51BP A150 AFIB
NL
Gebruik alleen Microlife manchetten!
Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten
manchet 7 niet past.
Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchet-
connector 8 duw de connector 3 zo ver als mogelijk in het
apparaat.
Selecteren van de standaardmodus of AFIB/MAM modus
Dit apparaat laat u kiezen tussen of standaard (standaard enkel-
voudige meting) of modus AFIB/MAM (automatische drievoudige
meting). Om standaard modus te selecteren, schuift u de AFIB/
MAM schakelaar 5 aan de zijkant van het apparaat in stand «1»
en om AFIB/MAM modus te selecteren, schuift u deze schakelaar
in stand «3».
AFIB/MAM modus (sterk aanbevolen)
In AFIB/MAM modus worden 3 metingen automatisch gestart en
het resultaat wordt dan automatisch geanalyseerd en weerge-
geven. Omdat de bloeddruk variabel is, is een drievoudige meting
betrouwbaarder dan een enkele meting. AF detectie wordt alleen
in de AFIB/MAM modus geactiveerd.
Wanneer u de MAM stand selecteert, verschijnt het MAM-
symbool AM in het display.
Het gedeelte rechtsonder in het display toont een 1, 2 of 3 om aan
te geven welke van de 3 metingen momenteel genomen wordt.
Tussen de metingen wordt een rusttijd van 15 seconden aange-
houden. Het aftellen wordt weergegeven in het scherm.
De individuele resultaten worden niet weergegeven. Uw bloeddruk
zal alleen worden getoond nadat alle 3 de metingen zijn verricht.
Verwijder de manchet niet tussen de metingen.
Als een van de afzonderlijke metingen twijfelachtig was, dan
wordt een vierde automatisch genomen.
4. Bloeddruk meten
Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting
1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting.
2. Ga zitten op een stoel met rugsteun en ontspan voor 5 minuten.
Houd uw voeten naast elkaar op de grond en zit niet met de
benen over elkaar.
3. Meet altijd aan dezelfde arm (normaal links). Het wordt
aanbevolen dat artsen bij een eerste bezoek van een patiënt
beide armen meet om de te meten arm te bepalen. Aan de arm
met de hogere bloeddruk moet worden gemeten.
4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten
niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen.
5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt
(markering arm omtrek staat vermeld op het manchet).
Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak.
Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is
geplaatst.
De artery mark op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient op
de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd.
Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is.
Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart.
6. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten.
7. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan,
beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresul-
taat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.
8. Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de
druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het
apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen.
9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool
AP
op het scherm.
10.Het resultaat, inclusief de systolische
9
en de diastolische
AT
bloeddruk en de hartslagfrequentie
AK
wordt weergegeven. Raad-
pleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige weergaven.
11.Indien de meting klaar is, verwijder de manchet.
12.Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na
ongeveer. 1 min.).
U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door
op de AAN/UIT knop te drukken (bijv. wanneer u een onge-
makkelijke of een onplezierige druk voelt).
Als bekend is dat de systolische bloeddruk heel
hoog is, kan het gunstig zijn de druk individueel in te
stellen. Druk op de AAN/UIT knop nadat de monitor is opge-
pompt tot een niveau van ca. 30 mmHg (weergegeven in de
display). Hou de knop ingedrukt totdat de druk ca 40 mmHg
boven de verwachte waarde – laat dan de knop los.
5. De weergave van het AFIB symbool (alleen actief in
AFIB/MAM modus)
Dit apparaat is in staat om atriumfibrilleren (AF) op te sporen. Dit
symbool AN geeft aan dat atriumfibrilleren werd gedetecteerd
tijdens de metingen. Lees de volgende paragraaf voor informatie
over het raadplegen van uw arts.