11
NL
De machine heeft 2 boorsnelheden, die u kunt
instellen door de overbrengingsschakelaar (8)
naar voren of naar achteren te schuiven. Het
nummer op de overbrengingsschakelaar (8) geeft
de gekozen stand aan.
• Stand 1: Voor langzaam boren, een grote
boordiameter of voor schroeven. De machine
beschikt over een hoog vermogen bij een laag
toerental.
• Stand 2: Voor snel boren of een kleine
boordiameter
De draairichting instellen
Afb. E
• Stel de draairichtingsschakelaar (9) in op de
stand om schroeven aan te draaien of de
machine te gebruiken voor boren.
• Stel de draairichtingsschakelaar (9) in op de
stand voor het verwijderen van schroeven.
De machine in- en uitschakelen
Afb. E
De schakelaar Aan / Uit (10) wordt gebruikt om de
machine in te schakelen en de draaisnelheid in te
stellen.
• U schakelt de machine in door op de
schakelaar Aan / Uit (10) te drukken; hoe
verder u de schakelaar indrukt, des te sneller
de boormachine gaat draaien.
• U stopt de machine door de schakelaar Aan /
Uit (10) los te laten.
• Zet de schakelaar voor de omgekeerde
draairichting (9) in de middelste stand om de
schakelaar Aan / Uit te vergrendelen.
Het koppel instellen
Afb. E
De machine beschikt over 17 verschillende
koppelinstellingen en een speciale boormodus,
waarin het totaalvermogen op de boorkop wordt
overgebracht.
U kunt door de instelring voor het koppel (11) te
draaien schroeven tot een vooraf bepaalde diepte
indraaien, hetgeen ideaal is voor repetitief werk.
Hoe hoger het getal, des te meer koppel wordt
overgebracht.
• Kies een lage instelling voor kleine schroeven
of zacht werkmateriaal.
• Kies een hoge instelling voor grote schroeven,
hard werkmateriaal en bij het verwijderen van
schroeven.
• Kies bij voorkeur een zo laag mogelijke stand
om schroeven in te draaien. Kies een hogere
instelling als de motor slipt voordat de schroef
volledig is vastgedraaid.
• Zet voor boren de instelring voor het koppel
(11) op de instelling voor boren ( ), door de
ring volledig linksom te draaien.
Zorg dat de draairichtingsschakelaar (9)
bij boren altijd op staat ingesteld.
De machine is voorzien van een
elektronische beveiligingsfunctie tegen
overbelasting. Als de machine overbelast
wordt, slaat deze automatisch af. Mocht
dit gebeuren, wacht dan enkele
seconden, zodat de beveiliging tegen
overbelasting zich opnieuw kan instellen.
4. ONDERHOUD
Schakel, voordat u met de reiniging en
het onderhoud begint, altijd de machine
uit en haal het accupack uit de machine.
Reinig de machinebehuizing regelmatig met een
zachte doek, bij voorkeur iedere keer na gebruik.
Zorg dat de ventilatiesleuven vrij van stof en
vuil zijn. Gebruik bij hardnekkig vuil een zachte
doek bevochtigd met zeepwater. Gebruik geen
oplosmiddelen als benzine, alcohol, ammonia,
etc. Dergelijke stoffen beschadigen de kunststof
onderdelen.
MILIEU
Defecte en/of afgedankte elektrische of
elektronische gereedschappen dienen
ter verwerking te worden aangeboden
aan een daarvoor verantwoordelijke
instantie.
Uitsluitend voor EG-landen
Werp elektrisch gereedschap niet weg bij het
huisvuil. Conform de Europese Richtlijn 2012/19/
EG voor Afgedankte Elektrische en Elektronische
Apparatuur en de implementatie ervan in