Microlife BP A150 AFIB Handleiding

Categorie
Bloeddruk eenheden
Type
Handleiding
48
Weergave
Lees alvorens dit apparaat te gebruiken de instructies
aandachtig door.
Geleverd onderdeel type BF
Het bedoelde gebruik:
Deze oscillometrische bloeddrukmonitor is bedoeld voor het non-
invasief meten van bloeddruk bij personen van 12 jaar of ouder.
Dit apparaat is klinisch gevalideerd voor patiënten met hyper-
tensie, hypotensie, diabetes, zwangerschap, pre-eclampsie, athe-
rosclerose, end-stage renal disease, obesitas en voor ouderen.
Het apparaat kan een onregelmatige hartslag detecteren die wijst
op atriumfibrilleren (AF). Neem in acht, dat het apparaat niet
bedoeld is om een diagnose te stellen van AF. Een diagnose van
AF kan alleen worden bevestigd met een ECG. De patiënt wordt
geadviseerd een arts te raadplegen.
Geachte klant,
Deze bloeddrukmonitor is in samenwerking met artsen ontwikkeld
en klinische validatiestudies hebben aangetoond dat de meet-
nauwkeurigheid bijzonder hoog is.*
De Microlife bloeddrukmonitor met AFIB technologie is 's werelds
meest toonaangevende meettechniek voor het vroegtijdig
opsporen van atriumfibrilleren (AF) en/of arterial hypertensie. Dit
zijn twee belangrijke risicofactoren voor het krijgen van een
beroerte en/of hart-en vaatziekten in de toekomst. Voor zowel het
detecteren van atriumfibrilleren als hypertensie is het zeer belang-
rijk dat dit in een vroeg stadium gebeurd, ook al zijn er geen symp-
tomen. AF screening in het algemeen, dus ook met het Microlife
AFIB algoritme, wordt aanbevolen voor personen van 65 jaar of
ouder. Het AFIB algoritme geeft een indicatie dat er sprake kan
zijn van atriumfibrilleren. Het is dan ook aanbevolen om uw arts te
bezoeken wanneer het apparaat een AFIB symbool weergeeft na
de bloeddrukmetingen. Het AFIB algoritme van de Microlife bloed-
drukmonitor is uitvoerig onderzocht in diverse klinische studies
waarmee is aangetoond dat het apparaat atriumfibrilleren detec-
teert met een sensitiviteit van 97-100%.
1,2
Mocht u vragen hebben of wanneer u reserveonderdelen wilt
bestellen, neemt u dan contact op met uw Microlife importeur. De
verkoper zal u het adres van de Microlife importeur in uw land
geven. Natuurlijk kunt u ook de website www.microlife.nl raad-
plegen, waar u waardevolle informatie kunt vinden over onze
producten.
Blijf gezond – Microlife AG!
* Dit apparaat gebruikt o.a. dezelfde meettechnologie als het geva-
lideerde model «BP 3BTO-A» getest conform het British Hyperten-
sion Society (BHS) protocol.
Microlife BP A150 AFIB
NL
1
AAN/UIT knop
2
Display
3
Manchetaansluiting
4
Adapteraansluiting
5
AFIB/MAM Schakelaar
6
Batterijcompartiment
7
Manchet
8
Manchetconnector
9
Systolische waarde
AT
Diastolische waarde
AK
Hartslagfrequentie
AL
Opgeslagen waarden
AM
AFIB/MAM Modus
AN
Atriumfibrilleren detectie (AFIB)
AO
Batterijweergave
AP
Hartslag
AQ
MAM Intervaltijd
AR
Armbeweging indicator
AS
Manchetcontrole indicator
BT
Verkeerslichtweergave indicator
Droog houden
49BP A150 AFIB
NL
1
Kearley K, Selwood M, Van den Bruel A, Thompson M, Mant D,
Hobbs FR et al.: Triage tests for identifying atrial fibrillation in
primary care: a diagnostic accuracy study comparing single-lead
ECG and modified BP monitors. BMJ Open 2014; 4:e004565.
2
Wiesel J, Arbesfeld B, Schechter D: Comparison of the Microlife
blood pressure monitor with the Omron blood pressure monitor for
detecting atrial fibrillation. Am J Cardiol 2014; 114:1046-1048.
Inhoudsopgave
1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten
hiervan
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
2. Belangrijke feiten m.b.t. atriumfibrillatie (AF)
Wat is atriumfibrillatie?
Wie zou zich moeten screenen op atrumfibrilleren?
Microlife AFIB detectie biedt de mogelijkheid om op een
betrouwbare manier AF te ontdekken (alleen in AFIB/MAM
modus)
Risicofactoren die u zelf onder controle kunt krijgen
3. Eerste gebruik van het apparaat
Plaatsen van de batterijen
Selecteer de juiste manchet
Selecteren van de standaardmodus of AFIB/MAM modus
AFIB/MAM modus (sterk aanbevolen)
4. Bloeddruk meten
5. De weergave van het AFIB symbool (alleen actief in AFIB/
MAM modus)
6. Verkeerslichtindicatie in de weergave
7. Geheugenopslag
8. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Batterijen leeg – vervanging
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik van oplaadbare batterijen
9. Gebruik van een netadapter
10. Foutmeldingen
11. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering
Veiligheid en bescherming
Apparaatonderhoud
Reinig de manchet
Nauwkeurigheidstest
Verwijdering
12. Garantie
13. Technische specificaties
Garantiebon (zie achterzijde)
1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten
hiervan
Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen
stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee
waarden, de systolische (boven) waarde en de diastolische
(onder) waarde worden altijd gemeten.
Het apparaat geeft ook de hartslagfrequentie (het aantal
keren dat het hart per minuut slaat) aan.
Constante hoge bloeddruk kan nadelig zijn voor uw
gezondheid en moet door uw arts worden behandeld!
Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar
wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker
bent. Vertrouw nooit op een enkele bloeddrukwaarde.
Er zijn verschillende oorzaken voor hoge bloeddrukwaarden.
Uw arts kan de gemeten waarden met u doornemen en indien
nodig een behandeling voorstellen. Naast medicatie kan een
gezondere levensstijl ook leiden tot verlaging van de bloeddruk
(bijv. dieet en meer beweging).
In geen enkel geval zou u de dosering van uw medicatie
moeten aanpassen of een behandeling starten zonder een
arts te raadplegen.
Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloeddruk
onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag.
U
dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde rustige
omstandigheden te meten en wanneer u zich ontspannen
voelt!
Meet tenminste twee keer 's morgens en twee keer 's
avonds en Neem het gemiddelde van alle metingen.
Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar
genomen opvallend verschillende resultaten opleveren.
Daarom bevelen wij de MAM-technologie aan.
Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de
apotheek en die thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal, omdat
deze situaties volledig verschillend zijn.
Verschillende metingen geven een veel duidelijker beeld van
uw bloeddruk dan slechts één enkele meting. Daarom bevelen
wij de MAM-technologie aan.
Neem een korte rustpauze van minimaal 15 seconden tussen
twee metingen.
Als u een onregelmatige hartslag heeft, dienen metingen met
dit apparaat te worden geëvalueerd met uw arts.
50
De hartslagfrequentie is niet geschikt voor het controleren
van patiënten met een pacemaker!
Indien u zwanger bent adviseren wij u regelmatige uw bloed-
druk te meten, omdat uw bloeddruk drastisch kan veranderen
gedurende deze periode.
Deze meter is speciaal getest voor gebruik tijdens zwanger-
schap en pre-eclampsie. Wanneer u ongewoon hoge
metingen registreert, zou u de meting een tijd later moeten
herhalen (bijv. 1 uur). Indien de meting nog steeds te hoog
is, raadpleeg dan uw arts of gynaecoloog.
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
De evaluatie van de waarden zijn conform de tabel. Bijvoorbeeld:
een waarde van de bloeddruk van 140/80 mmHg of een waarde
van 130/90 mmHg toont «bloeddruk te hoog».
2. Belangrijke feiten m.b.t. atriumfibrillatie (AF)
Wat is atriumfibrillatie?
Normaal gesproken, trekt het hart zich samen en ontspant met
regelmaat. Atriumfibrilleren treedt op doordat snelle, onregelma-
tige elektrische signalen door de bovenste hartkamers gaan (atria
of boezems), en voor onregelmatig samentrekken zorgt (dit heet
fibrillatie). Boezemfibrilleren is de meest voorkomende vorm van
hartaritmie. Het veroorzaakt vaak geen symptomen, maar
verhoogt wel het risico op een beroerte. Een arts kan u adviseren
welke behandeling nodig is om de risico’s te beperken.
Wie zou zich moeten screenen op atrumfibrilleren?
AF screening wordt aanbevolen voor personen ouder dan 65 jaar,
gezien de kans op het krijgen van een beroerte toeneemt naar-
mate men ouder wordt. AF screening wordt ook aanbevolen voor
personen ouder dan 50 jaar met hoge bloeddruk (bijv. SYS hoger
dan 159 of DIA hoger dan 99), diabetespatiënten, patiënten met
hartfalen of personen die eerder een beroerte hebben gehad.
Jonge personen of gedurende een zwangerschap wordt het niet
aanbevolen om op AF te screenen, gezien het fout-positieve resul-
taten kan genereren en onnodig angst kan veroorzaken. Ter
aanvulling, jongere personen met AF hebben een laag risico op
het krijgen van een beroerte ten opzichte van oudere personen.
Bezoek onze website voor meer informatie:
www.microlife.com/afib.
Microlife
AFIB detectie biedt de mogelijkheid om op een
betrouwbare manier AF te ontdekken (alleen in
AFIB/MAM
modus)
Het meten van uw eigen bloeddruk, en het vroegtijdig ontdekken
van AFIB en hoge bloeddruk van uw familieleden, kan het risico op
een beroerte tevens sterk reduceren. Met deze Microlife bloed-
drukmonitor kunt u op een betrouwbare en eenvoudige manier uw
bloeddruk meten en tegelijkertijd atriumfibrilleren opsporen.
Risicofactoren die u zelf onder controle kunt krijgen
Een vroege diagnose en adequate behandeling kan het risico op
het krijgen van een beroerte significant reduceren. Regelmatig uw
bloeddruk meten en screenen op AF, is een eerste stap richting
een pro-actieve preventie tegen een beroerte.
3. Eerste gebruik van het apparaat
Plaatsen van de batterijen
Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, plaatst u eerst de batterijen.
Het batterijcompartiment 6 bevindt zich aan de onderzijde van
het apparaat. Plaats de batterijen (4 x 1.5 V, grootte AA), let hierbij
op de aangegeven polariteit.
Selecteer de juiste manchet
Microlife heeft manchetten in verschillende maten. Selecteer de
manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm
(de gemeten omtrek rond het midden van de bovenarm).
Voorgevormde «Easy» manchetten zijn optioneel verkrijg-
baar voor een eenvoudige bevestiging en meer comfort.
Tabel voor de classificatie van thuis bloeddruk meetwaarden bij
volwassenen in overeenstemming met de internationale richtlijnen
(ESH, AHA, JSH). Data in mmHg.
Bereik
Systo-
lisch
Diasto-
lisch Advies
bloeddruk te laag
100
60
Raadpleeg uw arts
1. bloeddruk optimaal
100 - 130 60 - 80
Zelfcontrole
2. bloeddruk verhoogd
130 - 135 80 - 85
Zelfcontrole
3. bloeddruk te hoog
135 - 160 85 - 100
Win medisch
advies in
4. bloeddruk gevaarlijk
hoog
160
100
Win dringend
medisch advies in!
Manchetgrootte voor omtrek van de bovenarm
S 17 - 22 cm
M 22 - 32 cm
M - L 22 - 42 cm
L 32 - 42 cm
L - XL 32 - 52 cm
51BP A150 AFIB
NL
Gebruik alleen Microlife manchetten!
Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten
manchet 7 niet past.
Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchet-
connector 8 duw de connector 3 zo ver als mogelijk in het
apparaat.
Selecteren van de standaardmodus of AFIB/MAM modus
Dit apparaat laat u kiezen tussen of standaard (standaard enkel-
voudige meting) of modus AFIB/MAM (automatische drievoudige
meting). Om standaard modus te selecteren, schuift u de AFIB/
MAM schakelaar 5 aan de zijkant van het apparaat in stand «1»
en om AFIB/MAM modus te selecteren, schuift u deze schakelaar
in stand «3».
AFIB/MAM modus (sterk aanbevolen)
In AFIB/MAM modus worden 3 metingen automatisch gestart en
het resultaat wordt dan automatisch geanalyseerd en weerge-
geven. Omdat de bloeddruk variabel is, is een drievoudige meting
betrouwbaarder dan een enkele meting. AF detectie wordt alleen
in de AFIB/MAM modus geactiveerd.
Wanneer u de MAM stand selecteert, verschijnt het MAM-
symbool AM in het display.
Het gedeelte rechtsonder in het display toont een 1, 2 of 3 om aan
te geven welke van de 3 metingen momenteel genomen wordt.
Tussen de metingen wordt een rusttijd van 15 seconden aange-
houden. Het aftellen wordt weergegeven in het scherm.
De individuele resultaten worden niet weergegeven. Uw bloeddruk
zal alleen worden getoond nadat alle 3 de metingen zijn verricht.
Verwijder de manchet niet tussen de metingen.
Als een van de afzonderlijke metingen twijfelachtig was, dan
wordt een vierde automatisch genomen.
4. Bloeddruk meten
Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting
1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting.
2. Ga zitten op een stoel met rugsteun en ontspan voor 5 minuten.
Houd uw voeten naast elkaar op de grond en zit niet met de
benen over elkaar.
3. Meet altijd aan dezelfde arm (normaal links). Het wordt
aanbevolen dat artsen bij een eerste bezoek van een patiënt
beide armen meet om de te meten arm te bepalen. Aan de arm
met de hogere bloeddruk moet worden gemeten.
4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten
niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen.
5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt
(markering arm omtrek staat vermeld op het manchet).
Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak.
Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is
geplaatst.
De artery mark op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient op
de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd.
Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is.
Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart.
6. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten.
7. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan,
beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresul-
taat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.
8. Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de
druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het
apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen.
9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool
AP
op het scherm.
10.Het resultaat, inclusief de systolische
9
en de diastolische
AT
bloeddruk en de hartslagfrequentie
AK
wordt weergegeven. Raad-
pleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige weergaven.
11.Indien de meting klaar is, verwijder de manchet.
12.Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na
ongeveer. 1 min.).
U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door
op de AAN/UIT knop te drukken (bijv. wanneer u een onge-
makkelijke of een onplezierige druk voelt).
Als bekend is dat de systolische bloeddruk heel
hoog is, kan het gunstig zijn de druk individueel in te
stellen. Druk op de AAN/UIT knop nadat de monitor is opge-
pompt tot een niveau van ca. 30 mmHg (weergegeven in de
display). Hou de knop ingedrukt totdat de druk ca 40 mmHg
boven de verwachte waarde – laat dan de knop los.
5. De weergave van het AFIB symbool (alleen actief in
AFIB/MAM modus)
Dit apparaat is in staat om atriumfibrilleren (AF) op te sporen. Dit
symbool AN geeft aan dat atriumfibrilleren werd gedetecteerd
tijdens de metingen. Lees de volgende paragraaf voor informatie
over het raadplegen van uw arts.
52
Hou de arm stil tijdens de meting om foutmeldingen te voor-
komen.
Personen met een pacemaker of defibrillator (ICD) is het
mogelijk dat er geen of foutief atriumfibrilleren wordt gede-
tecteerd met dit apparaat.
6. Verkeerslichtindicatie in de weergave
De balken aan de linkerkant van het display BT toont de range
waarin de gemeten waarden liggen. Afhankelijk van de uitgelezen
waarde optimaal (groen), verhoogd (geel), te hoog (oranje) of
gevaarlijke hoog (rood) geeft het de overeenkomende kleur aan.
Deze classificaties zijn gebaseerd op internationale richtlijnen
(aan ESH, AHA, JSH), zoals beschreven in «sectie 1.».
7. Geheugenopslag
Het apparaat slaat altijd het laatste resultaat aan het einde van de
meting op. Om een waarde op te roepen, houdt u de ON/OFF knop
ingedrukt 1 (het apparaat moet eerst zijn uitgeschakeld). Alle
weergave-elementen worden nu getoond. Laat de knop los
wanneer u de opgeslagen uitleeswaarde ziet en de letter «M» AL.
8. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool
AO
knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (gedeelte-
lijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het apparaat door
zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen weldra vervangen.
Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool
AO
knipperen
zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U
kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.
1. Maak het batterijcompartiment open 6 aan de onderzijde van
het apparaat.
2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals
getoond door de symbolen in het compartiment.
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik
4
nieuwe, long-life 1,5V, type
AA
alkaline batterijen.
Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
Verwijder batterijen als het apparaat voor een langere tijd
niet gebruikt gaat worden.
Gebruik van oplaadbare batterijen
U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken.
Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen!
De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als
het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet
in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken
(volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik
van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat).
Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan
bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken!
De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloed-
drukmonitor! Laad deze batterijen op in een externe
oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het
opladen, onderhoud en duurzaamheid!
9. Gebruik van een netadapter
U kunt dit apparaat met de Microlife netadapter (DC 6V, 600 mA)
gebruiken.
Gebruik alleen de origineel beschikbare
Microlife
netadapter
voor uw voedingsspanning.
Informatie voor de dokter bij het consistent verschijnen van
het AFIB symbool
Dit apparaat is een oscillometrische automatische bloeddrukmo-
nitor die tevens onregelmatigheid in de hartslagfrequentie regis-
treert. Dit apparaat is klinisch gevalideerd.
Het AFIB symbool wordt weergegeven na de meting indien
atriumfibrilleren optreedt tijdens het meten. Indien het AFIB
symbool in het display verschijnt na een volledige meetsessie
(drievoudige meting), wordt geadviseerd een uur te wachten en
de meetsessie te herhalen. Indien het AFIB symbool wederom
verschijnt in het display, adviseren wij u medisch advies in te
winnen.
Indien het AFIB symbool wordt weergegeven in het scherm van
de bloeddrukmonitor, is het een indicatie voor een mogelijke
aanwezigheid van atriumfibrilleren. Echter, de diagnose atrium-
fibrilleren kan enkel worden gesteld door een cardioloog met
behulp van een ECG interpretatie.
53BP A150 AFIB
NL
Controleer dat zowel de netadapter als de kabel niet
beschadigd zijn.
1. Steek de adapter kabel in de netadapteraansluiting 4 van de
bloeddrukmonitor.
2. Steek de netadapterstekker in de wandcontactdoos.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt er geen batterij-
stroom gebruikt.
10.Foutmeldingen
Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt
een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven.
* Neem a.u.b. onmiddelijk contact op met uw arts wanneer dit of
enig ander probleem vaker optreedt.
Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan
a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.».
11.Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en
verwijdering
Veiligheid en bescherming
Volg de instructies voor correct gebruik. Deze documentatie voorziet
u van belangrijke bedienings- en veiligheidsvoorschriften betref-
fende dit apparaat. Lees de documentatie zorgvuldig door vóór inge-
bruikname van het apparaat en bewaar het voor latere raadpleging.
Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel
zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt
door onjuist gebruik.
Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voor-
zichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedie-
ningsvoorschriften in acht beschreven in het hoofdstuk «Tech-
nische specificaties»!
Bescherm het tegen:
- water en vochtigheid
- extreme temperaturen
- schokken en laten vallen
- vervuiling en stof
- direct zonlicht
- warmte en kou
De manchet is kwetsbaar en moet met zorgvuldigheid worden
behandeld.
Gebruik geen andere manchetten en/of manchetconnectors
dan geleverd bij het apparaat.
Alleen de manchet oppompen wanneer het aan de arm is
aangebracht.
Gebruik het apparaat niet dicht in de buurt van sterke elektro-
magnetische velden zoals mobiele telefoons of radioinstalla-
ties. Zorg voor een afstand van minimaal 3,3 meter van dit soort
apparaten, wanneer u dit apparaat in gebruik neemt.
Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
«ERR 1» Signaal te
zwak
De polsslag wordt onvoldoende doorge-
geven door de manchet. Plaats de
manchet opnieuw en herhaal de meting.*
«ERR 2»
AR
Foutmelding
Tijdens het meten zijn er fouten ontstaan,
door bijvoorbeeld een beweging of
samentrekking van een spier. Herhaal de
meting terwijl u uw arm stil houdt.
«ERR 3»
AS
Geen juiste
drukopbouw
in de
manchet
Een adequate druk kan niet in de
manchet worden geproduceerd. Er kan
een lek in het manchet zijn. Controleer of
de manchet goed is aangesloten en niet
te los om de arm zit. Vervang de batte-
rijen indien nodig. Herhaal de meting.
«ERR 5» Abnormaal
resultaat
De meetsignalen zijn onbetrouwbaar en
daarom kan geen resultaat worden
weergegeven. Neem het stappenplan
door voor een betrouwbare meting en
herhaal dan de metingen.
«ERR 6» AFIB/MAM
Modus
Er waren teveel fouten tijdens het meten
in
AFIB/MAM
mode, wat het onmogelijk
maakt om een betrouwbaar resultaat
weer te geven. Lees de controlelijst door
voordat u betrouwbare metingen verricht
en herhaal dan de metingen.
«HI» Hartslag of
manchet-
druk te hoog
De druk in de manchet is te hoog
(boven 299 mmHg) OF de hartslagfre-
quentie is te hoog (boven 200 slagen
per minuut). Ontspan gedurende
5 minuten en herhaal de meting.*
«LO» Polsslag te
laag
De hartslagfrequentie is te laag (minder
dan 40 slagen per minuut). Herhaal de
meting.*
Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
54
Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het bescha-
digd is of wanneer u tijdens het gebruik iets ongebruikelijks
constateert.
Open het apparaat nooit.
Wanneer het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat
worden moeten de batterijen worden verwijderd.
Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke para-
grafen van dit boekje.
De gemeten resultaten met dit apparaat stellen geen diagnose.
Het vervangt geen conslutatie van een arts, zeker niet wanneer
symptomen niet overeenkomen. Vertouw niet enkel op het
meetresultaat, neem altijd de overige symptomen in beschou-
wing, evenals de terugkoppling van de patient. Bij twijfel altijd
contact opnemen met uw arts.
Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een
volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden
ingeslikt. Wees alert op het gevaar van verstrengeling,
indien het apparaat is voorzien van kabels of slangen.
Apparaatonderhoud
Reinig het apparaat alleen met een zachte droge doek.
Reinig de manchet
Verwijder vlekken op de manchet met een vochtige doek en een
mild reinigingsmiddel.
WAARSCHUWING: Was de manchet nooit in de wasma-
chine en/of afwasmachine!
Nauwkeurigheidstest
Wij adviseren om dit apparaat elke 2 jaar op nauwkeurigheid te
laten testen of na mechanische schok (bijv. na een val). Neem
a.u.b. contact op met uw Microlife importeur om een algemene
functiecontrole aan te vragen (zie voorwoord).
Verwijdering
Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens
de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het
huishoudelijke afval.
12.Garantie
Dit apparaat heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoopdatum.
De garantie is alleen van toepassing bij overhandigen van een
garantiekaart ingevuld door de distributeur (zie achterzijde) of met
een bevestiging van de aankoopdatum of kassabon.
Batterijen en slijtageonderdelen zijn niet inbegrepen.
Opening van of wijzigingen aan het apparaat maken de
garantie ongeldig.
De garantie dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk
gebruik, ontladen batterijen, ongelukken of het zich niet houden
aan de bedieningsinstructies.
De manchet heeft een garantie van 2 jaar op de functionaliteit
(opblaasbare gedeelte op luchtdichtheid).
Neem contact op met uw Microlife importeur (zie voorwoord).
13.Technische specificaties
Dit apparaat komt overeen met de normen van de richtlijn medi-
sche hulpmiddelen 93/42/EEC.
Technische wijzigingen voorbehouden.
Werkingscondities:
10 - 40 °C / 50 - 104 °F
15 - 95
% maximale relatieve vochtigheid
Bewaarcondities:
-20 - +55 °C / -4 - +131 °F
15 - 95
% maximale relatieve vochtigheid
Gewicht:
393
g (inclusief batterijen)
Afmetingen:
152 x 92 x 42
mm
Meetprocedure:
oscillometrisch, volgens de Korotkoff
methode: Fase I systolisch Fase V diastolisch
Meetbereik:
20 - 280
mmHg – bloeddruk
40 - 200 slagen per minuut – polsslag
Manchetdruk
weergave bereik:
0 - 299 mmHg
Resolutie:
1 mmHg
Statische
nauwkeurigheid:
druk binnen ± 3 mmHg
Hartslagnauwkeu-
righeid:
±5 % van de weergegeven waarde
Spanningsbron:
4
x 1,5V alkaline batterijen; type
AA
Netadapter DC 6V, 600 mA (optioneel)
Levensduur batterij:
ongeveer
920
metingen (met nieuwe batterijen)
IP Klasse:
IP20
Verwijzing naar
normen:
EN 1060-1 /-3 /-4; IEC 60601-1;
IEC 60601-1-2 (EMC); IEC 60601-1-11
Verwachte
levensduur:
Apparaat:
5
jaar of
10000
metingen
Accessoires:
2
jaar

Documenttranscriptie

Microlife BP A150 AFIB 1 2 3 4 5 6 7 8 AAN/UIT knop Display Manchetaansluiting Adapteraansluiting AFIB/MAM Schakelaar Batterijcompartiment Manchet Manchetconnector Weergave 9 Systolische waarde AT Diastolische waarde AK Hartslagfrequentie AL Opgeslagen waarden AM AFIB/MAM Modus AN Atriumfibrilleren detectie (AFIB) AO Batterijweergave AP Hartslag AQ MAM Intervaltijd AR Armbeweging indicator AS Manchetcontrole indicator BT Verkeerslichtweergave indicator Lees alvorens dit apparaat te gebruiken de instructies aandachtig door. Geleverd onderdeel type BF Droog houden 48 NL Het bedoelde gebruik: Deze oscillometrische bloeddrukmonitor is bedoeld voor het noninvasief meten van bloeddruk bij personen van 12 jaar of ouder. Dit apparaat is klinisch gevalideerd voor patiënten met hypertensie, hypotensie, diabetes, zwangerschap, pre-eclampsie, atherosclerose, end-stage renal disease, obesitas en voor ouderen. Het apparaat kan een onregelmatige hartslag detecteren die wijst op atriumfibrilleren (AF). Neem in acht, dat het apparaat niet bedoeld is om een diagnose te stellen van AF. Een diagnose van AF kan alleen worden bevestigd met een ECG. De patiënt wordt geadviseerd een arts te raadplegen. Geachte klant, Deze bloeddrukmonitor is in samenwerking met artsen ontwikkeld en klinische validatiestudies hebben aangetoond dat de meetnauwkeurigheid bijzonder hoog is.* De Microlife bloeddrukmonitor met AFIB technologie is 's werelds meest toonaangevende meettechniek voor het vroegtijdig opsporen van atriumfibrilleren (AF) en/of arterial hypertensie. Dit zijn twee belangrijke risicofactoren voor het krijgen van een beroerte en/of hart-en vaatziekten in de toekomst. Voor zowel het detecteren van atriumfibrilleren als hypertensie is het zeer belangrijk dat dit in een vroeg stadium gebeurd, ook al zijn er geen symptomen. AF screening in het algemeen, dus ook met het Microlife AFIB algoritme, wordt aanbevolen voor personen van 65 jaar of ouder. Het AFIB algoritme geeft een indicatie dat er sprake kan zijn van atriumfibrilleren. Het is dan ook aanbevolen om uw arts te bezoeken wanneer het apparaat een AFIB symbool weergeeft na de bloeddrukmetingen. Het AFIB algoritme van de Microlife bloeddrukmonitor is uitvoerig onderzocht in diverse klinische studies waarmee is aangetoond dat het apparaat atriumfibrilleren detecteert met een sensitiviteit van 97-100%. 1,2 Mocht u vragen hebben of wanneer u reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u dan contact op met uw Microlife importeur. De verkoper zal u het adres van de Microlife importeur in uw land geven. Natuurlijk kunt u ook de website www.microlife.nl raadplegen, waar u waardevolle informatie kunt vinden over onze producten. Blijf gezond – Microlife AG! * Dit apparaat gebruikt o.a. dezelfde meettechnologie als het gevalideerde model «BP 3BTO-A» getest conform het British Hypertension Society (BHS) protocol. 1 Kearley K, Selwood M, Van den Bruel A, Thompson M, Mant D, Hobbs FR et al.: Triage tests for identifying atrial fibrillation in primary care: a diagnostic accuracy study comparing single-lead ECG and modified BP monitors. BMJ Open 2014; 4:e004565. 2 Wiesel J, Arbesfeld B, Schechter D: Comparison of the Microlife blood pressure monitor with the Omron blood pressure monitor for detecting atrial fibrillation. Am J Cardiol 2014; 114:1046-1048. Inhoudsopgave 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan • Hoe meet ik mijn bloeddruk? 2. Belangrijke feiten m.b.t. atriumfibrillatie (AF) • Wat is atriumfibrillatie? • Wie zou zich moeten screenen op atrumfibrilleren? • Microlife AFIB detectie biedt de mogelijkheid om op een betrouwbare manier AF te ontdekken (alleen in AFIB/MAM modus) • Risicofactoren die u zelf onder controle kunt krijgen 3. Eerste gebruik van het apparaat • Plaatsen van de batterijen • Selecteer de juiste manchet • Selecteren van de standaardmodus of AFIB/MAM modus • AFIB/MAM modus (sterk aanbevolen) 4. Bloeddruk meten 5. De weergave van het AFIB symbool (alleen actief in AFIB/ MAM modus) 6. Verkeerslichtindicatie in de weergave 7. Geheugenopslag 8. Batterij-indicator en batterijvervanging • Batterijen bijna leeg • Batterijen leeg – vervanging • Welke batterijen en welke werkwijze? • Gebruik van oplaadbare batterijen 9. Gebruik van een netadapter 10. Foutmeldingen 11. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering • Veiligheid en bescherming • Apparaatonderhoud • Reinig de manchet • Nauwkeurigheidstest • Verwijdering BP A150 AFIB 12. Garantie 13. Technische specificaties Garantiebon (zie achterzijde) 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan  Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee waarden, de systolische (boven) waarde en de diastolische (onder) waarde worden altijd gemeten.  Het apparaat geeft ook de hartslagfrequentie (het aantal keren dat het hart per minuut slaat) aan.  Constante hoge bloeddruk kan nadelig zijn voor uw gezondheid en moet door uw arts worden behandeld!  Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker bent. Vertrouw nooit op een enkele bloeddrukwaarde.  Er zijn verschillende oorzaken voor hoge bloeddrukwaarden. Uw arts kan de gemeten waarden met u doornemen en indien nodig een behandeling voorstellen. Naast medicatie kan een gezondere levensstijl ook leiden tot verlaging van de bloeddruk (bijv. dieet en meer beweging).  In geen enkel geval zou u de dosering van uw medicatie moeten aanpassen of een behandeling starten zonder een arts te raadplegen.  Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloeddruk onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag. U dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde rustige omstandigheden te meten en wanneer u zich ontspannen voelt! Meet tenminste twee keer 's morgens en twee keer 's avonds en Neem het gemiddelde van alle metingen.  Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar genomen opvallend verschillende resultaten opleveren. Daarom bevelen wij de MAM-technologie aan.  Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de apotheek en die thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal, omdat deze situaties volledig verschillend zijn.  Verschillende metingen geven een veel duidelijker beeld van uw bloeddruk dan slechts één enkele meting. Daarom bevelen wij de MAM-technologie aan.  Neem een korte rustpauze van minimaal 15 seconden tussen twee metingen.  Als u een onregelmatige hartslag heeft, dienen metingen met dit apparaat te worden geëvalueerd met uw arts. 49 NL  De hartslagfrequentie is niet geschikt voor het controleren van patiënten met een pacemaker!  Indien u zwanger bent adviseren wij u regelmatige uw bloeddruk te meten, omdat uw bloeddruk drastisch kan veranderen gedurende deze periode. Deze meter is speciaal getest voor gebruik tijdens zwangerschap en pre-eclampsie. Wanneer u ongewoon hoge metingen registreert, zou u de meting een tijd later moeten herhalen (bijv. 1 uur). Indien de meting nog steeds te hoog is, raadpleeg dan uw arts of gynaecoloog. Hoe meet ik mijn bloeddruk? Tabel voor de classificatie van thuis bloeddruk meetwaarden bij volwassenen in overeenstemming met de internationale richtlijnen (ESH, AHA, JSH). Data in mmHg. SystoDiastoBereik lisch lisch Advies bloeddruk te laag  100  60 Raadpleeg uw arts 1. bloeddruk optimaal 100 - 130 60 - 80 Zelfcontrole 2. bloeddruk verhoogd 130 - 135 80 - 85 Zelfcontrole 3. bloeddruk te hoog 135 - 160 85 - 100 Win medisch advies in 4. bloeddruk gevaarlijk 160  100  Win dringend hoog medisch advies in! De evaluatie van de waarden zijn conform de tabel. Bijvoorbeeld: een waarde van de bloeddruk van 140/80 mmHg of een waarde van 130/90 mmHg toont «bloeddruk te hoog».  2. Belangrijke feiten m.b.t. atriumfibrillatie (AF) Wat is atriumfibrillatie? Normaal gesproken, trekt het hart zich samen en ontspant met regelmaat. Atriumfibrilleren treedt op doordat snelle, onregelmatige elektrische signalen door de bovenste hartkamers gaan (atria of boezems), en voor onregelmatig samentrekken zorgt (dit heet fibrillatie). Boezemfibrilleren is de meest voorkomende vorm van hartaritmie. Het veroorzaakt vaak geen symptomen, maar verhoogt wel het risico op een beroerte. Een arts kan u adviseren welke behandeling nodig is om de risico’s te beperken. Wie zou zich moeten screenen op atrumfibrilleren? AF screening wordt aanbevolen voor personen ouder dan 65 jaar, gezien de kans op het krijgen van een beroerte toeneemt naarmate men ouder wordt. AF screening wordt ook aanbevolen voor personen ouder dan 50 jaar met hoge bloeddruk (bijv. SYS hoger 50 dan 159 of DIA hoger dan 99), diabetespatiënten, patiënten met hartfalen of personen die eerder een beroerte hebben gehad. Jonge personen of gedurende een zwangerschap wordt het niet aanbevolen om op AF te screenen, gezien het fout-positieve resultaten kan genereren en onnodig angst kan veroorzaken. Ter aanvulling, jongere personen met AF hebben een laag risico op het krijgen van een beroerte ten opzichte van oudere personen. Bezoek onze website voor meer informatie: www.microlife.com/afib. Microlife AFIB detectie biedt de mogelijkheid om op een betrouwbare manier AF te ontdekken (alleen in AFIB/MAM modus) Het meten van uw eigen bloeddruk, en het vroegtijdig ontdekken van AFIB en hoge bloeddruk van uw familieleden, kan het risico op een beroerte tevens sterk reduceren. Met deze Microlife bloeddrukmonitor kunt u op een betrouwbare en eenvoudige manier uw bloeddruk meten en tegelijkertijd atriumfibrilleren opsporen. Risicofactoren die u zelf onder controle kunt krijgen Een vroege diagnose en adequate behandeling kan het risico op het krijgen van een beroerte significant reduceren. Regelmatig uw bloeddruk meten en screenen op AF, is een eerste stap richting een pro-actieve preventie tegen een beroerte. 3. Eerste gebruik van het apparaat Plaatsen van de batterijen Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, plaatst u eerst de batterijen. Het batterijcompartiment 6 bevindt zich aan de onderzijde van het apparaat. Plaats de batterijen (4 x 1.5 V, grootte AA), let hierbij op de aangegeven polariteit. Selecteer de juiste manchet Microlife heeft manchetten in verschillende maten. Selecteer de manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm (de gemeten omtrek rond het midden van de bovenarm). Manchetgrootte voor omtrek van de bovenarm S 17 - 22 cm M 22 - 32 cm M-L 22 - 42 cm L 32 - 42 cm L - XL 32 - 52 cm Voorgevormde «Easy» manchetten zijn optioneel verkrijgbaar voor een eenvoudige bevestiging en meer comfort.  alleen Microlife manchetten! NeemGebruik contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten   manchet 7 niet past. Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchetconnector 8 duw de connector 3 zo ver als mogelijk in het apparaat. Selecteren van de standaardmodus of AFIB/MAM modus Dit apparaat laat u kiezen tussen of standaard (standaard enkelvoudige meting) of modus AFIB/MAM (automatische drievoudige meting). Om standaard modus te selecteren, schuift u de AFIB/ MAM schakelaar 5 aan de zijkant van het apparaat in stand «1» en om AFIB/MAM modus te selecteren, schuift u deze schakelaar in stand «3». AFIB/MAM modus (sterk aanbevolen) In AFIB/MAM modus worden 3 metingen automatisch gestart en het resultaat wordt dan automatisch geanalyseerd en weergegeven. Omdat de bloeddruk variabel is, is een drievoudige meting betrouwbaarder dan een enkele meting. AF detectie wordt alleen in de AFIB/MAM modus geactiveerd.  Wanneer u de MAM stand selecteert, verschijnt het MAMsymbool AM in het display.  Het gedeelte rechtsonder in het display toont een 1, 2 of 3 om aan te geven welke van de 3 metingen momenteel genomen wordt.  Tussen de metingen wordt een rusttijd van 15 seconden aangehouden. Het aftellen wordt weergegeven in het scherm.  De individuele resultaten worden niet weergegeven. Uw bloeddruk zal alleen worden getoond nadat alle 3 de metingen zijn verricht.  Verwijder de manchet niet tussen de metingen.  Als een van de afzonderlijke metingen twijfelachtig was, dan wordt een vierde automatisch genomen. 4. Bloeddruk meten Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting 1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting. 2. Ga zitten op een stoel met rugsteun en ontspan voor 5 minuten. Houd uw voeten naast elkaar op de grond en zit niet met de benen over elkaar. 3. Meet altijd aan dezelfde arm (normaal links). Het wordt aanbevolen dat artsen bij een eerste bezoek van een patiënt beide armen meet om de te meten arm te bepalen. Aan de arm met de hogere bloeddruk moet worden gemeten. 4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen. BP A150 AFIB 5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt (markering arm omtrek staat vermeld op het manchet).  Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak.  Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is geplaatst.  De artery mark op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient op de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd.  Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is.  Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart. 6. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten. 7. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan, beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresultaat wordt getoond. Adem normaal en praat niet. 8. Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen. 9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool AP op het scherm. 10.Het resultaat, inclusief de systolische 9 en de diastolische AT bloeddruk en de hartslagfrequentie AK wordt weergegeven. Raadpleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige weergaven. 11.Indien de meting klaar is, verwijder de manchet. 12.Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na ongeveer. 1 min.). U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door op de AAN/UIT knop te drukken (bijv. wanneer u een ongemakkelijke of een onplezierige druk voelt). Als bekend is dat de systolische bloeddruk heel hoog is, kan het gunstig zijn de druk individueel in te stellen. Druk op de AAN/UIT knop nadat de monitor is opgepompt tot een niveau van ca. 30 mmHg (weergegeven in de display). Hou de knop ingedrukt totdat de druk ca 40 mmHg boven de verwachte waarde – laat dan de knop los.   5. De weergave van het AFIB symbool (alleen actief in AFIB/MAM modus) Dit apparaat is in staat om atriumfibrilleren (AF) op te sporen. Dit symbool AN geeft aan dat atriumfibrilleren werd gedetecteerd tijdens de metingen. Lees de volgende paragraaf voor informatie over het raadplegen van uw arts. 51 NL Informatie voor de dokter bij het consistent verschijnen van het AFIB symbool Dit apparaat is een oscillometrische automatische bloeddrukmonitor die tevens onregelmatigheid in de hartslagfrequentie registreert. Dit apparaat is klinisch gevalideerd. Het AFIB symbool wordt weergegeven na de meting indien atriumfibrilleren optreedt tijdens het meten. Indien het AFIB symbool in het display verschijnt na een volledige meetsessie (drievoudige meting), wordt geadviseerd een uur te wachten en de meetsessie te herhalen. Indien het AFIB symbool wederom verschijnt in het display, adviseren wij u medisch advies in te winnen. Indien het AFIB symbool wordt weergegeven in het scherm van de bloeddrukmonitor, is het een indicatie voor een mogelijke aanwezigheid van atriumfibrilleren. Echter, de diagnose atriumfibrilleren kan enkel worden gesteld door een cardioloog met behulp van een ECG interpretatie.   Hou de arm stil tijdens de meting om foutmeldingen te voorkomen. Personen met een pacemaker of defibrillator (ICD) is het mogelijk dat er geen of foutief atriumfibrilleren wordt gedetecteerd met dit apparaat. 6. Verkeerslichtindicatie in de weergave De balken aan de linkerkant van het display BT toont de range waarin de gemeten waarden liggen. Afhankelijk van de uitgelezen waarde optimaal (groen), verhoogd (geel), te hoog (oranje) of gevaarlijke hoog (rood) geeft het de overeenkomende kleur aan. Deze classificaties zijn gebaseerd op internationale richtlijnen (aan ESH, AHA, JSH), zoals beschreven in «sectie 1.». 7. Geheugenopslag Het apparaat slaat altijd het laatste resultaat aan het einde van de meting op. Om een waarde op te roepen, houdt u de ON/OFF knop ingedrukt 1 (het apparaat moet eerst zijn uitgeschakeld). Alle weergave-elementen worden nu getoond. Laat de knop los wanneer u de opgeslagen uitleeswaarde ziet en de letter «M» AL. 8. Batterij-indicator en batterijvervanging Batterijen bijna leeg Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterijsymbool AO knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het apparaat door zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen weldra vervangen. Batterijen leeg – vervanging Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AO knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen. 1. Maak het batterijcompartiment open 6 aan de onderzijde van het apparaat. 2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals getoond door de symbolen in het compartiment. Welke batterijen en welke werkwijze? Gebruik 4 nieuwe, long-life 1,5V, type AA alkaline batterijen. Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum is verstreken. Verwijder batterijen als het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden.    Gebruik van oplaadbare batterijen U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken. Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen! De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken (volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat). Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken! De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloeddrukmonitor! Laad deze batterijen op in een externe oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het opladen, onderhoud en duurzaamheid!     9. Gebruik van een netadapter U kunt dit apparaat met de Microlife netadapter (DC 6V, 600 mA) gebruiken. Gebruik alleen de origineel beschikbare Microlife netadapter voor uw voedingsspanning.  52  Controleer dat zowel de netadapter als de kabel niet beschadigd zijn. 1. Steek de adapter kabel in de netadapteraansluiting 4 van de bloeddrukmonitor. 2. Steek de netadapterstekker in de wandcontactdoos. Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt er geen batterijstroom gebruikt. 10. Foutmeldingen Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven. Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing «ERR 1» Signaal te De polsslag wordt onvoldoende doorgezwak geven door de manchet. Plaats de manchet opnieuw en herhaal de meting.* «ERR 2» Foutmelding Tijdens het meten zijn er fouten ontstaan, AR door bijvoorbeeld een beweging of samentrekking van een spier. Herhaal de meting terwijl u uw arm stil houdt. «ERR 3» Geen juiste Een adequate druk kan niet in de AS drukopbouw manchet worden geproduceerd. Er kan in de een lek in het manchet zijn. Controleer of manchet de manchet goed is aangesloten en niet te los om de arm zit. Vervang de batterijen indien nodig. Herhaal de meting. «ERR 5» Abnormaal De meetsignalen zijn onbetrouwbaar en resultaat daarom kan geen resultaat worden weergegeven. Neem het stappenplan door voor een betrouwbare meting en herhaal dan de metingen. «ERR 6» AFIB/MAM Er waren teveel fouten tijdens het meten in AFIB/MAM mode, wat het onmogelijk Modus maakt om een betrouwbaar resultaat weer te geven. Lees de controlelijst door voordat u betrouwbare metingen verricht en herhaal dan de metingen. «HI» Hartslag of De druk in de manchet is te hoog manchet(boven 299 mmHg) OF de hartslagfredruk te hoog quentie is te hoog (boven 200 slagen per minuut). Ontspan gedurende 5 minuten en herhaal de meting.* BP A150 AFIB Fout «LO» Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing Polsslag te De hartslagfrequentie is te laag (minder laag dan 40 slagen per minuut). Herhaal de meting.* * Neem a.u.b. onmiddelijk contact op met uw arts wanneer dit of enig ander probleem vaker optreedt. Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.».  11. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering  Veiligheid en bescherming  Volg de instructies voor correct gebruik. Deze documentatie voorziet u van belangrijke bedienings- en veiligheidsvoorschriften betreffende dit apparaat. Lees de documentatie zorgvuldig door vóór ingebruikname van het apparaat en bewaar het voor latere raadpleging.  Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuist gebruik.  Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voorzichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedieningsvoorschriften in acht beschreven in het hoofdstuk «Technische specificaties»!  Bescherm het tegen: - water en vochtigheid - extreme temperaturen - schokken en laten vallen - vervuiling en stof - direct zonlicht - warmte en kou  De manchet is kwetsbaar en moet met zorgvuldigheid worden behandeld.  Gebruik geen andere manchetten en/of manchetconnectors dan geleverd bij het apparaat.  Alleen de manchet oppompen wanneer het aan de arm is aangebracht.  Gebruik het apparaat niet dicht in de buurt van sterke elektromagnetische velden zoals mobiele telefoons of radioinstallaties. Zorg voor een afstand van minimaal 3,3 meter van dit soort apparaten, wanneer u dit apparaat in gebruik neemt. 53 NL  Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het beschadigd is of wanneer u tijdens het gebruik iets ongebruikelijks constateert.  Open het apparaat nooit.  Wanneer het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden moeten de batterijen worden verwijderd.  Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke paragrafen van dit boekje.  De gemeten resultaten met dit apparaat stellen geen diagnose. Het vervangt geen conslutatie van een arts, zeker niet wanneer symptomen niet overeenkomen. Vertouw niet enkel op het meetresultaat, neem altijd de overige symptomen in beschouwing, evenals de terugkoppling van de patient. Bij twijfel altijd contact opnemen met uw arts. Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden ingeslikt. Wees alert op het gevaar van verstrengeling, indien het apparaat is voorzien van kabels of slangen. Apparaatonderhoud Reinig het apparaat alleen met een zachte droge doek. Reinig de manchet Verwijder vlekken op de manchet met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel. WAARSCHUWING: Was de manchet nooit in de wasmachine en/of afwasmachine!  Nauwkeurigheidstest Wij adviseren om dit apparaat elke 2 jaar op nauwkeurigheid te laten testen of na mechanische schok (bijv. na een val). Neem a.u.b. contact op met uw Microlife importeur om een algemene functiecontrole aan te vragen (zie voorwoord). Verwijdering Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het huishoudelijke afval. 12. Garantie Dit apparaat heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoopdatum. De garantie is alleen van toepassing bij overhandigen van een garantiekaart ingevuld door de distributeur (zie achterzijde) of met een bevestiging van de aankoopdatum of kassabon.  Batterijen en slijtageonderdelen zijn niet inbegrepen. 54  Opening van of wijzigingen aan het apparaat maken de garantie ongeldig.  De garantie dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik, ontladen batterijen, ongelukken of het zich niet houden aan de bedieningsinstructies.  De manchet heeft een garantie van 2 jaar op de functionaliteit (opblaasbare gedeelte op luchtdichtheid). Neem contact op met uw Microlife importeur (zie voorwoord). 13. Technische specificaties Werkingscondities: 10 - 40 °C / 50 - 104 °F 15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid Bewaarcondities: -20 - +55 °C / -4 - +131 °F 15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid Gewicht: 393 g (inclusief batterijen) Afmetingen: 152 x 92 x 42 mm Meetprocedure: oscillometrisch, volgens de Korotkoff methode: Fase I systolisch Fase V diastolisch Meetbereik: 20 - 280 mmHg – bloeddruk 40 - 200 slagen per minuut – polsslag Manchetdruk weergave bereik: 0 - 299 mmHg Resolutie: 1 mmHg Statische druk binnen ± 3 mmHg nauwkeurigheid: Hartslagnauwkeurigheid: ±5 % van de weergegeven waarde Spanningsbron: 4 x 1,5V alkaline batterijen; type AA Netadapter DC 6V, 600 mA (optioneel) Levensduur batterij: ongeveer 920 metingen (met nieuwe batterijen) IP Klasse: IP20 Verwijzing naar EN 1060-1 /-3 /-4; IEC 60601-1; normen: IEC 60601-1-2 (EMC); IEC 60601-1-11 Verwachte Apparaat: 5 jaar of 10000 metingen levensduur: Accessoires: 2 jaar Dit apparaat komt overeen met de normen van de richtlijn medische hulpmiddelen 93/42/EEC. Technische wijzigingen voorbehouden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73

Microlife BP A150 AFIB Handleiding

Categorie
Bloeddruk eenheden
Type
Handleiding