22
NEDERLANDS
NL
8.2 Veiligheidsriem met palwerk
Voor het gatenfrezen en boren in schuine en
verticale vlakken en boven het hoofd moet
de frees-/boor-unit met behulp van de
bijgeleverde spanriem zodanig beveiligd worden
dat de unit niet naar beneden kan vallen wanneer
de spanning uitvalt.
De spanriem dient aan een van de beide bevesti-
gingspunten van de magneetboorstander te
worden aangebracht. (2) Daarnaast dient de span-
riem aan een ander geschikt bevestigingspunt of
aan het te bewerken materiaal te worden beve-
stigd. De spanriem dient strak te worden geleid.
De spanriem vervangt niet de magneetkracht van
de boorstander, hij dient alleen als beveiliging
tegen het naar beneden vallen, in geval van span-
ningsuitval.
De spanriem moet zo worden aangebracht dat de
unit bij het wegvallen van de spanning van de
gebruiker weg beweegt.
Let op! Controleer de spanriem op bescha-
digingen.
Vóór elk gebruik zorgvuldig nakijken of de span-
riem naar behoren en in overeenstemming met de
bepalingen functioneert. Wanneer de spanriem
beschadigd is of het palwerk niet meer naar
behoren functioneert, de spanriem direct
vervangen.
Aanwijzingen voor de spanriem:
Hendel (a) naar beneden
drukken en het vrije
uiteinde van de spanriem,
zoals aangegeven, van
onderen in het palwerk
schuiven.
Hendel weer loslaten.
Voor het spannen aan het vrije uiteinde van de riem
in de richting van de pijl trekken. Nakijken of de
riemverbinding goed vastzit.
8.3 Inschakelvolgorde
Altijd moet eerst de magneet van de
magneetstandaard (schakelaar (1)) en
daarna de motor (schakelaar (4)) ingescha-
keld worden.
Wanneer de motor vóór het inschakelen van de
magneet wordt aangezet, slaat deze bij het inscha-
kelen van de magneet niet aan.
Bij ingeschakelde magneet brandt de in de scha-
kelaar (1) geïntegreerde LED.
Wanneer de magneet wordt uitgeschakeld, komt
de motor tot stilstand. Om deze weer te kunnen
inschakelen, moet men hem uitschakelen, de
magneet inschakelen en vervolgens de motor weer
inschakelen.
8.4 Plaatsen van de frees-/boor-unit op het
materiaal
De magneetstandaard hecht alleen dan optimaal
op het materiaal waarin gefreesd of geboord moet
worden, wanneer het materiaaloppervlak schoon
en vlak is. Verwijder vóór het plaatsen van de
magneetstandaard losse roestaanslag, vuil of vet
en maak eventueel aanwezige lasbolletjes of onef-
fenheden vlak. Een dunne verflaag doet aan de
hechtkracht geen afbreuk. Indien nodig ook de
magneetvoet (11) reinigen.
Trek na het inschakelen van de magneet de hand-
greep van de magneetstandaard krachtig heen en
weer om u ervan te vergewissen dat de standaard
onberispelijk op het materiaal hecht. Indien dit niet
het geval is, het materiaaloppervlak en de onder-
zijde van de magneetvoet controleren, zo nodig
schoonmaken en de magneet opnieuw inscha-
kelen.
Gebruik op dun staal
De optimale hechtkracht wordt op koolstofarm
staal van minstens 12 mm dikte bereikt.
Voor het gatenfrezen en boren in staal van mindere
dikte kan men onder het materiaal (op de plaats
waar de magneetvoet is neergezet) een stalen
plaat (minimumafmetingen 100 x 200 x 12 mm)
aanbrengen.
Gebruik op non-ferrometalen
Voor gatenfrezen en boren in non-ferrometalen
wordt een stalen plaat op het materaal bevestigd
en de frees-/boor-unit vervolgens op de stalen
plaat geplaatst.
Gebruik op rond en sterk gebogen materiaal
Voor gatenfrezen en boren in rond en sterk
gebogen materiaal wordt de magneetvoet (11) zo
op het materiaal geplaatst dat de lengteas van de
magneetvoet evenwijdig loopt aan de hartlijn van
het ronde of gebogen materiaal.
De vrije ruimte tussen de magneetvoet en het
materiaal aan beide zijden en over de gehele
lengte van de magneetvoet zodanig met stalen
wiggen of staven opvullen dat na het inschakelen
van de magneet zo veel mogelijk magnetische
krachtlijnen van de magneetpool via de wiggen (of
staven) en het materiaal naar het huis van de
magneetvoet lopen.
De stalen wiggen (staven) moeten aan beide zijden
van de magneetvoet zodanig verdeeld zijn dat de
as van het snijgereedschap (of de boor) precies op
de hartlijn van het ronde of gebogen materiaal
gericht is, omdat het gereedschap anders
zijwaarts kan uitlopen.
Trek de handgreep van de magneetstandaard
krachtig heen en weer om u ervan te vergewissen
dat de frees-/boor-unit onberispelijk op het mate-
riaal hecht.
a
170 22 3900 - MAG.book Seite 22 Donnerstag, 27. Oktober 2005 11:39 11