Documenttranscriptie
titelseite_mobitronic_a6.fm Seite 1 Mittwoch, 2. November 2005 2:31 14
PerfectView CRT300
D
19
Rückfahrvideosystem
Montage- und Bedienungsanleitung
NL
109 Achteruitrij-videosysteem
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
GB
37
Rear View System
Installation and Operating Manual
DK
127 Bakvideosystem
Monterings- og betjeningsvejledning
E
55
Sistema de vídeo de marcha atrás
Instrucciones de montaje y d’uso
S
145 Backningsvideosystem
Monterings- och bruksanvisning
F
73
Système vidéo à rétrocaméra
Instructions de montage et de service
N
163 Ryggevideosystem
Monterings- og bruksanvisning
I
91
Videosistema di retromarcia
Istruzioni di montaggio e d’uso
FIN
181 Peruutusvideojärjestelmä
Asennus- ja käyttöohje
katalog_info_a6.fm Seite 2 Donnerstag, 28. Juli 2005 3:15 15
D
Fordern Sie weitere Informationen zur umfangreichen Produktpalette aus dem
Hause WAECO an. Bestellen Sie einfach unsere Kataloge kostenlos und unverbindlich unter der Internetadresse: www.waeco.de
GB
We will be happy to provide you with further information about WAECO products.
Please order our free catalogue with no obligation to buy on our homepage:
www.waeco.com
F
Demandez d’autres informations relatives à la large gamme de produits de la
maison WAECO. Commandez tout simplement notre catalogue gratuitement et
sans engagement à l’adresse internet suivante : www.waeco.com
E
Solicite más información sobre la amplia gama de productos de la empresa
WAECO. Solicite simplemente nuestros catálogos de forma gratuita y sin
compromiso en la dirección de Internet: www.waeco.com
I
Per ottenere maggiori informazioni sull’ampia gamma di prodotti WAECO è possibile ordinare una copia gratuita e non vincolante del nostro Catalogo all’indirizzo
Internet: www.waeco.com
NL
Maak kennis met het omvangrijke productscala van de firma WAECO. Bestel onze
catalogus gratis en vrijblijvend onder het internetadres: www.waeco.com
DK
Bestil yderligere information om det omfattende produktudvalg fra WAECO.
Bestil vores katalog gratis og uforpligtende på internetadressen: www.waeco.com
S
Inhämta mer information om den omfattande produktpaletten från WAECO:
Beställ våra kataloger gratis och utan förpliktelser under vår Internetadress:
www.waeco.com
N
Be om mer informasjon om det rikholdige produktutvalget fra WAECO. Bestill vår
katalog gratis uforbindtlig på Internettadressen: www.waeco.com
FIN
Pyytäkää lisää tietoja WAECOn kattavista tuotevalikoimista. Tilatkaa tuotekuvastomme maksutta ja sitoumuksetta internet-osoitteesta: www.waeco.com
Inhoudsopgave
Title
Afbeeldingen bij de inbouwhandleiding
Inhoudsopgave
Aanwijzingen voor gebruik van de inbouwhandleiding
Veiligheids- en inbouwinstructies
Benodigde gereedschappen
Leveringspakket
Toebehoren voor RV-300
Functionele beschrijving van de camera
Functionele beschrijving van de monitor
Montage van de monitor
Montage van de buitencamera
Bekabeling
Instelling en test op werking
Instellen van de camera
Montage en gebruik van de afstandsschaal
Technische gegevens
Page
3-17
109
109
110-111
112
112-113
113
113
114
114-117
117-120
120-123
123
124
124
125
Aanwijzingen voor gebruik van de inbouwhandleiding
NL
Waarschuwing! Veiligheidsinstructie:
Veronachtzaming kan tot letsel en materiele schade leiden.
Attentie! Veiligheidsaanwijzing:
Veronachtzaming leidt tot materiaalschade en vermindert de
werking van het achteruitrij-videosysteem RV-300.
u
De ruit markeert inbouw-stappen die u dient uit te voeren.
Opdat het inbouwen zonder moeilijkheden verloopt, deze inbouwen bedieningshandleiding voorafgaand aan montage aandachtig
doorlezen.
Mocht deze handleiding niet al uw vragen beantwoorden of
onduidelijkheid over bepaalde montagestappen bestaan, dient u
beslist onze technische servicedienst te raadplegen.
109
Veiligheids- en inbouwinstructies
Waarschuwing! Ondeugdelijke kabelverbindingen kunnen ertoe
leiden, dat ten gevolge van kortsluiting:
– kabelbrand optreedt
– de airbag getriggerd wordt
– elektronische besturingsinrichtingen beschadigd worden
– elektrische functies (knipperlicht, remlicht, claxon, onsteking,
licht) uitvallen
Let daarom op de volgende aanwijzingen:
Bij werkzaamheden aan de leidingen van het voertuig gelden de
volgende klemaanduidingen:
30 (ingang van batterij Plus direct),
15 (geschakelde Plus, achter batterij)
31 (retourleiding vanaf batterij, aarde)
58 (parkeerlicht) (achteruitrij-lamp)
De beste manier van verbinden is, de kabeluiteinden aan elkaar te
solderen en deze vervolgens te isoleren.
Bij ontkoppelbare verbindingen uitsluitend geïsoleerde kabelschoentjes,
stekers en platte steekconnectors gebruiken. Geen crimpconnectors
(aansluitclips) of kroonsteentjes gebruiken.
Voor het verbinden van de kabels met de kabelschoentjes, stekers of
platte steekconnectors een crimptang gebruiken.
Bij kabelaansluitingen op 31 (aarde):
De kabel met kabelschoentje en tandschijf op een aardingsschroef
van het voertuig schroeven of met kabelschoentje, plaatschroef en
tandschijf op de carosserieplaat schroeven.
Op goede aarding letten!
Waarschuwing! Vanwege kortsluitingsgevaar voorafgaand aan
werkzaamheden aan het elektrisch systeem van het voertuig altijd
eerst de minus-pool van de batterij loskoppelen Bij voertuigen met
hulpbatterij eveneens de minus-pool loskoppelen.
N.B. !! Bij het loskoppelen van de minus-pool van de batterij
verliezen alle vluchtige geheugens van de Komfort-elektronica de
opgeslagen data.
110
Veiligheids- en inbouwinstructies
U dient dient de volgende gegevens al naar gelang de voertuiguitrusting
opnieuw in te voeren:
radiocode · voertuigklok · schakelklok · boordcomputer · stoelpositie
Aanwijzingen voor het instellen kunt u nalezen in de desbetreffende
bedieningshandleidingen.
Waarschuwing! In het voertuig gemonteerde componenten van
het achteruitrij-videosysteem RV-300 moeten zodanig
worden bevestigd, dat deze in geen geval (abrupt remmen,
verkeersongeval) los kunnen raken en tot letsel bij de
inzittenden van het voertuig kunnen leiden.
Let er bij het plaatsen van de monitor op, dat deze niet in de
werkzone van een AIRBAGS gemonteerd wordt. Bij activering
bestaat anders gevaar voor letsel.
N.B. !! Om schade te vermijden, letten op voldoende vrije ruimte
waar de boor naar buiten komt (zie . A 4) letten. Ieder boorgat
ontbramen en met antiroestmiddel behandelen.
Attentie! Let er bij het installeren van de elektrische aansluitingen
op, dat deze:
1. niet sterk geknikt en verdraaid worden (zie . A 5 a)
2. niet langs kanten schuren (zie . A 5 b)
3. niet onbeschermd door scherpkantige doorvoeringen geleid
worden (zie . A 5 c).
De camera is waterdicht. De pakkingen zijn echter niet bestand tegen
een hogedrukreiniger (zie . A 6).
Open de toestellen niet, aangezien dit de afdichting en de werking
vermindert (zie . A 7).
Trek niet aan de kabels, aangezien dit de afdichting en de werking van
de camera kan verminderen (zie . A 8).
De camera is niet voor gebruik onder water geschikt (zie . A 9).
111
NL
N.B. !! Voor het controleren van de spanning in elektrische
leidingen mag uitsluitend een diodetestlamp (zie . A 1) of een
voltmeter (zie . A 2) worden gebruikt. Testlampen (zie . A 3)
met een gloeidraadelement nemen te veel stroom op, waardoor
de voertuigelektronica beschadigd kan raken.
Benodigde gereedschappen
Voor inbouw en montage zijn nodig:
–
–
–
–
Maatstok (zie
Center (zie
Hamer
(zie
Boor
(zie
.
.
.
.
B
B
B
B
1)
2)
3)
4)
– Boormachine
– Schroevendraaier
– Schroevensleutel
(zie . B 5)
(zie . B 6)
(zie . B 7)
Voor de elektrische aansluiting en de controle zijn nodig:
– Diodetestlampje (zie . B 8)
– Warmtekrimpkous
of voltmeter
(zie . B 9)
– Heteluchtföhn
(zie . B 12)
– Crimptang
(zie . B 10)
– Soldeerbout
(zie . B 13)
– Isolatietape
(zie . B 11)
– Soldeersel
(zie . B 14)
Op grond van uw individueel gekozen montage heeft u evt. voor de
bevestiging van camera en monitor nog andere schroeven, moeren,
onderlegringen, plaatschroeven en kabelbinders dan de standaard
bijgeleverde materialen nodig.
Leveringspakket
Nr.
1
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
2
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
112
Aantal
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
4
Aanduiding
Monitor-kit RV-52 (zie . C)
Monitor
Zonnekap
Monitorhouder
Aansluitkabelset
Afstandsschaal
Camera-kit RV-23
Camera
Camerahouder
Camerabescherming
Verlengkabel 20 m
Isolatieplaat
Isolatieplaat
Leveringspakket
3
3.1
3.2
3.3
3.4
1
4
4
6
2
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
6
6
2
4
10
Montageset
Schroeven M 4 x 10 mm (bev. camera)
Kartelschroeven M 5 x 18 mm (vóór monitor)
Schroeven M 5 x 20 mm (bev. houders)
Verzonken schroeven M 3 x 6 mm
(bev. camerabescherming)
Moeren M 5 mm
Plaatschroeven 5 x 20 mm
Kabeldoorvoeren
Aftakverbinders
Kabelbinders
Technische wijzigingen voorbehouden!
Toebehoren voor RV-300
Aanduiding
Artikel-nr.
Binnencamera met houder en aansluitkabel, 10 m
RV-22
Buitencamera met montagetoebehoren en
aansluitkabel, 15 m
RV-23
Verlengkabel, 5 m
RV-405
Verlengkabel, 10 m
RV-410
Verlengkabel, 15 m
RV-415
Waterdichte steekverbinding voortrekvoertuig met
aanhanger (lichte uitvoering)
RV-31
Spiraalkabel voor trekvoertuig met aanhanger
(zware uitvoering)
RV-100-SPK
Schakelbox voor aansluiting van max. 4 camera’s RV-20/23 RV-SWITCH
Technische wijzigingen voorbehouden!
Functionele beschrijving van de camera
(zie . D)
1 Camerabescherming
2 Automatische beschermkap
3 6-polige grijze aansluitkabel
4 Microfoon
5 Camerahouder
113
NL
De volgende artikelen zijn aanvullend bij de RV-300 leverbaar
Functionele beschrijving van de monitor
Voorzijde (zie . E)
1 Aan-/Standby-schak. (
= AAN,
= standby)
2 Controlelampje gaat branden, wanneer de monitor is ingeschakeld
3 Helderheidsinstelling
4 Conytrastinstelling
5 Volumeregelaar voor zijdelings geïntegreerde speaker
6 Camerakeuzeschakelaar; Omschakelen tussen camera 1 en
camera 2 (toebehoren)
7 Helderheidsomschakelaar dag/nacht
= DAY,
= NIGHT, de monitor wordt iets
donkerder.
Achterzijde (zie . E)
8 5-polige steekverbinding (ingang) voor camera 1
9 5-polige steekverbinding (ingang) voor camera 2 (toebehoren)
10 Video-uitgang (b.v. voor aansluiting van een videorecorder)
11 Ton-uitgang
12 Aansluiting voor externe speaker
13 Keuzeschakelaar voor camera 1 en 2, om het beeld op de monitor
„normaal“ of „geïnverteerd“ weer te geven
14 Zekering (2A)
15 Aansluiting voor voedingsspanning
16 Monitorhouder
17 Kartelschroeven
Montage van de monitor
Waarschuwing! De plaats van de monitor zodanig kiezen, dat in
geen geval (door abrupt remmen, verkeersongeval) passagiers
gewond kunnen raken.
De monitor mag in geen geval het zicht tijdens het rijden
belemmeren (zie . F 1).
Algemene montage-instructies!
Alvorens de monitor te installeren, de volgende punten in acht nemen:
– Monitorhouder op de monitor vastschroeven.
– Monitor met de aangebrachte houder proefsgewijs monteren.
– Er bij de keuze van de montagepositie op letten, dat u ongehinderd
zicht op de monitor heeft (zie . F 2 en F 3).
114
Montage van de monitor
– De montageplek dient vlak te zijn.
– Controleer voorafgaand aan definitieve montage, of ook onder de
montagepositie voldoende ruimte voor het aanbrengen van ringen en
moeren aanwezig is.
– Houd rekening met het gewicht van de monitor. Zijn verstevigingen
(grotere onderlegringen of plaatjes) vereist?
– Is installatie van aansluitkabels en verlengkabels naar de
monitor mogelijk?
Zijn alle punten gecontroleerd, kunt u met de montage beginnen.
Let er bij het plaatsen van de monitor op, dat deze niet binnen de
werkzone van een AIRBAG wordt gemonteerd. Bij activering van de
airbag bestaat anders gevaar voor letsel.
Bij bevestiging met plaatschroeven
De bevestiging met plaatschroeven mag uitsluitend in plaatstaal
met een minimumdikte van 1,5 mm geschieden.
Bij het maken van boorgaten in de plaat op de volgende punten
letten:
– Controleer eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende
boor aanwezig is.
– Om het wegschieten van de boor te voorkomen, eerst met hamer en
center voorcenteren.
– Alle boorgaten ontbramen en van antiroestmiddel voorzien.
u Boor op de tevoren gemarkeerde punten gaten van Ø 4 mm.
u Monitorhouder met de plaatschroeven 5 x 20 mm vastschroeven.
Benodigde onderdelen voor bevestiging met plaatschroeven
zie . F 6 t/m F 8.
115
NL
Let op een zo groot mogelijk contactvlak tussen monitorhouder en
montageondergrond.
u Teken de contour van de monitorhouderhoeken op het dashboard af.
u Schroef de monitorhouder van de monitor.
u Plaats de monitorhouder binnen de tevoren afgetekende contour en
markeer minimaal vier verschillende boorpunten (zie . F 5).
Montage van de monitor
Bij bevestiging met tapschroeven
Bij het boren van gaten in kunststof-dashboards op de voolgende
punten letten:
– Kijk eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor
aanwezig is.
– Let erop, dat de moer bij het vastdraaien niet door het dashboard heen
gedraaid kan worden (evt. grotere onderlegringen of plaatjes
gebruiken).
u Boor op de tevoren afgetekende punten gaten van Ø 5,5 mm.
u Monitorhouder met de tapschroeven M 5 x 20 mm vastschroeven.
Benodigde onderdelen voor bevestiging met tapschroeven
zie . F 9 bis F 11.
Maken van de opening voor de aansluitkabels van de monitor
Voor het doortrekken van de aansluitkabels (zie . F 12) liefst
orgiginele doorvoeringen of andere doorvoermogelijkheden, zoals
b.v. bekledingskanten, ventilatieroosters of dummy-schakelaars.
Zijn geen doorvoeringen aanwezig, dient een gat van Ø 13 mm te
worden geboord. Kijk eerst, of voldoende ruimte voor de naar
buiten komende boor aanwezig is.
u Boor achter de monitor een gat van Ø 13 mm.
u Alle boorgaten die in de plaat zijn aangebracht ontbramen en met
antiroestmiddel behandelen.
u Alle scherpkantige doorvoeringen van een doorvoertule voorzien.
u Verlengkabel in de bus „C1“ (zie . E 8) en aansluitkabel in de
bus „Power“ (zie . E 15) op de achterzijde van de monitor
inpluggen.
u Installeer de aansluitkabel en de verlengkabel onder het dashboard.
Let op trekontlasting.
Bevestiging van de monitor in de monitorhouder
Voor montage van de monitor in de monitorhouder (zie . F 15)
uitsluitend de kartelschroeven M 5 x 18 mm gebruiken. Langere
schroeven beschadigen de monitor.
De zonnekap wordt tussen de monitorhouder en de monitor
bevestigd.
116
Montage van de monitor
u De monitor met de zonnekap in de monitorhouder plaatsen en de
kartelschroeven M 5 x 18 mm met de hand indraaien.
u De monitor uitlijnen en de kartelschroeven vastdraaien.
Benodigde onderdelen voor bevestiging van de monitor
zie . F 13 t/m F 15.
Montage van de buitencamera
Attentie! Wordt door montage van de camera de in de voertuigdocumenten vermelde voertuighoogte of -lengte gewijzigd, dient
een nieuwe controle door de bevoegde instanties (TÜV, DEKRA
etc.) geschieden. Laat deze nieuwe controle door uw eigen
verkeersinspectiedienst in de voertuigdocumenten optekenen.
Algemene montage-instructies!
Alvorens de buitencamera aan te brengen, op de volgende punten letten:
– Voor een goede gezichtshoek dient de buitencamera op minimaal
2 m hoogte aangebracht te worden.
– De montagepositie van de buitencamera moet voldoende stabiel zijn
(over het dak vegende takken bijvoorbeeld kunnen in de camera
vastraken).
– De camera moet waterpas en in het midden op de achterzijde van het
voertuig aangebracht worden (zie . G 5).
Attentie! Gebruik beslist de bijgeleverde isolatiemat en
isolatiehulzen (zie . G 2 en G 3). Hierdoor worden foutstromen
ten gevolge van slechte massaverbindingen in het voertuig
verhinderd. Foutstromen kunnen strepen in het beeld of brommen
in de speaker en zelfs beschadigingen veroorzaken.
Installeer de camerakabel zodanig, dat u bij een evt. noodzakelijke
demontage van de camera gemakkelijk bij de stekerverbinding tussen
camera en verbindingskabel kunt komen. Het demonteren wordt
daardoor aanzienlijk vergemakkelijkt.
117
NL
Waarschuwing! De positie van de buitencamera zodanig kiezen
resp. de camera zo veilig bevestigen, dat in geen geval (door
over het dak vegende takken) personen in de nabijheid gewond
kunnen raken.
Aangezien de buitencamera voor een goede gezichtshoek op
minimaal 2 m hoogte aangebracht moet worden, op een
voldoende stabiele montagepositie letten!
Montage van de buitencamera
De v eiligste manier van bevestigen is met behulp van schroeven dwars
door de carrosserie, waarbij een aantal punten belangrijk zijn:
1. Is achter de gekozen positie voldoende ruimte voor montage?
2. Ieder gat moet deugdelijk tegen binnendringend water
beschermd worden (b.v. door aanbrengen van de schroeven met
afdichtmassa/of inspuiten van de uitwendige bevestigingsdelen met
isolatiespray).
3. Biedt de carrosserie ter hoogte van de bevestigingspositie genoeg
stevigheid, zodat de camerahouder voldoende stevig kan worden
vastgedraaid?
Bent u onzeker over de door gekozen montagepositie, informeer dan
bij de carrosseriefabrikant of diens dealer.
u Houd de camerahouder op de gekozen montagepositie vast en
markeer minimaal 2 verschillende boorpunten (zie . G 10).
Bij bevestiging met plaatschroeven
De bevestiging met plaatschroeven mag uitsluitend in plaatstaal
met een minimumdikte van 1,5 mm geschieden.
Bij het maken van boorgaten in de plaat op de volgende punten
letten:
– Controleer eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende
boor aanwezig is.
– Om het wegschieten van de boor te voorkomen, eerst met hamer en
center voorcenteren.
– Alle boorgaten ontbramen en van antiroestmiddel voorzien.
u Boor op de tevoren gemarkeerde punten gaten van Ø 4 mm
u Kleef de dubbelzijdig klevende isolatieplaat op het montagevlak van
de houder. Deze onderlaag dient als afdichting en lakbescherming
(zie . G 3).
u Camerahouder met plaatschroeven 5 x 20 mm opschroeven
(zie . G 11).
Benodigde onderdelen voor bevestiging met plaatschroeven
zie . G 1 tot G 4.
118
Montage van de buitencamera
Bij bevestiging met tapschroeven
Bij het maken van de boorgaten op de volgende punten letten:
– Kijk eerst, of voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor
aanwezig is.
– Let er bij het aanhalen van de moer op, dat deze niet door de
carrosserie kan dringen (evt. grotere onderlegringen of plaatjes
gebruiken).
u Boor op de tevoren gemarkeerde punten een gat van Ø 5,5 mm.
u Kleef de dubbelzijdig klevende isolatieplaat op het montagevlak van
de houder. Deze onderlaag dient als afdichting en lakbescherming
(zie . G 8).
u Camerahouder met tapschroeven M 5 x 20 mm of langere tapschroeven,
al naar gelang de carrosseriedikte, opschroeven (zie . G 12).
Maken van de opening voor de aansluitkabel van de camera
Voor het doortrekken van de aansluitkabels liefst originele
doorvoeringen of andere doorvoermogelijkheden, zoals b.v.
ventilatieroosters gebruiken. Zijn geen doorvoeringen aanwezig,
dient een gat van Ø 13 mm te worden geboord. Kijk eerst, of
voldoende ruimte voor de naar buiten komende boor aanwezig is.
u Boor in de buurt van de camera een gat van Ø 13 mm (zie . G 13).
u Alle boorgaten die in de plaat aangebracht zijn ontbramen en van
antiroestmiddel voorzien.
u Alle scherpkantige doorvoeringen van een doorvoertule voorzien.
Bevestiging van de camerabescherming aan de camera
Monteer de camera nooit zonder de bijgeleverde beschermkap.
Voor montage van de camerabescherming uitsluitnend de
schroeven M 3 x 6 mm (zie . G 14) gebruiken. Langere
schroeven beschadigen de camera.
u De camerabescherming zodanig over de camera schuiven, dat de
uitsparingen in de camerabescherming op de Ø M 3 mm draadgaten
van de camera liggen. De beide andere bevestigingsgaten moeten op
de Ø M 4 mm draadgaten liggen.
119
NL
Benodigde onderdelen voor bevestiging met tapschroeven
zie . G 6 tot G 9.
Montage van de buitencamera
u Schroef de verzonken schroeven M 3 x 6 mm in de Ø M 3 mm
draadgaten van de camera.
Om corrosie op de schroeven te minimaliseren, wordt aangeraden, de
schroefdraad in te vetten.
Benodigde onderdelen voor bevestiging van de camerabescherming zie . G 14.
Bevestiging van de camera in de camerahouder
Voor het monteren van de camera uitsluitend de schroeven
M 4 x 10 mm gebruiken. Langere schroeven beschadigen de
camera.
u De camera in de camerahouder schuiven en zodanig uitlijnen, dat
het objectief een hoek van ca. 50° (zie . G 15) ten opzichte van de
verticale as van het voertuig maakt.
u Bevestig de camera losjes met de schroeven M 4 x 10 mm. De
schroeven worden vastgedraaid, zodra de camera met behulp van
de monitor is uitgelijnd.
Om corrosie op de schroeven te minimaliseren, wordt aangeraden, de
schroefdraad in te vetten.
Benodigde onderdelen voor bevestiging van de camera zie . G 15.
Bekabeling
Algemene instructies voor bekabeling!
Ondeugdelijk uitgevoerde bekabelingen en kabelverbindingen leiden
voortdurend tot functiestoringen of beschadigingen aan componenten.
Een juiste bekabeling resp. kabelaansluiting is een basisvoorwaarde
voor een duurzame en storingvrije werking van de ingebouwde componenten.
Let op de volgende punten:
– Installeer de kabels liefst binnenin het voertuig, want daar zijn deze
beter beschermd dan aan de buitenzijde. Mocht u de kabels toch
buiten het voertuig aanbrengen, dient u te zorgen voor een veilige
bevestiging (door middel van extra kabelbinders, isolatietape enz.).
– Om beschadigingen aan de kabels te voorkomen, bij het installeren
altijd voldoende afstand tot hete en bewegende voertuigdelen
(uitlaatpijpen, aandrijfassen, lichtmachines, ventilatoren enz.)
aanhouden.
120
Bekabeling
– Alle kabelverbindingen (ook in het voertuig) met een goede isolatietape omwikkelen.
– Let er bij het installeren van de kabels op, dat deze:
1. niet sterk geknikt en verdraaid worden,
2. niet langs kanten schuren,
3. niet zonder bescherming door scherpkantige doorvoeringen
worden getrokken.
– Iedere opening in de buitenhuid dient door geëigende maatregelen tegen binnendringen van water beschermd te worden,
b.v. door de kabel met afdichtmassa te isoleren en de kabel en de
doorvoertule met isolatiespray te behandelen.
Gebruik van de aftakverbinders
Om loszittende contacten op de aftakverbindingen te vermijden, is net
belangrijk, dat de kabeldoorsnedes bij de aftakverbinders passen.
De bij de inbouwset geleverde blauwe aftakverbinders zijn geschikt voor
kabels met een profiel van 1 mm2 tot 2,5 mm2 . Bent u niet zeker, welk
profiel de door u gekozen kabel heeft, kunt u zich op de dikte van de
monitoraansluitkabel oriënteren. Heeft de door u gekozen kabel dezelfde
dikte, kies dan de blauwe aftakverbinder.
Werkstappen voor gebruik van de aftakverbinder:
1. De kabel, die afgetakt moet worden, in de voorste groef van de
aftakverbinder legen (zie . H 1).
2. De nieuwe kabel ligt met het einde voor ca. 3/4 in de achterste groef
(zie . H 2).
3. De verbinder sluiten en met een combitang het metalen verbindingstuk
in de verbinder drukken, zodat een stroomverbinding wordt gevormd
(zie . H 3).
4. De beschermkap omlaag drukken en op de verbinder vastgrendelen.
De bevestiging van de aftakverbinding controleren door aan de kabel
te trekken (zie . H 4).
Maken van correcte soldeerverbindingen
Om een kabel op een originele leiding aan te sluiten:
1. 10 mm van de originele leiding afstrippen (zie . H 5),
121
NL
Attentie: De steekverbinding van het systeem biedt geen
bescherming tegen binnendringend water. Dicht de aansluiting
daarom beslist met afdichtingstape af. Het meest geschikt is
zelfvulkaniserende dichtingstape, b.v. van 3M.
TIP: Om corrosie in de stekker te minimaliseren, adviseren wij
wat vet, b.v. poolvet, in de stekker aan te brengen.
Bekabeling
2. 15 mm van de aan te sluiten kabel afstrippen (zie . H 6),
3. aan te sluiten kabel om de origiginele leiding wikkelen en vastsolderen
(zie . H 7),
4. Kabel met isolatietape isoleren (zie . H 8).
Om 2 kabels met elkaar te verbinden:
1. beide kabels afstrippen (zie . H 9),
2. een krimpkous van ca. 20 mm lengte over en kabel trekken
(zie . H 10),
3. beide kabels ineendraaien en vastsolderen (zie . H 11),
4. krimpkous over de soldeerpositie schuiven en iets verwarmen
(zie . H 12).
Bekabeling van de monitor naar de camera
u Leid de aansluitkabel in het inwendige van het voertuig.
u Installeer de verbindingskabel tussen de monitor en de camera
(zie . H 13).
u Verbind de camera-aansluitkabel met de verlengkabel.
u Isoleer de steekconnectors minimaal met een dubbele laag
goede isolatietape over een lengte van 200 mm . H 17).
u Bevestig de kabels veilig in het voertuig, om verstrengeling (gevaar
voor struikelen) te verhinderen. Dit kan geschieden door gebruik van
kabelbinders, isolatietape (zie . H 15 en H 16) of vastlijm en met lijm.
u Begin met het afdichten van de doorvoeropeningen pas, nadat alle
instelwerkzaamheden aan de camera zijn afgesloten en de
benodigde lengtes van de aansluitkabels zijn bepaald.
Benodigde componenten voor installatie van de kabel tussen
de monitor en de camera zie . H 13 t/m H 16.
Attentie: De steekverbinding van het systeem biedt geen
bescherming tegen binnendringend water. Dicht de aansluiting
daarom beslist met afdichtingstape af. Het meest geschikt is
zelfvulkaniserende dichtingstape, b.v. van 3M.
Indien nodig, zijn overige verlengkabels bij uw dealer of bij WAECO
verkrijgbaar:
Lengte
5m
10 m
15 m
122
Art.-nr.
RV-405
RV-410
RV-415
Bekabeling
Elektrische aansluiting van de monitor zie . H 19.
u Sluit de monitoraansluitkabel als volgt aan:
– Rode kabel op klem 15 (ontsteking).
– Zwarte kabel op klem 31 (massa –).
– Oranje kabel op de kabel (plus +) van de achteruitrijlamp.
– Witte kabel op de kabel (plus +) van de dashboardverlichting.
u Schakel de ontsteking in en druk de POWER-schakelaar op
STDBY (zie . I 1).
u Schakel de cameraschakelaar op C 1 (zie . I 2).
u Koppel, bij nog steeds ingeschakelde ontsteking, de achteruitversnelling in. De monitor schakelt in en de automatische beschermkap van de camera moet nu omhoog gaan. Op de monitor verschijnt
een beeld.
u Schakel de MODE-schakelaar op DAY (de voertuigverlichting
moet uit zijn, om een optimale instelling te realiseren) (zie . I 3).
u Stel het beeld met de beide draairegelaars BRIGHT en CONTRAST
op uw behoeften in (zie . I 4).
u Wanneer u vervolgens de MODE-schakelaar op NIGHT instelt of de
voertuigverlichting inschakelt, moet het beeld op de monitor iets
donkerder worden (zie . I 5).
u Wordt de POWER-schakelaar op ON gezet, gaat de camera ook
zonder ingekoppelde achteruitversnelling (bij ingeschakelde ontsteking) in bedrijf (zie . I 6).
Attentie: Voordat u de ontsteking van het voertuig uitschakelt,
eerst de achteruitversnelling uitkoppelen en/of de POWERschakelaar op STDBY zetten, opdat de automatische
beschermkap van de camera omlaag kan gaan.
Op de achterzijde van de monitor bevindt zich de omschakelaar voor
normale/geïnverteerd weergave op de monitor. Bij geïnvertreerde
weergave ziet u het beeld op de monitor net zoals wanneer u in de
achteruitkijkspiegel van uw voertuig kijkt (zie . I 7).
Dipschakelaar MIRROR in de onderste stand = geïnverteerde weergave
Dipschakelaar MIRROR in de bovenste stand = normale weergave
123
NL
Instelling en werkingstest
Instellen von de camera
u Schakel de monitor en de camera zoals hiervoor beschreven in.
u Het monitorscherm dient langs de onderste schermrand de
achterkant resp.de bumper van uw voertuig te tonen (zie . J 1).
Het midden van de bumper dient tevens in het midden van het
monitorscherm te staan. De juiste instelling krijgt u door decamera in
de camerahouder te draaien (zie . J 2).
u Wanneer u de camera correct heeft ingesteld, dan de 4 schroeven
van de camerabevestiging vastdraaien.
Attentie: De steekverbinding van de camera is niet tegen vocht
beschermd. Dicht de aansluiting beslist met afdichtingstape af,
om beschadiging te voorkomen.
TIP: Om corrosie in de stekker te minimaliseren, adviseren wij
wat vet, b.v. poolvet, in de stekker aan te brengen.
Om corrosie op de schroeven te minimaliseren, wordt
aangeraden, de schroefdraad in te vetten.
Montage en gebruik van de afstandsschaal
Bij de monitor-kit wordt een afstandsschaal geleverd, die bedoeld is, om
u het inschatten van afstanden op de monitor te vergemakkelijken
(zie . K 1).
u Kleef de afstandsschaal op de monitor (zie . K 2).
u Plaats een voorwerp (b.v. doos, vuilniston) in het detectiegebied van
de camera en schakel het achteruitrij-videosysteem in. Verschuif het
voorwerp, zodat dit onder een schaalstreep komt te staan. De nu
meetbare afstand van het voorwerp tot aan de voertuigachterkant
(b.v. vierde schaalstreep tot aan de aanhangerkoppeling = 2 m) dient
voortaan als oriëntatiewaarde (zie . K 3).
Attentie: Deze oriëntatiewaarde verandert, wanneer de camera
in de houder verdraaid wordt (b.v. door contact met een
obstakel).
124
Technische gegevens
Monitor RV-52
Maten (bxhxd):
Bedrijfsspanning:
Stroomopname:
Beeldformaat:
Resolutie:
Beeldherhalingsfrequentie:
Bedrijfstemperatuur:
Camera RV-23
Maten (bxhxd):
Stroomopname:
Beeldsensor:
Gezichtshoek:
Resolutie:
Lichtgevoeligheid:
Bedrijfstemperatuur:
191 x 189 x 216 mm
11–32 volt
0,4–1,4 ampère
7", 17,8 cm diagonaal
600 TV-lijnen
60 Hz
–20 °C bis +60 °C
115 x 101 x 72 mm
incl. houder en bescherming
0,1 ampère
1/3", CCD-sensor J-type
130° diagonaal
270.000 pixels
<1 Lux
–20 °C bis +65 °C
NL
Technische wijzigingen voorbehouden!
E4
125