De Dietrich DPI7884XT de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL GEBRUIKSHANDLEIDING
INDUCTIEKOOKPLAAT
GEACHTE CLIËNTE,
GEACHTE CLIËNT,
NL
De producten van De Dietrich ontdekken betekent unieke emoties voelen.
U wordt er onmiddellijk, vanaf de eerste oogopslag, door aangetrokken. De
kwaliteit van het design uit zich in de tijdloze vormgeving en de verzorgde
afwerkingen die elk voorwerp elegant en verjnd maken in perfecte
harmonie met elkaar. Dan komt de onweerstaanbare drang om deze aan te
raken.
Het De Dietrich design is gebaseerd op stevige en
prestigieuze materialen; er wordt voorrang gegeven aan authenticiteit.
Door het combineren van de meest geavanceerde technologie met edele
materialen, maakt De Dietrichoer degelijke producten ten dienste van
culinaire hoogstandjes, een passie die wordt gedeeld door iedereen die
van lekker koken houdt. Wij wensen u veel voldoening bij het gebruik van
dit nieuwe toestel.
Wij danken u voor uw vertrouwen.
www.dedietrich-electromenager.com
U kunt ons vinden op
2
INHOUDSOPGAVE
Veiligheid en belangrijke voorzorgsmaatregelen ............................3
Presentatie ..........................................................................................7
Installatie .............................................................................................8
Uitpakken..............................................................................................8
Inbouw ................................................................................................8
Aansluiting ........................................................................................10
Gebruik .............................................................................................. 11
Terminologie toetsenbord ................................................................... 11
Keuze van de pan...............................................................................12
Selectie van de kookzone...................................................................12
Aan-/Uitzetten ..................................................................................... 12
Instellen van het vermogen ................................................................12
Horizone .............................................................................................13
Instellen timer .....................................................................................13
Vergrendeling bediening ..................................................................... 13
Functie Clean lock ..............................................................................14
Functie Recall ..................................................................................... 14
Functie Perfect Sensor (sonde) .......................................................... 15
Kookinstructies ...................................................................................19
Veiligheid en aanbevelingen ............................................................... 21
Onderhoud ........................................................................................22
Storingen ........................................................................................... 23
Milieu .................................................................................................24
Consumentendienst .........................................................................25
Collectie Perfect Sensor ..................................................................26
NL
3
VEILIGHEID EN BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
Deze handleiding is ook beschikbaar op de website van het merk.
Lees deze instructies vóór installatie en gebruik van uw toestel. Ze zijn geschreven
voor uw veiligheid en die van anderen. Bewaar deze handleiding bij uw toestel. Indien
het toestel wordt doorverkocht of overgedragen aan een andere persoon, zorg er dan
voor dat de handleiding wordt meegeleverd.
• In het belang van de voortdurende verbetering van onze producten behouden wij
ons het recht voor om technische, functionele of esthetische veranderingen in hun
kenmerken toe te passen met betrekking tot technische verbeteringen.
• Om gemakkelijk de referenties van het toestel te kunnen vinden, raden wij u aan
deze op de pagina "Service en Consumentrelaties" te noteren.
Dit toestel kan gebruikt
worden door kinderen van 8
jaar en ouder, en mensen met
een verminderde geestelijke,
zintuiglijke of fysieke
vermogens, of mensen zonder
voldoende ervaring en kennis,
indien zij op de juiste wijze
zijn ingelicht over het gebruik
van dit product en de risico's
hiervan begrijpen.
Kinderen mogen niet met het
toestel spelen.
De reiniging en het onderhoud
mogen alleen onder toezicht
aan kinderen overgelaten
worden.
Het toestel moet buiten het
bereik van kinderen jonger
dan 8 jaar worden gehouden,
tenzij ze voortdurend in het
oog worden gehouden.
Het toestel en de bereikbare
delen worden zeer heet tijdens
het gebruik.
Voorzorgen moeten worden
genomen om het aanraken
van verwarmingselementen te
voorkomen.
Metalen voorwerpen zoals
messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op het
oppervlak worden geplaatst
omdat deze heet kunnen
worden.
Uw kookplaat is voorzien van
een kinderbeveiliging voor
vergrendeling van de functies
tijdens het koken of wanneer
de plaat niet aan staat (zie
hoofdstuk: gebruik van de
kinderbeveiliging).
Uw toestel voldoet aan de
Europese richtlijnen en
verordeningen waaraan het
onderworpen is.
Om interferentie tussen uw
kookplaat en een pacemaker
4
te vermijden, is het belangrijk
dat de pacemaker is
ontworpen en afgesteld in
overeenstemming met de
betreffende reglementering.
Raadpleeg de fabrikant van de
pacemaker of uw behandelend
arts.
Onbeheerd koken op een
kookplaat met vet of olie kan
gevaarlijk zijn en kan leiden tot
brand. Probeer NOOIT om een
brand met water te blussen,
maar schakel het toestel uit
en bedek bijvoorbeeld de vlam
met een deksel of blusdeken.
WAARSCHUWING: het koken
moet worden gecontroleerd.
Een korte kookbereiding
vereist een continue bewaking.
Brandgevaar: geen
voorwerpen op de kookzones
plaatsen.
Als het oppervlak gebarsten is,
schakel dan het toestel uit om
het risico van een elektrische
schok te voorkomen.
Gebruik de kookplaat niet meer
voordat de glazen bovenplaat
is vervangen.
Zet de kookpannen niet te
hard op de kookplaat: de vitro-
keramische
plaat is zeer stevig, maar niet
onbreekbaar.
Plaats geen heet deksel plat op
de kookplaat. Een ‘zuignap’-
effect kan het keramisch
oppervlak beschadigen.
Verschuif de pannen niet
over de glasplaat, dat kan
op den duur beschadiging
veroorzaken van de
keramische plaat.
Gebruik voor het koken nooit
aluminiumfolie. In aluminium
verpakte producten of
producten in een aluminium
bakje nooit rechtstreeks op
de kookplaat zetten. Het
aluminiumfolie smelt en brengt
onherstelbare schade toe aan
uw kookplaat.
Geen onderhouds- en
ontvlambare producten in het
meubel onder de kookplaat
opbergen.
Deze kookplaten moeten
worden aangesloten op
het net via een omnipolaire
schakelaar volgens de
geldende installatieregels.
VEILIGHEID EN BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
5
Een loskoppeling moet
geïntegreerd worden in de
vaste leidingen.
Indien de voedingskabel
is beschadigd, moet deze
veiligheidshalve door de
fabrikant, de servicedienst
of een ander gekwaliceerd
persoon worden vervangen.
Zorg ervoor dat de
voedingskabel van een
elektrisch toestel dat in de
nabijheid van de kookplaat is
aangesloten, niet in contact
komt met de kookzones.
Gebruik nooit een
stoomreiniger voor het
onderhoud van uw kookplaat.
Het toestel is niet bedoeld
voor het gebruik met een
externe timer of een apart
afstandsbedieningssysteem.
Stop na het gebruik de werking
van de kookplaat met behulp
van de bedieningsinstallatie
en reken daarbij niet op de
pannendetector.
LET OP: Gebruik alleen
beschermers van de kookplaat
ontworpen door de fabrikant
van het kooktoestel, waarnaar
in de instructies voor gebruik
wordt verwezen als zijnde
geschikt, of deel uitmakend
van het toestel. Het gebruik
van ongeschikte bescherming
kan ongelukken veroorzaken.
Sonde
De sonde is uitgerust met een
accu van het type CR2032
(gebruik alleen de aangegeven
batterij).
Om de accu te plaatsen, moet
het deksel op de achterkant
van de sonde losgeschroefd
worden met behulp van een
muntstuk, de batterij met
inachtneming van de polariteit
(+ boven) geplaatst worden en
vervolgens het deksel weer
dichtgeschroefd worden.
De batterij moet vervangen
worden wanneer deze leeg is
of lekt.
De accu moet uit het toestel
gehaald worden alvorens dit
te verwijderen.
De accu moet weggeworpen
VEILIGHEID EN BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
in een batterijcontainer of
naar de winkel teruggebracht
worden (volgens de geldende
regelgeving).
– verschillende types accu’s
of nieuwe en lege accu’s
mogen niet samen gebruikt
worden;
– als het toestel een lange
periode niet gebruikt zal
worden en opgeslagen moet
worden, dienen de accu’s
verwijderd te worden;
– de voedingsklemmen mogen
niet kortgesloten worden.
- Niet-oplaadbare accu’s
mogen niet opgeladen
worden.
- De sonde is niet geschikt
voor een gebruik in de oven.
Ondergetekende, Brandt France,
verklaart dat het toestel uitgerust
met de functie Perfect Sensor
beantwoordt aan de richtlijn
2014/53/EU. De volledige EU-
conformiteitsverklaring is te vinden
op het volgende internetadres: www.
dedietrich-electromenager.com.
6
VEILIGHEID EN BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
7
0 PRESENTATIE
Deze kookplaat wordt geleverd met zijn aangesloten temperatuursonde en een
speciale houder waarmee de sonde gemakkelijk op ieder type pan geplaatst kan
worden. Deze sonde is geschikt voor alle kookzones.
Dankzij de De Dietrich kookplaat Perfect Sensor met zijn aangesloten
temperatuursonde kunt u alle deskundige culinaire handelingen beheerst en met
precisie uitvoeren, door de temperatuur in de kern van uw gerecht zodanig te regelen,
dat alle vlees- en vissoorten naar believen bereid worden en al uw maaltijden een
succes worden.
Door de baktemperatuur van de ingrediënten op de graad nauwkeurig te respecteren,
beheerst u het bakken en zult u een uitstekend culinair resultaat bereiken.
De volgende functies zijn beschikbaar met feedback over de temperatuur:
Thermometer / Smelten / Opwarmen / Vacuüm koken of bakken / Langzaam koken
of bakken / Koken
8
1 INSTALLATIE
1.1 UITPAKKEN
Verwijder alle beschermende elementen
van de kookplaat, van de sonde en van
de houder van de sonde.
Uw sonde wordt geleverd met een
batterij die u moet installeren (1.0).
Om de accu te plaatsen, moet het
deksel op de achterkant van de sonde
losgeschroefd worden met behulp
van een muntstuk, de batterij met
inachtneming van de polariteit (+ boven)
geplaatst worden en vervolgens het
deksel weer dichtgeschroefd worden.
Verieer en respecteer de kenmerken
van het toestel die op het kenplaatje zijn
vermeld (1.1.1).
Noteer in de onderstaande kaders, voor
toekomstig gebruik, de servicereferenties
en het standaardtype dat u op deze plaat
aantreft.
1. 2 INBOUW IN HET MEUBEL
Verieer of de luchtinlaten en -uitlaten niet
verstopt zijn (1.2.1). Houd rekening met
de informatie over de inbouwafmetingen
(in mm) van het meubel voor het
ontvangen van de kookplaat.
- Inbouw op het werkblad
Zie schema (1.2.2)
Service: Type:
Dienst: Type:
SERVICE:TYPE
:
XXXXXXXxxx-x xxV xx/xxHz
XXXX W-
XXXXXXXXXXXXXXX
Nr
SERVICE: TYPE
:
CC
XXXXXXX xxx-x xxV xx/xxHz
XXXX W-
XXXXX
XXXXXXXX
XXXXXXXXX
XX XX XXXXX
ISM GROUPE 2 CLASSE B
XXXXXXX
515
650
55
55
64
1.2.2
515
650
518
653
R 3
R 3
490
560
5
10
10
64
25
1.2.3
1.2.1
1.1.1
1.0
9
- Inbouw op het oppervlak van het
werkblad Zie schema (1.2.3)
Controleer of de lucht goed doorstroomt
tussen de voor- en achterzijde van uw
kookplaat.
Als de kookplaat boven een lade
(1.2.6) of boven een ingebouwde oven
(1.2.7) wordt geïnstalleerd, respecteer
dan de afmetingen aangegeven in
de afbeeldingen om een voldoende
luchtuitlaat aan de voorzijde te
waarborgen. Plak de dichting over de
hele omtrek van de kookplaat vast
(1.2.8).
Plaats de kookplaat in het meubel
(1.2.9).
Als uw kookplaat zich boven een
oven bevindt, kunnen de
warmtebeveiligingen van de plaat het
gelijktijdig gebruik van de plaat en de
oven in pyrolyse-modus verhinderen.
Uw kookplaat is voorzien van een
beveiligingssysteem tegen oververhitting.
Deze beveiliging kan bijvoorbeeld
worden geactiveerd als de kookplaat is
geïnstalleerd boven een onvoldoende
geïsoleerde oven. De code "F7"
verschijnt dan in de bedieningszones. In
dit geval raden wij u aan om de beluchting
van uw kookplaat te verbeteren door een
opening te maken aan de zijkant van uw
meubel (8 cm x 5 cm).
20
40
4
40
1.2.8
1.2.7
1.2.6
1.2.9
1 INSTALLATIE
10
1. 3 ELEKTRISCHE AANSLUITING
Deze kookplaten moeten worden
aangesloten op het net via een
omnipolaire schakelaar volgens
de geldende installatieregels. Een
loskoppeling moet geïntegreerd worden
in de vaste leidingen.
Identiceer het type van de kabel van
uw kookplaat, afhankelijk van het aantal
draden en de kleuren:
- Kabel met 5 draden (1.3.1):
a) geel-groen, b) blauw, c) bruin, d)
zwart, e) grijs.
Bij het onder spanning zetten van
de kookplaat, of in geval van een
lange stroomstoring, verschijnt een
lichtcodering op het bedieningspaneel.
Wacht ongeveer 30 seconden of druk
op een toets om deze informatie te
doen verdwijnen voordat u de kookplaat
gebruikt (deze weergave is normaal
en indien nodig voorbehouden aan
de Servicedienst). De gebruiker van
de kookplaat dient hier in geen geval
rekening mee te houden.
1.3.1
1 INSTALLATIE
2 GEBRUIK
11
Terminologie toetsenbord
a = Inschakelen / Uitschakelen
b
= Vergrendeling / Clean Lock (Vergrendeling van de kookplaat tijdens het
reinigen)
c
= Keuze kookzone
d
= Horizone
e
= Display (Vermogen / minuten)
f
= Functie Thermometer (Weergave van de temperatuur)
g = Instelling sonde
h = Culinaire functies
Expert / Smelten /
Vacuüm koken of bakken / Opwarmen / Langzaam koken of
bakken / Koken
i
= Instellen timer
j
= Instellen van het vermogen
k
= Functie Boost (Maximum vermogen)
l
= Functie Recall (Oproepen van de instelling van het vermogen & de timer)
k
a
bc
d
e
i
j
lgh
df
Puissance - MinutePuissance - Minute
12
2 GEBRUIK
2.1 KEUZE VAN DE PAN
De meeste pannen zijn geschikt voor
inductiekoken. Alleen glas, aardewerk,
aluminium zonder speciale bodem, koper
en bepaalde soorten niet magnetisch rvs
werken niet met inductiekoken.
We raden u aan pannen te kiezen
met een dikke, platte bodem. De
warmte wordt beter verspreid en het
kookproces verloopt gelijkmatiger. Laat
tijdens het verwarmen een lege pan
nooit onbewaakt achter.
Zet liever geen pannen op het
bedieningstoetsenbord.
2.2 SELECTIE VAN DE KOOKZONE
U kunt uw pannen op meerdere
kookzones zetten. Selecteer de meest
geschikte kookzone voor de grootte van
de pan. Als de basis van de pan te klein
is, zal de vermogensindicator knipperen
en zal de kookzone niet werken, zelfs
al is het materiaal van de pan van het
aanbevolen type voor inductie. Gebruik
geen pannen waarvan de diameter
kleiner is dan die van de kookzone (zie
tabel).
Bodemdiameter
van de pan
18 cm, ovaal,
vispan
Max. ovenvermo-
gen (Watt)
3700
Diameter van
de kookzone
Horizone
Indien tegelijkertijd meerdere kookzones
gebruikt worden, zorgt de kookplaat voor
de verdeling van het vermogen, om het
totale vermogen van de kookplaat niet te
overschrijden.
2.3 IN- en UITSCHAKELEN
Druk op de toets Aan / Uit . Gedurende
8 seconden knippert een "0" op elke
kookzone.
Als er geen enkele pan gedetecteerd
wordt, selecteer dan uw kookzone .
Als een pan gedetecteerd wordt, knippert
de "0" met een punt.
U kunt nu het gewenste kookvermogen
instellen. Als u geen kookvermogen
instelt, zal de kookzone automatisch
worden uitgeschakeld.
Uitschakelen van een zone / kookplaat
Druk lang op de zone , er klinkt een
pieptoon en het display wordt
uitgeschakeld of het symbool “H”
(restwarmte) verschijnt.
Druk op de toets Aan / Uit om de
kookplaat volledig uit te schakelen.
2.4 INSTELLEN VAN HET VERMOGEN
Druk op de toets Bij het
inschakelen kunt u direct het maximale
13
2 GEBRUIK
vermogensniveau (behalve boost)
instellen door op de toets “-” te drukken.
2.5 HORIZONE
Horizone
tech
U kunt de vrije zone kiezen met de toets
. De instelling van het vermogen en de
timer gebeurt net zoals voor een gewone
kookzone.
Druk, om de zone uit te schakelen, lang
op de toets , er klinkt een pieptoon en
de displays worden uitgeschakeld of het
symbool “H” verschijnt.
Door op de toets van de voor- of
achterkookzone van de zone te drukken,
deactiveert u de functie en brengt u de
instellingen over op de geselecteerde
kookzone.
2.6 INSTELLEN VAN DE TIMER
Elke kookzone heeft een eigen timer.
Deze kan ingeschakeld worden zodra de
betreffende kookzone in werking is.
Om de timer te starten of te wijzigen,
drukt u op de toets van de timer .
Om de instelling van heel lange tijden te
vereenvoudigen, kunt u direct naar 8u
gaan door vanaf het begin te drukken op
de toets -, bij iedere volgende druk op
de toets - gaat u naar 7u, 6u, 5u, 4u, 3u,
2u, 99 min...
Aan het einde van de kooktijd verschijnt
een 0 en hoort u een pieptoon. Om
deze informatie te wissen, drukt u op
één van de bedieningstoetsen van de
betreffende kookzone. Doet u dit niet,
dan verdwijnt de informatie na enkele
ogenblikken vanzelf.
Om de timer tijdens het koken te
stoppen, drukt u tegelijktijdig op de
toetsen + en -, of gaat u terug naar 0
met de toets -.
Onafhankelijke timer
Met deze functie kunt u de tijd van een
evenement opnemen zonder te koken.
- Selecteer een niet-gebruikte zone
- Druk op de toets + er wordt een
t” met een punt weergegeven
- Stel de tijd in met de toets - of +.
- de resterende tijd wordt permanent
weergegeven.
- U kunt het aftellen stoppen door lang
op de toets voor het selecteren van de
kookzone te drukken.
- Aan het einde van het aftellen klinkt er
gedurende 20 s een dubbele pieptoon.
2.7 VERGRENDELING VAN DE
BEDIENINGEN
Kinderbeveiliging
Uw kookplaat is voorzien van een
kinderbeveiliging voor vergrendeling
van de functies tijdens het koken of
Om Clean lock te activeren:
Druk kort op de toets (hangslot). Er
klinkt een pieptoon en het symbool
"blokkeren" knippert op het display.
Na een vooraf ingestelde tijd zal de
vergrendeling automatisch ophouden.
Een dubbele pieptoon weerklinkt en
"blokkeren "gaat uit. U kunt de Clean
lock op ieder moment stopzetten door
lang op de toets te drukken.
2.8 FUNCTIE RECALL
Deze functie geeft de laatste instellingen
weer van "vermogen en timer" van alle
kookzones die zijn uitgeschakeld (sinds
minder dan 3 minuten).
Om deze functie te gebruiken, moet de
kookplaat ontgrendeld zijn. Druk op de
toets Aan / Uit en druk daarna kort op de
toets .
Wanneer de kookplaat werkt (minstens
een kookzone staat aan), drukt u kort op
de toets . Met deze functie kunnen de
instellingen van het vermogen en de
timer opgeroepen worden van de
kookzone(s) die minder dan 30 seconden
geleden is/zijn uitgeschakeld.
Wanneer de kookplaat uitgeschakeld is
(alle kookzones zijn uit), drukt u op de
toets Aan / Uit en daarna kort op de
toets . Met deze functie kunnen de
instellingen van het vermogen en de
timer opgeroepen worden van de
kookzone(s) die minder dan 3 minuten
geleden is/zijn uitgeschakeld.
wanneer de plaat niet aan staat (om
de instellingen niet te wijzigen). Uit
veiligheidsoverwegingen blijven alleen
de stoptoets en de toetsen voor het
kiezen van de kookzone altijd actief,
zodat de kookplaat of een kookzone
uitgeschakeld kan worden.
Vergrendeling
Druk op de toets totdat het
vergrendelingssymbool “blokkeren” op
de displays verschijnt en een pieptoon
uw actie bevestigt
In werking zijnde vergrendelde plaat
Het display van de ingeschakelde
kookzones geeft afwisselend het
vermogen en het vergrendelingssymbool
aan.
Wanneer u op de toetsen van
het vermogen of de timer van de
ingeschakelde kookzones drukt,
verschijnt "blokkeren" gedurende
2 seconden en verdwijnt weer.
Ontgrendeling
Druk op de toets totdat het
vergrendelingssymbool “blokkeren” op
het display verdwijnt en een pieptoon uw
actie bevestigt.
Functie CLEAN LOCK
Met deze functie kunt u uw kookplaat
tijdelijk tijdens het reinigen vergrendelen.
2 GEBRUIK
14
15
2 GEBRUIK
Tip voor energiebesparing
Koken met een goed passend deksel
bespaart energie. Indien u een glazen
deksel gebruikt, kunt u het koken perfect
controleren.
2.9 FUNCTIE PERFECT SENSOR
U beschikt over drie gebruikswijzen
- Bekijken van de in het gerecht
gemeten temperatuur, rechtstreeks op
de display van de kookplaat.
- Programmeren van een in het gerecht
te bereiken richttemperatuur (Expert)
- Regelen van de temperatuur met behulp
van de 5 voorgestelde bakfuncties.
De sonde pairen met de kookplaat
Het pairen hoeft maar een keer gedaan
te worden, bij het in werking stellen van
de sonde of wanneer deze vervangen
moet worden.
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
1 - Houd de knop Aan / Uit op de
achterkant van de sonde 3 seconden
ingedrukt, de sonde zendt een blauw
itslicht uit en knippert vervolgens groen
2 - Houd het pictogram lang ingedrukt,
verschijnt en de
sonde knippert groen.
3 - Houd het pictogram kort ingedrukt,
de kookplaat laat een pieptoon ter
bevestiging horen,
knippert om het pairen te bevestigen.
de sonde knippert blauw (deze stap kan
tot 15 sec duren).
de sonde is niet geschikt voor
een gebruik in de oven.
Plaatsing van de sonde
U kunt kiezen uit 3 aanbevolen standen:
- Verticaal
- midden (instelbaar)
- schuin
Het is af te raden de sonde zonder zijn
houder te gebruiken.
2 GEBRUIK
Gebruik van de sonde
Om de sonde te laten werken, moet
deze ingeschakeld worden (de knop
meerdere seconden indrukken), de
kookplaat inschakelen en vervolgens een
kookzone selecteren. Tijdens het regelen
van de temperatuur past de kookplaat
automatisch het benodigde vermogen
aan, wat tot een verschil in borrelen kan
leiden.
Functie Thermometer
Deze functie geeft op het display van de
kookplaat de temperatuur aan die door
de sonde gemeten is (tussen 5° - 180°C).
Deze functie geeft informatie over de
temperatuur.
Deze functie kan bijvoorbeeld gebruikt
worden om de temperatuur te meten van
een gerecht dat u op de kookplaat aan
het bereiden bent of van een rollade die
net uit de oven komt.
Als er geen pan aanwezig is, knipperen
de temperatuur en “°C” op het display
van de kookzone.
De sonde koelt iedere 1,5 seconde
meer af.
De culinaire functies
Voor toegang tot de verschillende
culinaire functies schakelt u de kookplaat
in, kiest u de kookzone (indien er geen
pan aanwezig is, knippert een 0) en
drukt u op het symbool van de gewenste
vooraf ingestelde functie.
Bij deze functies wordt het bakken
gestuurd door de sonde.
16
Voor alle functies, met uitzondering van
het smelten:
- de sonde moet zich op minstens 1 cm
van de bodem van de pan bevinden.
- de sonde moet minstens 1 cm in het te
bereiden gerecht gedompeld zijn.
1 cm
1 cm
Als dat niet mogelijk is, pas dan de
diameter van de pan en van de kookzone
aan de te bereiden hoeveelheid aan.
Het wordt aanbevolen de inhoud van uw
pan tijdens het bereiden regelmatig door
te roeren.
Voor toegang tot de verschillende
functies:
Druk op de bij de functie horende toets
(en daarna op de toetsen + of - als u de
aanbevolen temperatuur wilt wijzigen).
De temperatuur wordt gedurende
5 seconden weergegeven en daarna
verschijnt “°” totdat de richttemperatuur
bereikt is. De gekozen functie wordt
afwisselend met de temperatuur
weergegeven. Er klinkt een pieptoon en
de “°” brandt permanent. De temperatuur
wordt aangehouden totdat u de kookzone
uitschakelt.
Expert modus
Met deze functie kunt u voedsel bereiden
waarbij u de gewenste temperatuur
rechtstreeks kiest met behulp van de
toetsen + / -. De temperatuur kan
ingesteld worden tussen 40 en 180°C.
Smelten
Met deze functie kunt u voedsel laten
smelten op een temperatuur tussen 40
en 70°C. De richttemperatuur is 50°C.
Tijdens deze manier van bereiden moet
de sonde in de verticale stand staan en
moet de punt hiervan de bodem van de
pan raken.
Zorg dat u tijdens het bereiden goed roert
voor een gelijkmatige temperatuur.
Tijdens deze manier van bereiden moet
de sonde de bodem van de pan raken.
Deze functie is uitsluitend beschikbaar
op de kookzones van 16 cm, 23 cm of
1/2 Horizone van uw kookplaat.
Vacuüm bakken
Met deze functie kunt u voedsel bereiden
op een temperatuur die ingesteld
kan worden tussen 45 en 85°C. De
richttemperatuur is 60°C.
17
2 GEBRUIK
Opwarmen
Met deze functie kunt u voedsel
opwarmen op een temperatuur die
ingesteld kan worden tussen 65 en 80°C.
De richttemperatuur is 70°C.
Langzaam koken of bakken
Met deze functie kunt u voedsel laten
stoven op een temperatuur die ingesteld
kan worden tussen 80 en 90°C. De
richttemperatuur is 80°C.
Tijdens het regelen van de
temperatuur kan er een verschil in
borrelen ontstaan.
Koken
Met deze functie kunt u water koken op
een temperatuur van 100°C.
U kunt uw pan gedeeltelijk afdekken met
een deksel, wij raden u aan dit vanaf het
begin van het koken te doen.
Deze functie is niet bedoeld voor het
koken van melk. Gebruik daarvoor de
functie langzaam koken of bakken.
18
Waarschuwing:
- U kunt voor de functie sonde een tijd
programmeren. In dat geval wordt de
tijd afwisselend met de temperatuur
weergegeven
-
De sonde kan slechts voor een
kookzone tegelijk gebruikt worden.
- Vergeet niet om aan het einde van het
gebruik de sonde uit te schakelen door
hier lang op te drukken, de led zal dan
enkele seconden rood branden.
- De sonde schakelt automatisch
1 minuut na het uitschakelen van de
kookplaat uit.
- Om uw sonde niet te beschadigen, moet
u ervoor zorgen dat het elektronische
kastje van de sonde zich niet
rechtstreeks boven de kookdampen
bevindt.
- De temperatuur waarop het water
begint te koken, hangt af van de hoogte
en van de weersomstandigheden op de
plek waarop u zich bevindt.
- Het verliezen van de communicatie kan
het gevolg zijn van een accu die bijna
leeg is.
2 GEBRUIK
Technische gegevens van de sonde:
Parameter Specicaties Aantekeningen
Spanning 2.5 - 3V Batterij CR2032
Autonomie 300 u met nieuwe
batterij
Kleur van de
indicator Wit
groen
Blauw
Rood
Inschakeling
Wachten op
verbinding
Aangesloten
Uit
Gebruikstemperatuur 0 - 85°C Kastje van de
sonde
Meetbereik van de
temperatuur 5° - 180°C
Werkfrequentie 2402 - 2480
MHz
Bereik van de sonde 2 meter
Max. vermogen < 10 mW
19
Kookinstructies:
2 GEBRUIK
Functie
Basisingrediënt of
gerecht
Temperatuur (°C)
Tijd
Tips
Expert
Wit vlees
80 °C
8 tot 12 min
De filets plat slaan (1/1,5 cm hoog)
Rood vlees
35 tot 45°C (bleu)
30s tot 2 min/zijde
(afhankelijk van de
dikte)
Het vlees na het braden 5 min laten
rusten
50 tot 55°C (rare)
1 min tot 3 min/zijde
(afhankelijk van de
dikte)
Het vlees na het braden 5 min laten
rusten
60 tot 65°C (medium)
1.30 min tot 4 min
(afhankelijk van de
dikte)
Het vlees na het braden 5 min laten
rusten
70 tot 75°C (well
done)
2 min tot 8 min/zijde
(afhankelijk van de
dikte)
Het vlees na het braden 5 min laten
rusten
Diepvries patat
160° en daarna 180°
11 min
2.30 min
11min onderdompelen en daarna
uit de olie halen, opnieuw 2.30 min
onderdompelen zodra de olie 180°
is om de patat af te bakken
Bechamelsauzen
85 tot 87 °C
1 min vanaf het
koken
Tijdens het koken continu roeren om
te voorkomen dat de saus op de
bodem van de pan aankoekt
Chocoladevla
87 tot 92°C
8 tot 10 min
Tijdens het koken continu roeren om
te voorkomen dat de saus op de
bodem van de pan aankoekt
Karamel
tot 150°C
(kleuren)
3 tot 5 min
(vermogen 10)
Het bruinen gaat zeer snel, let goed
op,
Karamel
tot 145°C
8 tot 12 min
(vermogen 10)
Houd het koken in de gaten,
wanneer dit stopt gaat het bruinen
zeer snel.
Vruchtensnoepjes
105 - 110
afhankelijk van de
hoeveelheid
EXPERT (1 tot 1,2% pectine /kg fruit
rekenen)
Smelten
Pure chocolade
50 - 55
5 tot 10 min
Vaak roeren
Melkchocolade
45 -50
Witte chocolade
45 - 50
Boter
40 - 50
5 tot 20 min
Geklaarde boter
40 - 50
5 tot 20 min
niet mengen om de caseïne van de
boter goed te laten bezinken
Kaas voor fondue
40 - 50
10 tot 25 min
de hoeveelheid voor het koken
toegevoegde wijn is van invloed op
de smelttijd (50cl voor 1kg kaas)
Opwarmen
Puree
65 - 75
Afhankelijk van de
hoeveelheid
Soep
65 - 75
2.30 min tot 15 min
let op, de tijden kunnen variëren
aan de hand van de dikte van de
soep.
Potten / conserven
65 - 75
4 min tot 10 min
test uitgevoerd op cassoulet uit blik
Doperwten
60 - 70
Afhankelijk van de
hoeveelheid
De temperatuur testen alvorens te
consumeren
20
2 GEBRUIK
Kookinstructies:
Functie
Basisingrediënt of
gerecht
Hoeveelheid (g)
Temperatuur (°C)
Tijd
Tips
Lang-
zaam
koken of
bakken
Stoofpot
1000 - 4000
70 - 80
2.30u tot 3.00u
De pan aanpassen aan de te
bereiden hoeveelheid. Een 1/2
uur voor het einde van de
kooktijd geschilde
aardappelen toevoegen
Kalfsragout
1000 - 4000
70 - 80
2.00u tot 3.00u
De pan aanpassen aan de te
bereiden hoeveelheid.
Stoofvlees
1000 - 4000
70 - 80
2.00u tot 4.00u
De pan aanpassen aan de te
bereiden hoeveelheid.
Sudderlappen
1000 - 4000
70 - 80
2.00u tot 4.00u
De pan aanpassen aan de te
bereiden hoeveelheid.
Baskische kip
1000 - 4000
70 - 80
1.15u tot 1.30u
De pan aanpassen aan de te
bereiden hoeveelheid.
Jam
1000 - 4000
105
20 min tot 1.00u,
afhankelijk van
het fruit, de
textuur
verifiëren)
Jam geleert bij een
temperatuur van 105°C
(suikerthermometer). Men kan
deze temperatuur laten zakken
tot ca. 90°C als men pectine
toevoegt (15g voor 1kg fruit)
Tomatensaus
1000 - 4000
70 - 80
40 min
Denk eraan dat een
tomatensaus van verse
tomaten altijd enigszins zuur is,
voeg een snufje basterdsuiker
toe tijdens het koken.
Vacuüm
koken of
bakken
Vis
zalm 250-300g
45-50
20 min
Tussen 3L en 5L water, denk
aan het op smaak brengen, bij
vacuüm koken of bakken is de
smaak van het zout veel
krachtiger.
Vis
witte vis 250-300g
56°C
15 min
Groenten
groene 200-300g
85°C
30-75 min
Groenten
wortels 150g
85°C
60- 80min
Wit vlees
kipfilet 150g
64°C
25 min
Wit vlees
kippenbout 200g
68°C
120 min
Rood vlees
runderfilet 150 tot
300g
56,5°C van het
waterbad
30 min voor een
dikte van 2,5 cm
/ 2.00u voor een
dikte van 5 cm /
tot 4.00u.
Perfect gekookt ei
50g / 1l water
64°
45 min
1l water
Koken
Rijst
100-500 (sec) =
300 tot 1500 ml
gezouten water
90-100
12 tot 20 min,
afhankelijk van
de rijst
Creoolse rijst: het water aan de
kook brengen, de (van tevoren
gewassen) rijst toevoegen, de
deksel op de pan doen en op
zacht vuur laten koken (let op:
sommige rijstsoorten hebben
meer tijd nodig om gaar te
worden: “zwarte” rijst)
Pasta
100 - 500 (droog)
= 1l tot 5l
gezouten water
90-100
10 tot 12 min
kooktijd
Het water aan de kook
brengen, de pasta toevoegen
en tegen de kook aan
houden. De kooktijd aan de
gebruikte pastasoort
aanpassen.
21
02:10 VEILIGHEID EN
AANBEVELINGEN
Restwarmte
Na intensief gebruik kan de door u
gebruikte kookzone nog enkele minuten
heet blijven.
Dit wordt weergegeven met een “H”.
Raak de betreffende zones dan niet aan.
Temperatuurbegrenzer
Elke kookzone is uitgerust met een
veiligheidssensor die voortdurend de
temperatuur van de bodem van de pan
controleert. Als u een lege pan op een
ingeschakelde kookzone laat staan, zal
deze sensor automatisch de temperatuur
van de kookplaat aanpassen, om
de risico's van beschadiging van uw
keukengerei of de kookplaat te beperken.
Bescherming bij overkoken
In de volgende 3 gevallen kan de
kookplaat uitgeschakeld worden:
- Overkoken waarbij de bedieningstoetsen
worden bedekt.
- Natte doek op de toetsen.
- Metalen voorwerp op de
bedieningstoetsen.
Verwijder het voorwerp of maak de
bedieningstoetsen schoon en droog en
start de kookplaat opnieuw.
In deze gevallen wordt het symbool
weergegeven, vergezeld door een
pieptoon.
"Auto-Stop"-systeem
Uw kookplaat is uitgerust met een
veiligheidsfunctie “Auto-Stop”. Indien u
vergeet een pan van de kookzone te
halen, zal deze functie de vergeten
kookzone automatisch uitzetten na
een vooraf ingestelde tijd (tussen 1 en
10 uur naargelang van het gebruikte
vermogen).
Wanneer deze veiligheidsfunctie wordt
gestart, wordt de onderbreking van
de kookzone aangekondigd met de
weergave "AS" in de bedieningszone
en hoort u ongeveer 2 minuten lang een
pieptoon. Door op een willekeurige toets
van de bedieningen te drukken, maakt u
hieraan een einde.
Er kunnen geluiden optreden die
lijken op het geluid van de wijzers van
een uurwerk.
Deze geluiden treden op wanneer de
kookplaat in werking is en verdwijnen
of nemen af naargelang van de
verwarmingsconfiguratie. Piepende
geluiden kunnen ook optreden,
afhankelijk van het model en de kwaliteit
van uw pan. De beschreven geluiden
zijn normaal. Ze maken deel uit van de
inductietechnologie en wijzen niet op
storingen.
We bevelen een
kookplaatbescherming niet aan.
2 GEBRUIK
22
3 ONDERHOUD
Onderhoud van de kookplaat
Gebruik voor lichte vlekken een
reinigingssponsje. Laat het te reinigen
gebied met warm water doorweken,
veeg het daarna af.
Voor een ophoping van gebakken vuil,
gemorste suikerhoudende substanties,
gesmolten plastic, gebruik een
reinigingsspons en/of een speciale
glasschraper. Laat het te reinigen
gebied met warm water doorweken,
gebruik een speciaal glaskrabbertje om
het ergste vuil te verwijderen, verwijder
daarna het resterende vuil met een
huishoudsponsje en veeg af.
Voor halo's en kalkaanslag, warme witte
azijn op de vlek aanbrengen en afvegen
met een zachte doek.
Voor glanzende metaalkleuren en
wekelijks onderhoud, gebruik maken
van een speciaal keramisch product.
Het speciale product (dat siliconen
bevat en een beschermend effect heeft)
aanbrengen op het keramische glas.
Belangrijke opmerking: gebruik
geen schuurpoeder of -sponsje. Geef
de voorkeur aan crèmes en speciale
sponzen voor delicaat keukengerei.
Onderhoud van de sonde
- Reinig de sonde vóór het eerste gebruik
- Gebruik uitsluitend neutrale
producten, geen schurende producten,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
- Doe de sonde niet in de vaatwasser.
- De houder van de sonde kan in de
vaatwasser afgewassen worden.
23
4 PROBLEMEN
Bij de ingebruikneming
U observeert een oplichtend
display. Dat is normaal. De
weergave verdwijnt na 30 seconden.
De stroom is uitgeschakeld of
slechts één kant werkt. Verkeerde
aansluiting van het fornuis.
Controleer of de aansluiting conform
is (zie hoofdstuk aansluiting).
Bij het eerste gebruik komt er een
vreemde geur van de kookplaat af.
Het toestel is nieuw. Laat elke zone
een half uur verwarmen met een pan
vol water.
Bij het aanzetten
De kookplaat werkt niet en de
lichtgevende displays op het
bedieningspaneel blijven uit.
Het toestel krijgt geen stroom.
Defecte voeding of foute aansluiting.
Controleer de zekeringen en de
elektrische hoofdschakelaar.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt een ander bericht. De
elektronische schakeling werkt
slecht. Neem contact op met de
Servicedienst.
De kookplaat werkt niet, de
informatie “blokkeren” wordt
weergegeven. Ontgrendel de
kinderbeveiliging.
Storingcode F9: spanning lager dan
170 V.
Storingcode F0: temperatuur lager
dan 5°C.
Tijdens het gebruik
De kookplaat werkt niet, op het
display verschijnt en er klinkt
een geluidssignaal.
Er is iets overgekookt of er ligt een
voorwerp op het bedieningspaneel.
Reinig de kookplaat of verwijder het
voorwerp en ga verder met koken.
De code F7 wordt weergegeven.
De elektronische schakelingen zijn
warm geworden (zie hoofdstuk
inbouw).
Tijdens de werking van een
kookzone knipperen altijd
de verklikkerlampjes van het
toetsenbord.
De gebruikte pan is niet compatibel.
De pannen maken lawaai en uw
kookplaat maakt een tikkend
geluid tijdens het koken of bakken
(zie het advies “Veiligheid en
aanbevelingen”).
Dit is normaal. Met een bepaald type
pan is dit de doorvoer van de energie
van de kookplaat naar de pan.
De ventilator blijft doorwerken na
uitschakeling van de kookplaat.
Dit is normaal. Dit laat koeling van de
elektronica toe.
Bij aanhoudende storingen.
Schakel de spanning van uw plaat
uit gedurende 1 minuut. Als het
fenomeen aanhoudt, neem dan
contact op met de Servicedienst.
Sonde
Het verliezen van de communicatie
van de sonde kan het gevolg zijn van
een batterij die bijna leeg is.
Bij weergave : de sonde is
niet gepaird of is uitgeschakeld. Als
het probleem zich blijft voordoen,
controleert u de accupositie.
Bij weergave : de sonde
wordt al door een andere kookzone
gebruikt.
Bij weergave + een pieptoon:
De gemeten temperatuur is niet
compatibel met de geselecteerde
functie. Verifieer of de gekozen zone
bij ge geselecteerde functie past.
24
5 MILIEU
RESPECT VOOR HET MILIEU
Het verpakkingsmateriaal van dit toestel
is recyclebaar. Doe mee aan de recycling
en draag bij aan de bescherming van het
milieu door dit materiaal in de hiervoor
bestemde gemeentecontainers te
deponeren.
Uw toestel bevat eveneens tal
van recyclebare materialen.
Daarom is het voorzien van
dit logo, dat aangeeft dat
de gebruikte toestellen van
ander afval dienen te worden
gescheiden.
De recyclage van de toestellen die
door uw fabrikant wordt georganiseerd,
wordt op deze manier onder de
beste omstandigheden uitgevoerd,
overeenkomstig de Europese richtlijn
betreffende elektrisch en elektronisch
afval.
Informeer bij uw gemeente of bij uw
verkoper naar de dichtstbijzijnde
inzamelplaats voor uw oude toestellen.
Wij danken u voor uw bijdrage aan de
bescherming van het milieu.
4 PROBLEMEN
De sonde knippert rood:
- Alvorens te doven, als de
batterij bijna leeg is.
- Bij verlies van de communicatie,
knippert rood en daarna groen,
afhankelijk van het feit of er
al dan niet verbinding met de
kookplaat is.
25
6 CONSUMENTENDIENST
INTERVENTIES FRANKRIJK
Eventuele interventies aan uw toestel
moeten worden uitgevoerd door een
gekwaliceerde professionele technicus
van het merk. Om bij het opbellen
de verwerking van uw verzoek te
vergemakkelijken, houdt de volledige
referentie van uw toestel bij de hand
(commerciële referentie, servicereferentie,
serienummer). Deze informatie wordt
weergegeven op het identicatieplaatje
(1.1.1).
26
CZ5703897_00_NL
Collectie Perfect Sensor
Collectie Perfect Sensor, een kookplaat die de temperatuur continu en op de graad
nauwkeurig meet en regelt.
Om snel van uw kookplaat gebruik te kunnen maken, kunt u gebruik maken van
onderstaande instructies.
Het toetsenbord
De functies
- In- / Uitschakelen
- Selectie van een kookzone
- Zone Horizone (vrije zone)
- Vergrendeling / Clean lock
- Instellen van het vermogen
- Instellen van de timer
- Functie BOOST (max. vermogen)
- Functie Recall (oproep van de
instellingen)
De sonde en zijn houder
- Functie Thermometer (info temperatuur)
- Temperatuur instellen
- Sonde (expert modus)
- Functie Smelten (50°C)
- Functie Vacuüm koken of bakken
(60°C)
- Functie Opwarmen (70°C)
- Functie Langzaam koken of bakken
(80°C)
- Functie Koken (100°C)
Consumenteninformatie: www.dedietrich-electromenager.com
0892 02 88 04 (€ 0,50 incl. btw/min vanaf een vast telefoontoestel)
Klantenservice: 09 69 39 34 34 (gratis service)
De led van de sonde geeft een blauwachtig wit licht: de sonde wordt onder
spanning gebracht
De led van de sonde knippert groen: verbinding bezig
De led van de sonde is blauw: de sonde heeft verbinding gemaakt
De led van de sonde knippert rood: batterij bijna leeg / geen communicatie meer
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27

De Dietrich DPI7884XT de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor