VOLTCRAFT BC-10 Operating Instructions Manual

Type
Operating Instructions Manual
Zorg voor voldoende ventilatie van de lader / de accu’s op de opstelplek. De lader en de accu
dienen zodanig geplaatst te worden dat de lucht kan circuleren. Dek de oplader en de accu
nooit af.
Steek nooit voorwerpen in de eventuele openingen van de behuizing, er bestaat levensge-
vaar door een elektrische schok!
Als het product vanuit een koude naar een warme ruimte overgeplaatst wordt, kan er zich
condenswater vormen. Laat het product eerst op kamertemperatuur komen vooraleer u het
met de netspanning verbindt en inschakelt. Dit kan enkele uren duren. In het andere geval
kan niet alleen het product vernield worden, maar bestaat ook het gevaar voor een levensge-
vaarlijke elektrische schok!
Zorg dat uw handen droog zijn wanneer u het product vastpakt. Anders bestaat het gevaar
van een levensgevaarlijke elektrische schok!
De lader en de kabel mogen niet worden afgekneld of door scherpe randen beschadigd.
Gebruik het product niet als het beschadigd is. Er bestaat levensgevaar door een elektrische
schok!
Het is aan te nemen dat een veilige werking niet meer mogelijk is, als:
- het product zichtbare beschadigingen vertoont
- het product niet of niet langer correct werkt (vrijkomende rook resp. brandlucht, hoorbaar
geknetter, verkleuring van het product of aangrenzende vlakken)
- het product onder ongunstige condities werd opgeslagen
- het apparaat aan zware transportbelastingen onderhevig is geweest
Raak het product niet aan wanneer het beschadigingen vertoont; er bestaat levensgevaar
door een elektrische schok! Schakel eerst de netspanning van de contactdoos alpolig uit
waarop het product is aangesloten (bijv. door de bijbehorende zekeringsautomaat uit te
schakelen, of de smeltzekering eruit te draaien en vervolgens de aardlekschakelaar uit te
schakelen). Pas daarna mag u de netstekker uit het stopcontact nemen. Gebruik het product
dan niet langer, maar breng het weg ter reparatie of voer het op milieuvriendelijke wijze af.
Als het netsnoer beschadigd is, mag het alleen vervangen worden door een specialist.
De voedingskabel mag uitsluitend worden vervangen door een origineel onderdeel.
Gebruik het laadstation uitsluitend in een gematigd klimaat, niet in een tropisch klimaat.
Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speel-
goed zijn.
Neem de veiligheidsvoorschriften en gebruiksaanwijzingen van de accu’s in acht waarop het
product wordt aangesloten.
Raadpleeg beslist bij het laden van accu’s de laadvoorschriften van de desbetreffende ac-
cufabrikant.
Bij onjuiste behandeling (verkeerd type accu, onjuiste polariteit of spanningsbereik en gelijktij-
dige uitval van de veiligheidsvoorzieningen van de lader) kan de accu overladen of vernietigd
worden. In het ergste geval kan de accu exploderen en zo aanzienlijke schade veroorzaken.
Houd zendinstallaties (radiotelefoons, modelbouwzenders, enz.) uit de buurt van de ac-
culader, omdat de aanwezige radiogolven het laadproces kunnen ontregelen, resp. de lader
kunnen beschadigen en daarmee ook de accu.
Laders en de daarop aangesloten accu’s mogen niet zonder toezicht worden gebruikt.
b) Overige
Raadpleeg een vakman als u twijfelt aan de werking, de veiligheid of de aansluiting van het
apparaat.
Laat onderhouds-, aanpassings- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door een vakman
resp. een gespecialiseerde werkplaats uitvoeren.
Indien u vragen heeft over de correcte aansluiting of het gebruik, of als er problemen zijn
waar u in de gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden, neem dan contact op met
onze technische helpdesk of met een andere elektricien.
AANSLUITING, INGEBRUIKNAME, OPLADING
O
GEBRUIKSAANWIJZING
OPLAADAPPARAAT VOOR LOODACCU BC-10
BESTELNR.
BEOOGD GEBRUIK
Het product is bestemd voor accu’s van het type loodgel, loodzuur of loodvlies, met een nominale spanning
van 6 V, 12 V of 24 V en een capaciteit van min. 1,2 Ah tot max. 120 Ah met een automatische oplaadfunc-
tie. De aansluiting aan de accu gebeurt via een laadkabel die naar keuze voorzien is van ringetjes voor een
vaste aansluiting of van krokodillenklemmen voor mobiel gebruik.
De acculader mag uitsluitend met in een huishouden gebruikte wisselspanningen van
220 - 240 V, 50/60 Hz
worden gevoed. De lader is beveiligd tegen overbelastingstemperatuur, foutieve polariteit en kortsluiting.
Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het ombouwen en/of veranderen van het product niet toege-
staan. U mag geen batterijen (zoals zink/kool, alkaline en dergelijke) of andere soorten accu’s (zoals NiMH,
LiIon en dergelijke) aansluiten of opladen.
Als u het product voor andere doeleinden gebruikt dan hiervoor beschreven, kan het beschadigd raken.
Bovendien kan onjuist gebruik gevaren zoals bijvoorbeeld kortsluiting, brand, explosie, elektrische schok,
etc. met zich meebrengen. Lees de gebruiksaanwijzing nauwkeurig door en bewaar deze goed. Overhan-
dig het product uitsluitend samen met de gebruiksaanwijzing aan derden.
Dit product voldoet aan de nationale en Europese wettelijke eisen. Alle voorkomende bedrijfsnamen en
productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten voorbehouden.
OMVANG VAN DE LEVERING
Oplaadapparaat voor loodaccu
1x oplaadkabel met alligatorklemmen
1x oplaadkabel met oogringen
• Waarschuwingssticker
• Gebruiksaanwijzing
Actuele gebruiksaanwijzingen
Download de actuele gebruiksaanwijzingen via de link www.conrad.com/downloads of scan ze met behulp
van de afgebeelde QR-code. Volg de aanwijzingen op de website.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Lees de gebruiksaanwijzing nauwkeurig door en neem vooral de veiligheidsaanwijzingen
in acht. Mocht u de veiligheidsaanwijzingen en de informatie over het juiste gebruik in
deze gebruiksaanwijzing niet opvolgen, dan zijn wij niet aansprakelijk voor de daaruit
voortkomende verwondingen/materiële schade. Bovendien vervalt in dergelijke gevallen
de waarborg/garantie.
a) Personen/Product
Het product is geen speelgoed. Houd apparaten die op netspanning werken uit de buurt van
kinderen. Wees daarom extra voorzichtig als er kinderen aanwezig zijn.
Kinderen zouden kunnen proberen om voorwerpen door de eventueel aanwezige openingen
van de lader te steken. Hierdoor wordt niet alleen het product beschadigd, maar bestaat ook
kans op letsel en levensgevaar door een elektrische schok!
Het product is opgebouwd in veiligheidsklasse II. Gebruik als spanningsbron uitsluitend een
reglementaire, geaarde contactdoos van het openbare elektriciteitsnet.
Er moet zich in de buurt van het apparaat een gemakkelijk toegankelijke contactdoos bevin-
den die voor de aansluiting wordt gebruikt.
Het product is enkel geschikt voor gebruik in droge en gesloten binnenruimtes. Het mag niet
vochtig of nat worden.
Giet nooit vloeistoffen op of naast het product. Zet geen voorwerpen met vloeistoffen,
bijv. vazen of planten, op of naast het oplaadapparaat. Vloeistoffen kunnen de behuizing
binnendringen en daarbij afbreuk doen aan de elektrische veiligheid. Bovendien bestaat het
gevaar van brand of een levensgevaarlijke elektrische schok! Mocht er toch nog vloeistof in
het binnenste van het apparaat komen, schakel dan onmiddellijk de contactdoos waarop het
product is aangesloten op alle polen uit (zekering/zekeringsautomaat/FI-aardlekschakelaar
van de betreffende stroomgroep uitschakelen). Trek daarna pas de stekker uit de contactdoos
en neem contact op met een vakman. Gebruik het product niet meer.
Laad nooit niet oplaadbare batterijen op. Het apparaat is alleen geschikt voor het opladen van
accutypen zoals in de „Technische gegevens“ vermeld zijn.
Voorkom de volgende ongunstige omgevingscondities op de plaats van opstelling en tijdens
het transport of de opslag:
- Vocht of te hoge luchtvochtigheid
- Extreme koude of hitte
- Direct zonlicht
- Stof, brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen
- Sterke trillingen
- sterke magneetvelden, zoals in de buurt van machines of luidsprekers
Het gebruik van het product in omgevingen met veel stof, met brandbare gassen, dampen of
oplosmiddelen is niet toegestaan. Er bestaat explosie- en brandgevaar!
VERSIE 06/17
1407456
O
Colofon
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverlming of
de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook
van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2017 by Conrad Electronic SE. V4_0617_02/VTP
O
Nieuwere auto’s hebben meestal een boordcomputer, welke gegevens verliest bij het loskoppe-
len van de accu of omschaelt naar een noodprogramma.. Om schade aan een boordelectroni-
ca bij het laadproces te vermijden, moet de te laden accu van de boordelectronica losgekoppeld
worden. Lees daarom eerst de gebruiksaanwijzing van uw voertuig en/of vraag dit na in de
desbetreffende werkplaats.
Als de lader niet is aangesloten op het elektriciteitsnet vloeit een verwaarloosbare tegenstroom
terug en ontlaadt de accu.
Bij het apparaat is een verbindingskabel met alligatorklemmen (voor mobiel gebruik) en een
aansluitkabel met ringogen (voor een permanente verbinding) meegeleverd dat moet worden
verbonden op de snelle aansluiting van de oplaadkabel.. De stekkervoorzieningen zijn ompool-
veilig en kunnen slechts in een positie aan elkaar worden gekoppeld. Om los te koppelen, drukt
u op de gekleurde wipschakelaar.
De rode krokodillenklem (of rood ringetje) met de plus van de accu verbinden
De zwarte krokodillenklem (of zwart ringetje) met de min van de accu of een massapunt verbinden.
Verbind de Netstekker van de lader met de wandcontactdoos (220 - 240 V/AC).
Allereerst, voert het apparaat een zelftest. uit. Hierbij lichten gedurende een korte tijd alle LED’s op.
Vervolgens licht de LED „POWER“ (1) op.
Na de zelftest, knipperen de groene LED “6V” (2) “12 V” (3) en “24 V” (4) . De lader controleert nu welke
nominale spanning (6 V / 12 V / 24 V) de accu heeft.
Na enkele seconden licht er nog slechts één LED (6 V of 12 V of 24 V) op. Controleer, of de lader de cor-
recte nominale spanning van de aangesloten accu’s herkent heeft. Als een verkeerde nominale spanning
herkend wordt, onderbreek dan het laadproces en start het opnieuw op.
Voor de controle van de nominale spanning van aangesloten accu’s wordt in het spanningsbereik
van 3,7 V tot 7,25 V één 6 V-Accu, in bereik van 8,0 V tot 14,5 V één 12 V-Accu en één in het bereik
van 15,5 V tot 29 V één 24 V-Accu herkend.
Indien de accu met de juiste polarisatie is aangesloten, niet defect (hoog-ohmig/onderbroken) en
de netverzorging gegarandeerd, dan begint het laden automatisch en met de laagst selecteerbare
laadstroomsterkte (1Ampere). Afhankelijk van de laadtoestand van de aangesloten accu en de toestand
ervan (bijv accu, al dan niet nieuw, accu leeg etc.) lichten de drie LED’s (35% / 70% / 100%) op om de
voortgang van het laden weer te geven (5 tot 7).
Bij een lege accu knippert de eerste groene LED (5). Blijft de eerste groene LED (5) branden, dan is de
accu 35% opgeladen. De volgende groene LED „70%“ knippert (6). Blijft deze groene LED (6) branden,
dan is de accu 70% opgeladen. De volgende LED „100%“ knippert groen (7). Wanneer de accu volledig
geladen is, licht de LED „100%“ (7) permanent op. Maak hiervoor de accu nu los van de lader en trek de
stekker uit het stopcontact.
Blijft de accu voor langere tijd aan de lader aangesloten en vermindert hierdoor de accuspanning door
zelfontlading, dan schakelt de lader indien nodig automatisch op druppellading over. Aan de statusindica-
tor van de LED’s verandert hierbij niets.
Verwijder na het opladen de stekker uit het stopcontact.
Ontkoppel vervolgens de zwarte krokodilklem van het massapunt en dan de rode krokodilklem van de
pluspool van de accu. Indien u de laadkabel met de ringetjes heeft gebruikt, verwijder de laadkabel dan
aan de stekkerverbinding “laadkabel toestel/laadkabel met ringetjes”, waarin u de gekleurde wip van de
stekker drukt.
Laadprocessen zijn verschillend in tijdsduur. Voor een grote accu met een capaciteit van bijvoor-
beeld 120 Ah kan, afhankelijk van de status van de accu (accu is oud of nieuw, accu is leeg of
volledig ontladen, etc.), het opladen meestal enkele dagen duren.
Als de onbelaste spanning van de accu onder een bepaalde drempel zakt, begint het laad-
proces met een speciaal opfrisprogramma. Dit programma wordt aangeduid via de rode LED
„REFRESH“ (8) en conditioneert de accu door impulslading. Vervolgens schakelt de lader naar
de normale oplaadmodus over.
Herkent de lader in de „REFRESH“ modus de bepaalde parameters binnen de tien minuten
niet, dan is de Accu hoogohmig of te ver ontladen. De lader geeft in dit geval de indicatie
“FAULT” (9) aan. Dergelijke accu’s zijn gewoonlijk zodanig beschadigd dat ze niet meer kunnen
worden geladen.
LAADSTROOM INSTELLEN, LADEN BIJ LAGE TEMPERATUREN
Bij een laadproces van een 6 V-Accu wordt de laadstroom automatisch afhankelijk van het laadniveau
van de accu tot een maximum van 1 A beperkt. De LED „1A“ (10) brandt. In laadmodus „6 V“ is geen
hogere laadstroom instelbaar.
Bij een 12 V-Accu kunt u door te drukken op de „Modus“ knop (13) de laadstroom van 1 A (basisinstel-
ling) tot 5 A (11) of 10 A (12) verhogen.
Bij een 24 V-Accu kunt u door te drukken op de „Modus“ knop (13) de laadstroom van 1 A (basisinstel-
ling) tot 5 A (11) verhogen.
De Laadstroom wordt passend tot de laadtoestand van de aangesloten Accu’s van de electronica
automatisch en in stappen geregeld. Bij een 12 V-accu en ingestelde 10A laadstroom wordt b.v. bij
een lege accu de lader van de accu met 10 A laadstroom opgeladen. Wordt een bepaalde laadtoe-
stand van de laadelectronica erkend, dan regelt de electronica de laadstroom eerst tot 5 A en later
tot 1 A naar beneden af. De LED voor „10 A“ (12) licht hierbij permanent op.
Voor omgevingstemperaturen lager dan 10 °C kan de functie „COLD TEMP“ (14) gebruikt worden. De
laadspanning wordt daardoor verhoogd en bedraagt bij een 6 V-accu 7,45 V, bij een 12 V-accu 14,9 V en
bij een 24 V-accu 29,8 V.
Gebruik dit laadprogramma alleen voor lage temperaturen, omdat anders de aangesloten accu’s
overbelast worden en daardoor op lange termijn beschadigd kunnen raken.
Om de „COLD TEMP“ te activeren drukt u langer dan drie seconden op de „Modus“ knop (13), tot de
LED voor deze functie (14) oplicht. Wilt u deze functie weer uitschakelen, drukt u nogmaals gedurende
ong. drie seconden op de „Modus“ knop (13) tot de LED (14) uitgaat.
Druk tijdens het opladen nooit op de Mode-toets (13), omdat hier het oplaadprogramma en dus
de laadstroom en laadspanning worden veranderd. Dit kan tot vernietiging van de aangesloten
accu leiden. Er bestaat ook bij de accu explosiegevaar!
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
a) Ompoolbeveiliging
In het oplaadapparaat is een ompoolbeveiliging ingebouwd. Als het oplaadapparaat met omgekeerde po-
lariteit wordt aangesloten op een accu, brandt de LED voor deze foutindicator (15). Controleer de polariteit
van de accu en de aansluitkabels.
b) Anti-vonken beveiliging
De oplader is uitgeschakeld bij het aansluiten op een accu. Bij het aansluiten van de lader aan de accu
ontstaan daardoor niet de gebruikelijke vonken zoals bij conventionele laders door een ladingscompensa-
tie. Na de aansluiting wordt eerst de laadstand en de nominale spanning van de accu gecontroleerd. Pas
na deze controle van de reeds aangesloten accu, wordt het laden automatisch gestart.
c) Oververhittingsbeveiliging
In de lader is een oververhittingsbeveiliging geïntegreerd, die automatisch de laadstroom vermindert wan-
neer de temperatuur van de lader te hoog wordt. Tegelijkertijd wordt een ventilator in het interne apparaat
voor het koelen van de elektronica ingeschakeld. Als de interne temperatuur weer gedaald is, wordt de
ventilator uitgeschakeld en blijft het opladen geheel normaal verder lopen.
d) Bescherming tegen kortsluiting
In de lader is elektronica geïntegreerd, dat een kortsluiting bij een aangesloten accu detecteert en in dit
geval de laadstroom automatisch verlaagd.
e) Foutieve batterijen
Bereikte een lege (of oude) accu na tien minuten laden met „REFRESH“ (8) niet de omschreven stroom-
bv. spanningswaarde, dan wordt het oplaadproces afgebroken. In dit geval knippert de LED blinkt als
„FAULT“ (9).
AFVALVERWIJDERING
a) Product
Het product hoort niet bij het huishoudelijk afval.
Verwijder dit product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wettelijke bepalin-
gen.
b) Accu´s
Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle gebruikte accu’s in te
leveren; verwijdering via het huishoudelijke afval is niet toegestaan.
Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten, worden aangegeven met het nevenstaande
pictogram. Dit pictogram duidt erop dat afvoer via het huishoudelijk afval verboden is. De aan-
duidingen voor de betreffende zware metalen zijn: Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood (aanduiding
wordt op de batterijen/accu’s vermeld, bijv. onder het links afgebeelde vuilnisbakpictogram).
Uw lege accu’s kunt u gratis inleveren bij de gemeentelijke inzamelpunten, bij onze nevenvestigingen of
afgeven bij alle verkooppunten van accu´s. Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij
aan het beschermen van het milieu.
TECHNISCHE GEGEVENS
Bedrijfsspanning ............................................220 - 240 V, 50/60 Hz
Akkutype ........................................................ Lood-gel, lood-zuur, lood-vlies (Wet / MF / VRLA / AGM / GEL)
Laadstroom bij druppellading ........................250 mA max.
Laadspanning bij een 6V-accu ......................7,25 V / 7,45 V
Laadstroom bij een 6V-Accu ..........................1 A max.
Accucapaciteit bij een 6V-accu ......................min.1,2 Ah, max. 14 Ah
Laadspanning bij een 12V-accu ....................14,5 V / 14,9 V
Laadstroom bij een 12V-accu ........................1 A / 5 A / 10 A
Accucapaciteit bij een 12V-accu ....................min.1,2 Ah, max. 120 Ah
Laadspanning bij een 24V-accu ....................29 V / 29,8 V
Laadstroom bij een 24V-accu ........................1 A / 5 A
Accucapaciteit bij een 24V-accu ....................min.1,2 Ah, max. 120 Ah
Opladen ........................................................ controlelampje (35% / 70% / 100% / afhankelijk van de
laadtoestand)
Gebruiksomstandigheden .............................. 0 °C tot +45 °C, 20% tot 85% relatieve luchtvochtigheid, niet-
condenserend
Opslagomstandigheden ................................. -10 °C bis +60 °C, 10% tot 90% relatieve luchtvochtigheid,
niet condenserend
Afmetingen (D x B x H) ..................................162 x 257 x 173 mm
Gewicht (met kabel) .......................................1450 g
Lengte netstroomkabel ..................................ca. 180 cm
Lengte laadkabel ...........................................ca. 150 cm
Lengte laadadapter ........................................ca. 40 cm

Documenttranscriptie

• Zorg voor voldoende ventilatie van de lader / de accu’s op de opstelplek. De lader en de accu dienen zodanig geplaatst te worden dat de lucht kan circuleren. Dek de oplader en de accu nooit af. • Steek nooit voorwerpen in de eventuele openingen van de behuizing, er bestaat levensgevaar door een elektrische schok! O GEBRUIKSAANWIJZING OPLAADAPPARAAT VOOR LOODACCU BC-10 VERSIE 06/17 BESTELNR. 1407456 BEOOGD GEBRUIK • Als het product vanuit een koude naar een warme ruimte overgeplaatst wordt, kan er zich condenswater vormen. Laat het product eerst op kamertemperatuur komen vooraleer u het met de netspanning verbindt en inschakelt. Dit kan enkele uren duren. In het andere geval kan niet alleen het product vernield worden, maar bestaat ook het gevaar voor een levensgevaarlijke elektrische schok! • Zorg dat uw handen droog zijn wanneer u het product vastpakt. Anders bestaat het gevaar van een levensgevaarlijke elektrische schok! • De lader en de kabel mogen niet worden afgekneld of door scherpe randen beschadigd. • Gebruik het product niet als het beschadigd is. Er bestaat levensgevaar door een elektrische schok! Het is aan te nemen dat een veilige werking niet meer mogelijk is, als: Het product is bestemd voor accu’s van het type loodgel, loodzuur of loodvlies, met een nominale spanning van 6 V, 12 V of 24 V en een capaciteit van min. 1,2 Ah tot max. 120 Ah met een automatische oplaadfunctie. De aansluiting aan de accu gebeurt via een laadkabel die naar keuze voorzien is van ringetjes voor een vaste aansluiting of van krokodillenklemmen voor mobiel gebruik. - het product zichtbare beschadigingen vertoont De acculader mag uitsluitend met in een huishouden gebruikte wisselspanningen van 220 - 240 V, 50/60 Hz worden gevoed. De lader is beveiligd tegen overbelastingstemperatuur, foutieve polariteit en kortsluiting. - het apparaat aan zware transportbelastingen onderhevig is geweest Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het ombouwen en/of veranderen van het product niet toegestaan. U mag geen batterijen (zoals zink/kool, alkaline en dergelijke) of andere soorten accu’s (zoals NiMH, LiIon en dergelijke) aansluiten of opladen. Als u het product voor andere doeleinden gebruikt dan hiervoor beschreven, kan het beschadigd raken. Bovendien kan onjuist gebruik gevaren zoals bijvoorbeeld kortsluiting, brand, explosie, elektrische schok, etc. met zich meebrengen. Lees de gebruiksaanwijzing nauwkeurig door en bewaar deze goed. Overhandig het product uitsluitend samen met de gebruiksaanwijzing aan derden. - het product niet of niet langer correct werkt (vrijkomende rook resp. brandlucht, hoorbaar geknetter, verkleuring van het product of aangrenzende vlakken) - het product onder ongunstige condities werd opgeslagen • Raak het product niet aan wanneer het beschadigingen vertoont; er bestaat levensgevaar door een elektrische schok! Schakel eerst de netspanning van de contactdoos alpolig uit waarop het product is aangesloten (bijv. door de bijbehorende zekeringsautomaat uit te schakelen, of de smeltzekering eruit te draaien en vervolgens de aardlekschakelaar uit te schakelen). Pas daarna mag u de netstekker uit het stopcontact nemen. Gebruik het product dan niet langer, maar breng het weg ter reparatie of voer het op milieuvriendelijke wijze af. • Als het netsnoer beschadigd is, mag het alleen vervangen worden door een specialist. De voedingskabel mag uitsluitend worden vervangen door een origineel onderdeel. Dit product voldoet aan de nationale en Europese wettelijke eisen. Alle voorkomende bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten voorbehouden. • Gebruik het laadstation uitsluitend in een gematigd klimaat, niet in een tropisch klimaat. OMVANG VAN DE LEVERING • Neem de veiligheidsvoorschriften en gebruiksaanwijzingen van de accu’s in acht waarop het product wordt aangesloten. • 1x oplaadkabel met alligatorklemmen • Raadpleeg beslist bij het laden van accu’s de laadvoorschriften van de desbetreffende accufabrikant. • Oplaadapparaat voor loodaccu • 1x oplaadkabel met oogringen • Waarschuwingssticker • Gebruiksaanwijzing Actuele gebruiksaanwijzingen Download de actuele gebruiksaanwijzingen via de link www.conrad.com/downloads of scan ze met behulp van de afgebeelde QR-code. Volg de aanwijzingen op de website. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Lees de gebruiksaanwijzing nauwkeurig door en neem vooral de veiligheidsaanwijzingen in acht. Mocht u de veiligheidsaanwijzingen en de informatie over het juiste gebruik in deze gebruiksaanwijzing niet opvolgen, dan zijn wij niet aansprakelijk voor de daaruit voortkomende verwondingen/materiële schade. Bovendien vervalt in dergelijke gevallen de waarborg/garantie. a) Personen/Product • Het product is geen speelgoed. Houd apparaten die op netspanning werken uit de buurt van kinderen. Wees daarom extra voorzichtig als er kinderen aanwezig zijn. Kinderen zouden kunnen proberen om voorwerpen door de eventueel aanwezige openingen van de lader te steken. Hierdoor wordt niet alleen het product beschadigd, maar bestaat ook kans op letsel en levensgevaar door een elektrische schok! • Het product is opgebouwd in veiligheidsklasse II. Gebruik als spanningsbron uitsluitend een reglementaire, geaarde contactdoos van het openbare elektriciteitsnet. Er moet zich in de buurt van het apparaat een gemakkelijk toegankelijke contactdoos bevinden die voor de aansluiting wordt gebruikt. • Het product is enkel geschikt voor gebruik in droge en gesloten binnenruimtes. Het mag niet vochtig of nat worden. • Giet nooit vloeistoffen op of naast het product. Zet geen voorwerpen met vloeistoffen, bijv. vazen of planten, op of naast het oplaadapparaat. Vloeistoffen kunnen de behuizing binnendringen en daarbij afbreuk doen aan de elektrische veiligheid. Bovendien bestaat het gevaar van brand of een levensgevaarlijke elektrische schok! Mocht er toch nog vloeistof in het binnenste van het apparaat komen, schakel dan onmiddellijk de contactdoos waarop het product is aangesloten op alle polen uit (zekering/zekeringsautomaat/FI-aardlekschakelaar van de betreffende stroomgroep uitschakelen). Trek daarna pas de stekker uit de contactdoos en neem contact op met een vakman. Gebruik het product niet meer. • Laad nooit niet oplaadbare batterijen op. Het apparaat is alleen geschikt voor het opladen van accutypen zoals in de „Technische gegevens“ vermeld zijn. • Voorkom de volgende ongunstige omgevingscondities op de plaats van opstelling en tijdens het transport of de opslag: - Vocht of te hoge luchtvochtigheid - Extreme koude of hitte - Direct zonlicht - Stof, brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen - Sterke trillingen - sterke magneetvelden, zoals in de buurt van machines of luidsprekers • Het gebruik van het product in omgevingen met veel stof, met brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen is niet toegestaan. Er bestaat explosie- en brandgevaar! • Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. • Bij onjuiste behandeling (verkeerd type accu, onjuiste polariteit of spanningsbereik en gelijktijdige uitval van de veiligheidsvoorzieningen van de lader) kan de accu overladen of vernietigd worden. In het ergste geval kan de accu exploderen en zo aanzienlijke schade veroorzaken. • Houd zendinstallaties (radiotelefoons, modelbouwzenders, enz.) uit de buurt van de acculader, omdat de aanwezige radiogolven het laadproces kunnen ontregelen, resp. de lader kunnen beschadigen en daarmee ook de accu. • Laders en de daarop aangesloten accu’s mogen niet zonder toezicht worden gebruikt. b) Overige • Raadpleeg een vakman als u twijfelt aan de werking, de veiligheid of de aansluiting van het apparaat. • Laat onderhouds-, aanpassings- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door een vakman resp. een gespecialiseerde werkplaats uitvoeren. Indien u vragen heeft over de correcte aansluiting of het gebruik, of als er problemen zijn waar u in de gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden, neem dan contact op met onze technische helpdesk of met een andere elektricien. AANSLUITING, INGEBRUIKNAME, OPLADING  Nieuwere auto’s hebben meestal een boordcomputer, welke gegevens verliest bij het loskoppelen van de accu of omschaelt naar een noodprogramma.. Om schade aan een boordelectronica bij het laadproces te vermijden, moet de te laden accu van de boordelectronica losgekoppeld worden. Lees daarom eerst de gebruiksaanwijzing van uw voertuig en/of vraag dit na in de desbetreffende werkplaats. Als de lader niet is aangesloten op het elektriciteitsnet vloeit een verwaarloosbare tegenstroom terug en ontlaadt de accu. Bij het apparaat is een verbindingskabel met alligatorklemmen (voor mobiel gebruik) en een aansluitkabel met ringogen (voor een permanente verbinding) meegeleverd dat moet worden verbonden op de snelle aansluiting van de oplaadkabel.. De stekkervoorzieningen zijn ompoolveilig en kunnen slechts in een positie aan elkaar worden gekoppeld. Om los te koppelen, drukt u op de gekleurde wipschakelaar. • De rode krokodillenklem (of rood ringetje) met de plus van de accu verbinden • De zwarte krokodillenklem (of zwart ringetje) met de min van de accu of een massapunt verbinden. • Verbind de Netstekker van de lader met de wandcontactdoos (220 - 240 V/AC). • Allereerst, voert het apparaat een zelftest. uit. Hierbij lichten gedurende een korte tijd alle LED’s op. Vervolgens licht de LED „POWER“ (1) op. • Na de zelftest, knipperen de groene LED “6V” (2) “12 V” (3) en “24 V” (4) . De lader controleert nu welke nominale spanning (6 V / 12 V / 24 V) de accu heeft. • Na enkele seconden licht er nog slechts één LED (6 V of 12 V of 24 V) op. Controleer, of de lader de correcte nominale spanning van de aangesloten accu’s herkent heeft. Als een verkeerde nominale spanning herkend wordt, onderbreek dan het laadproces en start het opnieuw op. Voor de controle van de nominale spanning van aangesloten accu’s wordt in het spanningsbereik van 3,7 V tot 7,25 V één 6 V-Accu, in bereik van 8,0 V tot 14,5 V één 12 V-Accu en één in het bereik van 15,5 V tot 29 V één 24 V-Accu herkend. • Indien de accu met de juiste polarisatie is aangesloten, niet defect (hoog-ohmig/onderbroken) en de netverzorging gegarandeerd, dan begint het laden automatisch en met de laagst selecteerbare laadstroomsterkte (1Ampere). Afhankelijk van de laadtoestand van de aangesloten accu en de toestand ervan (bijv accu, al dan niet nieuw, accu leeg etc.) lichten de drie LED’s (35% / 70% / 100%) op om de voortgang van het laden weer te geven (5 tot 7). VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN a) Ompoolbeveiliging In het oplaadapparaat is een ompoolbeveiliging ingebouwd. Als het oplaadapparaat met omgekeerde polariteit wordt aangesloten op een accu, brandt de LED voor deze foutindicator (15). Controleer de polariteit van de accu en de aansluitkabels. b) Anti-vonken beveiliging De oplader is uitgeschakeld bij het aansluiten op een accu. Bij het aansluiten van de lader aan de accu ontstaan daardoor niet de gebruikelijke vonken zoals bij conventionele laders door een ladingscompensatie. Na de aansluiting wordt eerst de laadstand en de nominale spanning van de accu gecontroleerd. Pas na deze controle van de reeds aangesloten accu, wordt het laden automatisch gestart. c) Oververhittingsbeveiliging In de lader is een oververhittingsbeveiliging geïntegreerd, die automatisch de laadstroom vermindert wanneer de temperatuur van de lader te hoog wordt. Tegelijkertijd wordt een ventilator in het interne apparaat voor het koelen van de elektronica ingeschakeld. Als de interne temperatuur weer gedaald is, wordt de ventilator uitgeschakeld en blijft het opladen geheel normaal verder lopen. d) Bescherming tegen kortsluiting In de lader is elektronica geïntegreerd, dat een kortsluiting bij een aangesloten accu detecteert en in dit geval de laadstroom automatisch verlaagd. e) Foutieve batterijen Bereikte een lege (of oude) accu na tien minuten laden met „REFRESH“ (8) niet de omschreven stroombv. spanningswaarde, dan wordt het oplaadproces afgebroken. In dit geval knippert de LED blinkt als „FAULT“ (9). AFVALVERWIJDERING a) Product Het product hoort niet bij het huishoudelijk afval. • Bij een lege accu knippert de eerste groene LED (5). Blijft de eerste groene LED (5) branden, dan is de accu 35% opgeladen. De volgende groene LED „70%“ knippert (6). Blijft deze groene LED (6) branden, dan is de accu 70% opgeladen. De volgende LED „100%“ knippert groen (7). Wanneer de accu volledig geladen is, licht de LED „100%“ (7) permanent op. Maak hiervoor de accu nu los van de lader en trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder dit product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wettelijke bepalingen. • Blijft de accu voor langere tijd aan de lader aangesloten en vermindert hierdoor de accuspanning door zelfontlading, dan schakelt de lader indien nodig automatisch op druppellading over. Aan de statusindicator van de LED’s verandert hierbij niets. Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle gebruikte accu’s in te leveren; verwijdering via het huishoudelijke afval is niet toegestaan. • Verwijder na het opladen de stekker uit het stopcontact. Ontkoppel vervolgens de zwarte krokodilklem van het massapunt en dan de rode krokodilklem van de pluspool van de accu. Indien u de laadkabel met de ringetjes heeft gebruikt, verwijder de laadkabel dan aan de stekkerverbinding “laadkabel toestel/laadkabel met ringetjes”, waarin u de gekleurde wip van de stekker drukt. Laadprocessen zijn verschillend in tijdsduur. Voor een grote accu met een capaciteit van bijvoorbeeld 120 Ah kan, afhankelijk van de status van de accu (accu is oud of nieuw, accu is leeg of volledig ontladen, etc.), het opladen meestal enkele dagen duren.  Als de onbelaste spanning van de accu onder een bepaalde drempel zakt, begint het laadproces met een speciaal opfrisprogramma. Dit programma wordt aangeduid via de rode LED „REFRESH“ (8) en conditioneert de accu door impulslading. Vervolgens schakelt de lader naar de normale oplaadmodus over. Herkent de lader in de „REFRESH“ modus de bepaalde parameters binnen de tien minuten niet, dan is de Accu hoogohmig of te ver ontladen. De lader geeft in dit geval de indicatie “FAULT” (9) aan. Dergelijke accu’s zijn gewoonlijk zodanig beschadigd dat ze niet meer kunnen worden geladen. b) Accu´s Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten, worden aangegeven met het nevenstaande pictogram. Dit pictogram duidt erop dat afvoer via het huishoudelijk afval verboden is. De aanduidingen voor de betreffende zware metalen zijn: Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood (aanduiding wordt op de batterijen/accu’s vermeld, bijv. onder het links afgebeelde vuilnisbakpictogram). Uw lege accu’s kunt u gratis inleveren bij de gemeentelijke inzamelpunten, bij onze nevenvestigingen of afgeven bij alle verkooppunten van accu´s. Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan het beschermen van het milieu. TECHNISCHE GEGEVENS Bedrijfsspanning.............................................220 - 240 V, 50/60 Hz Akkutype.........................................................Lood-gel, lood-zuur, lood-vlies (Wet / MF / VRLA / AGM / GEL) Laadstroom bij druppellading.........................250 mA max. Laadspanning bij een 6V-accu.......................7,25 V / 7,45 V Laadstroom bij een 6V-Accu...........................1 A max. Accucapaciteit bij een 6V-accu.......................min.1,2 Ah, max. 14 Ah Laadspanning bij een 12V-accu.....................14,5 V / 14,9 V LAADSTROOM INSTELLEN, LADEN BIJ LAGE TEMPERATUREN • Bij een laadproces van een 6 V-Accu wordt de laadstroom automatisch afhankelijk van het laadniveau van de accu tot een maximum van 1 A beperkt. De LED „1A“ (10) brandt. In laadmodus „6 V“ is geen hogere laadstroom instelbaar. • Bij een 12 V-Accu kunt u door te drukken op de „Modus“ knop (13) de laadstroom van 1 A (basisinstelling) tot 5 A (11) of 10 A (12) verhogen. • Bij een 24 V-Accu kunt u door te drukken op de „Modus“ knop (13) de laadstroom van 1 A (basisinstelling) tot 5 A (11) verhogen. De Laadstroom wordt passend tot de laadtoestand van de aangesloten Accu’s van de electronica automatisch en in stappen geregeld. Bij een 12 V-accu en ingestelde 10A laadstroom wordt b.v. bij een lege accu de lader van de accu met 10 A laadstroom opgeladen. Wordt een bepaalde laadtoestand van de laadelectronica erkend, dan regelt de electronica de laadstroom eerst tot 5 A en later tot 1 A naar beneden af. De LED voor „10 A“ (12) licht hierbij permanent op. • Voor omgevingstemperaturen lager dan 10 °C kan de functie „COLD TEMP“ (14) gebruikt worden. De laadspanning wordt daardoor verhoogd en bedraagt bij een 6 V-accu 7,45 V, bij een 12 V-accu 14,9 V en bij een 24 V-accu 29,8 V. Gebruik dit laadprogramma alleen voor lage temperaturen, omdat anders de aangesloten accu’s overbelast worden en daardoor op lange termijn beschadigd kunnen raken. Laadstroom bij een 12V-accu.........................1 A / 5 A / 10 A Accucapaciteit bij een 12V-accu.....................min.1,2 Ah, max. 120 Ah Laadspanning bij een 24V-accu.....................29 V / 29,8 V Laadstroom bij een 24V-accu.........................1 A / 5 A Accucapaciteit bij een 24V-accu.....................min.1,2 Ah, max. 120 Ah Opladen .........................................................controlelampje (35% / 70% / 100% / afhankelijk van de laadtoestand) Gebruiksomstandigheden...............................0 °C tot +45 °C, 20% tot 85% relatieve luchtvochtigheid, nietcondenserend Opslagomstandigheden..................................-10 °C bis +60 °C, 10% tot 90% relatieve luchtvochtigheid, niet condenserend Afmetingen (D x B x H)...................................162 x 257 x 173 mm Gewicht (met kabel)........................................1450 g Lengte netstroomkabel...................................ca. 180 cm Lengte laadkabel............................................ca. 150 cm Lengte laadadapter.........................................ca. 40 cm • Om de „COLD TEMP“ te activeren drukt u langer dan drie seconden op de „Modus“ knop (13), tot de LED voor deze functie (14) oplicht. Wilt u deze functie weer uitschakelen, drukt u nogmaals gedurende ong. drie seconden op de „Modus“ knop (13) tot de LED (14) uitgaat.  Druk tijdens het opladen nooit op de Mode-toets (13), omdat hier het oplaadprogramma en dus de laadstroom en laadspanning worden veranderd. Dit kan tot vernietiging van de aangesloten accu leiden. Er bestaat ook bij de accu explosiegevaar! O Colofon Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. © Copyright 2017 by Conrad Electronic SE. V4_0617_02/VTP
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

VOLTCRAFT BC-10 Operating Instructions Manual

Type
Operating Instructions Manual

in andere talen