NL
- 70 -
9.3 Onderhoud van het luchtfi lter
Door verontreinigde luchtfi lters neemt het mo-
torvermogen af, omdat er te weinig lucht naar de
carburateur wordt geleid. Regelmatige controle
is dan ook absoluut noodzakelijk. Het luchtfi lter
(16) moet om de 25 bedrijfsuren gecontroleerd en
indien nodig gereinigd worden. Bij zeer stoffi ge
lucht moet het luchtfi lter vaker worden gecontro-
leerd.
1. Verwijder het luchtfi lterdeksel (fi g. 10a).
2. Verwijder het luchtfi lter (fi g. 10b/10c).
3. Reinig het luchtfi lter door uitkloppen of uitbla-
zen.
4. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
Waarschuwing: Luchtfi lter nooit met benzine of
brandbare oplosmiddelen reinigen.
9.4 Onderhoud van de bougie
Vonkafstand van de bougie = 0,6 mm. Draai de
bougie aan met 12 tot 15 Nm. Controleer de bou-
gie voor het eerst na 10 bedrijfsuren op vervuiling
en reinig hem, indien nodig, met een koperen
draadborstel. Daarna de bougie om de 50 bedrijf-
suren onderhouden.
1. Trek de bougiestekker (20) eraf (fi g. 11a).
2. Verwijder de bougie (fi g. 11b) met de meege-
leverde bougiesleutel (27).
3. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
9.5 Afstellingen aan de carburateur
Waarschuwing! Instellingen aan de carburateur
mogen alleen door een geautoriseerde klanten-
service worden uitgevoerd.
Voor alle werkzaamheden aan de carburateur
moet eerst de luchtfi lterafdekking worden gede-
monteerd zoals getoond in fi g. 10a-10c.
Instellen van de gastrekkabel:
Mocht het maximum toerental van het apparaat
na verloop van tijd niet meer worden behaald
en alle andere oorzaken volgens hoofdstuk 12
Verhelpen van fouten uitgesloten zijn, dan kan het
nodig zijn de gastrekkabel bij te regelen. Contro-
leer daarvoor eerst of de carburateur bij volledig
doorgedrukte gashendel helemaal opengaat. Dit
is het geval als de schuif van de carburateur (fi g.
13a) bij vol geactiveerd gas volledig geopend is.
Fig. 13a toont de correcte instelling. Mocht de
schuif van de carburateur niet helemaal geopend
zijn, dan is een nieuwe afstelling noodzakelijk.
Om de gastrekkabel bij te stellen zijn volgende
stappen vereist:
•
Draai de contramoer (fig. 13b, pos. C) enkele
omdraaiingen los.
•
Draai de verstelschroef (fig. 13b, pos. D) eruit,
tot de schuif van de carburateur bij volledig
geactiveerd gas, zoals getoond in figuur 13a,
volledig is geopend.
•
Draai de contramoer weer vast.
9.6. Instellen van het stationaire toerental
Aanwijzing! Het stationaire toerental bij warme
motor instellen.
De instelling van het stationaire toerental mag
alleen worden uitgevoerd door een geautoriseer-
de vakwerkplaats. Het aanlooptoerental van het
snijgereedschap moet minstens het 1,25-voudige
van het stationaire toerental zijn.
9.7 Invetten van de transmissie
Vul om de 20 bedrijfsuren wat vloeibaar transmis-
sievet (ca. 10 g) bij aan het smeerpunt (C) (fi g.
7c).
9.8 Olieverversing, oliepeil controleren (vóór
elke inzet)
De verversing van de motorolie moet worden uit-
gevoerd bij bedrijfswarme motor. Neem hiervoor
ook de service-informatie in acht.
•
Houd voor de olieverversing een geschikt
reservoir gereed, dat niet lekt.
•
Olievulplug (fig. 14a-14b, pos. 28) openen.
•
De oude olie door de motor te kantelen afla-
ten in een geschikt opvangreservoir.
•
Motorolie (15W40) erin gieten tot aan de bo-
venste markering (Max.) van de oliemeetstaaf
(fig. 14b).
•
Verwerk de oude olie zoals voorgeschreven.
Lever uw oude olie in bij een inzamelpunt: de
meeste tankstations, reparatiewerkplaatsen
of recyclageparken nemen oude olie zonder
kosten terug. Vermeng geen andere substan-
ties zoals bijv. antivriesmiddel of transmis-
sievloeistof met de oude olie. Bewaar de olie
buiten het bereik van kinderen en uit de buurt
van ontstekingsbronnen.
Anl_GC_BC_31_4_S_SPK7.indb 70Anl_GC_BC_31_4_S_SPK7.indb 70 11.05.2016 09:57:0211.05.2016 09:57:02