65
• Controleer voor het verticaal verstekzagen of geen
enkel onderdeel van het gereedschap, met name
het zaagblad, de verschuifbare geleider raakt
wanneer de handgreep in elke positie volledig
omlaag en omhoog wordt gebracht en de slede
over het hele bereik wordt verschoven. Als het
zaagblad de verschuifbare geleider raakt, kan
terugslag of een onverwachte beweging van het
materiaal worden veroorzaakt met ernstig
persoonlijk letsel tot gevolg (zie afb. 32).
LET OP:
• Voor verticaal verstekzagen, schuift u de verschuifbare
geleider naar links en zet u deze vast zoals
aangegeven in de afbeelding. Als u dit niet doet, zal hij
het zaagblad of een onderdeel van het gereedschap
raken, waardoor ernstig persoonlijk letsel van de
gebruiker kan worden veroorzaakt.
Dit gereedschap is uitgerust met een verschuifbare
geleider die normaal gesproken in de stand moet staan
die is aangegeven in de afbeelding.
Echter, bij het links verticaal verstekzagen, schuift u de
verschuifbare geleider naar links, zoals aangegeven in de
afbeelding, als de zaagkop hem raakt.
Vergeet na het verticaal verstekzagen niet de
verschuifbare geleider terug te zetten in zijn
oorspronkelijke stand en stevig vast te zetten met behulp
van de klemschroef.
Verticale bankschroef (zie afb. 33)
De verticale bankschroef kan aan de linkerkant of aan de
rechterkant van de geleider worden aangebracht. Steek
de stang van de bankschroef in het gat in de geleider en
draai de schroef op de achterkant van de geleider vast om
de stang van de bankschroef vast te zetten.
Plaats de arm van de bankschroef overeenkomstig de
dikte en vorm van het werkstuk, en zet de arm van de
bankschroef vast door de schroef vast te draaien. Als de
schroef waarmee de arm van de bankschroef wordt
vastgezet de geleider raakt, draait u de schroef in de
tegenoverliggende zijde van de arm. Controleer of geen
enkel deel van het gereedschap in aanraking komt met de
bankschroef wanneer de handgreep helemaal omlaag
wordt gebracht en de slede helemaal naar voren of naar
achteren wordt getrokken of geduwd. Als enig deel van
het gereedschap de bankschroef raakt, verandert u de
positie van de bankschroef.
Duw het werkstuk glad tegen de geleider en de draaitafel.
Positioneer het werkstuk op de gewenste zaagpositie en
zet het stevig vast door de knop van de bankschroef vast
te draaien.
WAARSCHUWING:
• Het werkstuk moet bij ieder gebruik met behulp van
de bankschroef stevig worden vastgeklemd op de
draaitafel en tegen de geleider. Als het werkstuk niet
goed wordt vastgezet tegen de geleider, kan het tijdens
het zagen bewegen en zo het zaagblad beschadigen of
materiaal wegslingeren, en kunt u de controle over het
gereedschap verliezen en kan ernstig persoonlijk letsel
worden veroorzaakt.
Werkstuksteunen (zie afb. 34)
De werkstuksteunen kunnen zowel aan de linkerkant als
aan de rechterkant worden aangebracht om het werkstuk
op handige wijze horizontaal te houden. Steek de stangen
van de werkstuksteun helemaal in de gaten in de voeten
van het gereedschap. Zet de werkstuksteunen vervolgens
stevig vast met de schroeven.
WAARSCHUWING:
• Ondersteun altijd een lang werkstuk zodat het
gelijk zit met de bovenkant van de draaitafel om
precies te kunnen zagen en te voorkomen dat u de
controle over het gereedschap verliest. Door het
werkstuk goed te ondersteunen, voorkomt u dat het
zaagblad vastloopt en terugslag optreedt, waardoor
ernstig persoonlijk letsel kan worden veroorzaakt.
BEDIENING
KENNISGEVING:
• Vergeet niet vóór gebruik de handgreep te
ontgrendelen uit de onderste stand door de
vergrendelpen naar buiten te trekken.
• Oefen geen grote druk uit op de handgreep tijdens het
zagen. Een te hoge kracht kan leiden tot overbelasting
van de motor en/of minder efficiënt zagen. Duw de
handgreep met net voldoende kracht omlaag als nodig
is om soepel te zagen zonder dat de snelheid van het
zaagblad aanmerkelijk lager wordt.
• Duw de handgreep voorzichtig omlaag om de
zaagsnede te maken. Als u de handgreep met kracht
omlaag duwt of als laterale kracht wordt uitgeoefend,
zal het zaagblad trillen en een streep (brandplek) op
het werkstuk achterlaten, en zal de nauwkeurigheid
van de zaagsnede eronder lijden.
• Duw bij het schuivend zagen de slede voorzichtig naar
de geleider zonder te stoppen. Als tijdens het zagen
het schuiven van de slede wordt onderbroken, zal op
het werkstuk een streep worden achtergelaten en zal
de nauwkeurigheid van de zaagsnede eronder lijden.
WAARSCHUWING:
• Zorg ervoor dat het zaagblad het werkstuk niet
raakt, enz., voordat u het gereedschap inschakelt.
Door het gereedschap in te schakelen terwijl het zaagblad
het werkstuk raakt, kan terugslag optreden, waardoor
ernstig persoonlijk letsel kan worden veroorzaakt.
1. Rechtzagen (zagen van kleine werkstukken) (zie
afb. 35)
Werkstukken tot 90 mm hoog en 60 mm breed kunnen
op de volgende manier worden gezaagd.
Duw de slede helemaal naar de geleider en draai de
borgschroef rechtsom vast om de slede te
vergrendelen. Zet het werkstuk goed vast met een
geschikte bankschroef. Schakel het gereedschap in
zonder dat het zaagblad iets raakt en wacht tot het
zaagblad op volle snelheid draait voordat u de
handgreep omlaag brengt. Breng vervolgens de
handgreep voorzichtig helemaal omlaag om het
werkstuk te zagen. Nadat het zagen klaar is, schakelt
u het gereedschap uit en WACHT U TOTDAT HET
ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT STILSTAND IS
GEKOMEN voordat u het zaagblad omhoog brengt tot
in de hoogste stand.
WAARSCHUWING:
• Draai de knop stevig rechtsom zodat de draaitafel
tijdens het zagen niet kan bewegen. Door een
onvoldoende aangedraaide knop kan terugslag