23
•
4 PROBLEMEN
Bij de ingebruikneming
U observeert een oplichtend
display. Dat is normaal. De
weergave verdwijnt na 30 seconden.
De stroom is uitgeschakeld of
slechts één kant werkt. Verkeerde
aansluiting van het fornuis.
Controleer of de aansluiting conform
is (zie hoofdstuk aansluiting).
Bij het eerste gebruik komt er een
vreemde geur van de kookplaat af.
Het toestel is nieuw. Laat elke zone
een half uur verwarmen met een pan
vol water.
Bij het aanzetten
De kookplaat werkt niet en de
lichtgevende displays op het
bedieningspaneel blijven uit.
Het toestel krijgt geen stroom.
Defecte voeding of foute aansluiting.
Controleer de zekeringen en de
elektrische hoofdschakelaar.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt een ander bericht. De
elektronische schakeling werkt
slecht. Neem contact op met de
Servicedienst.
De kookplaat werkt niet, de
informatie “blokkeren” wordt
weergegeven. Ontgrendel de
kinderbeveiliging.
Storingcode F9: spanning lager dan
170 V.
Storingcode F0: temperatuur lager
dan 5°C.
Tijdens het gebruik
De kookplaat werkt niet, op het
display verschijnt en er klinkt
een geluidssignaal.
Er is iets overgekookt of er ligt een
voorwerp op het bedieningspaneel.
Reinig de kookplaat of verwijder het
voorwerp en ga verder met koken.
De code F7 wordt weergegeven.
De elektronische schakelingen zijn
warm geworden (zie hoofdstuk
inbouw).
Tijdens de werking van een
kookzone knipperen altijd
de verklikkerlampjes van het
toetsenbord.
De gebruikte pan is niet compatibel.
De pannen maken lawaai en uw
kookplaat maakt een tikkend
geluid tijdens het koken of bakken
(zie het advies “Veiligheid en
aanbevelingen”).
Dit is normaal. Met een bepaald type
pan is dit de doorvoer van de energie
van de kookplaat naar de pan.
De ventilator blijft doorwerken na
uitschakeling van de kookplaat.
Dit is normaal. Dit laat koeling van de
elektronica toe.
Bij aanhoudende storingen.
Schakel de spanning van uw plaat
uit gedurende 1 minuut. Als het
fenomeen aanhoudt, neem dan
contact op met de Servicedienst.
Sonde
Het verliezen van de communicatie
van de sonde kan het gevolg zijn van
een batterij die bijna leeg is.
Bij weergave : de sonde is
niet gepaird of is uitgeschakeld. Als
het probleem zich blijft voordoen,
controleert u de accupositie.
Bij weergave : de sonde
wordt al door een andere kookzone
gebruikt.
Bij weergave + een pieptoon:
De gemeten temperatuur is niet
compatibel met de geselecteerde
functie. Verifieer of de gekozen zone
bij ge geselecteerde functie past.