BP A200 AFIB

Microlife BP A200 AFIB Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Microlife BP A200 AFIB Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
50
Weergave
Lees alvorens dit apparaat te gebruiken de instructies
aandachtig door.
Geleverd onderdeel type BF
Het bedoelde gebruik:
Deze oscillometrische bloeddrukmonitor is bedoeld voor het non-
invasief meten van bloeddruk bij personen van 12 jaar of ouder.
Dit apparaat is klinisch gevalideerd voor patiënten met hyper-
tensie, hypotensie, diabetes, zwangerschap, pre-eclampsie, athe-
rosclerose, end-stage renal disease, obesitas en voor ouderen.
Het apparaat kan een onregelmatige hartslag detecteren die wijst
op atriumfibrilleren (AF). Neem in acht, dat het apparaat niet
bedoeld is om een diagnose te stellen van AF. Een diagnose van
AF kan alleen worden bevestigd met een ECG. De patiënt wordt
geadviseerd een arts te raadplegen.
Geachte klant,
Deze bloeddrukmonitor is in samenwerking met artsen ontwikkeld
en klinische validatiestudies hebben aangetoond dat de meet-
nauwkeurigheid bijzonder hoog is.*
De Microlife bloeddrukmonitor met AFIB technologie is 's werelds
meest toonaangevende meettechniek voor het vroegtijdig
opsporen van atriumfibrilleren (AF) en/of arterial hypertensie. Dit
zijn twee belangrijke risicofactoren voor het krijgen van een
beroerte en/of hart-en vaatziekten in de toekomst. Voor zowel het
detecteren van atriumfibrilleren als hypertensie is het zeer belang-
rijk dat dit in een vroeg stadium gebeurd, ook al zijn er geen symp-
tomen. AF screening in het algemeen, dus ook met het Microlife
AFIB algoritme, wordt aanbevolen voor personen van 65 jaar of
ouder. Het AFIB algoritme geeft een indicatie dat er sprake kan
zijn van atriumfibrilleren. Het is dan ook aanbevolen om uw arts te
bezoeken wanneer het apparaat een AFIB symbool weergeeft na
de bloeddrukmetingen. Het AFIB algoritme van de Microlife bloed-
drukmonitor is uitvoerig onderzocht in diverse klinische studies
waarmee is aangetoond dat het apparaat atriumfibrilleren detec-
teert met een sensitiviteit van 97-100%.
1,2
Mocht u vragen hebben of wanneer u reserveonderdelen wilt
bestellen, neemt u dan contact op met uw Microlife importeur. De
verkoper zal u het adres van de Microlife importeur in uw land geven.
Natuurlijk kunt u ook de website www.microlife.nl raadplegen, waar
u waardevolle informatie kunt vinden over onze producten.
Blijf gezond – Microlife AG!
Microlife BP A200 AFIB
NL
1
AAN/UIT knop
2
M-knop (geheugen)
3
Display
4
Manchetaansluiting
5
Tijdknop
6
Manchet
7
Manchetconnector
8
Adapteraansluiting
9
USB poort
AT
Batterijcompartiment
AK
AFIB/MAM Schakelaar
AL
Datum/tijd
AM
Systolische waarde
AN
Diastolische waarde
AO
Hartslagfrequentie
AP
AFIB/MAM Modus
AQ
MAM Intervaltijd
AR
Batterijweergave
AS
Opgeslagen waarden
BT
Hartslag
BK
Atriumfibrilleren detectie (AFIB)
BL
Armbeweging indicator
BM
Manchetcontrole indicator
BN
Verkeerslichtweergave indicator
Droog houden
51BP A200 AFIB
NL
* Dit apparaat gebruikt o.a. dezelfde meettechnologie als het geva-
lideerde model «BP 3BTO-A» getest conform het British and Irish
Hypertension Society (BIHS) protocol.
1
Kearley K, Selwood M, Van den Bruel A, Thompson M, Mant D,
Hobbs FR et al.: Triage tests for identifying atrial fibrillation in
primary care: a diagnostic accuracy study comparing single-lead
ECG and modified BP monitors. BMJ Open 2014; 4:e004565.
2
Wiesel J, Arbesfeld B, Schechter D: Comparison of the Microlife
blood pressure monitor with the Omron blood pressure monitor for
detecting atrial fibrillation. Am J Cardiol 2014; 114:1046-1048.
Inhoudsopgave
1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten
hiervan
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
2. Belangrijke feiten m.b.t. atriumfibrillatie (AF)
Wat is atriumfibrillatie?
Wie zou zich moeten screenen op atrumfibrilleren?
Microlife AFIB detectie biedt de mogelijkheid om op een
betrouwbare manier AF te ontdekken (alleen in AFIB/MAM
modus)
Risicofactoren die u zelf onder controle kunt krijgen
3. Eerste gebruik van het apparaat
Plaatsen van de batterijen
Instellen van datum en tijd
Selecteer de juiste manchet
Selecteren van de standaardmodus of AFIB/MAM modus
AFIB/MAM modus
4. Bloeddruk meten
Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan
5. De weergave van het AFIB symbool (alleen actief in AFIB/
MAM modus)
6. Verkeerslichtindicatie in de weergave
7. PC-link functies
Installatie en data transmissie
8. Geheugenopslag
Bekijken van de opgeslagen waarden
Geheugen vol
Wis alle waarden
9. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Batterijen leeg – vervanging
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik van oplaadbare batterijen
10. Gebruik van een netadapter
11. Foutmeldingen
12. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwi-
jdering
Veiligheid en bescherming
Apparaatonderhoud
Reinig de manchet
Nauwkeurigheidstest
Verwijdering
13. Garantie
14. Technische specificaties
Garantiebon (zie achterzijde)
1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten
hiervan
Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen
stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee
waarden, de systolische (boven) waarde en de diastolische
(onder) waarde worden altijd gemeten.
Het apparaat geeft ook de hartslagfrequentie (het aantal
keren dat het hart per minuut slaat) aan.
Constante hoge bloeddruk kan nadelig zijn voor uw
gezondheid en moet door uw arts worden behandeld!
Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar
wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker
bent. Vertrouw nooit op een enkele bloeddrukwaarde.
Er zijn verschillende oorzaken voor hoge bloeddrukwaarden.
Uw arts kan de gemeten waarden met u doornemen en indien
nodig een behandeling voorstellen. Naast medicatie kan een
gezondere levensstijl ook leiden tot verlaging van de bloeddruk
(bijv. dieet en meer beweging).
Under no circumstances should you alter the dosages of
drugs or initiate a treatment without consulting your doctor.
Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloeddruk
onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag.
U
dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde rustige
omstandigheden te meten en wanneer u zich ontspannen
52
voelt!
Meet tenminste twee keer 's morgens en twee keer 's
avonds en Neem het gemiddelde van alle metingen.
Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar
genomen opvallend verschillende resultaten opleveren.
Daarom bevelen wij de MAM-technologie aan.
Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de
apotheek en die thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal, omdat
deze situaties volledig verschillend zijn.
Verschillende metingen geven een veel duidelijker beeld van
uw bloeddruk dan slechts één enkele meting. Daarom bevelen
wij de MAM-technologie aan.
Neem een korte rustpauze van minimaal 15 seconden tussen
twee metingen.
Als u een onregelmatige hartslag heeft, dienen metingen met
dit apparaat te worden geëvalueerd met uw arts.
De hartslagfrequentie is niet geschikt voor het controleren
van patiënten met een pacemaker!
Indien u zwanger bent adviseren wij u regelmatige uw bloed-
druk te meten, omdat uw bloeddruk drastisch kan veranderen
gedurende deze periode.
Deze meter is speciaal getest voor gebruik tijdens zwanger-
schap en pre-eclampsie. Wanneer u ongewoon hoge
metingen registreert, zou u de meting een tijd later moeten
herhalen (bijv. 1 uur). Indien de meting nog steeds te hoog
is, raadpleeg dan uw arts of gynaecoloog.
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
De evaluatie van de waarden zijn conform de tabel. Bijvoorbeeld:
een waarde van de bloeddruk van 140/80 mmHg of een waarde
van 130/90 mmHg toont «bloeddruk te hoog».
2. Belangrijke feiten m.b.t. atriumfibrillatie (AF)
Wat is atriumfibrillatie?
Normaal gesproken, trekt het hart zich samen en ontspant met
regelmaat. Atriumfibrilleren treedt op doordat snelle, onregelma-
tige elektrische signalen door de bovenste hartkamers gaan (atria
of boezems), en voor onregelmatig samentrekken zorgt (dit heet
fibrillatie). Boezemfibrilleren is de meest voorkomende vorm van
hartaritmie. Het veroorzaakt vaak geen symptomen, maar
verhoogt wel het risico op een beroerte. Een arts kan u adviseren
welke behandeling nodig is om de risico’s te beperken.
Wie zou zich moeten screenen op atrumfibrilleren?
AF screening wordt aanbevolen voor personen ouder dan 65 jaar,
gezien de kans op het krijgen van een beroerte toeneemt naar-
mate men ouder wordt. AF screening wordt ook aanbevolen voor
personen ouder dan 50 jaar met hoge bloeddruk (bijv. SYS hoger
dan 159 of DIA hoger dan 99), diabetespatiënten, patiënten met
hartfalen of personen die eerder een beroerte hebben gehad.
Jonge personen of gedurende een zwangerschap wordt het niet
aanbevolen om op AF te screenen, gezien het fout-positieve resul-
taten kan genereren en onnodig angst kan veroorzaken. Ter aanvul-
ling, jongere personen met AF hebben een laag risico op het krijgen
van een beroerte ten opzichte van oudere personen.
Bezoek onze website voor meer informatie: www.microlife.com/afib.
Microlife AFIB detectie biedt de mogelijkheid om op een
betrouwbare manier AF te ontdekken (alleen in AFIB/MAM
modus)
Het meten van uw eigen bloeddruk, en het vroegtijdig ontdekken
van AFIB en hoge bloeddruk van uw familieleden, kan het risico op
een beroerte tevens sterk reduceren. Met deze Microlife bloed-
drukmonitor kunt u op een betrouwbare en eenvoudige manier uw
bloeddruk meten en tegelijkertijd atriumfibrilleren opsporen.
Risicofactoren die u zelf onder controle kunt krijgen
Een vroege diagnose en adequate behandeling kan het risico op
het krijgen van een beroerte significant reduceren. Regelmatig uw
bloeddruk meten en screenen op AF, is een eerste stap richting
een pro-actieve preventie tegen een beroerte.
Tabel voor de classificatie van thuis bloeddruk meetwaarden bij
volwassenen in overeenstemming met de internationale richtlijnen
(ESH, ESC, JSH). Data in mmHg.
Bereik
Systo-
lisch
Diasto-
lisch Advies
1. bloeddruk normaal < 120 < 74 Zelfcontrole
2. bloeddruk opti-
maal
120 - 129 74 - 79 Zelfcontrole
3. bloeddruk
verhoogd
130 - 134 80 - 84 Zelfcontrole
4. bloeddruk te hoog 135 - 159 85 - 99 Win medisch
advies in
5. bloeddruk gevaar-
lijk hoog
160 100 Win dringend
medisch advies
in!
53BP A200 AFIB
NL
3. Eerste gebruik van het apparaat
Plaatsen van de batterijen
Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, plaatst u eerst de batterijen.
Het batterijcompartiment AT bevindt zich aan de onderzijde van
het apparaat. Plaats de batterijen (4 x 1.5 V, grootte AA), let hierbij
op de aangegeven polariteit.
Instellen van datum en tijd
1. Nadat de batterijen zijn geplaatst knippert het jaartal in het
scherm. U kunt het jaar instellen door op de M-knop 2 te
drukken. Om te bevestigen en vervolgens de maand in te
stellen, drukt u op de tijdknop 5.
2. Nu kunt u de maand instellen met de M-knop. Druk op de tijd-
knop om te bevestigen en stel dan de dag in.
3. Volg de bovenstaande instructies om dag, uur en minuten in te
stellen.
4. Zodra u de minuten heeft ingesteld en de tijdknop indrukt, zijn
de datum en tijd ingesteld en wordt de tijd weergegeven.
5. Als u de datum en de tijd wilt veranderen, houdt u de tijdknop
ingedrukt gedurende ca. 3 seconden totdat het jaartal begint te
knipperen. Nu kunt u nieuwe waarden invoeren zoals hierboven
beschreven.
Selecteer de juiste manchet
Microlife heeft manchetten in verschillende maten. Selecteer de
manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm
(de gemeten omtrek rond het midden van de bovenarm).
Voorgevormde manchetten zijn optioneel verkrijgbaar.
Gebruik alleen Microlife manchetten!
Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten
manchet 6 niet past.
Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchet-
connector 7 duw de connector 4 zo ver als mogelijk in het
apparaat.
Selecteren van de standaardmodus of AFIB/MAM modus
Dit apparaat laat u kiezen tussen of standaard (standaard enkel-
voudige meting) of modus AFIB/MAM (automatische drievoudige
meting). Om standaard modus te selecteren, schuift u de AFIB/
MAM schakelaar AK aan de zijkant van het apparaat in stand «1»
en om AFIB/MAM modus te selecteren, schuift u deze schakelaar
in stand «3».
AFIB/MAM modus
In AFIB/MAM modus worden 3 metingen automatisch gestart en
het resultaat wordt dan automatisch geanalyseerd en weerge-
geven. Omdat de bloeddruk variabel is, is een drievoudige meting
betrouwbaarder dan een enkele meting. AF detectie wordt alleen
in de AFIB/MAM modus geactiveerd.
Na het indrukken van de AAN/UIT knop 1, verschijnt het
MAM-symbool AP in het display.
Het gedeelte rechtsonder in het display toont een 1, 2 of 3 om aan
te geven welke van de 3 metingen momenteel genomen wordt.
Tussen de metingen wordt een rusttijd van 15 seconden aange-
houden. Het aftellen wordt weergegeven in het scherm.
De individuele resultaten worden niet weergegeven. Uw bloeddruk
zal alleen worden getoond nadat alle 3 de metingen zijn verricht.
Verwijder de manchet niet tussen de metingen.
Als een van de afzonderlijke metingen twijfelachtig was, dan
wordt een vierde automatisch genomen.
4. Bloeddruk meten
Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting
1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting.
2. Ga zitten op een stoel met rugsteun en ontspan voor 5 minuten.
Houd uw voeten naast elkaar op de grond en zit niet met de
benen over elkaar.
3. Meet altijd aan dezelfde arm (normaal links). Het wordt
aanbevolen dat artsen bij een eerste bezoek van een patiënt
beide armen meet om de te meten arm te bepalen. Aan de arm
met de hogere bloeddruk moet worden gemeten.
4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten
niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen.
5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt
(markering arm omtrek staat vermeld op het manchet).
Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak.
Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is geplaatst.
De
artery mark
op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient op
de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd.
Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is.
Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart.
6. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten.
Manchetgrootte voor omtrek van de bovenarm
S 17 - 22 cm
M 22 - 32 cm
M - L 22 - 42 cm
L 32 - 42 cm
L - XL 32 - 52 cm
54
7. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan,
beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresul-
taat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.
8. Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de
druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het
apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen.
9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool
BT
op het scherm.
10.Het resultaat, inclusief de systolische
AM
en de diastolische
AN
bloeddruk en de hartslagfrequentie
AO
wordt weergegeven. Raad-
pleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige weergaven.
11.Indien de meting klaar is, verwijder de manchet.
12.Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na
ongeveer. 1 min.).
Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan
Zodra de meting is uitgevoerd en het resultaat wordt weergegeven in
het display houdt u de AAN/UIT knop
1
ingedrukt totdat de «
M
»
AS
in het display knippert. Druk dan vervolgens op de M-knop
2
, dan
wordt de meting verwijderd en niet opgeslagen in het geheugen.
U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door
op de AAN/UIT knop te drukken (bijv. wanneer u een onge-
makkelijke of een onplezierige druk voelt).
Als bekend is dat de systolische bloeddruk heel hoog
is,
kan het gunstig zijn de druk individueel in te stellen. Druk op
de AAN/UIT knop nadat de monitor is opgepompt tot een
niveau van ca. 30 mmHg (weergegeven in de display). Hou
de knop ingedrukt totdat de druk ca 40 mmHg boven de
verwachte waarde – laat dan de knop los.
5. De weergave van het AFIB symbool (alleen actief in
AFIB/MAM modus)
Dit apparaat is in staat om atriumfibrilleren (AF) op te sporen. Dit
symbool BK geeft aan dat atriumfibrilleren werd gedetecteerd
tijdens de metingen. Lees de volgende paragraaf voor informatie
over het raadplegen van uw arts.
Indien atriumfibrilleren aanwezig is kan de diastolische
bloeddruk niet nauwkeurig zijn.
Hou de arm stil tijdens de meting om foutmeldingen te voor-
komen.
Personen met een pacemaker of defibrillator (ICD) is het
mogelijk dat er geen of foutief atriumfibrilleren wordt gede-
tecteerd met dit apparaat.
6. Verkeerslichtindicatie in de weergave
De balken aan de linkerkant van het display BN toont de range
waarin de gemeten waarden liggen. Afhankelijk van de uitgelezen
waarde optimaal (groen), verhoogd (geel), te hoog (oranje) of
gevaarlijke hoog (rood) geeft het de overeenkomende kleur aan.
Deze classificaties zijn gebaseerd op internationale richtlijnen
(aan ESH, ESC, JSH), zoals beschreven in «sectie 1.».
7. PC-link functies
De bloeddrukmonitor kan worden aangesloten op een personal
computer (PC) door middel van de Microlife Blood Pressure
Analyzer+ Software (BPA+) en USB-kabel. Het geheugen kan dan
worden uitgelezen.
Wanneer er geen download voucher of een kabel is bijgeleverd,
kunt u de software downloaden via onze site www.microlife.nl en
een Mini-B-5 pin connector USB-kabel gebruiken / bestellen.
Gedurende de verbinding, is de bloeddrukmonitor volledig
gecontroleerd door de computer.
Informatie voor de dokter bij het consistent verschijnen van
het AFIB symbool
Dit apparaat is een oscillometrische automatische bloeddrukmo-
nitor die tevens onregelmatigheid in de hartslagfrequentie regis-
treert. Dit apparaat is klinisch gevalideerd.
Het AFIB symbool wordt weergegeven na de meting indien
atriumfibrilleren optreedt tijdens het meten. Indien het AFIB symbool
in het display verschijnt na een volledige meetsessie (drievoudige
meting), wordt geadviseerd een uur te wachten en de meetsessie te
herhalen. Indien het AFIB symbool wederom verschijnt in het
display, adviseren wij u medisch advies in te winnen.
Indien het AFIB symbool wordt weergegeven in het scherm van
de bloeddrukmonitor, is het een indicatie voor een mogelijke
aanwezigheid van atriumfibrilleren. Echter, de diagnose atrium-
fibrilleren kan enkel worden gesteld door een cardioloog met
behulp van een ECG interpretatie.
55BP A200 AFIB
NL
8. Geheugenopslag
Dit apparaat slaat de laatste 200 meetwaarden op.
Bekijken van de opgeslagen waarden
Druk op de M-knop 2, wanneer het apparaat is uitgeschakeld. De
weergave toont eerst «M» AS en «A», wat staat voor het gemid-
delde van alle opgeslagen waarden.
Wederom op de M-knop drukken toont de vorige waarde. Door
nogmaals op de M-knop te drukken, kunt u door de meetresultaten
heen bladeren.
Geheugen vol
Let op dat de maximale geheugencapaciteit bedraagt 200
metingen.
Wanneer het geheugen vol is zal de oudste meting
automatisch overschreven worden.
Om gegevensverlies te
voorkomen, moeten waarden worden geëvalueerd door een arts
voordat de maximale geheugencapaciteit is bereikt.
Wis alle waarden
Als u zeker weet dat u alle waarden permanent wilt verwijderen,
dan houdt u de M-knop (het apparaat moet van te voren zijn uitge-
schakeld) ingedrukt totdat «CL» verschijnt en dan laat u de knop
los. Om het geheugen permanent te wissen, drukt u op de M-knop
terwijl «CL» knippert. Losse waarden kunnen niet worden gewist.
9. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool
AR
knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (gedeelte-
lijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het apparaat door
zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen weldra vervangen.
Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool
AR
knipperen
zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U
kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.
1. Maak het batterijcompartiment open AT aan de onderzijde van
het apparaat.
2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals
getoond door de symbolen in het compartiment.
3. Om de datum en de tijd in te stellen volg de procedure zoals
beschreven in «Paragraaf 3.».
Het geheugen bevat alle waarden alhoewel datum en tijd
gereset moeten worden – het jaartal knippert daarom auto-
matisch nadat de batterijen zijn vervangen.
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik
4
nieuwe, long-life 1,5V, type
AA
alkaline batterijen.
Gebruik ge en batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
Verwijder de batterijen als het apparaat voor een langere
tijd niet gebruikt gaat worden.
Gebruik van oplaadbare batterijen
U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken.
Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen!
De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als
het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet
in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken
(volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik
van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat).
Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan
bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken!
De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloed-
drukmonitor! Laad deze batterijen op in een externe
oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het
opladen, onderhoud en duurzaamheid!
10.Gebruik van een netadapter
U kunt dit apparaat met de Microlife netadapter (DC 6V, 600 mA)
gebruiken.
Gebruik alleen de origineel beschikbare
Microlife
netadapter
voor uw voedingsspanning.
Controleer dat zowel de netadapter als de kabel niet
beschadigd zijn.
1. Steek de adapter kabel in de netadapteraansluiting 8 van de
bloeddrukmonitor.
2. Steek de netadapterstekker in de wandcontactdoos.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt er geen batterij-
stroom gebruikt.
11.Foutmeldingen
Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt
een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven.
Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
«ERR 1» Signaal te
zwak
De polsslag wordt onvoldoende doorge-
geven door de manchet. Plaats de
manchet opnieuw en herhaal de meting.*
56
* Neem a.u.b. onmiddelijk contact op met uw arts wanneer dit of
enig ander probleem vaker optreedt.
Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan
a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.».
12.Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en
verwijdering
Veiligheid en bescherming
Volg de instructies voor correct gebruik. Deze documentatie
voorziet u van belangrijke bedienings- en veiligheidsvoor-
schriften betreffende dit apparaat. Lees de documentatie zorg-
vuldig door vóór ingebruikname van het apparaat en bewaar
het voor latere raadpleging.
Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel
zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt
door onjuist gebruik.
Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voor-
zichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedie-
ningsvoorschriften in acht beschreven in het hoofdstuk «Tech-
nische specificaties»!
Bescherm het tegen:
- water en vochtigheid
- extreme temperaturen
- schokken en laten vallen
- vervuiling en stof
- direct zonlicht
- warmte en kou
De manchet is kwetsbaar en moet met zorgvuldigheid worden
behandeld.
Gebruik geen andere manchetten en/of manchetconnectors
dan geleverd bij het apparaat.
Alleen de manchet oppompen wanneer het aan de arm is
aangebracht.
Gebruik het apparaat niet dicht in de buurt van sterke elektro-
magnetische velden zoals mobiele telefoons of radioinstalla-
ties. Zorg voor een afstand van minimaal 3,3 meter van dit soort
apparaten, wanneer u dit apparaat in gebruik neemt.
Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het bescha-
digd is of wanneer u tijdens het gebruik iets ongebruikelijks
constateert.
Open het apparaat nooit.
Wanneer het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat
worden moeten de batterijen worden verwijderd.
Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke para-
grafen van dit boekje.
De gemeten resultaten met dit apparaat stellen geen diagnose.
Het vervangt geen conslutatie van een arts, zeker niet wanneer
symptomen niet overeenkomen. Vertouw niet enkel op het
meetresultaat, neem altijd de overige symptomen in beschou-
wing, evenals de terugkoppling van de patient. Bij twijfel altijd
contact opnemen met uw arts.
«ERR 2»
BL
Foutmelding
Tijdens het meten zijn er fouten ontstaan,
door bijvoorbeeld een beweging of
samentrekking van een spier. Herhaal de
meting terwijl u uw arm stil houdt.
«ERR 3»
BM
Geen juiste
drukopbouw
in de
manchet
Een adequate druk kan niet in de
manchet worden geproduceerd. Er kan
een lek in het manchet zijn. Controleer of
de manchet goed is aangesloten en niet
te los om de arm zit. Vervang de batte-
rijen indien nodig. Herhaal de meting.
«ERR 5» Abnormaal
resultaat
De meetsignalen zijn onbetrouwbaar en
daarom kan geen resultaat worden
weergegeven. Neem het stappenplan
door voor een betrouwbare meting en
herhaal dan de metingen.
«ERR 6» AFIB/MAM
Modus
Er waren teveel fouten tijdens het meten
in
AFIB/MAM
mode, wat het onmogelijk
maakt om een betrouwbaar resultaat
weer te geven. Lees de controlelijst door
voordat u betrouwbare metingen verricht
en herhaal dan de metingen.
«HI» Hartslag of
manchet-
druk te hoog
De druk in de manchet is te hoog
(boven 299 mmHg) OF de hartslagfre-
quentie is te hoog (boven 200 slagen
per minuut). Ontspan gedurende
5 minuten en herhaal de meting.*
«LO» Polsslag te
laag
De hartslagfrequentie is te laag (minder
dan 40 slagen per minuut). Herhaal de
meting.*
Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
57BP A200 AFIB
NL
Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een
volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden
ingeslikt. Wees alert op het gevaar van verstrengeling,
indien het apparaat is voorzien van kabels of slangen.
Apparaatonderhoud
Reinig het apparaat alleen met een zachte droge doek.
Reinig de manchet
Verwijder vlekken op de manchet met een vochtige doek en een
mild reinigingsmiddel.
WAARSCHUWING: Was de manchet nooit in de wasma-
chine en/of afwasmachine!
Nauwkeurigheidstest
Wij adviseren om dit apparaat elke 2 jaar op nauwkeurigheid te
laten testen of na mechanische schok (bijv. na een val). Neem
a.u.b. contact op met uw Microlife importeur om een algemene
functiecontrole aan te vragen (zie voorwoord).
Verwijdering
Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens
de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het
huishoudelijke afval.
13.Garantie
Dit apparaat heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoopdatum.
Tijdens deze garantieperiode zal Microlife het defecte product
gratis repareren of vervangen.
Opening van of wijzigingen aan het apparaat maken de garantie
ongeldig.
De volgende items zijn uitgesloten van garantie:
Transportkosten en transportrisico's.
Schade veroorzaakt door onjuist gebruik of niet-naleving van
de gebruiksaanwijzing.
Schade veroorzaakt door lekkende batterijen.
Schade veroorzaakt door vallen of verkeerd gebruik.
Verpakkings- / opslagmateriaal en gebruiksaanwijzing.
Regelmatige controles en onderhoud (kalibratie).
Accessoires en verbruiksmaterialen: Batterijen, voedings-
adapter (optioneel).
De manchet is gedekt door een functionele garantie (strakheid van
de blaas) gedurende 2 jaar.
Als garantie nodig is, neem dan contact op met de dealer waar u
het product hebt gekocht, of met uw lokale Microlife service. Ukan
via onze website contact opnemen met uw lokale Microlife dealer:
www.microlife.com/support
De vergoeding is beperkt tot de waarde van het product. De
garantie wordt verleend als het volledige product wordt geretour-
neerd met de originele factuur. Reparatie of vervanging binnen de
garantie verlengt of verlengt de garantieperiode niet. De wettelijke
claims en rechten van consumenten zijn nietbeperkt door deze
garantie.
14.Technische specificaties
Dit apparaat komt overeen met de normen van de richtlijn medi-
sche hulpmiddelen 93/42/EEC.
Technische wijzigingen voorbehouden.
Werkingscondities: 10 - 40 °C / 50 - 104 °F
15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid
Bewaarcondities: -20 - +55 °C / -4 - +131 °F
15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid
Gewicht: 393 g (inclusief batterijen)
Afmetingen: 152 x 92 x 42 mm
Meetprocedure: oscillometrisch, volgens de Korotkoff
methode: Fase I systolisch Fase V dias-
tolisch
Meetbereik: 20 - 280 mmHg – bloeddruk
40 - 200 slagen per minuut – polsslag
Manchetdruk
weergave bereik: 0 - 299 mmHg
Resolutie: 1 mmHg
Statische
nauwkeurigheid: druk binnen ± 3 mmHg
Hartslagnauwkeurig-
heid: ±5 % van de weergegeven waarde
Spanningsbron:
4 x 1,5V alkaline batterijen; type AA
Netadapter DC 6V, 600 mA (optioneel)
Levensduur batterij: ongeveer 920 metingen (met nieuwe
batterijen)
IP Klasse: IP20
Verwijzing naar
normen:
EN 1060-1 /-3 /-4; IEC 60601-1;
IEC 60601-1-2 (EMC); IEC 60601-1-11
Verwachte
levensduur:
Apparaat: 5 jaar of 10000 metingen
Accessoires: 2 jaar
1/85