M-system BPRF-960IX de handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

FR
BE
BPRF 960
BPRNF 960
CUISINIERE
AVEC MAXI FOUR
Mode d’emploi
Conseils pour l’installation
MAXI OVEN
FORNUIS
Gebruiks-en
Installatievoorschriften
MAXI OVEN
COOKER
Instruction for the use
Installation advice
2
BPRF 960
BPRNF 960 ANC
BPRNF 960 ANM
Das Handbuch ist auch in deutscher Sprache erhältlich
Deutsch
Gebruiks-en installatievoorschriften
Nederlands
Bladzijde 40
Mode d’emploi - Conseils pour l’installation
Français Page 3
Instruction for the use - Installation advice
English
Page 76
40
Lees de aanwijzingen met de grootste aandacht voordat u het apparaat installeert of
gebruikt.
LET OP: Dit apparaat moet in overeenstemming met de geldende voorschriften geïnstal-
leerd worden in een continu geventileerd vertrek.
Mevrouw, Juffrouw, Mijnheer,
U heeft onlangs een van onze fornuizen aangekocht en wij danken u
voor uw vertrouwen. Uw fornuis werd met de grootste zorg ontwor-
pen, vervaardigd en getest met het oog op uw volkomen tevredenheid.
Opdat u het optimaal zou kunnen gebruiken en de gewenste resultaten
zou bereiken, bevelen wij aan deze GEBRUIKSHANDLEIDING aan-
dachtig te lezen.
De instructies en wenken in deze handleiding zullen een doel-
treffende hulp zijn om alle kwaliteiten van uw nieuwe toestel te ont-
dekken.
Dit fornuis mag enkel worden gebruikt voor het doel waartoe het
werd ontworpen, met name de bereiding van eetwaren.
Alle ander gebruik dient als onjuist en gevaarlijk te worden
beschouwd.
Wij wijzen elke aansprakelijkhid van de hand in geval van schade
wegens onjuist, verkeerd of irrationnel gebruik van het toestel.
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE RAADGEVINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN
ELEKTRISCHE APPARATEN
Bij het gebruik van een elektrisch apparaat dient u enkele levensbelangrijke voorzorgs-
maatregelen in acht te nemen.
In het bijzonder:
raak het toestel nooit aan als uw handen of voeten vochtig zijn.
gebruik het toestel nooit als u blootsvoets bent.
vermijd dat kinderen of onbekwamen het toestel gebruiken zonder toezicht.
De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af bij schade veroorzaakt door onjuist, verkeerd
of irrationeel gebruik.
Gebrauchsanweisung Installationsanleitung
Nederlands
41
BELANGRIJKE RAADGEVINGEN
Controleer na het uitpakken of het
toestel volledig en onbeschadigd is.
Gebruik het niet bij twijfel, maar wend
u tot een doorverkoper of roep er een
vakkundig technicus bij.
De verpakkingsonderdelen (plastic
zakken, polystyreen, spijkers, sluits-
trips, enz.) moeten buiten het bereik
van kinderen worden gehouden, want
zij vormen een potentiele bron van
gevaar.
Probeer mooit de technische kenmer-
ken van het toestel te veranderen
want dat kan gevaar inhouden.
Ga nooit over tot onderhoud of reini-
ging van het toestel zonder dat u het
vooraf van het stroomnet heeft afge-
koppeld.
Als u beslist het toestel niet meer te
gebruiken of als u uw oude toestel wil
opruimen, is het aanbevolen het eerst
onbruikbaar te maken op de manier
die is bepaald door de geldende nor-
men inzake gezondheids-en milieu-
bescherming. Onderdelen die een
gevaar voor kinderen kunnen beteke-
nen, moeten onschadelijk worden
gemaakt.
Vermijd dat kinderen of onbekwamen
het toestel gebruiken zonder toezicht.
Controleer nadat u het komfoor heeft
gebruikt of alle gasknoppen in de
gesloten stand staan en draai de
kraan van de toevoerleiding of gas-
fles dicht.
Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat, vooral wanneer dit gebruikt
wordt.
Tijdens en na het gebruik van de
oven bereiken enkele elementen en
delen van het fornuis zeer hoge tem-
peraturen (bijvoorbeeld het glas van
de ovendeur). Raak deze oververhitte
de!en niet aan.
Verwijder de eventueel aanwezige
beschermfolie van het komfoor voor-
dat u met het installeren begint.
Zet geen ontvlambare materialen in
de oven of in het accessoirevak, want
die zouden vlam kunnen vatten tij-
dens de werking van het apparaat.
Controleer of de kabels van andere
huishoudelijke apparaten in de buurt
van het fornuis niet in aanlaking
komen met de warme kookplaat of
vast blijven zitten tussen de oven-
deur.
Bekleed de ovenwanden in geen
geval met aluminiumfolie. Zet geen
bakblikken of ovenschalen op de
bodem van de oven.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade die te
wijten is aan het oneigenlijke, foute of
onverstandige gebruik van het toe-
stel.
De componenten van het fornuis kun-
nen gerecycleerd en dus opnieuw
gebruikt worden. Voor verwerking
ervan als afval gelden de normen die
in het land waarin het apparaat
gebruikt wordt, van kracht zijn. In
geval van definitieve buitenbedrijfstel-
ling moet de voedingskabel worden
afgesneden.
EERSTE INGEBRUIKNEMING VAN
DE OVEN
Het is aanbevolen de volgende
instructies te volgen:
Monteer de laterale roosters in de
oven zoals beschreven in het hoofd-
stuk “MONTEREN EN DEMONTE-
REN VAN DE ZIJPLATEN”.
Plaats de roosters en de druippan.
Verwarm de lege oven op maximaal
vermogen om alle vetsporen op de
verwarmingselementen te verwijde-
ren, zoals beschreven in het desbe-
treffende hoofdstuk.
Reinig de binnenzijde van de oven
met een doek die u nat heeft
gemaakt met water en een neutraal
detergent. Droog grondig af.
42
1 - KOOKTAFEL
Afb. 1.1
ALGEMENE KARAKTERISTIEKEN:
1. Snelkookplaat (A) 1,00 kW
2. Halfsnelle brander (SR) 1,75 kW
3. Snelle brander (R) 3,00 kW
4. Superbrander met driedubbele krans (TC)3,50 kW
2
2
4
1
3
1
OPMERKING:
Elektrische ontsteking is ingebouwd in de bedieningsknoppen van de gasbranders.
43
2 - KNOPPENBORD
Afb. 2.1
A
U
T
O
123456789
KNOPPENBORD
Beschrijving van de bedieningsknoppen
1. Elektronische programmeereenheid
2. Keuzeknop voor de bediening van de oven
3.Thermostaatknop
4. Bedieningsknop brander links voor
5. Bedieningsknop brander links achter
6. Bedieningsknop brander middenvoor
7. Bedieningsknop brander middenachter
8.Bedieningsknop brander rechts achter
9. Bedieningsknop brander rechts voor
Controlelampje:
10. Temperatuurcontrolelampje van de oven
10
44
3 - KOOKTAFEL BEDIENINGSVOOR-SCHRIFT
GEBRUIK VAN DE BRANDERS
De gastoevoer naar de brander wordt
bediend door een knop (Afb. 3.1).
Door het merkteken op de knop rechto-
ver de verschillende symbolen op het
bedieningsbord te plaatsen bekomt
men:
- merkpunt : gesloten kraan
(uitgedoofde brander)
- merkpunt : vol debiet
(brander op maximum)
- merkpunt : vertraagd debiet
(brander op minimum)
Afb. 3.1
Afb. 3.2
ELEKTRISCHE ONTSTEKING
Om de branders aan te steken:
1 –
Om een brander te ontsteken moet u
de bijbehorende bedieningsknop
indrukken en naar de hoogste stand
(grote vlam ) draaien; houd de
bedieningsknop ingedrukt totdat de
brander aan is.
(Als de stroom is uitgevallen kunt u de
brander ontsteken door er een vlam
bij te houden).
2 – Regel de gaskraan op de gewenste
stand.
Als de branders met moeite ontbranden
vanwege de eigenschappen van het gas
dat het plaatselijke gasbedrijf levert, pro-
beer het dan met de knop op de laagste
stand.
Gebruik de hoogste stand om vloeistof
snel aan de kook te brengen en de laag-
ste stand voor het voorzichtig opwarmen
van voedsel en om vloeistof aan de kook
te houden.
Zet de bedieningsknop altijd op een stand
tussen de hoogste en de laagste stand,
en nooit tussen de hoogste en de geslo-
ten stand.
Controleer na het koken altijd of u
de bedieningsknop naar de geslo-
ten stand heeft teruggedraaid.
Wanneer u het komfoor niet
gebruikt is het verstandig om de
kraan op de gastoevoer dicht te
draaien.
45
KEUZE VAN BRANDERS
De positie van de branders staat aange-
duid op het bedieningsbord. Het sym-
bool met verschillende kleur of grafisme
duidt de brander aan die bediend wordt
door de kraan die zich er net onder
bevindt.
De brander dient gekozen te worden in
funktie van de diameter en de inhoud
van de gebruikte kookpan.
Ter inlichting: de branders en kookpan-
nen moeten volgens de hiernavolgende
aanduidingen gebruikt te worden:
Het is belangrijk dat de diameter van de
kookpan aangepast is aan het vermo-
gen van de brander teneinde het hoog
rendement van de branders zo goed
mogelijk te gebruiken en het onnodig
gasverbruik te vermijden. Een kleine
kookpan op een grote brander plaatsen
teneinde het gerecht vlugger aan de
kook te brengen, dient tot niets want de
warmteabsorptie blijft steeds dezelfde
tegenover het volume en de oppervlakte
van de braadpan.
Afb. 3.3
LUCHTSTRAAL
(koelventilator)
LUCHTSTRAAL
(koelventilator)
LUCHTSTRAAL
(koelventilator)
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE SNELLE BRANDER
Afb. 3.4
BRANDERS DIAMETER KOOKPANNEN
Hulpbrander 12 - 14 cm
Half-snelle 16 - 24 cm
Snelle 24 - 24 cm
Driedubbele kroon
26 - 28 cm
Gebruik geen pannen met een holle
of bolle bodem
46
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE DRIEVOUDIGE BRANDER (Afb. 3.5a - 3.5b)
Plaats een pan met een platte bodem rechtstreeks op de pannendrager.
Wanneer u een WOK pan gebruikt, moet u de meegeleverde standaard op de brander
plaatsen om een slechte werking van de drievoudige brander te voorkomen (Afb. 3.5a -
3.5b).
Afb. 3.5a
FOUT
Afb. 3.5b
GOED
47
4 - ELEKTRISCHE MULTIFUNKTIE OVEN
Opgelet :
Tijdens de werking van de oven is de
ovendeur warm.
Houdt de jonge kinderen op afstand.
ALGEMENE KENMERKEN
Zoals zijn naam het zegt, gaat het hier
om een oven die specifieke funktionele
kenmerken bezit Het is inderdaad moge-
lijk 7 verschillende funkties te gebruiken
om aan elke kookvereiste te voldoen.
Deze 7 funkties, met thermostatische
controle, worden verwezenlijkt door 4
verwarmingselementen:
Onderweerstand 1725 W
Bovenweerstand 1725 W
grillweerstand 2500 W
Ringvormige weerstand 2500 W
– Ventilatiemotor 25 W
– Ovenlamp 15 W
OPMERING:
Voor het eerste gebruik is het raadzaam
om de lege oven 30 minuten op stand
te laten werken en vervolgens nogmaals 30
minuten op de maximumtemperatuur (ther-
mostaatknop op 225°C) in de standen
en
, om alle sporen van vet van de ver-
warmingselementen te verwijderen.
Maak de oven en zijn accessoires schoon
met warm water en vloeibaar afwasmiddel.
WAARSCHUWING:
De deur is heet. Gebruik het handvat.
WERKINGSPRINCIPE
Het opwarmen en koken met de MULTI-
FUNKTIE oven gebeurt als volgt:
a. door natuurlijke convectie
De warmte wordt produceerd door de
boven- en onderweerstand.
b. door gedwongen convectie
Een turbine zuigt de lucht in de moffel
van de oven aan, stuwt deze door de
witgloeiende schroefgangen van een
elektrische weerstand en stuwt deze
weer in de moffel. De warme lucht -
alvorens weer aangezogen te worden
om dezelfde cyc/us te hernemen -
omhult de gerechten in de oven waar-
door deze vlug en volledig gaarge-
kookt worden.
Bovendien kan men verschillende
gerechten tegelijkertijd koken.
c. door semi-gedwongen convectie
De door de boven- en onderweerstand
geproduceerde warmte wordt door de
turbine in de oven verdeeld.
d. door straling
De warmte wordt door de infra-roods-
tralen van de grillweerstand uitge-
straald.
e. door straling en ventilatie
De door de infra-roodgrillweerstand
uitgestraalde warmte wordt door de
turbine in de oven verdeeld.
f. ventilatie
Het voedsel wordt zonder verwarming
door de ventilator ontdooid.
48
50
75
100
125
150
175
200
225
Afb. 4.1 Afb. 4.2
VERLICHTING
Bij het instellen van de knop in deze positie, licht het ovenlampje (15 W) op.
De oven blijft verlicht als de schakelaar op één van de funkties is ingesteld.
THERMOSTAAT (Afb. 4.2)
De verwarmingselementen van de oven worden ingeschakeld door de knop op de
gewenste funktie te plaatsen en door de thermostaatknop op de gewenste temperatuur in
te stellen.
De controle van de werking (ON-OFF) van de verwarmingselementen wordt uitgevoerd
door de thermostaat; zijn werking wordt aangegeven door het lampje op het knoppen-
bord.
TRADITIONEEL KOKEN-CONVECTIE
Werking van de onder- en bovenweerstand.
De warmte wordt door natuurlijke convectie verspreid en de temperatuur moet geregeld
worden van 50° tot 225 °C met de thermostaatknop. De oven dient voorverwarmd te wor-
den alvorens de gerechten in de oven te plaatsen.
Aangeraden Gebruik:
Voor gerechten die volledig gaargekookt moeten worden.
Vb: gebraad, varkensribben, schuimgebak (meringue).
BAKSTANDENSCHAKELAAR (Afb. 4.1)
Draai de knop met de klok mee om één van de bakstanden in te stellen.
49
ROOSTEREN MET DE GRILL
Werking van de elektrische weerstand met infra-roodstraling.
Met de ovendeur dicht gebruiken en met de thermostaatknop op een stand tussen 50° en
225°C voor ten hoogste 15 minuten en vervolgens op 175°C.
De grill niet langer dan 30 min. gebruiken.
Opgelet : tijdens de werking van de oven is de ovendeur warm. Houdt de jonge kinde-
ren op afstand.
Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “Gebruik van de grill”
Aangeraden Gebruik:
Traditioneel roosteren met de grill, braden, bruinen, gratineren, roosteren, enz.
KOKEN MET WARME LUCHT
Werking van de ringvormige weerstand en van de turbine.
De warmte wordt door gedwongen convectie verspreid en de temperatuur dient geregeld
te worden van 50° tot 225 °C d.m.v. de thermostaatknop. De oven moet niet voorver-
warmd worden.
Aangeraden Gebruik:
Voor gerechten die een goedgebakken korstje moeten hebben en binnen zacht of roze
dienen te zijn.
Vb.: lasagne, lamsvlees, rosbif, gehele vissen, enz.
ONTVRIEZEN VAN INGEVRO REN VOEDINGSMIDDELEN
Enkel werking van de ovenventilator.
Te gebruiken met de thermostaatknop op stand
daar elke andere stand geen enkele
uitwerking heeft.
Het ontvriezen gebeurt door de ventilatie, zonder verwarming.
Aangeraden Gebruik:
Om snel de ingevroren gerechten te ontvriezen.
Ongeveer één uur per kilo.
De duur variëert in funktie van de kwaliteit en het soort te ontvriezen voedingsmiddelen.
50
WARMHOUDEN VAN GEKOOKTE GERECHTEN OF ZACHTJES OPWARMEN VAN GERECHTEM
Werking van de bovenweerstand, van de ringvormige weerstand en de turbine.
De warmte wordt verspreid door gedwongen convectie, met meer intensiteit op het
niveau van de bovenweerstand.
De temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 140°C met de thermostaatknop.
Aangeraden Gebruik:
Om vooraf gekookte gerechten warm te houden. Om zachtjes de reeds gekookte gerech-
ten op te warmen.
KOKEN MET GEVENTILEERDE GRILL
Werking van de infra-roodgrillweerstand en de turbine.
De warmte wordt hoofdzakelijk verspreid door straling en de ventilator verdeelt de warm-
te over de ganse oven.
De temperatuur moet d.m.v. de thermostaatknop worden geregeld
op een stand tussen 50° en 175° (voor maximaal 30 minuten).
De oven moet voorverwarmd worden gedurende 5 minuten.
Attentie: Voor gebruik moet de deut-van de oven gesloten zijn.
Attentie: tijdens het gebruik wordt de ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “ROOSTEREN EN GRATINEREN” .
Aangeraden Gebruik:
Voor het roosteren van gerechten waarvan de buitenkant gebruind moet worden om het
vleessap binnenin te behouden. Vb: kalfsbiefstuk, entre-côte, hamburger, enz.
KOKEN MET GEDWONGEN CONVECTIE
Werking van de onder- en bovenweerstand en van de turbine.
De boven-en onderwarmte wordt in de oven verdeeld door semi gedwongen convectie.
De temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 225 ° C met de thermostaatknop.
Aangeraden Gebruik:
Voor grote hoeveelheden en grotere volumes die gelijkmatig moeten gebakken of gebra-
den worden.
Vb.: roulades, kalkoen, lamsbout, taart, enz.
51
KOOKWENKEN
STERILISEREN
Het steriliseren van levensmiddelen in
bokalen gebeurt als volgt (volle bokalen,
hermetisch gesloten):
a. de schakelaar op stand plaatsen;
b. de thermostaatknop op stand 185 °C
plaatsen en de oven voorverwarmen;
c. de druipplaat met warm water vullen;
d. de bokalen op de druipplaat zetten en
erop letten dat ze elkaar niet raken;
de deksels bevochtigen met water; de
ovendeur sluiten en de thermostaat-
knop op stand 135 °C plaatsen.
Wanneer het steriliseren begint, t.w.
wanneer er luchtbellen in de bokalen
gevormd wor den, de oven uitschakelen
en laten afkoelen.
VERBETEREN
De schakelaar op stand plaatsen en
de thermostaatknop op stand 150 °C.
Brood wordt weer knappend vers als
men het ongeveer 10 minuten in de oven
plaatst nadat het lichtjes bevochtigd
werd.
BRADEN
Om op de klassieke manier te braden
(gaar gebakken) volstaat het volgende
punten in acht te nemen:
– de oventemperatuurinstellen tussen
180° en 200 ° C .
– de hoeveelheid en de kwaliteit van het
vlees.
SIMULTAAN KOKEN
De standen
en
de MULTIFUNK-
TIE oven laten toe verschillende hete-
rogene bereidingen simultaan te koken.
Aldus kan men tezelfdertijd verschillen-
de gerechten koken zoals vb. vis, taart
en vlees zonder dat de aroma’s en sma-
ken zich vermengen.
Dit is mogelijk omdat de dampen en vet-
ten geoxydeerd worden door de elektri-
sche weerstand en zich dus niet kunnen
afzetten op de gerechten.
De enige te nemen voorzorgen zijn:
– de kooktemperaturen moeten zo dicht
mogelijk bij elkaar liggen met een ver-
schil van maximum 20° tot 25 °C tus-
sen de extreem vereiste temperaturen
voor de verschillende gerechten;
– de gerechten zullen op verschillende
tijdstippen in de oven geplaast wor-
den, rekening houdend met de ver-
schillende kookduur.
Het resultaat van deze kookwijze is een
evidente energie en tijdbesparing.
52
Ter informatie geven we in volgende
tabel enkele gerechten met hun berei-
dingstemperauren in °C.
Tijd en temperatuur schommelen afhan-
kelijk van de hoeveelheid en de grootte
van de stukken.
GERECHTEN TEMPERATUUR
Savoiegebakjes 150°
Chocoladecake 150°
Rijst in de oven 150°
Konijnepastei 175°
Kaassoufflé 175°
Rundsvlees met uitjes 175°
Macaronikrans 175°
Vier-vierde gebak 175°
Karamelvla 175°
Gevulde tomaten 200°
Pizza 200°
Zeebrasem met uitjes 200°
Forel met amandelen 200°
Wijting in de oven 200°
Eend 200°
Aardappelen in de oven 200°
Appeltaart 200°
Soezendeeg 200°
Geroosterde paprika’s 200°
Kalfskotelet 200°
Varkenskotelet 200°
Lamskotelet 225°
Kalfsgebraad 225°
Kippegebraad 225°
Appelen in de oven 225°
Eieren in vuurvaste schoteltjes 225°
Omelet 225°
Rundsgebraad 225°
Lamsbout 225°
Lamsschouder 225°
Gegratineerde macaroni 225°
ROOSTEREN EN GRATINEREN
Met de schakelaar op stand kan het
roosteren zonder braadspit gbeuren,
daar delucht volledig rond de gerechten
verspreid wordt. De thermostaatknop op
stand 175°C plaatsen en na voorverwar-
ming van de oven de gerechten op het
rooster plaatsen, de ovendeur sluiten en
de oven laten verder verwarmen tot het
roosteren voleindigd is.
Voor het eind van de kooktijd enkele
boterkrulletjes toevoegen om het mooie
gravneffekt te bekomen.
De grill niet langer dan 30 min.
gebruiken.
Attentie: tijdens het gebruik wordt de
ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
KOKEN MET DE GRILL
De oven moet voorverwarmd worden
gedurende 5 minuten.
Voor gebruik moet de deur van de oven
gesloten zijn.
Het gerecht op het ovenroosterplaatsen
dat zo hoog mogelijk in de oven wordt
geschoven.
Breng de ovenschaal onder de grill aan,
om het vet en de sappen op te vangen.
Attentie: Voor gebruik moet de deur
van de oven gesloten zijn.
De grill niet langer dan 30 min.
gebruiken.
Attentie: tijdens het gebruik wordt de
ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
KOKEN MET DE OVEN
De oven voorverwarmen op de gewens-
te temperatuur.
Wanneer de oven de gewenste tempe-
ratuur bereikt heeft, het gerecht in de
oven plaatsen en de kooktijd nakijken.
De oven 5 min. voor het eind van de
kooktijd uitschakelen om de in de oven
opgestapelde warmte te benutten.
53
5 - ELEKTRONISCHE DIGITALE PROGRAMMERING
De elektronische programmering is een
mechanisme met de volgende functies:
24-uurs klok met lichtgevend display
Kookwekker (in te stellen tot aan 23
uur en 59 minuten)
Programma voor automatisch bakken
in de oven.
Programma voor half-automatisch
bakken in de oven.
Beschrijving van de drukknoppen:
Kookwekker
Baktijd
Einde baktijd
Handmatige bediening en
ongedaan maken van de
ingeschakelde programma’s.
Vooruit zetten van de cijfers van
alle functies
Achteruit zetten van de cijfers
van alle functies en instellen van
het geluidssignaal.
Beschrijving van de oplichtende
tekens:
AUTO - knipperend - Programmering
op automatische bediening maar nog
niet geprogrammeerd (men kan de oven
niet aan zetten).
AUTO - Brandt, maar knippert niet -
Programmering op automatische of hal-
fautomatische bediening met inge-
schakeld programma.
Programmering op handmatige
bediening of automatisch bakken in
werking.
Kookwekker in werking
en AUTO - knipperend en met
geluidssignaal - Verkeerde pro-
grammering (de baktijdinstelling is
langer dan de instelling van einde
baktijd).
Opmerking: Het programmeren (met
één hand) gebeurt door het indrukken
van de knop die overeenkomt met de
gewenste functie.
Nadat men deze weer heeft losgelaten
dient men binnen 5 seconden de tijd in te
stellen met de toetsen of edere
keer dat de stroom uitvalt wordt de pro-
grammering op nul gezet.
A
U
T
O
Afb. 5.1
Afb. 5.2
54
Afb. 5.3
A
U
T
O
Afb. 5.4
DIGITAALKLOK (afb. 5.2)
De programmeer-eenheid is voorzien van
een elektronische klok met lichtgevende cij-
fers die de uren en de minuten aangeven.
Bij de eerste aansluiting van de oven op het
elektriciteitsnet of na een stroomstoring zijn
er drie knipperende nullen zichtbaar op het
display van de programmeer-eenheid.
Om de tijd in te stellen dient U het knopje
en vervolgens het knopje
of
ingedrukt houden totdat de klok op de juiste
tijd staat (afb. 5.2).
Er bestaat ook een ander systeem: druk de
knopje egelijk in en druk tegelijker-
tijd op de knopjes
of
.
Opmerking: Bij het instellen van de tijd
worden eventuele in werking zijnde of inge-
stelde programma’s op nul gezet.
HANDMATIGE BEDIENING VAN DE
OVEN ZONDER PROGRAMMERING
(afb. 5.3)
Om de oven handmatig te bedienen, zon-
der gebruik van de programmering, moet
het knipperende opschrift AUTO worden
uitgezet door op de knop te drukken
(het opschrift AUTO zal uitgaan, terwijl het
symbool gaat branden).
Let op: Als het opschrift AUTO niet knip-
pert (hetgeen betekent dat er al een bak-
programma is ingesteld) zorgt het
indrukken van de knop voor het wissen
van het programma en voor het omschake-
len naar de handmatige bediening.
Indien de oven aanstaat dient men
hem handmatig uit te zetten.
ELEKTRONISCHE KOOKWEKKER (afb. 5.4)
De kookwekkerfunctie bestaat slechts uit
een geluidssignaal dat ingesteld kan
worden voor een tijdsbestek van maxi-
maal 23 uur en 59 minuten.
Om de tijd in te stellen moet U op het
knopje drukken en vervolgens op het
knopje of totdat het display de
gewenste tijd aangeeft (afb. 5.4).
Als de kookwekker is ingesteld verschijnt
de tijd van de klok weer op het display
en gaat het symbool branden.
Het terugtellen begint onmiddellijk.
Dit is op elk gewenst moment te zien op
het display wanneer U het knopje
indrukt.
Als de ingestelde tijd verstreken is gaat
het symbool uit en hoort U een repe-
terend geluidssignaal dat uitgezet kan
worden door op een willekeurige knop te
drukken.
INSTELLING VAN DE TOON VAN HET
GELUIDSSIGNAAL
Door op de knop te drukken hoort U
na elkaar drie verschillende klanken.
Het als laatste gehoorde geluidssignaal
blijft ingesteld.
55
A
U
T
O
A
U
T
O
Afb. 5.6Afb. 5.5
3. Stel de temperatuur en de bakfunctie
in met behulp van de schakelaar en de
thermostaat van de oven (zie de betref-
fende hoofdstukken).
De oven is nu geprogrammeerd en alle
zal automatisch functioneren: de oven
zal op het juiste moment worden inge-
schakeld en vervolgens, na het ver-
strijken van de baktijd op het gepro-
grammeerde tijdstip weer uit te gaan.
Tijdens het bakken blijft het symbool ,
branden en door op de knop te
drukken kan men op het display aflezen
hoe lang het nog duurt tot het einde van
de baktijd.
Het bakprogramma kan op ieder gewen-
st ogenblik worden uitgeschakeld door
op de knop te drukken.
Na het verstrijken van de ingestelde
baktijd wordt de oven automatisch uitge-
schakeld. Het symbool gaat uit, het
opschrift AUTO knippert en men hoort
een geluidssignaal dat kan worden afge-
zet door op een willekeurige knop te
drukken. Zet de schakelaar en de ther-
mostaat van de oven op de nulstand, en
zet vervolgens de programmeer-eenheid
op de “handmatige” bediening door op
de knop te drukken.
Let op: Als de stroom uitvalt springt de
klok op nul en worden alle ingestelde
programma’s gewist. De stroomuitval
wordt gesignaleerd door het de knippe-
rende cijfers op het display.
AUTOMATISCH BAKKEN (afb. 5.5 - 5.6)
Voor het automatisch bakken in de oven
moet U:
1. De baktijd instellen
2. Einde baktijd instellen
3. Temperatuur en functie van de oven
instellen.
Hiervoor gaat U als volgt te werk:
1. Stel de baktijd in door op de knop
te drukken en vervolgens op de knop
(vooruit) of (achteruit, als men over
de gewenste tijd heen is gegaan).
Het opschrift AUTO en het symbool
gaan branden.
2. Druk op de knop ; de baktijd, reeds
opgeteld bij het tijdstip van de klok ver-
schijnt op het display.
Stel het tijdstip van einde baktijd in door
op de knop ; te drukken; indien men
over het gewenste tijdstip heen gaat kan
men achteruit gaan door op de knop ,
te drukken.
Na deze instelling zal het symbool ,
doven. Indien na deze instelling het
opschrift AUTO op het display knippert
en men een geluidssignaal hoort,
betekent dat dat er een fout is gemaakt
bij het programmeren, dat wil zeggen,
dat de baktijd over de tijd van de klok
heen is ingesteld. in dit geval dient men
het tijdstip einde baktijd of de baktijd te
wijzigen op de hierboven aangegeven
wijze.
56
A
U
T
O
A
U
T
O
Afb. 5.7
Afb. 5.8
HALFAUTOMATISCH BAKKEN
Met deze instelling gaat de oven auto-
matisch uit na de gewenste baktijd. Er
zijn twee manieren om half-automatisch
te bakken:
1e MANIER: Programmering van de baktijd
(afb. 5.7)
Stel de baktijd in door op de knop
te drukken en vervolgens op de knop
(vooruit) of de knop (achte-
ruit, wanneer men over de gewenste
tijd heen is gegaan).
Het opschrift AUTO en het symbool
gaan branden.
2e MANIER: Programmering van einde bak-
tijd (afb. 5.8)
Stel het tijdstip van einde baktijd in
door op de knop te drukken en
vervolgens op de knop (vooruit)
of de knop (achteruit, wanneer
men over de gewenste tijd heen is
gegaan).
Het opschrift AUTO en het symbool
gaan branden.
Wanneer men één van deze program-
meringen heeft uitgevoerd dient men de
temperatuur en de bakfunctie van de
oven in te stellen met behulp van de
schakelaar en de thermostaat (zie de
betreffende hoofdstukken).
De oven zal onmiddellijk worden inge-
schakeld en na het verstrijken van de
ingestelde tijd of bij het bereiken van het
als einde baktijd ingestelde tijdstip zal hij
automatisch weer worden uitge-
schakeld.
Tijdens het bakken blijft het symbool
branden en door op de knop e
drukken kan men van het display afle-
zen hoe lang het nog duurt voordat de
baktijd afgelopen is.
Het bakprogramma kan op ieder gewen-
st moment ongedaan worden gemaakt
door op de knop te drukken.
Als de baktijd verstreken is wordt de
oven uitgeschakeld en dooft het symbool
, het opschrift AUTO knippert en men
hoort een geluidssignaal dat uitgezet kan
worden door op een willekeurige knop te
drukken.
Zet de schakelaar en de thermostaat op
de nulstand en zet de programmering op
de handmatige bediening door op de
knop te drukken.
57
6 - ONDERHOUD
ALGEMENE RAADGEVINGEN
Wanneer het toestel niet gebruikt
wordt is het raadzaam de gastoevoer-
kraan te sluiten.
De staat van de aansluitingsbuis van
de fles of de gasleiding regelmatig
controleren. Deze moet in perfekte
staat zijn en moet onmiddellijk vervan-
gen worden in geval er anomaliën
vastgesteld worden.
– Het smeren van de kranen mag enkel
uitgevoerd worden door een vakman.
Wanneer een kraan stram wordt, deze
niet forceren.
Sluit het komfoor af van het elektri-
citeitsnet en wacht totdat het is
afgekoeld voordat u begint met het
schoonmaken.
Let op
Het apparaat kan zeer heet worden,
vooral rondom de kookzones.
Daarom is het belangrijk dat kinde-
ren niet alleen in de keuken worden
gelaten wanneer het apparaat in
werking is.
Geen machine met stoomstralen
gebruiken want het vocht zou in het
apparaat kunnen binnendringen en
het gebruik ervan gevaarlijk maken.
Let op: Het oppervlak van het komf-
oor wordt tijdens het koken zeer
heet. Houd kinderen uit de buurt
van het komfoor.
EMAIL
De geëmailleerde delen mogen enkel
schoongemaakt worden met een spons
en zeep of andere niet schurende midde-
len. Bij voorkeur met een zeemvel droog-
wrijven.
Alkalische of zure vlekken (citroensap,
azijn, enz...) moeten onmiddellijk verwij-
derd worden.
Ook het gebruik van chloor- of zuurhou-
dende producten dient vermeden te wor-
den.
ROESTVRIJSTALEN DELEN
mod. BPRF 960
Schoonmaken met een speciaal - in de
handel verkrijgbaar - middel.
Afdrogen met een zachte doek, liefst
met een zeem.
Opmerking: Bij een ononderbroken
gebruik kan de voortdurend hoge
temperatuur verkleuringen om de
branders veroorzaken.
ONDERDELEN VAN ROESTVRIJ
STAAL, ALUMINIUM EN OPPERV-
LAKKEN MET EEN PRINT
Reinig deze onderdelen en oppervlakken
met een hiervoor geschikt reinigingsmid-
del. Droog ze daarna zeer zorgvuldig af.
BELANGRIJK: deze onderdelen dienen
altijd zeer zorgvuldig gereinigd te worden
om beschadigingen te voorkomen. U wordt
geadviseerd een zachte doek en een neu-
traal reinigingsmiddel te gebruiken
.
LET OP: Gebruik nooit schurende of
bijtende reinigingsmiddelen aange-
zien deze het beschermende opper-
vlak onherstelbaar beschadigen.
58
BRANDERS EN ROOSTERS
Deze kunnen van het komfoor
afgenomen worden en in een sopje
gewassen worden
Na het schoonmaken moet u de
branders goed afdrogen en
zorgvuldig op hun plaats terugzetten.
Het is zeer belangrijk dat u de
vlamverdeler en de kap van de branders
goed op hun plaats teruggezet. De
brander kan niet goed werken als deze
onderdelen verkeerd geplaatst zijn.
Opmerking: De elektrische ontsteking
kan defect raken als deze wordt
gebruikt wanneer de branders zijn
verwijderd.
Afb. 6.1
S
F
C
Afb. 6.2
DE BRANDERS CORRECT PLAATSEN
Het is zeer belangrijk dat u de vlamver-
deler F en de kap C van de branders
goed op hun plaats teruggezet (Afb. 6.1-
6.2. De brander kan niet goed werken
als deze onderdelen verkeerd geplaatst
zijn.
Bij toestellen met elektrische ontsteking
moet er worden gecontroleerd of de
elektrode “S” (Afb. 6.1) schoon is, zodat
deze goed kan vonken.
GASKRANEN
Wend u tot de Servicedienst als de gas-
kranen niet goed werken.
59
Afb. 6.5
Afb. 6.3
Afb. 6.4
A
B
BRANDER MET DRIEDUBBELE KRANS
De brander moet geplaatst worden zoals in afb. 6.3 is aangegeven.
De ribben van de brander moeten in de uitsparingen steken zoals is aangeduid met
de pijlen.
Zet de kap A en de ring B op hun plaats (afb. 6.4 - 6.5).
Als de brander goed geplaatst is kan hij niet draaien (afb. 6.4).
60
Afb. 6.6
Afb. 6.7
MONTEREN EN DEMONTEREN VAN
DE ZIJPLATEN
Bevestig de uitneembare zijplaten aan
de gaten van de zijwanden in de oven
(Afb. 6.6)
Schuif de vetvanger en het rooster in
het midden in de richels van de uit-
neembare zijplaten (Afb. 6.7).
Het demonteren geschiedt in omge-
keerde volgorde.
OVENRUIMTE
Maak de ovenruimte na iedere kook-
beurt schoon.
Voor de schoonmaak de rekken aan de
zijkanten van de oventuimte uitnemen
en deze terugmonteren als u klaar bent.
Wanneer de oven nog lauw is, de bin-
nenwanden afwassen met een doek die
in heet water met zeep of een ander
geschikt product gedrenkt is.
De bodem van de oven, de zijdelingse
rekken, de druipschaal en het rooster
zijn uit te nemen en in de gootsteen te
wassen.
VERVANGEN VAN HET
OVENLAMPJE
Haal de stekker van het aansluitsnoer
uit het stopcontact.
Draai het lampje los en vervang het door
een lampje dat bestand is tegen hoge
temperaturen (300° C), spanning 230 V
(50 Hz), 15 W, E14.
61
Afb. 6.10
OVENDEUR
De binnenruit kan gemakkelijk uitge-
nomen worden bij onderhoud.
Hiervoor de 4 hechtingsschroeven
losdraaien (Afb. 6.10).
Afb. 6.9
Afb. 6.8
DRUIPSCHAAL
De druipschaal dient goed op het
rooster te worden geplaats (afb. 6.8)
en vervolgens in de zijdelingse rek-
ken te worden geschoven (afb. 6.9).
62
Afb. 6.11D
Afb. 6.11C
Afb. 6.11B
Afb. 6.11A
Afb. 6.11
De ovendeur kan eenvoudig worden
gedemonteerd op de volgende wijze:
– De ovendeur volledig openen (Afb.
6.11A).
De vastzetring inhaken in de pen van
de linker- en rechterschamier (Afb.
6.11B).
– Neem de deur vast zoals getoond in
Afb. 6.11.
– De deur een klein beetje openen,
loshaken en de onderste pen van de
scharnieren uit hun behuizing halen
(Afb. 6.11C).
Ook de bovenste pen van de
scharnieren uit haar behuizing halen
(Afb. 6.11D).
– Leg de deur op een zacht oppervlak.
– Ga in omgekeerde volgorde te werk
om de deur opnieuw te monteren.
DEMONTAGE VAN DE OVENDEUR
63
IMPORTANT
De installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien, in
overeenstemming met de lokaal geldende voorschriften en de aanwijzingen van de
fabrikant. Als hieraan niet wordt voldaan, vervalt de garantie.
– Indien het apparaat wordt aangesloten op het elektriciteitsnet via een stopcontact in de
muur achter het apparaat, mag het stopcontact zich hoogstens 18 cm boven de vloer
bevinden.
– Sommige apparaten worden geleverd met de stalen en aluminium delen ervan bedekt
door beschermfolie.
U moet de beschermfolie verwijderen voordat u het fornuis in gebruik neemt.
Aanwijzingen
voor de
installateur
64
Afb. 7.1
INSTALLATIE
Dit toestel behoort tot beschermingsklasse 2/1 tegen de oververhitting van
aangrenzende oppervakken.
Tussen het toestel en de muur of kast ernaast moet minstens 50 mm afstand bewaard
worden (Afb. 7.1).
De meubelwanden moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 90 °C boven de
omgevingstemperatuur.
Het fornuis mag geïnstalleerd worden in een keuken, in een eetkeuken of in een eenka-
merwoning met kookhoek, maar niet in een vertrek met een badkuip of douche.
De afstand tussen het fornuis en een wand (muur kast) aan de zijkant die hoger is dan
het fornuis, moet minstens 500 mm bedragen.
Indien het gasfornuis op een sokkel geplaatst is, moet men de nodige maatregelen treffen
om te voorkomen dat het toestel van de sokkel glijdt.
Het fornuis moet overeenkomstig Afb. 7.1 geïnstalleerd worden.
7 - INSTALLATIE
450 mm
50 mm
650 mm
500 mm
65
A
B
ACHTERSCHERM
Assembleer het achterscherm “C” (afb. 7.2) alvorens het fornuis te installeren.
Het achterscherm “C” vindt u in de verpakking achter het fornuis.
– verwijder de beschermfolie en plakband voordat u het achterscherm assembleert.
– Verwijder de twee afstandsringen “A” en de schroef “B” van de achterkant van de
kookplaat.
– Assembleer het achterscherm zoals aangegeven in afbeelding 7.2 en bevestig het
door de schroef “B” en de afstandsringen “A” vast te draaien.
Afb. 7.2
c
66
Afb. 7.3
DE VERSTELBARE VOETEN
MONTEREN
De verstelbare voeten moeten aan
de onderkant van het fornuis wor-
den gemonteerd voordat het fornuis
in gebruik wordt genomen.
Leg het fornuis met zijn achterkant
op een stuk piepschuim van de ver-
pakking, zodat de onderkant toe-
gankelijk is en de voeten gemon-
teerd kunnen worden.
HET FORNUIS WATERPAS ZETTEN
Het fornuis kan waterpas geplaats worden
door de uiteinden van zijn voeten IN of UIT
te draaien (afb. 7.4).
Afb. 7.4
67
Afb. 7.6
Afb. 7.7
WAARSCHUWING
Pas op: til het fornuis bij het rechtop zet-
ten niet op aan de deurhendel (afb. 7.6).
WAARSCHUWING
SLEEP het fornuis NIET
over de vloer
wanneer u het naar de plaats van instal-
latie vervoert (afb. 7.7).
Til het fornuis zo ver op dat zijn voeten
de vloer niet raken (afb. 7.5).
Afb. 7.5
WAARSCHUWING
Het rechtop zetten van het fornuis moet
altijd door twee personen worden gedaan,
om te voorkomen dat de verstelbare voe-
ten schade oplopen tijdens deze manœu-
vre (afb. 7.5).
68
INSTALLATIERUIMTE
De kamer waar het gastoestel wordt
geplaatst, moet voldoende verlucht wor-
den. Dit met het oog op het afvoeren van
de verbrandingsgassen.
De verluchting moet gebeuren door mid-
del van openingen in de buitenmuur. In
totaal moet men een min. oppervlakte
bekomen van 200 cm
2
verluchting.
Bij voorkeur gebruikt men openingen die
zich dicht bij het vloeroppervlak berin-
den, en tegenover de afvoer van de ver-
brandingsgassen zijn gelegen. De ope-
ningen moeten zodanig gemaakt zijn dat
ze niet kunnen verstoppen, niet aan de
binnenkant, noch aan de buitenkant.
Indien het niet mogelijk is van deze ope-
ningen te voorzien, kan men verluchting
vanuit een andere kamer aanbrengen,
indien dit geen slaapkamer noch andere
gevaarlijke kamer is. In laatste instantie
kan de keukendeur op een kier gezet
worden om te verluchten.
H min 650 mm
Afb. 7.8
Dampkap voor
afzuiging
verbran-
dingsgassen
Opening voor
luchttoevoer
Afb. 7.9
Opening voor
luchttoevoer
Elektrische ventilator
voor afzuiging
De installateur dient de plaatselijk gel-
dende regelgeving m.b.t. de ventilatie
van het vertrek en de afvoer van ver-
brandingsproducten in acht te nemen.
Tijdens een intensief en langdurig
gebruik kan extra ventilatie nodig zijn,
bijvoorbeeld door een raam te openen
of door de afzuiginstallatie - indien aan-
wezig - op een hogere vermogensstand
te regelen.
AFVOER VAN DE
VERBRANINGSGASSEN
De afvoer van de verbrandingsgassen
van het gaskookvuur moet gebeuren via
een afzuigkap met externe uitgang, of
een afzuigkap met recirculatie.
Indien dit niet mogelijk is, kan men de
verbrandingsgassen afzuigen met een
elektrische ventilator.
Die moet dan wel een aangepast vermo-
gen hebben zodat de lucht in de kamer
zeker indien er voldoende openingen
voor luchttoevoer aanwezig zijn. (zie
hoofdstuk Installatieruimte).
69
Afb. 8.1
8 - GASGEDEELTE
De wanden van de naast het
fornuis opgestelde de meubels
moeten uit hittebestendig mate-
riaal vervaardigd zjin.
GASGEDEELTE
Het fornuis is bij levering klaar voor
gebruik met het type gas dat op het eti-
ket op het toestel is vermeld.
Het kan soms nodig zijn om van aardgas
op een ander type gas over te schake-
len.
U moet als volgt tewerkgaan, ongeacht
voor welk type gas het toestel afgesteld
is:
1) gasaansluiting
2) vervanging van de inspuiters
3) regeling van de kleinstand van de
branders van de kooktafel
AANSLUITING AAN DE GAS
Cat: II 2E+3+
Het toestel wordt links- of rechtsachter-
aan aan de gastoevoer aangesloten
(tekening 8.1) op een zodanige manier
dat de buis nooit achter het toestel loopt.
Het niet gebruikte uiteinde voor de aan-
sluiting (links of rechts) moet met de dop
en de afdichting afgesloten worden.
• De installatie mag uitsluitend worden
uitgevoerd door een gekwalificeerd
elektricien, in overeenstemming met
de lokaal geldende voorschriften.
BE
Dop
70
1) GASSOORTEN
Het gas dat kan worden gebruikt kan in
twee families worden onderverdeeld:
Vloeibaar gas: Butaangas (G30) en
Propaangas (G31)
Aardgas (G20/G25)
De aansluitset (zie afbeelding 8.2)
bestaat uit:
– 1 verloopstuk “B
– afdichtingsring “D
Aansluiting op de gastoevoer:
– De verbinding moet worden aangelegd
volgens de norm NBN D 51-003 met
buizen of volgens de voorschriften
A.R.G.B/03 met flexibele buis.
Het apparaat moet worden geplaatst
met een AGB-goedgekeurde stop-
kraan.
Attentie: Indien er een flexibele slang
wordt gebruikt, moet deze zodanig wor-
den geinstalleerd dat hij niet in contact
kan komen met een beweegbaar deel
van het meubel.
Zorg dat kontrole van de slang over de
hele lengte mogelijk is.
Controleer of de apparaat afgesteld is
op het type gas dat wordt toegevoerd
(zie het etiket).
De gas installatie moet voldoen aan
de landelijken de plaatselijke eisen.
BELANGRIJK:
Gebruik voor het aanschroeven van
de onderdelen twee sleutels (zie
afbeelding 8.3.).
Controleer, na voltooiing van de aan-
sluiting, met behulp van een zeepop-
lossing, en nooit met een vlam, of de
verbindingen gasdicht zijn.
Afb. 8.3
D
B
Afb. 8.2
1/2" gaz conique
1/2” gas kegelvormig
71
Afb. 8.4a
J
J
Afb. 8.4b
Onderhoud van de gasbranders
2) VERVANGING SPROEIERS VAN DE
BRANDERS
Elk komfoor wordt geleverd met een
serie sproeiers voor de verschillende
gassoorten.
De nieuwe sproeiers moeten gekozen
worden op grond van de “Tabel van de
sproeiers”.
De diameter van de sproeiers, uitgedrukt
in honderdste millimeters, is aangegeven
op de buitenkant.
Ga als volgt te werk om de sproeiers te
vervangen:
– Verwijder de panroosters en de kapjes
van de branders, trek de bedienings-
knoppen en de eventueel aanwezige
ontstekingsknop los en verwijder ook
deze.
– Vervang m.b.v. een pijpsleutel de
sproeiers “J” (Afb. 8.4a, 8.4b) door
nieuwe die geschikt zijn voor het type
gas dat gebruikt wordt.
72
3) REGELING VAN DE KLEINSTAND
VAN DE BRANDERS VAN DE
KOOKTAFEL
Een correcte vlam bij kleinstand moet
ongeveer 4 mm zijn.
Een bruusk overgaan van volstand naar
kleinstand mag nooit het doven van de
vlam tot gevolg hebben.
De vlam wordt als volgt geregeld:
De brander aansteken
De kraan op kleinstand plaatsen
De knop wegnemen.
Met behulp van een kleine schroeven-
draaier de vijs in de kraanstift draaien
tot een correcte regeling uitgevoerd
(Afb. 8.5).
Voor G30/G31 gas dient de vijs volle-
dig ingeschroefd te worden.
De branders zijn zodanig ontworpen
dat er geen afstelling van de primaire
lucht nodig is.
Afb. 8.5
73
BRANDERS
Hulpbrander (A)
1,00 0,30 27 50 72 (X)
Halfsnelle (SR)
1,75 0,45 32 65 97 (Z)
Snelle brander (R)
3,00 0,75 42 85 115 (Y)
Driedubbele kroon (TC)
3,50 1,50 65 95 135 (T)
Benodigde luchttoevoer voor de verbranding van gas (2 m
3
/h x kW)
BRANDERS
Benodigde luchttoevoer [m
3
]
Hulpbrander (A) 2,00
Halfsnelle (SR) 3,50
Snelle brander (R) 6,00
Driedubbele kroon
(TC) 7,00
GASKRANEN
Alleen gespecialiseerde vakmensen mogen de periodieke smering van de gaskranen uit-
voeren.
BELANGRIJK
Voor alle operaties m.b.t. de installatie, het onderhoud en de omschakeling van
het toestel, moet men de originele stukken van de constructeur gebruiken.
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden indien deze verplichting
niet in acht wordt genomen.
NOMINAAL
DEBIET
[kW]
VERMINDER
DEBIET
[kW]
Ø spuitstuk
[1/100 mm]
By-pass
[1/100 mm]
Ø spuitstuk
[1/100 mm]
By-pass
[1/100 mm]
Afstellingen
TABEL VAN DE INSPUITERS
Cat: II 2E+ 3+
BE
G30/G31
28-30/37 mbar
G 20/G 25
20/25 mbar
74
9 - ELEKTRISCH GEDEELTE
N.B. Gebruik geen adapters, ver-
loopstekkers en meervoudige stek-
kerdozen omdat deze oververhit-
ting en verbrandingen kunnen ver-
oorzaken.
Als de elektrische voorziening in uw
woning aangepast moet worden om het
toestel te installeren of als de stekker niet
in het stopcontact past, laat de nodige
werkzaamheden dan verrichten door een
bevoegd vakman.
Deze moet bovendien controleren of de
doorsnede van de bekabeling van het
stopcontact groot genoeg is voor het ver-
mogen dat het toestel opneemt.
BELANGRIJK: De aansluiting op het
elektriciteitsnet moet uitgevoerd
worden door een bevoegd vakman
en voldoen aan de geldende voor-
schriften.
Een foute installatie kan schade aan
personen, dieren en zaken ten
gevolge hebben waarvoor de fabri-
kant zich niet aansprakelijk stelt.
AANSLUITING OP HET
ELEKTRICITEITSNET
De aansluiting op het elektriciteitsnet
moet uitgevoerd worden door een
vakman en voldoen aan de geldende
veiligheidsvoorschriften;
Het apparaat moet aangesloten wor-
den op het elektriciteitsnet, nadat men
eerst heeft vastgesteld dat de net-
spanning overeenstemt met de voe-
dingsspanning die op het typeplaatje
is vermeld en dat de elektrische voor-
ziening de aansluitwaarde van het
toestel kan dragen;
ln het geval dat het toestel zonder
stekker is geleverd, moet er worden
gezorgd voor een stekker die geschikt
is voor het vermogen dat het toestel
opneemt;
Ook een vaste aansluiting van het
toestel is mogelijk door een veelpolige
lijnschakelaar met een contactope-
ning van minstens 3 mm te monteren
tussen het toestel en de elektrische
voorziening;
De voedingskabel mag niet in aanra-
king komen met hete oppervlakken en
moet zo geplaatst worden dat de tem-
peratuur nergens boven de 75°C
komt;
Het toestel moet zo worden geïnstal-
leerd dat het stopcontact of de lijn-
schakelaar altijd bereikbaar zijn.
Trek altijd de stekker uit alvo-
rens werken uit te voeren aan
het elektrische gedeelte van het
toestel.
De aarding van het toestel is ver-
plicht. De fabrikant wijst alle verant-
woor-delijkheid af wanneer schade
veroorzaakt wordt door het niet in
acht nemen van deze voorwaarde.
WAARSCHUWING!
Het is verplicht het apparaat te
aarden.
75
AANSLUITEN VAN HET
AANSLUITSNOER
Het aansluitsnoer wordt als volgt op het
fornuis aangesloten:
– Schroef de bevestigingsschroeven van
het beveiligingspaneel “A” aan de
achterkant van het fornuis los (Afb.
9.1).
– Verbind het goed geïsoleerde aansluit-
snoer met klem “D”.
– Verbind de fase-aansluitingen met
klembouder “B” volgens het schema
in afbeelding afb. 9.2 en verbind de
aarddraad met klem “PE” (Afb. 9.1).
– Span het aansluitsnoer en zet het vast
in klem “D”.
– Bevestig het beveiligingspaneel “A
opnieuw.
DOORMETER VAN DE
VOEDINGSDRAAD - TYPE HO5RR-F
230 V 3 x 1,5 mm
2
230 V
PEN
L
1
(L2)
Afb. 9.2
Afb. 9.1
D
B
PE
A
N
L
Cod. 1102523
Les descriptions et les informations indiquées
sont fournies à simple titre indicatif. Le construc-
teur se réserve le droit d’apporter des modifica-
tions à son produit à n’importe quel moment et
sans préavis.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden
voor onwaarheden in deze folder veroorzaakt door
druk- of vertaalfouten. De fabrikant heeft het recht
alle wijzigingen aan het produkt aan te brengen die
zij voor commerciële- of fabricagedoeleinden nood-
zakelijk acht, op ieder moment en zonder vooraf-
gaande kennisgeving.
The manufacturer cannot be held responsible for
possible inaccuracies due to printing or transcrip-
tion errors in the present booklet.
The manufacturer reserves the right to make all
modifications to its products deemed necessary for
manufacture or commercial reasons at any moment
and without prior notice, without jeopardising the
essential functional and safety characteristics of the
appliances.

Documenttranscriptie

BPRF 960 BPRNF 960 FR CUISINIERE AVEC MAXI FOUR BE MAXI OVEN FORNUIS Mode d’emploi Conseils pour l’installation Gebruiks-en Installatievoorschriften MAXI OVEN COOKER Instruction for the use Installation advice BPRF 960 BPRNF 960 ANC BPRNF 960 ANM Français Nederlands English Deutsch 2 Mode d’emploi - Conseils pour l’installation Gebruiks-en installatievoorschriften Instruction for the use - Installation advice Das Handbuch ist auch in deutscher Sprache erhältlich Page Bladzijde 3 40 Page 76 Nederlands Gebrauchsanweisung Installationsanleitung Mevrouw, Juffrouw, Mijnheer, U heeft onlangs een van onze fornuizen aangekocht en wij danken u voor uw vertrouwen. Uw fornuis werd met de grootste zorg ontworpen, vervaardigd en getest met het oog op uw volkomen tevredenheid. Opdat u het optimaal zou kunnen gebruiken en de gewenste resultaten zou bereiken, bevelen wij aan deze GEBRUIKSHANDLEIDING aandachtig te lezen. De instructies en wenken in deze handleiding zullen een doeltreffende hulp zijn om alle kwaliteiten van uw nieuwe toestel te ontdekken. Dit fornuis mag enkel worden gebruikt voor het doel waartoe het werd ontworpen, met name de bereiding van eetwaren. Alle ander gebruik dient als onjuist en gevaarlijk te worden beschouwd. Wij wijzen elke aansprakelijkhid van de hand in geval van schade wegens onjuist, verkeerd of irrationnel gebruik van het toestel. WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE RAADGEVINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATEN Bij het gebruik van een elektrisch apparaat dient u enkele levensbelangrijke voorzorgsmaatregelen in acht te nemen. In het bijzonder: – raak het toestel nooit aan als uw handen of voeten vochtig zijn. – gebruik het toestel nooit als u blootsvoets bent. – vermijd dat kinderen of onbekwamen het toestel gebruiken zonder toezicht. De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af bij schade veroorzaakt door onjuist, verkeerd of irrationeel gebruik. Lees de aanwijzingen met de grootste aandacht voordat u het apparaat installeert of gebruikt. LET OP: Dit apparaat moet in overeenstemming met de geldende voorschriften geïnstal40 leerd worden in een continu geventileerd vertrek. BELANGRIJKE RAADGEVINGEN ● Verwijder de eventueel aanwezige ● Controleer na het uitpakken of het ● ● ● ● ● ● ● ● toestel volledig en onbeschadigd is. Gebruik het niet bij twijfel, maar wend u tot een doorverkoper of roep er een vakkundig technicus bij. De verpakkingsonderdelen (plastic zakken, polystyreen, spijkers, sluitstrips, enz.) moeten buiten het bereik van kinderen worden gehouden, want zij vormen een potentiele bron van gevaar. Probeer mooit de technische kenmerken van het toestel te veranderen want dat kan gevaar inhouden. Ga nooit over tot onderhoud of reiniging van het toestel zonder dat u het vooraf van het stroomnet heeft afgekoppeld. Als u beslist het toestel niet meer te gebruiken of als u uw oude toestel wil opruimen, is het aanbevolen het eerst onbruikbaar te maken op de manier die is bepaald door de geldende normen inzake gezondheids-en milieubescherming. Onderdelen die een gevaar voor kinderen kunnen betekenen, moeten onschadelijk worden gemaakt. Vermijd dat kinderen of onbekwamen het toestel gebruiken zonder toezicht. Controleer nadat u het komfoor heeft gebruikt of alle gasknoppen in de gesloten stand staan en draai de kraan van de toevoerleiding of gasfles dicht. Houd kinderen uit de buurt van het apparaat, vooral wanneer dit gebruikt wordt. Tijdens en na het gebruik van de oven bereiken enkele elementen en delen van het fornuis zeer hoge temperaturen (bijvoorbeeld het glas van de ovendeur). Raak deze oververhitte de!en niet aan. ● ● ● ● ● beschermfolie van het komfoor voordat u met het installeren begint. Zet geen ontvlambare materialen in de oven of in het accessoirevak, want die zouden vlam kunnen vatten tijdens de werking van het apparaat. Controleer of de kabels van andere huishoudelijke apparaten in de buurt van het fornuis niet in aanlaking komen met de warme kookplaat of vast blijven zitten tussen de ovendeur. Bekleed de ovenwanden in geen geval met aluminiumfolie. Zet geen bakblikken of ovenschalen op de bodem van de oven. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die te wijten is aan het oneigenlijke, foute of onverstandige gebruik van het toestel. De componenten van het fornuis kunnen gerecycleerd en dus opnieuw gebruikt worden. Voor verwerking ervan als afval gelden de normen die in het land waarin het apparaat gebruikt wordt, van kracht zijn. In geval van definitieve buitenbedrijfstelling moet de voedingskabel worden afgesneden. EERSTE INGEBRUIKNEMING VAN DE OVEN Het is aanbevolen de volgende instructies te volgen: – Monteer de laterale roosters in de oven zoals beschreven in het hoofdstuk “MONTEREN EN DEMONTEREN VAN DE ZIJPLATEN”. – Plaats de roosters en de druippan. – Verwarm de lege oven op maximaal vermogen om alle vetsporen op de verwarmingselementen te verwijderen, zoals beschreven in het desbetreffende hoofdstuk. – Reinig de binnenzijde van de oven met een doek die u nat heeft gemaakt met water en een neutraal detergent. Droog grondig af. 41 1 - KOOKTAFEL 2 4 3 2 1 1 Afb. 1.1 ALGEMENE KARAKTERISTIEKEN: 1. 2. 3. 4. Snelkookplaat (A) 1,00 kW Halfsnelle brander (SR) 1,75 kW Snelle brander (R) 3,00 kW Superbrander met driedubbele krans (TC) 3,50 kW OPMERKING: ✓ Elektrische ontsteking is ingebouwd in de bedieningsknoppen van de gasbranders. 42 2 - KNOPPENBORD 10 A U T O 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Afb. 2.1 KNOPPENBORD Beschrijving van de bedieningsknoppen 1. Elektronische programmeereenheid 2. Keuzeknop voor de bediening van de oven 3.Thermostaatknop 4. Bedieningsknop brander links voor 5. Bedieningsknop brander links achter 6. Bedieningsknop brander middenvoor 7. Bedieningsknop brander middenachter 8. Bedieningsknop brander rechts achter 9. Bedieningsknop brander rechts voor Controlelampje: 10. Temperatuurcontrolelampje van de oven 43 3 - KOOKTAFEL BEDIENINGSVOOR-SCHRIFT GEBRUIK VAN DE BRANDERS De gastoevoer naar de brander wordt bediend door een knop (Afb. 3.1). Door het merkteken op de knop rechtover de verschillende symbolen op het bedieningsbord te plaatsen bekomt men: - merkpunt - merkpunt - merkpunt ● : gesloten kraan (uitgedoofde brander) : vol debiet (brander op maximum) : vertraagd debiet (brander op minimum) Als de branders met moeite ontbranden vanwege de eigenschappen van het gas dat het plaatselijke gasbedrijf levert, probeer het dan met de knop op de laagste stand. Gebruik de hoogste stand om vloeistof snel aan de kook te brengen en de laagste stand voor het voorzichtig opwarmen van voedsel en om vloeistof aan de kook te houden. Zet de bedieningsknop altijd op een stand tussen de hoogste en de laagste stand, en nooit tussen de hoogste en de gesloten stand. Controleer na het koken altijd of u de bedieningsknop naar de gesloten stand heeft teruggedraaid. Wanneer u het komfoor niet gebruikt is het verstandig om de kraan op de gastoevoer dicht te draaien. 44 ELEKTRISCHE ONTSTEKING Om de branders aan te steken: 1 – Om een brander te ontsteken moet u de bijbehorende bedieningsknop indrukken en naar de hoogste stand (grote vlam ) draaien; houd de bedieningsknop ingedrukt totdat de brander aan is. (Als de stroom is uitgevallen kunt u de brander ontsteken door er een vlam bij te houden). 2 – Regel de gaskraan op de gewenste stand. Afb. 3.1 Afb. 3.2 KEUZE VAN BRANDERS De positie van de branders staat aangeduid op het bedieningsbord. Het symbool met verschillende kleur of grafisme duidt de brander aan die bediend wordt door de kraan die zich er net onder bevindt. De brander dient gekozen te worden in funktie van de diameter en de inhoud van de gebruikte kookpan. Ter inlichting: de branders en kookpannen moeten volgens de hiernavolgende aanduidingen gebruikt te worden: Het is belangrijk dat de diameter van de kookpan aangepast is aan het vermogen van de brander teneinde het hoog rendement van de branders zo goed mogelijk te gebruiken en het onnodig gasverbruik te vermijden. Een kleine kookpan op een grote brander plaatsen teneinde het gerecht vlugger aan de kook te brengen, dient tot niets want de warmteabsorptie blijft steeds dezelfde tegenover het volume en de oppervlakte van de braadpan. BRANDERS DIAMETER KOOKPANNEN Hulpbrander 12 - 14 cm Half-snelle 16 - 24 cm Snelle 24 - 24 cm Driedubbele kroon 26 - 28 cm Gebruik geen pannen met een holle of bolle bodem Afb. 3.3 LUCHTSTRAAL (koelventilator) LUCHTSTRAAL (koelventilator) LUCHTSTRAAL (koelventilator) GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE SNELLE BRANDER Afb. 3.4 45 GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE DRIEVOUDIGE BRANDER (Afb. 3.5a - 3.5b) Plaats een pan met een platte bodem rechtstreeks op de pannendrager. Wanneer u een WOK pan gebruikt, moet u de meegeleverde standaard op de brander plaatsen om een slechte werking van de drievoudige brander te voorkomen (Afb. 3.5a 3.5b). FOUT Afb. 3.5a 46 GOED Afb. 3.5b 4 - ELEKTRISCHE MULTIFUNKTIE OVEN Opgelet : Tijdens de werking van de oven is de ovendeur warm. Houdt de jonge kinderen op afstand. ALGEMENE KENMERKEN Zoals zijn naam het zegt, gaat het hier om een oven die specifieke funktionele kenmerken bezit Het is inderdaad mogelijk 7 verschillende funkties te gebruiken om aan elke kookvereiste te voldoen. Deze 7 funkties, met thermostatische controle, worden verwezenlijkt door 4 verwarmingselementen: – Onderweerstand 1725 W – Bovenweerstand 1725 W – grillweerstand 2500 W – Ringvormige weerstand 2500 W – Ventilatiemotor – Ovenlamp 25 W 15 W OPMERING: Voor het eerste gebruik is het raadzaam om de lege oven 30 minuten op stand te laten werken en vervolgens nogmaals 30 minuten op de maximumtemperatuur (thermostaatknop op 225°C) in de standen en , om alle sporen van vet van de verwarmingselementen te verwijderen. Maak de oven en zijn accessoires schoon met warm water en vloeibaar afwasmiddel. WERKINGSPRINCIPE Het opwarmen en koken met de MULTIFUNKTIE oven gebeurt als volgt: a. door natuurlijke convectie De warmte wordt produceerd door de boven- en onderweerstand. b. door gedwongen convectie Een turbine zuigt de lucht in de moffel van de oven aan, stuwt deze door de witgloeiende schroefgangen van een elektrische weerstand en stuwt deze weer in de moffel. De warme lucht alvorens weer aangezogen te worden om dezelfde cyc/us te hernemen omhult de gerechten in de oven waardoor deze vlug en volledig gaargekookt worden. Bovendien kan men verschillende gerechten tegelijkertijd koken. c. door semi-gedwongen convectie De door de boven- en onderweerstand geproduceerde warmte wordt door de turbine in de oven verdeeld. d. door straling De warmte wordt door de infra-roodstralen van de grillweerstand uitgestraald. e. door straling en ventilatie De door de infra-roodgrillweerstand uitgestraalde warmte wordt door de turbine in de oven verdeeld. f. ventilatie Het voedsel wordt zonder verwarming door de ventilator ontdooid. WAARSCHUWING: De deur is heet. Gebruik het handvat. 47 50 75 100 125 22 5 200 175 1 50 Afb. 4.1 Afb. 4.2 THERMOSTAAT (Afb. 4.2) De verwarmingselementen van de oven worden ingeschakeld door de knop op de gewenste funktie te plaatsen en door de thermostaatknop op de gewenste temperatuur in te stellen. De controle van de werking (ON-OFF) van de verwarmingselementen wordt uitgevoerd door de thermostaat; zijn werking wordt aangegeven door het lampje op het knoppenbord. BAKSTANDENSCHAKELAAR (Afb. 4.1) Draai de knop met de klok mee om één van de bakstanden in te stellen. VERLICHTING Bij het instellen van de knop in deze positie, licht het ovenlampje (15 W) op. De oven blijft verlicht als de schakelaar op één van de funkties is ingesteld. TRADITIONEEL KOKEN-CONVECTIE Werking van de onder- en bovenweerstand. De warmte wordt door natuurlijke convectie verspreid en de temperatuur moet geregeld worden van 50° tot 225 °C met de thermostaatknop. De oven dient voorverwarmd te worden alvorens de gerechten in de oven te plaatsen. Aangeraden Gebruik: Voor gerechten die volledig gaargekookt moeten worden. Vb: gebraad, varkensribben, schuimgebak (meringue). 48 ROOSTEREN MET DE GRILL Werking van de elektrische weerstand met infra-roodstraling. Met de ovendeur dicht gebruiken en met de thermostaatknop op een stand tussen 50° en 225°C voor ten hoogste 15 minuten en vervolgens op 175°C. De grill niet langer dan 30 min. gebruiken. Opgelet : tijdens de werking van de oven is de ovendeur warm. Houdt de jonge kinderen op afstand. Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “Gebruik van de grill” Aangeraden Gebruik: Traditioneel roosteren met de grill, braden, bruinen, gratineren, roosteren, enz. ONTVRIEZEN VAN INGEVRO REN VOEDINGSMIDDELEN Enkel werking van de ovenventilator. Te gebruiken met de thermostaatknop op stand “●” daar elke andere stand geen enkele uitwerking heeft. Het ontvriezen gebeurt door de ventilatie, zonder verwarming. Aangeraden Gebruik: Om snel de ingevroren gerechten te ontvriezen. Ongeveer één uur per kilo. De duur variëert in funktie van de kwaliteit en het soort te ontvriezen voedingsmiddelen. KOKEN MET WARME LUCHT Werking van de ringvormige weerstand en van de turbine. De warmte wordt door gedwongen convectie verspreid en de temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 225 °C d.m.v. de thermostaatknop. De oven moet niet voorverwarmd worden. Aangeraden Gebruik: Voor gerechten die een goedgebakken korstje moeten hebben en binnen zacht of roze dienen te zijn. Vb.: lasagne, lamsvlees, rosbif, gehele vissen, enz. 49 KOKEN MET GEVENTILEERDE GRILL Werking van de infra-roodgrillweerstand en de turbine. De warmte wordt hoofdzakelijk verspreid door straling en de ventilator verdeelt de warmte over de ganse oven. De temperatuur moet d.m.v. de thermostaatknop worden geregeld op een stand tussen 50° en 175° (voor maximaal 30 minuten). De oven moet voorverwarmd worden gedurende 5 minuten. Attentie: Voor gebruik moet de deut-van de oven gesloten zijn. Attentie: tijdens het gebruik wordt de ovendeur zeer heet. Houd kinderen weg van de oven. Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “ROOSTEREN EN GRATINEREN” . Aangeraden Gebruik: Voor het roosteren van gerechten waarvan de buitenkant gebruind moet worden om het vleessap binnenin te behouden. Vb: kalfsbiefstuk, entre-côte, hamburger, enz. WARMHOUDEN VAN GEKOOKTE GERECHTEN OF ZACHTJES OPWARMEN VAN GERECHTEM Werking van de bovenweerstand, van de ringvormige weerstand en de turbine. De warmte wordt verspreid door gedwongen convectie, met meer intensiteit op het niveau van de bovenweerstand. De temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 140°C met de thermostaatknop. Aangeraden Gebruik: Om vooraf gekookte gerechten warm te houden. Om zachtjes de reeds gekookte gerechten op te warmen. KOKEN MET GEDWONGEN CONVECTIE Werking van de onder- en bovenweerstand en van de turbine. De boven-en onderwarmte wordt in de oven verdeeld door semi gedwongen convectie. De temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 225 ° C met de thermostaatknop. Aangeraden Gebruik: Voor grote hoeveelheden en grotere volumes die gelijkmatig moeten gebakken of gebraden worden. Vb.: roulades, kalkoen, lamsbout, taart, enz. 50 KOOKWENKEN SIMULTAAN KOKEN STERILISEREN De standen de MULTIFUNKen TIE oven laten toe verschillende heterogene bereidingen simultaan te koken. Aldus kan men tezelfdertijd verschillende gerechten koken zoals vb. vis, taart en vlees zonder dat de aroma’s en smaken zich vermengen. Dit is mogelijk omdat de dampen en vetten geoxydeerd worden door de elektrische weerstand en zich dus niet kunnen afzetten op de gerechten. De enige te nemen voorzorgen zijn: – de kooktemperaturen moeten zo dicht mogelijk bij elkaar liggen met een verschil van maximum 20° tot 25 °C tussen de extreem vereiste temperaturen voor de verschillende gerechten; – de gerechten zullen op verschillende tijdstippen in de oven geplaast worden, rekening houdend met de verschillende kookduur. Het steriliseren van levensmiddelen in bokalen gebeurt als volgt (volle bokalen, hermetisch gesloten): a. de schakelaar op stand plaatsen; b. de thermostaatknop op stand 185 °C plaatsen en de oven voorverwarmen; c. de druipplaat met warm water vullen; d. de bokalen op de druipplaat zetten en erop letten dat ze elkaar niet raken; de deksels bevochtigen met water; de ovendeur sluiten en de thermostaatknop op stand 135 °C plaatsen. Wanneer het steriliseren begint, t.w. wanneer er luchtbellen in de bokalen gevormd wor den, de oven uitschakelen en laten afkoelen. VERBETEREN Het resultaat van deze kookwijze is een evidente energie en tijdbesparing. De schakelaar op stand plaatsen en de thermostaatknop op stand 150 °C. Brood wordt weer knappend vers als men het ongeveer 10 minuten in de oven plaatst nadat het lichtjes bevochtigd werd. BRADEN Om op de klassieke manier te braden (gaar gebakken) volstaat het volgende punten in acht te nemen: – de oventemperatuurinstellen tussen 180° en 200 ° C . – de hoeveelheid en de kwaliteit van het vlees. 51 ROOSTEREN EN GRATINEREN KOKEN MET DE OVEN De oven voorverwarmen op de gewenste temperatuur. Wanneer de oven de gewenste temperatuur bereikt heeft, het gerecht in de oven plaatsen en de kooktijd nakijken. De oven 5 min. voor het eind van de kooktijd uitschakelen om de in de oven opgestapelde warmte te benutten. Ter informatie geven we in volgende tabel enkele gerechten met hun bereidingstemperauren in °C. Tijd en temperatuur schommelen afhankelijk van de hoeveelheid en de grootte van de stukken. GERECHTEN 52 TEMPERATUUR Savoiegebakjes Chocoladecake Rijst in de oven Konijnepastei Kaassoufflé Rundsvlees met uitjes Macaronikrans Vier-vierde gebak Karamelvla Gevulde tomaten Pizza Zeebrasem met uitjes Forel met amandelen Wijting in de oven Eend Aardappelen in de oven Appeltaart Soezendeeg Geroosterde paprika’s Kalfskotelet Varkenskotelet Lamskotelet Kalfsgebraad Kippegebraad Appelen in de oven Eieren in vuurvaste schoteltjes Omelet Rundsgebraad Lamsbout Lamsschouder Gegratineerde macaroni 150° 150° 150° 175° 175° 175° 175° 175° 175° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 200° 225° 225° 225° 225° 225° 225° 225° 225° 225° 225° Met de schakelaar op stand kan het roosteren zonder braadspit gbeuren, daar delucht volledig rond de gerechten verspreid wordt. De thermostaatknop op stand 175°C plaatsen en na voorverwarming van de oven de gerechten op het rooster plaatsen, de ovendeur sluiten en de oven laten verder verwarmen tot het roosteren voleindigd is. Voor het eind van de kooktijd enkele boterkrulletjes toevoegen om het mooie gravneffekt te bekomen. De grill niet langer dan 30 min. gebruiken. Attentie: tijdens het gebruik wordt de ovendeur zeer heet. Houd kinderen weg van de oven. KOKEN MET DE GRILL De oven moet voorverwarmd worden gedurende 5 minuten. Voor gebruik moet de deur van de oven gesloten zijn. Het gerecht op het ovenroosterplaatsen dat zo hoog mogelijk in de oven wordt geschoven. Breng de ovenschaal onder de grill aan, om het vet en de sappen op te vangen. Attentie: Voor gebruik moet de deur van de oven gesloten zijn. De grill niet langer dan 30 min. gebruiken. Attentie: tijdens het gebruik wordt de ovendeur zeer heet. Houd kinderen weg van de oven. 5 - ELEKTRONISCHE DIGITALE PROGRAMMERING De elektronische programmering is een mechanisme met de volgende functies: – 24-uurs klok met lichtgevend display – Kookwekker (in te stellen tot aan 23 uur en 59 minuten) – Programma voor automatisch bakken in de oven. – Programma voor half-automatisch bakken in de oven. Beschrijving van de drukknoppen: Kookwekker Beschrijving van de oplichtende tekens: AUTO - knipperend - Programmering op automatische bediening maar nog niet geprogrammeerd (men kan de oven niet aan zetten). AUTO - Brandt, maar knippert niet Programmering op automatische of halfautomatische bediening met ingeschakeld programma. Programmering op handmatige bediening of automatisch bakken in werking. Kookwekker in werking Baktijd Einde baktijd Handmatige bediening en ongedaan maken van de ingeschakelde programma’s. Vooruit zetten van de cijfers van alle functies Achteruit zetten van de cijfers van alle functies en instellen van het geluidssignaal. en AUTO - knipperend en met geluidssignaal - Verkeerde programmering (de baktijdinstelling is langer dan de instelling van einde baktijd). Opmerking: Het programmeren (met één hand) gebeurt door het indrukken van de knop die overeenkomt met de gewenste functie. Nadat men deze weer heeft losgelaten dient men binnen 5 seconden de tijd in te stellen met de toetsen of edere keer dat de stroom uitvalt wordt de programmering op nul gezet. A U T O Afb. 5.1 Afb. 5.2 53 DIGITAALKLOK (afb. 5.2) ELEKTRONISCHE KOOKWEKKER (afb. 5.4) De programmeer-eenheid is voorzien van een elektronische klok met lichtgevende cijfers die de uren en de minuten aangeven. Bij de eerste aansluiting van de oven op het elektriciteitsnet of na een stroomstoring zijn er drie knipperende nullen zichtbaar op het display van de programmeer-eenheid. Om de tijd in te stellen dient U het knopje en vervolgens het knopje of ingedrukt houden totdat de klok op de juiste tijd staat (afb. 5.2). Er bestaat ook een ander systeem: druk de knopje egelijk in en druk tegelijkerof . tijd op de knopjes Opmerking: Bij het instellen van de tijd worden eventuele in werking zijnde of ingestelde programma’s op nul gezet. De kookwekkerfunctie bestaat slechts uit een geluidssignaal dat ingesteld kan worden voor een tijdsbestek van maximaal 23 uur en 59 minuten. Om de tijd in te stellen moet U op het knopje drukken en vervolgens op het knopje of totdat het display de gewenste tijd aangeeft (afb. 5.4). HANDMATIGE BEDIENING VAN DE OVEN ZONDER PROGRAMMERING (afb. 5.3) Om de oven handmatig te bedienen, zonder gebruik van de programmering, moet het knipperende opschrift AUTO worden uitgezet door op de knop te drukken (het opschrift AUTO zal uitgaan, terwijl het symbool gaat branden). Let op: Als het opschrift AUTO niet knippert (hetgeen betekent dat er al een bakprogramma is ingesteld) zorgt het indrukken van de knop voor het wissen van het programma en voor het omschakelen naar de handmatige bediening. Indien de oven aanstaat dient men hem handmatig uit te zetten. Als de kookwekker is ingesteld verschijnt de tijd van de klok weer op het display en gaat het symbool branden. Het terugtellen begint onmiddellijk. Dit is op elk gewenst moment te zien op het display wanneer U het knopje indrukt. Als de ingestelde tijd verstreken is gaat het symbool uit en hoort U een repeterend geluidssignaal dat uitgezet kan worden door op een willekeurige knop te drukken. INSTELLING VAN DE TOON VAN HET GELUIDSSIGNAAL Door op de knop te drukken hoort U na elkaar drie verschillende klanken. Het als laatste gehoorde geluidssignaal blijft ingesteld. A U T O 54 Afb. 5.3 Afb. 5.4 AUTOMATISCH BAKKEN (afb. 5.5 - 5.6) Voor het automatisch bakken in de oven moet U: 1. De baktijd instellen 2. Einde baktijd instellen 3. Temperatuur en functie van de oven instellen. Hiervoor gaat U als volgt te werk: 1. Stel de baktijd in door op de knop te drukken en vervolgens op de knop (vooruit) of (achteruit, als men over de gewenste tijd heen is gegaan). Het opschrift AUTO en het symbool gaan branden. 2. Druk op de knop ; de baktijd, reeds opgeteld bij het tijdstip van de klok verschijnt op het display. Stel het tijdstip van einde baktijd in door op de knop ; te drukken; indien men over het gewenste tijdstip heen gaat kan men achteruit gaan door op de knop , te drukken. Na deze instelling zal het symbool , doven. Indien na deze instelling het opschrift AUTO op het display knippert en men een geluidssignaal hoort, betekent dat dat er een fout is gemaakt bij het programmeren, dat wil zeggen, dat de baktijd over de tijd van de klok heen is ingesteld. in dit geval dient men het tijdstip einde baktijd of de baktijd te wijzigen op de hierboven aangegeven wijze. 3. Stel de temperatuur en de bakfunctie in met behulp van de schakelaar en de thermostaat van de oven (zie de betreffende hoofdstukken). De oven is nu geprogrammeerd en alle zal automatisch functioneren: de oven zal op het juiste moment worden ingeschakeld en vervolgens, na het verstrijken van de baktijd op het geprogrammeerde tijdstip weer uit te gaan. Tijdens het bakken blijft het symbool , branden en door op de knop te drukken kan men op het display aflezen hoe lang het nog duurt tot het einde van de baktijd. Het bakprogramma kan op ieder gewenst ogenblik worden uitgeschakeld door op de knop te drukken. Na het verstrijken van de ingestelde baktijd wordt de oven automatisch uitgeschakeld. Het symbool gaat uit, het opschrift AUTO knippert en men hoort een geluidssignaal dat kan worden afgezet door op een willekeurige knop te drukken. Zet de schakelaar en de thermostaat van de oven op de nulstand, en zet vervolgens de programmeer-eenheid op de “handmatige” bediening door op de knop te drukken. Let op: Als de stroom uitvalt springt de klok op nul en worden alle ingestelde programma’s gewist. De stroomuitval wordt gesignaleerd door het de knipperende cijfers op het display. A U T O Afb. 5.5 A U T O Afb. 5.6 55 HALFAUTOMATISCH BAKKEN Met deze instelling gaat de oven automatisch uit na de gewenste baktijd. Er zijn twee manieren om half-automatisch te bakken: 1e MANIER: Programmering van de baktijd (afb. 5.7) – Stel de baktijd in door op de knop te drukken en vervolgens op de knop (vooruit) of de knop (achteruit, wanneer men over de gewenste tijd heen is gegaan). Het opschrift AUTO en het symbool gaan branden. Als de baktijd verstreken is wordt de oven uitgeschakeld en dooft het symbool , het opschrift AUTO knippert en men hoort een geluidssignaal dat uitgezet kan worden door op een willekeurige knop te drukken. Zet de schakelaar en de thermostaat op de nulstand en zet de programmering op de handmatige bediening door op de knop te drukken. 2e MANIER: Programmering van einde baktijd (afb. 5.8) – Stel het tijdstip van einde baktijd in door op de knop te drukken en vervolgens op de knop (vooruit) of de knop (achteruit, wanneer men over de gewenste tijd heen is gegaan). Het opschrift AUTO en het symbool gaan branden. Wanneer men één van deze programmeringen heeft uitgevoerd dient men de temperatuur en de bakfunctie van de oven in te stellen met behulp van de schakelaar en de thermostaat (zie de betreffende hoofdstukken). De oven zal onmiddellijk worden ingeschakeld en na het verstrijken van de ingestelde tijd of bij het bereiken van het als einde baktijd ingestelde tijdstip zal hij automatisch weer worden uitgeschakeld. Tijdens het bakken blijft het symbool branden en door op de knop e drukken kan men van het display aflezen hoe lang het nog duurt voordat de baktijd afgelopen is. Het bakprogramma kan op ieder gewenst moment ongedaan worden gemaakt door op de knop te drukken. 56 A U T O Afb. 5.7 A U T O Afb. 5.8 6 - ONDERHOUD ALGEMENE RAADGEVINGEN – Wanneer het toestel niet gebruikt wordt is het raadzaam de gastoevoerkraan te sluiten. – De staat van de aansluitingsbuis van de fles of de gasleiding regelmatig controleren. Deze moet in perfekte staat zijn en moet onmiddellijk vervangen worden in geval er anomaliën vastgesteld worden. – Het smeren van de kranen mag enkel uitgevoerd worden door een vakman. Wanneer een kraan stram wordt, deze niet forceren. – Sluit het komfoor af van het elektriciteitsnet en wacht totdat het is afgekoeld voordat u begint met het schoonmaken. Let op: Het oppervlak van het komfoor wordt tijdens het koken zeer heet. Houd kinderen uit de buurt van het komfoor. Let op Het apparaat kan zeer heet worden, vooral rondom de kookzones. Daarom is het belangrijk dat kinderen niet alleen in de keuken worden gelaten wanneer het apparaat in werking is. Geen machine met stoomstralen gebruiken want het vocht zou in het apparaat kunnen binnendringen en het gebruik ervan gevaarlijk maken. EMAIL De geëmailleerde delen mogen enkel schoongemaakt worden met een spons en zeep of andere niet schurende middelen. Bij voorkeur met een zeemvel droogwrijven. Alkalische of zure vlekken (citroensap, azijn, enz...) moeten onmiddellijk verwijderd worden. Ook het gebruik van chloor- of zuurhoudende producten dient vermeden te worden. ROESTVRIJSTALEN DELEN mod. BPRF 960 Schoonmaken met een speciaal - in de handel verkrijgbaar - middel. Afdrogen met een zachte doek, liefst met een zeem. Opmerking: Bij een ononderbroken gebruik kan de voortdurend hoge temperatuur verkleuringen om de branders veroorzaken. ONDERDELEN VAN ROESTVRIJ STAAL, ALUMINIUM EN OPPERVLAKKEN MET EEN PRINT Reinig deze onderdelen en oppervlakken met een hiervoor geschikt reinigingsmiddel. Droog ze daarna zeer zorgvuldig af. BELANGRIJK: deze onderdelen dienen altijd zeer zorgvuldig gereinigd te worden om beschadigingen te voorkomen. U wordt geadviseerd een zachte doek en een neutraal reinigingsmiddel te gebruiken. LET OP: Gebruik nooit schurende of bijtende reinigingsmiddelen aangezien deze het beschermende oppervlak onherstelbaar beschadigen. 57 GASKRANEN DE BRANDERS CORRECT PLAATSEN Wend u tot de Servicedienst als de gaskranen niet goed werken. Het is zeer belangrijk dat u de vlamverdeler F en de kap C van de branders goed op hun plaats teruggezet (Afb. 6.16.2. De brander kan niet goed werken als deze onderdelen verkeerd geplaatst zijn. BRANDERS EN ROOSTERS Deze kunnen van het komfoor afgenomen worden en in een sopje gewassen worden Na het schoonmaken moet u de branders goed afdrogen en zorgvuldig op hun plaats terugzetten. Het is zeer belangrijk dat u de vlamverdeler en de kap van de branders goed op hun plaats teruggezet. De brander kan niet goed werken als deze onderdelen verkeerd geplaatst zijn. Opmerking: De elektrische ontsteking kan defect raken als deze wordt gebruikt wanneer de branders zijn verwijderd. Bij toestellen met elektrische ontsteking moet er worden gecontroleerd of de elektrode “S” (Afb. 6.1) schoon is, zodat deze goed kan vonken. C F S Afb. 6.1 58 Afb. 6.2 BRANDER MET DRIEDUBBELE KRANS De brander moet geplaatst worden zoals in afb. 6.3 is aangegeven. De ribben van de brander moeten in de uitsparingen steken zoals is aangeduid met de pijlen. Zet de kap A en de ring B op hun plaats (afb. 6.4 - 6.5). Als de brander goed geplaatst is kan hij niet draaien (afb. 6.4). Afb. 6.3 A B Afb. 6.4 Afb. 6.5 59 OVENRUIMTE Maak de ovenruimte na iedere kookbeurt schoon. Voor de schoonmaak de rekken aan de zijkanten van de oventuimte uitnemen en deze terugmonteren als u klaar bent. Wanneer de oven nog lauw is, de binnenwanden afwassen met een doek die in heet water met zeep of een ander geschikt product gedrenkt is. De bodem van de oven, de zijdelingse rekken, de druipschaal en het rooster zijn uit te nemen en in de gootsteen te wassen. MONTEREN EN DEMONTEREN VAN DE ZIJPLATEN – Bevestig de uitneembare zijplaten aan de gaten van de zijwanden in de oven (Afb. 6.6) – Schuif de vetvanger en het rooster in het midden in de richels van de uitneembare zijplaten (Afb. 6.7). – Het demonteren geschiedt in omgekeerde volgorde. VERVANGEN VAN HET OVENLAMPJE Haal de stekker van het aansluitsnoer uit het stopcontact. Draai het lampje los en vervang het door een lampje dat bestand is tegen hoge temperaturen (300° C), spanning 230 V (50 Hz), 15 W, E14. 60 Afb. 6.6 Afb. 6.7 DRUIPSCHAAL De druipschaal dient goed op het rooster te worden geplaats (afb. 6.8) en vervolgens in de zijdelingse rekken te worden geschoven (afb. 6.9). OVENDEUR De binnenruit kan gemakkelijk uitgenomen worden bij onderhoud. Hiervoor de 4 hechtingsschroeven losdraaien (Afb. 6.10). Afb. 6.8 Afb. 6.9 Afb. 6.10 61 DEMONTAGE VAN DE OVENDEUR Afb. 6.11A De ovendeur kan eenvoudig worden gedemonteerd op de volgende wijze: – De ovendeur volledig openen (Afb. 6.11A). – De vastzetring inhaken in de pen van de linker- en rechterschamier (Afb. 6.11B). – Neem de deur vast zoals getoond in Afb. 6.11. – De deur een klein beetje openen, loshaken en de onderste pen van de scharnieren uit hun behuizing halen (Afb. 6.11C). Afb. 6.11B – Ook de bovenste pen van de scharnieren uit haar behuizing halen (Afb. 6.11D). – Leg de deur op een zacht oppervlak. – Ga in omgekeerde volgorde te werk om de deur opnieuw te monteren. Afb. 6.11C Afb. 6.11D Afb. 6.11 62 Aanwijzingen voor de installateur IMPORTANT – De installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien, in overeenstemming met de lokaal geldende voorschriften en de aanwijzingen van de fabrikant. Als hieraan niet wordt voldaan, vervalt de garantie. – Indien het apparaat wordt aangesloten op het elektriciteitsnet via een stopcontact in de muur achter het apparaat, mag het stopcontact zich hoogstens 18 cm boven de vloer bevinden. – Sommige apparaten worden geleverd met de stalen en aluminium delen ervan bedekt door beschermfolie. U moet de beschermfolie verwijderen voordat u het fornuis in gebruik neemt. 63 7 - INSTALLATIE INSTALLATIE 450 mm 650 mm Dit toestel behoort tot beschermingsklasse “2/1” tegen de oververhitting van aangrenzende oppervakken. Tussen het toestel en de muur of kast ernaast moet minstens 50 mm afstand bewaard worden (Afb. 7.1). De meubelwanden moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 90 °C boven de omgevingstemperatuur. Het fornuis mag geïnstalleerd worden in een keuken, in een eetkeuken of in een eenkamerwoning met kookhoek, maar niet in een vertrek met een badkuip of douche. De afstand tussen het fornuis en een wand (muur kast) aan de zijkant die hoger is dan het fornuis, moet minstens 500 mm bedragen. Indien het gasfornuis op een sokkel geplaatst is, moet men de nodige maatregelen treffen om te voorkomen dat het toestel van de sokkel glijdt. Het fornuis moet overeenkomstig Afb. 7.1 geïnstalleerd worden. 50 mm 500 mm Afb. 7.1 64 ACHTERSCHERM Assembleer het achterscherm “C” (afb. 7.2) alvorens het fornuis te installeren. – Het achterscherm “C” vindt u in de verpakking achter het fornuis. – verwijder de beschermfolie en plakband voordat u het achterscherm assembleert. – Verwijder de twee afstandsringen “A” en de schroef “B” van de achterkant van de kookplaat. – Assembleer het achterscherm zoals aangegeven in afbeelding 7.2 en bevestig het door de schroef “B” en de afstandsringen “A” vast te draaien. c B A Afb. 7.2 65 DE VERSTELBARE VOETEN MONTEREN De verstelbare voeten moeten aan de onderkant van het fornuis worden gemonteerd voordat het fornuis in gebruik wordt genomen. Leg het fornuis met zijn achterkant op een stuk piepschuim van de verpakking, zodat de onderkant toegankelijk is en de voeten gemonteerd kunnen worden. Afb. 7.3 HET FORNUIS WATERPAS ZETTEN Het fornuis kan waterpas geplaats worden door de uiteinden van zijn voeten IN of UIT te draaien (afb. 7.4). Afb. 7.4 66 WAARSCHUWING Het rechtop zetten van het fornuis moet altijd door twee personen worden gedaan, om te voorkomen dat de verstelbare voeten schade oplopen tijdens deze manœuvre (afb. 7.5). Afb. 7.5 WAARSCHUWING Pas op: til het fornuis bij het rechtop zetten niet op aan de deurhendel (afb. 7.6). Afb. 7.6 WAARSCHUWING SLEEP het fornuis NIET over de vloer wanneer u het naar de plaats van installatie vervoert (afb. 7.7). Til het fornuis zo ver op dat zijn voeten de vloer niet raken (afb. 7.5). Afb. 7.7 67 De installateur dient de plaatselijk geldende regelgeving m.b.t. de ventilatie van het vertrek en de afvoer van verbrandingsproducten in acht te nemen. Tijdens een intensief en langdurig gebruik kan extra ventilatie nodig zijn, bijvoorbeeld door een raam te openen of door de afzuiginstallatie - indien aanwezig - op een hogere vermogensstand te regelen. AFVOER VAN DE VERBRANINGSGASSEN De afvoer van de verbrandingsgassen van het gaskookvuur moet gebeuren via een afzuigkap met externe uitgang, of een afzuigkap met recirculatie. Dampkap voor afzuiging verbrandingsgassen H min 650 mm Indien dit niet mogelijk is, kan men de verbrandingsgassen afzuigen met een elektrische ventilator. Die moet dan wel een aangepast vermogen hebben zodat de lucht in de kamer zeker indien er voldoende openingen voor luchttoevoer aanwezig zijn. (zie hoofdstuk Installatieruimte). INSTALLATIERUIMTE De kamer waar het gastoestel wordt geplaatst, moet voldoende verlucht worden. Dit met het oog op het afvoeren van de verbrandingsgassen. De verluchting moet gebeuren door middel van openingen in de buitenmuur. In totaal moet men een min. oppervlakte bekomen van 200 cm2 verluchting. Bij voorkeur gebruikt men openingen die zich dicht bij het vloeroppervlak berinden, en tegenover de afvoer van de verbrandingsgassen zijn gelegen. De openingen moeten zodanig gemaakt zijn dat ze niet kunnen verstoppen, niet aan de binnenkant, noch aan de buitenkant. Indien het niet mogelijk is van deze openingen te voorzien, kan men verluchting vanuit een andere kamer aanbrengen, indien dit geen slaapkamer noch andere gevaarlijke kamer is. In laatste instantie kan de keukendeur op een kier gezet worden om te verluchten. Elektrische ventilator voor afzuiging Opening voor luchttoevoer 68 Afb. 7.8 Opening voor luchttoevoer Afb. 7.9 8 - GASGEDEELTE De wanden van de naast het fornuis opgestelde de meubels moeten uit hittebestendig materiaal vervaardigd zjin. GASGEDEELTE Het fornuis is bij levering klaar voor gebruik met het type gas dat op het etiket op het toestel is vermeld. Het kan soms nodig zijn om van aardgas op een ander type gas over te schakelen. U moet als volgt tewerkgaan, ongeacht voor welk type gas het toestel afgesteld is: 1) gasaansluiting 2) vervanging van de inspuiters 3) regeling van de kleinstand van de branders van de kooktafel AANSLUITING AAN DE GAS BE Cat: II 2E+3+ Het toestel wordt links- of rechtsachteraan aan de gastoevoer aangesloten (tekening 8.1) op een zodanige manier dat de buis nooit achter het toestel loopt. Het niet gebruikte uiteinde voor de aansluiting (links of rechts) moet met de dop en de afdichting afgesloten worden. • De installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien, in overeenstemming met de lokaal geldende voorschriften. Dop Afb. 8.1 69 1) GASSOORTEN Het gas dat kan worden gebruikt kan in twee families worden onderverdeeld: – Vloeibaar gas: Butaangas (G30) en Propaangas (G31) – Aardgas (G20/G25) De aansluitset (zie afbeelding 8.2) bestaat uit: – 1 verloopstuk “B” – afdichtingsring “D” Controleer of de apparaat afgesteld is op het type gas dat wordt toegevoerd (zie het etiket). De gas installatie moet voldoen aan de landelijken de plaatselijke eisen. Aansluiting op de gastoevoer: – De verbinding moet worden aangelegd volgens de norm NBN D 51-003 met buizen of volgens de voorschriften A.R.G.B/03 met flexibele buis. Het apparaat moet worden geplaatst met een AGB-goedgekeurde stopkraan. Attentie: Indien er een flexibele slang wordt gebruikt, moet deze zodanig worden geinstalleerd dat hij niet in contact kan komen met een beweegbaar deel van het meubel. Zorg dat kontrole van de slang over de hele lengte mogelijk is. BELANGRIJK: Gebruik voor het aanschroeven van de onderdelen twee sleutels (zie afbeelding 8.3.). Controleer, na voltooiing van de aansluiting, met behulp van een zeepoplossing, en nooit met een vlam, of de verbindingen gasdicht zijn. D B 1/2” 1/2" gas gaz kegelvormig conique 70 Afb. 8.2 Afb. 8.3 Onderhoud van de gasbranders 2) VERVANGING SPROEIERS VAN DE BRANDERS Elk komfoor wordt geleverd met een serie sproeiers voor de verschillende gassoorten. De nieuwe sproeiers moeten gekozen worden op grond van de “Tabel van de sproeiers”. De diameter van de sproeiers, uitgedrukt in honderdste millimeters, is aangegeven op de buitenkant. Ga als volgt te werk om de sproeiers te vervangen: – Verwijder de panroosters en de kapjes van de branders, trek de bedieningsknoppen en de eventueel aanwezige ontstekingsknop los en verwijder ook deze. – Vervang m.b.v. een pijpsleutel de sproeiers “J” (Afb. 8.4a, 8.4b) door nieuwe die geschikt zijn voor het type gas dat gebruikt wordt. J J Afb. 8.4a Afb. 8.4b 71 3) REGELING VAN DE KLEINSTAND VAN DE BRANDERS VAN DE KOOKTAFEL De branders zijn zodanig ontworpen dat er geen afstelling van de primaire lucht nodig is. Een correcte vlam bij kleinstand moet ongeveer 4 mm zijn. Een bruusk overgaan van volstand naar kleinstand mag nooit het doven van de vlam tot gevolg hebben. De vlam wordt als volgt geregeld: – De brander aansteken – De kraan op kleinstand plaatsen – De knop wegnemen. – Met behulp van een kleine schroevendraaier de vijs in de kraanstift draaien tot een correcte regeling uitgevoerd (Afb. 8.5). Voor G30/G31 gas dient de vijs volledig ingeschroefd te worden. 72 Afb. 8.5 TABEL VAN DE INSPUITERS BE Cat: II 2E+ 3+ NOMINAAL VERMINDER DEBIET DEBIET G30/G31 28-30/37 mbar [kW] [kW] By-pass [1/100 mm] Ø spuitstuk [1/100 mm] Hulpbrander (A) 1,00 0,30 27 50 Halfsnelle (SR) 1,75 0,45 32 65 Snelle brander (R) 3,00 0,75 42 85 Driedubbele kroon (TC) 3,50 1,50 65 95 G 20/G 25 20/25 mbar By-pass [1/100 mm] Ø spuitstuk [1/100 mm] Afstellingen BRANDERS 72 (X) 97 (Z) 115 (Y) 135 (T) Benodigde luchttoevoer voor de verbranding van gas (2 m3/h x kW) BRANDERS Hulpbrander (A) Halfsnelle (SR) Snelle brander (R) Driedubbele kroon (TC) Benodigde luchttoevoer [m3] 2,00 3,50 6,00 7,00 GASKRANEN Alleen gespecialiseerde vakmensen mogen de periodieke smering van de gaskranen uitvoeren. BELANGRIJK Voor alle operaties m.b.t. de installatie, het onderhoud en de omschakeling van het toestel, moet men de originele stukken van de constructeur gebruiken. De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden indien deze verplichting niet in acht wordt genomen. 73 9 - ELEKTRISCH GEDEELTE BELANGRIJK: De aansluiting op het elektriciteitsnet moet uitgevoerd worden door een bevoegd vakman en voldoen aan de geldende voorschriften. Een foute installatie kan schade aan personen, dieren en zaken ten gevolge hebben waarvoor de fabrikant zich niet aansprakelijk stelt. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET – De aansluiting op het elektriciteitsnet moet uitgevoerd worden door een vakman en voldoen aan de geldende veiligheidsvoorschriften; – Het apparaat moet aangesloten worden op het elektriciteitsnet, nadat men eerst heeft vastgesteld dat de netspanning overeenstemt met de voedingsspanning die op het typeplaatje is vermeld en dat de elektrische voorziening de aansluitwaarde van het toestel kan dragen; – ln het geval dat het toestel zonder stekker is geleverd, moet er worden gezorgd voor een stekker die geschikt is voor het vermogen dat het toestel opneemt; – Ook een vaste aansluiting van het toestel is mogelijk door een veelpolige lijnschakelaar met een contactopening van minstens 3 mm te monteren tussen het toestel en de elektrische voorziening; – De voedingskabel mag niet in aanraking komen met hete oppervlakken en moet zo geplaatst worden dat de temperatuur nergens boven de 75°C komt; – Het toestel moet zo worden geïnstalleerd dat het stopcontact of de lijnschakelaar altijd bereikbaar zijn. 74 – N.B. Gebruik geen adapters, verloopstekkers en meervoudige stekkerdozen omdat deze oververhitting en verbrandingen kunnen veroorzaken. Als de elektrische voorziening in uw woning aangepast moet worden om het toestel te installeren of als de stekker niet in het stopcontact past, laat de nodige werkzaamheden dan verrichten door een bevoegd vakman. Deze moet bovendien controleren of de doorsnede van de bekabeling van het stopcontact groot genoeg is voor het vermogen dat het toestel opneemt. WAARSCHUWING! Het is verplicht het apparaat te aarden. Trek altijd de stekker uit alvorens werken uit te voeren aan het elektrische gedeelte van het toestel. De aarding van het toestel is verplicht. De fabrikant wijst alle verantwoor-delijkheid af wanneer schade veroorzaakt wordt door het niet in acht nemen van deze voorwaarde. AANSLUITEN VAN HET AANSLUITSNOER DOORMETER VAN DE VOEDINGSDRAAD - TYPE HO5RR-F Het aansluitsnoer wordt als volgt op het fornuis aangesloten: – Schroef de bevestigingsschroeven van het beveiligingspaneel “A” aan de achterkant van het fornuis los (Afb. 9.1). – Verbind het goed geïsoleerde aansluitsnoer met klem “D”. – Verbind de fase-aansluitingen met klembouder “B” volgens het schema in afbeelding afb. 9.2 en verbind de aarddraad met klem “PE” (Afb. 9.1). – Span het aansluitsnoer en zet het vast in klem “D”. – Bevestig het beveiligingspaneel “A” opnieuw. 230 V 3 x 1,5 mm2 ;; ;; ;; ;; ;;; ;;; PE N L D 230 V B L1 N PE (L2) A Afb. 9.1 Afb. 9.2 75 Les descriptions et les informations indiquées sont fournies à simple titre indicatif. Le constructeur se réserve le droit d’apporter des modifications à son produit à n’importe quel moment et sans préavis. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor onwaarheden in deze folder veroorzaakt door druk- of vertaalfouten. De fabrikant heeft het recht alle wijzigingen aan het produkt aan te brengen die zij voor commerciële- of fabricagedoeleinden noodzakelijk acht, op ieder moment en zonder voorafgaande kennisgeving. The manufacturer cannot be held responsible for possible inaccuracies due to printing or transcription errors in the present booklet. The manufacturer reserves the right to make all modifications to its products deemed necessary for manufacture or commercial reasons at any moment and without prior notice, without jeopardising the essential functional and safety characteristics of the appliances. Cod. 1102523
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112

M-system BPRF-960IX de handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor