68
BEDIENING
KENNISGEVING:
• Voordat u het gereedschap inschakelt, dient u het
handvat uit zijn omlaagpositie te halen door de aan-
slagpen naar buiten te trekken.
• Oefen tijdens het zagen geen overmatige druk op het
handvat uit. Wanneer u te hard drukt, kan de motor
overbelast raken en/of de zaagcapaciteit verminderen.
Druk alleen zo hard als nodig is voor soepel zagen zon-
der dat de draaisnelheid van het zaagblad aanzienlijk
vermindert.
• Druk het handvat zachtjes naar beneden om te zagen.
Indien het handvat met geweld omlaag wordt gedrukt
of zijwaartse druk erop wordt uitgeoefend, zal het
zaagblad trillen en een merkteken (zaagteken) in het
werkstuk achterlaten, en zal ook de zaagsnede minder
nauwkeurig zijn.
• Voor glijdend zagen duwt u de zaagslede langzaam en
zonder te stoppen naar de geleider. Als de slede tij-
dens het zagen wordt gestopt, zal een merkteken in het
werkstuk achterblijven en zal de zaagsnede minder
nauwkeurig zijn.
WAARSCHUWING:
• Zorg ervoor dat het zaagblad niet in aanraking is
met het werkstuk e.d. voordat u de trekschakelaar
indrukt. Wanneer u het gereedschap inschakelt terwijl
het zaagblad reeds het werkstuk aanraakt, kan dat lei-
den tot een terugslag en ernstig persoonlijk letsel.
1. Drukkend zagen (zagen van kleine werkstukken)
(Fig. 32)
Werkstukken die maximaal 52 mm hoog en 97 mm breed
zijn kunt u als volgt zagen.
Duw de slede zo ver mogelijk naar de geleider en zet de
slede vast door de twee klemschroeven van de slede-
stangen naar rechts vast te draaien. Klem het werkstuk
vast met het juiste type spanschroef. Schakel het
gereedschap in zonder dat het zaagblad met het werk-
stuk in contact is, en wacht totdat het zaagblad op volle
toeren draait. Breng dan het handvat langzaam omlaag
naar de laagste positie om het werkstuk te zagen. Nadat
het zagen is voltooid, schakelt u het gereedschap uit.
WACHT TOTDAT HET ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT
STILSTAND IS GEKOMEN alvorens het zaagblad naar
zijn hoogste positie terug te brengen.
WAARSCHUWING:
• Draai de twee klemschroeven die de sledestangen
vergrendelen stevig rechtsom vast zodat de slede
niet kan bewegen tijdens het gebruik. Door een
onvoldoende vast aangedraaide borgschroef kan een
terugslag worden veroorzaakt, wat kan leiden tot ern-
stig persoonlijk letsel.
2. Glijdend (duwend) zagen (zagen van brede werk-
stukken) (Fig. 33)
Draai de twee klemschroeven van de sledestangen naar
links los zodat de slede vrij kan bewegen. Zet het werk-
stuk vast met de spanschroef. Klem het werkstuk vast
met het juiste type spanschroef. Schakel het gereed-
schap in zonder dat het zaagblad met het werkstuk in
contact is, en wacht totdat het zaagblad op volle toeren
draait. Druk het handvat omlaag en DUW DE SLEDE
NAAR DE GELEIDER OM HET WERKSTUK TE
ZAGEN. Nadat het zagen is voltooid, schakelt u het
gereedschap uit. WACHT TOTDAT HET ZAAGBLAD
VOLLEDIG TOT STILSTAND IS GEKOMEN alvorens het
zaagblad naar zijn hoogste positie terug te brengen.
WAARSCHUWING:
• Bij het glijdend zagen, trekt u eerst de slede hele-
maal naar u toe en brengt u het handvat helemaal
omlaag, waarna u de slede helemaal naar de gelei-
der duwt. Begin nooit met zagen zonder de slede
helemaal naar u toe te trekken. Als u glijdend zaagt
zonder dat de slede helemaal naar u toe is getrokken,
kan een onverwachte terugslag optreden die kan leiden
tot ernstig persoonlijk letsel.
• Probeer nooit glijdend te zagen door de slede naar
u toe te trekken. Door de slede zagend naar u toe te
trekken, kan een onverwachte terugslag optreden die
kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
• Glijdend zagen mag nooit worden uitgevoerd terwijl het
handvat in de laagste positie is vergrendeld.
• Draai de vastzetknop van de slede nooit los terwijl
het zaagblad nog draait. Dit kan ernstige verwon-
ding veroorzaken. Een losse slede tijdens het zagen
kan een onverwachte terugslag veroorzaken die kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
3. Verstekzagen
Zie het gedeelte “Instellen van de verstekhoek” hierbo-
ven.
4. Schuine sneden zagen (Fig. 34)
Draai de hendel los en zet het zaagblad schuin om de
schuine hoek in te stellen (zie “Instellen van de schuine
hoek” hierboven). Draai daarna de hendel weer stevig
vast om de gekozen schuine hoek goed vast te houden.
Zet het werkstuk vast met een spanschroef. Zorg dat de
slede volledig naar u toe is getrokken. Schakel het
gereedschap in zonder dat het zaagblad met het werk-
stuk in contact is en wacht totdat het zaagblad op volle
toeren draait. Breng dan het handvat langzaam omlaag
naar de laagste positie door druk uit te oefenen evenwij-
dig met het zaagblad en DUW DE SLEDE NAAR DE
GELEIDER OM HET WERKSTUK TE ZAGEN. Nadat het
zagen is voltooid, schakelt u het gereedschap uit.
WACHT TOTDAT HET ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT
STILSTAND IS GEKOMEN alvorens het zaagblad naar
zijn hoogste positie terug te brengen.
WAARSCHUWING:
• Nadat het zaagblad is ingesteld op een schuine
snede, controleert u voordat u begint te zagen of de
slede en het zaagblad vrij kunnen bewegen over de
hele lengte van de te maken zaagsnede.
Wanneer
de beweging van de slede of het zaagblad tijdens het
zagen wordt onderbroken, kan een terugslag worden
veroorzaakt die kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
• Houd bij het maken van een schuine snede uw han-
den uit de buurt van het pad van het zaagblad. De
hoek van het zaagblad kan verwarrend werken op de
gebruiker met betrekking tot het werkelijke zaagpad dat
tijdens het zagen beschreven wordt, en aanraking van
het zaagblad zal leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
• Het zaagblad mag niet omhoog gebracht worden
voordat het volledig tot stilstand is gekomen. Tij-
dens het zagen van een schuine snede kan het afge-
zaagde deel van het werkstuk tegen het zaagblad
aanliggen. Als het zaagblad omhoog wordt gebracht
terwijl het nog ronddraait, kan het afgezaagde deel
door het zaagblad weggeslingerd worden waardoor het
uiteenvalt en ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken.