3
VEILIGHEIDSINSTRUKTIES
Om veilig te werken
Voor het begin van het werk altijd een nazicht vóór inbedrijfsname
uitvoeren (pag. ). U kunt daardoor een ongeval of een beschadiging
van de motor vermijden.
Om brandgevaar te voorkomen en om voor voldoende ventilatie te zor-
gen de motor bij bedrijf op minstens 1 m afstand van gebouwen en ande-
re uitrusting opstellen. Geen brandbare stoffen in de buurt van de motor
brengen.
Kinderen en huisdieren moet uit de werkzone gehouden worden, omdat
de mogelijkheid van verbranding door hete onderdelen van de motor of
letsels door andere uitrusting, waarvoor de motor moet dienen, bestaat.
U moet weten, hoe U de motor snel kunt uitzetten, bovendien dient
U zich vertrouwd te maken met de werking van bedieningselementen.
Laat niemand zonder juiste instruktie de motor gebruiken.
Geen licht ontvlambare stoffen zoals benzine, lucifers, enz. in de buurt
van de motor bewaren, wanneer deze in bedrijf is.
Brandstof moet bijgevuld worden in een goed geventileerde ruimte met
uitgeschakelde motor. Benzine is uiterst brandgevaarlijk en onder be-
paalde omstandigheden explosief.
De Honda motor is ontworpen voor veilig en
betrouwbaar gebruik indien deze volgens de aan-
wijzingen wordt bediend. Lees de gebruiksaanwij-
zing alvorens gebruik van de motor zorgvuldig
door. Dit nalaten kan persoonlijk letsel of bescha-
diging van de apparatuur veroorzaken.
Let erop, dat de tankdop goed gesloten is.
Indien benzine gemorst is, beslist ervoor zorgen, dat deze plek vóór het
starten van de motor volkomen droog is en dat de benzinedampen
vervlogen zijn.
Bij het tanken of in de ruimte waar brandstof is opgeslagen niet roken of
open vuur gebruiken.
De uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxidegas; het inademen ervan
kan leiden tot bewusteloosheid of zelfs tot de dood. De motor nooit in
een afgesloten of te kleine ruimte laten draaien.
De motor op een stabiele basis plaatsen. De motor niet meer dan 20° uit
de horizontale positie kantelen. Als de motor te scheef staat, bestaat het
gevaar dat er brandstof uitloopt.
Vul de tank niet tot aan de rand.
6