
Verandert van 1 tot 8 naargelang de keuze van de
gebruiker.
CTCSS-code.
Verandert van 1 tot 38 naargelang de keuze van de
gebruiker.
Geeft het batterijniveau weer.
Weergegeven wanneer de chronometerfunctie actief
is.
TX
Weergegeven bij het verzenden van een signaal.
RX
Weergegeven bij het ontvangen van een signaal.
DCM
Weergegeven wanneer dual channel monitor actief
is.
DCS
Weergegeven wanneer DCS actief is.
V
OX
Weergegeven wanneer de VOX-functie actief is.
SC
Weergegeven wanneer de PMR alle kanalen scant.
Weergegeven wanneer de toetsvergrendeling actief
is.
Geeft het huidige luidsprekervolume weer.
50
3 INSTALLATIE
3.1 De riemclip verwijderen
tTrek het lipje van de riemclip naar
voren (weg van de PMR).
tDuw de riemclip omhoog terwijl u
aan het lipje van de riemclip trekt,
zoals geïllustreerd in Fig. 1.
3.2 De riemclip plaatsen
tSchuif de riemclip in het slot zoals
geïllustreerd in Fig. 2.
>Een ‚klik‘ geeft aan dat de riemclip
op zijn plaats zit.
3.3 De batterijen plaatsen (zie P3)
Voorzichtig:
Controleer de polariteit van de batterijen wanneer u de batterijen
plaatst. Een onjuiste plaatsing van de batterijen kan zowel de batterijen
als het toestel beschadigen.
tSchuif de afdekking van het batterijcompartiment omlaag.
tPlaats de oplaadbare batterijen volgens de oriëntatie geïllustreerd
in P3.
tPlaats de afdekking van het batterijcompartiment terug.
Belangrijk:
Lees deze veiligheidswaarschuwingen alvorens de batterijen te
vervangen.
tProbeer niet-oplaadbare batterijen nooit op te laden.
tZorg dat de afdekking van het batterijcompartiment correct
vergrendeld is wanneer u de batterijen oplaadt.
tGooi gebruikte batterijen veilig weg op een manier die het milieu
geen schade toebrengt. Probeer ze nooit te verbranden en laat ze
nooit achter op een plaats waar ze verbrand of doorboord kunnen
raken.
tLaat lege batterijen niet in uw PMR-toestel zitten. Ze kunnen dan
gaan lekken.
Fig. 1 Fig. 2
Lipje van riemclip
51
NL
3.4 De batterijen opladen
3.4.1 Met duolader (model R210/R220) (zie P4)
tSteek de kleine stekker aan het einde van de netadapter in de
netsnoeringang achteraan de duolader.
tSteek de netadapter in een stopcontact 210 - 240 V AC/50 Hz.
tPlaats de PMR-toestellen rechtop in de lader. De led-lampjes van de
laadindicators lichten op.
tHet duurt ongeveer 10 uur om volledig lege batterijen op te laden.
Bij nieuwe batterijen duurt een volledige laadbeurt tot 14 uur.
Belangrijk:
tHet toestel moet worden opgeladen met de meegeleverde
netadapter. Bij gebruik van een andere adapter worden de EN60950-
1-regels overtreden en worden de goedkeuringen en garantie
ongeldig.
tSchakel de PMR-toestellen steeds uit tijdens het laden. Dit verkort
de oplaadtijd.
3.4.2 De adapter gebruiken (model R200/R210/R220) (zie P5)
tOpen de afdekking van de laadcontacten bovenaan de PMR .
tSteek de ronde stekker van de adapter (9 V DC / 200 mA) in de
laadaansluiting.
tSteek de netadapter in een stopcontact 210 - 240 V AC/50 Hz.
3.5 Batterijniveau
Het batterijniveau-icoon bevindt zich in de linkerhoek van het lcd-
scherm. Hij lijkt op een batterij met drie staafjes erin. Dit geeft
het resterende niveau aan. Wanneer het batterijniveau onder de
minimumdrempel zakt terwijl de PMR aanstaat, weerklinken er twee
beeptonen en wordt het toestel automatisch uitgeschakeld.
Het toestel geeft de batterijlading aan in vier niveaus:
Batterijniveau hoog.
Batterijniveau gemiddeld.
52
Batterijniveau laag. Bij dit niveau geeft het toestel
in de normale modus om de 10 seconden een
biepgeluid weer.
Belangrijk: Laad het toestel 10 tot 14 uur op.
Batterijniveau erg laag. Wanneer het batterijniveau
onder de minimumdrempel zakt, laat het toestel
twee bieptonen horen, wordt de stroom automatisch
uitgeschakeld en gaat het toestel over naar de
klokmodus.
3.6 Levensduur van de batterij
Het toestel heeft een ingebouwde energiebesparingsmodus om de
batterijen langer te laten meegaan. Toch verdient het aanbeveling
om de toestellen uit te schakelen wanneer u ze niet gebruikt om het
laadniveau van de batterij op peil te houden.
4 BEDIENING
4.1 Zendbereik
Het bereik hangt af van de omgeving en het terrein. Op grote open
ruimtes zonder hindernissen zoals heuvels of gebouwen, kan het
bereik oplopen tot ongeveer 8 km. Gebruik de twee PMR-toestellen
niet wanneer ze minder dan 1,5 meter uit elkaar zijn. Anders krijgt u
interferentie.
Belangrijke veiligheidswaarschuwing:
tOm de blootstelling aan radiofrequenties te beperken wanneer u uw
PMR gebruikt, houdt u het toestel ten minste 5 cm van uw gezicht.
tGebruik het toestel nooit buiten tijdens een onweer.
tGebruik het toestel niet in de regen.
tAls uw toestel nat wordt, schakel het dan uit en verwijder de
batterijen. Droog het batterijcompartiment en laat de afdekking er
enkele uren af. Gebruik het toestel niet voor het volledig droog is.
tHoud het toestel buiten bereik van baby‘s en jonge kinderen.
53
NL
4.2 Het toestel in-/uitschakelen
Inschakelen:
tHoud de aan-uittoets
ingedrukt tot het lcd-scherm aan gaat en
het huidige kanaal weergeeft.
Uitschakelen:
tHoud de aan-uittoets
ingedrukt tot het lcd-scherm uitgaat.
>U hoort telkens een bevestigingstoon.
4.3 Het luidsprekervolume regelen
Het volume wordt aangegeven met verticale staafjes op het lcd-
scherm. U kunt het volume wijzigen terwijl u uw toestel gebruikt of
wanneer het toestel inactief is (ingeschakeld maar niet in gebruik).
tDruk op de toets omhoog
om het volume te verhogen of de toets
omlaag
om het te verlagen.
4.4 Van kanaal veranderen
Het toestel heeft acht beschikbare kanalen. Om te kunnen
communiceren met andere PMR-gebruikers binnen het zendbereik
moeten alle gebruikers hetzelfde kanaal hebben ingesteld.
tDruk een keer op de menutoets
. Het huidige kanaalnummer
knippert op het lcd-scherm.
tDruk op de toets omhoog
of omlaag om het gewenste kanaal
te selecteren.
>U kunt de kanalen doorlopen van 1 tot 8 of vice versa.
tDruk op de PTT-toets om de kanaalinstelling te bevestigen.
Opmerking:
Een gedetailleerde frequentielijst vindt u in de sectie
‚Kanaalfrequentietabel‘ in deze handleiding.
4.4.1 DCS codes (Digital Coded Squelsh) instellen
Elk kanaal heeft ook 83 DCS codes, die u kunt gebruiken voor
beveiligde privécommunicatie binnen een gebruikersgroep. Als u
het subkanaal hebt ingesteld, kunt u enkel communiceren met andere
PMR-gebruikers die hetzelfde kanaal en subkanaal hebben ingesteld.
Om de subkanaalfunctie uit te schakelen, zet u het subkanaal gewoon
op 0 (nul). U kunt dan communiceren met alle PMR-gebruikers die
54
hetzelfde kanaal hebben ingesteld en die de subkanaalfunctie hebben
uitgeschakeld.
tDruk twee keer op de menutoets
. Het nummer van het huidige
CTCSS-subkanaal knippert op het lcd-scherm.
tDruk op de toets voor omhoog
of omlaag om een van de 38
CTCSS-subkanalen te selecteren.
tDruk op de PTT-knop om de subkanaalinstelling te bevestigen.
4.4.2 De geavanceerde digitale code (DCS) instellen
Elk kanaal heeft ook 83 digitale codes, die u kunt gebruiken voor
beveiligde privécommunicatie binnen een gebruikersgroep.
tDruk drie keer op de menutoets
. De DCS-code knippert op het
lcd-scherm.
tDruk op de toets voor omhoog
of omlaag om de gewenste
DCS-code in te stellen.
tDruk op de PTT-toets om het ingestelde DCS-kanaal te bevestigen.
!
Zenden en ontvangen
tDe PMR-transmissie is ‚enkelrichtingsverkeer‘. U kunt niet
tegelijk praten en een transmissie ontvangen.
tDe PMR is een open band. Identificeer uzelf steeds
wanneer u op hetzelfde kanaal uitzendt.
4.5 Ontvangstmodus
Wanneer het toestel aanstaat en niet uitzendt, staat het steeds in de
ontvangstmodus. Wanneer er een signaal wordt ontvangen op het
huidige kanaal, wordt pictogram
R
X
weergegeven op het lcd-scherm.
4.6 Zendmodus
tHoud de PTT-toets (Push to Talk) ingedrukt om uw boodschap te
verzenden. Het pictogram
TX
wordt weergegeven op het lcd-
scherm.
tHoud het toestel verticaal met de microfoon op 5 cm van uw mond.
Praat op een normaal volume in de microfoon terwijl u de PTT-toets
ingedrukt houdt.
tLaat de PTT-toets los wanneer u stopt met praten.
55
NL
4.7 Monitorfunctie
U kunt de monitorfunctie gebruiken om zwakkere signalen in het
huidige kanaal te zoeken.
tHoud de menutoets
en de toets voor omlaag tegelijk
ingedrukt. Het pictogram
R
X
wordt weergegeven op het lcd-
scherm. Uw toestel pikt signalen van het huidige kanaal op, inclusief
achtergrondruis.
tDruk op de menutoets
om de monitorfunctie van het kanaal stop
te zetten.
4.8 De VOX-gevoeligheid instellen
In de VOX-modus verzendt het toestel alleen een signaal wanneer het
door uw stem of andere geluiden rond u wordt geactiveerd. Wanneer
u stopt met praten, blijft het toestel nog twee seconden verder
uitzenden.
De VOX-gevoeligheid wordt weergegeven door een cijfer op het lcd-
scherm. Op het hoogste niveau pikken de toestellen ook zachtere
geluiden (inclusief achtergrondruis) op. Op het laagste niveau, pikt
het enkel luidere geluiden op.
tDruk vier keer op de menutoets
. Het pictogram
VOX
wordt
weergegeven en ‚OF‘ knippert op het lcd-scherm.
tDruk op de toets omhoog
om de VOX-gevoeligheid in te stellen
op het maximumniveau ( het maximumniveau is 3).
tOm de VOX-functie uit te schakelen, drukt u op de toets omlaag
tot op het lcd-scherm ‚OF‘ verschijnt.
tDruk op de PTT-toets om uw instelling te bevestigen.
VOX
gaat
continu branden op het lcd-scherm zolang de VOX-functie actief is.
Opmerking:
De VOX-functie wordt niet aanbevolen in lawaaierige of winderig
omgevingen.
4.9 Automatische kanaalscan
De kanaalscan zoekt actieve kanalen in een eindeloze lus voor de 8
kanalen, 38 CTCSS-codes en 83 DCS-codes.
56
tDruk vijf keer op de menutoets
. Het pictogram
SC
verschijnt op
het lcd-scherm.
tDruk op de toets omhoog
of omlaag om kanalen te beginnen
scannen. Wanneer er een actief signaal wordt gedetecteerd,
pauzeert de kanaalscan op het actieve kanaal.
tDruk zes keer op de menutoets
. CTCSS knippert op het lcd-
scherm. Druk op de toets omhoog
of omlaag om de CTCSS te
beginnen scannen vanaf 1-38.
tDruk zeven keer op de menutoets
. DCS knippert op het lcd-
scherm. Druk op de toets voor omhoog
of omlaag om DCS-
code 1-83 te beginnen scannen.
tDruk op de PTT-toets om de instelling te bevestigen.
4.10 Oproepsignaal
Uw PMR kan u waarschuwen voor een inkomend signaal door een
hoorbare beltoon te laten weerklinken.
4.10.1 Oproeptoon
U kunt andere PMR-gebruikers een oproeptoon sturen om hen te
laten weten dat u wilt communiceren.
tDruk op de oproeptoets .
.
U hoort ongeveer twee seconden lang een oproeptoon; Het
pictogram
TX
verschijnt op het lcd-scherm. Alle andere toestellen
die zich binnen het zendbereik bevinden en op hetzelfde kanaal en
subkanaal (indien van toepassing) zitten, horen het oproepsignaal.
4.10.2 Een oproepsignaal selecteren
Het toestel is uitgerust met 15 verschillende types van oproepsignalen.
tDruk acht keer op de menutoets
. Het pictogram ‚CA‘ verschijnt
en ‚01‘ knippert op het lcd-scherm.
tDruk op de toets omhoog
of omlaag om het gewenste
oproepsignaal te selecteren.
>Het overeenkomstige oproepsignaal wordt afgespeeld wanneer u
van de ene toon naar de andere gaat.
tDruk op de PTT-toets om de instelling te bevestigen.
57
NL
4.11 Roger Beep
De Roger beep is een bieptoon die automatisch wordt doorgestuurd
wanneer u de PTT-toets loslaat. Dit geeft de ontvanger aan dat u
de transmissie hebt beëindigd en dat uw toestel in ontvangstmodus
staat.
tDruk negen keer op de menutoets
. Het pictogram “R0” verschijnt
op het lcd-scherm en het ‚ON‘-pictogram knippert.
tDruk op de toets omhoog
of omlaag om de roger biep in of
uit te schakelen.
tDruk op de PTT-toets om de instelling te bevestigen.
4.12 De toetstoon in- of uitschakelen
Als deze functie is ingeschakeld, geeft het toestel steeds een
bevestigingstoon wanneer men een toets indrukt.
tDruk tien keer op de menutoets
. Het pictogram ‚T0‘ verschijnt op
het lcd-scherm en ‚ON‘ knippert.
tDruk op de toets voor omhoog
of omlaag om de toetstoon in
of uit te schakelen.
tDruk op de PTT-toets om de instelling te bevestigen.
4.13 Dual Channel Monitor
Uw toestel is in staat om twee kanalen te monitoren, het huidige
en een ander kanaal. Als het toestel op een van beide kanalen een
signaal detecteert, stopt het en ontvangt het het signaal.
tDruk elf keer op de menutoets
. Het pictogram “DCM” verschijnt
op het lcd-scherm en ‚OF‘ knippert.
tDruk op de toets omhoog
of omlaag om het ‚dual watch‘-
kanaal te selecteren (1-8, op het huidige kanaal na).
tBlijf op de menutoets drukken
om de CTCSS-code te wijzigen.
tDruk op de toets omhoog
of omlaag om de gewenste CTCSS-
code (1-38) te selecteren.
tBlijf op de menutoets drukken
om de DCS-code te wijzigen.
tDruk op de PTT-toets om de instelling te bevestigen.
58
5 BIJKOMENDE FUNCTIES
5.1 Toetsvergrendeling
Met de toetsvergrendeling kan de gebruiker de toets omhoog
,
omlaag
en menu uitschakelen zodat de PMR-instellingen niet
kunnen worden gewijzigd.
tOm de toetsvergrendeling in te schakelen, houdt u de menutoets
ingedrukt tot het pictogram toetsvergrendeling op het lcd-
scherm verschijnt.
tOm de toetsvergrendeling uit te schakelen, houdt u de menutoets
ingedrukt tot het pictogram toetsvergrendeling van het lcd-
scherm verdwijnt.
Opmerking:
De PTT-toets, oproeptoets
een aan-uittoets blijven actief, ook
wanneer de toetsvergrendeling is ingeschakeld.
5.2 Chronometerfunctie
tHoud de oproeptoets
drie seconden ingedrukt met het toestel
in stand-bymodus. De pictogrammen voor de chronometer
verschijnen op het lcd-scherm.
tDruk een keer op de toets omhoog
om de chronometer te
starten. Druk nogmaals op de toets omhoog
om hem te stoppen.
tDruk op de toets omlaag
om de chronometer terug te stellen.
tHoud de oproeptoets
ingedrukt om de chronometerfunctie uit te
schakelen en terug te keren naar de stand-bymodus.
5.3 Achtergrondverlichting voor lcd-scherm
Telkens er een toets wordt ingedrukt (behalve de PTT-toets en
oproeptoets
), licht de achtergrondverlichting van het lcd-scherm
gedurende 5 seconden op.
5.4 Aansluiting voor microfoon/oortjes/lader
Het toestel is uitgerust met een extra aansluiting voor een microfoon,
oortjes en lader bovenaan het toestel. Voor meer informatie, zie
www.aegtelphones.eu
59
NL
6 SPECIFICATIES
Beschikbare kanalen Acht kanalen
CTCSS-subkanaal 38 voor elk kanaal
Outputvermogen (TX) 0,5 W (Max.)
Bereik tot 8 km
Kanaalfrequentietabel
Kanaal Frequentie (MHz) Kanaal Frequentie (MHz)
1 446.00625 5 446.05625
2 446.01875 6 446.06875
3 446.03125 7 446.08125
4 446.03125 8 446.09375
7 VEILIGHEID
!
Beschadigde antenne
Gebruik geen PMR met een beschadigde antenne.
Wanneer een beschadigde antenne in contact komt met
de huid, kan ze kleine brandwonden veroorzaken.
!
Oplaadbare batterijen
Alle batterijen kunnen materiële schade en/of lichamelijke
letsels zoals brandwonden veroorzaken wanneer
geleidende materialen zoals juwelen, sleutels of kettingen
tegen de blootgestelde contacten komen. Het materiaal
kan het elektrische circuit vervolledigen (kortsluiting) en
erg warm worden. Wees voorzichtig wanneer u opgeladen
batterijen hanteert, vooral wanneer u ze in een zak, tas of
andere houder met metalen voorwerpen steekt.
60
!
Waarschuwing voor voertuigen met een airbag
Plaats uw toestel niet op de afdekking van een airbag of
in de ontplooiingszone van een airbag. Airbags worden
met grote kracht ontplooid. Als er zich een toestel in
de ontplooiingszone bevindt wanneer de airbag zich
ontplooit, wordt het met grote kracht weggekatapulteerd
en kan het de inzittenden ernstig verwonden.
!
Omgevingen met ontploffingsgevaar
Schakel uw toestel uit in de buurt van omgevingen met
ontploffingsgevaar, tenzij uw toestel speciaal voor deze
omgeving is goedgekeurd (bijvoorbeeld: wederzijdse
goedkeuring bij fabrieken). In dergelijke omgevingen is een
vonk genoeg om een ontploffing of brand te veroorzaken,
met letsels of zelfs de dood tot gevolg.
!
Batterijen
Vervang of laad de batterijen nooit in een omgeving met
ontploffingsgevaar. Bij het plaatsen of verwijderen van
de batterijen kunnen er contactvonken ontstaan, die een
ontploffing kunnen veroorzaken.
!
Detonator en detonatiezones
Om eventuele interferentie met opblaasactiviteiten te
vermijden, dient u uw toestel uit te schakelen in de buurt
van elektrische detonators of in een ‚detonatiezone‘ of in
zones met de waarschuwing: „Schakel zendapparatuur
uit.“ Respecteer alle borden en instructies.
OPMERKING:
Zones met ontploffingsgevaar zijn doorgaans – maar niet altijd –
duidelijk aangegeven. Dit zijn onder meer tankzones, zoals onder
het dek bij boten, overdrachts- of opslagfaciliteiten voor brandstof
of chemische producten; zones waar de lucht chemicaliën of partikels
zoals zand, stof of metaalpoeder bevat; en andere zones waar u
normaal wordt gevraagd om de motor van uw voertuig uit te schakelen.
61
NL
8 CE-VERKLARING
Dit product voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante
voorschriften van de R&TTE-richtlijn 1999/5/EC.
U vindt de conformiteitsverklaring op: www.aegtelephones.eu
9 HET TOESTEL AFDANKEN (MILIEU)
Aan het einde van de levensduur van het product mag u dit product
niet weggooien met het normale huishoudafval, maar moet u het
product naar een inzamelingspunt voor de recycling van elektrische
en elektronische apparatuur brengen. Dat wordt aangegeven met
het symbool op het product, in de gebruikershandleiding en/of
op de verpakking. Sommige productmaterialen kunnen worden
hergebruikt als u ze naar een inzamelingspunt brengt. Door sommige
onderdelen of grondstoffen van gebruikte producten aan te bieden
voor hergebruik levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming
van het milieu. Neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor
meer informatie over de inzamelingspunten in uw regio.
De batterijen moeten worden verwijderd voordat het toestel
wordt weggegooid. Gooi de batterijen op een milieuvriendelijke
manier weg, volgens de voorschriften van uw land.
10 REINIGING
Reinig geen onderdelen van uw toestel met benzeen, thinners of
andere chemicaliën met oplosmiddelen. Hierdoor kan permanente
schade ontstaan die niet onder de garantie valt.
Reinig het toestel wanneer nodig met een vochtige doek.
Houd uw toestel uit de buurt van hete, vochtige omstandigheden
of fel zonlicht en laat het niet nat worden.
62
11 GARANTIE EN SERVICE
Het toestel wordt geleverd met een garantie van 24 maanden
vanaf de aankoopdatum vermeld op uw aankoopbon. Onder deze
garantie vallen geen storingen of defecten als gevolg van ongevallen,
verkeerd gebruik, normale slijtage, onachtzaamheid, knoeien met de
apparatuur of pogingen om het toestel aan te passen of te repareren
die niet door goedgekeurde servicepunten zijn uitgevoerd.
Bewaar uw aankoopbon; dat is uw garantiebewijs.
11.1 Tijdens de garantieperiode
tDoe alle onderdelen van uw toestel in de originele verpakking.
tBreng het toestel terug naar de winkel waar u het hebt gekocht en
neem uw aankoopbon mee.
tVergeet ook de netvoedingsadapter niet. (indien van toepassing)
11.2 Na de garantieperiode
Als het toestel niet meer onder garantie valt, kunt u contact
met ons opnemen via www.aegtelephones.eu
1/140