41
BELANGRIJKE RAADGEVINGEN
● Controleer na het uitpakken of het
toestel volledig en onbeschadigd is.
Gebruik het niet bij twijfel, maar wend
u tot een doorverkoper of roep er een
vakkundig technicus bij.
● De verpakkingsonderdelen (plastic
zakken, polystyreen, spijkers, sluits-
trips, enz.) moeten buiten het bereik
van kinderen worden gehouden, want
zij vormen een potentiele bron van
gevaar.
● Probeer mooit de technische kenmer-
ken van het toestel te veranderen
want dat kan gevaar inhouden.
● Ga nooit over tot onderhoud of reini-
ging van het toestel zonder dat u het
vooraf van het stroomnet heeft afge-
koppeld.
● Als u beslist het toestel niet meer te
gebruiken of als u uw oude toestel wil
opruimen, is het aanbevolen het eerst
onbruikbaar te maken op de manier
die is bepaald door de geldende nor-
men inzake gezondheids-en milieu-
bescherming. Onderdelen die een
gevaar voor kinderen kunnen beteke-
nen, moeten onschadelijk worden
gemaakt.
● Vermijd dat kinderen of onbekwamen
het toestel gebruiken zonder toezicht.
● Controleer nadat u het komfoor heeft
gebruikt of alle gasknoppen in de
gesloten stand staan en draai de
kraan van de toevoerleiding of gas-
fles dicht.
● Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat, vooral wanneer dit gebruikt
wordt.
● Tijdens en na het gebruik van de
oven bereiken enkele elementen en
delen van het fornuis zeer hoge tem-
peraturen (bijvoorbeeld het glas van
de ovendeur). Raak deze oververhitte
de!en niet aan.
●
Verwijder de eventueel aanwezige
beschermfolie van het komfoor voor-
dat u met het installeren begint.
●
Zet geen ontvlambare materialen in
de oven of in het accessoirevak, want
die zouden vlam kunnen vatten tij-
dens de werking van het apparaat.
●
Controleer of de kabels van andere
huishoudelijke apparaten in de buurt
van het fornuis niet in aanlaking
komen met de warme kookplaat of
vast blijven zitten tussen de oven-
deur.
●
Bekleed de ovenwanden in geen
geval met aluminiumfolie. Zet geen
bakblikken of ovenschalen op de
bodem van de oven.
●
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade die te
wijten is aan het oneigenlijke, foute of
onverstandige gebruik van het toe-
stel.
●
De componenten van het fornuis kun-
nen gerecycleerd en dus opnieuw
gebruikt worden. Voor verwerking
ervan als afval gelden de normen die
in het land waarin het apparaat
gebruikt wordt, van kracht zijn. In
geval van definitieve buitenbedrijfstel-
ling moet de voedingskabel worden
afgesneden.
EERSTE INGEBRUIKNEMING VAN
DE OVEN
Het is aanbevolen de volgende
instructies te volgen:
– Monteer de laterale roosters in de
oven zoals beschreven in het hoofd-
stuk “MONTEREN EN DEMONTE-
REN VAN DE ZIJPLATEN”.
– Plaats de roosters en de druippan.
– Verwarm de lege oven op maximaal
vermogen om alle vetsporen op de
verwarmingselementen te verwijde-
ren, zoals beschreven in het desbe-
treffende hoofdstuk.
– Reinig de binnenzijde van de oven
met een doek die u nat heeft
gemaakt met water en een neutraal
detergent. Droog grondig af.