Waeco Waeco CRT300 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

PerfectView CRT300
D 19 Rückfahrvideosystem
Montage- und Bedienungsanleitung
GB 37 Rear View System
Installation and Operating Manual
E 55 Sistema de vídeo de marcha atrás
Instrucciones de montaje y d’uso
F 73 Système vidéo à rétrocaméra
Instructions de montage et de service
I 91 Videosistema di retromarcia
Istruzioni di montaggio e d’uso
NL 109 Achteruitrij-videosysteem
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
DK 127 Bakvideosystem
Monterings- og betjeningsvejledning
S 145 Backningsvideosystem
Monterings- och bruksanvisning
N 163 Ryggevideosystem
Monterings- og bruksanvisning
FIN 181 Peruutusvideojärjestelmä
Asennus- ja käyttöohje
titelseite_mobitronic_a6.fm Seite 1 Mittwoch, 2. November 2005 2:31 14
D
Fordern Sie weitere Informationen zur umfangreichen Produktpalette aus dem
Hause WAECO an. Bestellen Sie einfach unsere Kataloge kostenlos und unver-
bindlich unter der Internetadresse: www.waeco.de
GB
We will be happy to provide you with further information about WAECO products.
Please order our free catalogue with no obligation to buy on our homepage:
www.waeco.com
F
Demandez d’autres informations relatives à la large gamme de produits de la
maison WAECO. Commandez tout simplement notre catalogue gratuitement et
sans engagement à l’adresse internet suivante : www.waeco.com
E
Solicite más información sobre la amplia gama de productos de la empresa
WAECO. Solicite simplemente nuestros catálogos de forma gratuita y sin
compromiso en la dirección de Internet: www.waeco.com
I
Per ottenere maggiori informazioni sull’ampia gamma di prodotti WAECO è possi-
bile ordinare una copia gratuita e non vincolante del nostro Catalogo all’indirizzo
Internet: www.waeco.com
NL
Maak kennis met het omvangrijke productscala van de firma WAECO. Bestel onze
catalogus gratis en vrijblijvend onder het internetadres: www.waeco.com
DK
Bestil yderligere information om det omfattende produktudvalg fra WAECO.
Bestil vores katalog gratis og uforpligtende på internetadressen: www.waeco.com
S
Inhämta mer information om den omfattande produktpaletten från WAECO:
Beställ våra kataloger gratis och utan förpliktelser under vår Internetadress:
www.waeco.com
N
Be om mer informasjon om det rikholdige produktutvalget fra WAECO. Bestill vår
katalog gratis uforbindtlig på Internettadressen: www.waeco.com
FIN
Pyytäkää lisää tietoja WAECOn kattavista tuotevalikoimista. Tilatkaa tuotekuvas-
tomme maksutta ja sitoumuksetta internet-osoitteesta: www.waeco.com
katalog_info_a6.fm Seite 2 Donnerstag, 28. Juli 2005 3:15 15
109
NL
Title Page
Afbeeldingen bij de inbouwhandleiding 3-17
Inhoudsopgave 109
Aanwijzingen voor gebruik van de inbouwhandleiding 109
Veiligheids- en inbouwinstructies 110-111
Benodigde gereedschappen 112
Leveringspakket 112-113
Toebehoren voor RV-300 113
Functionele beschrijving van de camera 113
Functionele beschrijving van de monitor 114
Montage van de monitor 114-117
Montage van de buitencamera 117-120
Bekabeling 120-123
Instelling en test op werking 123
Instellen van de camera 124
Montage en gebruik van de afstandsschaal 124
Technische gegevens 125
Inhoudsopgave
Waarschuwing! Veiligheidsinstructie:
Veronachtzaming kan tot letsel en materiele schade leiden.
Attentie! Veiligheidsaanwijzing:
Veronachtzaming leidt tot materiaalschade en vermindert de
werking van het achteruitrij-videosysteem RV-300.
De ruit markeert inbouw-stappen die u dient uit te voeren.
Opdat het inbouwen zonder moeilijkheden verloopt, deze inbouw-
en bedieningshandleiding voorafgaand aan montage aandachtig
doorlezen.
Mocht deze handleiding niet al uw vragen beantwoorden of
onduidelijkheid over bepaalde montagestappen bestaan, dient u
beslist onze technische servicedienst te raadplegen.
Aanwijzingen voor gebruik van de inbouwhandleiding
u
110
Veiligheids- en inbouwinstructies
Waarschuwing! Ondeugdelijke kabelverbindingen kunnen ertoe
leiden, dat ten gevolge van kortsluiting:
– kabelbrand optreedt
– de airbag getriggerd wordt
– elektronische besturingsinrichtingen beschadigd worden
– elektrische functies (knipperlicht, remlicht, claxon, onsteking,
licht) uitvallen
Let daarom op de volgende aanwijzingen:
Bij werkzaamheden aan de leidingen van het voertuig gelden de
volgende klemaanduidingen:
30 (ingang van batterij Plus direct),
15 (geschakelde Plus, achter batterij)
31 (retourleiding vanaf batterij, aarde)
58 (parkeerlicht) (achteruitrij-lamp)
De beste manier van verbinden is, de kabeluiteinden aan elkaar te
solderen en deze vervolgens te isoleren.
Bij ontkoppelbare verbindingen uitsluitend geïsoleerde kabelschoentjes,
stekers en platte steekconnectors gebruiken. Geen crimpconnectors
(aansluitclips) of kroonsteentjes gebruiken.
Voor het verbinden van de kabels met de kabelschoentjes, stekers of
platte steekconnectors een crimptang gebruiken.
Bij kabelaansluitingen op 31 (aarde):
De kabel met kabelschoentje en tandschijf op een aardingsschroef
van het voertuig schroeven of met kabelschoentje, plaatschroef en
tandschijf op de carosserieplaat schroeven.
Op goede aarding letten!
Waarschuwing! Vanwege kortsluitingsgevaar voorafgaand aan
werkzaamheden aan het elektrisch systeem van het voertuig altijd
eerst de minus-pool van de batterij loskoppelen Bij voertuigen met
hulpbatterij eveneens de minus-pool loskoppelen.
N.B. !! Bij het loskoppelen van de minus-pool van de batterij
verliezen alle vluchtige geheugens van de Komfort-elektronica de
opgeslagen data.
111
NL
U dient dient de volgende gegevens al naar gelang de voertuiguitrusting
opnieuw in te voeren:
radiocode · voertuigklok · schakelklok · boordcomputer · stoelpositie
Aanwijzingen voor het instellen kunt u nalezen in de desbetreffende
bedieningshandleidingen.
Waarschuwing! In het voertuig gemonteerde componenten van
het achteruitrij-videosysteem RV-300 moeten zodanig
worden bevestigd, dat deze in geen geval (abrupt remmen,
verkeersongeval) los kunnen raken en tot letsel bij de
inzittenden van het voertuig kunnen leiden.
Let er bij het plaatsen van de monitor op, dat deze niet in de
werkzone van een AIRBAGS gemonteerd wordt. Bij activering
bestaat anders gevaar voor letsel.
N.B. !! Voor het controleren van de spanning in elektrische
leidingen mag uitsluitend een diodetestlamp (zie . A 1) of een
voltmeter (zie . A 2) worden gebruikt. Testlampen (zie . A 3)
met een gloeidraadelement nemen te veel stroom op, waardoor
de voertuigelektronica beschadigd kan raken.
N.B. !! Om schade te vermijden, letten op voldoende vrije ruimte
waar de boor naar buiten komt (zie . A 4) letten. Ieder boorgat
ontbramen en met antiroestmiddel behandelen.
Attentie! Let er bij het installeren van de elektrische aansluitingen
op, dat deze:
1. niet sterk geknikt en verdraaid worden (zie . A 5 a)
2. niet langs kanten schuren (zie . A 5 b)
3. niet onbeschermd door scherpkantige doorvoeringen geleid
worden (zie . A 5 c).
De camera is waterdicht. De pakkingen zijn echter niet bestand tegen
een hogedrukreiniger (zie . A 6).
Open de toestellen niet, aangezien dit de afdichting en de werking
vermindert (zie . A 7).
Trek niet aan de kabels, aangezien dit de afdichting en de werking van
de camera kan verminderen (zie . A 8).
De camera is niet voor gebruik onder water geschikt (zie . A 9).
Veiligheids- en inbouwinstructies
112
Leveringspakket
Nr. Aantal Aanduiding
1 1 Monitor-kit RV-52 (zie . C)
1.1 1 Monitor
1.2 1 Zonnekap
1.3 1 Monitorhouder
1.4 2 Aansluitkabelset
1.5 1 Afstandsschaal
2 1 Camera-kit RV-23
2.1 1 Camera
2.2 1 Camerahouder
2.3 1 Camerabescherming
2.4 1 Verlengkabel 20 m
2.5 1 Isolatieplaat
2.6 4 Isolatieplaat
Benodigde gereedschappen
Voor inbouw en montage zijn nodig:
– Maatstok (zie . B 1) – Boormachine (zie . B 5)
– Center (zie . B 2) – Schroevendraaier (zie . B 6)
– Hamer (zie . B 3) – Schroevensleutel (zie . B 7)
– Boor (zie . B 4)
Voor de elektrische aansluiting en de controle zijn nodig:
– Diodetestlampje (zie . B 8) – Warmtekrimpkous
of voltmeter (zie . B 9) – Heteluchtföhn (zie . B 12)
– Crimptang (zie . B 10) – Soldeerbout (zie . B 13)
– Isolatietape (zie . B 11) – Soldeersel (zie . B 14)
Op grond van uw individueel gekozen montage heeft u evt. voor de
bevestiging van camera en monitor nog andere schroeven, moeren,
onderlegringen, plaatschroeven en kabelbinders dan de standaard
bijgeleverde materialen nodig.
113
NL
Functionele beschrijving van de camera
De volgende artikelen zijn aanvullend bij de RV-300 leverbaar
Aanduiding Artikel-nr.
Binnencamera met houder en aansluitkabel, 10 m RV-22
Buitencamera met montagetoebehoren en
aansluitkabel, 15 m RV-23
Verlengkabel, 5 m RV-405
Verlengkabel, 10 m RV-410
Verlengkabel, 15 m RV-415
Waterdichte steekverbinding voortrekvoertuig met
aanhanger (lichte uitvoering) RV-31
Spiraalkabel voor trekvoertuig met aanhanger
(zware uitvoering) RV-100-SPK
Schakelbox voor aansluiting van max. 4 camera’s RV-20/23 RV-SWITCH
Technische wijzigingen voorbehouden!
(zie . D)
1 Camerabescherming
2 Automatische beschermkap
3 6-polige grijze aansluitkabel
4 Microfoon
5 Camerahouder
3 1 Montageset
3.1 4 Schroeven M 4 x 10 mm
(bev. camera)
3.2 4 Kartelschroeven M 5 x 18 mm (vóór monitor)
3.3 6 Schroeven M 5 x 20 mm (bev. houders)
3.4 2 Verzonken schroeven M 3 x 6 mm
(bev. camerabescherming)
3.5 6 Moeren M 5 mm
3.6 6 Plaatschroeven 5 x 20 mm
3.7 2 Kabeldoorvoeren
3.8 4 Aftakverbinders
3.9 10 Kabelbinders
Technische wijzigingen voorbehouden!
Leveringspakket
Toebehoren voor RV-300
114
Functionele beschrijving van de monitor
Voorzijde (zie . E)
1 Aan-/Standby-schak. ( = AAN, = standby)
2 Controlelampje gaat branden, wanneer de monitor is ingeschakeld
3 Helderheidsinstelling
4 Conytrastinstelling
5 Volumeregelaar voor zijdelings geïntegreerde speaker
6 Camerakeuzeschakelaar; Omschakelen tussen camera 1 en
camera 2 (toebehoren)
7 Helderheidsomschakelaar dag/nacht
= DAY, = NIGHT, de monitor wordt iets
donkerder.
Achterzijde (zie . E)
8 5-polige steekverbinding (ingang) voor camera 1
9 5-polige steekverbinding (ingang) voor camera 2 (toebehoren)
10 Video-uitgang (b.v. voor aansluiting van een videorecorder)
11 Ton-uitgang
12 Aansluiting voor externe speaker
13 Keuzeschakelaar voor camera 1 en 2, om het beeld op de monitor
„normaal“ of „geïnverteerd“ weer te geven
14 Zekering (2A)
15 Aansluiting voor voedingsspanning
16 Monitorhouder
17 Kartelschroeven
Waarschuwing! De plaats van de monitor zodanig kiezen, dat in
geen geval (door abrupt remmen, verkeersongeval) passagiers
gewond kunnen raken.
De monitor mag in geen geval het zicht tijdens het rijden
belemmeren (zie . F 1).
Algemene montage-instructies!
Alvorens de monitor te installeren, de volgende punten in acht nemen:
– Monitorhouder op de monitor vastschroeven.
– Monitor met de aangebrachte houder proefsgewijs monteren.
– Er bij de keuze van de montagepositie op letten, dat u ongehinderd
zicht op de monitor heeft (zie . F 2 en F 3).
Montage van de monitor
115
NL
– De montageplek dient vlak te zijn.
– Controleer voorafgaand aan definitieve montage, of ook onder de
montagepositie voldoende ruimte voor het aanbrengen van ringen en
moeren aanwezig is.
– Houd rekening met het gewicht van de monitor. Zijn verstevigingen
(grotere onderlegringen of plaatjes) vereist?
– Is installatie van aansluitkabels en verlengkabels naar de
monitor mogelijk?
Zijn alle punten gecontroleerd, kunt u met de montage beginnen.
Let er bij het plaatsen van de monitor op, dat deze niet binnen de
werkzone van een AIRBAG wordt gemonteerd. Bij activering van de
airbag bestaat anders gevaar voor letsel.
Let op een zo groot mogelijk contactvlak tussen monitorhouder en
montageondergrond.
u Teken de contour van de monitorhouderhoeken op het dashboard af.
u Schroef de monitorhouder van de monitor.
u Plaats de monitorhouder binnen de tevoren afgetekende contour en
markeer minimaal vier verschillende boorpunten (zie . F 5).
Bij bevestiging met plaatschroeven
De bevestiging met plaatschroeven mag uitsluitend in plaatstaal
met een minimumdikte van 1,5 mm geschieden.
Bij het maken van boorgaten in de plaat op de volgende punten
letten:
– Controleer eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende
boor aanwezig is.
– Om het wegschieten van de boor te voorkomen, eerst met hamer en
center voorcenteren.
– Alle boorgaten ontbramen en van antiroestmiddel voorzien.
u Boor op de tevoren gemarkeerde punten gaten van Ø 4 mm.
u Monitorhouder met de plaatschroeven 5 x 20 mm vastschroeven.
Benodigde onderdelen voor bevestiging met plaatschroeven
zie . F 6 t/m F 8.
Montage van de monitor
116
Montage van de monitor
Bij bevestiging met tapschroeven
Bij het boren van gaten in kunststof-dashboards op de voolgende
punten letten:
– Kijk eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor
aanwezig is.
– Let erop, dat de moer bij het vastdraaien niet door het dashboard heen
gedraaid kan worden (evt. grotere onderlegringen of plaatjes
gebruiken).
u Boor op de tevoren afgetekende punten gaten van Ø 5,5 mm.
u Monitorhouder met de tapschroeven M 5 x 20 mm vastschroeven.
Benodigde onderdelen voor bevestiging met tapschroeven
zie . F 9 bis F 11.
Maken van de opening voor de aansluitkabels van de monitor
Voor het doortrekken van de aansluitkabels (zie . F 12) liefst
orgiginele doorvoeringen of andere doorvoermogelijkheden, zoals
b.v. bekledingskanten, ventilatieroosters of dummy-schakelaars.
Zijn geen doorvoeringen aanwezig, dient een gat van Ø 13 mm te
worden geboord. Kijk eerst, of voldoende ruimte voor de naar
buiten komende boor aanwezig is.
u Boor achter de monitor een gat van Ø 13 mm.
u Alle boorgaten die in de plaat zijn aangebracht ontbramen en met
antiroestmiddel behandelen.
u Alle scherpkantige doorvoeringen van een doorvoertule voorzien.
u Verlengkabel in de bus „C1“ (zie . E 8) en aansluitkabel in de
bus „Power“ (zie . E 15) op de achterzijde van de monitor
inpluggen.
u Installeer de aansluitkabel en de verlengkabel onder het dashboard.
Let op trekontlasting.
Bevestiging van de monitor in de monitorhouder
Voor montage van de monitor in de monitorhouder (zie . F 15)
uitsluitend de kartelschroeven M 5 x 18 mm gebruiken. Langere
schroeven beschadigen de monitor.
De zonnekap wordt tussen de monitorhouder en de monitor
bevestigd.
117
NL
Attentie! Wordt door montage van de camera de in de voertuig-
documenten vermelde voertuighoogte of -lengte gewijzigd, dient
een nieuwe controle door de bevoegde instanties (TÃœV, DEKRA
etc.) geschieden. Laat deze nieuwe controle door uw eigen
verkeersinspectiedienst in de voertuigdocumenten optekenen.
Waarschuwing! De positie van de buitencamera zodanig kiezen
resp. de camera zo veilig bevestigen, dat in geen geval (door
over het dak vegende takken) personen in de nabijheid gewond
kunnen raken.
Aangezien de buitencamera voor een goede gezichtshoek op
minimaal 2 m hoogte aangebracht moet worden, op een
voldoende stabiele montagepositie letten!
Algemene montage-instructies!
Alvorens de buitencamera aan te brengen, op de volgende punten letten:
– Voor een goede gezichtshoek dient de buitencamera op minimaal
2 m hoogte aangebracht te worden.
– De montagepositie van de buitencamera moet voldoende stabiel zijn
(over het dak vegende takken bijvoorbeeld kunnen in de camera
vastraken).
– De camera moet waterpas en in het midden op de achterzijde van het
voertuig aangebracht worden (zie . G 5).
Attentie! Gebruik beslist de bijgeleverde isolatiemat en
isolatiehulzen (zie . G 2 en G 3). Hierdoor worden foutstromen
ten gevolge van slechte massaverbindingen in het voertuig
verhinderd. Foutstromen kunnen strepen in het beeld of brommen
in de speaker en zelfs beschadigingen veroorzaken.
Installeer de camerakabel zodanig, dat u bij een evt. noodzakelijke
demontage van de camera gemakkelijk bij de stekerverbinding tussen
camera en verbindingskabel kunt komen. Het demonteren wordt
daardoor aanzienlijk vergemakkelijkt.
Montage van de buitencamera
u De monitor met de zonnekap in de monitorhouder plaatsen en de
kartelschroeven M 5 x 18 mm met de hand indraaien.
u De monitor uitlijnen en de kartelschroeven vastdraaien.
Benodigde onderdelen voor bevestiging van de monitor
zie . F 13 t/m F 15.
Montage van de monitor
118
De v eiligste manier van bevestigen is met behulp van schroeven dwars
door de carrosserie, waarbij een aantal punten belangrijk zijn:
1. Is achter de gekozen positie voldoende ruimte voor montage?
2. Ieder gat moet deugdelijk tegen binnendringend water
beschermd worden (b.v. door aanbrengen van de schroeven met
afdichtmassa/of inspuiten van de uitwendige bevestigingsdelen met
isolatiespray).
3. Biedt de carrosserie ter hoogte van de bevestigingspositie genoeg
stevigheid, zodat de camerahouder voldoende stevig kan worden
vastgedraaid?
Bent u onzeker over de door gekozen montagepositie, informeer dan
bij de carrosseriefabrikant of diens dealer.
u Houd de camerahouder op de gekozen montagepositie vast en
markeer minimaal 2 verschillende boorpunten (zie . G 10).
Bij bevestiging met plaatschroeven
De bevestiging met plaatschroeven mag uitsluitend in plaatstaal
met een minimumdikte van 1,5 mm geschieden.
Bij het maken van boorgaten in de plaat op de volgende punten
letten:
– Controleer eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende
boor aanwezig is.
– Om het wegschieten van de boor te voorkomen, eerst met hamer en
center voorcenteren.
– Alle boorgaten ontbramen en van antiroestmiddel voorzien.
u Boor op de tevoren gemarkeerde punten gaten van Ø 4 mm
u Kleef de dubbelzijdig klevende isolatieplaat op het montagevlak van
de houder. Deze onderlaag dient als afdichting en lakbescherming
(zie . G 3).
u Camerahouder met plaatschroeven 5 x 20 mm opschroeven
(zie . G 11).
Benodigde onderdelen voor bevestiging met plaatschroeven
zie . G 1 tot G 4.
Montage van de buitencamera
119
NL
Bij bevestiging met tapschroeven
Bij het maken van de boorgaten op de volgende punten letten:
– Kijk eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor
aanwezig is.
– Let er bij het aanhalen van de moer op, dat deze niet door de
carrosserie kan dringen (evt. grotere onderlegringen of plaatjes
gebruiken).
u Boor op de tevoren gemarkeerde punten een gat van Ø 5,5 mm.
u Kleef de dubbelzijdig klevende isolatieplaat op het montagevlak van
de houder. Deze onderlaag dient als afdichting en lakbescherming
(zie . G 8).
u Camerahouder met tapschroeven M 5 x 20 mm of langere tapschroeven,
al naar gelang de carrosseriedikte, opschroeven (zie . G 12).
Benodigde onderdelen voor bevestiging met tapschroeven
zie . G 6 tot G 9.
Maken van de opening voor de aansluitkabel van de camera
Voor het doortrekken van de aansluitkabels liefst originele
doorvoeringen of andere doorvoermogelijkheden, zoals b.v.
ventilatieroosters gebruiken. Zijn geen doorvoeringen aanwezig,
dient een gat van Ø 13 mm te worden geboord. Kijk eerst, of
voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor aanwezig is.
u Boor in de buurt van de camera een gat van Ø 13 mm (zie . G 13).
u Alle boorgaten die in de plaat aangebracht zijn ontbramen en van
antiroestmiddel voorzien.
u Alle scherpkantige doorvoeringen van een doorvoertule voorzien.
Bevestiging van de camerabescherming aan de camera
Monteer de camera nooit zonder de bijgeleverde beschermkap.
Voor montage van de camerabescherming uitsluitnend de
schroeven M 3 x 6 mm (zie . G 14) gebruiken. Langere
schroeven beschadigen de camera.
u De camerabescherming zodanig over de camera schuiven, dat de
uitsparingen in de camerabescherming op de Ø M 3 mm draadgaten
van de camera liggen. De beide andere bevestigingsgaten moeten op
de Ø M 4 mm draadgaten liggen.
Montage van de buitencamera
120
Algemene instructies voor bekabeling!
Ondeugdelijk uitgevoerde bekabelingen en kabelverbindingen leiden
voortdurend tot functiestoringen of beschadigingen aan componenten.
Een juiste bekabeling resp. kabelaansluiting is een basisvoorwaarde
voor een duurzame en storingvrije werking van de ingebouwde compo-
nenten.
Let op de volgende punten:
– Installeer de kabels liefst binnenin het voertuig, want daar zijn deze
beter beschermd dan aan de buitenzijde. Mocht u de kabels toch
buiten het voertuig aanbrengen, dient u te zorgen voor een veilige
bevestiging (door middel van extra kabelbinders, isolatietape enz.).
– Om beschadigingen aan de kabels te voorkomen, bij het installeren
altijd voldoende afstand tot hete en bewegende voertuigdelen
(uitlaatpijpen, aandrijfassen, lichtmachines, ventilatoren enz.)
aanhouden.
u Schroef de verzonken schroeven M 3 x 6 mm in de Ø M 3 mm
draadgaten van de camera.
Om corrosie op de schroeven te minimaliseren, wordt aangeraden, de
schroefdraad in te vetten.
Benodigde onderdelen voor bevestiging van de camera-
bescherming zie . G 14.
Bevestiging van de camera in de camerahouder
Voor het monteren van de camera uitsluitend de schroeven
M 4 x 10 mm gebruiken. Langere schroeven beschadigen de
camera.
u De camera in de camerahouder schuiven en zodanig uitlijnen, dat
het objectief een hoek van ca. 50° (zie . G 15) ten opzichte van de
verticale as van het voertuig maakt.
u Bevestig de camera losjes met de schroeven M 4 x 10 mm. De
schroeven worden vastgedraaid, zodra de camera met behulp van
de monitor is uitgelijnd.
Om corrosie op de schroeven te minimaliseren, wordt aangeraden, de
schroefdraad in te vetten.
Benodigde onderdelen voor bevestiging van de camera zie . G 15.
Bekabeling
Montage van de buitencamera
121
NL
– Alle kabelverbindingen (ook in het voertuig) met een goede isolatie-
tape omwikkelen.
– Let er bij het installeren van de kabels op, dat deze:
1. niet sterk geknikt en verdraaid worden,
2. niet langs kanten schuren,
3. niet zonder bescherming door scherpkantige doorvoeringen
worden getrokken.
– Iedere opening in de buitenhuid dient door geëigende maat-
regelen tegen binnendringen van water beschermd te worden,
b.v. door de kabel met afdichtmassa te isoleren en de kabel en de
doorvoertule met isolatiespray te behandelen.
Attentie: De steekverbinding van het systeem biedt geen
bescherming tegen binnendringend water. Dicht de aansluiting
daarom beslist met afdichtingstape af. Het meest geschikt is
zelfvulkaniserende dichtingstape, b.v. van 3M.
TIP: Om corrosie in de stekker te minimaliseren, adviseren wij
wat vet, b.v. poolvet, in de stekker aan te brengen.
Gebruik van de aftakverbinders
Om loszittende contacten op de aftakverbindingen te vermijden, is net
belangrijk, dat de kabeldoorsnedes bij de aftakverbinders passen.
De bij de inbouwset geleverde blauwe aftakverbinders zijn geschikt voor
kabels met een profiel van 1 mm
2
tot 2,5 mm
2
. Bent u niet zeker, welk
profiel de door u gekozen kabel heeft, kunt u zich op de dikte van de
monitoraansluitkabel oriënteren. Heeft de door u gekozen kabel dezelfde
dikte, kies dan de blauwe aftakverbinder.
Werkstappen voor gebruik van de aftakverbinder:
1. De kabel, die afgetakt moet worden, in de voorste groef van de
aftakverbinder legen (zie . H 1).
2. De nieuwe kabel ligt met het einde voor ca. 3/4 in de achterste groef
(zie . H 2).
3. De verbinder sluiten en met een combitang het metalen verbindingstuk
in de verbinder drukken, zodat een stroomverbinding wordt gevormd
(zie . H 3).
4. De beschermkap omlaag drukken en op de verbinder vastgrendelen.
De bevestiging van de aftakverbinding controleren door aan de kabel
te trekken (zie . H 4).
Maken van correcte soldeerverbindingen
Om een kabel op een originele leiding aan te sluiten:
1. 10 mm van de originele leiding afstrippen (zie . H 5),
Bekabeling
122
2. 15 mm van de aan te sluiten kabel afstrippen (zie . H 6),
3. aan te sluiten kabel om de origiginele leiding wikkelen en vastsolderen
(zie . H 7),
4. Kabel met isolatietape isoleren (zie . H 8).
Om 2 kabels met elkaar te verbinden:
1. beide kabels afstrippen (zie . H 9),
2. een krimpkous van ca. 20 mm lengte over en kabel trekken
(zie . H 10),
3. beide kabels ineendraaien en vastsolderen (zie . H 11),
4. krimpkous over de soldeerpositie schuiven en iets verwarmen
(zie . H 12).
Bekabeling van de monitor naar de camera
u Leid de aansluitkabel in het inwendige van het voertuig.
u Installeer de verbindingskabel tussen de monitor en de camera
(zie . H 13).
u Verbind de camera-aansluitkabel met de verlengkabel.
u Isoleer de steekconnectors minimaal met een dubbele laag
goede isolatietape over een lengte van 200 mm . H 17).
u Bevestig de kabels veilig in het voertuig, om verstrengeling (gevaar
voor struikelen) te verhinderen. Dit kan geschieden door gebruik van
kabelbinders, isolatietape (zie . H 15 en H 16) of vastlijm en met lijm.
u Begin met het afdichten van de doorvoeropeningen pas, nadat alle
instelwerkzaamheden aan de camera zijn afgesloten en de
benodigde lengtes van de aansluitkabels zijn bepaald.
Benodigde componenten voor installatie van de kabel tussen
de monitor en de camera zie . H 13 t/m H 16.
Attentie: De steekverbinding van het systeem biedt geen
bescherming tegen binnendringend water. Dicht de aansluiting
daarom beslist met afdichtingstape af. Het meest geschikt is
zelfvulkaniserende dichtingstape, b.v. van 3M.
Indien nodig, zijn overige verlengkabels bij uw dealer of bij WAECO
verkrijgbaar:
Lengte Art.-nr.
5 m RV-405
10 m RV-410
15 m RV-415
Bekabeling
123
NL
Bekabeling
Elektrische aansluiting van de monitor zie . H 19.
u Sluit de monitoraansluitkabel als volgt aan:
– Rode kabel op klem 15 (ontsteking).
– Zwarte kabel op klem 31 (massa –).
– Oranje kabel op de kabel (plus +) van de achteruitrijlamp.
– Witte kabel op de kabel (plus +) van de dashboardverlichting.
u Schakel de ontsteking in en druk de POWER-schakelaar op
STDBY (zie . I 1).
u Schakel de cameraschakelaar op C 1 (zie . I 2).
u Koppel, bij nog steeds ingeschakelde ontsteking, de achteruit-
versnelling in. De monitor schakelt in en de automatische bescherm-
kap van de camera moet nu omhoog gaan. Op de monitor verschijnt
een beeld.
u Schakel de MODE-schakelaar op DAY (de voertuigverlichting
moet uit zijn, om een optimale instelling te realiseren) (zie . I 3).
u Stel het beeld met de beide draairegelaars BRIGHT en CONTRAST
op uw behoeften in (zie . I 4).
u Wanneer u vervolgens de MODE-schakelaar op NIGHT instelt of de
voertuigverlichting inschakelt, moet het beeld op de monitor iets
donkerder worden (zie . I 5).
u Wordt de POWER-schakelaar op ON gezet, gaat de camera ook
zonder ingekoppelde achteruitversnelling (bij ingeschakelde ont-
steking) in bedrijf (zie . I 6).
Attentie: Voordat u de ontsteking van het voertuig uitschakelt,
eerst de achteruitversnelling uitkoppelen en/of de POWER-
schakelaar op STDBY zetten, opdat de automatische
beschermkap van de camera omlaag kan gaan.
Op de achterzijde van de monitor bevindt zich de omschakelaar voor
normale/geïnverteerd weergave op de monitor. Bij geïnvertreerde
weergave ziet u het beeld op de monitor net zoals wanneer u in de
achteruitkijkspiegel van uw voertuig kijkt (zie . I 7).
Dipschakelaar MIRROR in de onderste stand = geïnverteerde weergave
Dipschakelaar MIRROR in de bovenste stand = normale weergave
Instelling en werkingstest
124
Instellen von de camera
u Schakel de monitor en de camera zoals hiervoor beschreven in.
u Het monitorscherm dient langs de onderste schermrand de
achterkant resp.de bumper van uw voertuig te tonen (zie . J 1).
Het midden van de bumper dient tevens in het midden van het
monitorscherm te staan. De juiste instelling krijgt u door decamera in
de camerahouder te draaien (zie . J 2).
u Wanneer u de camera correct heeft ingesteld, dan de 4 schroeven
van de camerabevestiging vastdraaien.
Attentie: De steekverbinding van de camera is niet tegen vocht
beschermd. Dicht de aansluiting beslist met afdichtingstape af,
om beschadiging te voorkomen.
TIP: Om corrosie in de stekker te minimaliseren, adviseren wij
wat vet, b.v. poolvet, in de stekker aan te brengen.
Om corrosie op de schroeven te minimaliseren, wordt
aangeraden, de schroefdraad in te vetten.
Montage en gebruik van de afstandsschaal
Bij de monitor-kit wordt een afstandsschaal geleverd, die bedoeld is, om
u het inschatten van afstanden op de monitor te vergemakkelijken
(zie . K 1).
u Kleef de afstandsschaal op de monitor (zie . K 2).
u Plaats een voorwerp (b.v. doos, vuilniston) in het detectiegebied van
de camera en schakel het achteruitrij-videosysteem in. Verschuif het
voorwerp, zodat dit onder een schaalstreep komt te staan. De nu
meetbare afstand van het voorwerp tot aan de voertuigachterkant
(b.v. vierde schaalstreep tot aan de aanhangerkoppeling = 2 m) dient
voortaan als oriëntatiewaarde (zie . K 3).
Attentie: Deze oriëntatiewaarde verandert, wanneer de camera
in de houder verdraaid wordt (b.v. door contact met een
obstakel).
125
NL
Monitor RV-52
Maten (bxhxd): 191 x 189 x 216 mm
Bedrijfsspanning: 11–32 volt
Stroomopname: 0,4–1,4 ampère
Beeldformaat: 7", 17,8 cm diagonaal
Resolutie: 600 TV-lijnen
Beeldherhalingsfrequentie: 60 Hz
Bedrijfstemperatuur: –20 °C bis +60 °C
Camera RV-23
Maten (bxhxd): 115 x 101 x 72 mm
incl. houder en bescherming
Stroomopname: 0,1 ampère
Beeldsensor: 1/3", CCD-sensor J-type
Gezichtshoek: 130° diagonaal
Resolutie: 270.000 pixels
Lichtgevoeligheid: <1 Lux
Bedrijfstemperatuur: –20 °C bis +65 °C
Technische wijzigingen voorbehouden!
Technische gegevens
E
4

Documenttranscriptie

titelseite_mobitronic_a6.fm Seite 1 Mittwoch, 2. November 2005 2:31 14 PerfectView CRT300 D 19 Rückfahrvideosystem Montage- und Bedienungsanleitung NL 109 Achteruitrij-videosysteem Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing GB 37 Rear View System Installation and Operating Manual DK 127 Bakvideosystem Monterings- og betjeningsvejledning E 55 Sistema de vídeo de marcha atrás Instrucciones de montaje y d’uso S 145 Backningsvideosystem Monterings- och bruksanvisning F 73 Système vidéo à rétrocaméra Instructions de montage et de service N 163 Ryggevideosystem Monterings- og bruksanvisning I 91 Videosistema di retromarcia Istruzioni di montaggio e d’uso FIN 181 Peruutusvideojärjestelmä Asennus- ja käyttöohje katalog_info_a6.fm Seite 2 Donnerstag, 28. Juli 2005 3:15 15 D Fordern Sie weitere Informationen zur umfangreichen Produktpalette aus dem Hause WAECO an. Bestellen Sie einfach unsere Kataloge kostenlos und unverbindlich unter der Internetadresse: www.waeco.de GB We will be happy to provide you with further information about WAECO products. Please order our free catalogue with no obligation to buy on our homepage: www.waeco.com F Demandez d’autres informations relatives à la large gamme de produits de la maison WAECO. Commandez tout simplement notre catalogue gratuitement et sans engagement à l’adresse internet suivante : www.waeco.com E Solicite más información sobre la amplia gama de productos de la empresa WAECO. Solicite simplemente nuestros catálogos de forma gratuita y sin compromiso en la dirección de Internet: www.waeco.com I Per ottenere maggiori informazioni sull’ampia gamma di prodotti WAECO è possibile ordinare una copia gratuita e non vincolante del nostro Catalogo all’indirizzo Internet: www.waeco.com NL Maak kennis met het omvangrijke productscala van de firma WAECO. Bestel onze catalogus gratis en vrijblijvend onder het internetadres: www.waeco.com DK Bestil yderligere information om det omfattende produktudvalg fra WAECO. Bestil vores katalog gratis og uforpligtende på internetadressen: www.waeco.com S Inhämta mer information om den omfattande produktpaletten från WAECO: Beställ våra kataloger gratis och utan förpliktelser under vår Internetadress: www.waeco.com N Be om mer informasjon om det rikholdige produktutvalget fra WAECO. Bestill vår katalog gratis uforbindtlig på Internettadressen: www.waeco.com FIN Pyytäkää lisää tietoja WAECOn kattavista tuotevalikoimista. Tilatkaa tuotekuvastomme maksutta ja sitoumuksetta internet-osoitteesta: www.waeco.com Inhoudsopgave Title Afbeeldingen bij de inbouwhandleiding Inhoudsopgave Aanwijzingen voor gebruik van de inbouwhandleiding Veiligheids- en inbouwinstructies Benodigde gereedschappen Leveringspakket Toebehoren voor RV-300 Functionele beschrijving van de camera Functionele beschrijving van de monitor Montage van de monitor Montage van de buitencamera Bekabeling Instelling en test op werking Instellen van de camera Montage en gebruik van de afstandsschaal Technische gegevens Page 3-17 109 109 110-111 112 112-113 113 113 114 114-117 117-120 120-123 123 124 124 125 Aanwijzingen voor gebruik van de inbouwhandleiding NL Waarschuwing! Veiligheidsinstructie: Veronachtzaming kan tot letsel en materiele schade leiden. Attentie! Veiligheidsaanwijzing: Veronachtzaming leidt tot materiaalschade en vermindert de werking van het achteruitrij-videosysteem RV-300. u De ruit markeert inbouw-stappen die u dient uit te voeren. Opdat het inbouwen zonder moeilijkheden verloopt, deze inbouwen bedieningshandleiding voorafgaand aan montage aandachtig doorlezen. Mocht deze handleiding niet al uw vragen beantwoorden of onduidelijkheid over bepaalde montagestappen bestaan, dient u beslist onze technische servicedienst te raadplegen. 109 Veiligheids- en inbouwinstructies Waarschuwing! Ondeugdelijke kabelverbindingen kunnen ertoe leiden, dat ten gevolge van kortsluiting: – kabelbrand optreedt – de airbag getriggerd wordt – elektronische besturingsinrichtingen beschadigd worden – elektrische functies (knipperlicht, remlicht, claxon, onsteking, licht) uitvallen Let daarom op de volgende aanwijzingen: Bij werkzaamheden aan de leidingen van het voertuig gelden de volgende klemaanduidingen: 30 (ingang van batterij Plus direct), 15 (geschakelde Plus, achter batterij) 31 (retourleiding vanaf batterij, aarde) 58 (parkeerlicht) (achteruitrij-lamp) De beste manier van verbinden is, de kabeluiteinden aan elkaar te solderen en deze vervolgens te isoleren. Bij ontkoppelbare verbindingen uitsluitend geïsoleerde kabelschoentjes, stekers en platte steekconnectors gebruiken. Geen crimpconnectors (aansluitclips) of kroonsteentjes gebruiken. Voor het verbinden van de kabels met de kabelschoentjes, stekers of platte steekconnectors een crimptang gebruiken. Bij kabelaansluitingen op 31 (aarde): De kabel met kabelschoentje en tandschijf op een aardingsschroef van het voertuig schroeven of met kabelschoentje, plaatschroef en tandschijf op de carosserieplaat schroeven. Op goede aarding letten! Waarschuwing! Vanwege kortsluitingsgevaar voorafgaand aan werkzaamheden aan het elektrisch systeem van het voertuig altijd eerst de minus-pool van de batterij loskoppelen Bij voertuigen met hulpbatterij eveneens de minus-pool loskoppelen. N.B. !! Bij het loskoppelen van de minus-pool van de batterij verliezen alle vluchtige geheugens van de Komfort-elektronica de opgeslagen data. 110 Veiligheids- en inbouwinstructies U dient dient de volgende gegevens al naar gelang de voertuiguitrusting opnieuw in te voeren: radiocode · voertuigklok · schakelklok · boordcomputer · stoelpositie Aanwijzingen voor het instellen kunt u nalezen in de desbetreffende bedieningshandleidingen. Waarschuwing! In het voertuig gemonteerde componenten van het achteruitrij-videosysteem RV-300 moeten zodanig worden bevestigd, dat deze in geen geval (abrupt remmen, verkeersongeval) los kunnen raken en tot letsel bij de inzittenden van het voertuig kunnen leiden. Let er bij het plaatsen van de monitor op, dat deze niet in de werkzone van een AIRBAGS gemonteerd wordt. Bij activering bestaat anders gevaar voor letsel. N.B. !! Om schade te vermijden, letten op voldoende vrije ruimte waar de boor naar buiten komt (zie . A 4) letten. Ieder boorgat ontbramen en met antiroestmiddel behandelen. Attentie! Let er bij het installeren van de elektrische aansluitingen op, dat deze: 1. niet sterk geknikt en verdraaid worden (zie . A 5 a) 2. niet langs kanten schuren (zie . A 5 b) 3. niet onbeschermd door scherpkantige doorvoeringen geleid worden (zie . A 5 c). De camera is waterdicht. De pakkingen zijn echter niet bestand tegen een hogedrukreiniger (zie . A 6). Open de toestellen niet, aangezien dit de afdichting en de werking vermindert (zie . A 7). Trek niet aan de kabels, aangezien dit de afdichting en de werking van de camera kan verminderen (zie . A 8). De camera is niet voor gebruik onder water geschikt (zie . A 9). 111 NL N.B. !! Voor het controleren van de spanning in elektrische leidingen mag uitsluitend een diodetestlamp (zie . A 1) of een voltmeter (zie . A 2) worden gebruikt. Testlampen (zie . A 3) met een gloeidraadelement nemen te veel stroom op, waardoor de voertuigelektronica beschadigd kan raken. Benodigde gereedschappen Voor inbouw en montage zijn nodig: – – – – Maatstok (zie Center (zie Hamer (zie Boor (zie . . . . B B B B 1) 2) 3) 4) – Boormachine – Schroevendraaier – Schroevensleutel (zie . B 5) (zie . B 6) (zie . B 7) Voor de elektrische aansluiting en de controle zijn nodig: – Diodetestlampje (zie . B 8) – Warmtekrimpkous of voltmeter (zie . B 9) – Heteluchtföhn (zie . B 12) – Crimptang (zie . B 10) – Soldeerbout (zie . B 13) – Isolatietape (zie . B 11) – Soldeersel (zie . B 14) Op grond van uw individueel gekozen montage heeft u evt. voor de bevestiging van camera en monitor nog andere schroeven, moeren, onderlegringen, plaatschroeven en kabelbinders dan de standaard bijgeleverde materialen nodig. Leveringspakket Nr. 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 112 Aantal 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 4 Aanduiding Monitor-kit RV-52 (zie . C) Monitor Zonnekap Monitorhouder Aansluitkabelset Afstandsschaal Camera-kit RV-23 Camera Camerahouder Camerabescherming Verlengkabel 20 m Isolatieplaat Isolatieplaat Leveringspakket 3 3.1 3.2 3.3 3.4 1 4 4 6 2 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 6 6 2 4 10 Montageset Schroeven M 4 x 10 mm (bev. camera) Kartelschroeven M 5 x 18 mm (vóór monitor) Schroeven M 5 x 20 mm (bev. houders) Verzonken schroeven M 3 x 6 mm (bev. camerabescherming) Moeren M 5 mm Plaatschroeven 5 x 20 mm Kabeldoorvoeren Aftakverbinders Kabelbinders Technische wijzigingen voorbehouden! Toebehoren voor RV-300 Aanduiding Artikel-nr. Binnencamera met houder en aansluitkabel, 10 m RV-22 Buitencamera met montagetoebehoren en aansluitkabel, 15 m RV-23 Verlengkabel, 5 m RV-405 Verlengkabel, 10 m RV-410 Verlengkabel, 15 m RV-415 Waterdichte steekverbinding voortrekvoertuig met aanhanger (lichte uitvoering) RV-31 Spiraalkabel voor trekvoertuig met aanhanger (zware uitvoering) RV-100-SPK Schakelbox voor aansluiting van max. 4 camera’s RV-20/23 RV-SWITCH Technische wijzigingen voorbehouden! Functionele beschrijving van de camera (zie . D) 1 Camerabescherming 2 Automatische beschermkap 3 6-polige grijze aansluitkabel 4 Microfoon 5 Camerahouder 113 NL De volgende artikelen zijn aanvullend bij de RV-300 leverbaar Functionele beschrijving van de monitor Voorzijde (zie . E) 1 Aan-/Standby-schak. ( = AAN, = standby) 2 Controlelampje gaat branden, wanneer de monitor is ingeschakeld 3 Helderheidsinstelling 4 Conytrastinstelling 5 Volumeregelaar voor zijdelings geïntegreerde speaker 6 Camerakeuzeschakelaar; Omschakelen tussen camera 1 en camera 2 (toebehoren) 7 Helderheidsomschakelaar dag/nacht = DAY, = NIGHT, de monitor wordt iets donkerder. Achterzijde (zie . E) 8 5-polige steekverbinding (ingang) voor camera 1 9 5-polige steekverbinding (ingang) voor camera 2 (toebehoren) 10 Video-uitgang (b.v. voor aansluiting van een videorecorder) 11 Ton-uitgang 12 Aansluiting voor externe speaker 13 Keuzeschakelaar voor camera 1 en 2, om het beeld op de monitor „normaal“ of „geïnverteerd“ weer te geven 14 Zekering (2A) 15 Aansluiting voor voedingsspanning 16 Monitorhouder 17 Kartelschroeven Montage van de monitor Waarschuwing! De plaats van de monitor zodanig kiezen, dat in geen geval (door abrupt remmen, verkeersongeval) passagiers gewond kunnen raken. De monitor mag in geen geval het zicht tijdens het rijden belemmeren (zie . F 1). Algemene montage-instructies! Alvorens de monitor te installeren, de volgende punten in acht nemen: – Monitorhouder op de monitor vastschroeven. – Monitor met de aangebrachte houder proefsgewijs monteren. – Er bij de keuze van de montagepositie op letten, dat u ongehinderd zicht op de monitor heeft (zie . F 2 en F 3). 114 Montage van de monitor – De montageplek dient vlak te zijn. – Controleer voorafgaand aan definitieve montage, of ook onder de montagepositie voldoende ruimte voor het aanbrengen van ringen en moeren aanwezig is. – Houd rekening met het gewicht van de monitor. Zijn verstevigingen (grotere onderlegringen of plaatjes) vereist? – Is installatie van aansluitkabels en verlengkabels naar de monitor mogelijk? Zijn alle punten gecontroleerd, kunt u met de montage beginnen. Let er bij het plaatsen van de monitor op, dat deze niet binnen de werkzone van een AIRBAG wordt gemonteerd. Bij activering van de airbag bestaat anders gevaar voor letsel. Bij bevestiging met plaatschroeven De bevestiging met plaatschroeven mag uitsluitend in plaatstaal met een minimumdikte van 1,5 mm geschieden. Bij het maken van boorgaten in de plaat op de volgende punten letten: – Controleer eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor aanwezig is. – Om het wegschieten van de boor te voorkomen, eerst met hamer en center voorcenteren. – Alle boorgaten ontbramen en van antiroestmiddel voorzien. u Boor op de tevoren gemarkeerde punten gaten van Ø 4 mm. u Monitorhouder met de plaatschroeven 5 x 20 mm vastschroeven. Benodigde onderdelen voor bevestiging met plaatschroeven zie . F 6 t/m F 8. 115 NL Let op een zo groot mogelijk contactvlak tussen monitorhouder en montageondergrond. u Teken de contour van de monitorhouderhoeken op het dashboard af. u Schroef de monitorhouder van de monitor. u Plaats de monitorhouder binnen de tevoren afgetekende contour en markeer minimaal vier verschillende boorpunten (zie . F 5). Montage van de monitor Bij bevestiging met tapschroeven Bij het boren van gaten in kunststof-dashboards op de voolgende punten letten: – Kijk eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor aanwezig is. – Let erop, dat de moer bij het vastdraaien niet door het dashboard heen gedraaid kan worden (evt. grotere onderlegringen of plaatjes gebruiken). u Boor op de tevoren afgetekende punten gaten van Ø 5,5 mm. u Monitorhouder met de tapschroeven M 5 x 20 mm vastschroeven. Benodigde onderdelen voor bevestiging met tapschroeven zie . F 9 bis F 11. Maken van de opening voor de aansluitkabels van de monitor Voor het doortrekken van de aansluitkabels (zie . F 12) liefst orgiginele doorvoeringen of andere doorvoermogelijkheden, zoals b.v. bekledingskanten, ventilatieroosters of dummy-schakelaars. Zijn geen doorvoeringen aanwezig, dient een gat van Ø 13 mm te worden geboord. Kijk eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor aanwezig is. u Boor achter de monitor een gat van Ø 13 mm. u Alle boorgaten die in de plaat zijn aangebracht ontbramen en met antiroestmiddel behandelen. u Alle scherpkantige doorvoeringen van een doorvoertule voorzien. u Verlengkabel in de bus „C1“ (zie . E 8) en aansluitkabel in de bus „Power“ (zie . E 15) op de achterzijde van de monitor inpluggen. u Installeer de aansluitkabel en de verlengkabel onder het dashboard. Let op trekontlasting. Bevestiging van de monitor in de monitorhouder Voor montage van de monitor in de monitorhouder (zie . F 15) uitsluitend de kartelschroeven M 5 x 18 mm gebruiken. Langere schroeven beschadigen de monitor. De zonnekap wordt tussen de monitorhouder en de monitor bevestigd. 116 Montage van de monitor u De monitor met de zonnekap in de monitorhouder plaatsen en de kartelschroeven M 5 x 18 mm met de hand indraaien. u De monitor uitlijnen en de kartelschroeven vastdraaien. Benodigde onderdelen voor bevestiging van de monitor zie . F 13 t/m F 15. Montage van de buitencamera Attentie! Wordt door montage van de camera de in de voertuigdocumenten vermelde voertuighoogte of -lengte gewijzigd, dient een nieuwe controle door de bevoegde instanties (TÜV, DEKRA etc.) geschieden. Laat deze nieuwe controle door uw eigen verkeersinspectiedienst in de voertuigdocumenten optekenen. Algemene montage-instructies! Alvorens de buitencamera aan te brengen, op de volgende punten letten: – Voor een goede gezichtshoek dient de buitencamera op minimaal 2 m hoogte aangebracht te worden. – De montagepositie van de buitencamera moet voldoende stabiel zijn (over het dak vegende takken bijvoorbeeld kunnen in de camera vastraken). – De camera moet waterpas en in het midden op de achterzijde van het voertuig aangebracht worden (zie . G 5). Attentie! Gebruik beslist de bijgeleverde isolatiemat en isolatiehulzen (zie . G 2 en G 3). Hierdoor worden foutstromen ten gevolge van slechte massaverbindingen in het voertuig verhinderd. Foutstromen kunnen strepen in het beeld of brommen in de speaker en zelfs beschadigingen veroorzaken. Installeer de camerakabel zodanig, dat u bij een evt. noodzakelijke demontage van de camera gemakkelijk bij de stekerverbinding tussen camera en verbindingskabel kunt komen. Het demonteren wordt daardoor aanzienlijk vergemakkelijkt. 117 NL Waarschuwing! De positie van de buitencamera zodanig kiezen resp. de camera zo veilig bevestigen, dat in geen geval (door over het dak vegende takken) personen in de nabijheid gewond kunnen raken. Aangezien de buitencamera voor een goede gezichtshoek op minimaal 2 m hoogte aangebracht moet worden, op een voldoende stabiele montagepositie letten! Montage van de buitencamera De v eiligste manier van bevestigen is met behulp van schroeven dwars door de carrosserie, waarbij een aantal punten belangrijk zijn: 1. Is achter de gekozen positie voldoende ruimte voor montage? 2. Ieder gat moet deugdelijk tegen binnendringend water beschermd worden (b.v. door aanbrengen van de schroeven met afdichtmassa/of inspuiten van de uitwendige bevestigingsdelen met isolatiespray). 3. Biedt de carrosserie ter hoogte van de bevestigingspositie genoeg stevigheid, zodat de camerahouder voldoende stevig kan worden vastgedraaid? Bent u onzeker over de door gekozen montagepositie, informeer dan bij de carrosseriefabrikant of diens dealer. u Houd de camerahouder op de gekozen montagepositie vast en markeer minimaal 2 verschillende boorpunten (zie . G 10). Bij bevestiging met plaatschroeven De bevestiging met plaatschroeven mag uitsluitend in plaatstaal met een minimumdikte van 1,5 mm geschieden. Bij het maken van boorgaten in de plaat op de volgende punten letten: – Controleer eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor aanwezig is. – Om het wegschieten van de boor te voorkomen, eerst met hamer en center voorcenteren. – Alle boorgaten ontbramen en van antiroestmiddel voorzien. u Boor op de tevoren gemarkeerde punten gaten van Ø 4 mm u Kleef de dubbelzijdig klevende isolatieplaat op het montagevlak van de houder. Deze onderlaag dient als afdichting en lakbescherming (zie . G 3). u Camerahouder met plaatschroeven 5 x 20 mm opschroeven (zie . G 11). Benodigde onderdelen voor bevestiging met plaatschroeven zie . G 1 tot G 4. 118 Montage van de buitencamera Bij bevestiging met tapschroeven Bij het maken van de boorgaten op de volgende punten letten: – Kijk eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor aanwezig is. – Let er bij het aanhalen van de moer op, dat deze niet door de carrosserie kan dringen (evt. grotere onderlegringen of plaatjes gebruiken). u Boor op de tevoren gemarkeerde punten een gat van Ø 5,5 mm. u Kleef de dubbelzijdig klevende isolatieplaat op het montagevlak van de houder. Deze onderlaag dient als afdichting en lakbescherming (zie . G 8). u Camerahouder met tapschroeven M 5 x 20 mm of langere tapschroeven, al naar gelang de carrosseriedikte, opschroeven (zie . G 12). Maken van de opening voor de aansluitkabel van de camera Voor het doortrekken van de aansluitkabels liefst originele doorvoeringen of andere doorvoermogelijkheden, zoals b.v. ventilatieroosters gebruiken. Zijn geen doorvoeringen aanwezig, dient een gat van Ø 13 mm te worden geboord. Kijk eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor aanwezig is. u Boor in de buurt van de camera een gat van Ø 13 mm (zie . G 13). u Alle boorgaten die in de plaat aangebracht zijn ontbramen en van antiroestmiddel voorzien. u Alle scherpkantige doorvoeringen van een doorvoertule voorzien. Bevestiging van de camerabescherming aan de camera Monteer de camera nooit zonder de bijgeleverde beschermkap. Voor montage van de camerabescherming uitsluitnend de schroeven M 3 x 6 mm (zie . G 14) gebruiken. Langere schroeven beschadigen de camera. u De camerabescherming zodanig over de camera schuiven, dat de uitsparingen in de camerabescherming op de Ø M 3 mm draadgaten van de camera liggen. De beide andere bevestigingsgaten moeten op de Ø M 4 mm draadgaten liggen. 119 NL Benodigde onderdelen voor bevestiging met tapschroeven zie . G 6 tot G 9. Montage van de buitencamera u Schroef de verzonken schroeven M 3 x 6 mm in de Ø M 3 mm draadgaten van de camera. Om corrosie op de schroeven te minimaliseren, wordt aangeraden, de schroefdraad in te vetten. Benodigde onderdelen voor bevestiging van de camerabescherming zie . G 14. Bevestiging van de camera in de camerahouder Voor het monteren van de camera uitsluitend de schroeven M 4 x 10 mm gebruiken. Langere schroeven beschadigen de camera. u De camera in de camerahouder schuiven en zodanig uitlijnen, dat het objectief een hoek van ca. 50° (zie . G 15) ten opzichte van de verticale as van het voertuig maakt. u Bevestig de camera losjes met de schroeven M 4 x 10 mm. De schroeven worden vastgedraaid, zodra de camera met behulp van de monitor is uitgelijnd. Om corrosie op de schroeven te minimaliseren, wordt aangeraden, de schroefdraad in te vetten. Benodigde onderdelen voor bevestiging van de camera zie . G 15. Bekabeling Algemene instructies voor bekabeling! Ondeugdelijk uitgevoerde bekabelingen en kabelverbindingen leiden voortdurend tot functiestoringen of beschadigingen aan componenten. Een juiste bekabeling resp. kabelaansluiting is een basisvoorwaarde voor een duurzame en storingvrije werking van de ingebouwde componenten. Let op de volgende punten: – Installeer de kabels liefst binnenin het voertuig, want daar zijn deze beter beschermd dan aan de buitenzijde. Mocht u de kabels toch buiten het voertuig aanbrengen, dient u te zorgen voor een veilige bevestiging (door middel van extra kabelbinders, isolatietape enz.). – Om beschadigingen aan de kabels te voorkomen, bij het installeren altijd voldoende afstand tot hete en bewegende voertuigdelen (uitlaatpijpen, aandrijfassen, lichtmachines, ventilatoren enz.) aanhouden. 120 Bekabeling – Alle kabelverbindingen (ook in het voertuig) met een goede isolatietape omwikkelen. – Let er bij het installeren van de kabels op, dat deze: 1. niet sterk geknikt en verdraaid worden, 2. niet langs kanten schuren, 3. niet zonder bescherming door scherpkantige doorvoeringen worden getrokken. – Iedere opening in de buitenhuid dient door geëigende maatregelen tegen binnendringen van water beschermd te worden, b.v. door de kabel met afdichtmassa te isoleren en de kabel en de doorvoertule met isolatiespray te behandelen. Gebruik van de aftakverbinders Om loszittende contacten op de aftakverbindingen te vermijden, is net belangrijk, dat de kabeldoorsnedes bij de aftakverbinders passen. De bij de inbouwset geleverde blauwe aftakverbinders zijn geschikt voor kabels met een profiel van 1 mm2 tot 2,5 mm2 . Bent u niet zeker, welk profiel de door u gekozen kabel heeft, kunt u zich op de dikte van de monitoraansluitkabel oriënteren. Heeft de door u gekozen kabel dezelfde dikte, kies dan de blauwe aftakverbinder. Werkstappen voor gebruik van de aftakverbinder: 1. De kabel, die afgetakt moet worden, in de voorste groef van de aftakverbinder legen (zie . H 1). 2. De nieuwe kabel ligt met het einde voor ca. 3/4 in de achterste groef (zie . H 2). 3. De verbinder sluiten en met een combitang het metalen verbindingstuk in de verbinder drukken, zodat een stroomverbinding wordt gevormd (zie . H 3). 4. De beschermkap omlaag drukken en op de verbinder vastgrendelen. De bevestiging van de aftakverbinding controleren door aan de kabel te trekken (zie . H 4). Maken van correcte soldeerverbindingen Om een kabel op een originele leiding aan te sluiten: 1. 10 mm van de originele leiding afstrippen (zie . H 5), 121 NL Attentie: De steekverbinding van het systeem biedt geen bescherming tegen binnendringend water. Dicht de aansluiting daarom beslist met afdichtingstape af. Het meest geschikt is zelfvulkaniserende dichtingstape, b.v. van 3M. TIP: Om corrosie in de stekker te minimaliseren, adviseren wij wat vet, b.v. poolvet, in de stekker aan te brengen. Bekabeling 2. 15 mm van de aan te sluiten kabel afstrippen (zie . H 6), 3. aan te sluiten kabel om de origiginele leiding wikkelen en vastsolderen (zie . H 7), 4. Kabel met isolatietape isoleren (zie . H 8). Om 2 kabels met elkaar te verbinden: 1. beide kabels afstrippen (zie . H 9), 2. een krimpkous van ca. 20 mm lengte over en kabel trekken (zie . H 10), 3. beide kabels ineendraaien en vastsolderen (zie . H 11), 4. krimpkous over de soldeerpositie schuiven en iets verwarmen (zie . H 12). Bekabeling van de monitor naar de camera u Leid de aansluitkabel in het inwendige van het voertuig. u Installeer de verbindingskabel tussen de monitor en de camera (zie . H 13). u Verbind de camera-aansluitkabel met de verlengkabel. u Isoleer de steekconnectors minimaal met een dubbele laag goede isolatietape over een lengte van 200 mm . H 17). u Bevestig de kabels veilig in het voertuig, om verstrengeling (gevaar voor struikelen) te verhinderen. Dit kan geschieden door gebruik van kabelbinders, isolatietape (zie . H 15 en H 16) of vastlijm en met lijm. u Begin met het afdichten van de doorvoeropeningen pas, nadat alle instelwerkzaamheden aan de camera zijn afgesloten en de benodigde lengtes van de aansluitkabels zijn bepaald. Benodigde componenten voor installatie van de kabel tussen de monitor en de camera zie . H 13 t/m H 16. Attentie: De steekverbinding van het systeem biedt geen bescherming tegen binnendringend water. Dicht de aansluiting daarom beslist met afdichtingstape af. Het meest geschikt is zelfvulkaniserende dichtingstape, b.v. van 3M. Indien nodig, zijn overige verlengkabels bij uw dealer of bij WAECO verkrijgbaar: Lengte 5m 10 m 15 m 122 Art.-nr. RV-405 RV-410 RV-415 Bekabeling Elektrische aansluiting van de monitor zie . H 19. u Sluit de monitoraansluitkabel als volgt aan: – Rode kabel op klem 15 (ontsteking). – Zwarte kabel op klem 31 (massa –). – Oranje kabel op de kabel (plus +) van de achteruitrijlamp. – Witte kabel op de kabel (plus +) van de dashboardverlichting. u Schakel de ontsteking in en druk de POWER-schakelaar op STDBY (zie . I 1). u Schakel de cameraschakelaar op C 1 (zie . I 2). u Koppel, bij nog steeds ingeschakelde ontsteking, de achteruitversnelling in. De monitor schakelt in en de automatische beschermkap van de camera moet nu omhoog gaan. Op de monitor verschijnt een beeld. u Schakel de MODE-schakelaar op DAY (de voertuigverlichting moet uit zijn, om een optimale instelling te realiseren) (zie . I 3). u Stel het beeld met de beide draairegelaars BRIGHT en CONTRAST op uw behoeften in (zie . I 4). u Wanneer u vervolgens de MODE-schakelaar op NIGHT instelt of de voertuigverlichting inschakelt, moet het beeld op de monitor iets donkerder worden (zie . I 5). u Wordt de POWER-schakelaar op ON gezet, gaat de camera ook zonder ingekoppelde achteruitversnelling (bij ingeschakelde ontsteking) in bedrijf (zie . I 6). Attentie: Voordat u de ontsteking van het voertuig uitschakelt, eerst de achteruitversnelling uitkoppelen en/of de POWERschakelaar op STDBY zetten, opdat de automatische beschermkap van de camera omlaag kan gaan. Op de achterzijde van de monitor bevindt zich de omschakelaar voor normale/geïnverteerd weergave op de monitor. Bij geïnvertreerde weergave ziet u het beeld op de monitor net zoals wanneer u in de achteruitkijkspiegel van uw voertuig kijkt (zie . I 7). Dipschakelaar MIRROR in de onderste stand = geïnverteerde weergave Dipschakelaar MIRROR in de bovenste stand = normale weergave 123 NL Instelling en werkingstest Instellen von de camera u Schakel de monitor en de camera zoals hiervoor beschreven in. u Het monitorscherm dient langs de onderste schermrand de achterkant resp.de bumper van uw voertuig te tonen (zie . J 1). Het midden van de bumper dient tevens in het midden van het monitorscherm te staan. De juiste instelling krijgt u door decamera in de camerahouder te draaien (zie . J 2). u Wanneer u de camera correct heeft ingesteld, dan de 4 schroeven van de camerabevestiging vastdraaien. Attentie: De steekverbinding van de camera is niet tegen vocht beschermd. Dicht de aansluiting beslist met afdichtingstape af, om beschadiging te voorkomen. TIP: Om corrosie in de stekker te minimaliseren, adviseren wij wat vet, b.v. poolvet, in de stekker aan te brengen. Om corrosie op de schroeven te minimaliseren, wordt aangeraden, de schroefdraad in te vetten. Montage en gebruik van de afstandsschaal Bij de monitor-kit wordt een afstandsschaal geleverd, die bedoeld is, om u het inschatten van afstanden op de monitor te vergemakkelijken (zie . K 1). u Kleef de afstandsschaal op de monitor (zie . K 2). u Plaats een voorwerp (b.v. doos, vuilniston) in het detectiegebied van de camera en schakel het achteruitrij-videosysteem in. Verschuif het voorwerp, zodat dit onder een schaalstreep komt te staan. De nu meetbare afstand van het voorwerp tot aan de voertuigachterkant (b.v. vierde schaalstreep tot aan de aanhangerkoppeling = 2 m) dient voortaan als oriëntatiewaarde (zie . K 3). Attentie: Deze oriëntatiewaarde verandert, wanneer de camera in de houder verdraaid wordt (b.v. door contact met een obstakel). 124 Technische gegevens Monitor RV-52 Maten (bxhxd): Bedrijfsspanning: Stroomopname: Beeldformaat: Resolutie: Beeldherhalingsfrequentie: Bedrijfstemperatuur: Camera RV-23 Maten (bxhxd): Stroomopname: Beeldsensor: Gezichtshoek: Resolutie: Lichtgevoeligheid: Bedrijfstemperatuur: 191 x 189 x 216 mm 11–32 volt 0,4–1,4 ampère 7", 17,8 cm diagonaal 600 TV-lijnen 60 Hz –20 °C bis +60 °C 115 x 101 x 72 mm incl. houder en bescherming 0,1 ampère 1/3", CCD-sensor J-type 130° diagonaal 270.000 pixels <1 Lux –20 °C bis +65 °C NL Technische wijzigingen voorbehouden! E4 125
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200

Waeco Waeco CRT300 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor