Energiebeheer
Handleiding voor de software 2–3
Hibernation-voorziening
Met de Hibernation-voorziening wordt uw werk opgeslagen in
een Hibernation-bestand op de vaste schijf en wordt de
notebookcomputer afgesloten. Na beëindiging van de
Hibernation-voorziening worden de gegevens weer weergegeven
zoals ze op het scherm stonden toen de voorziening werd
geactiveerd. Als er een opstartwachtwoord is ingesteld, moet u dit
wachtwoord invoeren om de Hibernation-voorziening te
beëindigen.
U kunt de Hibernation-voorziening uitschakelen. Bij een
uitgeschakelde Hibernation-voorziening wordt uw werk echter
niet automatisch opgeslagen als het systeem is ingeschakeld of de
standbystand is geactiveerd en de accu bijna leeg is.
Als de Hibernation-voorziening is uitgeschakeld, wordt deze
voorziening niet als optie in het venster Energiebeheer
weergegeven. Schakel de Hibernation-voorziening in als u deze
voorziening in het venster Energiebeheer wilt selecteren. U
controleert als volgt of de Hibernation-voorziening is
ingeschakeld:
■ In Windows 2000 selecteert u Start > Instellingen >
Configuratiescherm > Energiebeheer > tabblad Slaapstand.
Controleer of de optie Ondersteuning voor slaapstand
inschakelen is geselecteerd.
■ In Windows XP selecteert u Start > Configuratiescherm >
Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad
Slaapstand. Controleer of de optie Ondersteuning voor
slaapstand inschakelen is geselecteerd.
Ä
VOORZICHTIG: Als de configuratie van de notebookcomputer tijdens de
Hibernation-stand wordt gewijzigd, kunt u de Hibernation-voorziening
mogelijk niet beëindigen. Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer de
Hibernation-voorziening is geactiveerd:
■ Sluit de notebookcomputer niet aan op of koppel deze niet los van
een poortreplicator.
■ Installeer of verwijder geen geheugenmodules.
■ Plaats of verwijder geen vaste schijven.
■ Sluit geen externe apparatuur aan of koppel deze niet los.
■ Plaats of verwijder geen PC Card of SD-kaart (Secure Digital).