Miller CONTINUUM SINGLE WIRE FEEDER CE de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Processen
OM-276631B/dut 201710
Processen
Beschrijving
Draadaanvoerunit
MIG (GMAW)lassen
Gepulseerd MIG (GMAW-P)
Lassen met gevulde draad
(FCAW)
Bestand: Geavanceerde fabriekssystemen
Voor informatie over de
producten, zie de
Gebruikershandleiding en ga
verder naar
www.MillerWelds.com
Continuum
Enkele aanvoerunit
GEBRUIKERSHANDLEIDING
CE en niet CE modellen
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3..............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5....................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES 7................................................................
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities 7.............................................
2-2. Diverse symbolen en definities 9.........................................................
HOOFDSTUK 3 SPECIFICATIES 10............................................................
3-1. Locatie van de labels met het serienummer en de technische gegevens 10.......................
3-2. Specificaties 10.........................................................................
3-3. Tabel draadtype, formaat, en draadaanvoersnelheid 10.......................................
3-4. Omgevingsspecificaties 11...............................................................
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE 12..............................................................
4-1. Selectie locatie stroombron en draadaanvoerunit 12..........................................
4-2. Locatie draadaanvoerunit 13..............................................................
4-3. Locatie montagegat 13...................................................................
4-4. De lasstroomkabel aansluiten 14..........................................................
4-5. Informatie afstands 10pins stekkerdoos voor de draadaanvoerunit RC2 15......................
4-6. Aansluitschema 16......................................................................
4-7. Aansluitingen controlekabel (CEmodellen) 17...............................................
4-8. Aansluitingen controlekabel (NietCE modellen) 17...........................................
4-9. Aansluitingen draadaanvoerunit lager voorpaneel (CE modellen) 18.............................
4-10. Aansluitingen draadaanvoerunit lager voorpaneel (NietCE modellen) 18.........................
4-11. Verbindingen beschermgasslang en koeler (CE modellen) 19..................................
4-12. Verbindingen beschermgasslang en koeler (NietCE modellen) 19..............................
4-13. Jog/Intrekschakelaar 20..................................................................
4-14. Roterende aandrijfinstallatie 21............................................................
4-15. Laspistool installeren 22..................................................................
4-16. Kabelgeleiders en aandrijfrollen installeren 23................................................
4-17. Lasdraad installeren en bevestigen 24......................................................
4-18. Gebruikersinterface draadaanvoerunit 26...................................................
4-19. Beschrijving van bedieningsfuncties op voorpaneel (zie hoofdstuk 4-18) 27.......................
4-20. Aansluitingen draadaanvoerunit lager voorpaneel 28..........................................
4-21. LCDStartscherm 29....................................................................
4-22. Setup Menu 29.........................................................................
4-23. Logs Menu 30..........................................................................
4-24. Statusmenu 30.........................................................................
4-25. Een lasprogramma aanmaken, wijzigen en opslaan 31........................................
4-26. Trigger Configuration 31..................................................................
4-27. Lassequentieconfiguratie 32..............................................................
4-28. Feedbackconfiguratie 33.................................................................
4-29. Systeemmenu 33.......................................................................
4-30. Terugstellen naar fabrieksinstellingen 34....................................................
4-31. USBfuncties 34........................................................................
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD & PROBLEEMOPLOSSING 35....................................
5-1. Routineonderhoud 35....................................................................
5-2. Tabel met foutcodes en beschrijving van probleemoplossing 36.................................
5-3. Probleemoplossing 40...................................................................
HOOFDSTUK 6 ELEKTRISCH SCHEMA 42.....................................................
HOOFDSTUK 7 ONDERDELENLIJST 44.......................................................
GARANTIE
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
voor producten in de Europese Gemeenschap (gemarkeerd met EC).
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street Appleton, WI 54914 VS verklaart dat het product
of de producten in deze verklaring voldoen aan de basisvereisten van de genoemde richtlijn(en)
en norm(en).
Product-/apparaatidentificatie:
Product
Serienummer
Continuum Single Feeder CE 301195010
Richtlijnen:
·2014/35/EU Low voltage
·2014/30/EU Electromagnetic compatibility
·2011/65/EU Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment
Normen:
IEC 60974-2:2013 Arc welding equipment – Part 2: Liquid cooling systems
IEC 60974-10:2014 Arc welding equipment – Part 10: Electromagnetic compatibility requirements
Ondertekenaar:
_____________________________________ ___________________________________________
David A. Werba
Datum van verklaring
MANAGER, PRODUCTONTWERPNALEVING
January 25, 2017
275625A
OM-276631 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_201509
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
LET OP Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd aan
persoonlijk letsel.
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
1-5. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven
tijdens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen wissel(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
D Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semiautomatisch
gelijkstroom (draad) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
D Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor-
schriften.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Controleer de ingaande voedingskabel en de massakabel
regelmatig op beschadigingen of blootliggende bedrading en
vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is blootlig-
gende bedrading kan dodelijk zijn.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggen-
de bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
D Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur
gebruikt in vochtige of natte locaties.
OM-276631 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de
voedingsspanning nog een AANZIENLIJKE
GELIJKSPANNING op het voedingsgedeelte van de
inverter lasstroombronnen.
D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan
gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden. De aanbevolen manier om te
bepalen of er voldoende ventilatie is, is monsters te nemen van de
dampen en gassen waaraan het personeel wordt blootgesteld en
deze te analyseren op samenstelling en hoeveelheid.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen, een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
hoge schoenen en een pet.
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
D Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei-
ligheidsvoorschriften).
D Las nooit waar de lucht brandbaar stof, gas of vloeistofdamp (bij-
voorbeeld benzinedamp) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen, een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
hoge schoenen en een pet.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
OM-276631 Pagina 3
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE
VELDEN kunnen van invloed zijn op
geïmplanteerde medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze
niet kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroom-
kringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toe-
passing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai uw gezicht weg van de uitgang van het ventiel wanneer u
het cilinderventiel opent. Niet vóór of achter de regelaar gaan
staan wanneer u het ventiel opent.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zit-
ten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor ge-
bruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een vol-
doende aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd
gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veilig-
heidsvoorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit om het apparaat
op te tillen en te ondersteunen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant
onder het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren
niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of
apparatuur de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation
(Publication No. 94–110).
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
OM-276631 Pagina 4
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
D Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer installatie, onderhoud en service uit in overeenstemming
met de gebruikershandleidingen, de industriële normen en de
landelijke en ter plekke geldende regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
D Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektroni-
sche apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagne-
tisch compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels
zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op
de vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
OM-276631 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com-
bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global
Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184,
website: www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite
103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cga-
net.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Mississauga, Ontario, Canada L4W 5NS
(phone: 800-463-6727, website: www.csagroup.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org).
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30329-4027 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). De stroom bij booglassen
(en verwante processen zoals puntlassen, gutsen, plasmasnijden
en inductieverwarmingsprocessen) zorgt voor een elektromagnetisch
veld rondom het lascircuit. Elektromagnetische velden (EMV) kunnen
invloed hebben op medische implantaten, zoals pacemakers. Voor per-
sonen die medische implantaten hebben moeten beschermende
maatregelen worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor pas-
santen of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk
bijvoorbeeld de toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risico-
beoordelingen uit voor lassers. Alle lassers moeten de volgende
procedures naleven om zo blootstelling aan elektromagneti-
schevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-276631 Pagina 6
OM-276631 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities
.
Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CEproducten.
Waarschuwing! Voorzichtig! Sommige symbolen duiden op mogelijke gevaren.
Safe1 201205
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA-regels). Voer de apparaten
af naar een daarvoor bestemd inleverstation.
Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Safe37 201704
Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode niet met de blote hand aanraken. Geen natte of kapotte
handschoenen dragen.
Safe2 201704
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde.
Safe3 201704
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe5 201704
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
Safe6 201704
Gebruik geforceerde ventilatie of plaatselijke uitlaat om de dampen te verwijderen.
Safe8 201205
Gebruik een ventilator om de dampen te verwijderen.
Safe10 201205
Houd ontvlambare delen uit de buurt van het laswerk. Las niet in de buurt van ontvlambare delen.
Safe12 201205
OM-276631 Pagina 8
Lasvonken kunnen brand geven. Houd een brandblusapparaat in de buurt, en zorg dat er een persoon in de
buurt is die dit kan hanteren.
Safe14 201205
Niet aan vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe16 201704
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 201704
Sluit de voeding naar de machine af of neem de stekker uit alvorens u hier aan begint te werken.
Safe30 201205
Aandrijfrollen kunnen de vingers verwonden.
Safe32 201205
De lasdraad en de onderdelen van de aandrijving staan tijdens het lassen onder lasspanning - houd handen
en metalen objecten uit de buurt ervan.
Safe33 201704
Gebruiksperiode milieubeveiliging (China)
Safe123 201606
Draag een hoed en veiligheidsbril. Gebruik oorbescherming en knoop
de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een helm met een correct
schaduwfilter. Draag volledige lichaamsbescherming.
Safe38 201205
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Train uzelf en lees de instructies alvorens u aan de machine werkt
of het lassen begint.
Safe40 201205
OM-276631 Pagina 9
2-2. Diverse symbolen en definities
.
Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CEproducten.
Uitgang
A
Ampères
V
Spanning
Directe stroom
(DC)
X
Inschakelduur Draadaanvoer Percent
IP
Beveiligingsgraad
Ingang
Spanningsloze
draadaanvoer naar
werkstuk
Purgeren met gas Snel
Constante stroom
Kortsluitings
schakelaar
Constante
spanning
Laag
Schakelaar
Houdfunctie UIT
Schakelaar
Houdfunctie AAN
I
2
Nominale
lasstroom
Verhoging
Lees de instructies
U
1
Primaire spanning
U
2
Conventionele
belastingsspanning
Gesloten
I
1
Primaire
stroomsterkte
Sequentie Programma Proces
Draadtype Gastype
Verstelbare
inductantie
Tijd
Booglengte Netaansluiting USB Geheugen
Driefasen Boogregelingsknop Drukknop
Draaiknop en
drukknop
Uitgang Aan
Synergische
keuzestand actief
Materiaaldikte
Aantekeningen
OM-276631 Pagina 10
HOOFDSTUK 3 SPECIFICATIES
3-1. Locatie van de labels met het serienummer en de technische gegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de achterzijde te vinden. Gebruik het label met technische gegevens om de vereisten
voor de voeding en/of de nominale uitgangsbelasting te bepalen. Noteer het serienummer in de ruimte op de achterkaft van deze handleiding voor
later gebruik.
3-2. Specificaties
Ingangsvermogen
Lasvermogen
Type
lasstroombron
Bereik draadaan-
voersnelheid*
Bereik draaddiameter Lascircuitrating
Algemene
afmetingen
Zonder
spoeldeksels
Algemene
afmetingen
Met
spoeldeksels
Gewicht
50 VDC Continuum serie Standaard:
501000 ipm
(1,2725,4mpm)
0,035 tot 0,5/64 in.
(0,9 tot 2 mm)
Max spoelcapaciteit
18 in. (457 mm)
Max spoelgewicht:
27 kg (60 lb)
72 Volt
500 Ampères,
100%
Inschakelduur
Hoogte:
13,94 in.
(354 mm)
Breedte:
16,69 in.
(424 mm)
Lengte:
27,59 in.
(701 mm)
Hoogte:
16,52 in.
(419 mm)
Breedte:
17,39 in.
(442 mm)
Lengte:
29,55 in.
(750 mm)
42,85 lb
(19,4 kg)
*Zie hoofdstuk 3-3 voor gedetailleerde informatie over draadtype, draadformaat en draadsnelheid.
3-3. Tabel draadtype, formaat, en draadaanvoersnelheid
Draadformaat 0,035 in.
(0,9 mm)
0,045 in.
(1,1 x 1,2 mm)
0,052 in.
(1,3 x 1,4 mm)
0,062 in.
(1,6 mm)
5/64 in.
(2,0 mm)
Massief staal
MIG:
50 tot 1000 ipm
(1,27 tot 25,40 mpm)
Accupulse:
75 tot 1000 ipm
(1,91 tot 25,40 mpm)
MIG:
50 tot 1000 ipm
(1,27 tot 25,40 mpm)
Accupulse:
50 tot 1000 ipm
(1,27 tot 25,40 mm)
MIG:
50 tot 800 ipm
(1,27 tot 20,32 mpm)
Accupulse:
50 tot 800 ipm
(1,27 tot 20,32 mpm)
MIG:
50 tot 600 ipm
(1,27 tot 15,24 mpm)
Accupulse:
50 tot 600 ipm
(1,27 tot 15,24 mpm)
N.v.t.
Metalcore staal N.v.t.
MIG:
50 tot 1000 ipm
(1,27 tot 25,40 mpm)
Accupulse:
50 tot 800 ipm
(1,27 tot 20,32 mpm)
MIG:
50 tot 900 ipm
(1,27 tot 22,86 mpm)
Accupulse:
50 tot 700 ipm
(1,27 tot 17,78 mpm)
MIG:
50 tot 700 ipm
(1,27 tot 17,78 mpm)
Accupulse:
50 tot 600 ipm
(1,27 tot 15,24 mpm)
N.v.t.
Staal met gevulde
draad
N.v.t.
MIG:
200 tot 900 ipm
(5,08 tot 22,86 mpm)
MIG:
200 tot 900 ipm
(5,08 tot 22,86 mpm)
MIG:
150 tot 800 ipm
(3,81 tot 20,32 mpm)
MIG:
100 tot 400 ipm
(2,54 tot 10,16 mpm)
Aantekeningen
OM-276631 Pagina 11
3-4. Omgevingsspecificaties
A. IPgraad
IPgraad
IP21S
Dit apparaat is ontworpen voor binnenshuis gebruik en is niet bedoeld om buiten te bewaren.
IP21S 201406
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bestemd voor gebruik in residentiële locaties waar de elektrische voeding wordt geleverd door
middel van het openbare laagspanningsnet. Elektromagnetische compatibiliteit in deze locaties is mogelijk problematisch door
geleide en uitgestraalde storingen.
ce-emc 3 2014-07
C. Temperatuurspecificaties
Bereik bedrijfstemperatuur Temperatuurbereik tijdens opslag
14 tot 104 F (10 tot 40 C) 4 tot 131 F (20 tot 55 C)
Temp_2016- 07
D. China EEP Informatie gevaarlijke substanties

China EEP Informatie gevaarlijke substanties

Naam onderdeel
()
(indien van toepassing)

Gevaarlijke substantie
Pb
Hg
Cd

Cr6

PBB

PBDE
黄铜铜部
Onderdelen van messing en
koper
X O O O O O

Koppelapparaten
X O O O O O

Schakelapparaten
O O X O O O

Kabel en kabelaccessoires
X O O O O O

Batterijen
X O O O O O
SJ/T 11364.
Deze tabel is opgesteld conform China SJ/T 11364.
O:
该部GB/T26572限量要.
geeft aan dat de concentratie van de gevaarlijke substantie in alle homogene materialen van het onderdeel lager is dan de relevante grens-
waarde China GB/T 26572.
X:
该部量超GB/T26572限量要.
geeft aan dat de concentratie van de gevaarlijke substantie in minstens één homogeen materiaal van het onderdeel hoger is dan de relevante
grenswaarde China GB/T 26572.
SJ/Z11388.
De EFUPwaarde van deze EEP is gedefinieerd conform China SJ/Z 11388.
EEP_201606
OM-276631 Pagina 12
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE
! Mogelijk is een speciale installatie
nodig, wanneer er benzine of
vluchtige vloeistoffen aanwezig zijn
zie het Amerikaanse NEC Artikel 511
(National Electrical Code) of het
Canadese CEC hoofdstuk 20
(Canadian Electrical Code) en
equivalente Europese voorschriften.
! Verplaats of bedien het apparaat niet
waar het kan kantelen.
1 Handwagen
Gebruik een wagen of een soortgelijk
vervoermiddel om het apparaat te
verplaatsen.
2 Hefvorken
Gebruik het hijsoog of hefvorken om het
apparaat te verplaatsen.
Let bij het gebruik van hefvorken op dat ze
lang genoeg zijn om tot aan de andere kant
van het apparaat uit te steken, zodat het
apparaat volledig ondersteund wordt.
3 Werkschakelaar
Plaats het apparaat in de buurt van een juiste
netaansluiting.
4-1. Selectie locatie stroombron en draadaanvoerunit
3
18 in.
(460 mm)
18 in.
(460 mm)
1
Verplaatsing
Locatie en luchtstroom
2
OF
! Verplaats of bedien het
apparaat niet waar het
kan kantelen.
! Plaats de draadaanvoerunit
niet waar het lasdraad de
cilinder raakt.
Loc_continuum 2015-07
OM-276631 Pagina 13
1 Hijsoog
Als een draadaanvoerunit bovenop
een stroombron wordt geplaatst,
wordt er een hijsoog door de sleuf
onderaan de unit ingevoegd.
4-2. Locatie draadaanvoerunit
1
Loc_continuum 2015-07
. Gaten worden ontworpen voor
3/8 in. hex kopbouten.
4-3. Locatie montagegat
Ref. 266 419-B
2,8 in.
3,975 in.
7,95 in.
(71 mm)
2,8 in.
(71 mm)
2,8 in.
(71 mm)
2,8 in.
(71 mm)
(202 mm)
(101 mm)
OM-276631 Pagina 14
! Schakel apparaat uit voordat men
de laskabels aansluit op de tabs of
klemmen van de lasuitgang.
! Als u de laskabels niet goed
aansluit, kan dat sterke verhitting en
brand veroorzaken of uw machine
beschadigen.
Zorg dat alle aansluitingen goed stevig zijn.
Tabaansluiting
. Plaats niets tussen de aansluitklem
van de laskabel en de tabuitgang. Zorg
dat de oppervlakken van de
laskabelklem en de tabuitgang schoon
zijn.
1 Positieve klemaansluiting
2 Correcte laskabelaansluiting voor
enkele kabel
3 Correcte laskabelaansluiting voor 2/0
en grotere dubbele kabels
4 Onjuiste aansluiting laskabel
5 Lasuitgangsklembout
6 Laskabelklem
7 Bijgeleverde sluitring
8 Bijgeleverde bout
Verwijder de meegeleverde bout en moer
van de lasuitgangsklem. Plaats de bout in
het gat van de laskabelklem en gat in de
lasuitgangsklem. Schroef de bout aan
totdat de kabelklem vast tegen de
uitgangsklem is aangedraaid.
Aandraaimoment tot 2733 ft lb
(36,645 N·m).
Benodigd gereedschap:
3/4 in. (19 mm)
Zijaanzicht
draadaanvoerunit met
deur open
1
2/0 en grotere dubbele kabels
2
3
4
5
6
7
8
5
6
7
8
Ref. 259 144-A / Ref. 259 120-B
4-4. De lasstroomkabel aansluiten
OM-276631 Pagina 15
4-5. Informatie afstands 10pins stekkerdoos voor de draadaanvoerunit RC2
Ref. 277156-B / Ref. 259119D
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
Stekkerbus Gegevens van de stekkerbussen
A +50 volt DC gemeenschappelijk
B +50 volt DC gemeenschappelijk
C Spanningsdetectie
D +50 volt DC gemeenschappelijk
E +50 volt DC gemeenschappelijk
F ENET Rx
G ENET Tx
H Afvoer
I ENET Tx +
J ENET Rx +
Aantekeningen
OM-276631 Pagina 16
4-6. Aansluitschema
1 Lasstroombron
2 Draadaanvoerunit
3 Gascilinder
4 Gasleiding
5 Stuurstroomkabel van
draadaanvoersysteem
6 Elektrodekabel
7 Werkkabel
8 Spanningsdetectorkabel
9 Laspistool
10 Werkstuk
. Beschermgas mag niet hoger
zijn dan 100 psi (689 kPa).
1
2
3
4
5
8
9
6
7
10
Aantekeningen
OM-276631 Pagina 17
4-7. Aansluitingen controlekabel (CEmodellen)
Ref. 259119D / Ref. 277156B
1 10-stekkerbusbesturing
stekkerdoos RC2
Verbind de aansluitkabel met de
stekkerdoos aan de achterzijde van de
lasstroombron en de draadaandrijfunit.
Achteraanzicht
lasstroombron
Achteraanzijcht
draadaanvoerunit
1
1
4-8. Aansluitingen controlekabel (NietCE modellen)
Ref. 259119D / Ref. 259144C
1 10-stekkerbusbesturing
stekkerdoos RC2
Verbind de aansluitkabel met de
stekkerdoos aan de achterzijde van de
lasstroombron en de draadaandrijfunit.
Achteraanzicht
lasstroombron
Achteraanzijcht
draadaanvoerunit
1
1
OM-276631 Pagina 18
4-9. Aansluitingen draadaanvoerunit lager voorpaneel (CE modellen)
1 4-pins stekkerdoos
pistoolschakelaar
Verbind de schakelaar van het
pistool met de correcte
stekkerdoos op de
draadaanvoerunit.
2 Water-In Quick
Connectaansluitstuk
3 Water-Uit Quick
Connectaansluitstuk
Ref. 277156B
12
3
4-10. Aansluitingen draadaanvoerunit lager voorpaneel (NietCE modellen)
1 4-pins stekkerdoos
pistoolschakelaar
Verbind de schakelaar van het
pistool met de correcte
stekkerdoos op de
draadaanvoerunit.
Ref. 259144C
1
OM-276631 Pagina 19
4-11. Verbindingen beschermgasslang en koeler (CE modellen)
Ref. 301195010-002
1 Fitting beschermgas
2 Water-In Quick
Connectaansluitstuk
3 Water-Uit Quick
Connectaansluitstuk
Verbind de slang van de
beschermgasvoorziening met de
fitting aan de achterzijde van de
draadaanvoerunit
Achteraanzijcht
draadaanvoerunit
1
3
2
4-12. Verbindingen beschermgasslang en koeler (NietCE modellen)
Ref. 259144C
1 Fitting beschermgas
Verbind de slang van de
beschermgasvoorziening met de
fitting aan de achterzijde van de
draadaanvoerunit
Achteraanzijcht
draadaanvoerunit
1
OM-276631 Pagina 20
4-13. Jog/Intrekschakelaar
Ref. 259144C
1 Jog/Intrekschakelaar
2 Jogsymbool
Druk de Jog/Intrekschakelaar naar
rechts om het draad te joggen. De
jogschakelaar zal tijdens de
installatie het draad door het
MIGpistool voeren zonder de
lasuitgang onder stroom te zetten.
3 Intreksymbool
Druk de Jog/Intrekschakelaar naar
links om het draad in te trekken. De
intrekschakelaar zal de draad van
achteren aanvoeren.
. Als de intrekknop wordt
gebruikt om het draad opnieuw
op te spoelen, zal de
draadspoel met de hand
worden gedraaid om de juiste
opspoeling te verzekeren.
Montage
draadaandrijving
13
2
Aantekeningen
OM-276631 Pagina 21
4-14. Roterende aandrijfinstallatie
Ref. 259144C / 269820A
1 Knop en pin vasthouden
2 Afstelgaten (8)
Elke gatlocatie heeft een afstand
met verhogingen van 5 graden. In
totaal zijn er acht gaten voor een
bereik van 40 graden. Het tweede
gat van onder zet de
draadaandrijfinstallatie evenwijdig
aan de basis van de
draadaanvoerunit.
Om de aandrijfinstallatie te draaien,
trek de knop uit en houd deze vast
terwijl de aandrijfinstallatie draait.
Laat de knop los in de gewenste
positie om de aandrijfinstallatie op
zijn plaats te vergrendelen.
3 Draadhoek en
aandrijfinstallatie
Draai de aandrijfinstallatie om de
krommingen in de kabel van het
MIGpistool te verminderen.
Het draad kan worden ingesteld om
van de bovenkant of onderkant van
de draadspoel het draad aan te
voeren. Selecteer de opties die het
meest rechte pad in de
aandrijfinstallatie kunnen
bewerkstelligen.
Draad wordt aangevoerd van
onderaf de spoel
Draad wordt aangevoerd van
bovenaf de spoel
Goed
Verkeerd
2
1
3
3
OM-276631 Pagina 22
4-15. Laspistool installeren
Ref. 301195tp1 / ref. 270 026-A / Ref. 260233-B
1 Knop voedingsklem
2 Vergrendelingslip pistool
3 Vergrendelingslip pistool 180
graden gedraaid
4 Elektriciteitspinsleuf
5 Uiteinde pistool verbinding
Pistool installeren met
Accumate verbinding
Laat de knop van de
elektriciteitsklep los en zorg dat de
elektriciteitspin van het pistool vrij
staat van de vergrendelingslip van
het pistool.
Druk de elektriciteitspin zo ver
mogelijk in de elektriciteitsklem
zodat de sleuf in de pin van het
pistool overeenkomt met de
vergrendelingslip van het pistool.
Zet het pistool vast door de knop
van de elektriciteitsklem aan te
draaien.
Pistool installeren zonder
Accumate verbinding
Als u een pistool zonder sleuf in de
elektriciteitspin gebruikt, laat dan
de elektriciteitsknop los en draai het
pistool van de vergrendelingslip
180 graden. Dit voorkomt dat de
vergrendelingslip te ver in de
elektriciteitspin van de
pistoolaansluiting steekt.
Druk de elektriciteitspen zo ver
mogelijk in de elektriciteitsklem.
Zet het pistool vast door de knop
van de elektriciteitsklem aan te
draaien.
6 Controlekabel van pistool
Plaats de kabel in de stekkerdoos
van de pistoolbesturing en bevestig
de schroefkraag.
4
Pistool installeren met
Accumate verbinding
Pistool installeren zonder
Accumate verbinding
5
2
3
1
1
6
OM-276631 Pagina 23
4-16. Kabelgeleiders en aandrijfrollen installeren
Ref. 260233-B / Ref. 269 820-A
Kabelgeleiders en aandrijfrollen
installeren
1 Montage aandrijfrolspanning
Open spanningsmontage
2 Klemschroef aandrijfrol
3 Klem aandrijfrol
4 Aandrijfroldrager en bevestigingsring
Klemschroef verwijderen
Klem aandrijfrol verwijderen
5 Aandrijfrol
Draai aan de bevestigingsringen totdat de
lip overeenkomt met de sleuven in de
aandrijfrollen. Neem de aandrijfrollen uit de
dragers.
6 Veer en kogelmontage
7 Antislijtage geleider
8 Ingangsdraadgeleider
9 Duimschroef
Installeer de draadgeleider in de
antislijtage geleider, en bevestig met
behulp van een stelschroef.
Laat de duimschroef los.
Druk de ingangsgeleider in de opening
totdat de sleuf overeenkomt met de
duimschroef. Maak de duimschroef vast
om de ingangsgeleider te bevestigen.
10 Tussendraadgeleider
. Ondersteun de oppervlakken van de
tussendraadgeleider aan de
achterzijde van de aandrijfbehuizing
Druk de tussengeleider in de opening
totdat de sleuf bevestigd is met een veer
en kogelmontage.
Installeer de aandrijfrollen en
aandrijfrolklem. Bevestig de klem met een
schroef.
11 Bovenste aandrijfrolas
Trek aan de as van de aandrijfrol en
verwijder deze van de roldrager. Installeer
de aandrijfrol, draai aan de
bevestigingsring totdat deze stopt en
vastklikt, plaats de drager terug in de
spanklemmontage, en bevestig de drager
aan de as van de aandrijfrol. Doe hetzelfde
voor de resterende spanmontage.
. Sluit de spanmontage nooit als de
aandrijfrolklem (3) is verwijderd.
Kabelgeleiders en aandrijfrollen
uitlijnen
Voor zelfuitlijnende aandrijfrollen is geen
manuele aanpassing nodig.
Aandrijfrollen reinigen
Verwijder de aandrijfrollen en maak de
sleuven schoon met behulp van een
draadborstel.
Sluit het deksel van de aandrijfmontage.
7
8
10
6
9
1
5
4
2
3
11
OM-276631 Pagina 24
Aandrijfrollen
Einde liner
Achterzijde pistool
. Voor de beste draadaanvoerprestatie, zorg
dat de uitgangskabel het juiste formaat liner
heeft voor het formaat lasdraad dat wordt
gebruikt. Als het pistool geplaatst is, dient de
liner die van achter van het pistool uitloopt zo
dicht mogelijk bij de aandrijfrollen te zijn,
zonder deze aan te raken.
Pistool installeren. Leg de pistoolkabel recht. Snijd
het uiteinde van de kabel af. Druk de
draadgeleidingen tot aan de aandrijfrollen; blijf het
draad vasthouden. Druk op de Jogknop om de
draad uit het pistool aan te voeren.
. Voor zacht draad of roestvrij staaldraad met
een kleine diameter, verminder de druk van de
aandrijfrol aan de achterzijde van de rol tot de
helft van die van de rollen aan de voorzijde.
. Om de druk van de aandrijfrol aan te passen,
houd het mondstuk ongeveer 2 in. (51 mm)
van het nietgeleidende oppervlak en druk op
de schakelaar van het pistool om het draad
tegen het oppervlak aan te voeren. Zet de
knop vast zodat het draad niet kan glijden.
Draai deze niet te hard aan. Als de contacttip
volledige geblokkeerd is, zal het draad bij de
draadaanvoerunit gaan glijden (zie
drukinstelling boven). Snijd het draad af. Sluit
het deksel.
4-17. Lasdraad installeren en bevestigen
Ref. 156 929-A / Ref. 259 144-A / Ref. 156 930 / 242 517-A
Benodigd gereedschap:
NIETGELEIDEND
OPPERVLAK
NIETGELEIDEND
OPPERVLAK
Draad glijdt niet Draad glijdt
Installeer de draadspoel. Stel de
spanbout in zodat het draad strak staat
als de draadaanvoer stopt.
Kabelgeleiders en antislijtage
geleider installeren.
Installeer de aandrijfrollen.
Druk
instellen
6 in.
(150 mm)
Trek aan het draad en houd het
vast; snijd het uiteinde af.
. Houd het draad goed vast zodat het niet gaat rafelen.
Drukin
dicatorschaal
OM-276631 Pagina 25
Aantekeningen
OM-276631 Pagina 26
4-18. Gebruikersinterface draadaanvoerunit
Ref. 266 061-B
2
1
5
6
7
8
4
16
9
10
11
3
20
1213 14 15
17
19
18
OM-276631 Pagina 27
4-19. Beschrijving van bedieningsfuncties op voorpaneel (zie hoofdstuk 4-18)
1 Geheugendisplay
Op de geheugendisplay wordt het actieve
lasprogramma getoond. Het bereik ligt
tussen 0001 en 9999.
2 Instelknop voor geheugen/variabelen
Gebruik deze knop om een
programmanummer te selecteren of om
de variabele die op de geheugendisplay
wordt getoond, te verhogen/verlagen.
3 Boogregelingsknop
De boogregelingsknop is
procesafhankelijk. De gebruiker kan de
variabele veranderen die op de
Waarden/Parametersdisplay verschijnt,
zoals inductantie, DIG, RMD (balgrootte) of
trim. Het bereik kan +/ zijn, afhankelijk van
het proces.
4 1-8 geheugenknoppen en LEDs
Gebruik deze knoppen om een opgeslagen
programma uit de
lasprogrammabibliotheek te selecteren.
Het ledlampje geeft aan welk programma
geselecteerd is en actief is.
De Variabelen/Parameters display toont
een overzicht van de
lasprogrammabibliotheek voor het
geselecteerde programma.
5 Softkeyknoppen
Gebruik deze knoppen om door de menu’s
te browsen die op het LCDscherm
verschijnen (zie hoofdstuk 4-21)..
6 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draai aan deze knop om door de variabele
opties te scrollen of om de variabele die op
de geheugendisplay wordt getoond, te
verhogen/verlagen.
Door op deze knop te drukken zal deze als
een knop voor selecteren/opslaan werken.
Druk op de knop om de opties te selecteren
die op het LCDscherm beschikbaar zijn.
7 Waarden/Parameters LCDscherm
Dit scherm toont alle waarden en
parameters die geselecteerd zijn aan de
hand van de softkeyknoppen en de knop
voor scrollen en de knop voor
opslaan/selecteren.
8 Display
Stroomsterkte/Draadaanvoersnelheid
Op deze display wordt de stroomsterkte
getoond, of de draadaanvoersnelheid, naar
gelang het geselecteerde proces.
9 Instelknop
Stroomsterkte/Draadaanvoersnelheid/
Handmatig activeren van gasaanvoer
ampère
Gebruik deze knop om de stroomsterkte of
draadaanvoersnelheid te verhogen/
verlagen, afhankelijk van het geselecteerde
proces. De waarden verschijnen op het
scherm voor stroomsterkte/
draadaanvoersnelheid/materiaaldikte.
10 Spanning/booglengte/inductantie/
boogaanpassing/RMDscherm
Dit scherm toont de spanning, booglengte,
inductantie, boogaanpassing of RMD
naargelang het geselecteerde proces.
11 Instelknop spanning/boogregeling
Gebruik deze knop om de spanning of
booglengte te verhogen/verlagen,
afhankelijk van het geselecteerde proces.
Deze waarden verschijnen op de display
spanning/booglengte/inductantie/boogaan
passing/RMD weergave.
12 Booglengteindicator
Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat de booglengtefunctie actief is.
13 Spanningsindicator
Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat de spanningsfunctie actief is.
14 Indicator voor synergische
keuzestand actief
Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat een synergisch lasproces actief is.
15 Indicator voor stroomsterkte
Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat een SMAW, GMAW of CAG proces is
geselecteerd. Deze waarden verschijnen
op de display spanning/booglengte/
inductantie/boogaanpassing/RMD
weergave.
16 Indicator voor draadaanvoersnelheid
Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat een GMAW of GMAWP lasproces is
geselecteerd. De waarden verschijnen op
het scherm voor stroomsterkte/
draadaanvoersnelheid/materiaaldikte.
17 Indicator voor materiaaldikte
Dit kenmerk zal effectief worden in een
latere softwareuitgave.
18 Indicator LED uitgangsspanning
aanwezig
Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat de spanning in open circuit aanwezig is
bij de lasuitgangsklemmen.
19 USBpoort
Gebruik deze poort voor alle
USBgerelateerde functies
(zie hoofdstuk 4-31).
20 Indicator voor parameter
vergrendelen
Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat lasparameters vergrendeld en actief
zijn.
* Geïnactiveerd of niet beschikbaar.
OM-276631 Pagina 28
4-20. Aansluitingen draadaanvoerunit lager voorpaneel
258 508-B
1 Jogknop koud draad
Hiermee kan de bediener het draad door
het pistool voeren als hij de draadspoelen
verwisselt. De lasuitgang blijft uit als de
jogknop voor koud draad wordt gebruikt.
2 Schakelaarregelingsknop
Hiermee kan de bediener verschillende
schakelaaropties in en uitschakelen. Zie
hoofdstuk 4-26.
3THindicator
Trigger Hold (TH) (schakelaar
vasthouden) stelt de bediener in staat om
een laswerk te starten door op de
pistoolschakelaar te drukken en deze
gedurende een vooraf ingestelde tijd vast
te houden (zie het Startmenu voor de
kenmerken). Na het verstrijken van de
ingestelde tijd, vergrendelt de schakelaar
en kan de bediener de schakelaar loslaten,
waarbij het laswerk voortgezet wordt. Als
de bediener op de schakelaar drukt, zal het
laswerk worden stopgezet.
4 Purgeknop
Hiermee kan de bediener de gaslijn
doorspoelen. Om de tijd voor doorspoeling
te veranderen (zie hoofdstuk 4-27).
5 Watertoevoer Quick
Connectaansluitstuk (alleen
CEmodellen)
6 Waterterugvoer Quick
Connectaansluitstuk (alleen
CEmodellen)
21 4
6
5
3143
OM-276631 Pagina 29
4-21. LCDStartscherm
Ref 266 061-A
1 Indicator directory
Toont het pad van het huidige scherm.
2 Programmanummer
Geeft het programmanummer van de
huidige las weer.
3 Programmainformatie
Toont het procestype, draaddiameter,
draadtype en legering, alsmede het aan
het huidige lasprogramma toegewezen
gasmengsel.
4 Setup Soft Key
Druk op de Setup softkey om het scherm
van het opstartmenu in te gaan. In het
opstartmenu kunnen lasprogramma’s
worden aangemaakt of gewijzigd. Voor
meer informatie, zie hoofdstuk 4-22.
5 Logs Soft Key (softkey voor
berichtenmenu)
Druk op de Logs softkey om het scherm
van de verslaggeving in te gaan. Voor meer
informatie, zie hoofdstuk 4-23.
6 Status Soft Key
Druk op de Statussoft key om het scherm
van het statusmenu in te gaan. Voor meer
informatie, zie hoofdstuk 4-24.
7 System Soft Key
Druk op de System softkey om het
systeemmenu in te gaan. Het
systeemmenu biedt toegang tot de
heropstart van het systeem, USB en
herzieningsfuncties van bordsoftware.
Voor meer informatie, zie hoofdstuk 4-29.
8 Indicator netwerkverbinding
Geeft het type netwerkverbinding aan die
wordt gebruikt.
9 Internet
Wordt weergegeven als Insight Core
geactiveerd is.
Logs StatusSetup System
Home
Program # 1
Accupulse
.035 Steel E70
Ar 90 CO2 10
1
2
3
4
5 6 7
WiFi Ethernet
8
Internet
9
4-22. Setup Menu
1 Indicator directory
Geeft het huidige pad weer.
2 Naam menu
Geeft de naam van het huidige menu weer.
3 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een
geactiveerde optie. De geactiveerde optie zal
een zwarte cirkel daarnaast hebben terwijl de
geïnactiveerde opties wit zullen zijn. Druk op de
knop om de geactiveerde optie te selecteren.
4 Opties
Load New Process (Nieuw proces laden)
Wijzigt een lasprogramma of voegt hier
wijzigingen aan toe. Zie hoofdstuk 4-25.
Trigger Configuration (Configuratie
schakelaar) Selecteert en bewerkt dubbel
schema, dubbel schemaschakelaar, 4T, en
kenmerken schakelaar vasthouden.
Zie hoofdstuk 4-26.
Weld Sequence Configuration (Configuratie
lassequentie) Wijzigt verschillende aspecten
van de lassequentie zoals voorstroom,
startstroomsterkte, krater en nastroom.
Zie hoofdstuk 4-27.
Feedback Configuration Stelt de methode van
de spanningsfeedback in voor de detectie van
de steunplaat of detectiekabel.
Zie hoofdstuk 4-28.
5 Start Soft Key
Druk op de Start softkey om het scherm van het
Startmenu in te gaan.
Ref 266 061-A
Home
Home > Setup
Setup Menu
Load New Process
1
2
5
4
3
Trigger Configuration
Weld Sequence Configuration
Feedback Configuration
Back
OM-276631 Pagina 30
4-23. Logs Menu
1 Directory Indicator
Geeft het huidige pad weer.
2 Naam menu
Geeft de naam van het huidige menu weer.
3 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een
geactiveerde optie. De geactiveerde optie
zal een zwarte cirkel daarnaast hebben
terwijl de geïnactiveerde opties wit zullen
zijn. Druk op de knop om de geactiveerde
optie te selecteren.
4 Opties
Error log geeft een lijst weer van de meest
recente fouten die de unit gedetecteerd
heeft. Gebruik de scrollknop voor het
scrollen door de lijst. In het foutlogscherm
druk op de Start softkey om terug naar het
Startscherm te gaan, of druk op de Logs
Softkey om terug te gaan naar het menu
voor de verslaggeving.
Boot Log Geeft de sequentie en de status
van gebeurtenissen weer die zich tijdens het
heropstartproces hebben voorgedaan.
5 Start Soft Key
Druk op de Start softkey om het scherm van
het Startmenu in te gaan.
Ref 266 061-A
Home
Home > Logs
Logs Menu
Error Log
1
2
5
4
3
Back
Boot Log
4-24. Statusmenu
1 Indicator directory
Geeft het huidige pad weer.
2 Naam menu
Geeft de naam van het huidige menu weer.
3 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een
geactiveerde optie. De geactiveerde optie zal
een zwarte cirkel daarnaast hebben terwijl de
geïnactiveerde opties wit zullen zijn. Druk op de
knop om de geactiveerde optie te selecteren.
4 Opties
Load Bank Mode Wordt gebruikt voor het
kalibreren van meter of testapparatuur tijdens
onderhoud.
Accu-Power Mode Toont de instantane
voeding voor de draadaanvoersnelheid in
kilojoules per seconde nabij de dichtstbijzijnde
tiende waarde. Deze wordt tijdens het lassen
eenmaal per seconden bijgewerkt. Na het
lassen wordt de instantane voeding
weergegeven gedurende ongeveer tien
seconden alvorens het scherm weer teruggaat
naar de draadaanvoersnelheid. Als de
draadaanvoersnelheid tijdens de lasoperatie
wordt ingesteld, zal het scherm de
draadaanvoersnelheid weergeven, terwijl deze
wordt ingesteld, en zal dit weer teruggaan naar
de instantane voeding nadat de instelling is
uitgevoerd.
Om de hitteinvoer voor de las te berekenen,
vermenigvuldig de voeding met de boogtijd en
verdeel deze dan door de lasrupslengte, zie de
vergelijking.
Actual / Command (Werkelijk/Opdracht Hier
kunnen de waarden worden ingesteld die tijdens
het lassen worden getoond om de werkelijke
waarden of de opdrachtwaarden die de
gebruiker heeft ingesteld weer te geven.
5 Start Soft Key
Druk op de Start softkey om het scherm van het
Startmenu in te gaan.
Ref 266 061-A
Home
Home > Status
Status Menu
1
2
5
4
3
Accu‐Power Mode> Off
Load Bank Mode> Off
Back
HeatInput[kJńin(kJńmm)] +
Power(kJńs)xArcTime(s)
WeldBeadLength[in(mm)]
Actual / Command> Off
OM-276631 Pagina 31
4-25. Een lasprogramma aanmaken, wijzigen en opslaan
Gebruik in het Startscherm de
geheugeninstellingsknop of de
geheugenknop, selecteer het te
gebruiken programmanummer.
Druk in het Startscherm op de Opstart
softkey.
In het Opstartmenu, draai de scrollknop
om de optie Load New Process (Nieuw
Proces laden) te activeren. Druk op de
knop om het proces Load New Proces
(Nieuw proces laden) te activeren.
De volgende aanwijzingen verschijnen
op het scherm.
Stap 1 - Selecteer draadtype
Stap 2 - Selecteer draadlegering
Stap 3 - Selecteer draadformaat
Stap 4 - Selecteer gasmengsel
Stap 5 - Selecteer proces
Na het proces te selecteren, zal het
scherm aflezen: Process Loading
(Proces bezig met laden). Als 100% is
uitgevoerd, zal het programma worden
bewaard en is het klaar voor gebruik.
Ref 266 061-A
Home
Home > Setup
Setup Menu
Load New Process
Trigger Configuration
Weld Sequence Configuration
Feedback Configuration
Back
4-26. Trigger Configuration
In het Opstartmenu, draai de scrollknop
om de optie Trigger Configuration
(Configuratie Schakelaar) te activeren.
Druk op de scrollknop en selecteer
Trigger Configuration (Configuratie
Schakelaar).
. Alle programma’s hebben een
numerieke volgorde voor dubbele
schemafuncties. Programma 1 en 2
zijn gekoppeld, programma 3 en 4
zijn gekoppeld, enz.
Selecteer de gewenste schakelfunctie
met behulp van de scrollknop.
Ref 266 061-A
Home
Home > Setup > Trigger Config
Program # 1
Dual Schedule
Program # 2
Trigger Dual Schedule
Trigger Program Select
4T
Trigger Hold
Dual Schedule
Trigger Dual Schedule
Trigger Program Select
4T
Trigger Hold
Setup
Edit
OM-276631 Pagina 32
4-27. Lassequentieconfiguratie
Gebruik in het Startscherm de
geheugeninstellingsknop of de
geheugenknoppen om het te wijzigen
programmanummer te selecteren.
Druk in het Startscherm op de Opstart
softkey.
In het Opstartmenu, draai de scrollknop
om de optie Weld Sequence
Configuration (Configuratie
Lassequentie) te activeren. Druk op de
scrollknop en selecteer Weld Sequence
Configuration (Configuratie
Lassequentie).
In het scherm voor de configuratie van
de lassequentie, draai de scrollknop
naar de gewenste functie. Druk op de
scrollknop om de functie te activeren of
te inactiveren.
Als de gewenste functie geactiveerd is,
druk op de Softkey Edit (bewerken) om
de parameters voor de functies te
wijzigen:
Preflow Stelt de tijdsduur in van de
gasstromen alvorens het lassen te
starten.
Start Stelt de spanning,
draadaanvoersnelheid, tijd en
inductantie in die voor het starten van
het lassen wordt vereist.
Start Ramp Stelt de tijdsduur in vanaf
de start van het lassen tot de
lasparameters.
Weld Stelt de spanning,
draadaanvoersnelheid, tijd en
inductantie in.
Crater Ramp Stelt de tijdsduur in vanaf
het lassen tot de kraterparameters.
Crater Stelt de spanning,
draadaanvoersnelheid, tijd en
inductantie voor de kraterinstellingen in.
Retract Stelt de snelheid en de tijd in
gedurende welke de draad zich na het
lassen intrekt.
Postflow Stelt de tijdsduur in van de
gasstroom na het lassen.
Ref 266 061-A
Home
Home > Setup > Sequence
Sequence Select ‐ Program 1
Preflow Disabled
Start ‐ Disabled
Start Ramp Disabled
Weld ‐ Enabled
Crater Ramp Disabled
Crater ‐ Disabled
Retract ‐ Disabled
Postflow ‐ Disabled
Setup
Edit
Schakelaar
ingedrukt
Schakelaar
losgelaten
Start
Voorstroomtijd
Starttijd
Kratertijd
Intrektijd
Nastroomtijd
Einde
sequentie
Krater
Tijd
Lassen
LassenVoorstroom
Nastroom
Intrekken
OM-276631 Pagina 33
4-28. Feedbackconfiguratie
Home
Home > Setup > Feedback Configuration
Feedback Configuration
Stud Sense
Sense Lead
Change voltage feedback method:
Back
Active > Sense Lead
1 Indicator directory
Geeft het huidige pad weer.
2 Naam menu
Geeft de naam van het huidige menu
weer.
3 Indicator geactiveerd
Geeft de actieve feedbackmethode
weer.
4 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een
geactiveerde optie. De geactiveerde
optie zal een zwarte cirkel daarnaast
hebben terwijl de geïnactiveerde opties
wit zullen zijn. Druk op de knop om de
geactiveerde optie te selecteren.
5 Opties
Stud Sense De stroomfeedback wordt
gemeten bij de uitgangsbouten van de
lasstroombron.
Sense Lead De stroomfeedback
wordt gemeten met een
spanningsdetectiekabel.
6 Start Soft Key
Druk op de Start softkey om het scherm
van het Startmenu in te gaan.
Ref 266 061-A
1
2
6
5
4
3
4-29. Systeemmenu
Ref 266 061-A
1 Indicator directory
Geeft het huidige pad weer.
2 Naam menu
Geeft de naam van het huidige menu
weer.
3 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een
geactiveerde optie. De geactiveerde
optie zal een zwarte cirkel daarnaast
hebben terwijl de geïnactiveerde opties
wit zullen zijn. Druk op de knop om de
geactiveerde optie te selecteren.
4 Opties
Factory Reset Hier kan de gebruiker
alle waarden terugzetten naar de
fabriekswaarden (zie hoofdstuk 4-30).
USB Functions De software wordt
bijgewerkt en geladen of er worden
lasprogramma’s met een USB geladen
(zie hoofdstuk 4-31).
System Software Revision Geeft de
huidige softwareherziening van het
lassysteem weer.
Network Settings Toont informatie
over de netwerkaansluitingen zoals het
IPadres.
Machine Serial Number Toont het
serienummer van de unit.
5 Start Soft Key
Druk op de Start softkey om het scherm
van het Startmenu in te gaan.
Home
Home > system
System Menu
Factory Reset
1
2
5
4
3
USB Functions
System Software Revision
Network Settings
Machine Serial Number
Back
OM-276631 Pagina 34
4-30. Terugstellen naar fabrieksinstellingen
Druk in het Startscherm op de Systeem
softkey.
In het Systeemmenu, draai de
scrollknop om de optie Factory Reset
(Terugstellen naar fabrieksinstellingen)
te activeren. Druk op de knop om
Factory Reset (Terugstellen naar
fabrieksinstellingen) te selecteren.
In het scherm Factory Reset
(Terugstellen naar fabrieksinstellingen),
draai de scrollknop en selecteer Yes
(Ja). Druk op de knop om Factory Reset
(Terugstellen naar fabrieksinstellingen)
uit te voeren.
Het scherm gaat terug naar het
Startscherm als de Factory Reset
(Terugstellen naar fabrieksinstellingen)
is uitgevoerd.
Ref 266 061-A
Home
Home > System > Factory Reset
Factory Reset
No
Yes
Perform Factory Reset?
Back
4-31. USBfuncties
Druk in het Startscherm op de Systeem
softkey.
In het Systeemmenu, draai de scrollknop
om de optie USB Functions (USBfuncties)
te activeren. Druk op de knop om USB
Functions (USBfuncties) te selecteren.
Opties
Write to system- Gebruikt een USBstick
om de software en lasprogramma’s van de
unit bij te werken.
Write to USB
System Settings Slaat de door de
gebruiker aangemaakte programma’s op
een USBstick op. De
gebruikersinstellingen kunnen vervolgens
op andere units worden geladen, of op de
huidige unit worden hersteld.
License Key De licentiesleutel is
beschikbaar in units die in Insight Core
geactiveerd zijn. Bewaar de licentiesleutel
op een USBstick als u bij Insight Core
registreert.
Diagnostic Files Diagnosebestanden zijn
beschikbaar in units die in Insight Core
geactiveerd zijn. Sla de
diagnosebestanden op om terug te
sturen naar de Servicevertegenwoordigers
van Miller.
Ref 266 061-A
Home
Home > System > USB
USB Functions
Write to System
Write to USB
System
OM-276631 Pagina 35
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD & PROBLEEMOPLOSSING
5-1. Routineonderhoud
! Ontkoppel de netvoeding
voordat u onderhoud
uitvoert.
. Geef vaker een
onderhoudsbeurt als het
apparaat zwaar belast wordt.
n = Controleren Z = Wijzigen ~ = Reinigen l = Vervangen
* Moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant erkende serviceagent
Referentie
Elke 3
maanden
l onleesbare labels ~ lasklemmen nl laskabels nl pistoolkabels
nl snoeren nl onderdelen met
barsten of scheuren
~ lasaansluitingen n laskabelaansluitingen
aandraaien
l beschadigde gasleiding
Elke 6
maanden
OF
~ Aandrijfrollen ~ Binnenkant van het
apparaat
Aantekeningen
OM-276631 Pagina 36
5-2. Tabel met foutcodes en beschrijving van probleemoplossing
Ref. 266 061-B
2
3
Logs
ERROR
Button on UI stuck
Make sure all buttons are clear
If error persists, please contact support.
1 Melding op LEDdisplay
Toont een kort bericht waarin de fout of de
plaats van de fout wordt beschreven.
Sommige berichten kunnen meerdere
fouten bevatten. Ga voor specifieke
foutinformatie naar de meldingen op het
lcddisplay.
2 Type melding
Er zullen drie meldingstypen worden
weergegeven.
ERROR The system has experienced a
fault that must be addressed before
continuing use (Het systeem heeft een fout
gedetecteerd die moet worden opgelost
alvorens verder te gaan).
MESSAGE No fault has occurred, but
some action must be taken before
resuming use of the welding system (Er is
geen fout opgetreden, maar er moet enige
actie worden ondernomen om het gebruik
van het lassysteem te herstarten. De
ingangsstroom moet bijvoorbeeld in en
uitgeschakeld worden na de nieuwe
software te hebben geladen.
WARNING There is something that
should be addressed before continuing (Er
is iets dat moet worden afgehandeld
alvorens verder te gaan). Er is bijvoorbeeld
geen verbinding met de
spanningsdetectiekabel.
3 LCD Display Message
(LCDmelding)
Geeft meer informatie over de
weergegeven melding.
4 LCD Solution Message
(LCDoplossingsmelding)
Beschrijft de handeling die moet worden
ondernomen om het bericht of de fout te
wissen.
5 Logs Soft Key (softkey voor
berichtenmenu)
Door te drukken op de softkey Logs zal de
gebruiker naar het menu met de
verslaggeving worden geleid (zie
hoofdstuk 4-23). Vanuit het Logsmenu
(berichtenmenu) wordt toegang tot het
Error Log (foutrapporten) verschaft. Het
LCD Error Log Messages
(LCDfoutverslaggevingsberichten) zijn
opgeslagen in het Error Log
(foutrapporten).
ERR BTN STUK
1
4
5
OM-276631 Pagina 37
Melding op LEDdisplay
Type
melding
LCD Display Message
(LCDmelding)
LCD Solution Message
(LCDoplossingsmelding)
LCD Error Log Message (LCD
foutverslaggevingsberichten)
WELD WAIT (WACHTEN MET
LASSEN)
ERROR
(FOUT)
Unit was not ready for a weld
sequence (Unit was niet klaar voor
een lassequentie)
Press button to clear error (Druk
op de knop om de fout te wissen)
Weld Wait Error (Wachten lasfout)
ERR OVERTEMP (FOUT TE
HOGE TEMP)
ERROR
(FOUT)
Welding power source has
overheated (Lasstroombron is
oververhit)
Allow unit too cool then cycle
power (Laat het apparaat
afkoelen, schakel daarna uit en
weer in)
Overtemp Error (Fout door te hoge
temperatuur)
E STOP ERROR
(FOUT)
Emergency stop activated
(Noodstop geactiveerd)
Reset the emergency stop button
(Noodstopknop resetten)
Estop
OVER CURRENT (TE HOGE
STROOM)
ERROR
(FOUT)
Welding power source primary draw
too high (Primaire
lasstroombronvoeding te hoog)
Check input primary then cycle
power (Controleer de primaire
ingang en schakel daar uit en
weer in)
Primary Overcurrent (te hoge
primaire stroom)
CYCLE POWER (Schakel het
apparaat uit en weer in)
BERICHT The unit requires a power cycle (Het
apparaat moet worden uit en
ingeschakeld)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Cycle Power Error (Fout bij
uit/inschakelen)
OVER POWER (TE HOGE
STROOM)
ERROR
(FOUT)
SLF TST ERR ERROR
(FOUT)
Welder failed self test (Zelftest
lasunit niet geslaagd)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Self Test Error (fout zelftest)
ERR INPT PWR (FOUT
INGANGSSTROOM)
ERROR
(FOUT)
Input Power Problem (Probleem
ingangsstroom)
Ensure your primary voltage is
correct (Zorg dat de primaire
spanning juist is)
Input Power Problem (Probleem
ingangsstroom)
ERR FDR (FOUT
DRAADAANVOER)
ERROR
(FOUT)
Feeder Power Problem (Probleem
met elektrische voeding
draadaanvoerunit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Feeder Power Problem (Probleem
met elektrische voeding
draadaanvoerunit)
ERR AUX PWR (FOUT
HULPVOEDING)
ERROR
(FOUT)
AUX Power Problem (Probleem
hulpvoeding)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
AUX Power Problem (Probleem
hulpvoeding)
ERR THERM (FOUT
THERMISCH SYSTEEM)
ERROR
(FOUT)
Thermal System Problem (Probleem
thermisch systeem)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Thermal System Problem (Probleem
thermisch systeem)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Welder Power Source Problem
(Probleem lasstroombron)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Power Source Problem (Probleem
stroombron)
ERR WFS ERROR
(FOUT)
Actual WFS does not match
command (Huidige WFS komt niet
overeen met opdracht)
Press button to clear error (Druk
op de knop om de fout te wissen)
Wire Speed Error (Fout
draadsnelheid)
ERR STRT (FOUT START) ERROR
(FOUT)
Trigger held too long without arc
(Toortsschakelaar te lang
vastgehouden zonder boog)
Press button to clear error (Druk
op de knop om de fout te wissen)
Arc Start Error (Fout boogstart)
ERR STOP (FOUT STOP) ERROR
(FOUT)
Potential obstruction in wire feed
system (Mogelijke verstopping in
draadaanvoersystem).
Check wire feed and wire drive
systems (Controleer
draadaanvoerunit en
draadaandrijfsystemen)
Arc Stop Error (Fout boogstop)
ERR GAS FLW (FOUT
GASSTROOM)
ERROR
(FOUT)
No gas flow to the gun (geen
gasstroom naar het pistool)
Check gas connections
(Controleer de gasaansluitingen)
Gas Flow Error (Fout in de
doorstroming van gas)
ERR GAS FLW (FOUT
GASSTROOM)
ERROR
(FOUT)
No coolant flow in water system
(Geen koelingsstroom in het
watersysteem)
Check water cooling system
(Controleer het
waterkoelingssysteem)
Cooland Flow Error (Fout in de
doorstroming van koelmiddel)
ERR GND CRNT (FOUT
AARDINGSSTROOM)
ERROR
(FOUT)
Weld current detected in earth
ground (Lasstroom gedetecteerd in
aarding)
Check and repair feeder weld
connections (Controleer en
repareer de lasaansluitingen van
de draadaanvoer)
Earth Ground Current Error (Fout
aardingsstroom)
ERR WIR STUK (FOUT
VASTZITTEND DRAAD)
ERROR
(FOUT)
Wire stick to workpiece at the end of
the weld (Draad vast op werkstuk
aan het einde van de las)
Break/Cut wire away from
workpiece (Verwijder draad van
werkstuk)
Wire Stuck Error (Fout draad vast)
ERR ARC (FOUT BOOG) ERROR
(FOUT)
Arc Outage occurred (Uitval boog) Check wire feeder and power
source (Draadaanvoerunit en
stroombron controleren)
Arc Outage Error (Fout uitval boog)
ERR TRG STUK (FOUT
TOORTSCHAKELAAR
VASTGEHOUDEN)
ERROR
(FOUT)
Trigger held during power up
(Toortsschakelaar vastgehouden bij
inschakelen)
Release trigger and cycle power
(Toortsschakelaar vrijlaten en unit
uit en inschakelen
Trigger Stuck Error (Fout
toortsschakelaar vast)
ERR SOFTWARE (FOUT
SOFTWARE)
ERROR
(FOUT)
Incompatible software detected in
the system (Incompatibele software
gedetecteerd in het systeem)
Update software (Software
bijwerken)
Incompatible software error (Fout
door incompatibele software)
ERR FEEDER (FOUT
DRAADAANVOER)
ERROR
(FOUT)
Feeder peripheral malfunction
(Storing randapparatuur
draadaanvoerunit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Feeder EEPROM Error (Fout
EEPROM draadaanvoerunit)
ERR FEEDER (FOUT
DRAADAANVOER)
ERROR
(FOUT)
Feeder peripheral malfunction
(Storing randapparatuur
draadaanvoerunit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Feeder USART1 Error (Fout
USART1 draadaanvoerunit)
ERR COMM (FOUT
OPDRACHT
DRAADAANVOERUNIT)
ERROR
(FOUT)
Feeder Lost Comms to Arc
Controller (Geen opdrachten
draadaanvoerunit naar
boogcontroller)
Check the control cable
(Controleer de besturingskabel)
Feeder lost comms to AC (Geen
opdrachten van draadaanvoerunit
naar AC)
ERR FDR PWR (FOUT
VOEDING
DRAADAANVOERUNIT)
ERROR
(FOUT)
Feeder Power fault (Fout elektrische
voeding draadaanvoerunit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Feeder bus overcurrent error (Fout
te hoge stroom draadaanvoerbus)
ERR FDR PWR (FOUT
VOEDING
DRAADAANVOERUNIT)
ERROR
(FOUT)
Feeder Power fault (Fout elektrische
voeding draadaanvoerunit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Feeder bus current fault (Fout
stroom draadaanvoerbus)
OM-276631 Pagina 38
Melding op LEDdisplay
LCD Error Log Message (LCD
foutverslaggevingsberichten)
LCD Solution Message
(LCDoplossingsmelding)
LCD Display Message
(LCDmelding)
Type
melding
ERR FDR RLY (FOUT
VOEDINGSRELAIS
DRAADAANVOERUNIT)
ERROR
(FOUT)
Feeder power relay stuck open
(Voedingsrelais draadaanvoerunit
onderbroken)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Feeder relay stuck open (Relais
draadaanvoerunit onderbroken)
ERR FDR ETH (FOUT
ETHERNET
DRAADAANVOERUNIT)
ERROR
(FOUT)
Feeder Ethernet switch malfunction
(Storing Ethernetschakelaar
draadaanvoerunit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Feeder Ethernet switch error (Fout
Ethernetschakelaar
draadaanvoerunit)
ERR FEEDER (FOUT
DRAADAANVOERUNIT)
ERROR
(FOUT)
Feeder peripheral malfunction
(Storing randapparatuur
draadaanvoerunit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Feeder USART3 Error (Fout
USART3 draadaanvoerunit)
ERR FEEDER (FOUT
DRAADAANVOERUNIT)
ERROR
(FOUT)
Feeder peripheral malfunction
(Storing randapparatuur
draadaanvoerunit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Feeder USART2 Error (Fout
USART2 draadaanvoerunit)
ERR FEEDER (FOUT
DRAADAANVOERUNIT)
ERROR
(FOUT)
Feeder peripheral malfunction
(Storing randapparatuur
draadaanvoerunit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Feeder SPI2 Error (Fout SPI2
draadaanvoerunit)
ERR FDR TACH (FOUT
TACHOMETER
DRAADAANVOERUNIT)
ERROR
(FOUT)
Feeder has lost tachometer wire
speed feedback (Geen feedback
tachometer draadaanvoerunit)
Feeder lost tach signal error (Fout
signaal tachometer
draadaanvoerunit)
ERR BTN STUK (FOUT KNOP
VASTGEHOUDEN)
ERROR
(FOUT)
Button on UI stuck (Knop zit vast op
UI)
Make sure all buttons are clear
(Zorg dat alle toetsen vrij zijn)
UI Button Stuck (UIknop zit vast)
ERR COMM UI (FOUT COMM
UI)
ERROR
(FOUT)
UI Lost Comms to the Sequencer
(Geen IUopdrachten naar
sequencer)
Check the control cable
(Controleer de besturingskabel)
UI lost comms to Seq (Geen
IUopdrachten naar Seq)
FACTORY RST (TERUG NAAR
FABRIEKSINSTELLINGEN)
ERROR
(FOUT)
Factory Reset Complete (Terug naar
fabrieksinstellingen voltooid)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Factory Reset (Terug naar
fabrieksinstellingen)
UNUSED 218 (ONGEBRUIKTE
218)
ERROR
(FOUT)
Unused Error #218 (Fout
ongebruikt)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Unused Error #218 (Fout ongebruikt)
ERR INPT PWR (FOUT
INGANGSSTROOM)
ERROR
(FOUT)
Must use three phase primary power
(Moet primaire driefasevoeding
gebruiken)
Check primary connections
(Primaire aansluitingen
controleren)
Single Phase Error (Fout eenfase)
ERR INPT PWR (FOUT
INGANGSSTROOM)
ERROR
(FOUT)
Primary input voltage too high
(Primaire voedingsspanning te hoog)
Check primary connections
(Primaire aansluitingen
controleren)
High Input Voltage Error (Fout hoge
voedingsspanning)
ERR INPT PWR (FOUT
INGANGSSTROOM)
ERROR
(FOUT)
Primary input voltage too low
(Primaire voedingsspanning te laag)
Check primary connections
(Primaire aansluitingen
controleren)
Low Input Voltage Error (Fout lage
voedingsspanning)
UNUSED 222 (ONGEBRUIKTE
222)
ERROR
(FOUT)
Unused Error #222 (Fout
ongebruikt)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Unused Error #222 (Fout ongebruikt)
ERR FEEDER (FOUT
DRAADAANVOERUNIT)
ERROR
(FOUT)
Feeder input voltage too high
(Voedingsspanning
draadaanvoerunit te hoog)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Feeder Voltage High Error (Fout
hoge spanning draadaanvoerunit)
ERR FEEDER (FOUT
DRAADAANVOERUNIT)
ERROR
(FOUT)
Feeder input voltage too low
(Voedingsspanning
draadaanvoerunit te laag)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Feeder Voltage Low Error (Fout lage
spanning draadaanvoerunit)
UNUSED 225 (ONGEBRUIKTE
225)
ERROR
(FOUT)
Unused Error #225 (Fout
ongebruikt)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Unused Error #225 (Fout ongebruikt)
ERR AUX PWR (FOUT
HULPVOEDING)
ERROR
(FOUT)
Too much current draw from AUX
power port (Te hoge stroom vanuit
hulpstroompoort)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
AUX Power Overcurrent Error (Fout
te hoge hulpstroom)
ERR AUX PWR (FOUT
HULPVOEDING)
ERROR
(FOUT)
AUX power module overheated
(Hulpstroom voeding oververhit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
AUX Power Overtemp Error (Fout te
hoge temperatuur Hulpvoeding)
ERR AUX PWR (FOUT
HULPVOEDING)
ERROR
(FOUT)
AUX power voltage too high
(Hulpvoedingsspanning te hoog)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
AUX Voltage High Error (Fout hoge
hulpspanning)
ERR AUX PWR (FOUT
HULPVOEDING)
ERROR
(FOUT)
AUX power voltage too low
(Hulpvoedingsspanning te laag)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
AUX Voltage Low Error (Fout lage
hulpspanning)
UNUSED 230 (ONGEBRUIKTE
230)
ERROR
(FOUT)
Unused Error #230 (Fout
ongebruikt)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Unused Error #230 (Fout ongebruikt)
ERR THERM 1 (FOUT
THERMISTOR 1)
ERROR
(FOUT)
Thermistor 1 Overtemp (Te hoge
temperatuur thermistor 1)
Allow welder to cool then cycle
power (Laat lasapparaat afkoelen,
daarna voeding uit en
inschakelen)
THERM1 Overtemp Error (Fout te
hoge temperatuur THERMISTOR 1)
ERR THERM 2 (FOUT
THERMISTOR 2)
ERROR
(FOUT)
Thermistor 2 Overtemp (Te hoge
temperatuur thermistor 2)
Allow welder to cool then cycle
power (Laat lasapparaat afkoelen,
daarna voeding uit en
inschakelen)
THERM2 Overtemp Error (Fout te
hoge temperatuur THERMISTOR 2)
ERR THERM 3 (FOUT
THERMISTOR 3)
ERROR
(FOUT)
Thermistor 3 Overtemp (Te hoge
temperatuur thermistor 3)
Allow welder to cool then cycle
power (Laat lasapparaat afkoelen,
daarna voeding uit en
inschakelen)
THERM3 Overtemp Error (Fout te
hoge temperatuur THERM3)
ERR THERM 1 (FOUT
THERMISTOR 1)
ERROR
(FOUT)
Thermistor 1 shorted (Kortsluiting
thermistor 1)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
THERM1 Shorted Error (Fout
kortsluiting THERM1)
ERR THERM 2 (FOUT
THERMISCH SYSTEEM 2)
ERROR
(FOUT)
Thermistor 2 shorted (Kortsluiting
thermistor 2)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
THERM2 Shorted Error (Fout
kortsluiting THERM2)
ERR THERM 3 (FOUT
THERMISTOR 3)
ERROR
(FOUT)
Thermistor 3 shorted (Kortsluiting
thermistor 3)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
THERM3 Shorted Error (Fout
kortsluiting THERM3)
ERR THERM 1 (FOUT
THERMISTOR 1)
ERROR
(FOUT)
Thermistor 1 open (Onderbreking
thermistor 1)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
THERM1 Open Error (Fout
onderbreking THERM1)
OM-276631 Pagina 39
Melding op LEDdisplay
LCD Error Log Message (LCD
foutverslaggevingsberichten)
LCD Solution Message
(LCDoplossingsmelding)
LCD Display Message
(LCDmelding)
Type
melding
ERR THERM 2 (FOUT
THERMISTOR 2)
ERROR
(FOUT)
Thermistor 2 open (Onderbreking
thermistor 2)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
THERM2 Open Error (Fout door
onderbreking THERM2)
ERR THERM 3 (FOUT
THERMISTOR 3)
ERROR
(FOUT)
Thermistor 3 open (Onderbreking
thermistor 3)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
THERM3 Open Error (Fout
onderbreking THERM3)
UNUSED 240 (ONGEBRUIKTE
240)
ERROR
(FOUT)
Unused Error #240 (Fout
ongebruikt)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Unused Error #240 (Fout ongebruikt)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Invalid device configuration
(Ongeldige configuratie apparaat)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Invalid Power Source Config
(Ongeldige config stroombron)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Output current sensor malfunction
(Storing in sensor
uitgangsstroomsterkte)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Output Current Sensor Error (Fout in
sensor uitgangsstroomsterkte)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Inverter 15 V power supply out of
regulation (15 V elektrische
voeding inverter buiten werking)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Inverter 15 V Power Error (Fout
15 V elektrische voeding inverter)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Inverter +15 V power supply out of
regulation (+15 V elektrische
voeding inverter buiten werking)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Inverter +15 V Power Error (Fout
+15 V elektrische voeding inverter)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
(Invalid inverter device
configuration) Ongeldige configuratie
apparaat inverter
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Invalid Inverter Config (Ongeldige
config inverter)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Inverter primary CT error (Fout
primaire CT inverter)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Inverter Primary CT Error (Fout
primaire CT inverter)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Boost fault (Storing in boostcircuit) Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost Fault Error (Storing in
boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Boost contactor error (Fout
inschakelen boostcircuit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost Contactor Error (Fout
inschakelen boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Boost CS1 current error (Stroomfout
CS1 boostcircuit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost CS1 Error (Fout CS1
boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Boost CS2 current error (Stroomfout
CS2 boostcircuit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost CS2 Error (Fout CS2
boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Boost CS3 current error (Stroomfout
CS3 boostcircuit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost CS3 Error (Fout CS3
boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Boost CS4 current error (Stroomfout
CS4 boostcircuit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost CS4 Error (Fout CS4
boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Boost current balance error
(Stroombalansfout boostcircuit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost Current Balance Error
(Stroombalansfout boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Boost overcurrent error (Fout te
hoge stroom boostcircuit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost Overcurrent Error (Fout te
hoge stroom boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Boost precharge error (Fout
precharge boostcircuit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost Precharge Error (Fout
precharge boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Boost bus balance error (Fout
balans bus boostcircuit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost bus balance error (Fout
balans bus boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Boost bottom bus cap voltage high
(Hoge spanning onderste
buscondensator boostcircuit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost Bottom Bus Cap V High (Hoge
spanning onderste buscondensator
boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Boost top bus cap voltage high
(Hoge spanning bovenste
buscondensator boostcircuit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost Top Bus Cap V High (Hoge
spanning bovenste buscondensator
boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Cycle power on the power source
(Ongeldige configuratie apparaat
boostcircuit)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Invalid Boost Config (Ongeldige
config boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Voeding 15 V boostcircuit buiten
werking
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost 15 V Power Error (Fout
voeding 15 V boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Boost 24 V power supply out of
regulation (Voeding 24V
boostcircuit buiten werking)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost 24 V Power Error (Fout
voeding 24 V boostcircuit)
ERR PWR SRC (FOUT
STROOMBRON)
ERROR
(FOUT)
Boost +15 V power supply out of
regulation (Voeding +15 V
boostcircuit buiten werking)
Cycle power on the power source
(Schakel de stroombron uit en in)
Boost +15 V Power Error (Fout
voeding +15 V boostcircuit)
WRN VSNS LOS (GEEN
FEEDBACK SPANNINSDET)
WAARSCH-
UWING
Lost volt sense lead feedback (Geen
feedback spanningsdetectie)
Inspect volt sense lead for break
(Controleer
spanningsdetectiekabel op breuk)
Vsense Fallback Warning
(Waarschuwing daling Vsense)
ERR UNKNOWN (FOUT
ONBEKEND)
ERROR
(FOUT)
An unknown error has occurred
(Er heeft zich een onbekende fout
voorgedaan)
Update software (Software
bijwerken)
Unknown Error (Onbekende fout)
OM-276631 Pagina 40
5-3. Probleemoplossing
! Ontkoppel de netvoeding voordat u problemen oplost.
Probleem Oplossing
Draadaanvoer, beschermgas stroomt,
maar het elektrodedraad heeft geen
stroom.
Controleer de laskabelaansluitingen en bevestig de kabelverbindingen (zie hoofdstuk 4-4).
De aanvoer van het elektrodedraad
stopt of is onregelmatig tijdens het
lassen.
Controleer de pistoolschakelaar. Zie de handleiding bij het pistool.
Controleer de pistoolschakelaar. Zie de handleiding bij het pistool.
Stel de spanning van de naaf en de druk van de aandrijfrol in (zie hoofdstuk 4-17).
Verander dit naar het correcte formaat van de aandrijfrol (zie hoofdstuk 4-16).
Reinig of vervang een vuile of versleten aandrijfrol.
Incorrect formaat of versleten draadgeleidingen.
Vervang de contacttip of liner. Zie de handleiding bij het pistool.
Verwijder lasspetters of vreemd materiaal rond de mondstukopening.
Zorg dat een door de fabrikant erkende serviceagent de aandrijfmotor of motorbesturingsbord PC1
controleert.
De motor loopt langzaam. Controleer de correcte ingangsspanning.
De netvoeding is aangesloten op de
draadaanvoerunit, maar de unit werkt
niet.
Controleer de kabels van het laspistool en repareer de kabels of vervang het pistool.
Aantekeningen
OM-276631 Pagina 41
Aantekeningen
OM276631 Pagina 42
HOOFDSTUK 6 ELEKTRISCH SCHEMA
Figuur 6-1. Schakelschema
OM276631 Pagina 43
274364-B
OM-276631 Pagina 44
HOOFDSTUK 7 ONDERDELENLIJST
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen
te bestellen als ze op de lijst
staan.
277158-B
-Figuur 7-2
-
Figuur 7-3
Figuur 7-6
-
Figuur 7-4
9
8
34
6
7
40
36
5
4
3
2
1
11
10
12
37
38
39
15
16
17
19
20
21
22
23
24
18
13
25
26
27
28
29
30
31
28
27
32
33
42
41
38
35
26
14
43
Figuur 7-1. Hoofdmontage
OM-276631 Pagina 45
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Figuur 7-1. Hoofdmontage
Quantity
Niet
CE
CE
1 266419 Base, Feeder Machined 1 1.. .............. .. .................................. .....
2 266181 Support, AFrame 2 2.. .............. .. ....................................... .....
3 257227 Bracket, Support AFrame 1 1.. .............. .. ............................... .....
4 +269642 Door, Drive 1 1.. ............. .. ............................................ .....
5 270991 Insulator, Mylar .014x5.000x9.000 1 1.. .............. .. ......................... .....
6 275806 Label, Warning Hot Surfaces And Moving Parts 1 1.. .............. .. ............. .....
7 269889 Label, Caution Pinch Point 1 1.. .............. .. ............................... .....
8 +269288 Wrapper, Feeder Continuum 1 1.. ............. .. .............................. .....
9 274964 Label, Warning General Precautionary 1 1.. .............. .. ..................... .....
10 +Figuur 7-2 Panel Assy, Front Single 4 Pin 1 1.. .......... .. ............................ .....
11 Figuur 7-3 Panel Assy, Rear Single 1 1.. ............ .. ................................. .....
12 Figuur 7-6 Assy, UI 1 1.. ............ .. ............................................... .....
13 Figuur 7-4 Drive Assy, Wire Single Lh 1 1.. ............ .. ............................... .....
14 See Inset Assy, Power Pin Block Lh 1 1.. ............ .. ............................... .....
15 073432 Ftg, Hose Brs Barbed M 3/16 Tbg X 1/8 Npt 1 1.. .............. .... .............. .....
16 268570 Block, Power Pin Lh 1 1.. .............. .... ................................... .....
17 234073 Pin, Hinge 1 1.. .............. .... ............................................ .....
18 251557 Spring, Cprsn .210 Od X .026 Wire X 1.000 Pld 1 1.. .............. .... ........... .....
19 262691 Clamp, Power Pin 1 1.. .............. .... ..................................... .....
20 262703 Lock, Power Pin 1 1.. .............. .... ....................................... .....
21 151437 Knob, T 1.500 Bar W/.31218 Stud 1.125 Lg Plstc 1 1.. .............. .... ....... .....
22 151828 Pin, Cotter Hair .042 X .750 1 1.. .............. .... ............................ .....
23 257231 Panel, Side 1 1.. .............. .. ............................................. .....
24 268704 Hub and Spindle Assy (Includes) 1 1.. .............. .. .......................... .....
25 265876 Shaft, Spool Hub 1 1.. .............. .... ...................................... .....
26 231211 Washer, AntiTurn 2 2.. .............. .... .................................... .....
27 010191 Washer, Flat .656idx1.500odx.125t Fbr 2 2.. .............. .... .................. .....
28 058628 Washer, Brake Stl 2 2.. .............. .... ..................................... .....
29 058428 Hub, Spool 1 1.. .............. .... ........................................... .....
30 058427 Ring, Retaining Spool 1 1.. .............. .... .................................. .....
31 010233 Spring, Cprsn .970 Od X .120 Wire X 1.250 Pld 1 1.. .............. .... .......... .....
32 237843 Knob, Brake Adjust (Diecast) 1 1.. .............. .... ........................... .....
33 089899 Latch, Slide Flush 1 1.. .............. .. ....................................... .....
34 269633 Bracket, Door Hinge 1 1.. .............. .. ..................................... .....
35 276250 Bracket, Rear Grommet Cords/Cables (CE) 0 1.. .............. .. ................. .....
35 262770 Bracket, Rear Grommet Cords/Cables 1 0.. .............. .. ..................... .....
36 266397 Bushing, Snapin Nyl 1.860 ID x 2.250 Dia Mtg Hole 1 1.. .............. .. ......... .....
37 170647 Bushing, SnapIn Nyl 1.312 Id X 1.500 Mtg Hole 2 2.. .............. .. ............ .....
38 267307 Hinge, Door Friction Adjustable 2 2.. .............. .. ............................ .....
39 S1 216295 Switch, Rocker SPDT .4VA 28VDC (On)-Off-(On) 1 1.. ..... ..... .. ............ .....
40 267482 Bracket, Door 1 1.. .............. .. ........................................... .....
41 274610 Cover, Spool 12 in (Left Side) 0 1.. .............. .. ............................. .....
42 274611 Case, Spool 12 in (Left Side) 0 1.. .............. .. .............................. .....
43 057357 Bushing, SnapIn Nyl .937 Id x 1.125 Mtg Hole 0 2.. .............. .. .............. .....
L22 276360 Core, Ferrite 9.50mm Od X 4.75mm Id 0 1.......... .... .. ..................... .....
L21 276358 Core, Ferrite 25.90mm Od X 12.80mm Id 0 1.......... .... .. ................... .....
+ Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de
fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model en serienummer als u onderdelen bij uw
plaatselijke leverancier bestelt.
OM-276631 Pagina 46
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen
te bestellen als ze op de lijst
staan.
277157-A
11
10
9
8
7
6
1
2
3
4
5
Figuur 7-2. Montage voorpaneel
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Figuur 7-2. Montage voorpaneel (Figuur 7-1, Item 10)
Quantity
Niet
CE
CE
1 256145 Plate, Trigger Single 4 Pin 1 1.. .............. .. ................................ .....
2 258507 Membrane, Switch Control Continuum Feeder Dual 0 1.. .............. .. .......... .....
2 275629 Membrane, Switch Control Continuum Feeder Dual 1 0.. .............. .. .......... .....
3 253528 Bezel, Feeder With Inserts 1 1.. .............. .. ............................... .....
4 223343 Clip, Wire Stdf .40.50 Bndl 1 1.. .............. .. ............................... .....
5 170647 Bushing, SnapIn Nyl 1.062 Id x 1.500 Mtg Hole Cent 2 2.. .............. .. ........ .....
6 253628 Baffle, Front Panel 1 1.. .............. .. ....................................... .....
7 276277 Ftg, Water Quick Conn .187 Female Panel Mount 0 2.. .............. .. ........... .....
8 PC32 266149 Circuit Card Assy, Trigger Single 4 Pin 1 1.. .... .... .. ..................... .....
9 207152 Nut, 01032 UNut Multi Thread 2 2.. .............. .. .......................... .....
10 274994 Hose, Water 11 In 0 1.. .............. .. ....................................... .....
11 274994 Hose, Water 12 In 0 1.. .............. .. ....................................... .....
+ Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de
fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model en serienummer als u onderdelen bij uw
plaatselijke leverancier bestelt.
OM-276631 Pagina 47
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen te
bestellen als ze op de lijst staan.
277159-B
5
1
2
3
4
7
8
9
6
10
8
Figuur 7-3. Montage achterpaneel
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Figuur 7-3. Montage achterpaneel (Figuur 7-1, Item 11)
Quantity
Niet
CE
CE
1 Label, Nameplate (Order By Model and Serial Number) 1 1.. ........................ ....... .....
2 211989 Fitting, W/Screen 1 1.. .............. .. ........................................ .....
3 220805 Nut, .750 14 NPS 1.48 Hex .41H Nyl 1 1.. .............. .. ..................... .....
4 276278 Fitting, Water Quick Connect Male Panel Mount 0 2.. .............. .. ............. .....
5 269715 Standoff Support, PC Card .312/.375 W/Post & Lock 4 4.. .............. .. ....... .....
6 253598 Panel, Rear Single 1 1.. .............. .. ...................................... .....
7 PC31 272939 Circuit Card Assy, Motor/Feeder Comm W/Prog 1 1.. .... .... .. ............. .....
8 265352 Tubing, Polyurethane Blk .197 Id x .315 Od x 18.000 2 2.. .............. .. ......... .....
9 279847 Ftg, Push To Conn Straight 5/16 In Od Tubing 1 1.. .............. .. .............. .....
10 GS1 228035 Valve, 34Vdc 1 Way .75014 Thd 2mm Orf 100 Psi 1 1.. .... .... .. ......... .....
+ Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de
fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model en serienummer als u onderdelen bij uw
plaatselijke leverancier bestelt.
OM-276631 Pagina 48
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen te be-
stellen als ze op de lijst staan.
269672-B
1
5
11
7
9 - Figuur 7-5
8
10
2
12
3
6
4
Figuur 7-4. Montage draadaandrijving
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Figuur 7-4. Montage draadaandrijving (Figuur 7-1, Item 13)
Quantity
1 255451 Encoder, Optical 1... .......... .. .................................................
261787 Plug, w/Cable For Encoder 1................ .. ........................................
2 M1 250786 Motor, Gear 1/11HP 40VDC Standard 1... ... .. .. ...............................
3 251691 Stand-off, 10-32 X 1.250 Lg .313 Hex Stl M&M 4... .......... .. .......................
4 253589 Hub, Gear 1... .......... .. .......................................................
5 267153 Insulator, Drive Frame 1... .......... .. ............................................
6 266421 Spacer, Al .166 Id X .250 Od X .562 Lg 3... .......... .. .............................
7 267152 Plate, Drive Mtg Single 1... .......... .. ............................................
8 267147 Insulator, Motor Mount Lh 1... .......... .. .........................................
9 Figuur 7-5 Drive Assy, Wire No Motor Single 1... ........ .. ..................................
10 263322 Screw, Thumb Stl .25020 x .500 Pld Nylon Head 1... .......... .. ....................
11 256640 Block, Inlet 1... .......... .. ......................................................
12 266403 Pin, Retractable Spring Plunger Plate Mtg 1... .......... .. ...........................
+ Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de
fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model en serienummer als u onderdelen bij uw
plaatselijke leverancier bestelt.
OM-276631 Pagina 49
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen
te bestellen als ze op de lijst
staan.
269 727-A
1
5
12
2
6
13
3
7
10
4
11
8
9
Figuur 7-5. Montage aandrijving
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Figuur 7-5. Montage aandrijving (Figuur 7-1, Item 9)
Quantity
1 260262 Assy, Pressure Arm Left 1.. .............. .. ..........................................
2 260263 Assy, Pressure Arm Right 1.. .............. .. ........................................
3 259150 Spring,Double Torsion .408 OD .051 Wire 1.. .............. .. ..........................
4 256877 Pin, Gear Idler 2.. .............. .. ..................................................
5 261793 Pin, Clevis .250 OD X 2.500 Lg W/Groove 2.. .............. .. .........................
6 266830 Carrier, Drive Roll W/Cmpnts 24 Pitch .250 In Shaft 4.. .............. .. ..................
7 260239 Drive Body Assy, Cast 1.. .............. .. ...........................................
8 252217 Knob Assy, Tension Adjust 2.. .............. .. ........................................
9 251473 Gear, Drive Pinion 1.. .............. .. ...............................................
10 258383 Shaft, Drive Roll 2.. .............. .. .................................................
11 263359 Screw, Thumb Stl .312-18 X 1.500 Pld Nylon Head 1.. .............. .. ..................
12 260260 Shaft Assy, Support Cover 1.. .............. .. ........................................
13 151828 Pin, Cotter Hair .042 X .750 2.. .............. .. .....................................
+ Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de
fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model en serienummer als u onderdelen bij uw
plaatselijke leverancier bestelt.
OM-276631 Pagina 50
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen
te bestellen als ze op de lijst
staan.
269 786-A
1
2
3
4
5
6
8
7
Figuur 7-6. Gebruikersinterface
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Figuur 7-6. Gebruikersinterface (Figuur 7-1, Item 12)
Quantity
1 266072 Plate, Ui 1... .......... .. ........................................................
2 266061 Membrane, Switch Control Continuum Ui 1... .......... .. ............................
3 266189 Display, Lcd Tft 320x240 18bit Rgb Pc Tail 1... .......... .. .........................
4 266591 Knob, Encoder 1.250 Dia X 6mm Id Push On W/Spring 2... .......... .. ...............
5 PC34 272938 Circuit Card Assy, Ui W/Program 1... .. . .. ...................................
6 230052 Knob, .840 Dia X 6mm Id W/Spring Clip4.5 1... .......... .. ........................
7 269555 Knob, .840 Dia X 6mm Id W/Spring Clip4.5 w/Print 1... .......... .. ..................
8 267343 Cover, USB 1... .......... .. .....................................................
+ Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de
fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model en serienummer als u onderdelen bij uw
plaatselijke leverancier bestelt.
OM-276631 Pagina 51
”V” GROOVE FOR
HARD WIRE
”U” GROOVE FOR
SOFT
*
SHELLED
CORED WIRES
”V” KNURLED FOR
HARD
*
SHELLED
CORED WIRES
”U” COGGED FOR
EXTREMELY SOFT
WIRE OR SOFT*
SHELLED CORED
WIRES
”U” GROOVE FOR
ALUMINUM WIRES
CONTAINS NYLON
WIRE GUIDES
WIRE SIZE
.023/.025 in. (0.6 mm) 151024
.030 in. (0.8 mm) 151025
.035 in. (0.9 mm) 151026 151052 243233
.040 in. (1.0 mm) 161190
.045 in. (1.1/1.2 mm) 151027 151037* 151053 151070 243234*
.052 in. (1.3/1.4 mm) 151028 151038 151054 151071
1/16 in. (1.6 mm) 151029 151039 151055 151072 243235
.068/.072 in. (1.8 mm) 151056
5/64 in. (2.0 mm) 151040 151057 151073
3/32 in. (2.4 mm) 151041 151058 151074
7/64 in. (2.8 mm) 151042 151059 151075
1/8 in. (3.2 mm) 151043** 151060** 151076**
*Accommodates .045 and .047 (3/64 in) wire
**Requires a low
*speed wire feeder
Wire Guides Nylon Wire Guides for Feeding Aluminum Wire
Wire Sizes Inlet Guide Intermediate Guide Wire Size Inlet Guide Intermediate Guide
.023 to .040 in. (0.6 to 1.0mm) 221030 149518 .035 in. (0.9mm) 221912 242417
.045 to .052 in. (1.1 to 1.4mm) 221030 149519 .047 in. (1.2mm) 221912 205936
1/16 to 5/64 in. (1.6 to 2mm) 221030 149520 1/16 in. (1.6mm) 221912 205937
3/32 to 7/64 in. (2.4 to 2.8mm) 229919 149521
1/8 in. (3.2mm) 229919 149522
Table 7-1. Aandrijfrol en draadgeleiderkits
Aantekeningen
Geldig vanaf 1 januari 2017 (Installaties waarvan het serienummer begint met “MH” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE Afhankelijk van de onderstaande bepalin-
gen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Appleton,
Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties die ver-
kocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie geen
materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE VER-
VANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET
OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderdelen of
componenten die niet meer functioneren door dergelijke fabricage- en
materiaalfouten met garantie repareren of vervangen. Miller moet bin-
nen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte worden gebracht van
een dergelijke fout of storing, waarop Miller instructies zal geven over
de garantieclaim-procedure die hierop volgt. Wanneer een melding
wordt ingediend als een online garantieclaim, moet de claim een gede-
tailleerde omschrijving bevatten van de storing en de stappen die zijn
genomen om de defecte onderdelen en de oorzaak van het defect te
identificeren.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode zal
Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die hieron-
der zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag dat de in-
stallatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of 18 maanden nadat
de installatie naar een internationale distributeur gezonden is.
1. 5 jaar onderdelen — 3 jaar arbeidsloon
* Originele gelijkrichters van de hoofdvoeding alleen
thyristoren, diodes en losse gelijkrichtcellen
2. 3 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen (uitgezonderd de
Classic-serie) (geen arbeidsloon)
* Lasapparaten/generatoren met motor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte garantie
van de motorfabrikant.)
* Voedingsbronnen van invertermachines (tenzij anders
aangegeven)
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesregelapparatuur
* Semi-automatische en automatische draadaanvoer-
systemen
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
3. 2 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen alleen
Classic-serie (geen arbeidsloon)
* Rookafzuigers Capture 5 Filtair 400 en Industrial
Collector-serie
4. 1 jaar — Onderdelen en arbeidsloon tenzij gespecificeerd
* AugmentedArc en LiveArclassystemen
* Automatisch bewegende apparatuur
* Bernard BTB luchtgekoelde MIGpistolen (geen werk)
* CoolBelt en CoolBand blaasapparaten (geen arbeidsloon)
* Luchtdroogsysteem met droogmiddel
* Externe bewakingsapparatuur en sensoren
* Inbouwopties
(OPMERKING: Field Options zijn gedekt voor de
resterende garantieperiode van het product waarin ze in
geïnstalleerd zijn, of voor een minimum van één jaar —
afhankelijk van welke van de twee het langste duurt.)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS-RJ45)
* Rookafzuigers Filtair 130, MWX- en SWX-serie
* HF units
* ICE/XT plasmasnijdtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
(OPMERKING: Digitale recorders vallen onder aparte
garantie van de fabrikant.)
* Belastingsbanken
* Motoraangedreven pistolen (m.u.v. de Spoolmate pistolen)
* PAPR blaasunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings- en regelapparatuur
* Rekken
* Wielonderstellen/trailers
* Puntlasapparatuur
* Draadaanvoer systemen voor onder poederdek lassen
* TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)
* Waterkoelsystemen
* Draadloze voet-/hand-afstandsbediening en ontvangers
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet
elektronische regelapparatuur
*Mpistolen
* MIGpistolen, Subarc (SAW) toortsen en
buitenbekledingskoppen
* Afstandsbedieningen en RFCSRJ45
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Spoolmate pistolen
Millers True Blue beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken, mag-
neetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen van
werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen die niet
meer goed werken als gevolg van normale slijtage. (Uitzon-
dering: borstels en relais zijn wel gedekt bij alle motoraan-
gedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door ande-
ren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderdelen val-
len onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of ver-
keerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installaties die
geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben gehad, of instal-
laties die gebruikt zijn voor andere dan de aangegeven toepas-
singen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN GE-
BRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUIKERS EN
PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING HEBBEN MET
HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASINSTALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie, zullen
de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2) vervangen;
of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in bepaalde gevallen, (3)
de redelijke kosten van repareren of vervangen bij een goedgekeurd
Miller onderhoudsbedrijf; of (4) krediet of betaling van de aankoopprijs
(redelijke waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij
het retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met inbegrip
van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in Appleton,
Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd
onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden
toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN ANDERE
VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE HIER
VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CONTRACTUEEL,
UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS, AAN-
SPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF
GEVOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP DAT
DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE UITDRUKKELIJKE
GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS, EN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING M.B.T.
PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN CONTRACTUELE
WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF DAT, WARE
DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN, IMPLICIET, VAN
RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE OF NAAR
AANLEIDING VAN DE CONCRETE OMSTANDIGHEDEN VAN DE
TRANSACTIE ZOU VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE GEÏMPLICEERDE
GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID
VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrekking
tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende schade,
indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus bovenstaan-
de beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn voor u. Deze ga-
rantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen eventueel ook
andere rechten van toepassing zijn; deze kunnen echter per staat ver-
schillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra ga-
ranties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin zijn op-
genomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen zijn mogelijk
niet van toepassing, voorzover er niet van mag worden afgezien.
Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten zijn; deze kunnen echter per pro-
vincie verschillen.
Deze originele garantie is in Engelse juridische begrippen ge-
schreven. Bij klachten of onenigheid heeft de betekenis van de
woorden in het Engels voorrang.
miller warr_dut 201701
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. 2017 Miller Electric Mfg. Co 2017-01
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International HeadquartersUSA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
Volledig invullen en goed bewaren a.u.b.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor:
Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Wanneer u een dealer of servicebedrijf zoekt, ga naar
www.millerwelds.com of bel 18004AMiller
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Service
Eigendomspapieren
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens transport.
Neem contact op met de transportafdeling van uw distribu-
teur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het
indienen en afhandelen van schadeclaims.
Neem contact op met een distributeur of servicebedrijf
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Miller CONTINUUM SINGLE WIRE FEEDER CE de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor