Documenttranscriptie
GEBRUIKSAANWIJZING
DM-200A • DM-210A • DM-510A
Digitale multimeters
U moet alle instructies en veiligheidsinformatie in deze gebruiksaanwijzing
lezen en begrijpen voor u met of aan dit toestel werkt.
Registreer uw toestel op www.greenlee.com
52058078
© 2011 Greenlee Textron Inc.
3/11
Beschrijving
De Greenlee DM-200A, DM-210A en DM-510A digitale multimeters (of universeelmeters) zijn
handtestapparaten waarmee de volgende metingen kunnen worden uitgevoerd: AC en DC voltage,
wissel- en gelijkstroomsterkte, frequentie en weerstand. U kunt er ook diodes mee controleren en de
continuïteit verifiëren. Een optionele optisch geïsoleerde computerinterface met software vergemakkelijkt
het optekenen van meetresultaten van de meter naar een computer.
Andere speciale functies en mogelijkheden waarover alle meters beschikken zijn:
• Lcd met achtergrondverlichting voor het lezen bij beperkte verlichting.
• Beep-Jack™ pieptoon en een foutmelding op de lcd waarschuwen de gebruiker als de meetkabel op de
mA/μA of A-ingangsklem is aangesloten en de keuzeschakelaar niet in de mA/μA of A-stand staat.
• Mogelijkheid om contactloos of met een enkele voeler voltages te meten.
• Staafdiagramdisplay dat sneller reageert dan het numerieke display — handig voor het detecteren van
defecte contacten, klikken van potentiometers en signaalpieken.
• Relatieve-nulwaardemodus
• Meetgegevens bevriezen.
• Mogelijkheid om automatische uitschakeling te selecteren.
De DM-210A en DM-510A multimeters bieden de volgende bijkomende meetmogelijkheden: temperatuur
(alleen K-type thermo-elementen) en elektrische capaciteit.
De DM-510A multimeter heeft een AutoCheck™ functie voor automatische selectie van AC voltage, DC
voltage en weerstand met lage ingangsimpedantie om “echo”-voltages uit te sluiten. De DM-510A heeft
verder een piekregistratiefunctie voor het vastleggen van spannings- of stroomsignaalpieken en een
optekenfunctie voor het opslaan van maximum- en minimumwaarden. De DM-510A meet de feitelijke
RMS-waarde.
Veiligheid
Veiligheid is essentieel bij het gebruik en onderhoud van uw Greenlee gereedschap en toestellen. In
deze gebruiksaanwijzing en via markeringen op het toestel krijgt u informatie voor het vermijden van
gevaarlijke situaties en het voorkomen van een onveilig gebruik van dit instrument. Leef altijd de verstrekte
veiligheidsinformatie na.
Doel van deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld om alle personeelsleden vertrouwd te maken met de procedures voor een
veilig gebruik en onderhoud van de Greenlee DM-200A, DM-210A en DM-510A digitale multimeters.
Zorg ervoor dat deze gebruiksaanwijzing altijd door alle personeelsleden kan worden geraadpleegd. Op
verzoek kunt u gratis extra exemplaren van de gebruiksaanwijzing krijgen bij www.greenlee.com.
Dit product niet weggooien!
Voor informatie over recycling, bezoek www.greenlee.com.
146
DM-200A • DM-210A • DM-510A
Belangrijke veiligheidsinformatie
SYMBOOL VOOR BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Dit symbool wordt gebruikt om uw aandacht te vestigen op gevaarlijke situaties en vormen van onveilig
gebruik die tot verwondingen of beschadiging zouden kunnen leiden. De waarschuwingsterm geeft de
ernst van het gevaar aan, zoals hieronder gedefinieerd. In de tekst die op de waarschuwingsterm volgt,
vindt u informatie voor het voorkomen of vermijden van de gevaarlijke situatie.
Direct gevaarlijke situaties die, wanneer ze niet worden vermeden, ZEKER tot ernstige verwondingen
leiden of dodelijk zijn.
Gevaarlijke situaties die, wanneer ze niet worden vermeden, MOGELIJK tot ernstige verwondingen leiden
of dodelijk zijn.
Gevaarlijke situaties of vormen van onveilig gebruik waarbij het, indien ze niet worden vermeden, NIET
UITGESLOTEN is dat ze tot ernstige verwondingen of beschadiging leiden.
U moet deze gebruiksaanwijzing lezen en begrijpen voor u met of aan dit toestel
werkt. Het niet begrijpen van hoe dit instrument op een veilige manier moet worden
gebruikt kan leiden tot een ongeval met ernstige verwondingen of de dood tot gevolg.
Gevaar voor elektrische schokken:
Contact met onder stroom staande stroomkringen kan leiden tot ernstige
verwondingen of dodelijk zijn.
Alle specificaties zijn nominaal en kunnen veranderen wanneer verbeteringen worden aangebracht aan het ontwerp.
Greenlee Textron Inc. kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit het verkeerd gebruik of
misbruik van zijn producten.
® Gedeponeerd handelsmerk: de kleur groen voor elektrische testapparatuur is een gedeponeerd handelsmerk van
Greenlee Textron Inc.
AutoCheck en Beep-Jack zijn handelsmerken van BTC.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
GOOI DEZE HANDLEIDING NIET WEG
147
Belangrijke veiligheidsinformatie
Gevaar voor elektrische schokken of brand:
• Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
• Gebruik dit toestel niet als het nat of beschadigd is.
• Gebruik meetkabels en accessoires die geschikt zijn voor de toepassing. Controleer voor welke categorie
en welk voltage de meetkabel of het accessoire is goedgekeurd.
• Inspecteer de meetkabels of het accessoire voor gebruik. Zij moeten schoon en droog zijn en de isolatie
moet in goede staat verkeren.
• Gebruik dit toestel alleen voor de toepassing waarvoor het door de fabrikant is bedoeld en zoals in deze
gebruiksaanwijzing beschreven. Elk ander gebruik kan afbreuk doen aan de door het toestel geboden
bescherming.
Het niet naleven van deze waarschuwingen zou kunnen leiden tot ernstige verwondingen of dodelijk
kunnen zijn.
Gevaar voor elektrische schokken:
• Zet niet meer dan het nominale voltage tussen twee ingangsklemmen of tussen een ingangsklem en de
aarding.
• Maak geen contact met de uiteinden van de meetkabels of een niet-geïsoleerd deel van het accessoire.
Het niet naleven van deze waarschuwingen zou kunnen leiden tot ernstige verwondingen of dodelijk
kunnen zijn.
Gevaar voor elektrische schokken:
• Gebruik dit toestel niet met open behuizing.
• Voor u de behuizing opent, verwijdert u de meetkabels van het circuit en zet u het toestel uit.
Het niet naleven van deze waarschuwingen zou kunnen leiden tot ernstige verwondingen of dodelijk
kunnen zijn.
Gevaar voor elektrische schokken:
De zekeringen vormen een wezenlijk onderdeel van de overspanningsbeveiliging. Wanneer een zekering
moet worden vervangen, raadpleegt u “Specificaties” voor het correcte type, de correcte grootte en
capaciteit. Wanneer u een ander type zekering gebruikt, is de overspanningsbeveiligingsclassificatie
van het toestel niet langer geldig.
Het niet naleven van deze waarschuwing zou kunnen leiden tot ernstige verwondingen of dodelijk
kunnen zijn.
148
DM-200A • DM-210A • DM-510A
Belangrijke veiligheidsinformatie
Gevaar voor elektrische schokken:
• Tenzij u een voltage, stroom of frequentie aan het meten bent, schakelt u het toestel uit en sluit u de
stroomtoevoer af. Zorg ervoor dat alle condensatoren ontladen zijn. Er mag geen voltage meer aanwezig
zijn.
• Zet de keuzeschakelaar in de correcte stand en sluit de meetkabels zo aan dat beide elementen voldoen
aan de vereisten voor de bedoelde meting. Een onjuiste instelling van de keuzeschakelaar of onjuiste
aansluitingen kunnen leiden tot het doorbranden van een zekering.
• Het gebruik van dit toestel in de onmiddellijke omgeving van apparaten die elektromagnetische
interferentie veroorzaken, kan leiden tot onstabiele of onnauwkeurige meetwaarden.
Het niet naleven van deze waarschuwingen zou kunnen leiden tot ernstige verwondingen of dodelijk
kunnen zijn.
Gevaar voor elektrische schokken:
Verander niet van meetfunctie terwijl de meetkabels op een onderdeel of circuit zijn aangesloten.
Het niet naleven van deze voorzorgsmaatregel zou eventueel kunnen leiden tot verwondingen en kan
schade aan het toestel veroorzaken.
Gevaar voor elektrische schokken:
Gebruik het meettoestel niet om voltages te meten in circuits die beschadigd of geactiveerd zouden kunnen
worden door de lage ingangsimpedantie van de AutoCheck™ modus (ongeveer 2,5 kΩ en 120 pF).
Het niet naleven van deze voorzorgsmaatregel zou eventueel kunnen leiden tot verwondingen en kan
schade aan het toestel veroorzaken.
Gevaar voor elektrische schokken:
• Probeer niet om dit toestel te repareren. Het bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen
worden hersteld.
• Stel het toestel niet bloot aan extreme temperaturen of hoge vochtigheid. Zie de “Specificaties”.
Het niet naleven van deze voorzorgsmaatregelen zou eventueel kunnen leiden tot verwondingen en kan
schade aan het toestel veroorzaken.
149
Identificatie
1. Display
LCD met 4-cijferplaatsen (maximumwaarde: 5999) en staafdiagram.
2. Functietoetsen
Zie toelichting onder “De functies gebruiken”.
3. Keuzeschakelaar
Voor het selecteren van een functie of het uitschakelen van het toestel.
4. ΩV
Positieve ingangsklem voor alle metingen behalve stroomsterkte.
5. COM
Negatieve, gemeenschappelijke of aardingsingangsklem voor alle metingen.
6. A
Positieve ingangsklem voor metingen van grote stroomsterkte.
7. mA µA
Positieve ingangsklem voor metingen van geringe stroomsterkte.
1
2
3
150
7
4
6
5
DM-200A • DM-210A • DM-510A
Pictogrammen op het display
27. M
Mega (106)
13. Staafdiagramelement
14. –
Polariteitindicator voor staafdiagram
28. Ω Ohm
15. LoZ
Lage ingangsimpedantie is ingeschakeld.
29. k
Batterij is bijna leeg
30. Hz Hertz (frequentie in
cycli per seconde)
16.
17. –
Polariteitindicator
18. 8.8.8.8
Numeriek display
19. ∆
31. n
Relatieve-nulwaardefunctie is ingeschakeld.
20.
21.
Wisselstroommeting is geselecteerd.
22.
Gelijkstroommeting is geselecteerd.
23.
Automatische bereikbepaling is actief.
Continuïteit
24.
“Display bevriezen”-functie is ingeschakeld.
25.
Piekregistratiefunctie is ingeschakeld.
26. MAX De maximumwaarde wordt
weergegeven of opgetekend.
Kilo (103)
Nano (10-9)
32. F Farad
33. µ
Micro (10-6)
34. m
Milli (10-3)
35. V Volt
36. A Ampère
37. Staafdiagramschaal
38. } Overbelasting
(staafdiagramdisplay)
MIN De minimumwaarde wordt
weergegeven of opgetekend.
22
23
24 25
26
20-21
19
18
17
27-28
16
31-32
15
33-36
37
38
13-14
29-30
151
De functies gebruiken
Alle modellen
• SELECT: Druk kort op deze toets om heen en weer te springen tussen functies.
•
: Houd ingedrukt tot de achtergrondverlichting actief wordt. Houd nogmaals ingedrukt om de verlichting
uit te schakelen. De achtergrondverlichting wordt na ongeveer 30 seconden automatisch uitgeschakeld om
de levensduur van de batterij te verlengen.
• RANGE (BEREIK): Druk één keer om de handmatige bereikbepalingsmodus te activeren. Het pictogram
verdwijnt van het display. Druk herhaaldelijk om de diverse bereikwaarden te kiezen. Houd
ingedrukt om terug te keren naar de automatische bereikbepalingsmodus.
Opmerking: wanneer u in de MAX/MIN, HOLD (display bevriezen) of Δ-modus werkt, verlaat u de modus
met een druk op de toets RANGE.
• REL: Geeft het verschil weer tussen twee metingen. Terwijl u een meting uitvoert, drukt u op REL om het
display op nul te zetten. Op het display verschijnt dan het ∆ pictogram. Voer een tweede meting uit. De
waarde die op het display verschijnt is het verschil tussen de twee metingen. Druk nogmaals om deze
modus te verlaten.
• Hz: Houd ingedrukt tot de meter een pieptoon laat horen om frequentiemeting in te schakelen.
De frequentiefunctie kan worden gebruikt met de keuzeschakelaar in een willekeurige voltage- of
stroomsterktestand. Gebruik de stand V of A om de frequentie van sinusvormige golfvormen te meten.
Gebruik de stand mV om de frequentie te meten van 3 volt of 5 volt blokgolf logisch-niveausignalen.
De gevoeligheid van de frequentiemeetfunctie is afhankelijk van het meetbereik. Om het gevoeligheidsniveau
automatisch te laten selecteren, meet u eerst het spanningsniveau of de stroomsterkte en drukt u
vervolgens op Hz. Als de weergegeven waarde onstabiel wordt of nul is, drukt u kort op de toets
RANGE om een ander gevoeligheidsniveau te selecteren.
Het aantal staafdiagramelementen geeft de geselecteerde gevoeligheid aan:
• 1 element = 6 V, 6 A, 60 mA, of 600 μA
• 2 elementen = 60 V, 10 A, 600 mA, of 6000 μA
• 3 elementen = 600 V
• 4 elementen = 1000 V
• HOLD : Druk kort om de huidige waarde op het display te bevriezen. Druk nogmaals om deze modus
te verlaten.
Deze functie heeft geen invloed op het staafdiagram.
• EF: Stel de meter in op een willekeurige stroomsterkte- of voltagefunctie. Houd de toets ingedrukt tot de
meter een pieptoon laat horen om het elektrische veld te detecteren dat de stroomvoerende geleiders
omgeeft. De signaalsterkte wordt weergegeven in de vorm van een reeks streepjes op het display.
• Gebruik de ingebouwde antenne (die zich aan de bovenkant in de buurt van de lcd bevindt) van het
meettoestel om onder stroom staande stroomkringen te volgen of een breuk in een kabel op te sporen.
• Voor een grotere precisie, zoals voor het maken van een onderscheid tussen stroomvoerende draden en
aardingsdraden, sluit u een meetkabel aan op de ΩV ingangsklem en gebruikt u de meetkabel als een
voeler voor verificatie van AC voltage door middel van direct contact.
• Automatische uitschakeling: Om de levensduur van de batterij te verlengen wordt de multimeter
automatisch uitgeschakeld na ongeveer 30 minuten inactiviteit. Om de meter opnieuw aan te zetten, drukt
u kort op de toets SELECT, CREST of REC, of draait u de keuzeschakelaar in de stand OFF en vervolgens
weer in een andere stand. Om deze functie uit te schakelen drukt u op SELECT terwijl u de meter aanzet.
152
DM-200A • DM-210A • DM-510A
De functies gebruiken (vervolg)
• Het piepsignaal uitschakelen: Houd de RANGE-toets ingedrukt terwijl u de meter aanzet om de
piepsignaalfunctie tijdelijk uit te schakelen. Draai de keuzeschakelaar in de stand OFF en vervolgens
weer in een andere stand om het piepsignaal te activeren.
Alleen DM-510A
• AutoCheck™ modus met lage impedantie: In deze modus selecteert de meter automatisch de juiste
meting op basis van de input.
• Als er geen input is, verschijnt “Auto” op het display.
• Als het voltage hoger is dan ongeveer 1 volt AC of DC, wordt het voltage weergegeven.
• Als er zowel een AC voltage als een DC voltage aanwezig is, wordt de grootste van de twee
voltagewaarden weergegeven.
• Als er geen voltage aanwezig is maar wel een weerstand van minder dan ongeveer 10 MΩ, wordt de
weerstand weergegeven. Als de gemeten weerstand onder de continuïteitsdrempel (tussen 10 Ω en
80 Ω) ligt, weerklinkt de continuïteitstoon.
Deze modus werkt met een lage ingangsimpedantie om te voorkomen dat parasitaire voltages of
echovoltages worden gemeten. De ingangsimpedantie bedraagt ongeveer 2,5 kΩ bij een laag voltage
en neemt toe tot ongeveer 375 kΩ bij 1000 V.
Het pictogram “LoZ” geeft aan dat de meter in een modus met lage impedantie werkt. Gebruik de
AutoCheck™ modus niet op circuits die door zo een lage ingangsimpedantie beschadigd of geactiveerd
zouden kunnen worden. Gebruik in plaats daarvan de keuzeschakelaar om de AC of DC voltagemodus
met hoge impedantie te selecteren en zo de belasting op zulke circuits te minimaliseren.
Bereik- en functievergrendelingsfunctie: Terwijl u in de AutoCheck™ modus werkt, drukt u kort op
de SELECT-toets om de weergegeven functie te vergrendelen. Druk kort op de RANGE-toets om het
weergegeven meetbereik te vergrendelen. Druk herhaaldelijk op een van beide knoppen om de diverse
bereikwaarden of functies te kiezen.
Alarm bij circuit onder stroom: Als in de AutoCheck™ modus de weerstandmodus is vergrendeld en u
de meetkabels over een circuit onder stroom beweegt, laat de meter een waarschuwingstoon horen.
• REC: Druk kort om de MAX/MIN optekenmodus te activeren. In deze modus wordt de ingangswaarde om de
50 milliseconden gemeten. Op het display verschijnt "MAX MIN". De lcd geeft de feitelijke ingangswaarde
weer. Telkens wanneer de maximum- of minimumwaarde wordt bijgewerkt, laat de meter een pieptoon
horen. Druk herhaaldelijk om de gewenste weergave te kiezen: maximum, minimum, of feitelijke
ingangswaarde. Houd de toets ingedrukt om deze modus te verlaten.
De automatische uitschakeling is niet actief wanneer u deze functie gebruikt.
• CREST: Druk kort om de piekoptekenmodus te activeren. In deze modus wordt de ingangswaarde elke
5 milliseconden gemeten en verschijnt en “MAX” op het display. De lcd geeft de maximum piekwaarde
weer. Druk herhaaldelijk om de gewenste weergave te kiezen: maximum of minimum piekwaarde. Houd
de toets ingedrukt om deze modus te verlaten.
Automatische bereikbepaling en automatische uitschakeling zijn niet actief wanneer u deze functie gebruikt.
153
Wisselstroommeting
Wisselstroommetingen worden doorgaans weergegeven als RMS-waarden (“root mean square” of middelbare
waarden). De RMS-waarde is gelijk aan de waarde van een gelijkstroomgolfvorm die dezelfde elektrische
energie zou leveren als zij de tijdvariërende golfvorm verving. De twee methoden voor wisselstroommetingen
zijn average-responding RMS calibrated (gemiddelde waarde) en true RMS-reading (feitelijke waarde).
Bij de “average-responding RMS calibrated” methode wordt de gemiddelde waarde van het ingangssignaal
na volle golfgelijkrichting genomen, dat gemiddelde wordt vermenigvuldigd met 1,11 en dat resultaat wordt
dan op het display weergegeven. Deze methode levert een nauwkeurig resultaat op als het ingangssignaal
een perfecte sinusgolf is. De DM-200A en DM-210A zijn gemiddelde-waardemeters.
Bij de “true RMS-reading” methode wordt een intern schakelsysteem gebruikt om de feitelijke-RMSwaarde weer te geven. Deze methode levert nauwkeurige resultaten op binnen de gespecificeerde
piekfactorbeperkingen, ongeacht of het ingangssignaal een perfecte sinusgolf, een blokgolf, driehoekgolf
of halve golf dan wel een signaal met harmonisch verloop is. De mogelijkheid om feitelijke-RMS-waarden
te meten zorgt voor een veel ruimere toepasbaarheid van de metingen. De DM-510A meet de feitelijke
RMS-waarde.
In de tabel “Golfvormen en piekfactoren” staan een aantal typische wisselstroomsignalen en de bijhorende
RMS-waarden.
Golfvormen en piekfactoren
Golfvorm
RMS-waarde
100
100
100
100
Gemiddelde
waarde
90
100
87
64
Piekfactor*
(x)
1,414
1
1,73
2
* De piekfactor is de verhouding van de piekwaarde ten opzichte van de RMS-waarde; de piekwaarde
wordt voorgesteld door de Griekse letter x.
154
DM-200A • DM-210A • DM-510A
De optionele software gebruiken
Deze meters zijn compatibel met Greenlee DMSC-2U, een optisch geïsoleerde computerinterfacekabel en
software. Daarmee kunnen metingen op een pc met het Microsoft® Windows® besturingssysteem worden
opgetekend.
De software installeren
1. Leg of steek de cd in het cd-romstation van de computer.
2. Het installatieprogramma zou automatisch moeten starten. Als dat niet het geval is, dubbelklikt u op
het cd-pictogram in “Mijn computer.”
3. Het menu van het installatieprogramma verschijnt. Klik op “Software Installation.”
4. Voer in het dialoogvenster het catalogusnummer in van uw meter (bijvoorbeeld “DM-510A”).
5. Vul in de resterende dialoogvensters de voorkeuren van de gebruiker in.
6. Zie het “Readme”-bestand van het programma voor instructies met betrekking tot het gebruik van
de software.
De optische interfacekabel aansluiten
1. Lijn de aansluiting uit met de gleuf op de achterkant van de meter. De kabel moet naar links wijzen.
2. Duw de interface in de gleuf.
3. Voor USB-toepassingen, ga naar stap 5.
4. Voor RS-232-toepassingen, sluit de interfacekabel aan op een seriële poort van de computer en ga
naar stap 8.
5. Sluit de interfacekabel aan op de RS-232-naar-USB-adapter die bij de DMSC-2U is geleverd.
6. Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel aan op de RS-232-naar-USB-adapter.
7. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de computer.
8. Druk op de toets HOLD terwijl u de meter aanzet om zijn communicatiemogelijkheden te activeren.
155
Gebruik
Gevaar voor elektrische schokken:
Contact met onder stroom staande stroomkringen kan leiden tot ernstige
verwondingen of dodelijk zijn.
1. Raadpleeg de Instellingentabel. Selecteer de correcte instelling met de keuzeschakelaar, druk op SELECT
(wanneer u wordt gevraagd om dat te doen) en sluit de meetkabels aan op de meter.
2. Zie “Typische metingen” voor instructies in verband met specifieke metingen.
3. Test het toestel op een circuit of een component waarvan u de werking kent.
• Als het toestel, op een circuit waarvan u de werking kent, niet werkt zoals u had verwacht, vervangt u
de batterij en/of de zekeringen.
• Als het toestel nog steeds niet werkt zoals verwacht, belt u de technische dienst van Greenlee op het
nummer +1-800-435-0786.
4. Meet de waarde van het circuit dat of de component die u wilde testen.
Instellingentabel
Om het volgende
kenmerk te meten…
Selecteert u met de
Sluit de
Sluit de
Op het display
keuzeschakelaar
verschijnen dan de rode kabel zwarte kabel
het volgende
aan op…
aan op…
pictogrammen…
symbool…
Alle modellen
en V
Voltage
(max. 1000 V)
Diode
Ω
en druk op SELECT
en Ω
ΩV
COM
ΩV
COM
A
COM
mA µA
COM
mA µA
COM
diode (kortstondig)
en V
Voltage (max. 600 mV)**
mV
Stroomsterkte (max. 8 A)**
A mA
A,
Stroomsterkte (max. 600 mA)**
A mA
mA,
of
Stroomsterkte (max. 6000 µA)**
µA
µA,
of
Het vervolg van deze tabel vindt u op de volgende pagina.
156
COM
MΩ
Weerstand
Continuïteit*
ΩV
en V
mV
of
DM-200A • DM-210A • DM-510A
Gebruik (vervolg)
Instellingentabel (vervolg)
Om het volgende
kenmerk te meten…
Selecteert u met de
Sluit de
Sluit de
Op het display
keuzeschakelaar
verschijnen dan de rode kabel zwarte kabel
het volgende
aan op…
pictogrammen… aan op…
symbool…
Alle modellen (vervolg)
Frequentie—lijnniveau,
voltage, of stroom
Frequentie—logisch niveau***
EF
Elektrisch veld met één voeler†
EF
Elektrisch veld contactloos†
, A, mA, of µA
en druk op Hz
Hz
ΩV
COM
mV en druk op Hz
Hz
ΩV
COM
ΩV
—
—
—
Temp
ΩV
COM
Temp
ΩV
COM
Temp
ΩV
COM
Een willekeurige
voltage- of
stroomsterktefunctie
en druk ten minste
1 seconde op EF
E.F.
Ω
en druk op SELECT
nF
Temp
C of F
(druk op SELECT
om van schaal te
veranderen)
Alleen DM-210A en DM-510A
Elektrische capaciteit††
Temperatuur
Alleen DM-510A
Automatische selectie van AC
voltage, DC voltage, weerstand
en continuïteit (meting met lage
impedantie)
AutoCheck
en LoZ
* Een toon geeft de continuïteit aan. De drempelwaarde ligt tussen 10 Ω en 80 Ω.
** Druk op SELECT voor AC of DC, afhankelijk van wat vereist is.
*** Frequentie van logisch niveau heeft een vaste gevoeligheid en is voor digitale signalen. Zie
“Nauwkeurigheid”.
† Raadpleeg “De functies gebruiken” voor uitleg over EF (detectie van het elektrisch veld).
†† Ontlaad de condensator vóór u de meting uitvoert. Ontlaad een grote condensator door middel van een
geschikte weerstandsbelasting.
157
Typische metingen
Voltagemeting
Stroomsterktemeting
158
DM-200A • DM-210A • DM-510A
Typische metingen
Weerstandmeting
Continuïteitscontrole
Capaciteitmeting
Diodemeting
Spervoorspanning
Doorlaatvoorspanning
159
Typische metingen
Temperatuur
Detectie van elektrisch veld (EF)
A
Raadpleeg “De
functies gebruiken”
voor complete
instructies.
A–Contactloos
OF
B–Contact
B
160
DM-200A • DM-210A • DM-510A
Nauwkeurigheid
Zie “Specificaties” voor gebruiksomstandigheden en temperatuurcoëfficiënt.
De nauwkeurigheid wordt als volgt gespecificeerd: ± (een percentage van de gemeten waarde + een
vaste waarde) bij een temperatuur van 23 °C ± 5 °C (73,4 °F ± 9 °F), 0% tot 75% relatieve vochtigheid.
True RMS Readings (feitelijke RMS-waarden): Wisselstroomnauwkeurigheid van de DM-510A wordt
gespecificeerd van 5% tot 100% van het bereik, tenzij anders vermeld. De frequentie moet binnen
de gespecificeerde bandbreedte vallen voor niet-sinusvormige golfvormen. De piekfactoren zijn:
• Piekfactor < 3:1 bij volledige schaal
• Piekfactor < 6:1 bij halve schaal
Alle modellen
Wisselstroomspanning
Bereik
(50 Hz tot 400 Hz)
Gelijkstroomspanning
Nauwkeurigheid
Bereik
Nauwkeurigheid
60,00 mV
± (1,0% + 0,05 mV)
60,00 mV
± (0,4% + 0,05 mV)
600,0 mV
± (1,0% + 0,5 mV)
600,0 mV
± (0,2% + 0,3 mV)
6,000 V
± (1,0% + 0,005 V)
6,000 V
± (0,2% + 0,003 V)
60,00 V
± (1,0% + 0,05 V)
60,00 V
± (0,2% + 0,03 V)
600,0 V
± (1,0% + 0,5 V)
600,0 V
± (0,2% + 0,3 V)
1000 V
± (1,0% + 5 V)
1000 V
± (0,2% + 3 V)
Ingangsimpedantie: 10 MΩ // 50 pF
De nauwkeurigheid van de DM-510A zijn
gespecificeerd van 5% tot 100% van het bereik.
Ingangsimpedantie: 10 MΩ // 50 pF
Weerstand
Diodetest
Meetbereik: 1,000 V
Teststroom (typisch): 0,56 mA
Nullastspanning: < 1,8 VDC
Nauwkeurigheid: ± (1,0% + 0,003 V)
Bereik
Nauwkeurigheid
600,0 Ω
± (0,5% + 0,4 Ω)
6,000 kΩ
± (0,5% + 0,004 kΩ)
60,00 kΩ
± (0,5% + 0,04 kΩ)
600,0 kΩ
± (0,5% + 0,4 kΩ)
6,000 MΩ
± (0,7% + 0,004 MΩ)
60,00 MΩ
± (1,2% + 0,04 MΩ)
Continuïteit
Drempelwaarde voor toon: Tussen 10 Ω en 80 Ω
Reactietijd: < 32 ms
Nullastspanning: 0.45 VDC typisch
161
Nauwkeurigheid (vervolg)
Alle modellen (vervolg)
Wisselstroomsterkte
Bereik (50 Hz tot 400 Hz)
Nauwkeurigheid
600,0 µA
± (1,0% + 0,3 µA)
6000 µA
± (1,0% + 3 µA)
60,00 mA
± (1,0% + 0,03 mA)
600,0 mA
± (1,0% + 0,3 mA)
6,000 A
± (1,2% + 0,006 A)
8,00 A*
± (1,8% + 0,06 A)
Belastingsspanning (typisch)
0,1 mV/µA
1,7 mV/mA
0,03 V/A
De nauwkeurigheid van de DM-510A zijn gespecificeerd van 5% tot 100% van het bereik.
* 8 A continu, > 8 A tot 15 A gedurende max. 30 seconden met een afkoelingsinterval van 5 minuten.
Gelijkstroomsterkte
Bereik
Nauwkeurigheid
600,0 µA
± (0,5% +0,5 µA)
6000 µA
± (0,5% + 3 µA)
60,00 mA
± (0,5% + 0,05 mA)
600,0 mA
± (0,5% + 0,3 mA)
6,000 A
± (1,2% + 0,006 A)
8,00 A*
± (1,8% + 0,06 A)
Belastingsspanning (typisch)
0,1 mV/µA
1,7 mV/mA
0,03 V/A
* 8 A continu, > 8 A tot 15 A gedurende max. 30 seconden met een afkoelingsinterval van 5 minuten.
Frequentie—Hz (lijn) in ACV, DCV, stroomsterkte, AutoCheck™ modus
Functie
162
Gevoeligheid (Sinus-RMS)
Bereik
6V
0,4 V
10 Hz tot 10 kHz
60 V
4V
10 Hz tot 50 kHz
600 V
40 V
10 Hz tot 50 kHz
1000 V
400 V
45 Hz tot 1 kHz
600 µA
40 µA
10 Hz tot 10 kHz
6000 µA
400 µA
10 Hz tot 10 kHz
60 mA
4 mA
10 Hz tot 10 kHz
600 mA
40 mA
10 Hz tot 10 kHz
6A
1A
10 Hz tot 1 kHz
10 A
6A
10 Hz tot 1 kHz
DM-200A • DM-210A • DM-510A
Nauwkeurigheid (vervolg)
Alle modellen (vervolg)
Nauwkeurigheid van frequentiebereik
Displaybereik
Nauwkeurigheid
9,999 Hz
± (0,03% + 0,003 Hz)
99,99 Hz
± (0,03% + 0,03 Hz)
999,9 Hz
± (0,03% + 0,3 Hz)
9999 Hz
± (0,03% + 3 Hz)
99,99 kHz
± (0,03% + 0,03 kHz)
999,9 kHz
± (0,03% + 0,3 kHz)
Frequentie—logisch niveau Hz (mV functie)
Bereik
Nauwkeurigheid
5,0 Hz tot 9,999 Hz
± (0,03% + 0,002 Hz)
99,99 Hz
± (0,03% + 0,02 Hz)
999,9 Hz
± (0,03% + 0,2 Hz)
9999 Hz
± (0,03% + 2 Hz)
99,99 kHz
± (0,03% + 0,02 kHz)
100,0 kHz tot 500,0 kHz
± (0,03% + 0,2 kHz)
500,0 kHz tot 999,9 kHz
± (0,03% + 0,2 kHz)
Gevoeligheid (blokgolf)
3 V piek
5 V piek
Contactloze detectie van elektrisch veld (EF)
Typische voltage
10 V tot 36 V
Staafdiagramweergave*
Frequentiebereik
–
23 V tot 83 V
––
59 V tot 165 V
–––
124 V tot 330 V
––––
250 V tot 1000 V
–––––
50 Hz tot 60 Hz
* De staafdiagramweergave en toon zijn proportioneel ten opzichte van de signaalsterkte.
163
Nauwkeurigheid (vervolg)
Alleen DM-210A en DM-510A
Elektrische capaciteit
Bereik
Temperatuur
Nauwkeurigheid
Bereik
Nauwkeurigheid
60,00 nF
± (2,0% + 0,05 nF)
-50 °C tot 1000 °C
± (0,3% + 3 °C)
600,0 nF
± (2,0% + 0,5 nF)
-58 °F tot 1832 °F
± (0,3% + 6 °F)
6,000 µF
± (1,5% + 0,005 µF)
60,00 µF
± (1,5% + 0,05 µF)
600,0 µF
± (1,5% + 0,5 µF)
3000 µF
± (2,0% + 5 µF)
De nauwkeurigheidsinformatie geldt alleen voor
de meter; raadpleeg het gegevensblad van de
temperatuurvoeler (apart aangekocht) voor de
nauwkeurigheid van de voeler.
De nauwkeurigheid geldt voor laagschakelingscondensatoren (condensatoren met
verwaarloosbare diëlektrische absorptie);
metingen van grotere condensatoren kunnen
tot 30 seconden in beslag nemen.
Alleen DM-510A
AutoCheck™ modus AC voltage
Bereik (50/60 Hz)
6,000 V
Nauwkeurigheid
± (1,4% + 0,005 V)
AutoCheck™ modus DC voltage
Bereik
6,000 V
Nauwkeurigheid
± (1,3% + 0,003 V)
60,00 V
± (1,4% + 0,05 V)
60,00 V
± (1,3% + 0,03 V)
600,0 V
± (1,4% + 0,5 V)
600,0 V
± (1,3% + 0,3 V)
1000 V
± (1,4% + 5 V)
1000 V
± (1,3% + 3 V)
Ingangsimpedantie: Initieel 2,5 kΩ // 120 pF
typisch bij voltages tot 50 V; neemt in functie van
het voltage toe tot ongeveer 375 kΩ bij 1000 V
Triggerniveau voor AutoCheck™:
> 1,0 V (50/60 Hz) typisch
Ingangsimpedantie: Initieel 2,5 kΩ // 120 pF
typisch bij voltages tot 50 V; neemt in functie van
het voltage toe tot ongeveer 375 kΩ bij 1000 V
Triggerniveau voor AutoCheck™:
> +1,0 VDC en < -1,0 VDC typisch
AutoCheck™ modus weerstand
Optekenmodus (voltage en stroomsterkte)
voor het optekenen van maximum en minimum
signaalwaarden ≥ 100 ms duurtijd
Nauwkeurigheid: Gespecificeerde nauwkeurigheid
± 100 cijfers
Bereik
Nauwkeurigheid
600,0 Ω
± (1,2% + 1,0 Ω)
6,000 kΩ
± (1,2% + 0,010 kΩ)
60,00 kΩ
± (1,2% + 0,10 kΩ)
600,0 kΩ
± (1,2% + 1,0 kΩ)
6,000 MΩ
± (1,2% + 0,010 MΩ)
60,00 MΩ
± (1,2% + 0,10 MΩ)
Nullastspanning: 0,45 VDC typisch
Triggerniveau voor AutoCheck™:
< 10,00 MΩ typisch
164
Piekregistratie (spanning en stroomsterkte)
voor pieken ≥ 5 ms duurtijd
Nauwkeurigheid: Gespecificeerde nauwkeurigheid
± 150 cijfers
DM-200A • DM-210A • DM-510A
Specificaties
Display: Lcd (6000) en staafdiagram met 24 segmenten
Polariteit: Automatisch
Vernieuwingsfrequentie:
Numeriek display: 5 per seconde
Staafdiagramdisplay: 40 per seconde
Temperatuurcoëfficiënt: Nominaal 0,15 x (gespecificeerde nauwkeurigheid) per °C onder 18 °C of boven 28 °C
Automatische uitschakeling: Na 34 minuten inactiviteit.
Om deze functie uit te schakelen drukt u op SELECT terwijl u de meter aanzet.
Ruisonderdrukking*:
NMRR (Normal Mode Rejection Ratio) onderdrukkingsfactor: > 60 dB bij 50 Hz en 60 Hz bij het meten
van DC voltage
CMMR (Common Mode Rejection Ratio) onderdrukkingsfactor: > 60 dB van 0 Hz tot 60 Hz bij het meten
van AC voltage
CMMR (Common Mode Rejection Ratio) onderdrukkingsfactor: > 100 dB bij 0 Hz, 50 Hz en 60 Hz bij het
meten van DC voltage
Bedrijfsomstandigheden:
Temperatuur: 0 °C tot 40 °C (32 °F tot 104 °F)
Relatieve vochtigheid (niet-condenserend): maximum 80% voor temperaturen tot 31 °C (88 °F),
lineair afnemend tot maximum 50% bij 40 °C (104 °F)
Hoogte: maximum 2000 m (6500')
Uitsluitend voor gebruik binnenshuis
Graad van vervuiling: 2
Opslagcondities:
Temperatuur: -20 °C tot 60 °C (-4 °F tot 140 °F)
Relatieve vochtigheid (niet-condenserend): 0% tot 80%
Verwijder de batterij.
Batterij: Twee batterijen van 1,5 V (AAA, NEDA 24A of IEC LR03)
Overbelastingsbeveiligingen:
Volt: 1050 V RMS, 1450 V piek
AutoCheck™, mV, Ω, en andere: 600 V RMS
μA en mA: 0,63 A/500 V zekering, 150 kA, 1/4" x 1-1/4"
A: 10 A/600 V zekering, 100 kA, 13/32" x 1-1/2"
Overspanningscategorieën:
ΩV
-ingangsklem: Categorie II 1000 V, categorie III 600 V, en categorie IV 300 V AC en DC
μA- en mA-ingangsklem: Categorie III 500 VAC en 300 VDC
A-ingangsklem: Categorie III 600 VAC en 300 VDC
EMC (elektromagnetische compatibiliteit): Voldoet aan EN61326-1:2006 (EN55022, EN61000-3-2,
EN61000-3-3, EN61000-4-2, EN61000-4-3, EN61000-4-4, EN61000-4-5, EN61000-4-6,
EN61000-4-8, EN61000-4-11)
*Ruisonderdrukking is het vermogen om ongewenste signalen, of ruis, te verwerpen.
• Normal mode voltages zijn wisselstroomsignalen die onnauwkeurige gelijkstroommetingen kunnen
veroorzaken. NMRR (“Normal Mode Rejection Ratio”) is een maatstaf voor het vermogen om die
signalen weg te filteren.
• Common mode voltages zijn signalen die optreden aan de COM en + ingangsklemmen, met betrekking
tot de aarding, en die de cijfers te snel doen veranderen of afwijkingen bij voltagemetingen kunnen
veroorzaken. CMRR (“Common Mode Rejection Ratio”) is een maatstaf voor het vermogen om die
signalen weg te filteren.
165
Meetcategorieën
Deze definities zijn afgeleid van de internationale veiligheidsnormen voor isolatiecoördinatie zoals van
toepassing op meet-, regel- en laboratoriumapparatuur. Deze meetcategorieën worden nader toegelicht door
de International Electrotechnical Commission; raadpleeg een van hun volgende publicaties: IEC 61010-1 of
IEC 60664.
Meetcategorie I
Signaalniveau. Elektronische apparatuur en telecommunicatieapparatuur, of onderdelen ervan. Voorbeelden
hiervan zijn elektronische circuits in fotokopieertoestellen en modems met bescherming tegen pieken op
het net.
Meetcategorie II
Lokaal niveau. Apparaten, draagbare toestellen en de circuits waarop ze zijn aangesloten. Voorbeelden zijn
lichtarmaturen, televisies en lange aftakkingcircuits.
Meetcategorie III
Distributieniveau. Permanent geïnstalleerde machine en de circuits waarop ze via een vaste bedrading zijn
aangesloten. Voorbeelden zijn transportbandsystemen en de zekeringpanelen van het elektrische systeem
van een gebouw.
Meetcategorie IV
Primair toevoerniveau. Bovenleidingen en andere kabelsystemen. Voorbeelden zijn kabels, meters,
transformatoren en andere buitenvoorzieningen die eigendom zijn van de elektriciteitsmaatschappij.
Conformiteitsverklaring
Greenlee Textron Inc. beschikt over een ISO 9001 (2000) attest dat het voldoet aan de vereisten inzake
kwaliteitbeheersystemen.
Het toestel waarop deze verklaring slaat werd gecontroleerd en geijkt met behulp van apparatuur die terug
te voeren is op het National Institute for Standards and Technology (NIST).
166
DM-200A • DM-210A • DM-510A
Onderhoud
Gevaar voor elektrische schokken:
Voor u de behuizing opent, verwijdert u de meetkabels van het circuit en zet u het toestel uit.
Het niet naleven van deze waarschuwingen zou kunnen leiden tot ernstige verwondingen of dodelijk
kunnen zijn.
Gevaar voor elektrische schokken:
De zekeringen vormen een wezenlijk onderdeel van de overspanningsbeveiliging. Wanneer een zekering
moet worden vervangen, raadpleegt u “Specificaties” voor het correcte type, de correcte grootte en
capaciteit. Wanneer u een ander type zekering gebruikt, is de overspanningsbeveiligingsclassificatie
van het toestel niet langer geldig.
Het niet naleven van deze waarschuwing zou kunnen leiden tot ernstige verwondingen of dodelijk
kunnen zijn.
De batterijen en zekeringen vervangen
1. Verbreek de verbinding tussen het toestel
en het circuit. Zet het toestel uit (“OFF”).
2. Verwijder de rubberen beschermhoes.
3. Verwijder de schroef uit het rugpaneel.
4. Verwijder het rugpaneel.
5. Vervang de batterijen (let op de polariteit)
en/of de zekering(en).
6. Breng het deksel en de schroef weer aan.
Schoonmaken
Maak de behuizing regelmatig schoon met een
vochtige doek en mild detergent; gebruik geen
schurende producten of solventen.
167
Levenslange beperkte garantie
Greenlee Textron Inc. garandeert de oorspronkelijke koper van deze gebruiksgoederen dat deze goederen
geen productie- of materiaalfouten zullen vertonen gedurende hun bruikbare leven, uitgenomen normale
slijtage en misbruik. Op deze garantie zijn dezelfde voorwaarden van toepassing als op de beperkte garantie
van één jaar die Greenlee Textron Inc. standaard geeft.
Voor alle reparaties van meettoestellen, neemt u contact op met de klantendienst op het nummer +1-800435-0786 en vraagt u om een retourneringstoelating.
Voor zaken die niet door de garantie zijn gedekt (zoals artikelen die zijn gevallen, misbruikt, enz.) kan op
aanvraag een prijsopgave voor reparatie worden verkregen.
Opmerking: Controleer voor het retourneren van een meettoestel de vervangbare batterijen of vergewis u
ervan dat de batterij volledig opgeladen is.
Gustav Klauke GmbH
Auf dem Knapp 46 • D-42855 Remscheid
Telefon ++49 +2191-907-0
Telefax ++49 +2191-907-141
www.klauke.com