2
Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor CSS 34
NL
Alle vermeldingen zijn vrijblijvend en zonder enige contractuele
verbintenis. Technische wijzigingen voorbehouden.
Bij naleving van de veiligheidsinstructies en de instructies voor
montage, inwerkingstelling, bediening en onderhoud zijn geen
restrisico's bekend.
1.6 Waarschuwing voor foutief gebruik
Bij ondeskundig of niet-correct gebruik of manipulaties
kunnen bij gebruik van de component mogelijke gevaren voor
personen of schade aan machine- of installatieonderdelen
niet uitgesloten worden.
1.7 Uitsluiting van aansprakelijkheid
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade en bedrijfsstoringen die
voortvloeien uit montagefouten of het niet naleven van deze
bedieningshandleiding. Voor schade die ontstaat vanwege het gebruik
van reserveonderdelen of toebehoren, die niet door de fabrikant
toegelaten zijn, is iedere vorm van aansprakelijkheid van de fabrikant
uitgesloten.
Om veiligheidsredenen is het eigenhandig herstellen, ombouwen
of veranderen van het component uitdrukkelijk verboden. Iedere
eigenmachtig uitgevoerde reparatie, ombouw of verandering is uit
veiligheidsoogpunt niet toegestaan, en ontslaat in voorkomend geval de
fabrikant van elke aansprakelijkheid en/of daaruit voortvloeiende schade.
2. Productbeschrijving
2.1 Bestelsleutel
Deze bedieningshandleiding geldt voor de volgende types:
CSS-
➀
-34
➁
-
➂
-M-
➃
Nr. Optie Beschrijving
➀
12
14
Schakelafstand Styp (mm)
bediening langs boven
zijdelingse bediening
➁
S actief zijvlak
V actief frontvlak
➂
D met diagnose-uitgang
SD met seriële diagnose
➃
L met aansluitkabel
ST met geïntegreerde stekker
Alleen bij een correcte uitvoering van de montage, zoals in
deze handleiding beschreven, blijft de veiligheidsfunctie en
dus de conformiteit met de Machinerichtlijn behouden.
2.2 Speciale versies
Voor speciale versies die niet in de typesleutel onder 2.1 vermeld
worden, gelden de vermeldingen hiervoor en hierna, voor zover zij
overeenstemmen met de serieversies.
2.3 Bestemming en gebruik
De contactloos werkende elektronische veiligheidssensor is ontworpen
voor gebruik in veiligheidscircuits, waar hij de positie van bewegende
beschermvoorzieningen bewaakt. Hierbij bewaakt de veiligheidssensor
de positie van draaibare, zijdelings verplaatsbare en afneembare
veiligheidsdeuren met behulp van de gecodeerde elektronische
bediensleutels CST 34 of CST 180 (zie tabel "Bediensleutels en
schakelafstanden").
De veiligheidsfunctie bestaat uit het veilig uitschakelen van de
veiligheidsuitgangen bij het openen van de beschermvoorziening en het
behouden van de uitgeschakelde toestand van de veiligheidsuitgangen
zolang de beschermvoorziening geopend blijft.
De veiligheidsschakelcomponenten zijn volgens
EN ISO 14119 als type 4 schakelaars geclassificeerd.
De diagnose-uitgang van de veiligheidssensor kan alternatief
als conventionele uitgang of als "seriële uitgang" met een in- en
uitgangskanaal gekozen worden.
Serieschakeling
Het toepassen van een serieschakeling is mogelijk. De aanspreek-
en risicotijden worden niet gewijzigd door de serieschakeling.
Het aantal componenten wordt uitsluitend beperkt door de externe
beveiliging volgens de technische gegevens en de kabelverliezen. Een
serieschakeling van CSS 34 met seriële diagnosefunctie is mogelijk
tot een maximum van 31 componenten.Bij componenten met seriële
diagnosefunctie (bestelindex -SD) worden de seriële aansluitingen in
serie geschakeld en voor evaluatie op een SD-Gateway aangesloten.
Schakelvoorbeelden voor de serieschakeling, zie bijlage.
De gebruiker moet het veiligheidscircuit evalueren, ontwerpen
en opbouwen volgens de van toepassing zijnde normen en
afhankelijk van het vereiste veiligheidsniveau.
Als meerdere veiligheidssensoren deelnemen aan eenzelfde
veiligheidsfunctie, moeten de PFH waarden van de
individuele componenten opgeteld worden.
Het volledige concept van de besturing, waarin de
veiligheidscomponent geïntegreerd wordt, moet gevalideerd
worden volgens de relevante normen.
2.4 Technische gegevens
Voorschriften: EN 60947-5-3, EN ISO 13849-1, EN 61508
Behuizing: glasvezelversterkte thermoplast
Werkingsprincipe: inductief
Codeerniveau volgens EN ISO 14119: laag
Bediensleutels en schakelafstanden
(volgens EN 60947-5-3): zie tabel "Bedienselutels / Schakelafstanden"
Hysteresis: max: 1,5 mm
Herhalingsnauwkeurigheid: < 0,5 mm
Max. schakelfrequentie: 3 Hz
Serieschakeling: Onbeperkt aantal toestellen,
externe beveiliging in acht nemen,
max. 31 componenten bij seriële diagnose
Kabellengte: max. 200 m (kabellengte en kabeldoorsnede veranderen
de spanningsval in functie van de uitgangsstroom)
Aansluitstekker: M12, 8-polig in de behuizing
Aansluitkabel: Y-UL 2517 / 8 x AWG 22 / 8 x 0,35 mm², 2 m
Temperatuurbestendigheid van de kabel:
- in rust: −30 °C … +105 °C
- in werking: −10 °C … +105 °C
Omgevingsvoorwaarden:
Omgevingstemperatuur Tu: –25 °C … +70 °C
bij uitgangsstroom ≤ 0,1 A / uitgang
–25 °C … +65 °C
bij uitgangsstroom ≤ 0,25 A / uitgang
Opslag- en transporttemperatuur: −25 °C … +85 °C
Trillingsvastheid: 10 … 55 Hz, amplitude 1 mm
Schokbestendigheid: 30 g / 11 ms
Relatieve vochtigheid: max. 93 %,
geen condensvorming,
geen ijsvorming
Hoogte / Opstelhoogte boven NN: max. 2.000 m
Beschermingsgraad: IP65, IP67 volgens EN 60529