Microlife BP A7 Touch de handleiding

Categorie
Bloeddruk eenheden
Type
de handleiding
58
Weergave
Lees alvorens dit apparaat te gebruiken de instructies
aandachtig door.
Geleverd onderdeel type BF
Geachte klant,
Uw nieuwe
Microlife
bloeddrukmonitor is een betrouwbaar medisch
apparaat voor het doen van metingen aan de bovenarm. Het is
eenvoudig in gebruik, nauwkeurig en uitermate geschikt voor het
controleren van uw bloeddruk thuis. Deze bloeddrukmonitor is in
samenwerking met artsen ontwikkeld en klinische validatiestudies
hebben aangetoond dat de meetnauwkeurigheid bijzonder hoog is.*
De Microlife bloeddrukmonitor met AFIB technologie is 's werelds
meest toonaangevende meettechniek voor het vroegtijdig
opsporen van atriumfibrilleren (AFIB) en/of hypertensie. Dit zijn
twee belangrijke risicofactoren voor het krijgen van een beroerte
en/of hart-en vaatziekten in de toekomst. Voor zowel het detec-
teren van atriumfibrilleren als hypertensie is het zeer belangrijk dat
dit in een vroeg stadium gebeurd, ook al zijn er geen symptomen.
Adequate behandeling zal namelijk het risico op een beroerte sterk
doen afnemen. Het is dan ook aanbevolen om uw arts te bezoeken
wanneer het apparaat een AFIB symbool weergeeft na de bloed-
drukmetingen. Het AFIB algoritme van de Microlife bloeddrukmo-
nitor is uitvoerig onderzocht in diverse klinische studies waarmee
is aangetoond dat het apparaat atriumfibrilleren detecteert met
een sensitiviteit van 97-100%.
1,2
Lees deze handleiding zorgvuldig door zodat u alle functies en
veiligheidsinformatie begrijpt. Wij willen graag dat u tevreden bent
over het apparaat. Mocht u vragen hebben of wanneer u reserveon-
derdelen wilt bestellen, neemt u dan contact op met uw
Microlife
importeur. De verkoper zal u het adres van de
Microlife
importeur in
uw land geven. Natuurlijk kunt u ook de website www.microlife.nl
raadplegen, waar u waardevolle informatie kunt vinden over onze
producten.
Blijf gezond – Microlife AG!
* Dit apparaat gebruikt o.a. dezelfde meettechnologie als het gevali-
deerde model «BP 3BTO-A» getest conform het British Hypertension
Society (BHS) protocol.
1
Stergiou GS, Karpettas N, Protogerou A, Nasothimiou EG, &
Kyriakidis M. Diagnostic accuracy of a home blood pressure
monitor to detect atrial fibrillation. J Hum Hyperten 2009; 1-5.
2
Wiesel J, Fitzig L, Herschman Y, & Messineo FC Detection of
Atrial Fibrillation Using a Modified Microlife Blood Pressure
Monitor. Am J Hypertens 2009; 848-852.
Microlife BP A7 Touch
NL
1
Enter-toets
2
Weergave
3
Manchetaansluiting
4
Adapteraansluiting
5
Batterijcompartiment
6
Manchet
7
Manchetconnector
8
AFIB/MAM Schakelaar
9
+ «Achteruit» knop
AT
- «Vooruit» knop
AK
Lock-schakelaar
AL
USB poort
AM
START/STOP knop
AN
Datum/tijd
AO
M-knop (geheugen)
AP
Gebruikersindicator
AQ
Systolische waarde
AR
Diastolische waarde
AS
Hartslagfrequentie
BT
Batterijweergave
BK
Verkeerslichtweergave indicator
BL
Hartslag
BM
Atriumfibrilleren detectie (AFIB)
BN
AFIB/MAM Modus
BO
MAM Intervaltijd
BP
Manchetcontrole indicator
BQ
Armbeweging indicator
Droog houden
59BP A7 Touch
NL
Inhoudsopgave
1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
2. Belangrijke feiten m.b.t. atriumfibrillatie (AFIB)
Wat is atriumfibrillatie?
Wat zijn de gevolgen voor mij en mijn familie?
Microlife AFIB detectie biedt de mogelijkheid om op een
betrouwbare manier AFIB te ontdekken (alleen in AFIB/MAM
modus)
Risicofactoren die u zelf onder controle kunt krijgen
3. Eerste gebruik van het apparaat
Plaatsen van de batterijen
Instellen van datum en tijd
Selecteer de juiste manchet
Selecteren van de gebruiker
Selecteer de meetmodus: standaard of AFIB/MAM modus
AFIB/MAM modus (sterk aanbevolen)
4. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat
Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan
5. Het verschijnen van het AFIB symbool (alleen in AFIB/MAM
modus)
6. Verkeerslichtindicatie in de weergave
7. PC-link functies
Installatie en data transmissie
8. Geheugenopslag
Bekijken van de opgeslagen waarden
Geheugen vol
•Wis alle waarden
9. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Batterijen leeg – vervanging
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik van oplaadbare batterijen
10. Gebruik van een netadapter
11. Foutmeldingen
12. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering
Veiligheid en bescherming
Apparaatonderhoud
Reinig de manchet
Nauwkeurigheidstest
Verwijdering
13. Garantie
14. Technische specificaties
Garantiebon (zie achterzijde)
1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten
hiervan
Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen
stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee
waarden, de systolische (boven) waarde en de diastolische
(onder) waarde worden altijd gemeten.
Het apparaat geeft ook de hartslagfrequentie (het aantal
keren dat het hart per minuut slaat) aan.
Constante hoge bloeddruk kan nadelig zijn voor uw
gezondheid en moet door uw arts worden behandeld!
Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar
wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker
bent. Vertrouw nooit op een enkele bloeddrukwaarde.
Er zijn verschillende oorzaken voor hoge bloeddrukwaarden.
Uw arts kan de gemeten waarden met u doornemen en indien
nodig een behandeling voorstellen. Naast medicatie kan een
gezondere levensstijl ook leiden tot verlaging van de bloeddruk
(bijv. dieet en meer beweging).
Verander nooit de doseringen van de geneesmiddelen
zoals deze zijn voorgeschreven door uw arts!
Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloeddruk
onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag.
U
dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde rustige
omstandigheden te meten en wanneer u zich ontspannen
voelt!
Meet tenminste twee keer 's morgens en twee keer 's
avonds en Neem het gemiddelde van alle metingen.
Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar
genomen opvallend verschillende resultaten opleveren.
Daarom bevelen wij de MAM-technologie aan.
Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de
apotheek en die thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal, omdat
deze situaties volledig verschillend zijn.
Verschillende metingen geven een veel duidelijker beeld van
uw bloeddruk dan slechts één enkele meting. Daarom bevelen
wij de MAM-technologie aan.
Neem een korte rustpauze van minimaal 15 seconden tussen
twee metingen.
Als u een onregelmatige hartslag heeft, dienen metingen met
dit apparaat te worden geëvalueerd met uw arts.
60
De hartslagfrequentie is niet geschikt voor het controleren
van patiënten met een pacemaker!
Als u in verwachting bent moet u uw bloeddruk zeer nauwkeurig
in de gaten houden omdat de bloeddruk gedurende deze tijd
drastisch kan veranderen!
Deze bloeddrukmonitor is speciaal getest voor gebruik tijdens
de zwangerschap en pre-eclampsie. Indien u ongewoon
hoge waarden meet tijdens de zwangerschap, adviseren wij
u de meting
4
uur later te herhalen. Wanneer de meet-
waarden dan nog te hoog zijn dient u uw arts of gynaecoloog
te raadplegen.
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
De evaluatie van de waarden zijn conform de tabel. Bijvoorbeeld:
een waarde van de bloeddruk van 140/80 mmHg of een waarde
van 130/90 mmHg toont «bloeddruk te hoog».
2. Belangrijke feiten m.b.t. atriumfibrillatie (AFIB)
Wat is atriumfibrillatie?
Normaal gesproken, trekt het hart zich samen en ontspant met
regelmaat. Atriumfibrilleren treedt op doordat snelle, onregelmatige
elektrische signalen door de bovenste hartkamers gaan (atria of
boezems), en voor onregelmatig samentrekken zorgt (dit heet fibril-
latie). Boezemfibrilleren is de meest voorkomende vorm van harta-
ritmie of onregelmatige hartslag. Het veroorzaakt vaak geen symp-
tomen, maar verhoogt wel het risico op een beroerte. Een arts kan
u adviseren welke behandeling nodig is om de risico’s te beperken.
Wat zijn de gevolgen voor mij en mijn familie?
Mensen met boezemfibrilleren hebben een vijf keer zo hoge kans
op het krijgen van een beroerte. Gezien het risico op het krijgen
van een beroerte toeneemt naarmate men ouder wordt, adviseren
wij de AFIB screening voor personen ouder dan 65 jaar. Voor
personen vanaf 50 jaar met een hoge bloeddruk (hypertensie),
diabetes, coronair vaatlijden of die eerder een beroerte hebben
gehad wordt AFIB screening ook aangeraden. Vroegtijdige diag-
nose van boezemfibrilleren gevolgd door adequate behandeling
kan het risico op een beroerte aanzienlijk verminderen.
Voor jonge mensen is het niet aanbevolen om te screenen met
AFIB, het kan leiden tot vals positieve resultaten en onnodige
ongerustheid. Bovendien, jonge mensen met boezemfibrilleren
hebben een relatief laag risico op het krijgen van een beroerte in
vergelijking met oudere mensen.
Bezoek onze website voor meer informatie: www.microlife.nl.
Microlife AFIB detectie biedt de mogelijkheid om op een betrouw-
bare manier AFIB te ontdekken (alleen in AFIB/MAM modus)
Het meten van uw eigen bloeddruk, en het vroegtijdig ontdekken
van AFIB en hoge bloeddruk van uw familieleden, kan het risico op
een beroerte tevens sterk reduceren. Met deze Microlife bloed-
drukmonitor kunt u op een betrouwbare en eenvoudige manier uw
bloeddruk meten en tegelijkertijd atriumfibrilleren opsporen.
Risicofactoren die u zelf onder controle kunt krijgen
Hoge bloeddruk en atriumfibrilleren zijn aandoeningen die als
«controleerbare» risicofactoren worden omschreven. Kennis over
uw eigen bloeddrukwaarden en het vroegtijdig ontdekken van atri-
umfibrilleren is de eerste stap van actieve preventie.
3. Eerste gebruik van het apparaat
Plaatsen van de batterijen
Schakel de lock-schakelaar AK naar de «ontgrendel» positie. Het
batterijcompartiment 5 bevindt zich aan de onderzijde van het
apparaat. Plaats de batterijen (4 x 1.5 V, grootte AAA), let hierbij
op de aangegeven polariteit.
Instellen van datum en tijd
1. Nadat de batterijen zijn geplaatst knippert het jaartal in het
scherm. U kunt het jaar instellen door op de «+»
9
of de «-»
AT
knop. Om te bevestigen en vervolgens de maand in te stellen,
druk op enter
1
.
2. Druk op de «9 of de «-» AT knop om de maand te selec-
teren. Druk op enter 1 om te bevestigen en stel dan de dag in
te selecteren.
3. Volg de bovenstaande instructies om dag, uur en minuten in te
stellen.
Tabel voor de classificatie van thuis bloeddruk meetwaarden bij
volwassenen in overeenstemming met de internationale richtlijnen
(ESH, AHA, JSH). Data in mmHg.
Bereik
Systo-
lisch
Diasto-
lisch Advies
bloeddruk te laag
100
60
Raadpleeg uw arts
1. bloeddruk optimaal
100 - 130 60 - 80
Zelfcontrole
2. bloeddruk verhoogd
130 - 135 80 - 85
Zelfcontrole
3. bloeddruk te hoog
135 - 160 85 - 100
Win medisch
advies in
4. bloeddruk gevaarlijk
hoog
160
100
Win dringend
medisch advies in!
61BP A7 Touch
NL
4. Zodra u de minuten heeft ingesteld en de enter indrukt, zijn de
datum en tijd ingesteld en wordt de tijd weergegeven.
5. Als u de datum en de tijd wilt veranderen, houd u de Date/Time
(datum/tijd) AN ingedrukt gedurende ca. 3 seconden totdat het
jaartal begint te knipperen. Nu kunt u nieuwe waarden invoeren
zoals hierboven beschreven.
Selecteer de juiste manchet
Microlife heeft manchetten in verschillende maten. Selecteer de
manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm
(de gemeten omtrek rond het midden van de bovenarm).
Gebruik alleen Microlife manchetten!
Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten
manchet 6 niet past.
Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchet-
connector 7 duw de connector 3 zo ver als mogelijk in het
apparaat.
Selecteren van de gebruiker
Met dit apparaat kunt u de resultaten van 2 gebruikers opslaan.
Daarnaast is er een «gast modus» waarin de resultaten niet
worden opgeslagen.
Stel, vóór elke meting, de gebruikersindicator AP in voor de
juiste gebruiker: Gebruiker 1, 2 of gast modus.
Houd de gebruikersindicator
AP
ongeveer 2 sec. vast tot dat het
gebruikerssymbool knippert. Druk nogmaals op het gebruikers-
symbool om gebruiker 1, gebruiker 2 of gast modus te selecteren.
Wacht 2-3 seconden om u selectie te bevestigen.
De eerste persoon die meet dient gebruiker 1 te selecteren.
Selecteer de meetmodus: standaard of AFIB/MAM modus
Dit apparaat laat u kiezen tussen of standaard (standaard enkelvou-
dige meting) of modus AFIB/MAM (automatische drievoudige meting).
Om standaard modus te selecteren, schuift u de AFIB/MAM schake-
laar
8
aan de zijkant van het apparaat in stand «1» en om AFIB/MAM
modus te selecteren, schuift u deze schakelaar in stand «3».
AFIB/MAM modus (sterk aanbevolen)
In AFIB/MAM modus worden 3 metingen automatisch gestart en
het resultaat wordt dan automatisch geanalyseerd en weerge-
geven. Omdat de bloeddruk variabel is, is een drievoudige meting
betrouwbaarder dan een enkele meting. AFIB detectie wordt
alleen in de AFIB/MAM modus geactiveerd.
Wanneer u de MAM stand selecteert, verschijnt het MAM-
symbool BN in het display.
Het gedeelte rechtsonder in het display toont een 1, 2 of 3 om aan
te geven welke van de 3 metingen momenteel genomen wordt.
Er is een pauze van 15 seconden tussen de metingen
(15 seconden zijn adequaat volgens «Blood Pressure Monitoring,
2001, 6:145-147» voor oscillometrische bloeddrukmonitors). Het
aftellen toont de resterende tijd.
De individuele resultaten worden niet weergegeven. Uw bloeddruk
zal alleen worden getoond nadat alle 3 de metingen zijn verricht.
Verwijder de manchet niet tussen de metingen.
Als een van de afzonderlijke metingen twijfelachtig was, dan
wordt een vierde automatisch genomen.
4. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat
Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting
1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting.
2. Zit en ontspan minimaal 5 minuten voor het meten.
3. Meet altijd aan dezelfde arm (normaal links). Het wordt
aanbevolen dat artsen bij een eerste bezoek van een patiënt
beide armen meet om de te meten arm te bepalen. Aan de arm
met de hogere bloeddruk moet worden gemeten.
4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten
niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen.
5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt
(markering arm omtrek staat vermeld op het manchet).
Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak.
Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is
geplaatst.
De adermarkering op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient
op de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd.
Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is.
Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart.
6. Schakel de lock-schakelaar AK naar de «ontgrendel» positie.
Druk op de START/STOP knop AM om de meting te beginnen.
7. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan,
beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresul-
taat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.
Manchetgrootte voor omtrek van de bovenarm
S 17 - 22 cm
M 22 - 32 cm
M - L 22 - 42 cm
L 32 - 42 cm
L - XL 32 - 52 cm
62
8. Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de
druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het
apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen.
9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool
BL
op het scherm.
10.Het resultaat, inclusief de systolische AQ en de diastolische AR
bloeddruk en de hartslagfrequentie AS wordt weergegeven.
Raadpleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige
weergaven.
11.Indien de meting klaar is, verwijder de manchet.
12.Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na
ongeveer. 1 min.).
Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan
Zodra de meting is uitgevoerd en het resultaat wordt weergegeven in
het display houdt u de START/STOP knop
AM
ingedrukt totdat de «
M
»
AO
in het display knippert. Druk dan vervolgens op de M-knop
AO
, dan
wordt de meting verwijderd en niet opgeslagen in het geheugen.
U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door
op de START/STOP knop te drukken (bijv. wanneer u een
ongemakkelijke of een onplezierige druk voelt).
Als bekend is dat de systolische bloeddruk heel
hoog is, kan het gunstig zijn de druk individueel in te
stellen. Druk op de START/STOP knop nadat de monitor is
opgepompt tot een niveau van ca. 30 mmHg (weergegeven
in de display). Hou de knop ingedrukt totdat de druk ca 40
mmHg boven de verwachte waarde – laat dan de knop los.
5. Het verschijnen van het AFIB symbool (alleen in
AFIB/MAM modus)
Dit apparaat is in staat om atriumfibrilleren (AFIB) op te sporen. Dit
symbool
BM
geeft aan dat atriumfibrilleren werd gedetecteerd tijdens
de metingen. Indien het AFIB symbool in het display verschijnt na
een volledige meetsessie (drievoudige meting), wordt geadviseerd
een uur te wachten en de meetsessie te herhalen. Indien het AFIB
symbool wederom verschijnt in het display, adviseren wij u medisch
advies in te winnen. Als na de herhaalde metingen het AFIB symbool
niet meer wordt weergegeven is er geen reden tot bezorgdheid. In
dat geval wordt aanbevolen de volgende dag weer te meten.
Hou de arm stil tijdens de meting om foutmeldingen te voor-
komen.
De mogelijkheid dat dit apparaat geen AFIB detecteert bij
mensen met een pacemaker is aanwezig.
6. Verkeerslichtindicatie in de weergave
De balken aan de linkerkant van het display BK toont de range
waarin de gemeten waarden liggen. Afhankelijk van de uitgelezen
waarde optimaal (groen), verhoogd (geel), te hoog (oranje) of
gevaarlijke hoog (rood) geeft het de overeenkomende kleur aan.
Deze classificaties zijn gebaseerd op internationale richtlijnen
(aan ESH, AHA, JSH), zoals beschreven in «sectie 1.».
7. PC-link functies
De bloeddrukmonitor kan worden aangesloten op een personal
computer (PC) door middel van de
Microlife
Blood Pressure Analyzer
Software en USB-kabel. Het geheugen kan dan worden uitgelezen.
Wanneer er geen CD-rom of USB-kabel is bijgeleverd, kunt u de
software downloaden via onze site www.microlife.nl en een Mini-
B-5 pin connector USB-kabel gebruiken / bestellen.
Installatie en data transmissie
1. Doe CD in uw CD/DVD speler van uw PC. De installatie start dan
automatisch. Indien dit niet gebeurt, opent u «
SETUP.EXE
».
2. Sluit de bijgeleverde kabel pas aan als u de software heeft geïn-
stalleerd of de software daarom vraagt. Het is niet nodig om de
bloeddrukmonitor aan te zetten. 3 horizontale streepjes
verschijnen op het scherm en blijven daar voor 3 seconden.
Informatie voor de dokter bij het consistent verschijnen van
het AFIB symbool
Dit apparaat is een oscillometrische automatische bloeddrukmonitor
die tevens onregelmatigheid in de hartslagfrequentie registreert. Dit
apparaat is klinisch gevalideerd.
Het AFIB symbool wordt weergegeven na de meting indien atrium-
fibrilleren optreedt tijdens het meten. Indien het AFIB symbool in
het display verschijnt na een volledige meetsessie (drievoudige
meting), wordt geadviseerd een uur te wachten en de meetsessie
te herhalen. Indien het AFIB symbool wederom verschijnt in het
display, adviseren wij u medisch advies in te winnen.
Deze bloeddrukmonitor vervangt geen hartonderzoek, maar dient
ter ondersteuning van het vroegtijdig opsporen van atriumfibrilleren
dat vaak onopgemerkt blijft totdat een beroerte optreedt.
63BP A7 Touch
NL
3. De streepjes zullen gaan knipperen als teken dat de verbinding
tussen de bloeddrukmonitor en PC is geslaagd. Zolang de
kabel is aangesloten zullen de streepjes blijven knipperen en de
toetsen van de bloeddrukmonitor functioneren niet.
Gedurende de verbinding, is de bloeddrukmonitor volledig
gecontroleerd door de computer. Voor meer hulp adviseren
wij u de help knop van de software instructie op uw
computer te raadplegen.
8. Geheugenopslag
Dit apparaat heeft ruimte voor 99 metingen voor elk van de 2 gebrui-
kers. De metingen worden automatisch opgeslagen.
Bekijken van de opgeslagen waarden
Schakel de lock-schakelaar AK naar de «ontgrendelen» positie.
Selecteer gebruiker 1 of 2 met de gebruikersindicator AP. Druk kort
op de M-knop AO. Het scherm geeft een gemiddelde van de
metingen weer.
Wederom op de M-knop drukken toont de vorige waarde. Door
nogmaals op de M-knop te drukken, kunt u door de meetresultaten
heen bladeren.
Geheugen vol
Let op dat de maximale geheugencapaciteit van 99
metingen per gebruiker niet wordt overschreden. Wanneer
de 99 geheugenplaasten vol zijn, wordt de oudste
meting automatisch overschreven met de 100e meting.
Om gegevensverlies te voorkomen, kunnen de meet-
waarden worden geëvalueerd door uw arts voordat de
maximale geheugencapaciteit is bereikt.
Wis alle waarden
Controleer of u de juiste gebruiker heeft geselecteerd.
1. Ontgrendel de bloeddrukmonitor AK en selecteer 1 of 2 met de
gebruikersindicator AP.
2. Houd de M-knop AO ingedrukt totdat «CL» verschijnt en laat de
knop dan los.
3. Wanneer «CL» knippert druk dan op de M-knop om alle meet-
waarden permanent te verwijderen.
Om verwijdering te annuleren druk op de START/STOP
knop AM wanneer «CL» knippert.
Losse meetwaarden kunnen niet worden gewist.
9. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool
BT
knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (gedeelte-
lijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het apparaat door
zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen weldra vervangen.
Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool
BT
knipperen
zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U
kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.
1. Maak het batterijcompartiment open 5 aan de onderzijde van
het apparaat.
2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals
getoond door de symbolen in het compartiment.
3. Om de datum en de tijd in te stellen volg de procedure zoals
beschreven in «Paragraaf 3.».
Het geheugen bevat alle waarden alhoewel datum en tijd
gereset moeten worden – het jaartal knippert daarom auto-
matisch nadat de batterijen zijn vervangen.
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik 4 nieuwe, long-life 1,5V, type AAA alkaline batte-
rijen.
Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
Verwijder batterijen als het apparaat voor een langere tijd
niet gebruikt gaat worden.
Gebruik van oplaadbare batterijen
U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken.
Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen!
De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als
het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet
in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken
(volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik
van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat).
Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan
bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken!
De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloed-
drukmonitor! Laad deze batterijen op in een externe
oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het
opladen, onderhoud en duurzaamheid!
64
10.Gebruik van een netadapter
U kunt dit apparaat met de Microlife netadapter (DC 6V, 600 mA)
gebruiken.
Gebruik alleen de origineel beschikbare Microlife
netadapter voor uw voedingsspanning.
Controleer dat zowel de netadapter als de kabel niet
beschadigd zijn.
1. Steek de adapter kabel in de netadapteraansluiting 4 van de
bloeddrukmonitor.
2. Steek de netadapterstekker in de wandcontactdoos.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt er geen batterijstroom
gebruikt.
11.Foutmeldingen
Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt
een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven.
* Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander
probleem vaker optreedt.
Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan
a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.».
12.Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en
verwijdering
Veiligheid en bescherming
Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel zoals
in de gebruiksaanwijzing beschreven. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door
onjuist gebruik.
Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voor-
zichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedienings-
condities beschreven in de «Technische specificaties» paragraaf
in acht!
Bescherm het tegen:
- water en vochtigheid
- extreme temperaturen
- schokken en laten vallen
- vervuiling en stof
- direct zonlicht
- warmte en kou
De manchet is kwetsbaar en moet met zorgvuldigheid worden
behandeld.
Gebruik geen andere manchetten en/of manchetconnectors
dan geleverd bij het apparaat.
Alleen de manchet oppompen wanneer het aan de arm is
aangebracht.
Gebruik het apparaat niet dicht in de buurt van sterke elektro-
magnetische velden zoals mobiele telefoons of radioinstallaties.
Zorg voor een afstand van minimaal 3,3 meter van dit sort appa-
raten, wanneer u dit apparaat in gebruik neemt.
Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
«ERR 1» Signaal te
zwak
De polsslag wordt onvoldoende doorge-
geven door de manchet. Plaats de
manchet opnieuw en herhaal de meting.*
«ERR 2»
BQ
Foutmelding
Tijdens het meten zijn er fouten ontstaan,
door bijvoorbeeld een beweging of
samentrekking van een spier. Herhaal de
meting terwijl u uw arm stil houdt.
«ERR 3»
BP
Geen juiste
drukopbouw
in de
manchet
Een adequate druk kan niet in de
manchet worden geproduceerd. Er kan
een lek in het manchet zijn. Controleer of
de manchet goed is aangesloten en niet
te los om de arm zit. Vervang de batte-
rijen indien nodig. Herhaal de meting.
«ERR 5» Abnormaal
resultaat
De meetsignalen zijn onbetrouwbaar en
daarom kan geen resultaat worden
weergegeven. Neem het stappenplan
door voor een betrouwbare meting en
herhaal dan de metingen.
«ERR 6» AFIB/MAM
Modus
Er waren teveel fouten tijdens het meten
in
AFIB/MAM
mode, wat het onmogelijk
maakt om een betrouwbaar resultaat
weer te geven. Lees de controlelijst door
voordat u betrouwbare metingen verricht
en herhaal dan de metingen.
«HI» Hartslag of
manchet-
druk te hoog
De druk in de manchet is te hoog
(boven 300 mmHg) OF de hartslagfre-
quentie is te hoog (boven 200 slagen
per minuut). Ontspan gedurende
5 minuten en herhaal de meting.*
«LO» Polsslag te
laag
De hartslagfrequentie is te laag (minder
dan 40 slagen per minuut). Herhaal de
meting.*
Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
65BP A7 Touch
NL
Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het bescha-
digd is of wanneer u tijdens het gebruik iets ongebruikelijks
constateert.
Open het apparaat nooit.
Wanneer het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat
worden moeten de batterijen worden verwijderd.
Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke para-
grafen van dit boekje.
Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een
volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden
ingeslikt. Wees alert op het gevaar van verstrengeling,
indien het apparaat is voorzien van kabels of slangen.
Apparaatonderhoud
Reinig het apparaat alleen met een zachte droge doek.
Reinig de manchet
Verwijder vlekken op de manchet met een vochtige doek en een
mild reinigingsmiddel.
WAARSCHUWING: Was de manchet nooit in de wasma-
chine en/of afwasmachine!
Nauwkeurigheidstest
Wij adviseren om dit apparaat elke 2 jaar op nauwkeurigheid te
laten testen of na mechanische schok (bijv. na een val). Neem
a.u.b. contact op met uw Microlife importeur om een algemene
functiecontrole aan te vragen (zie voorwoord).
Verwijdering
Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens
de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het
huishoudelijke afval.
13.Garantie
Dit apparaat heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoopdatum.
De garantie is alleen van toepassing bij overhandigen van een
garantiekaart ingevuld door de distributeur (zie achterzijde) of met
een bevestiging van de aankoopdatum of kassabon.
Batterijen en slijtageonderdelen zijn niet inbegrepen.
Opening van of wijzigingen aan het apparaat maken de
garantie ongeldig.
De garantie dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk
gebruik, ontladen batterijen, ongelukken of het zich niet houden
aan de bedieningsinstructies.
De manchet heeft een garantie van 2 jaar op de functionaliteit
(opblaasbare gedeelte op luchtdichtheid).
Neem contact op met uw Microlife importeur (zie voorwoord).
14.Technische specificaties
Dit apparaat komt overeen met de normen van de richtlijn medische
hulpmiddelen 93/42/EEC.
Technische wijzigingen voorbehouden.
Werkingscondities: 10 - 40 °C / 50 - 104 °F
15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid
Bewaarcondities: -20 - +55 °C / -4 - +131 °F
15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid
Gewicht: 312 g (inclusief batterijen)
Afmetingen: 160 x 82 x 35 mm
Meetprocedure: oscillometrisch, volgens de Korotkoff
methode: Fase I systolisch Fase V dias-
tolisch
Meetbereik: 20 - 280 mmHg – bloeddruk
40 - 200 slagen per minuut– polsslag
Manchetdruk
weergave bereik: 0 - 299 mmHg
Resolutie: 1 mmHg
Statische
nauwkeurigheid: druk binnen ± 3 mmHg
Hartslagnauwkeurig-
heid: ±5 % van de weergegeven waarde
Spanningsbron:
4 x 1,5V alkaline batterijen; type AAA
Netadapter DC 6V, 600 mA (optioneel)
Levensduur batterij: ongeveer 400 metingen (met nieuwe
batterijen)
IP Klasse: IP20
Verwijzing naar
normen:
EN 1060-1 /-3 /-4; IEC 60601-1;
IEC 60601-1-2 (EMC); IEC 60601-1-11
Verwachte
levensduur:
Apparaat: 5 jaar of 10000 metingen
Accessoires: 2 jaar

Documenttranscriptie

Microlife BP A7 Touch 1 2 3 4 5 6 7 8 9 AT AK AL Enter-toets Weergave Manchetaansluiting Adapteraansluiting Batterijcompartiment Manchet Manchetconnector AFIB/MAM Schakelaar + «Achteruit» knop - «Vooruit» knop Lock-schakelaar USB poort Weergave AM START/STOP knop AN Datum/tijd AO M-knop (geheugen) AP Gebruikersindicator AQ Systolische waarde AR Diastolische waarde AS Hartslagfrequentie BT Batterijweergave BK Verkeerslichtweergave indicator BL Hartslag BM Atriumfibrilleren detectie (AFIB) BN AFIB/MAM Modus BO MAM Intervaltijd BP Manchetcontrole indicator BQ Armbeweging indicator Lees alvorens dit apparaat te gebruiken de instructies aandachtig door. Geleverd onderdeel type BF Droog houden 58 NL Geachte klant, Uw nieuwe Microlife bloeddrukmonitor is een betrouwbaar medisch apparaat voor het doen van metingen aan de bovenarm. Het is eenvoudig in gebruik, nauwkeurig en uitermate geschikt voor het controleren van uw bloeddruk thuis. Deze bloeddrukmonitor is in samenwerking met artsen ontwikkeld en klinische validatiestudies hebben aangetoond dat de meetnauwkeurigheid bijzonder hoog is.* De Microlife bloeddrukmonitor met AFIB technologie is 's werelds meest toonaangevende meettechniek voor het vroegtijdig opsporen van atriumfibrilleren (AFIB) en/of hypertensie. Dit zijn twee belangrijke risicofactoren voor het krijgen van een beroerte en/of hart-en vaatziekten in de toekomst. Voor zowel het detecteren van atriumfibrilleren als hypertensie is het zeer belangrijk dat dit in een vroeg stadium gebeurd, ook al zijn er geen symptomen. Adequate behandeling zal namelijk het risico op een beroerte sterk doen afnemen. Het is dan ook aanbevolen om uw arts te bezoeken wanneer het apparaat een AFIB symbool weergeeft na de bloeddrukmetingen. Het AFIB algoritme van de Microlife bloeddrukmonitor is uitvoerig onderzocht in diverse klinische studies waarmee is aangetoond dat het apparaat atriumfibrilleren detecteert met een sensitiviteit van 97-100%. 1,2 Lees deze handleiding zorgvuldig door zodat u alle functies en veiligheidsinformatie begrijpt. Wij willen graag dat u tevreden bent over het apparaat. Mocht u vragen hebben of wanneer u reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u dan contact op met uw Microlife importeur. De verkoper zal u het adres van de Microlife importeur in uw land geven. Natuurlijk kunt u ook de website www.microlife.nl raadplegen, waar u waardevolle informatie kunt vinden over onze producten. Blijf gezond – Microlife AG! * Dit apparaat gebruikt o.a. dezelfde meettechnologie als het gevalideerde model «BP 3BTO-A» getest conform het British Hypertension Society (BHS) protocol. 1 Stergiou GS, Karpettas N, Protogerou A, Nasothimiou EG, & Kyriakidis M. Diagnostic accuracy of a home blood pressure monitor to detect atrial fibrillation. J Hum Hyperten 2009; 1-5. Wiesel J, Fitzig L, Herschman Y, & Messineo FC Detection of Atrial Fibrillation Using a Modified Microlife Blood Pressure Monitor. Am J Hypertens 2009; 848-852. 2 Inhoudsopgave 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan • Hoe meet ik mijn bloeddruk? 2. Belangrijke feiten m.b.t. atriumfibrillatie (AFIB) • Wat is atriumfibrillatie? • Wat zijn de gevolgen voor mij en mijn familie? • Microlife AFIB detectie biedt de mogelijkheid om op een betrouwbare manier AFIB te ontdekken (alleen in AFIB/MAM modus) • Risicofactoren die u zelf onder controle kunt krijgen 3. Eerste gebruik van het apparaat • Plaatsen van de batterijen • Instellen van datum en tijd • Selecteer de juiste manchet • Selecteren van de gebruiker • Selecteer de meetmodus: standaard of AFIB/MAM modus • AFIB/MAM modus (sterk aanbevolen) 4. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat • Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan 5. Het verschijnen van het AFIB symbool (alleen in AFIB/MAM modus) 6. Verkeerslichtindicatie in de weergave 7. PC-link functies • Installatie en data transmissie 8. Geheugenopslag • Bekijken van de opgeslagen waarden • Geheugen vol • Wis alle waarden 9. Batterij-indicator en batterijvervanging • Batterijen bijna leeg • Batterijen leeg – vervanging • Welke batterijen en welke werkwijze? • Gebruik van oplaadbare batterijen 10. Gebruik van een netadapter 11. Foutmeldingen 12. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering • Veiligheid en bescherming • Apparaatonderhoud • Reinig de manchet • Nauwkeurigheidstest • Verwijdering BP A7 Touch 13. Garantie 14. Technische specificaties Garantiebon (zie achterzijde) 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan • Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee waarden, de systolische (boven) waarde en de diastolische (onder) waarde worden altijd gemeten. • Het apparaat geeft ook de hartslagfrequentie (het aantal keren dat het hart per minuut slaat) aan. • Constante hoge bloeddruk kan nadelig zijn voor uw gezondheid en moet door uw arts worden behandeld! • Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker bent. Vertrouw nooit op een enkele bloeddrukwaarde. • Er zijn verschillende oorzaken voor hoge bloeddrukwaarden. Uw arts kan de gemeten waarden met u doornemen en indien nodig een behandeling voorstellen. Naast medicatie kan een gezondere levensstijl ook leiden tot verlaging van de bloeddruk (bijv. dieet en meer beweging). • Verander nooit de doseringen van de geneesmiddelen zoals deze zijn voorgeschreven door uw arts! • Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloeddruk onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag. U dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde rustige omstandigheden te meten en wanneer u zich ontspannen voelt! Meet tenminste twee keer 's morgens en twee keer 's avonds en Neem het gemiddelde van alle metingen. • Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar genomen opvallend verschillende resultaten opleveren. Daarom bevelen wij de MAM-technologie aan. • Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de apotheek en die thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal, omdat deze situaties volledig verschillend zijn. • Verschillende metingen geven een veel duidelijker beeld van uw bloeddruk dan slechts één enkele meting. Daarom bevelen wij de MAM-technologie aan. • Neem een korte rustpauze van minimaal 15 seconden tussen twee metingen. • Als u een onregelmatige hartslag heeft, dienen metingen met dit apparaat te worden geëvalueerd met uw arts. 59 NL • De hartslagfrequentie is niet geschikt voor het controleren van patiënten met een pacemaker! • Als u in verwachting bent moet u uw bloeddruk zeer nauwkeurig in de gaten houden omdat de bloeddruk gedurende deze tijd drastisch kan veranderen! Deze bloeddrukmonitor is speciaal getest voor gebruik tijdens de zwangerschap en pre-eclampsie. Indien u ongewoon hoge waarden meet tijdens de zwangerschap, adviseren wij u de meting 4 uur later te herhalen. Wanneer de meetwaarden dan nog te hoog zijn dient u uw arts of gynaecoloog te raadplegen.  Hoe meet ik mijn bloeddruk? Tabel voor de classificatie van thuis bloeddruk meetwaarden bij volwassenen in overeenstemming met de internationale richtlijnen (ESH, AHA, JSH). Data in mmHg. Bereik bloeddruk te laag 1. bloeddruk optimaal 2. bloeddruk verhoogd 3. bloeddruk te hoog Systolisch  100 100 - 130 130 - 135 135 - 160 Diastolisch  60 60 - 80 80 - 85 85 - 100 Advies Raadpleeg uw arts Zelfcontrole Zelfcontrole Win medisch advies in 4. bloeddruk gevaarlijk 160  100  Win dringend hoog medisch advies in! De evaluatie van de waarden zijn conform de tabel. Bijvoorbeeld: een waarde van de bloeddruk van 140/80 mmHg of een waarde van 130/90 mmHg toont «bloeddruk te hoog». 2. Belangrijke feiten m.b.t. atriumfibrillatie (AFIB) Wat is atriumfibrillatie? Normaal gesproken, trekt het hart zich samen en ontspant met regelmaat. Atriumfibrilleren treedt op doordat snelle, onregelmatige elektrische signalen door de bovenste hartkamers gaan (atria of boezems), en voor onregelmatig samentrekken zorgt (dit heet fibrillatie). Boezemfibrilleren is de meest voorkomende vorm van hartaritmie of onregelmatige hartslag. Het veroorzaakt vaak geen symptomen, maar verhoogt wel het risico op een beroerte. Een arts kan u adviseren welke behandeling nodig is om de risico’s te beperken. Wat zijn de gevolgen voor mij en mijn familie? Mensen met boezemfibrilleren hebben een vijf keer zo hoge kans op het krijgen van een beroerte. Gezien het risico op het krijgen 60 van een beroerte toeneemt naarmate men ouder wordt, adviseren wij de AFIB screening voor personen ouder dan 65 jaar. Voor personen vanaf 50 jaar met een hoge bloeddruk (hypertensie), diabetes, coronair vaatlijden of die eerder een beroerte hebben gehad wordt AFIB screening ook aangeraden. Vroegtijdige diagnose van boezemfibrilleren gevolgd door adequate behandeling kan het risico op een beroerte aanzienlijk verminderen. Voor jonge mensen is het niet aanbevolen om te screenen met AFIB, het kan leiden tot vals positieve resultaten en onnodige ongerustheid. Bovendien, jonge mensen met boezemfibrilleren hebben een relatief laag risico op het krijgen van een beroerte in vergelijking met oudere mensen. Bezoek onze website voor meer informatie: www.microlife.nl. Microlife AFIB detectie biedt de mogelijkheid om op een betrouwbare manier AFIB te ontdekken (alleen in AFIB/MAM modus) Het meten van uw eigen bloeddruk, en het vroegtijdig ontdekken van AFIB en hoge bloeddruk van uw familieleden, kan het risico op een beroerte tevens sterk reduceren. Met deze Microlife bloeddrukmonitor kunt u op een betrouwbare en eenvoudige manier uw bloeddruk meten en tegelijkertijd atriumfibrilleren opsporen. Risicofactoren die u zelf onder controle kunt krijgen Hoge bloeddruk en atriumfibrilleren zijn aandoeningen die als «controleerbare» risicofactoren worden omschreven. Kennis over uw eigen bloeddrukwaarden en het vroegtijdig ontdekken van atriumfibrilleren is de eerste stap van actieve preventie. 3. Eerste gebruik van het apparaat Plaatsen van de batterijen Schakel de lock-schakelaar AK naar de «ontgrendel» positie. Het batterijcompartiment 5 bevindt zich aan de onderzijde van het apparaat. Plaats de batterijen (4 x 1.5 V, grootte AAA), let hierbij op de aangegeven polariteit. Instellen van datum en tijd 1. Nadat de batterijen zijn geplaatst knippert het jaartal in het scherm. U kunt het jaar instellen door op de «+» 9 of de «-» AT knop. Om te bevestigen en vervolgens de maand in te stellen, druk op enter 1. 2. Druk op de «+» 9 of de «-» AT knop om de maand te selecteren. Druk op enter 1 om te bevestigen en stel dan de dag in te selecteren. 3. Volg de bovenstaande instructies om dag, uur en minuten in te stellen. 4. Zodra u de minuten heeft ingesteld en de enter indrukt, zijn de datum en tijd ingesteld en wordt de tijd weergegeven. 5. Als u de datum en de tijd wilt veranderen, houd u de Date/Time (datum/tijd) AN ingedrukt gedurende ca. 3 seconden totdat het jaartal begint te knipperen. Nu kunt u nieuwe waarden invoeren zoals hierboven beschreven. Selecteer de juiste manchet Microlife heeft manchetten in verschillende maten. Selecteer de manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm (de gemeten omtrek rond het midden van de bovenarm). Manchetgrootte voor omtrek van de bovenarm S 17 - 22 cm M 22 - 32 cm M-L 22 - 42 cm L 32 - 42 cm L - XL 32 - 52 cm Gebruik alleen Microlife manchetten!  Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten manchet 6 niet past.  Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchetconnector 7 duw de connector 3 zo ver als mogelijk in het apparaat.  Selecteren van de gebruiker Met dit apparaat kunt u de resultaten van 2 gebruikers opslaan. Daarnaast is er een «gast modus» waarin de resultaten niet worden opgeslagen.  Stel, vóór elke meting, de gebruikersindicator AP in voor de juiste gebruiker: Gebruiker 1, 2 of gast modus.  Houd de gebruikersindicator AP ongeveer 2 sec. vast tot dat het gebruikerssymbool knippert. Druk nogmaals op het gebruikerssymbool om gebruiker 1, gebruiker 2 of gast modus te selecteren. Wacht 2-3 seconden om u selectie te bevestigen. De eerste persoon die meet dient gebruiker 1 te selecteren.  Selecteer de meetmodus: standaard of AFIB/MAM modus Dit apparaat laat u kiezen tussen of standaard (standaard enkelvoudige meting) of modus AFIB/MAM (automatische drievoudige meting). Om standaard modus te selecteren, schuift u de AFIB/MAM schakelaar 8 aan de zijkant van het apparaat in stand «1» en om AFIB/MAM modus te selecteren, schuift u deze schakelaar in stand «3». BP A7 Touch AFIB/MAM modus (sterk aanbevolen) In AFIB/MAM modus worden 3 metingen automatisch gestart en het resultaat wordt dan automatisch geanalyseerd en weergegeven. Omdat de bloeddruk variabel is, is een drievoudige meting betrouwbaarder dan een enkele meting. AFIB detectie wordt alleen in de AFIB/MAM modus geactiveerd. • Wanneer u de MAM stand selecteert, verschijnt het MAMsymbool BN in het display. • Het gedeelte rechtsonder in het display toont een 1, 2 of 3 om aan te geven welke van de 3 metingen momenteel genomen wordt. • Er is een pauze van 15 seconden tussen de metingen (15 seconden zijn adequaat volgens «Blood Pressure Monitoring, 2001, 6:145-147» voor oscillometrische bloeddrukmonitors). Het aftellen toont de resterende tijd. • De individuele resultaten worden niet weergegeven. Uw bloeddruk zal alleen worden getoond nadat alle 3 de metingen zijn verricht. • Verwijder de manchet niet tussen de metingen. • Als een van de afzonderlijke metingen twijfelachtig was, dan wordt een vierde automatisch genomen. 4. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting 1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting. 2. Zit en ontspan minimaal 5 minuten voor het meten. 3. Meet altijd aan dezelfde arm (normaal links). Het wordt aanbevolen dat artsen bij een eerste bezoek van een patiënt beide armen meet om de te meten arm te bepalen. Aan de arm met de hogere bloeddruk moet worden gemeten. 4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen. 5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt (markering arm omtrek staat vermeld op het manchet). • Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak. • Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is geplaatst. • De adermarkering op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient op de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd. • Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is. • Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart. 6. Schakel de lock-schakelaar AK naar de «ontgrendel» positie. Druk op de START/STOP knop AM om de meting te beginnen. 7. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan, beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresultaat wordt getoond. Adem normaal en praat niet. 61 NL 8. Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen. 9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool BL op het scherm. 10.Het resultaat, inclusief de systolische AQ en de diastolische AR bloeddruk en de hartslagfrequentie AS wordt weergegeven. Raadpleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige weergaven. 11.Indien de meting klaar is, verwijder de manchet. 12.Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na ongeveer. 1 min.). Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan Zodra de meting is uitgevoerd en het resultaat wordt weergegeven in het display houdt u de START/STOP knop AM ingedrukt totdat de «M» AO in het display knippert. Druk dan vervolgens op de M-knop AO, dan wordt de meting verwijderd en niet opgeslagen in het geheugen. U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door op de START/STOP knop te drukken (bijv. wanneer u een ongemakkelijke of een onplezierige druk voelt). Als bekend is dat de systolische bloeddruk heel hoog is, kan het gunstig zijn de druk individueel in te stellen. Druk op de START/STOP knop nadat de monitor is opgepompt tot een niveau van ca. 30 mmHg (weergegeven in de display). Hou de knop ingedrukt totdat de druk ca 40 mmHg boven de verwachte waarde – laat dan de knop los. Informatie voor de dokter bij het consistent verschijnen van het AFIB symbool Dit apparaat is een oscillometrische automatische bloeddrukmonitor die tevens onregelmatigheid in de hartslagfrequentie registreert. Dit apparaat is klinisch gevalideerd. Het AFIB symbool wordt weergegeven na de meting indien atriumfibrilleren optreedt tijdens het meten. Indien het AFIB symbool in het display verschijnt na een volledige meetsessie (drievoudige meting), wordt geadviseerd een uur te wachten en de meetsessie te herhalen. Indien het AFIB symbool wederom verschijnt in het display, adviseren wij u medisch advies in te winnen. Deze bloeddrukmonitor vervangt geen hartonderzoek, maar dient ter ondersteuning van het vroegtijdig opsporen van atriumfibrilleren dat vaak onopgemerkt blijft totdat een beroerte optreedt.     6. Verkeerslichtindicatie in de weergave 5. Het verschijnen van het AFIB symbool (alleen in AFIB/MAM modus) Dit apparaat is in staat om atriumfibrilleren (AFIB) op te sporen. Dit symbool BM geeft aan dat atriumfibrilleren werd gedetecteerd tijdens de metingen. Indien het AFIB symbool in het display verschijnt na een volledige meetsessie (drievoudige meting), wordt geadviseerd een uur te wachten en de meetsessie te herhalen. Indien het AFIB symbool wederom verschijnt in het display, adviseren wij u medisch advies in te winnen. Als na de herhaalde metingen het AFIB symbool niet meer wordt weergegeven is er geen reden tot bezorgdheid. In dat geval wordt aanbevolen de volgende dag weer te meten. 62 Hou de arm stil tijdens de meting om foutmeldingen te voorkomen. De mogelijkheid dat dit apparaat geen AFIB detecteert bij mensen met een pacemaker is aanwezig. De balken aan de linkerkant van het display BK toont de range waarin de gemeten waarden liggen. Afhankelijk van de uitgelezen waarde optimaal (groen), verhoogd (geel), te hoog (oranje) of gevaarlijke hoog (rood) geeft het de overeenkomende kleur aan. Deze classificaties zijn gebaseerd op internationale richtlijnen (aan ESH, AHA, JSH), zoals beschreven in «sectie 1.». 7. PC-link functies De bloeddrukmonitor kan worden aangesloten op een personal computer (PC) door middel van de Microlife Blood Pressure Analyzer Software en USB-kabel. Het geheugen kan dan worden uitgelezen. Wanneer er geen CD-rom of USB-kabel is bijgeleverd, kunt u de software downloaden via onze site www.microlife.nl en een MiniB-5 pin connector USB-kabel gebruiken / bestellen. Installatie en data transmissie 1. Doe CD in uw CD/DVD speler van uw PC. De installatie start dan automatisch. Indien dit niet gebeurt, opent u «SETUP.EXE». 2. Sluit de bijgeleverde kabel pas aan als u de software heeft geïnstalleerd of de software daarom vraagt. Het is niet nodig om de bloeddrukmonitor aan te zetten. 3 horizontale streepjes verschijnen op het scherm en blijven daar voor 3 seconden. 3. De streepjes zullen gaan knipperen als teken dat de verbinding tussen de bloeddrukmonitor en PC is geslaagd. Zolang de kabel is aangesloten zullen de streepjes blijven knipperen en de toetsen van de bloeddrukmonitor functioneren niet. Gedurende de verbinding, is de bloeddrukmonitor volledig gecontroleerd door de computer. Voor meer hulp adviseren wij u de help knop van de software instructie op uw computer te raadplegen.  8. Geheugenopslag Dit apparaat heeft ruimte voor 99 metingen voor elk van de 2 gebruikers. De metingen worden automatisch opgeslagen. Bekijken van de opgeslagen waarden Schakel de lock-schakelaar AK naar de «ontgrendelen» positie. Selecteer gebruiker 1 of 2 met de gebruikersindicator AP. Druk kort op de M-knop AO. Het scherm geeft een gemiddelde van de metingen weer. Wederom op de M-knop drukken toont de vorige waarde. Door nogmaals op de M-knop te drukken, kunt u door de meetresultaten heen bladeren. Geheugen vol Let op dat de maximale geheugencapaciteit van 99 metingen per gebruiker niet wordt overschreden. Wanneer de 99 geheugenplaasten vol zijn, wordt de oudste meting automatisch overschreven met de 100e meting. Om gegevensverlies te voorkomen, kunnen de meetwaarden worden geëvalueerd door uw arts voordat de maximale geheugencapaciteit is bereikt.  Wis alle waarden Controleer of u de juiste gebruiker heeft geselecteerd. 1. Ontgrendel de bloeddrukmonitor AK en selecteer 1 of 2 met de gebruikersindicator AP. 2. Houd de M-knop AO ingedrukt totdat «CL» verschijnt en laat de knop dan los. 3. Wanneer «CL» knippert druk dan op de M-knop om alle meetwaarden permanent te verwijderen. Om verwijdering te annuleren druk op de START/STOP knop AM wanneer «CL» knippert. Losse meetwaarden kunnen niet worden gewist.   BP A7 Touch 9. Batterij-indicator en batterijvervanging Batterijen bijna leeg Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterijsymbool BT knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het apparaat door zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen weldra vervangen. Batterijen leeg – vervanging Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool BT knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen. 1. Maak het batterijcompartiment open 5 aan de onderzijde van het apparaat. 2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals getoond door de symbolen in het compartiment. 3. Om de datum en de tijd in te stellen volg de procedure zoals beschreven in «Paragraaf 3.». Het geheugen bevat alle waarden alhoewel datum en tijd gereset moeten worden – het jaartal knippert daarom automatisch nadat de batterijen zijn vervangen.  Welke batterijen en welke werkwijze? Gebruik 4 nieuwe, long-life 1,5V, type AAA alkaline batterijen. Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum is verstreken. Verwijder batterijen als het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden.    Gebruik van oplaadbare batterijen U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken. Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen! De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken (volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat). Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken! De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloeddrukmonitor! Laad deze batterijen op in een externe oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het opladen, onderhoud en duurzaamheid!     63 NL 10. Gebruik van een netadapter U kunt dit apparaat met de Microlife netadapter (DC 6V, 600 mA) gebruiken. Gebruik alleen de origineel beschikbare Microlife netadapter voor uw voedingsspanning. Controleer dat zowel de netadapter als de kabel niet beschadigd zijn. 1. Steek de adapter kabel in de netadapteraansluiting 4 van de bloeddrukmonitor. 2. Steek de netadapterstekker in de wandcontactdoos. Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt er geen batterijstroom gebruikt.   11. Foutmeldingen Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven. Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing «ERR 1» Signaal te De polsslag wordt onvoldoende doorgezwak geven door de manchet. Plaats de manchet opnieuw en herhaal de meting.* «ERR 2» Foutmelding Tijdens het meten zijn er fouten ontstaan, BQ door bijvoorbeeld een beweging of samentrekking van een spier. Herhaal de meting terwijl u uw arm stil houdt. «ERR 3» Geen juiste Een adequate druk kan niet in de BP drukopbouw manchet worden geproduceerd. Er kan in de een lek in het manchet zijn. Controleer of manchet de manchet goed is aangesloten en niet te los om de arm zit. Vervang de batterijen indien nodig. Herhaal de meting. «ERR 5» Abnormaal De meetsignalen zijn onbetrouwbaar en resultaat daarom kan geen resultaat worden weergegeven. Neem het stappenplan door voor een betrouwbare meting en herhaal dan de metingen. «ERR 6» AFIB/MAM Er waren teveel fouten tijdens het meten in AFIB/MAM mode, wat het onmogelijk Modus maakt om een betrouwbaar resultaat weer te geven. Lees de controlelijst door voordat u betrouwbare metingen verricht en herhaal dan de metingen. 64 Fout «HI» Beschrijving Hartslag of manchetdruk te hoog Mogelijke oorzaak en oplossing De druk in de manchet is te hoog (boven 300 mmHg) OF de hartslagfrequentie is te hoog (boven 200 slagen per minuut). Ontspan gedurende 5 minuten en herhaal de meting.* «LO» Polsslag te De hartslagfrequentie is te laag (minder laag dan 40 slagen per minuut). Herhaal de meting.* * Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander probleem vaker optreedt. Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.».  12. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering  Veiligheid en bescherming • Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuist gebruik. • Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voorzichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedieningscondities beschreven in de «Technische specificaties» paragraaf in acht! • Bescherm het tegen: - water en vochtigheid - extreme temperaturen - schokken en laten vallen - vervuiling en stof - direct zonlicht - warmte en kou • De manchet is kwetsbaar en moet met zorgvuldigheid worden behandeld. • Gebruik geen andere manchetten en/of manchetconnectors dan geleverd bij het apparaat. • Alleen de manchet oppompen wanneer het aan de arm is aangebracht. • Gebruik het apparaat niet dicht in de buurt van sterke elektromagnetische velden zoals mobiele telefoons of radioinstallaties. Zorg voor een afstand van minimaal 3,3 meter van dit sort apparaten, wanneer u dit apparaat in gebruik neemt. • Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het beschadigd is of wanneer u tijdens het gebruik iets ongebruikelijks constateert. • Open het apparaat nooit. • Wanneer het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden moeten de batterijen worden verwijderd. • Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke paragrafen van dit boekje. Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden ingeslikt. Wees alert op het gevaar van verstrengeling, indien het apparaat is voorzien van kabels of slangen. Apparaatonderhoud Reinig het apparaat alleen met een zachte droge doek. Reinig de manchet Verwijder vlekken op de manchet met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel. WAARSCHUWING: Was de manchet nooit in de wasmachine en/of afwasmachine!  Nauwkeurigheidstest Wij adviseren om dit apparaat elke 2 jaar op nauwkeurigheid te laten testen of na mechanische schok (bijv. na een val). Neem a.u.b. contact op met uw Microlife importeur om een algemene functiecontrole aan te vragen (zie voorwoord). Verwijdering Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het huishoudelijke afval. 13. Garantie Dit apparaat heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoopdatum. De garantie is alleen van toepassing bij overhandigen van een garantiekaart ingevuld door de distributeur (zie achterzijde) of met een bevestiging van de aankoopdatum of kassabon. • Batterijen en slijtageonderdelen zijn niet inbegrepen. • Opening van of wijzigingen aan het apparaat maken de garantie ongeldig. • De garantie dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik, ontladen batterijen, ongelukken of het zich niet houden aan de bedieningsinstructies. BP A7 Touch • De manchet heeft een garantie van 2 jaar op de functionaliteit (opblaasbare gedeelte op luchtdichtheid). Neem contact op met uw Microlife importeur (zie voorwoord). 14. Technische specificaties Werkingscondities: Bewaarcondities: Gewicht: Afmetingen: Meetprocedure: Meetbereik: Manchetdruk weergave bereik: Resolutie: Statische nauwkeurigheid: Hartslagnauwkeurigheid: Spanningsbron: 10 - 40 °C / 50 - 104 °F 15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid -20 - +55 °C / -4 - +131 °F 15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid 312 g (inclusief batterijen) 160 x 82 x 35 mm oscillometrisch, volgens de Korotkoff methode: Fase I systolisch Fase V diastolisch 20 - 280 mmHg – bloeddruk 40 - 200 slagen per minuut– polsslag 0 - 299 mmHg 1 mmHg druk binnen ± 3 mmHg ±5 % van de weergegeven waarde 4 x 1,5V alkaline batterijen; type AAA Netadapter DC 6V, 600 mA (optioneel) Levensduur batterij: ongeveer 400 metingen (met nieuwe batterijen) IP Klasse: IP20 Verwijzing naar EN 1060-1 /-3 /-4; IEC 60601-1; normen: IEC 60601-1-2 (EMC); IEC 60601-1-11 Verwachte Apparaat: 5 jaar of 10000 metingen levensduur: Accessoires: 2 jaar Dit apparaat komt overeen met de normen van de richtlijn medische hulpmiddelen 93/42/EEC. Technische wijzigingen voorbehouden. 65 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Microlife BP A7 Touch de handleiding

Categorie
Bloeddruk eenheden
Type
de handleiding