Hilti PD 42 Handleiding

Type
Handleiding
PD 42
320298
Bedienungsanleitung de
Operating instructions en
Mode d’emploi fr
Istruzioni d’uso it
Manual de instrucciones es
Manual de instruções pt
Gebruiksaanwijzing nl
Οδηγιες χρησεως el
Kulllanma Talimatı tr
ar
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
12
6
34+“+≠
+#
+[+{
+]
+|
5798
1
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
2
1
3
4
5
6
1
2
1
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
7 8
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
PD 42 Laserafstandsmeetapparaat
Lees de handleiding voor het eerste gebruik
beslist door.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 124
2 Beschrijving 125
3 Gereedschap, toebehoren 128
4 Technische gegevens 128
5 Veiligheidsinstructies 129
6 Inbedrijfneming 130
7 Bediening 134
8 Verzorging en onderhoud 140
9 Foutopsporing 141
10 Afval voor hergebruik recyclen 141
11 Fabrieksgarantie op de apparatuur 142
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 143
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen bij de tekst vindt u op de uitklapbare omslagpa-
gina's. Houd deze bij het bestuderen van de handleiding
open.
Onderdelen, bedienings- en weergave-elementen 1
@
Aan/uit-toets
;
Zijmeettoets
=
Grafisch display
%
Meettoets
&
Wistoets (Clear)
(
Horizontale libelle
)
FNC-toets
+
Meetpunt
§
¹/₄ inch schroefdraad voor meetverlenging PDA 71
/
Achterste aanslag
:
Mintoets
·
Plustoets
$
¹/₄ inch schroefdraad aan onderzijde
£
Referentietoets
|
Optisch vizier
¡
Laseruittredelens
Q
Ontvangstlens
W
Verticale libelle
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Waarschuwingstekens
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
nl
124
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
>1/4s
Symbolen
Handleiding
vóór gebruik
lezen
Afval voor
hergebruik
recyclen
laser class II
according
CFR 21, § 1040 (FDA)
Laserklasse
2 overeen-
komstig
IEC/EN 60825‑1:2007
Niet in de
straal kijken
Tempera-
tuuraandui-
ding
Batterij-
indicatie
Hardwares-
toring
Ongunstige
signaalom-
standighe-
den
KCC‑REM-
HLT‑PD42
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
Het type en het seriekenmerk staan op het typeplaatje
van uw apparaat. Neem deze gegevens over in uw hand-
leiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegen-
woordiging of ons servicestation om informatie vraagt.
Type:
Serienr.:
2 Beschrijving
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
Met het apparaat kunnen afstanden worden gemeten, afstanden worden opgeteld resp. afgetrokken en kan ge-
bruik worden gemaakt van vele praktische functies zoals bijv. timer, oppervlakteberekeningen, volumeberekeningen,
min/max-berekeningen, overnemen/uitzetten, schilderoppervlakken, Pythagorasberekeningen en het gegevensgeheu-
gen.
Het apparaat niet gebruiken als waterpasinstrument.
Metingen uitgevoerd op geschuimde kunststoffen, bijv. piepschuim, sneeuw of sterk spiegelende vlakken, etc. kunnen
tot onjuiste meetresultaten leiden.
Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen op
ondeskundige wijze of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
Houd rekening met de omgevingsinvloeden. Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar het risico van explosie en
brand bestaat.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
nl
125
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en hulpapparaten.
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
AANWIJZING
Neem de bedrijfs- en opslagtemperaturen in acht.
2.2 Display
Op het display worden meetwaarden, instellingen en de toestand van het apparaat weergegeven. In de meetmodus
worden de actuele meetwaarden in het onderste weergaveveld (resultaatregel) weergegeven. In functies zoals bijv.
Oppervlakken worden de gemeten afstanden weergegeven in de regels voor de tussenresultaten en het berekende
resultaat in het onderste weergaveveld (resultaatregel).
2.3 Displayverlichting
Bij een geringe omgevingsverlichting wordt de displayverlichting automatisch ingeschakeld als op een toets wordt
gedrukt. Na 10 seconden wordt de verlichtingsintensiteit met 50% verminderd. Indien binnen 20 seconden geen
verdere toets wordt ingedrukt, schakelt de verlichting uit.
AANWIJZING
De displayverlichting verbruikt extra stroom. Daarom dient bij frequent gebruik rekening te worden gehouden met een
kortere levensduur van de batterij.
2.4 Werkingsprincipe
De afstand wordt gemeten langs een uitgezonden lasermeetstraal tot aan de plaats waar de straal een reflecterend
vlak raakt. Het meetdoel is met de rode lasermeetpunt duidelijk te identificeren. Het meetbereik is afhankelijk van het
reflectievermogen en de oppervlaktestructuur van het meetdoel.
2.5 Meetprincipe
Het apparaat verstuurt via een zichtbare laserstraal pulsen die door een object worden gereflecteerd. De looptijd van
de laserstraal is een maat voor de afstand.
Door dit meetprincipe kunnen zeer snelle en betrouwbare afstandsmetingen op objecten zonder speciale reflector
worden uitgevoerd.
2.6 Standaard meetweergave
De standaard meetweergave wordt altijd geactiveerd als het apparaat met de aan/uit-toets wordt ingeschakeld.
2.7 Displaysymbolen
Temperatuur Temperatuur te hoog (>+50
°C) / te laag (<-10 °C)
Apparaat laten afkoelen resp. laten op-
warmen
Ongunstige signaalomstandigheden Te weinig reflecterend laser-
licht
Meetafstand > 50 mm vanaf de voor-
kant aanhouden; optiek reinigen; tegen
andere oppervlakken meten of doelplaat
gebruiken
Algemene hardwarestoringen Het apparaat uit- en inschakelen en wanneer de storing niet is opgehe-
ven contact opnemen met het Hilti-servicestation.
2.8 Toetsen
Meettoets Activeert de laser.
Start de afstandsmeting.
Activeert het continu meten (circa 2 s ingedrukt houden).
Stopt het continu meten.
Plustoets Activeert het optellen van afstanden, oppervlakken en volumes.
Afstandenwordenindestandaardmeetaanduidingenindeschilder-
functie opgeteld.
Oppervlakken en volumes worden in de relevante functies opgeteld.
Mintoets Activeert het aftrekken van afstanden, oppervlakken en volumes.
nl
126
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
Mintoets Afstanden worden in de standaard meetaanduiding en in de schilder-
functie afgetrokken.
Oppervlakken en volumes worden in de betreffende functies afgetrokken.
FNC-toets Activeert altijd de laatst gebruikte functie.
Door het meerdere malen indrukken worden de functies na elkaar geacti-
veerd resp. geselecteerd, indien geen meetwaarden beschikbaar zijn.
Indien meetwaarden beschikbaar zijn: worden alle meetwaarden gewist
en wordt de functie opnieuw gestart.
Stopt het continu meten (Tracking).
Wistoets (Clear) De C‑toets heeft verschil-
lende functies afhankelijk van
de bedrijfstoestand
Stopt het continu meten (Tracking).
Wist de standaard meetaanduiding.
Wist de laatste meting en gaat een stap terug in de functies.
Wist het gegevensgeheugen (lang indrukken in de geheugenaanduiding).
Beëindigt de functie, indien geen meetwaarden beschikbaar zijn.
Aan / Uit-toets Het apparaat wordt ingeschakeld door de toets kort in te drukken.
Het menu wordt geactiveerd door de toets lang in te drukken.
Het apparaat wordt uitgeschakeld door de toets kort in te drukken.
Referentietoets Wisselt tussen de verschillende meetreferenties voor, statief (schroef-
draad onderzijde) en achter.
2.9 Toestandsaanduiding van de batterij
Aantal segmenten Laadtoestand in %
4
=100%vol
3
=75 % vol
2
=50 % vol
1
=25 % vol
0leeg
2.10 Tot de standaarduitrusting behoren
1 Laserafstandsmeetapparaat PD 42
1Handlus
1RichttableauPDA51
2 Batterijen
1 Batterijsleutel
1Handleiding
1 Fabriekscertificaat
2.11 Laserzichtbril PUA 60
Dit is geen laserveiligheidsbril en de ogen worden hiermee dus niet beschermd tegen laserstraling. Omdat het
waarnemen van kleuren door de bril beperktwordt,maghijnietwordengedragen tijdens het besturen van een
voertuig op de openbare weg en er mag niet in de zon worden gekeken.
De laserzichtbril PUA 60 verhoogt de zichtbaarheid van de laserstraal aanzienlijk.
2.12 Richttableau PDA 50/ 51 /52
Het PDA 50 richttableau bestaat uit duurzame kunststof met een speciaal reflecterende film. Het gebruik van het
richttableau is aangewezen bij afstanden groter dan 10m bij slechte lichtomstandigheden.
Het richttableau PDA 51 is niet voorzien van een reflecterende laag en wordt aanbevolen bij slechte lichtomstandighe-
den en korte afstanden. Het richttableau PDA 52 is voorzien van dezelfde reflecterende laag als de PDA 50, is echter
nl
127
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
belangrijk groter (A4-formaat (210 x 297 mm)). Daardoor kan met het richttableau eenvoudiger over grotere afstanden
worden gericht.
AANWIJZING
Om te waarborgen dat de resultaten betrouwbaar zijn, dient zo mogelijk loodrecht op het richttableau te worden
gemeten. Anders kan het gebeuren dat het richtpunt op het richttableau zich niet in één vlak met het daadwerkelijk
richtpunt bevindt (parallelle as).
AANWIJZING
Voor zeer precieze metingen met het richttableau dient de waarde 1,2 mm bij de gemeten afstanden te worden
opgeteld.
2.13 Meetverlenging PDA 71
De meetverlenging is gemaakt van aluminium en uitgerust met een niet-geleidende kunststofgreep. De op de
meetverlenging aanwezige schroef wordt in de schroefdraadbus aan de achterste aanslag van de PD 42 aangebracht.
Zodra de meetverlenging is aangebracht, wisselt de achterste aanslag naar de punt van de meetverlenging, die de
achterste aanslag met 1270 mm (50 inch) verlengt.
3 Gereedschap, toebehoren
Omschrijving
Beschrijving
Richttableau PDA 50
Richttableau PDA 51
Richttableau PDA 52
Meetverlenging PDA 71
Omschrijving
Beschrijving
Handlus PDA 60
Apparaattas PDA 65
Laserzichtbril PUA 60
4 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
Technische gegevens Waarde-aanduiding
Stroomvoorziening 3V DC AA‑batterijen
Controle batterijtoestand
Batterij-indicatie met 4 segmenten 100%, 75%, 50%,
25% geladen : Alle segmenten gedoofd: Batterij resp.
accu leeg
Meetbereik 0,05…200 m
Typisch meetbereik zonder richttableau Systeemwand wit: 100 m
Betondroog:70m
Baksteen droog: 50 m
Nauwkeurigheid ±1,0 mm typisch voor afzonderlijk en continu meten
kleinste weergave-eenheid 1 mm
Straaldiameter Straallengte 10 m: Max. 6 mm
Straallengte 50 m: Max. 30 mm
Straallengte 100 m: Max. 60 mm
Basismodi Afzonderlijk meten, continu meten, berekeningen/ func-
ties
nl
128
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
Technische gegevens Waarde-aanduiding
Display Verlichte dot-matrix-display met permanente weergave
van de gebruikstoestand en de stroomvoorziening
Laser zichtbaar 635 nm, Uitgangsvermogen kleiner 1 mW:
Laserklasse 2: IEC/EN 60825-1:2007; laser class II CFR
21 §1040 (FDA)
Optisch vizier Zijdelings gemonteerd met laserreferentie
Zelfuitschakeling Laser: 1 min
Apparaat: 10 min
Bedrijfsduur Max. aantal metingen bij ingeschakelde laser
gedurende 10 s Alkalimangaan 8.000…
10.000 NiMH 6.000…8.000
Gebruikstemperatuur -10…+50 °C
Opslagtemperatuur -30…+70 °C
Isolatieklasse (buiten batterijvak) IP 54 bescherming tegen stof en spatwater
IEC 60529
Gewicht zonder batterij 170 g
Afmetingen 120 mm x 55 mm x 28 mm
Menu/eenheden Afstand
Oppervlakken
Volumes
m
meter
cm
centimeter
mm
millimeter
in inch.decimaal inch² inch³
in ¹/₈ inch-¹/₈ inch² inch³
in ¹/₁₆ inch-¹/₁₆ inch² inch³
in ¹/₃₂ inch-¹/₃₂ inch² inch³
ft foot.decimaal foot² foot³
ft¹/₈ foot-inch-¹/₈ foo foot³
ft¹/₁₆ foot-inch-¹/₁₆ foot² foot³
ft¹/₃₂ foot-inch-¹/₃₂ foot² foot³
yd yard.decimaal yard² yard³
5 Veiligheidsinstructies
Naast de technische veiligheidsinstructies in de af-
zonderlijke hoofdstukken van deze handleiding moe-
ten de volgende bepalingen altijd strikt worden opge-
volgd.
5.1 Essentiële veiligheidsnotities
a) Maak geen veiligheidsinrichtingen on-
klaar en verwijder geen instructie- en
waarschuwingsopschriften.
b) Zorg ervoor dat kinderen niet in aanraking komen
met laserapparaten.
c) Wanneer het apparaat op ondeskundige wijze wordt
vastgeschroefd, kan laserstraling ontstaan die hoger
is dan klasse 2. Laat het apparaat door een Hilti-
servicestation repareren.
d) Controleer voor gebruikaltijd de correcte werking
van het apparaat.
e) Het apparaat mag niet in de nabijheid van zwan-
gere vrouwen worden gebruikt.
f) Metingen op slecht reflecterende ondergronden
in hoog reflecterende omgevingen kunnen tot
verkeerde meetwaarden leiden.
g) Metingen door ruiten of andere objecten kunnen het
meetresultaat vertekenen.
h) Wanneer de meetvoorwaarden snel veranderen, bijv.
door personen die door de meetstraal lopen, kan dit
leiden tot een verkeerd meetresultaat.
i) Richt het apparaat nooit op de zon of andere
sterke lichtbronnen.
nl
129
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
5.2 Adequate inrichting van de werkomgeving
a) Wanneer u op ladders werkt, neem dan geen
ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat
u stevig staat en altijd in evenwicht bent.
b) Controleer voor de meting de instelling van de
meetreferentie.
c) Wanneer het apparaat vanuit een zeer koude in
een warme omgeving wordt gebracht, of om-
gekeerd, dient u het apparaat vóór gebruik op
temperatuur te laten komen.
d) Controleer uit veiligheidsoverwegingen eerder
door u ingestelde waarden en vorige instellingen.
e) Bij het uitlijnen van het apparaat met de libelle
alleen schuin op het apparaat kijken.
f) Zet het gebied waar u metingen verricht af en let
er bij het opstellen van het apparaat op dat de
straal niet op andere personen of op uzelf wordt
gericht.
g) Gebruik het apparaat alleen binnen de gedefini-
eerde grenzen.
h) Neem de voorschriften van het betreffende land
ter voorkoming van ongevallen in acht.
5.3 Elektromagnetische compatibiliteit
AANWIJZING
Alleen voor Korea: Dit apparaat is geschikt voor elektro-
magnetische golven die in bedrijven optreden (klasse A).
De gebruiker moet dit in acht nemen en dit apparaat niet
in woningen gebruiken.
Hoewel het apparaat voldoet aan de strenge wettelijke
voorschriften kan Hilti de mogelijkheid niet uitsluiten dat
het apparaat door sterke straling wordt gestoord, het-
geen tot een foute bewerking kan leiden. In dit geval of
wanneer u niet zeker bent, dienen controlemetingen te
worden uitgevoerd. Eveneens kan Hilti niet uitsluiten dat
andere apparaten (bijv. navigatietoestellen van vliegtui-
gen) gestoord worden. Het apparaat voldoet aan klasse
A; Storingen in de woning kunnen niet worden uitgeslo-
ten.
5.4 Algemene veiligheidsmaatregelen
a) Controleer het apparaat alvorens het te gebrui-
ken. Laat het apparaat ingeval van beschadiging
repareren in een Hilti-servicestation.
b) Na een valof andere mechanische invloeden dient
u de precisie van het apparaat te controleren.
c) Ook al is het apparaat gemaakt voor zwaar ge-
bruik op bouwplaatsen, toch dient het, evenals
andere meetapparaten, zorgvuldig te worden be-
handeld.
d) Hoewel het apparaat beschermd is tegen het bin-
nendringen van vocht, dient u het droog te maken
alvorens het in de transportcontainer te plaatsen.
5.5 Elektrisch
a) De batterijen mogen niet in kinderhanden komen.
b) Oververhit de batterijen niet en stel ze niet bloot
aan vuur. De batterijen kunnen exploderen of er
kunnen toxische stoffen vrijkomen.
c) Laad de batterijen niet op.
d) Soldeer de batterijen niet in het apparaat.
e) Ontlaad de batterijen niet door kortsluiting. Ze
kunnen hierdoor oververhit raken en brandblaren ver-
oorzaken.
f) Open de batterijen niet en stel ze niet bloot aan
overmatige mechanische belasting.
5.6 Laserclassificatie
Afhankelijk van de variant voldoet het apparaat aan
de laserklasse 2 overeenkomstig IEC60825-1:2007 /
EN60825-1:2007 en Class II overeenkomstig
CFR 21 § 1040 (FDA). Deze apparaten kunnen zonder
verdere beveiligingsmaatregelen worden gebruikt.
Wanneer iemand toevallig gedurende een kort ogenblik
in de laserstraal kijkt, worden de ogen beschermd door
de reflex van het sluiten van het ooglid. Deze reflex van
het sluiten van het ooglid kan echter worden beïnvloed
door het gebruik van medicijnen, alcohol of drugs. Toch
mag men, evenals bij de zon, niet direct in de lichtbron
kijken. De laserstraal niet op personen richten.
5.7 Transport
Het apparaat altijd zonder batterijen/accu-pack ver-
sturen.
6 Inbedrijfneming
6.1 Batterijen aanbrengen 2
ATTENTIE
Gebruik geen beschadigde batterijen.
ATTENTIE
Vervang altijd alle batterijen tegelijk.
GEVAAR
Combineer geen nieuwe met oude batterijen. Gebruik
geen batterijen van verschillende producenten of met
verschillende typeaanduidingen.
1. Maak de batterij-afdekking aan de achterzijde los.
2. Neem de batterijen uit de verpakking en plaats deze
direct in het apparaat.
AANWIJZING Letopdejuistepolariteit(ziedemar-
kering in het batterijvak).
3. Zorg ervoor dat het batterijvak goed vergrendeld is.
nl
130
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
m
MENU
6.2 Apparaat in-/uitschakelen
1. Het apparaat kan zowel met de aan/uit-toets als ook
met de meettoets worden ingeschakeld.
2. In uitgeschakelde toestand de aan/uit-toets indruk-
ken: het apparaat wordt ingeschakeld
De laser is uitgeschakeld.
3. In uitgeschakelde toestand de aan/uit-toets indruk-
ken: het apparaat wordt uitgeschakeld.
4. In uitgeschakelde toestand de meettoets indrukken:
het apparaat en de laser worden ingeschakeld.
6.3 Eerste afstandsmetingen
1. Druk één keer op de meettoets.
Wanneer het apparaat is uitgeschakeld, wordt het
samen met de meetstraal ingeschakeld.
Is het apparaat al ingeschakeld, dan wordt alleen de
meetstraal ingeschakeld.
2. Richt met de zichtbare laserpunt op een wit vlak op
ca. 3–10 m afstand.
3. Druk nogmaals op de meettoets.
In minder dan een seconde wordt de afstand, bijv.
5.489 m weergegeven.
U heeft de eerste afstandsmeting met het apparaat
uitgevoerd.
6.4 Menu Instellingen
1. Om het menu te starten bij uitgeschakeld appa-
raat gedurende ca. 2 seconden op de aan/uit-toets
drukken.
2. Op de plustoets drukken om de pieptoon in of uit te
schakelen.
3. Druk op de mintoets om door de eenheden te scrol-
len.
4. Druk kort op de aan/uit-toets om het menu te be-
ëindigen.
Het apparaat is uitgeschakeld en alle weergegeven
instellingen worden overgenomen.
6.5 Meetreferenties
AANWIJZING
Het apparaat kan van 5 verschillende aanslagen of refe-
renties afstanden meten. Het schakelen tussen voorkant
en achterkant gebeurt met de referentietoets linksvoor
op het apparaat. Wordt de aanslagpunt 180° uitgeklapt,
dan wordt automatisch naar de aanslagpunt omgescha-
keld. Indien de meetverlenging aan de achterzijde van
het apparaat (batterijvak) wordt aangebracht, wordt deze
automatisch door het apparaat herkend en met het
lange meetpuntsymbool weergegeven. De meetverlen-
ging PDA 71 kan eveneens aan de onderzijde worden
bevestigd - deze wordt echter niet automatisch herkend.
Voorkant
Schroefdraad onderkant
Achterkant
Aanslagpunt
Meetverlenging PDA 71 aan de achterzijde aangebracht.
6.6 Optisch vizier 3
AANWIJZING
Voor afstanden vanaf 10 m is het zinvol het optisch vizier
te gebruiken.
Het ingebouwde richtvizier is bijzonder nuttig bij buiten-
metingen en op alle momenten waar het lasermeetpunt
slecht of helemaal niet meer zichtbaar is. Met het op-
tisch vizier kan zelfs bij grotere afstanden goed op het
doel worden gericht. Het laserpunt is in ingeschakelde
toestand zichtbaar in de optiek. Schakelt het laserpunt
in de optiek uit, dan is de meting met succes uitgevoerd
of de laserstraal heeft zichzelf vanwege de tijdsduur uit-
geschakeld. De optische richting verloopt parallel aan de
lasermeetstraal.
nl
131
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
----------
m
----------
m
5.489
m
m
27.317
5.489
m
m
m
12.349
24.634
1. Op de meettoets drukken om de laser in te schake-
len en op het doel richten.
2. Op de meettoets of de zijmeettoets drukken en
richten tot het laserpunt in het vizier verdwijnt
De afstand wordt in het display weergegeven.
6.7 Afstanden meten
AANWIJZING
Bij het inklappen van de aanslagpunt, onafhankelijk van
hoe ver deze was uitgeklapt en waar de aanslag was
aangebracht, wordt de meetreferentie altijd naar de ach-
terkant verplaatst.
Afstanden kunnen aan alle niet coöpererende onbeweeg-
lijke doelen worden gemeten, d.w.z. beton, steen, hout,
plastic, papier, etc... Prisma's of andere sterk reflecte-
rende doelen zijn niet betrouwbaar en kunnen tot foutieve
resultaten leiden.
6.7.1 Afstandsmetingen stap voor stap
AANWIJZING
Het apparaat meet binnen zeer korte tijd afstanden en
stelt daarbij verschillende soorten informatie op het dis-
play beschikbaar.
Hetapparaatmetdeaan/uit-toetsinschakelen
Eén keer op de meettoets drukken. De rode lasermeet-
straal wordt ingeschakeld en is zichtbaar met een punt
op het richtvlak. Op het display is deze richtmodus met
een knipperend lasersymbool zichtbaar.
Op het doel richten. Voor de afstandsmeting nog eenmaal
op de meettoets drukken. Het resultaat wordt gewoonlijk
binnen een seconde in de resultaatregel weergegeven en
de lasermeetstraal wordt uitgeschakeld.
Bij meerdere afstandsmetingen worden maximaal 3 eer-
dere afstanden in de regels voor de tussenresultaten
weergegeven, d.w.z. in totaal de vier laatst gemeten af-
standen.
Uiteraard kan het apparaat op elk moment ook via de
meettoets worden ingeschakeld. Indien in deze weergave
de C-toets wordt ingedrukt, worden alle weergegeven
waarden in het display gewist.
6.7.2 Meetmodus
Afstandsmetingen zijn mogelijk in twee verschillende
meetmodi, namelijk afzonderlijk meten en continu me-
ten. Het continu meten wordt ingezet bij het weghalen
van bepaalde afstanden of lengtes en bij moeilijk te meten
afstanden, bijv. bij hoeken, randen, nissen, etc... .
6.7.2.1 Afzonderlijke meting (meettoets)
1. Lasermeetstraal met de meettoets inschakelen.
2. Nogmaals op de meettoets drukken.
De gemeten afstand wordt in minder dan een se-
conde weergegeven in de resultaatregel.
6.7.2.2 Afzonderlijke meting (aan/uit‑toets)
1. De lasermeetstraal met de aan/uit-toets inschakelen
nl
132
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
2. Op de meettoets drukken om de laser in te schake-
len en op het doel richten.
3. Nogmaals op de meettoets drukken.
De gemeten afstand wordt in minder dan een se-
conde weergegeven in de resultaatregel.
6.7.2.3 Continu meten
AANWIJZING
Het continu meten is overal mogelijk waar afzonderlijke
afstanden worden gemeten. Dit geldt ook voor functies
zoals Oppervlakken.
1. Voor de activering van de continu meetmodus de
meettoets gedurendeca. 2 secondeningedrukthou-
den.
AANWIJZING Hierbijmaakthetnietuitofhetappa-
raat uitgeschakeld of de meetstraal uit- of ingescha-
keld is - het apparaat schakelt altijd in de continu
meetmodus.
Met het continu meten worden afstanden met ca.
6–10 metingen per seconde in de resultaatregel bij-
gewerkt. Dit is afhankelijk van het reflectievermogen
van het doeloppervlak. Indien de pieptoon is inge-
schakeld, wordt het continu meten ca. 2-3 maal per
seconde met de pieptoon gesignaleerd.
2. De meetprocedure wordt stopgezet door nogmaals
op de meettoets te drukken.
De laatst geldige meting wordt weergegeven in de
resultaatregel.
6.7.3 Meten vanuit hoeken 45
Voor het meten van ruimtediagonalen of het meten van-
uit moeilijk toegankelijke hoeken wordt de aanslagpunt
gebruikt.
1. De aanslagpunt 180° uitklappen.
De meetreferentie wordt automatisch omgezet. Het
apparaat detecteert de verlengde meetreferentie
en corrigeert de gemeten afstand automatisch met
deze waarde.
2. Zet het apparaat met de aanslagpunt op het ge-
wenste uitgangspunt en richt op het richtpunt.
3. Druk op de meettoets.
Op het display verschijnt de gemeten waarde.
6.7.4 Meten met doelmarkeringen 67
Voor het meten van afstanden aan buitenkanten (bijv.
buitenmuren van huizen, omheiningen, etc.) kunt u hulp-
middelen als planken, bakstenen of andere geschikte
voorwerpen als doelmarkering aan de buitenkant leggen.
Bij grotere meetbereiken en ongunstige lichtomstandig-
heden (sterke zonneschijn) raden wij aan het richttableau
PDA 50, PDA 51 en PDA 52 te gebruiken.
6.7.5 Meten in een lichte omgeving
Voor lange afstanden en bij een zeer lichte omgeving
raden wij het gebruik van het richttableau PDA 50, PDA 51
en PDA 52 aan.
6.7.6 Meten op ruwe oppervlakken 8
Bij het meten op ruwe oppervlakken (bijv. grof pleister-
werk) wordt een gewogen gemiddelde gemeten, waarin
het centrum van de laserstraal meer gewicht heeft dan
de rand.
6.7.7 Meten aan ronde of hellende oppervlakken
Wordt er zeer schuin op deze vlakken gericht, dan kan
onder bepaalde omstandigheden te weinig lichtenergie
of bij rechthoekig richten te veel energie bij het apparaat
komen. In beide gevallen wordt het gebruik van het
richttableau PDA 50, PDA 51 en PDA 52 aangeraden.
6.7.8 Meten op natte of glanzende oppervlakken
Voor zover het laserafstandsmeetapparaat op het op-
pervlak kan worden gericht, wordt een precieze afstand
op het richtpunt gemeten. Bij sterk spiegelende opper-
vlakken dient rekening te worden gehouden met een
gereduceerd meetbereik of met lichtreflectie.
6.7.9 Meten op transparante oppervlakken
In principe kunnen afstanden op lichtdoorlatend materi-
aal, zoals vloeistof, piepschuim, schuimstof, etc. worden
gemeten. In deze materialen dringt licht door, waardoor
er meetfouten kunnen ontstaan. Ook bij het meten door
glas of in het geval zich objecten binnen de richtlijn
bevinden, kunnen er meetfouten ontstaan.
6.7.10 Meetbereiken
6.7.10.1 Vergroot meetbereik
Metingen in het donker, bij schemering, op verduisterde
doelen of bij een verduisterd apparaat leiden in de regel
tot een vergroting van het meetbereik.
Metingen bij gebruik van het richttableau PDA 50, PDA 51
en PDA 52 leiden tot een vergroting van het meetbereik.
6.7.10.2 Verkleind meetbereik
Metingen bij een sterke lichtomgeving, zoals zonlicht of
extreem fel schijnende schijnwerpers, kunnen leiden tot
een kleiner meetbereik.
Metingen door glas of bij objecten binnen de richtlijn
kunnen leiden tot een kleiner meetbereik.
Metingen op matgroene, -blauwe, -zwarte of natte en
glanzende oppervlakken kunnen leiden tot een kleiner
meetbereik.
nl
133
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
17.838
m
m
12.349
+ 5.489
m
0.625
m
m
3.947
- 3.322
m
7Bediening
AANWIJZING
Afstanden optellen en aftrekken gebeurt met de plus- en
mintoets op het apparaat, alle overige functies worden
met de FNC-toets opgeroepen.
7.1 Afstandsmetingen
AANWIJZING
In principe geldt bij alle functies dat de afzonderlijke stap-
pen altijd met grafische weergaven worden ondersteund.
AANWIJZING
Bij alle functies waarbij afzonderlijke afstandsmetingen
mogelijk zijn, kan het continu meten worden gebruikt.
AANWIJZING
Treden er tijdens het continu meten meetfouten op en
wordt het continu meten door nogmaals op de meettoets
te drukken stopgezet, dan wordt de laatst geldige afstand
weergegeven.
7.2 Afstanden optellen
Afzonderlijke afstanden kunnen gemakkelijk worden op-
geteld, bijv. om het kozijn in vensters en deuren te bepa-
len of om meerdere deelafstanden samen te voegen tot
een totale afstand.
1. Druk op de meettoets (de laserstraal is ingescha-
keld).
2. Richt het apparaat op het richtpunt.
3. Druk op de meettoets.
De eerste afstand wordt gemeten en weergegeven
(de laser schakelt uit).
4. Druk op de toets om op te tellen. In de middelste
regel voor de tussenresultaten wordt de eerste af-
stand en in de onderste regel wordt een plusteken
geschreven (de laser schakelt in).
5. Richt het apparaat op het volgende richtpunt.
6. Druk op de meettoets.
De tweede afstand wordt gemeten en weergegeven
in de onderste regel voor de tussenresultaten. Het
resultaat van de optelling wordt weergegeven in de
resultaatregel.
De actuele afstandssom staat altijd in de resultaat-
regel.
Zo gaat u te werk tot alle afstanden zijn opgeteld.
7. Om de optelling te beëindigen, meet u eenvoudig
een afstand zonder van tevoren de plustoets te
gebruiken.
Alle eerdere meet- en berekeningsresultaten staan
in de tussentijdse aanduidingen.
8. Om te weergave te wissen op de C-toets drukken.
7.3 Afstanden aftrekken
Enkele afstanden kunnen eenvoudig worden afgetrokken,
ombijv.deafstandvandeonderkantvaneenbuis
tot het plafond te bepalen. Hiervoor wordt de afstand
vandevloertotdeonderkantvandebuisafgetrokken
van de afstand tot het plafond. Wordt daarbij nog de
buisdiameter afgetrokken, dan verkrijgt men het resultaat
van de tussenafstand bovenkant buis tot het plafond.
1. Druk op de meettoets (de laserstraal schakelt in).
2. Richt het apparaat op het richtpunt.
3. Druk op de meettoets. De eerste afstand wordt
gemeten en weergegeven (de laser schakelt uit).
4. Druk op de toets om af te trekken. In de middelste
regel voor de tussenresultaten wordt de eerste af-
stand en in de onderste regel wordt een minteken
geschreven (de laser schakelt in).
5. Richt het apparaat op het volgende richtpunt.
6. Druk op de meettoets.
De tweede afstand wordt gemeten en weergegeven
in de onderste regel voor de tussenresultaten.
Het resultaat van het verschil wordt weergegeven in
de resultaatregel.
Het actuele afstandsverschil staat altijd in de resul-
taatregel.
Zo gaat u te werk tot alle afstanden zijn afgetrokken.
nl
134
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
10s
m
4.347
m
67.784
5.489
m
m
12.349
3
m
67.784
5.489
m
m
12.349
2
m
1669.783
5.489
m
m
12.349
24.634
3
m
7. Om de aftrekking te beëindigen, meet u eenvou-
dig een afstand zonder van tevoren de mintoets te
gebruiken.
Alle eerdere meet- en berekeningsresultaten staan
in de tussentijdse aanduidingen.
8. Om de aanduiding te wissen op de C-toets drukken.
7.4 Timer
De timerfunctie werkt op dezelfde wijze als bij een ca-
mera. Met de plus- en mintoets kunnen de drie standen
5, 10, 20 seconden worden geselecteerd. Voor het ac-
tiveren van de timer op de meettoets drukken. Met de
C-toets kan de timer worden afgebroken. Met een inter-
valvan1secondeklinkteenpieptoontotca.4seconden
voor het verstrijken van de tijd een dubbele pieptoon het
einde aankondigt.
7.5 Oppervlakken meten
De afzonderlijke stappen voor de oppervlaktemeting wor-
den door de betreffende afbeelding op het display on-
dersteund. Om bijvoorbeeld het vloeroppervlak van een
vertrek te bepalen, wordt op de volgende manier te werk
gegaan:
1. Om de functie Oppervlakken te activeren op de
FNC-toets drukken.
AANWIJZING Nahetstartenvandefunctie"Op-
pervlakken" is de laserstraal al ingeschakeld.
2. Richt het apparaat op het richtpunt.
3. Druk op de meettoets.
De breedte van het vertrek wordt gemeten en weer-
gegeven.
Hierna wordt in het display automatisch gevraagd
de lengte van het vertrek te meten.
4. Richt het apparaat op het volgende richtpunt voor
de lengte van het vertrek.
5. Druk op de meettoets.
De tweede afstand wordt gemeten, het oppervlak
direct berekend en in de resultaatregel weergege-
ven.
Beideafstandendievoordeoppervlakteberekening
zijn gebruikt, staan in de regels met de tussenre-
sultaten en kunnen na het meten eenvoudig worden
genoteerd.
6. Met de C-toets kunt u op elk gewenst moment de
metingen stoppen, de laatstemetingennaelkaar
wissen en opnieuw meten.
AANWIJZING Als meerdere malen de C-toets wordt
ingedrukt, of de FNC-toets, wordt de functie afge-
broken resp. opnieuw gestart.
AANWIJZING Indien de tweede afstand met het
continu meten (Tracking) wordt bepaald, wordt de
oppervlaktemeting continu bijgewerkt. Hierdoor
kunnen deeloppervlakken worden weggehaald.
AANWIJZING Na het oppervlakteresultaat kan met
de plustoets het volgende oppervlak bij het actu-
ele oppervlak worden opgeteld of met de mintoets
hiervanwordenafgetrokken.
7.6 Volumes meten
De afzonderlijke stappen voor de volumemeting worden
door de betreffende afbeelding op het display onder-
steund. Om bijv. het volume van het vertrek te bepalen
wordt op de volgende manier te werk gegaan:
1. Om de functie Volumes te activeren op de FNC-toets
drukken. Volumes kunnen met één meting worden
vastgesteld.
AANWIJZING Na het starten van de functie "Volu-
mes" is de laserstraal al ingeschakeld.
2. Richt het apparaat op het richtpunt.
nl
135
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
m
4.347
MAX 8.642
m
m
m
MIN 5.123
3.519
m
m
5.123
+ 3.519
1.604
m
3. Druk op de meettoets.
De breedte van het vertrek wordt gemeten en weer-
gegeven.
4. Hierna wordt in het display automatisch gevraagd
de lengte van het vertrek te meten.
5. Richt het apparaat op het volgende richtpunt voor
de lengte van het vertrek.
6. Druk op de meettoets.
De lengte van het vertrek wordt gemeten en weer-
gegeven.
7. Druk op de meettoets.
8. Richt het apparaat op het volgende richtpunt voor
de hoogte van het vertrek.
9. Druk op de meettoets.
Nadat de hoogte van het vertrek gemeten is, wordt
direct het volume berekend en weergegeven in de
resultaatregel.
Alle drie de afstanden die voor de volumeberekening
werden gebruikt, staan in de regels met de tussenre-
sultaten en kunnen na het meten eenvoudig worden
genoteerd.
10. Met de C-toets kunt u op elk gewenst moment de
metingen stoppen, de laatstemetingennaelkaar
wissen en opnieuw meten.
AANWIJZING Als meerdere malen de C-toets wordt
ingedrukt, of de FNC-toets, wordt de functie afge-
broken resp. opnieuw gestart.
AANWIJZING Indien de derde afstand met continu-
meten (Tracking) wordt bepaald, wordt het volume
continu bijgewerkt. Hierdoor kunnen deelvolumes
worden weggehaald.
AANWIJZING Na het volumeresultaat kan met de
plustoets het volgende volume bij het actuele vo-
lume worden opgeteld of met de mintoets worden
afgetrokken.
7.7 Min/max meten
De maximum meting dient in principe voor het bepalen
van diagonalen, de minimum meting voor het bepalen
of instellen van parallele objecten of voor metingen op
ontoegankelijke plaatsen. Bij de maximum meting wordt
het continu meten gebruikt en wordt de weergave altijd
bijgewerkt wanneer de gemeten afstand groter is gewor-
den. Bij de minimum meting wordt het continu meten
gebruikt en wordt de weergave altijd bijgewerkt wan-
neer de gemeten afstand kleiner wordt. Met behulp van
de combinatie van maximum- en minimumafstand is het
mogelijk afstandsverschillen op een zeer eenvoudige en
snelle manier precies te bepalen. Hierdoor kunnen af-
standen tussen leidingen onder plafonds of afstanden
tussen twee objecten ook op ontoegankelijke plaatsen
eenvoudig en nauwkeurig worden bepaald.
1. Om de functie Min/Max te activeren op de FNC-
toets drukken.
AANWIJZING Nahetstartenvandefunctie
“Min/Max“ is de laserstraal al ingeschakeld.
2. Richt het apparaat op het richtpunt.
3. Druk op de meettoets.
Hierna start het continu meten.
In het weergaveveld MIN en MAX wordt de weer-
gave bij vergroting of verkleining van de afstand
bijgewerkt
4. Druk op de meettoets om de meting te stoppen.
Het display toont waarden voor de maximale af-
stand, de minimale afstand en het verschil tussen
beide.
5. MetdeC-toetskanopelkgewenstmomentde
meting worden gestopt, gewist en opnieuw worden
gemeten.
AANWIJZING Als meerdere malen de C-toets wordt
ingedrukt, of de FNC-toets, wordt de functie afge-
broken resp. opnieuw gestart.
AANWIJZING Verdere “Undo“ stappen zijn niet mo-
gelijk. Als meerdere malen de C-toets wordt inge-
drukt, of eenmaal de FNC-toets, wordt de functie
afgebroken.
7.8 Overnemen /uitzetten
Met het apparaat kunnen bepaalde massa's, bijv. voor de
inbouw van rails bij de droogbouw, worden weggehaald
en gemarkeerd.
7.8.1 Overnemen van gemeten afstanden
1. Om de functie Overnemen te activeren op de FNC-
toets drukken.
AANWIJZING Na het starten van de functie "Over-
nemen" is de laserstraal al ingeschakeld.
2. Richt het apparaat op het richtpunt.
nl
136
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
m
2
27.317
5.489
m
m
12.349+
+
3. Druk op de meettoets.
De over te nemen afstand wordt gemeten en in de
bovenste regel voor het tussenresultaat weergege-
ven.
4. Druk op de meettoets.
Het continu meten wordt gestart.
In de onderste regel voor het tussenresultaat wordt
het verschil tussen de actuele afstand en de over te
nemen afstand weergegeven.
5. Het apparaat zolang vooruit- en terugschuiven tot
het verschil gelijk is aan of bij benadering „nul“ is.
6. Met de C-toets kan op elk gewenst moment de
meting worden gestopt, gewist en opnieuw worden
gemeten.
AANWIJZING Verdere “Undo“ stappen zijn niet mo-
gelijk. Als meerdere malen de C-toets wordt inge-
drukt, of eenmaal de FNC-toets, wordt de functie
afgebroken.
7.8.2 Overbrengen van bepaalde afstanden
1. Om de functie Overnemen te activeren op de FNC-
toets drukken.
AANWIJZING Na het starten van de functie "Over-
nemen" is de laserstraal al ingeschakeld.
2. Geef de over te brengen afstand op door op de
plustoets te drukken.
AANWIJZING Door het achter elkaar indrukken van
de plustoets wordt de laatste positie een voor een
verhoogd. Door het ingedrukt houden van de plus-
toets wordt sneller opgeteld. Des te langer de toets
wordt ingedrukt des te sneller wordt opgeteld. De
mintoets werkt op dezelfde wijze als de plustoets
alleen wordt nu omlaaggeteld.
3. Druk op de meettoets.
Het continu meten wordt gestart.
In de onderste regel voor het tussenresultaat wordt
het verschil tussen de actuele afstand en de over te
nemen afstand weergegeven.
4. Het apparaat zolang vooruit- en terugschuiven tot
het verschil gelijk is aan of bij benadering „nul“ is.
5. Met de C-toets kan op elk gewenst moment de
meting worden gestopt, gewist en opnieuw worden
gemeten.
AANWIJZING Verdere “Undo“ stappen zijn niet mo-
gelijk. Als meerdere malen de C-toets wordt inge-
drukt, of eenmaal de FNC-toets, wordt de functie
afgebroken.
7.9 Schilderoppervlakken
De functie “Schilderoppervlakken wordt gebruikt voor
het bepalen van bijv. de oppervlakte van muren in een
vertrek. Hiertoe wordt de som van alle wandlengtes be-
paald en vermenigvuldigd met de hoogte van het vertrek.
1. Om de functie Schilderoppervlakken te activeren op
de FNC-toets drukken.
AANWIJZING Na het starten van de functie "Schil-
deroppervlakken" is de laserstraal al ingeschakeld.
2. Meet eerst de wandlengte.
De afstand wordt in de bovenste regel voor de
tussenresultaten weergeven.
3. Druk op de plustoets en meet de volgende afstand.
De som van de beide afstanden wordt in de resul-
taatregel weergegeven.
4. Druk weer op de plustoets om de volgende afstand
te meten.
De som van de afstanden springt naar de bovenste
regel voor de tussenresultaten.
5. Meet de 3e afstand en, indien noodzakelijk, verdere
afstanden.
6. Druk opnieuw op de meettoets als alle wandlengtes
na de laatste afstandsmeting zijn opgeteld en de
som van alle afstanden in de resultaatregel wordt
weergegeven.
De som van de afstanden springt naar de bovenste
regel voor de tussenresultaten en een vermenigvul-
digingsteken in de regel hieronder.
7. Meet nu de hoogte van het vertrek.
Het totale muuroppervlak van het vertrek wordt in
de resultaatregel weergegeven.
nl
137
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
m
6.962
8.642
m
m
5.123
m
8.76
8.642
m
m
m
5.123
5.430
8. Met de C-toets kan op elk gewenst moment de
meting worden gestopt, gewist en opnieuw worden
gemeten.
AANWIJZING Verdere “Undo“ stappen zijn niet mo-
gelijk. Als meerdere malen de C-toets wordt inge-
drukt, of eenmaal de FNC-toets, wordt de functie
afgebroken.
AANWIJZING Met de mintoets kunnen lengtes, bijv.
ruiten of deuren worden afgetrokken. De plus- en
mintoetskunnen op elkmomentafwisselendworden
gebruikt.
7.10 Indirecte metingen
Een indirecte afstand kan door meerdere afstandsme-
tingen en de berekening volgens de Pythagoras-regels
worden bepaald. De functies voor de indirecte meting
worden met de FNC-toets opgeroepen. Daarbij kan tus-
sen 3 varianten worden geschakeld:
De enkelvoudige Pythagoras variant als een driehoek met
2 gemeten afstanden.
De dubbele Pythagoras variant met 2 samengestelde
driehoeken.
De samengestelde Pythagoras variant met 2 verschil-
lende driehoeken.
AANWIJZING
In principe moet bij het indirect meten met een vermin-
derde nauwkeurigheid rekening worden gehouden die la-
ger ligt dan de nauwkeurigheid van het apparaat. Om een
zo goed mogelijk resultaat te krijgen, moet de geometrie
(bijv. rechte hoek en driehoeksverhouding) in acht wor-
den genomen. Het beste resultaat wordt bereikt indien
zorgvuldig op de hoeken wordt gemeten, alle meetpun-
ten zich in een ruimtelijk vlak bevinden en dichter bij het
object wordt gemeten.
7.10.1 Enkelvoudige Pythagoras variant
Volg de grafische weergave die met knipperende drie-
hoekszijden de te meten afstanden aangeeft. Als de
noodzakelijk 2 afstanden zijn gemeten, wordt het re-
sultaat berekend en in de resultaatregel weergegeven.
1. Om de enkelvoudige Pythagoras variant te activeren
op de FNC-toets drukken.
AANWIJZING Na het starten van de functie “En-
kelvoudige Pythagoras variant“ is de laserstraal al
ingeschakeld.
2. Richt het apparaat op het richtpunt dat in het display
wordt getoond.
Druk op de meettoets.
3. Hierna wordt in de afbeelding automatisch gevraagd
de kortere afstand te meten.
4. Richt de laserstraal en druk op de meettoets.
AANWIJZING Hier dient er met name rekening mee
te worden gehouden dat deze afstand in de conti-
numeetmodus wordt gemeten om het punt met de
kortste (rechthoekige) afstand preciezer te bepalen.
Na beëindiging van de tweede meting berekent het
apparaat direct de tegenoverliggende „Indirecte af-
stand”.
Het systeem controleert of de geometrische verhou-
dingen een resultaatberekening toelaten. Een ongel-
dig resultaat, veroorzaakt vanwege niet voldoen aan
de geometrische eisen, wordt met een knipperende
resultaatregel aangeduid. In dit geval moeten een of
beide afstanden worden herhaald.
7.10.2 Dubbele Pythagoras variant
Volg de grafische weergave die met knipperende drie-
hoekszijden de te meten afstanden aangeeft. Als de
noodzakelijk 3 afstanden zijn gemeten, wordt het re-
sultaat berekend en in de resultaatregel weergegeven.
1. OmdefunctiedubbelePythagorasvariantteacti-
veren op de FNC-toets drukken.
AANWIJZING Na het starten van de functie “Dub-
bele Pythagoras variant“ is de laserstraal al inge-
schakeld.
2. Richt het apparaat op het richtpunt dat in het display
wordt getoond.
Druk op de meettoets.
3. Hierna wordt in het display automatisch gevraagd
de middelste afstand te meten.
AANWIJZING Hier dient er met name rekening mee
te worden gehouden dat deze afstand in de conti-
numeetmodus wordt gemeten om het punt met de
kortste (rechthoekige) afstand preciezer te bepalen.
nl
138
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
m
4.044
7.823
m
m
m
4.762
3.894
m
27.317
5.489
m
m
m
12.349
24.634
m
2
27.317
5.489
m
m
12.349+
+
4
M
4. Boven het punt met de kortste afstand een streep
zetten en de afstandsmeting met de meettoets stop-
pen.
Na het meten van de laatste afstand, berekent het
apparaat direct de „Indirecte afstand”.
Het systeem controleert of de geometrische verhou-
dingen een resultaatberekening toelaten. Een ongel-
dig resultaat, veroorzaakt vanwege niet voldoen aan
de geometrische eisen, wordt met een knipperende
resultaatregel aangeduid. In dit geval moeten een of
meerdere afstanden opnieuw worden bepaald.
7.10.3 Samengestelde Pythagoras variant
Volg de grafische weergave die met knipperende drie-
hoekszijden de te meten afstanden aangeeft. Als de
noodzakelijk 3 afstanden zijn gemeten, wordt het re-
sultaat berekend en in de resultaatregel weergegeven.
1. Om de functie samengestelde Pythagoras variant te
activeren op de FNC-toets drukken.
AANWIJZING Na het starten van de functie “Sa-
mengestelde Pythagoras variant“ is de laserstraal al
ingeschakeld.
2. Richt het apparaat op het richtpunt dat in het display
wordt getoond.
Druk op de meettoets.
3. Hierna wordt in het display automatisch gevraagd
de middelste afstand te meten.
4. Het display vraagt om de laatste afstand te meten.
AANWIJZING Hier dient er met name rekening mee
te worden gehouden dat deze afstand in de conti-
numeetmodus wordt gemeten om het punt met de
kortste (rechthoekige) afstand preciezer te bepalen.
Na het meten van de laatste afstand, berekent het
apparaat direct de „Indirecte afstand”.
Het systeem controleert of de geometrische verhou-
dingen een resultaatberekening toelaten. Een ongel-
dig resultaat, veroorzaakt vanwege niet voldoen aan
de geometrische eisen, wordt met een knipperende
resultaatregel aangeduid. In dit geval moeten een of
meerdere afstanden opnieuw worden bepaald.
7.11 Actuele meetwaarden opslaan
In de standaardweergave worden bij meerdere afstands-
metingen maximaal 3 eerdere afstanden in de regels
voor de tussenresultaten weergegeven, d.w.z. in totaal
worden de vier laatst gemeten afstanden weergegeven
of opgeslagen. In de laatste regel staat dan de laatst
gemeten meetwaarde.
7.12 Gegevensgeheugen
Het apparaat slaat tijdens het meten voortdurend meet-
waardenenfunctieresultatenop.Intotaalwordenop
deze wijze maximaal 30 aanduidingen incl. de grafische
symbolen opgeslagen. Onder de volgende voorwaarden
wordt telkens een complete aanduiding opgeslagen.
Een functie levert een geldig resultaat indien:
In de standaardweergave een geldige afstand wordt ge-
meten.
Met de plustoets worden afstanden opgeteld het laatste
totaalresultaat wordt telkens opgeslagen.
Met de mintoets afstanden worden afgetrokken het
laatste verschilresultaat wordt telkens opgeslagen.
AANWIJZING
Indien het geheugen reeds met 30 aanduidingen is gevuld
en een nieuwe aanduiding in het geheugen wordt opge-
nl
139
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
1
M
m
---------
---------
m
m
m
---------
---------
slagen, wordt de “oudste“ aanduiding uit het geheugen
gewist.
7.12.1 Gegevensgeheugen wissen
Het volledige gegevensgeheugen wordt gewist indien
de C-toets bij de geheugenaanduiding gedurende ca. 2
seconden wordt ingedrukt.
8 Verzorging en onderhoud
8.1Reinigenendrogen
1. Stof van de lenzen wegblazen.
2. Glas en filter niet aanraken met uw vingers.
3. Alleen met schone en zachte doeken reinigen; zo
nodig met zuivere alcohol of wat water bevochtigen.
AANWIJZING Geen andere vloeistoffen gebruiken
omdatdezedekunststofdelenkunnenaantasten.
4. Neem bij de opslag van uw uitrusting de tempera-
tuurlimieten in acht, speciaal in de winter / zomer.
8.2 Opslaan
Apparaten die nat zijn geworden, dienen te worden uit-
gepakt. Apparaten, transportcontainers en toebehoren
moeten worden gedroogd (bij hoogstens 40° / 104°F)
en gereinigd. De apparatuur pas weer inpakken als alles
helemaal droog is.
Voer wanneer de apparatuur gedurende langere tijd is
opgeslagen of getransporteerd vóór gebruik een contro-
lemeting uit.
Verwijder voor langere opslagtijden de batterijen uit het
apparaat. Lekkende batterijen kunnen het apparaat be-
schadigen.
8.3 Transporteren
Gebruik voor het transport of de verzending van uw
uitrusting de kartonnen verzenddoos van Hilti of een
gelijkwaardige verpakking.
ATTENTIE
Het apparaat altijd zonder batterijen transporteren.
8.4 Kalibreren en instellen
8.4.1 Kalibreren
Meetmiddelbewaking van het apparaat voor gebruikers
die volgens ISO 900X gecertificeerd zijn: U kunt zelf zor-
gen voor de in het kader van de ISO 900X vereiste meetin-
strumentcontrole van het PD 42 laserafstandsmeetappa-
raat (zie ISO 17123-4 procedures voor het beproeven van
geodetische meetkundige instrumenten: Deel 6, Elektro-
optische afstandsmeters voor de korte afstand).
1. Hiervoor kiest u een voor lange tijd onveranderlijk
en gemakkelijk toegankelijk meettraject van een be-
kende lengte van ca. 1 tot 5 m (instelafstand) en
voert u 10 metingen uit op dezelfde afstand.
2. Bepaal de gemiddelde waarde van de afwijkingen
ten opzichte van de ingestelde afstand. Deze waarde
dient binnen de specifieke nauwkeurigheid van het
apparaat te liggen.
3. Noteer deze waarde en leg het tijdstip van de vol-
gende controle vast.
Herhaal deze controlemeting regelmatig, alsmede
voor en na belangrijke meettaken.
Voorzie de PD 42 van een etiket voor de meet-
instrumentcontrole en documenteer het volledige
controleproces, de testprocedure en de resultaten.
Neem de technische gegevens in de handleiding en
de toelichting over de meetnauwkeurigheid in acht.
8.4.2 Afstellen
Om te zorgen voor een optimale instelling van de laseraf-
standsmeter het apparaat door een Hilti-werkplaats laten
afstellen, waar men de precieze instelling graag met een
kalibratiecertificaat bevestigt.
8.4.3 Hilti Kalibratieservice
Wij raden aan uw apparatuur regelmatig te laten controle-
ren door de Hilti Kalibratieservice om de betrouwbaarheid
conform de normen en wettelijke eisen te kunnen garan-
deren.
De Hilti Kalibratieservice staat te allen tijde tot uw be-
schikking; het wordt echter aanbevolen om de Kalibratie
minstens eenmaal per jaar uit te voeren.
In het kader van de Hilti Kalibratieservice wordt bevestigd
dat de specificaties van het gecontroleerde apparaat op
nl
140
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
de dag van keuring overeenkomen met de technische
gegevens van de handleiding.
Bij afwijkingen van de fabrieksgegevens worden de ge-
bruikte meetapparaten weer opnieuw ingesteld. Na ijking
en keuring wordt een kalibratieplaatje op het apparaat
aangebracht en met een kalibratiecertificaat schriftelijk
bevestigd dat het apparaat conform de fabrieksgege-
vens werkt.
Kalibratiecertificaten zijn altijd vereist bij ondernemingen
die volgens ISO 900X gecertificeerd zijn.
Uw meest nabije Hilti contact geeft u graag meer infor-
matie.
9 Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het apparaat kan niet worden
ingeschakeld
Batterij leeg Batterijen verwisselen
Verkeerde polariteit van de batterijen De batterijen correct aanbrengen en
het batterijvak sluiten
Toets defect Het apparaat bij Hilti ter reparatie
aanbieden
Het apparaat geeft geen afstan-
den aan
Meettoets niet ingedrukt Meettoets indrukken
Display defect Het apparaat bij Hilti ter reparatie
aanbieden
Vaak optredende foutmeldingen
of geen meting
Meetoppervlak te licht door zonlicht Meetrichting veranderen zon van
achteren
Het meetoppervlak spiegelt Op niet spiegelende oppervlakken
meten
Meetoppervlak te donker Richttableau PDA 50/PDA 51/PDA 52
gebruiken
Sterk zonlicht van voren Richttableau PDA 50/PDA 51/PDA 52
gebruiken
Er wordt geen rekening gehou-
den met de meetpunt
Meetpunt niet volledig uitgeklapt Meetpunt uitklappen
Meetpunt defect Het apparaatbijHiltiterreparatie
aanbieden
Er wordt geen rekening gehou-
den met de meetverlenging
Meetverlenging onvoldoende beves-
tigd
Meetverlenging volledig aanbrengen
Sterk vervuilde schroefdraadopening Schroefdraadopening reinigen
Geen resultaat uit Pythagoras
variant
Er ontbreekt een afstand De ontbrekende afstanden meten
De afstanden zijn niet voldoende af-
wijkend
De te berekenen afstand moet groter
dan ¹/₄ van de gemeten afstanden zijn
Het resultaat kan niet worden bere-
kend (geometrie onjuist)
Ga zo dicht mogelijk bij het te meten
object staan. Driehoek waarschijnlijk
te klein.
Geen resultaat in functies Ontbrekende afstandsmetingen De ontbrekende afstanden meten
Te grote getalswaarde in het resultaat
(kan niet worden weergegeven)
Naar een grotere eenheid omschake-
len
10 Afval voor hergebruik recyclen
WAARSCHUWING
Wanneer de uitrusting op ondeskundige wijze wordt afgevoerd kan dit tot het volgende leiden:
bij het verbranden van kunststofonderdelen ontstaan giftige verbrandingsgassen, waardoor er personen ziek kunnen
worden.
Batterijen kunnen ontploffen en daarbij, wanneer ze beschadigd of sterk verwarmd worden, vergiftigingen, brandwon-
den (door brandend zuur) of milieuvervuiling veroorzaken.
Wanneer het apparaat niet zorgvuldig wordt afgevoerd, bestaat de kans dat onbevoegde personen de uitrusting op
ondeskundige wijze gebruiken. Hierbij kunnen zij zichzelf en derden ernstig letsel toebrengen en het milieu vervuilen.
nl
141
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd van materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toe-
passing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te
worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende
milieu-eisen.
Voer de batterijen af volgens de nationale voorschriften.
11 Fabrieksgarantie op de apparatuur
Hilti garandeert dat het geleverde apparaat geen
materiaal- of fabricagefouten heeft. Deze garantie
geldt onder de voorwaarde dat het apparaat in
overeenstemming met de handleiding van Hilti gebruikt,
bediend, verzorgd en schoongemaakt wordt, en dat
de technische uniformiteit gehandhaafd is, d.w.z. dat
er alleen origineel Hilti-verbruiksmateriaal en originele
Hilti-toebehoren en -reserveonderdelen voor het
apparaat zijn gebruikt.
Deze garantie omvat de gratis reparatie of de gratis
vervanging van de defecte onderdelen tijdens de gehele
levensduur van het apparaat. Onderdelen die aan normale
slijtage onderhevig zijn, vallen niet onder deze garantie.
Verdergaande aanspraak is uitgesloten voor zover er
geen dwingende nationale voorschriften zijn die hier-
van afwijken. Hilti is met name niet aansprakelijk voor
directe of indirecte schade als gevolg van gebreken,
verliezen of kosten in samenhang met het gebruik
of de onmogelijkheid van het gebruik van het appa-
raat voor welk doel dan ook. Stilzwijgende garantie
voor gebruik of geschiktheid voor een bepaald doel
is nadrukkelijk uitgesloten.
Voor reparatie of vervanging moeten het toestel of de be-
treffende onderdelen onmiddellijk na vaststelling van het
defect naar de verantwoordelijke Hilti-marktorganisatie
worden gezonden.
Deze garantie omvat alle garantieverplichtingen van de
kant van Hilti en vervangt alle vroegere of gelijktijdige,
schriftelijke of mondelinge verklaringen betreffende ga-
ranties.
nl
142
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Laserafstandsmeetappa-
raat
Type: PD 42
Bouwjaar: 2006
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product
verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschrif-
ten en normen: 2006/95/EG, 2004/108/EG, 2011/65/EU,
EN ISO 12100.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Paolo Luccini Matthias Gillner
Head of BA Quality and Process Mana-
gement
Executive Vice President
Business Area Electric Tools & Acces-
sories
Business Area Electric
Tools & Accessories
01/2012 01/2012
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
nl
143
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
*320298*
320298
Hilti Corporation
LI-9494 Schaan
Tel.: +423 / 234 21 11
Fax:+423 / 234 29 65
www.hilti.com
Hilti = registered trademark of Hilti Corp., Schaan
W 3399 | 1213 | 00-Pos. 1 | 1
Printed in Liechtenstein © 2013
Right of technical and programme changes reserved S. E. & O
.
320298 / A3
Printed: 20.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5140868 / 000 / 01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25

Hilti PD 42 Handleiding

Type
Handleiding