HP rp3000 Point of Sale System Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Problemen oplossen
HP rp3000
© Copyright 2008 Hewlett-Packard
Development Company, L.P. De informatie
in deze publicatie kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn
handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
De enige garanties die gelden voor HP
producten en diensten zijn de garanties die
worden beschreven in de
garantievoorwaarden behorende bij deze
producten en diensten. Geen enkel
onderdeel van dit document mag als extra
garantie worden opgevat. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten of redactionele fouten, drukfouten of
weglatingen in deze publicatie.
De informatie in dit document valt onder het
auteursrecht. Geen enkel deel van dit
document mag worden gekopieerd,
vermenigvuldigd of vertaald in een andere
taal, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard
Company.
Problemen oplossen
HP rp3000
Eerste editie, augustus 2008
Onderdeelnummer van document:
498353-331
Over deze handleiding
WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel
of levensgevaar.
VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van
de apparatuur of verlies van gegevens.
OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
NLWW iii
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave
1 Diagnosevoorzieningen voor de computer
HP Insight Diagnostics ......................................................................................................................... 1
HP Insight Diagnostics starten ............................................................................................. 1
Tabblad Survey (Verkenning) .............................................................................................. 2
Tabblad Diagnose ................................................................................................................ 3
Tabblad Test ........................................................................................................................ 4
Tabblad Status ..................................................................................................................... 5
Tabblad Log (Logboek) ........................................................................................................ 5
Tabblad Help ....................................................................................................................... 6
Informatie opslaan en afdrukken in HP Insight Diagnostics ................................................ 6
Nieuwste versie van HP Insight Diagnostics downloaden ................................................... 6
Software beschermen .......................................................................................................................... 7
Software herstellen ............................................................................................................................... 7
2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens
Veiligheid en comfort ............................................................................................................................ 8
Voordat u belt voor technische ondersteuning ..................................................................................... 8
Tips ..................................................................................................................................................... 10
Algemene problemen oplossen .......................................................................................................... 11
Voedingsproblemen oplossen ............................................................................................................ 15
Problemen met vaste schijf oplossen ................................................................................................. 16
Weergaveproblemen oplossen ........................................................................................................... 19
Audioproblemen oplossen .................................................................................................................. 24
Printerproblemen oplossen ................................................................................................................ 26
Toetsenbord- en muisproblemen oplossen ........................................................................................ 27
Problemen bij de installatie van hardware oplossen .......................................................................... 29
Netwerkproblemen oplossen .............................................................................................................. 32
Geheugenproblemen oplossen .......................................................................................................... 35
Processorproblemen oplossen ........................................................................................................... 37
Problemen met optischeschijfeenheden oplossen ............................................................................. 38
Problemen met USB-flashdrive oplossen ........................................................................................... 41
Problemen met internettoegang oplossen .......................................................................................... 42
Softwareproblemen oplossen ............................................................................................................. 44
Contact opnemen met een HP Business of Service Partner .............................................................. 45
NLWW v
Bijlage A POST-foutberichten
Numerieke codes en tekstberichten voor POST ................................................................................ 47
Diagnoselampjes op het voorpaneel en geluidssignalen van POST interpreteren ............................ 53
Bijlage B Wachtwoordbeveiliging en herstellen van CMOS
Wachtwoordjumper opnieuw instellen ................................................................................................ 58
CMOS wissen en opnieuw instellen ................................................................................................... 59
Computer Setup gebruiken om CMOS opnieuw in te stellen ............................................ 59
CMOS-jumper opnieuw instellen ....................................................................................... 59
Bijlage C Drive Protection System (DPS)
DPS openen via Computer Setup ...................................................................................................... 62
Index ................................................................................................................................................................... 63
vi NLWW
1 Diagnosevoorzieningen voor de
computer
HP Insight Diagnostics
OPMERKING: Bij bepaalde modellen wordt HP Insight Diagnostics meegeleverd op dvd.
HP Insight Diagnostics stelt u in staat informatie over de hardwareconfiguratie op te vragen en
diagnostische tests uit te voeren op de hardwaresystemen in de computer. Met dit hulpprogramma kunt
u hardwareproblemen effectief en eenvoudig detecteren, diagnosticeren en isoleren.
Wanneer u HP Insight Diagnostics start, wordt het tabblad Survey (Verkenning) weergegeven. Dit
tabblad toont informatie over de huidige configuratie van de computer. Vanuit het tabblad Survey
(Verkenning) heeft u toegang tot verschillende categorieën van informatie over de computer.
Aanvullende informatie wordt weergegeven op andere tabbladen, met onder meer opties voor
diagnostische tests en testresultaten. De informatie op de schermen van het hulpprogramma kan
worden opgeslagen in een HTML-bestand op een USB-flashdrive.
Gebruik HP Insight Diagnostics als u wilt bepalen of alle in de computer geïnstalleerde apparaten door
het systeem worden herkend en correct functioneren. Het is niet per se noodzakelijk om tests uit te
voeren na het installeren of aansluiten van een nieuw apparaat, maar dit wordt wel aanbevolen.
Voer de tests uit, sla de resultaten op en druk deze af, zodat u de testresultaten op papier bij de hand
heeft wanneer u contact opneemt met de technische ondersteuning.
OPMERKING: Apparaten van externe leveranciers worden mogelijk niet herkend door HP Insight
Diagnostics.
HP Insight Diagnostics starten
U moet opstarten met de dvd Documentatie en diagnose zoals in de onderstaande stappen beschreven,
om HP Insight Diagnostics te kunnen openen.
1. Plaats de dvd Documentatie en diagnose in een optischeschijfeenheid van de computer terwijl
deze aan staat.
2. Sluit het besturingssysteem af en zet de computer uit.
3. Zet de computer aan. Het systeem start op vanaf de dvd.
NLWW HP Insight Diagnostics 1
OPMERKING: Als het systeem niet opstart vanaf de dvd in de optischeschijfeenheid, moet u
mogelijk de opstartvolgorden in het hulpprogramma Computer Setup (F10) (Computerinstellingen)
wijzigen, om ervoor te zorgen dat het systeem eerst probeert op te starten vanaf de
optischeschijfeenheid in plaats van de vaste schijf. Raadpleeg de Handleiding
Computerinstellingen (F10) op de dvd Documentatie en diagnose voor meer informatie.
U kunt ook de opstartvolgorde aanpassen, zodat het systeem eenmalig opstart vanaf de optische-
schijfeenheid wanneer u bij het opstarten op F9 drukt.
4. Selecteer de gewenste taal en klik op Continue (Doorgaan).
OPMERKING: U wordt aangeraden akkoord te gaan met de standaardwaarde voor het
toetsenbord van uw taal, tenzij u tests wilt uitvoeren met een specifiek toetsenbord.
5. Klik op de pagina met de licentieovereenkomst voor eindgebruikers op Agree (Akkoord) om aan
te geven dat u instemt met de voorwaarden. Het hulpprogramma HP Insight Diagnostics wordt
gestart. In eerste instantie wordt het tabblad Survey (Verkenning) weergegeven.
Tabblad Survey (Verkenning)
Het tabblad Survey (Verkenning) bevat belangrijke informatie over de systeemconfiguratie.
In het veld View level (Weergaveniveau) kunt u kiezen tussen de weergave Summary (Samenvatting)
voor een beknopt overzicht van de configuratiegegevens en de weergave Advanced (Geavanceerd)
voor de weergave van alle gegevens in de geselecteerde categorie.
In het veld Category (Categorie) kunt u de volgende informatiecategorieën selecteren voor weergave:
All (Alle): een overzicht van alle categorieën van informatie over de computer.
Overview (Overzicht): een overzicht van algemene informatie over het computersysteem.
Architecture (Architectuur): informatie over het systeem-BIOS en de PCI-apparaten.
Asset Control (Inventarisbeheer): informatie over de productnaam, inventariscode, serienummer en
processor.
Communication (Communicatie): informatie over de instellingen voor de parallelle (LPT) en seriële
(COM) poorten en gegevens over USB-poorten en netwerkadapters.
Graphics (Beeldscherm): informatie over de grafische kaart in de computer.
Input Devices (Invoerapparatuur): gegevens over het toetsenbord, de muis en andere invoerapparaten
die op de computer zijn aangesloten.
Memory (Geheugen): gegevens over alle geheugen in de computer. Dit betreft zowel de geheugenslots
op de systeemkaart als de geïnstalleerde geheugenmodules.
Miscellaneous (Diversen): informatie over de versie van HP Insight Diagnostics, het CMOS (het
configuratiegeheugen), BIOS-gegevens over het systeembeheer en informatie over de systeemkaart.
Storage (Opslag): gegevens over de opslagmedia die op de computer zijn aangesloten (alle vaste
schijven en optischeschijfeenheden).
System (Systeem): informatie over computermodel, processor, chassis en BIOS, plus gegevens over
de interne luidspreker en de PCI-bus.
2 Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computer NLWW
Tabblad Diagnose
OPMERKING: Het tabblad Diagnose is alleen beschikbaar in de HP Insight Diagnostics Online
Edition.
De diagnosevoorziening van HP Insight Diagnostics Online Edition zorgt voor een hoge
beschikbaarheid van het systeem, door het op de achtergrond uitvoeren van diverse grondige systeem-
en onderdeelcontroles wanneer het besturingssysteem is gestart.
Er zijn twee typen diagnose beschikbaar op het tabblad Diagnose: Smart Array Drive Diagnosis
(Diagnose Smart Array Drive) en Power Supply Diagnosis (Diagnose voeding).
Met de Power Supply Diagnosis (Diagnose voeding) kunt u de status evalueren van bepaalde modellen
voedingsapparatuur.
Smart Array Drive Diagnosis (Diagnose Smart Array Drive) is de belangrijkste voorziening voor
hardwarediagnose en biedt de mogelijkheid om de status te bekijken van vaste schijven die zijn
aangesloten op Smart Array controllers en bepaalde Modular Smart Array producten (MSA). Smart
Array Drive Diagnosis ondersteunt vaste schijven die via SCSI, SATA (serial Advanced Technology
Attachment) en SAS (serial attached SCSI) zijn aangesloten op Smart Array controllers en bepaalde
MSA-controllers die zijn geconfigureerd als deel van een logisch volume. Tijdens de diagnose wordt
gekeken naar de operationele geschiedenis van de vaste schijf en de informatie van de Smart Array
controller of MSA controller, om de status van een vaste schijf te bepalen. In de ervaring van HP is het
bekijken van de operationele geschiedenis een van de beste methoden om schijfproblemen te
diagnosticeren.
Systems Insight Manager (SIM) en Diagnosis zijn op dit moment de enige hulpprogramma's waarmee
u een vaste schijf onder garantie kunt laten vervangen voordat er problemen zijn opgetreden.
U kunt Smart Array Drive Diagnosis gebruiken in de volgende gevallen:
Wanneer u wilt bepalen of een schijf waarmee een probleem is opgetreden, moet worden
vervangen.
Wanneer Systems Insight Manager meldt dat een schijf defect is.
Wanneer gegevens zijn beschadigd of er opslagproblemen zijn zonder dat er lampjes gaan
branden of foutmeldingen worden weergegeven.
Wanneer er verschillende, periodieke of herhaalde fouten met schijven optreden.
Wanneer u de status van een logisch volume wilt bepalen.
OPMERKING: Smart Array Drive Diagnosis heeft de unieke mogelijkheid om meerdere schijven in
een enkel volume te detecteren die normaal functioneren, maar moeten worden vervangen.
Ga als volgt te werk om een logisch volume te diagnosticeren:
1. Klik op het tabblad Diagnose.
2. Klik onder Smart Array Drive Diagnosis (Diagnose Smart Array Drive) op + om Storage (Opslag)
uit te vouwen.
3. Selecteer de logische volumes die u wilt diagnosticeren en klik op de knop Diagnose.
4. De teststatus van de geselecteerde logische volumes wordt weergegeven op het tabblad Status
wanneer de diagnose is voltooid.
NLWW HP Insight Diagnostics 3
Tabblad Test
Op het tabblad Test kunt u diverse onderdelen van het systeem kiezen om te testen. Daarnaast kunt u
het type test en de testmodus kiezen.
U kunt kiezen uit drie testtypen:
Quick Test (Snelle test): er wordt een gedeelte van elk hardwareonderdeel getest volgens een
vooraf gedefinieerd script. Een snelle test vereist geen interactie met de gebruiker, ook niet als u
kiest voor de interactieve testmethode.
Complete Test (Volledige test): alle hardwarecomponenten worden volledig getest volgens een
vooraf gedefinieerd script. Bij interactieve uitvoering zijn er meer tests beschikbaar, maar hierbij is
interactie vereist.
Custom Test (Aangepaste test): deze test biedt de meeste flexibiliteit bij het bepalen hoe de
systeemtest moet worden uitgevoerd. Bij een aangepaste test kunt u specifieke apparaten,
diagnostische tests en testparameters selecteren.
U kunt bij elk type test kiezen uit twee testmethoden:
Interactive Mode (Interactief): bij interactieve uitvoering heeft u optimale controle over de
testprocedure. Tijdens het uitvoeren van het diagnoseprogramma wordt om invoer gevraagd bij
tests waarvoor interactie nodig is. U kunt ook bepalen of een apparaat door de test is gekomen.
Unattended Mode (Onbeheerd): er wordt niet om invoer of interactie gevraagd. Als er fouten
optreden, worden deze na afloop van de test gemeld.
U voert als volgt een test uit:
1. Selecteer het tabblad Test.
2. Klik op het tabblad van het type test dat u wilt uitvoeren. Quick (Snel), Complete (Volledig) of
Custom (Aangepast).
3. Selecteer de gewenste Test Mode (Testmethode): Interactive (Interactief) of Unattended
(Onbeheerd).
4. Specificeer met de optie Number of Loops (Aantal uitvoeringen) of de optie Total Test Time
(Totale testduur) hoe lang de test moet worden uitgevoerd. Als u de test een bepaald aantal keren
wilt uitvoeren, voert u het gewenste aantal keren in. Als u de test gedurende een bepaalde tijd wilt
uitvoeren, geeft u het gewenste aantal minuten op.
5. Als u een snelle test of een volledige test uitvoert, selecteert u het apparaat dat u wilt testen in het
vervolgkeuzelijst. Als u een aangepaste test uitvoert, klikt u op de knop Expand (Uitbreiden) en
selecteert u de apparaten die u wilt testen. Klik op Check All (Alle selecteren) om alle apparaten
te selecteren.
6. Klik op de knop Begin Testing (Testen starten) rechtsonder in het scherm om het testen te starten.
Op het tabblad Status kunt u de voortgang van de test bekijken. Dit tabblad wordt automatisch
weergegeven tijdens het testproces. Wanneer de test is voltooid, wordt op het tabblad Status
aangegeven of het apparaat de test heeft doorstaan of niet.
7. Als er fouten zijn gevonden, gaat u naar het tabblad Log en klikt u op Error Log (Foutlogboek) om
meer gedetailleerde informatie en aanbevolen acties weer te geven.
4 Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computer NLWW
Tabblad Status
Het tabblad Status geeft de status van de geselecteerde tests weer. Het type test dat is uitgevoerd
(Quick (Snel), Complete (Compleet) of Custom (Aangepast)) wordt ook weergegeven. De
hoofdvoortgangsbalk geeft het voltooiingspercentage van de huidige reeks tests weer. Tijdens het
testen wordt een knop Cancel Testing (Testen annuleren) weergegeven voor als u de test wilt
annuleren.
Nadat het testen is voltooid, wordt de knop Cancel Testing (Testen annuleren) vervangen door een
knop Retest (Opnieuw testen). Met deze knop kunt u de laatst uitgevoerde reeks tests opnieuw
uitvoeren, zonder dat u alle gegevens opnieuw hoeft in te voeren op het tabblad Test.
Op het tabblad Status wordt ook het volgende weergegeven:
de apparaten die worden getest;
de teststatus (in uitvoering, geslaagd of mislukt) van elk apparaat dat wordt getest;
de algehele voortgang van de test voor alle apparaten;
de voortgang van de test voor elk afzonderlijk apparaat;
de verstreken tijd per test voor elk afzonderlijk apparaat.
Tabblad Log (Logboek)
Het tabblad Log bevat een tabblad Diagnosis Log (Diagnoselogboek), een tabblad Test Log
(Testlogboek) en een tabblad Error Log (Foutlogboek).
Het Diagnosis Log (Diagnoselogboek) bevat het aantal maal dat een logisch volume is
gediagnosticeerd en het aantal maal dat het logisch volume zich in een foutstatus bevond. De telling
van de fouten geeft aan dat het volume zich in een foutstatus bevindt, maar betekent niet noodzakelijk
dat een fout op een vaste schijf in dit volume door Diagnosis is gediagnosticeerd. U kunt Array
Configuration Utility (Hulpprogramma Array Configuration, ACU) gebruiken om de details van de status
van het logisch volume te bekijken.
De Test Log (Testlogboek) toont alle uitgevoerde tests, het aantal keren dat de tests zijn uitgevoerd,
het aantal keren dat de apparaten niet door de test zijn gekomen en de tijd die het heeft gekost om elke
test uit te voeren. Als u op de knop Clear Test Log (Testlogboek wissen) klikt, wordt de inhoud van het
testlogboek gewist.
De Error Log (Foutenlogboek) toont informatie over de apparaten waarvoor de diagnostische test
fouten heeft vastgesteld. De volgende kolommen met informatie worden weergegeven:
Device (Apparaat): het apparaat dat is getest.
Test: het type test dat is uitgevoerd.
Description (Beschrijving): een omschrijving van de opgetreden fout.
Recommended Repair (Aanbevolen maatregel): een aanbeveling die u kunt opvolgen om de
defecte hardware te herstellen.
Failed Count (Aantal fouten): het aantal malen dat de test voor dit apparaat fouten heeft
opgeleverd.
De Error Code (Foutcode) is een numerieke code voor het defect. De foutcodes worden
beschreven op het tabblad Help.
NLWW HP Insight Diagnostics 5
Als u op de knop Clear Error Log (Foutenlogboek wissen) klikt, wordt de inhoud van het foutenlogboek
gewist.
Tabblad Help
Het tabblad Help bevat een tabblad HP Insight Diagnostics, een tabblad Error Codes (Foutcodes)
en een tabblad Test Components (Testonderdelen).
Het tabblad HPInsight Diagnostics bevat Help-onderwerpen en zoek- en indexeringsfuncties.
Op het tabblad Error Codes (Foutcodes) vindt u een beschrijving van de numerieke foutcodes die u
kunt tegenkomen op het tabblad Error Log (Foutenlogboek) van het tabblad Log (Logboek). Elke code
heeft een bijbehorend Foutbericht en een Recommended Repair (Aanbevolen oplossing) waarmee
u het probleem mogelijk kunt oplossen. Voer de code in het vak bovenaan het tabblad in en klik op Find
Error Codes (Foutcodes zoeken) om snel de beschrijving te vinden.
Op het tabblad Test Components (Testonderdelen) wordt beknopte informatie weergegeven over de
tests die worden uitgevoerd.
Informatie opslaan en afdrukken in HP Insight Diagnostics
U kunt de informatie op de tabbladen Survey (Verkenning) en Log (Logboek) van HP Insight
Diagnostics opslaan op een USB 2.0-flashdrive (met een minimale capaciteit van 64 MB). De informatie
kan niet op de vaste schijf worden opgeslagen. Er wordt automatisch een HTML-bestand gegenereerd
waarin de informatie op dezelfde manier is opgemaakt als op het scherm.
1. Plaats een USB 2.0-flashdrive (met een minimale capaciteit van 64 MB). USB 1.0-flashdrives
worden niet ondersteund.
2. Klik rechtsonder in het tabblad op Save (Opslaan).
3. Selecteer Save to floppy (Opslaan op diskette) of Save to USB key (Opslaan op USB Drive Key).
4. Typ een naam voor het bestand in het vak File Name (Bestandsnaam) en klik op Save (Opslaan).
De informatie wordt opgeslagen in een HTML-bestand op de USB-flashdrive.
OPMERKING: Verwijder de USB Drive Key pas als een bericht wordt weergegeven dat het
HTML-bestand naar het medium is geschreven.
5. U kunt de informatie afdrukken vanaf het opslagapparaat waarop u het bestand heeft opgeslagen.
OPMERKING: U sluit HP Insight Diagnostics af door linksonder in het scherm op de knop Exit
Diagnostics (Diagnoseprogramma afsluiten) te klikken. Verwijder vervolgens de dvd Documentatie en
diagnose uit de optischeschijfeenheid.
Nieuwste versie van HP Insight Diagnostics downloaden
1. Ga naar http://www.hp.com.
2. Klik op de koppeling Software & Drivers downloaden.
3. Typ het productnummer (bijvoorbeeld rp3000) in het tekstvak en druk op Enter.
4. Selecteer het model van uw computer.
5. Selecteer het besturingssysteem.
6. Klik op de koppeling Diagnostics (Diagnose).
6 Hoofdstuk 1 Diagnosevoorzieningen voor de computer NLWW
7. Klik op HP Insight Diagnostics Offline Edition.
8. Selecteer een taal en klik op Download (Downloaden).
OPMERKING: De download omvat instructies voor het maken van de opstartbare dvd.
Software beschermen
Bewaar een reservekopie van alle systeemsoftware, toepassingen en aanverwante bestanden die op
de vaste schijf zijn opgeslagen om de software te beschermen tegen verlies of beschadiging. Raadpleeg
de documentatie bij het besturingssysteem of het backupprogramma voor instructies over het maken
van reservekopieën van gegevensbestanden.
Software herstellen
De systeemsoftware kan worden teruggezet naar de situatie zoals die was toen u de computer
aanschafte, met behulp van de set herstelschijven die bij de computer zijn geleverd.
Op bepaalde computermodellen is HP Backup and Recovery Manager vooraf geladen op de vaste schijf.
HP Backup and Recovery Manager is een gebruiksvriendelijke, veelzijdige applicatie waarmee u het
volgende kunt doen:
herstelpunten maken waarmee u incrementele backups van het gehele systeem maakt;
backups maken van de gehele vaste schijf in een enkel archief;
backups maken van afzonderlijke bestanden.
U kunt backups plannen zodat ze automatisch na een bepaalde periode worden uitgevoerd, of u kunt
ze handmatig starten. Herstel kan worden uitgevoerd vanaf de herstelpartitie op de vaste schijf of de
herstelschijven.
OPMERKING: HP raadt u sterk aan herstelschijven te maken voordat u de computer in gebruik neemt
en regelmatig automatische backups van herstelpunten te plannen.
HP Backup and Recovery Manager biedt twee basismethoden voor herstel. De eerste methode, waarbij
bestanden en mappen worden hersteld, wordt uitgevoerd in Windows®. Voor de tweede methode, PC
Recovery (Computer herstellen) moet de computer worden opgestart vanaf de herstelpartitie op de
vaste schijf of met de herstelschijven. Druk tijdens het opstarten op F11 wanneer het bericht Press F11
for Emergency Recovery wordt weergegeven om op te starten vanaf de herstelpartitie.
NLWW Software beschermen 7
2 Problemen oplossen zonder
diagnostische gegevens
Dit hoofdstuk biedt informatie over het identificeren en oplossen van kleinere problemen, zoals storingen
aan de vaste schijf, optischeschijfeenheid, grafische kaart, audio, geheugen of software. Als u
problemen krijgt met de computer, raadpleegt u de tabellen in dit hoofdstuk voor de waarschijnlijke
oorzaken en aanbevolen oplossingen.
OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over specifieke foutberichten die mogelijk bij het
opstarten op het scherm worden weergegeven tijdens het POST-proces Bijlage A,
POST-foutberichten
op pagina 46.
Veiligheid en comfort
WAARSCHUWING! Verkeerd gebruik van de computer of een onveilig en oncomfortabel ingerichte
werkomgeving kunnen leiden tot ongemakken of ernstig letsel. Raadpleeg voor meer informatie over
het kiezen van een werkplek en het creëren van een veilige en comfortabele werkomgeving de
Handleiding voor veiligheid en comfort op de website
http://www.hp.com/ergo. Deze apparatuur is
getest en blijkt te voldoen aan de limieten voor een digitaal apparaat van klasse B, conform Deel 15 van
de FCC-voorschriften. Raadpleeg de handleiding Informatie over veiligheid en voorschriften voor meer
informatie.
Voordat u belt voor technische ondersteuning
Als er een probleem met de computer is, probeert u aan de hand van de onderstaande maatregelen de
oorzaak van het probleem te achterhalen vóórdat u belt om technische ondersteuning te vragen.
Start het diagnosehulpmiddel. Raadpleeg
Diagnosevoorzieningen voor de computer op pagina 1
voor meer informatie.
Start de Drive Protection System (DPS) Self-Test in Computer Setup (F10) (Computerinstellingen).
Raadpleeg de Handleiding Computerinstellingen (F10) voor meer informatie.
Controleer of het aan/uit-lampje aan de voorkant van de computer rood knippert. Deze knipperende
lampjes geven foutcodes aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg
Bijlage A,
POST-foutberichten op pagina 46, voor meer informatie.
Als er geen beeld op het scherm wordt weergegeven, sluit u de monitor aan op een andere
monitorconnector op de computer (indien aanwezig). U kunt ook tijdelijk een andere monitor
aansluiten waarvan u weet dat deze goed functioneert.
8 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Als u gebruik maakt van een netwerk, sluit u een andere computer met een andere kabel aan op
de netwerkaansluiting. Misschien is er een probleem met de netwerkaansluiting of de
netwerkkabel.
Als u onlangs nieuwe hardware heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze hardware om te zien of de
computer dan wel goed werkt.
Als u onlangs nieuwe software heeft geïnstalleerd, verwijdert u deze software om te zien of de
computer dan wel goed werkt.
Als u met een Windows-besturingssysteem werkt, start u de computer op in de Veilige modus van
Windows om te controleren of de computer kan worden opgestart wanneer niet alle
stuurprogramma's worden geladen. Kies bij het opstarten van het besturingssysteem de optie om
gebruik te maken van de laatste bekende juiste configuratie.
Raadpleeg de uitgebreide online technische ondersteuning op de website
http://www.hp.com/
support.
Raadpleeg de
Tips op pagina 10 in deze handleiding.
HP Instant Support Professional Edition biedt u de mogelijkheid om problemen met de computer zelf
online op te lossen. Als u contact wilt opnemen met een ondersteuningsmedewerker van HP, gebruikt
u de online chatfunctie van HP Instant Support Professional Edition via:
http://www.hp.com/go/ispe.
Bezoek het Business Support Center (BSC) op
http://www.hp.com/go/bizsupport voor actuele online
informatie, software, stuurprogramma's en aankondigingen en een wereldwijde gemeenschap van HP
gebruikers en HP experts.
Als het noodzakelijk is dat u telefonisch contact opneemt met HP voor ondersteuning, houd dan rekening
met de volgende punten om te zorgen dat u goed geholpen kunt worden:
Zorg dat u aan de computer zit wanneer u belt.
Noteer tevoren de serienummers van de computer en de monitor, alsmede het
productidentificatienummer.
Reserveer voldoende tijd om het probleem samen met de ondersteuningsmedewerker op te
lossen.
Verwijder desgevraagd alle hardware die onlangs aan het systeem is toegevoegd.
Verwijder desgevraagd alle software die onlangs is geïnstalleerd.
Herstel het systeem met behulp van de herstelschijven die u heeft gemaakt of herstel de
fabrieksinstellingen van het systeem met behulp van de HP Backup and Recovery Manager.
VOORZICHTIG: Als u het systeem herstelt, worden alle gegevens op de vaste schijf gewist. Maak
reservekopieën van alle gegevensbestanden voordat u het systeem herstelt.
OPMERKING: Voor verkoopinformatie en garantie-uitbreidingen (Care Packs) neemt u contact op
met uw HP Business of Service Partner.
NLWW Voordat u belt voor technische ondersteuning 9
Tips
Raadpleeg bij kleinere problemen met de computer, de monitor of de software de onderstaande lijst
met algemene suggesties voordat u verdere actie onderneemt.
Controleer of de computer en de monitor op een goed werkend stopcontact zijn aangesloten.
Controleer of de computer is ingeschakeld en of het groene aan/uit-lampje brandt.
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene aan/uit-lampje van de monitor brandt.
Controleer of het aan/uit-lampje aan de voorkant van de computer rood knippert. Deze knipperende
lampjes geven foutcodes aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg
Bijlage A,
POST-foutberichten op pagina 46, voor meer informatie.
Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het scherm te donker is.
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u een geluidssignaal hoort, werkt het
toetsenbord goed.
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn aangesloten.
Activeer de computer door op een willekeurige toets op het toetsenbord te drukken of door de
aan/uit-knop in te drukken. Als het systeem in de standbystand blijft, schakelt u de computer uit
door de aan/uit-knop gedurende ten minste vier seconden ingedrukt te houden. Vervolgens drukt
u nogmaals op de aan/uit-knop om de computer opnieuw op te starten. Als het systeem niet
uitgeschakeld kan worden, koppelt u het netsnoer los. Na enkele seconden sluit u het netsnoer
weer aan. De computer start nu automatisch opnieuw op, als in Computer Setup
(Computerinstellingen) de optie voor automatisch starten na stroomuitval is ingesteld. Als de
computer niet automatisch opnieuw opstart, drukt u op de aan/uit-knop om de computer te starten.
Configureer de computer opnieuw nadat u een uitbreidingskaart of een andere optie heeft
geïnstalleerd die niet compatibel is met Plug and Play. Raadpleeg
Problemen bij de installatie van
hardware oplossen op pagina 29 voor meer informatie.
Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma's zijn geïnstalleerd. Wanneer u bijvoorbeeld een
printer gebruikt, moet er een printerstuurprogramma voor deze printer zijn geïnstalleerd.
Verwijder alle media waarmee de computer kan worden opgestart (cd of USB-apparaat) voordat
u de computer inschakelt.
Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het besturingssysteem dat in de fabriek is
geïnstalleerd, controleert u of dit wordt ondersteund door uw systeem.
Als er op het systeem meerdere videobronnen zijn geïnstalleerd (geïntegreerd of een PCI- of PCI-
Express-adapter, geïntegreerde video alleen op bepaalde modellen) en er één monitor aanwezig
is, moet de monitor worden aangesloten op de monitorconnector van de videobron die als primaire
VGA-adapter is geconfigureerd. Tijdens het opstarten worden de overige monitorconnectoren
uitgeschakeld. Als de monitor op een van deze connectoren is aangesloten, zal de monitor niet
werken. U kunt in Computer Setup (Computerinstellingen) instellen welke bron de standaard VGA-
adapter is.
VOORZICHTIG: Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, is er altijd spanning
aanwezig op de systeemkaart. Neem de stekker uit het stopcontact voordat u de computer opent, zodat
u het risico van schade aan de systeemkaart en andere onderdelen beperkt.
10 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Algemene problemen oplossen
Het is mogelijk dat u algemene problemen die in dit gedeelte worden beschreven, gemakkelijk zelf kunt
oplossen. Neem contact op met uw HP Business of Service Partner als het probleem blijft optreden en
u niet in staat bent het te verhelpen, of als u dit liever niet zelf doet.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart
altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische schokken of hete
oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne onderdelen
van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
Controleer het lampje op de systeemkaart. Als het lampje brandt, staat er nog spanning op het systeem.
Schakel de computer uit en ontkoppel het netsnoer voordat u verdergaat.
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen
De computer is vastgelopen en kan niet worden uitgeschakeld door op de aan/uit-knop te drukken.
Oorzaak
Oplossing
De softwarematige besturing van de aan/uit-knop werkt niet. 1. Houd de aan/uit-knop gedurende minimaal vier seconden
ingedrukt, totdat de computer wordt uitgeschakeld.
2. Haal het netsnoer uit het stopcontact.
De computer reageert niet op het USB-toetsenbord of de USB-muis.
Oorzaak
Oplossing
De computer staat in de standbystand. Druk op de aan/uit-knop om de standbystand te beëindigen.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren
vanuit de standbystand, houdt u de aan/uit-knop niet langer
dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer
uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren
gaan.
Het systeem is vastgelopen. Start de computer opnieuw op.
De weergave van datum en tijd is niet juist.
Oorzaak
Oplossing
De batterij van de realtimeklok moet wellicht worden
vervangen.
OPMERKING: Als u de computer op een werkend
stopcontact aansluit, kunt u de levensduur van de batterij van
de realtimeklok verlengen.
Stel eerst de datum en tijd opnieuw in via het
Configuratiescherm (u kunt de datum en tijd van de
realtimeklok ook instellen in Computer Setup
(Computerinstellingen)). Als het probleem blijft optreden,
vervangt u de batterij van de realtimeklok. Raadpleeg de
Naslaggids voor de hardware voor instructies voor het
plaatsen van een nieuwe batterij, of neem contact op met een
geautoriseerde HP Business of Service Partner om de batterij
van de realtimeklok te laten vervangen.
NLWW Algemene problemen oplossen 11
De cursor kan niet worden verplaatst met de pijl toetsen op het toetsenbord.
Oorzaak
Oplossing
Mogelijk is de Num Lock-toets ingeschakeld. Druk op de Num Lock -toets. Het Num Lock-lampje moet uit
zijn als u de pijl toetsen wilt gebruiken. Num Lock kan met
Computer Setup worden uitgeschakeld (of ingeschakeld).
Er is geen geluid of het volume is te laag.
Oorzaak
Oplossing
Het systeemvolume is mogelijk te laag gezet of gedempt. 1. Controleer de BIOS-instellingen in Computer Setup
(Computerinstellingen) om te zien of de audio is
uitgeschakeld.
2. Zorg dat de externe luidsprekers goed zijn aangesloten
en zijn ingeschakeld, en dat de volumeregeling van de
luidsprekers juist is ingesteld.
3. Gebruik de regeling van het systeemvolume in het
besturingssysteem om er zeker van te zijn dat de
luidsprekers niet zijn gedempt of om het volume te
verhogen.
Het audioapparaat is mogelijk aangesloten op de verkeerde
connector aan de achterzijde van de computer.
Zorg ervoor dat het apparaat is aangesloten op de juiste
connector aan de achterzijde van de computer.
Het prestatieniveau is erg laag.
Oorzaak
Oplossing
De processor is te heet. 1. Zorg dat de luchtaanvoer naar de computer niet wordt
geblokkeerd.
2. Zorg ervoor dat de ventilatoren zijn aangesloten en goed
werken (sommige ventilatoren werken alleen wanneer
dat nodig is).
3. Controleer of het koelelement van de processor goed is
bevestigd.
De vaste schijf is vol. Verplaats gegevens van de vaste schijf naar een ander
opslagmedium om ruimte op de vaste schijf vrij te maken.
Er is weinig geheugen beschikbaar. Voeg extra geheugen toe.
De vaste schijf is gefragmenteerd. Defragmenteer de vaste schijf.
Een eerder uitgevoerd programma heeft het toegewezen
geheugen niet vrijgegeven.
Start de computer opnieuw op.
Er is een virus aanwezig op de vaste schijf. Voer een antivirusprogramma uit.
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)
12 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Het prestatieniveau is erg laag.
Oorzaak
Oplossing
Er zijn teveel applicaties geopend. 1. Sluit overbodige applicaties om geheugen vrij te maken.
Sommige applicaties werken op de achtergrond en
kunnen worden gesloten door met de rechtermuisknop
op de bijbehorende pictogrammen in de taakbalk te
klikken. Als u niet wilt dat deze applicaties worden gestart
zodra u de computer opstart, gaat u naar Start >
Uitvoeren en typt u msconfig. Op het tabblad Startup
(Opstarten) van het hulpprogramma voor
systeemconfiguratie deselecteert u de applicaties
waarvan u niet wilt dat ze automatisch opstarten.
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u geen applicaties
verhindert om automatisch op te starten die nodig zijn
voor het goed functioneren van het systeem.
2. Voeg extra geheugen toe.
Sommige applicaties, met name spellen, vormen een zware
belasting voor het grafische subsysteem.
1. Verlaag de beeldschermresolutie voor de actieve
applicatie of raadpleeg de documentatie bij de applicatie
voor mogelijkheden om de prestaties te verhogen door
bepaalde parameters in de applicatie te wijzigen.
2. Voeg extra geheugen toe.
3. Voer een upgrade uit op het grafische subsysteem.
Onbekende oorzaak. Start de computer opnieuw op.
De computer wordt automatisch uitgeschakeld en het aan/uit-lampje knippert tweemaal in de kleur rood met
tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden, en de computer laat twee geluidssignalen
horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald, maar de lampjes blijven knipperen.)
Oorzaak Oplossing
De hittebeveiliging van de processor is geactiveerd:
een ventilator is geblokkeerd of werkt niet;
OF
Het koelelement is niet goed bevestigd aan de processor.
1. Zorg dat de ventilatieopeningen van de computer niet
worden geblokkeerd.
2. Open de kap, druk op de aan/uit-knop en controleer of de
systeemventilator draait. Als de systeemventilator niet
draait, controleert u of de kabel van de ventilator is
aangesloten op de header van de systeemkaart.
3. Als de ventilator is aangesloten maar niet draait, vervangt
u de ventilatoreenheid.
4. Neem contact op met een HP Business of Service
Partner.
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)
NLWW Algemene problemen oplossen 13
Het systeem wordt niet ingeschakeld en de lampjes op de voorkant van de computer knipperen niet.
Oorzaak
Oplossing
Het systeem kan niet worden gestart. Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan 4
seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf groen
gaat branden, doet u het volgende:
1. Verwijder de uitbreidingskaarten één voor één totdat het
lampje op de systeemkaart gaat branden.
2. Vervang de systeemkaart.
OF
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan
4 seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf nu
NIET groen gaat branden, doet u het volgende:
1. Controleer of de computer is aangesloten op een
werkend stopcontact.
2. Open het chassis en controleer of de eenheid met de aan/
uit-knop goed is aangesloten op de systeemkaart.
3. Controleer of de kabel van de voedingseenheid goed is
aangesloten op de systeemkaart.
4. Controleer of het lampje op de systeemkaart brandt. Als
het lampje brandt, vervangt u de eenheid met de aan/uit-
knop.
5. Als het lampje op de systeemkaart niet brandt, vervangt
u de voedingseenheid.
6. Vervang de systeemkaart.
Een dvd of cd in de optischeschijfeenheid wordt niet uitgeworpen.
Oorzaak
Oplossing
De schuifdeur die de optischeschijfeenheid afdekt, is gesloten. Gebruik de meegeleverde sleutel om de deur te ontgrendelen
(indien nodig) en schuif de deur helemaal naar beneden.
De schuifdeur die de optischeschijfeenheid afdekt, gaat niet open.
Oorzaak
Oplossing
De schuifdeur is vergrendeld. Gebruik de meegeleverde sleutel om de deur te ontgrendelen
en schuif de deur vervolgens naar beneden.
Geen juiste voeding op de COM-poort.
Oorzaak
Oplossing
De jumpers voor de COM-poort zijn niet correct ingesteld. Raadpleeg "Voeding aan een seriële poort configureren" in de
Naslaggids voor de hardware voor instructies voor het instellen
van de jumpers van de COM-poort voor voeding.
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)
14 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Voedingsproblemen oplossen
Veelvoorkomende oorzaken van en oplossingen voor voedingsproblemen worden aangegeven in de
volgende tabel.
Tabel 2-2 Voedingsproblemen oplossen
Voedingseenheid wordt af en toe afgesloten.
Oorzaak
Oplossing
Voedingseenheid wordt niet ingeschakeld vanwege interne
storing in voedingseenheid.
Neem contact op met een HP Business of Service Partner om
de voeding te laten vervangen.
De computer wordt automatisch uitgeschakeld en het aan/uit-lampje knippert tweemaal in de kleur rood met
tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden, en de computer laat twee geluidssignalen
horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald, maar de lampjes blijven knipperen.)
Oorzaak
Oplossing
De hittebeveiliging van de processor is geactiveerd:
een ventilator is geblokkeerd of werkt niet;
OF
Het koelelement is niet goed bevestigd aan de processor.
1. Zorg dat de ventilatieopeningen van de computer niet
worden geblokkeerd.
2. Open de kap, druk op de aan/uit-knop en controleer of de
systeemventilator draait. Als de systeemventilator niet
draait, controleert u of de kabel van de ventilator is
aangesloten op de header van de systeemkaart.
3. Als de ventilator is aangesloten maar niet draait, vervangt
u de ventilatoreenheid.
4. Neem contact op met een HP Business of Service
Partner.
Het aan/uit-lampje knippert viermaal in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van
twee seconden, en de computer laat vier geluidssignalen horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer
herhaald, maar de lampjes blijven knipperen.)
Oorzaak
Oplossing
Stroomstoring (voedingseenheid is overbelast). 1. Open de kap en controleer of de kabel van de
voedingseenheid goed is aangesloten op de connector
van de systeemkaart.
2. Controleer of een apparaat het probleem veroorzaakt
door ALLE aangesloten apparaten te verwijderen (zoals
vaste schijven, optischeschijfeenheden en
uitbreidingskaarten). Zet de computer aan. Als het POST-
proces wordt geactiveerd, schakelt u het systeem uit en
vervangt alle apparaten een voor een. Herhaal deze
procedure totdat de fout zich voordoet. Vervang het
apparaat dat de storing veroorzaakt. Voeg alle apparaten
een voor een toe om te controleren of ze allemaal goed
werken.
3. Vervang de voedingseenheid.
4. Vervang de systeemkaart.
NLWW Voedingsproblemen oplossen 15
Problemen met vaste schijf oplossen
Tabel 2-3 Problemen met vaste schijf oplossen
Er treedt een fout op in de vaste schijf.
Oorzaak
Oplossing
Vaste schijf bevat defecte sectoren of heeft een storing. 1. Klik in Windows XP met de rechtermuisknop op Start,
Verkennen en selecteer vervolgens een schijfeenheid.
Selecteer Bestand > Eigenschappen > Extra. Klik bij
Foutcontrole op Nu controleren.
Klik in Microsoft Windows Vista met de rechtermuisknop
op Start, Verkennen en klik vervolgens met de
rechtermuisknop op een schijfeenheid. Selecteer
Eigenschappen en selecteer vervolgens het tabblad
Extra. Klik bij Foutcontrole op Nu controleren.
2. Gebruik een hulpprogramma om onbruikbare sectoren
op te sporen en te blokkeren. Formatteer indien nodig de
vaste schijf.
Probleem met schijftransactie.
Oorzaak
Oplossing
De mapstructuur is ongeldig of er is een probleem met een
bestand.
Klik in Windows XP met de rechtermuisknop op Start,
Verkennen en selecteer vervolgens een schijfeenheid.
Selecteer Bestand > Eigenschappen > Extra. Klik bij
Foutcontrole op Nu controleren.
Klik in Microsoft Windows Vista met de rechtermuisknop op
Start, Verkennen en klik vervolgens met de rechtermuisknop
op een schijfeenheid. Selecteer Eigenschappen en selecteer
vervolgens het tabblad Extra. Klik bij Foutcontrole op Nu
controleren.
Schijfstation niet gevonden (geïdentificeerd).
Oorzaak
Oplossing
Mogelijk is de kabel los. Controleer de aansluitingen.
Een nieuw geïnstalleerd apparaat wordt mogelijk niet
automatisch herkend door het systeem.
Raadpleeg de sectie Problemen bij de installatie van hardware
oplossen op pagina 29 voor aanwijzingen voor het opnieuw
configureren. Als de nieuwe schijfeenheid nog steeds niet
wordt herkend, controleert u of de schijfeenheid wordt
genoemd in Computer Setup (Computerinstellingen). Als de
schijfeenheid hier wordt genoemd, wordt het probleem
waarschijnlijk door een stuurprogramma veroorzaakt. Als de
schijfeenheid niet wordt genoemd, wordt het probleem
waarschijnlijk door de hardware veroorzaakt.
Als het een zojuist geïnstalleerde schijfeenheid betreft, voert u
het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen)
uit en voegt u een POST-vertraging toe bij
Advanced (Geavanceerd) > Power-On Options
(Opstartopties).
16 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Schijfstation niet gevonden (geïdentificeerd).
Oorzaak
Oplossing
Het apparaat is aangesloten op een SATA-poort die is
uitgeschakeld in Computer Setup (Computerinstellingen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en zorg dat de
SATA-poort van het apparaat is ingeschakeld bij Storage
(Opslag) > Storage Options (Opslagopties).
Schijfstation reageert traag direct na het opstarten. Start Computer Setup (Computerinstellingen) en verhoog de
POST-vertragingswaarde bij Advanced (Geavanceerd) >
Power-On Options (Opstartopties).
Bericht over niet-systeemschijf/ontbrekende NTLDR.
Oorzaak
Oplossing
Het systeem probeert op te starten vanaf de vaste schijf, maar
de vaste schijf is mogelijk beschadigd.
1. Plaats een opstart-cd of USB-apparaat en start de
computer opnieuw op.
2. Controleer de indeling van de vaste schijf met fdisk:
Gebruik bij NTFS-indeling een leesprogramma van een
andere leverancier om de schijfeenheid te onderzoeken.
Bij FAT32-indeling is de vaste schijf niet toegankelijk.
Systeembestanden ontbreken of zijn niet correct geïnstalleerd. 1. Plaats een opstart-cd of USB-apparaat en start de
computer opnieuw op.
2. Controleer de indeling van de vaste schijf met Fdisk:
Gebruik bij NTFS-indeling een leesprogramma van een
andere leverancier om de schijfeenheid te onderzoeken.
Bij FAT32-indeling is de vaste schijf niet toegankelijk.
3. Installeer systeembestanden voor het juiste
besturingssysteem.
4. Herstel het systeem naar een herstelpunt in HP Backup
and Recovery Manager. Raadpleeg de HP Backup and
Recovery Manager User Guide in het menu Start van
Windows voor meer informatie.
Opstarten vanaf de vaste schijf is uitgeschakeld in Computer
Setup (Computerinstellingen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel de
vermelding van de vaste schijf in de lijst Storage (Opslag) >
Boot Order (Opstartvolgorde) in.
De opstartschijf is niet als eerste aangesloten in een
configuratie met meerdere vaste schijven.
Als u probeert op te starten van een vaste schijf, is het
noodzakelijk dat deze is aangesloten op de connector op de
systeemkaart met het label SATA 0.
De controller van de opstartschijf wordt niet als eerste
weergegeven in de opstartvolgorde.
Start Computer Setup (Computerinstellingen), selecteer
Storage (Opslag) > Boot Order (Opstartvolgorde) en zorg dat
de controller van de opstartschijf direct onder de vermelding
van de Hard Drive (Vaste schijf) staat.
Computer wordt niet opgestart vanaf vaste schijf.
Oorzaak
Oplossing
De SATA-controller is uitgeschakeld in Computer Setup
(Computerinstellingen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en zorg dat de
SATA-controller van het apparaat is ingeschakeld bij
Storage (Opslag) > Storage Options (Opslagopties).
Tabel 2-3 Problemen met vaste schijf oplossen (vervolg)
NLWW Problemen met vaste schijf oplossen 17
Computer wordt niet opgestart vanaf vaste schijf.
Oorzaak
Oplossing
Opstartvolgorde is niet juist. Start Computer Setup (Computerinstellingen) en wijzig de
opstartvolgorde bij Storage (Opslag) > Boot Order
(Opstartvolgorde).
Optie "Emulation Type" (Type emulatie) van vaste schijf is
ingesteld op "None" (Geen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en wijzig
"Emulation Type" (Type emulatie) in "Hard Disk" (Vaste schijf)
bij Storage (Opslag) > Device Configuration
(Apparaatconfiguratie).
Vaste schijf is beschadigd. Kijk of het aan/uit-lampje op het voorpaneel ROOD knippert en
of er geluidssignalen te horen zijn. Raadpleeg Bijlage A,
POST-foutberichten op pagina 46, om mogelijke oorzaken
vast te stellen voor de rode knipperpatronen en
geluidssignalen.
Raadpleeg de wereldwijde beperkte garantie voor de
algemene voorwaarden.
Computer lijkt te zijn vastgelopen.
Oorzaak
Oplossing
Programma dat in gebruik is reageert niet meer op opdrachten. Probeer de normale afsluitprocedure van Windows uit te
voeren. Als dit niet werkt, houdt u gedurende minimaal vier
seconden de aan/uit-knop ingedrukt om de computer uit te
schakelen. Druk opnieuw op de aan/uit-knop om de computer
opnieuw op te starten.
Tabel 2-3 Problemen met vaste schijf oplossen (vervolg)
18 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Weergaveproblemen oplossen
Als u weergaveproblemen ondervindt, raadpleegt u de documentatie die bij de monitor is geleverd en
de veelvoorkomende oorzaken en oplossingen in de volgende tabel.
Tabel 2-4 Weergaveproblemen oplossen
Het scherm is leeg (geen beeld).
Oorzaak
Oplossing
De monitor staat niet aan en het aan/uit-lampje van de monitor
brandt niet.
Zet de monitor aan en controleer of het lampje van de monitor
brandt.
De monitor is defect. Probeer een andere monitor.
De kabels zijn niet goed aangesloten. Controleer de aansluiting van de monitor op de computer en
op het stopcontact.
Er is mogelijk een hulpprogramma geïnstalleerd dat het beeld
van het scherm wist, of de functie voor energiebesparing is
ingeschakeld.
Druk op een willekeurige toets of klik met de muis. Typ
vervolgens uw wachtwoord, indien hierom wordt gevraagd.
Systeem-ROM is beschadigd; systeem werkt in de Boot Block
Emergency Recovery Mode (Herstelmodus voor noodsituaties
met opstartblok). Dit wordt aangegeven door acht
geluidssignalen.
Flash het systeem-ROM opnieuw met de nieuwste BIOS-
image. Raadpleeg het gedeelte "Boot Block Emergency
Recovery Mode" (Herstelmodus voor noodsituaties met
opstartblokkering) in de Handleiding Desktop Management
voor meer informatie.
U gebruikt een monitor met vaste synchronisatie en de
synchronisatie werkt niet bij de gekozen resolutie.
Controleer of de monitor de horizontale
vernieuwingsfrequentie van de ingestelde resolutie
ondersteunt.
De computer staat in de standbystand. Druk kort op de aan/uit-knop om de standbystand te
beëindigen.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren
vanuit de standbystand, houdt u de aan/uit-knop niet langer
dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer
uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren
gaan.
Monitorkabel is op de verkeerde uitgang aangesloten. Zorg ervoor dat de monitor is aangesloten op een actieve
connector aan de achterzijde van de computer. Als een andere
connector beschikbaar is, sluit u de monitor op die connector
aan en start u het systeem opnieuw op.
Monitorinstellingen in de computer zijn niet compatibel met de
monitor.
1. Start de computer opnieuw op en druk op F8 tijdens het
opstarten als "Press F8" (Druk op F8) wordt weergegeven
in de rechterbenedenhoek van het scherm.
2. Selecteer met behulp van de pijltoetsen op het
toetsenbord de optie Enable VGA Mode (VGA-modus
inschakelen) en druk vervolgens op Enter.
3. Dubbelklik in Configuratiescherm in Windows op het
pictogram Beeldscherm en selecteer het tabblad
Instellingen.
4. Gebruik de schuifregelaar om de resolutie opnieuw in te
stellen.
NLWW Weergaveproblemen oplossen 19
Het scherm is leeg en het aan/uit-lampje knippert vijfmaal in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd
door een pauze van twee seconden, en de computer laat vijf geluidssignalen horen. (De geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald, maar de lampjes blijven knipperen.)
Oorzaak Oplossing
Het geheugen is defect (gedetecteerd voordat video actief
wordt).
1. Verwijder de DIMM's en plaats deze opnieuw. Zet de
computer aan.
2. Vervang de DIMM's een voor een om te bepalen welke
module defect is.
3. Vervang geheugen van andere leveranciers door HP
geheugen.
4. Vervang de systeemkaart.
Het scherm is leeg en het aan/uit-lampje knippert zesmaal in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd
door een pauze van twee seconden, en de computer laat zes geluidssignalen horen. (De geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald, maar de lampjes blijven knipperen.)
Oorzaak
Oplossing
De grafische kaart is defect (gedetecteerd voordat video actief
wordt).
Bij een computer met een afzonderlijke grafische kaart:
1. Verwijder de grafische kaart en plaats deze opnieuw. Zet
de computer aan.
2. Vervang de grafische kaart.
3. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een geïntegreerde grafische controller
vervangt u de systeemkaart.
Het scherm is leeg en het aan/uit-lampje knippert zevenmaal in de kleur rood met tussenpozen van een seconde,
gevolgd door een pauze van twee seconden, en de computer laat zeven geluidssignalen horen. (De geluidssignalen
worden in totaal vijf keer herhaald, maar de lampjes blijven knipperen.)
Oorzaak
Oplossing
Storing in systeemkaart (ROM heeft storing eerder
gedetecteerd dan video).
Vervang de systeemkaart.
Monitor werkt niet goed bij gebruik van voorzieningen voor energiebesparing.
Oorzaak
Oplossing
Een monitor zonder functionaliteit voor energiebesparing
wordt gebruikt met de voorzieningen voor energiebesparing
ingeschakeld.
Schakel de voorziening voor energiebesparing van de monitor
uit.
Tabel 2-4 Weergaveproblemen oplossen (vervolg)
20 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Donkere tekens.
Oorzaak
Oplossing
De helderheid en het contrast zijn niet correct ingesteld. Pas de helderheid en het contrast van de monitor aan.
Kabels zijn niet goed aangesloten. Controleer of de grafische kabel goed is aangesloten op de
grafische kaart en de monitor.
Wazig beeld of gewenste resolutie kan niet worden ingesteld.
Oorzaak
Oplossing
Als een upgrade is uitgevoerd van de grafische controller, zijn
mogelijk niet de juiste grafische stuurprogramma's geladen.
Installeer de videostuurprogramma die zijn meegeleverd in de
upgradeset.
Monitor kan aangevraagde resolutie niet weergeven. Wijzig aangevraagde resolutie.
Grafische kaart is defect. Vervang de grafische kaart.
Het beeld is hapert, loopt, trilt of flikkert.
Oorzaak
Oplossing
De monitoraansluitingen zijn mogelijk niet goed uitgevoerd of
de monitor is verkeerd afgesteld.
1. Controleer of de monitorkabel goed is aangesloten op de
computer.
2. In een systeem met twee monitoren of als een andere
monitor dicht in de buurt is geïnstalleerd, zorgt u ervoor
dat de elektromagnetische velden van de monitoren
elkaar niet storen door de monitoren verder uit elkaar te
plaatsen.
3. Mogelijk zijn fluorescerende lampen of ventilatoren te
dicht in de buurt van de monitor geplaatst.
Monitor moet worden gedemagnetiseerd. Demagnetiseer de monitor. Raadpleeg de documentatie bij de
monitor voor instructies.
Het beeld bevindt zich niet in het midden.
Oorzaak
Oplossing
Mogelijk moet positie worden aangepast. Druk op de menuknop om het menu met scherminstellingen te
openen. Selecteer ImageControl/Horizontal Position
(Beeldbesturing/Horizontale positie) of Vertical Position
(Verticale positie) om de horizontale of verticale positie van het
beeld aan te passen.
"No Connection, Check Signal Cable" (Geen verbinding, controleer signaalkabel) wordt weergegeven op het scherm.
Oorzaak
Oplossing
Videokabel van monitor is losgekoppeld. Sluit de videokabel aan op de monitor en de computer.
Tabel 2-4 Weergaveproblemen oplossen (vervolg)
NLWW Weergaveproblemen oplossen 21
"No Connection, Check Signal Cable" (Geen verbinding, controleer signaalkabel ) wordt weergegeven op het scherm.
Oorzaak
Oplossing
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat de voeding van het
apparaat is uitgeschakeld tijdens het aansluiten van de
videokabel.
"Out of Range" (Buiten bereik) wordt weergegeven op het scherm.
Oorzaak
Oplossing
Videoresolutie en vernieuwingsfrequentie zijn ingesteld op een
hogere waarde dan door de monitor wordt ondersteund.
Start de computer op nieuw op en activeer de Veilige modus.
Wijzig de instellingen in een ondersteunde waarde en start de
computer vervolgens opnieuw op zodat de nieuwe instellingen
actief worden.
Er komt een trillend of ratelend geluid uit een CRT-monitor wanneer deze wordt ingeschakeld.
Oorzaak
Oplossing
Demagnetiseringsspoel van monitor is geactiveerd. Geen. Het is normaal dat de demagnetiseringsspoel wordt
geactiveerd bij het inschakelen van de monitor.
Er komt een klikkend geluid uit het binnenste van een CRT-monitor.
Oorzaak
Oplossing
Elektronische relais zijn geactiveerd binnen in de monitor. Geen. Bij sommige monitoren is het normaal dat ze een
klikkend geluid maken als ze worden in- en uitgeschakeld, als
de standbystand wordt in- of uitgeschakeld en bij verandering
van resolutie.
Er komt een hoge toon uit het binnenste van een flatpanelmonitor.
Oorzaak
Oplossing
De helderheid en het contrast zijn op een te hoge waarde
ingesteld.
Verlaag de instelling voor helderheid en/of contrast.
Wazig beeld; strepen, dubbel beeld of schaduweffecten; horizontale lijnen; vage verticale balken of beeld kan niet
worden gecentreerd op het scherm (flatpanelmonitoren die uitsluitend gebruik maken van een analoge VGA-ingang).
Oorzaak
Oplossing
Interne digitale conversiecircuits van flatpanelmonitor zijn
mogelijk niet in staat de uitvoersynchronisatie van de grafische
kaart correct te interpreteren.
1. Selecteer de optie voor automatische afstelling van de
monitor in het menu met scherminstellingen van de
monitor.
2. Synchroniseer handmatig de opties Clock (Kloksnelheid)
en Clock Phase (Faseverschuiving) van het menu met
scherminstellingen. U kunt een SoftPaq downloaden voor
ondersteuning bij de synchronisatieprocedure. Bezoek
Tabel 2-4 Weergaveproblemen oplossen (vervolg)
22 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Wazig beeld; strepen, dubbel beeld of schaduweffecten; horizontale lijnen; vage verticale balken of beeld kan niet
worden gecentreerd op het scherm (flatpanelmonitoren die uitsluitend gebruik maken van een analoge VGA-ingang).
Oorzaak
Oplossing
hiervoor de onderstaande website, selecteer de juiste
monitor en download vervolgens SP35375 of SP35466:
http://www.hp.com/support
Grafische kaart is niet juist geplaatst of is beschadigd. 1. Verwijder de grafische kaart en plaats deze opnieuw.
2. Vervang de grafische kaart.
Bepaalde getypte symbolen worden niet correct weergegeven.
Oorzaak
Oplossing
Het lettertype dat u gebruikt biedt geen ondersteuning voor het
specifieke symbool.
Gebruik het hulpprogramma Speciale tekens om het
betreffende teken te vinden en te selecteren. Klik op Start >
Alle programma’s > Bureau-accessoires >
Systeemwerkset > Speciale tekens. U kunt het teken vanuit
de Speciale tekens naar een document kopiëren.
Tabel 2-4 Weergaveproblemen oplossen (vervolg)
NLWW Weergaveproblemen oplossen 23
Audioproblemen oplossen
Als de computer over audiovoorzieningen beschikt en u audioproblemen krijgt, raadpleegt u de lijst met
veelvoorkomende oorzaken en oplossingen in de volgende tabel.
Tabel 2-5 Audioproblemen oplossen
Geluid valt regelmatig weg.
Oorzaak
Oplossing
Processorbronnen worden door andere geopende
toepassingen gebruikt.
Sluit alle openstaande processorintensieve toepassingen.
Directe geluidsvertraging, dat in veel mediaspelers regelmatig
voorkomt.
In Windows XP doet u het volgende:
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer Geluiden
en audioapparaten.
2. Selecteer op het tabblad Audio een apparaat uit de lijst
Afspelen van geluid.
3. Klik op de knop Geavanceerd en open het tabblad
Prestaties.
4. Zet de schuifregelaar Hardwareversnelling op Geen en
de schuifregelaar Conversiekwaliteit van
samplefrequentie op Goed en test de audio vervolgens
opnieuw.
5. Zet de schuifregelaar Hardwareversnelling op
Maximaal en de schuifregelaar Conversiekwaliteit van
samplefrequentie op Best en test de audio vervolgens
opnieuw.
Er komt geen geluid uit de luidspreker.
Oorzaak
Oplossing
De softwarematige volumeregeling is te laag gezet. Dubbelklik op het pictogram Luidspreker op de taakbalk en
controleer vervolgens of niet Dempen is geselecteerd.
Gebruik vervolgens de volumeregelaar om het volume aan te
passen.
Audio is verborgen in Computer Setup. U schakelt als volgt de audio in Computer Setup
(Computerinstellingen) in: Security (Beveiliging) >
Device Security (Apparaatbeveiliging) > System Audio
(Systeemgeluid).
De externe luidsprekers zijn niet ingeschakeld. Schakel de externe luidsprekers in.
Het audioapparaat is mogelijk aangesloten op de verkeerde
connector aan de achterzijde van de computer.
Zorg ervoor dat het apparaat is aangesloten op de juiste
connector aan de achterzijde van de computer.
De externe luidsprekers zijn op de verkeerde connector
aangesloten op een recentelijk geïnstalleerde geluidskaart.
Raadpleeg de documentatie bij de geluidskaart voor de juiste
aansluiting van de luidsprekers.
Digitale cd-audio is niet ingeschakeld. Ga als volgt te werk om digitale cd-audio in te schakelen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en selecteer
Systeem.
2. Open het tabblad Hardware en klik op de knop
Apparaatbeheer.
24 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Er komt geen geluid uit de luidspreker.
Oorzaak
Oplossing
3. Klik met de rechtermuisknop op het cd/dvd-apparaat en
selecteer Eigenschappen.
4. Zorg ervoor dat op het tabblad Eigenschappen het
selectievakje Digitale cd-audio voor deze cd-
romspeler inschakelen is ingeschakeld.
Apparaten die zijn aangesloten op de uitgang dempen de
interne luidspreker.
Schakel eventueel aangesloten externe luidsprekers in en
gebruik deze of koppel externe luidsprekers los.
Het volume wordt gedempt. 1. Ga naar het Configuratiescherm en klik op Geluid,
spraak en audioapparaten. Klik vervolgens op
Geluiden en audioapparaten.
2. Klik op het selectievakje Dempen om het vinkje uit het
vakje te verwijderen.
De computer staat in de standbystand. Druk kort op de aan/uit-knop om de standbystand te
beëindigen.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren
vanuit de standbystand, houdt u de aan/uit-knop niet langer
dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer
uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren
gaan.
De computer lijkt geblokkeerd tijdens het opnemen van audio.
Oorzaak
Oplossing
Mogelijk is de vaste schijf vol. Controleer voordat u gaat opnemen of er voldoende vrije
ruimte is op de vaste schijf. U kunt ook proberen het
audiobestand op te nemen in een gecomprimeerde indeling.
Tabel 2-5 Audioproblemen oplossen (vervolg)
NLWW Audioproblemen oplossen 25
Printerproblemen oplossen
Als u afdrukproblemen ondervindt, raadpleegt u de documentatie die bij de printer is geleverd en de
veelvoorkomende oorzaken en oplossingen in de volgende tabel.
Tabel 2-6 Printerproblemen oplossen
De printer drukt niet af.
Oorzaak
Oplossing
De printer is niet ingeschakeld en online. Zet de printer aan en zorg ervoor dat deze online is.
Er zijn niet de juiste printerstuurprogramma's voor de
toepassing geïnstalleerd.
1. Installeer het juiste printerstuurprogramma voor de
toepassing.
2. Probeer als volgt af te drukken via de MS-DOS-opdracht:
DIR C:\ > LPT1
Als de printer werkt, laadt u het printerstuurprogramma
opnieuw.
Als uw computer op een netwerk is aangesloten, heeft u
mogelijk geen verbinding met de printer gemaakt.
Maak de juiste netwerkverbindingen met de printer.
Er is mogelijk een fout in de printer opgetreden. Voer de zelftest van de printer uit.
De printer gaat niet aan.
Oorzaak
Oplossing
De kabels zijn mogelijk niet goed aangesloten. Sluit alle kabels opnieuw aan en controleer het netsnoer en het
stopcontact.
De printer drukt onleesbare gegevens af.
Oorzaak
Oplossing
Er is niet het juiste printerstuurprogramma voor de toepassing
geïnstalleerd.
Installeer het juiste printerstuurprogramma voor de
toepassing.
De kabels zijn mogelijk niet goed aangesloten. Sluit alle kabels opnieuw aan.
Printergeheugen is mogelijk overbelast. Voer een reset van de printer uit door deze één minuut lang uit
te schakelen en vervolgens opnieuw aan te zetten.
Printer is offline.
Oorzaak
Oplossing
Het papier in de printer is mogelijk op. Controleer de papierlade en vul deze bij als de lade leeg is.
Selecteer online.
26 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Toetsenbord- en muisproblemen oplossen
Als u problemen met het toetsenbord of de muis ondervindt, raadpleegt u de documentatie die bij de
apparatuur is geleverd en de veelvoorkomende oorzaken en oplossingen in de volgende tabel.
Tabel 2-7 Toetsenbordproblemen oplossen
Toetsenbordopdrachten en getypte tekens worden niet herkend door de computer.
Oorzaak
Oplossing
Toetsenbordconnector is niet goed aangesloten. 1. Klik op het Bureaublad van Windows op Start.
2. Klik op Afsluiten. Het dialoogvenster Windows
afsluiten wordt weergegeven.
3. Selecteer Uitschakelen.
4. Sluit het toetsenbord opnieuw aan op de achterzijde van
de computer nadat het afsluiten is voltooid, en start de
computer opnieuw op.
Programma dat in gebruik is reageert niet meer op opdrachten. Sluit de computer af met de muis en start de computer
vervolgens opnieuw op.
Toetsenbord moet worden gerepareerd. Raadpleeg de wereldwijde beperkte garantie voor de
algemene voorwaarden.
Fout met draadloos apparaat. 1. Controleer de status van het apparaat in de software,
indien beschikbaar.
2. Controleer/vervang de batterijen van het apparaat.
3. Stel ontvanger en toetsenbord opnieuw in.
De computer staat in de standbystand. Druk kort op de aan/uit-knop om de standbystand te
beëindigen.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren
vanuit de standbystand, houdt u de aan/uit-knop niet langer
dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer
uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren
gaan.
De cursor kan niet worden verplaatst met de pijl toetsen op het toetsenbord.
Oorzaak
Oplossing
Mogelijk is de Num Lock-toets ingeschakeld. Druk op de Num Lock-toets. Het Num Lock-lampje moet uit zijn
als u de pijl toetsen wilt gebruiken. Num Lock kan met
Computer Setup worden uitgeschakeld (of ingeschakeld).
NLWW Toetsenbord- en muisproblemen oplossen 27
Tabel 2-8 Muisproblemen oplossen
De muis reageert niet op beweging of is te traag.
Oorzaak
Oplossing
Muisconnector is niet goed aangesloten aan de achterzijde
van de computer.
Sluit de computer af met het toetsenbord.
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen Ctrl en Esc (of druk op
de toets met het Windows-logo) om het menu Start weer
te geven.
2. Gebruik de pijltoetsen Omhoog of Omlaag om de optie
Afsluiten te selecteren en druk vervolgens op de Enter-
toets.
3. Gebruik de pijltoetsen Omhoog of Omlaag om de optie
Afsluiten te selecteren en druk vervolgens op de Enter-
toets.
4. Sluit de muisconnector aan op de achterzijde van de
computer (of het toetsenbord) nadat het afsluiten is
voltooid, en start de computer opnieuw op.
Programma dat in gebruik is reageert niet meer op opdrachten. Sluit de computer af met het toetsenbord en start de computer
vervolgens opnieuw op.
Mogelijk moet de muis worden schoongemaakt. Verwijder het afdekklepje van het muisballetje en maak de
inwendige onderdelen schoon.
Mogelijk moet de muis worden gerepareerd. Raadpleeg de wereldwijde beperkte garantie voor de
algemene voorwaarden.
Fout met draadloos apparaat. 1. Controleer de status van het apparaat in de software,
indien beschikbaar.
2. Controleer/vervang de batterijen van het apparaat.
3. Stel ontvanger en muis opnieuw in.
De computer staat in de standbystand. Druk kort op de aan/uit-knop om de standbystand te
beëindigen.
VOORZICHTIG: Als u probeert de computer te activeren
vanuit de standbystand, houdt u de aan/uit-knop niet langer
dan vier seconden ingedrukt. Anders wordt de computer
uitgeschakeld, waarbij alle niet-opgeslagen gegevens verloren
gaan.
De muis beweegt alleen verticaal of horizontaal, of alleen met horten en stoten.
Oorzaak
Oplossing
Het muisballetje of de assen van de draaipulsgever die contact
maken met het balletje zijn vuil.
Verwijder het klepje van het muisballetje aan de onderzijde van
de muis en maak de inwendige onderdelen schoon met een
muisreinigingsset die in de meeste computerwinkels te koop
is.
28 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Problemen bij de installatie van hardware oplossen
Wanneer u een extra schijfeenheid, een uitbreidingskaart of andere hardware toevoegt of verwijdert,
kan het nodig zijn de computer opnieuw te configureren. Wanneer u een Plug and Play-apparaat
installeert, wordt het apparaat automatisch door Windows herkend en wordt de configuratie van de
computer automatisch aangepast. Als u een apparaat installeert dat niet compatibel is met Plug and
Play, moet u de computer opnieuw configureren nadat de installatie van de nieuwe hardware is voltooid.
In Windows gebruikt u hiervoor de Wizard Hardware toevoegen. Volg de instructies van de wizard die
op het scherm worden weergegeven.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart
altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische schokken of hete
oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne onderdelen
van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
Controleer het lampje op de systeemkaart. Als het lampje brandt, staat er nog spanning op het systeem.
Schakel de computer uit en ontkoppel het netsnoer voordat u verdergaat.
Tabel 2-9 Problemen bij de installatie van hardware oplossen
Nieuwe apparatuur wordt niet herkend als onderdeel van het systeem.
Oorzaak
Oplossing
Een apparaat is niet goed geïnstalleerd of aangesloten. Controleer of het apparaat goed is aangesloten en of de pinnen
van de connector niet zijn verbogen.
Kabels van nieuwe externe apparatuur zitten los of netsnoeren
zijn niet aangesloten.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten en of de pinnen
van de kabel of de connector niet verbogen zijn.
Het nieuwe apparaat is niet ingeschakeld. Schakel de computer uit, schakel het externe apparaat in en
schakel vervolgens de computer weer in om het apparaat in
het systeem te integreren.
U heeft de wijzigingen in de configuratie niet geaccepteerd
toen het systeem u hierover informeerde.
Start de computer opnieuw op en volg de instructies voor het
accepteren van de wijzigingen.
Een Plug and Play-kaart wordt mogelijk niet automatisch
geconfigureerd als de standaardconfiguratie een conflict met
andere apparaten veroorzaakt.
Gebruik Apparaatbeheer om de automatische instellingen
voor de kaart uit te schakelen en een basisconfiguratie te
kiezen die geen conflict met systeembronnen veroorzaakt. U
kunt ook Computer Setup (Computerinstellingen) gebruiken
om apparaten opnieuw te configureren of uit te schakelen en
zodoende het conflict op te lossen.
De USB-poorten van de computer zijn uitgeschakeld in
Computer Setup (Computerinstellingen).
Open Computer Setup (F10) (Computerinstellingen) en
schakel de USB-poorten in bij Security (Beveiliging) >
Drivelock Security (Drivelock-beveiliging).
NLWW Problemen bij de installatie van hardware oplossen 29
De computer start niet op.
Oorzaak
Oplossing
Er zijn verkeerde geheugenmodules geïnstalleerd of er zijn
geheugenmodules op de verkeerde locatie geplaatst.
1. Raadpleeg de documentatie bij de computer om te
controleren of u de juiste geheugenmodules gebruikt en
of deze modules op de juiste manier zijn geïnstalleerd.
2. Let op de geluidssignalen en de lampjes aan de voorkant
van de computer. Geluidssignalen en knipperende
lampjes duiden specifieke problemen aan.
3. Als u het probleem ondanks de voorgaande tips niet kunt
oplossen, neemt u contact op met een HP Business of
Service Partner.
Het aan/uit-lampje knippert vijfmaal in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van
twee seconden, en de computer laat vijf geluidssignalen horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald,
maar de lampjes blijven knipperen.)
Oorzaak
Oplossing
Het geheugen is onjuist geïnstalleerd of is beschadigd. VOORZICHTIG: Ontkoppel het netsnoer van de computer
voordat u een DIMM installeert of verwijdert, om schade aan
de DIMM of de systeemkaart te voorkomen.
1. Verwijder de DIMM's en plaats deze opnieuw. Zet de
computer aan.
2. Vervang de DIMM's een voor een om te bepalen welke
module defect is.
3. Vervang geheugen van andere leveranciers door HP
geheugen.
4. Vervang de systeemkaart.
Het aan/uit-lampje knippert zesmaal in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van
twee seconden, en de computer laat zes geluidssignalen horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald,
maar de lampjes blijven knipperen.)
Oorzaak
Oplossing
De grafische kaart (indien aanwezig) is niet juist geplaatst of
is defect, of de systeemkaart is defect.
Bij een computer met een afzonderlijke grafische kaart:
1. Verwijder de grafische kaart en plaats deze opnieuw. Zet
de computer aan.
2. Vervang de grafische kaart.
3. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een geïntegreerde grafische controller
vervangt u de systeemkaart.
Tabel 2-9 Problemen bij de installatie van hardware oplossen (vervolg)
30 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Het aan/uit-lampje knippert tienmaal in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van
twee seconden, en de computer laat tien geluidssignalen horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer
herhaald, maar de lampjes blijven knipperen.)
Oorzaak Oplossing
Beschadigde optionele kaart. 1. Controleer elke optionele kaart door de kaarten een voor
een te verwijderen (in het geval er meerdere kaarten zijn)
en schakel het systeem opnieuw in om te zien of het
probleem is opgelost.
2. Zodra u weet welke kaart het probleem veroorzaakt,
verwijdert u de beschadigde kaart.
3. Vervang de systeemkaart.
Tabel 2-9 Problemen bij de installatie van hardware oplossen (vervolg)
NLWW Problemen bij de installatie van hardware oplossen 31
Netwerkproblemen oplossen
Enkele veelvoorkomende oorzaken van en oplossingen voor netwerkproblemen worden aangegeven
in de volgende tabel. In deze richtlijnen komt niet het opsporen van fouten in de netwerkbekabeling aan
de orde.
Tabel 2-10 Netwerkproblemen oplossen
Wake-on-LAN-voorziening (Activeren bij LAN) werkt niet.
Oorzaak
Oplossing
Wake-on-LAN (Activeren bij LAN) is niet ingeschakeld.
OPMERKING: Bij sommige NIC's wordt een aparte
configuratieapplet geleverd die een meer gedetailleerde
controle en configuratie over de activeringsvoorzieningen
biedt. Raadpleeg de documentatie bij de NIC voor meer
informatie.
Schakel Wake on LAN (Activeren bij LAN) in.
1. Selecteer Start > Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Netwerkverbindingen.
3. Dubbelklik op LAN-verbinding.
4. Klik op Eigenschappen.
5. Klik op Configureren.
6. Ga naar het tabblad Energiebeheer en schakel
vervolgens het selectievakje in bij Dit apparaat mag de
computer uit stand-by halen.
Netwerkadapter wordt niet gedetecteerd door netwerkstuurprogramma.
Oorzaak
Oplossing
Netwerkadapter is uitgeschakeld. 1. Open Computer Setup (Computerinstellingen) en
schakel de netwerkcontroller in bij Security
(Beveiliging) > Device Security (Apparaatbeveiliging).
2. Schakel de netwerkadapter in via Apparaatbeheer in het
besturingssysteem.
Onjuist netwerkstuurprogramma. Controleer in de documentatie bij de netwerkadapter wat het
juiste stuurprogramma is en haal de meest recente versie
hiervan op van de website van de fabrikant.
Lampje voor netwerkstatus knippert nooit.
OPMERKING: Het lampje voor de netwerkstatus behoort te knipperen bij netwerkactiviteit.
Oorzaak
Oplossing
Er is geen actief netwerk gedetecteerd. Controleer de bekabeling en ga na of de netwerkapparatuur
correct is aangesloten.
Netwerkadapter is niet correct ingesteld. Controleer de apparaatstatus binnen Windows, bijvoorbeeld
via Apparaatbeheer. Ga hierbij na of het stuurprogramma is
geladen. Controleer vervolgens de verbindingsstatus met de
applet Netwerkverbindingen binnen Windows.
32 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Lampje voor netwerkstatus knippert nooit.
OPMERKING: Het lampje voor de netwerkstatus behoort te knipperen bij netwerkactiviteit.
Oorzaak
Oplossing
Netwerkadapter is uitgeschakeld. 1. Open Computer Setup (Computerinstellingen) en
schakel de netwerkcontroller in bij Security
(Beveiliging) > Device Security (Apparaatbeveiliging).
2. Schakel de netwerkadapter in via Apparaatbeheer in het
besturingssysteem.
Netwerkstuurprogramma is niet correct geladen. Installeer de netwerkstuurprogramma's opnieuw.
Systeem kan het netwerk niet automatisch detecteren. Schakel de autosensing-voorzieningen uit en laat het systeem
in de juiste bedieningsmodus werken.
Diagnosesoftware meldt een storing.
Oorzaak
Oplossing
De kabel is mogelijk niet goed aangesloten. Zorg ervoor dat de kabel goed is aangesloten op de
netwerkconnector en dat het andere uiteinde van de kabel
goed is aangesloten op het juiste apparaat.
De kabel is aangesloten op de verkeerde connector. Zorg ervoor dat de kabel wordt aangesloten op de juiste
connector.
Er is een probleem met de kabel of met een apparaat aan het
andere uiteinde van de kabel.
Zorg ervoor dat de kabel en het apparaat aan het andere
uiteinde correct werken.
Interrupt van netwerkadapter wordt gedeeld met een
uitbreidingskaart.
Wijzig de broninstellingen voor de kaart in het menu
Geavanceerd van Computer Setup.
De netwerkadapter is defect. Neem contact op met een HP Business of Service Partner.
Diagnosetest slaagt, maar de computer communiceert niet met het netwerk.
Oorzaak
Oplossing
Netwerkstuurprogramma's worden niet geladen of
stuurprogrammaparameters komen niet overeen met de
huidige configuratie.
Controleer of de netwerkstuurprogramma's zijn geladen en dat
de stuurprogrammaparameters overeenkomen met de
configuratie van de netwerkadapter.
Controleer of de juiste netwerkclient en het juiste
netwerkprotocol zijn geïnstalleerd.
De netwerkadapter is niet geconfigureerd voor deze computer. Selecteer het pictogram Netwerk in het
Configuratiescherm en configureer de netwerkadapter.
Netwerkadapter stopte met werken toen een uitbreidingskaart werd toegevoegd aan de computer.
Oorzaak
Oplossing
Interrupt van netwerkadapter wordt gedeeld met een
uitbreidingskaart.
Wijzig de broninstellingen voor de kaart in het menu
Geavanceerd van Computer Setup.
Tabel 2-10 Netwerkproblemen oplossen (vervolg)
NLWW Netwerkproblemen oplossen 33
Netwerkadapter stopte met werken toen een uitbreidingskaart werd toegevoegd aan de computer.
Oorzaak
Oplossing
De netwerkadapter vereist stuurprogramma's. Controleer of de stuurprogramma's niet per ongeluk zijn
verwijderd tijdens de installatie van de stuurprogramma's voor
een nieuwe uitbreidingskaart.
De geïnstalleerde uitbreidingskaart is een netwerkkaart (NIC)
en conflicteert met de geïntegreerde NIC.
Wijzig de broninstellingen voor de kaart in het menu
Geavanceerd van Computer Setup.
Netwerkadapter stopt met werken zonder duidelijke reden.
Oorzaak
Oplossing
De bestanden van de netwerkstuurprogramma's zijn
beschadigd.
Download de netwerkstuurprogramma's van
http://www.hp.com en installeer deze.
De kabel is mogelijk niet goed aangesloten. Zorg ervoor dat de kabel goed is aangesloten op de
netwerkconnector en dat het andere uiteinde van de kabel
goed is aangesloten op het juiste apparaat.
De netwerkadapter is defect. Neem contact op met een HP Business of Service Partner.
Nieuwe netwerkkaart start niet op.
Oorzaak
Oplossing
Nieuwe netwerkkaart is mogelijk defect of voldoet niet aan de
standaardspecificaties van de industrie.
Installeer een werkende NIC die aan de industriestandaarden
voldoet of verander de opstartvolgorde zodat wordt opgestart
vanuit een andere bron.
Kan geen verbinding met netwerkserver maken bij pogingen tot systeeminstallatie op afstand.
Oorzaak
Oplossing
De netwerkadapter is niet correct geconfigureerd. Controleer de netwerkvoorzieningen en ga daarbij na of een
DHCP-server beschikbaar is en of de server voor externe
systeeminstallatie de NIC-stuurprogramma's voor uw NIC
bevat.
Hulpprogramma voor systeeminstelling meldt ongeprogrammeerde EEPROM.
Oorzaak
Oplossing
Ongeprogrammeerde EEPROM. Neem contact op met een HP Business of Service Partner.
Tabel 2-10 Netwerkproblemen oplossen (vervolg)
34 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Geheugenproblemen oplossen
Enkele veelvoorkomende oorzaken van en oplossingen voor geheugenproblemen worden aangegeven
in de volgende tabel.
VOORZICHTIG: De DIMM's worden mogelijk nog van stroom voorzien wanneer de computer is
uitgeschakeld. Ontkoppel het netsnoer van de computer voordat u een DIMM installeert of verwijdert,
om schade aan de DIMM of de systeemkaart te voorkomen.
Bij systemen die ECC-geheugen ondersteunen wordt een combinatie van ECC- en niet-ECC-geheugen
niet ondersteund door HP. Anders wordt het besturingssysteem niet opgestart door de computer.
Tabel 2-11 Geheugenproblemen oplossen
Systeem wordt niet opgestart of werkt niet correct na installatie van extra geheugenmodules.
Oorzaak
Oplossing
Geheugenmodule is niet van het juiste type of van de juiste
snelheid voor het systeem of de nieuwe geheugenmodule is
niet correct geplaatst.
Vervang de module door het juiste industriestandaard
apparaat voor de computer. Op sommige modellen kunnen
ECC- en niet-ECC-geheugenmodules niet door elkaar worden
gebruikt.
Fout door onvoldoende geheugen.
Oorzaak
Oplossing
Geheugenconfiguratie is mogelijk niet correct. Gebruik Apparaatbeheer om de geheugenconfiguratie te
controleren.
Er is onvoldoende geheugen om de toepassing uit te voeren. Controleer de documentatie bij de toepassing om te bepalen
wat de geheugenvereisten zijn.
Tijdens POST wordt onjuiste hoeveelheid geheugen aangegeven.
Oorzaak
Oplossing
Mogelijk zijn de geheugenmodules niet correct geïnstalleerd. Controleer of alle geheugenmodules goed zijn geïnstalleerd en
of u de juiste modules heeft gebruikt.
Geïntegreerde grafisch voorzieningen maken mogelijk gebruik
van systeemgeheugen.
U hoeft niets te doen.
Fout door onvoldoende geheugen tijdens bedrijf.
Oorzaak
Oplossing
Er zijn te veel programma's geïnstalleerd die na het starten in
het geheugen blijven staan (TSR's).
Verwijder TSR's die u niet nodig heeft.
Er is onvoldoende geheugen beschikbaar voor de toepassing. Controleer de geheugenvereisten voor de toepassing of voeg
extra geheugen toe aan de computer.
NLWW Geheugenproblemen oplossen 35
Het aan/uit-lampje knippert vijfmaal in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van
twee seconden, en de computer laat vijf geluidssignalen horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald,
maar de lampjes blijven knipperen.)
Oorzaak Oplossing
Het geheugen is onjuist geïnstalleerd of is beschadigd. 1. Verwijder de DIMM's en plaats deze opnieuw. Zet de
computer aan.
2. Vervang de DIMM's een voor een om te bepalen welke
module defect is.
3. Vervang geheugen van andere leveranciers door HP
geheugen.
4. Vervang de systeemkaart.
Tabel 2-11 Geheugenproblemen oplossen (vervolg)
36 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Processorproblemen oplossen
Enkele veelvoorkomende oorzaken van en oplossingen voor processorproblemen worden aangegeven
in de volgende tabel.
Tabel 2-12 Processorproblemen oplossen
Het prestatieniveau is erg laag.
Oorzaak
Oplossing
De processor is te heet. 1. Zorg dat de luchtaanvoer naar de computer niet wordt
geblokkeerd.
2. Zorg ervoor dat de ventilatoren zijn aangesloten en goed
werken (sommige ventilatoren werken alleen wanneer
dat nodig is).
3. Controleer of het koelelement van de processor goed is
bevestigd.
NLWW Processorproblemen oplossen 37
Problemen met optischeschijfeenheden oplossen
Als u problemen met de optischeschijfeenheid ondervindt, raadpleegt u de veelvoorkomende oorzaken
en oplossingen in de volgende tabel of de documentatie die bij de apparatuur is geleverd.
Tabel 2-13 Problemen met optischeschijfeenheden oplossen
Systeem wordt niet opgestart vanaf een optischeschijfeenheid.
Oorzaak
Oplossing
De SATA-controller is uitgeschakeld in Computer Setup
(Computerinstellingen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en zorg dat de
SATA-controller van het apparaat is ingeschakeld bij
Storage (Opslag) > Storage Options (Opslagopties).
Het opstarten vanaf verwisselbare media is uitgeschakeld in
het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel
opstarten vanaf verwisselbare media in bij Storage (Opslag) >
Storage Options (Opslagopties). Zorg dat cd-rom is
ingeschakeld bij Storage (Opslag) > Boot Order
(Opstartvolgorde).
De netwerkserverstand is ingeschakeld in Computer Setup
(Computerinstellingen).
Voer het hulpprogramma Computer Setup
(Computerinstellingen) uit en schakel Network Server Mode
(Netwerkserverstand) uit bij Security (Beveiliging) >
Password Options (Wachtwoordopties).
Schijfeenheid bevat cd waarvan niet kan worden opgestart. Plaats een opstart-cd in de schijfeenheid.
Opstartvolgorde niet juist. Start Computer Setup (Computerinstellingen) en wijzig de
opstartvolgorde bij Storage (Opslag) > Boot Order
(Opstartvolgorde).
Schijfeenheid niet gevonden (geïdentificeerd).
Oorzaak
Oplossing
Mogelijk is de kabel los. Controleer de aansluitingen.
Een nieuw geïnstalleerd apparaat wordt mogelijk niet
automatisch herkend door het systeem.
Raadpleeg de sectie Problemen bij de installatie van hardware
oplossen op pagina 29 voor aanwijzingen voor het opnieuw
configureren. Als de nieuwe schijfeenheid nog steeds niet
wordt herkend, controleert u of de schijfeenheid wordt
genoemd in Computer Setup (Computerinstellingen). Als de
schijfeenheid hier wordt genoemd, wordt het probleem
waarschijnlijk door een stuurprogramma veroorzaakt. Als de
schijfeenheid niet wordt genoemd, wordt het probleem
waarschijnlijk door de hardware veroorzaakt.
Als het een zojuist geïnstalleerde schijfeenheid betreft, voert u
het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen)
uit en voegt u een POST-vertraging toe bij
Advanced (Geavanceerd) > Power-On Options
(Opstartopties).
De SATA-controller is uitgeschakeld in Computer Setup
(Computerinstellingen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en zorg dat de
SATA-controller van het apparaat is ingeschakeld bij
Storage (Opslag) > Storage Options (Opslagopties).
Schijfeenheid reageert traag direct na het opstarten. Start Computer Setup (Computerinstellingen) en verhoog de
POST-vertragingswaarde bij Advanced (Geavanceerd) >
Power-On Options (Opstartopties).
38 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Optischeschijfeenheden worden niet gedetecteerd of het stuurprogramma is niet geladen.
Oorzaak
Oplossing
Schijfeenheid is niet correct aangesloten of geconfigureerd. Raadpleeg de documentatie bij het optionele apparaat voor
meer informatie.
Film wordt niet afgespeeld in het dvd-station.
Oorzaak
Oplossing
Film is mogelijk ingesteld op weergave in een ander land. Raadpleeg de documentatie bij het dvd-station voor meer
informatie.
Decodersoftware is niet geïnstalleerd. Installeer decodersoftware.
Beschadigde media. Vervang media.
Filmclassificatie geblokkeerd door voorziening voor ouderlijk
toezicht.
Gebruik dvd-software om voorziening voor ouderlijk toezicht
uit te schakelen.
Media ondersteboven geïnstalleerd. Installeer media opnieuw.
Cd-rom, cd-rw-, dvd-rom- of dvd-r/rw-eenheid kan een schijf niet lezen, of het opstarten duurt te lang.
Oorzaak
Oplossing
Media zijn ondersteboven geplaatst. Plaats de media opnieuw met het label aan de bovenkant.
Het starten van de dvd-rom-eenheid duurt te lang omdat het
type af te spelen media moet worden vastgesteld (bijvoorbeeld
audio of video).
Wacht minimaal 30 seconden om de dvd-rom-eenheid in de
gelegenheid te stellen om het type af te spelen media te
bepalen. Lees, als de schijf dan nog steeds niet wordt gestart,
de andere oplossingen die worden genoemd voor dit
onderwerp.
Cd- of dvd-schijf is vuil. Maak de cd of dvd schoon met een reinigingsset voor cd's.
Deze is in de meeste computerwinkels te koop.
De cd-rom- of dvd-rom-eenheid wordt niet gedetecteerd door
Windows.
1. Gebruik Apparaatbeheer om het apparaat te verwijderen
of om de installatie ervan ongedaan te maken.
2. Start de computer opnieuw op en laat Windows het
stuurprogramma voor de cd- of dvd-eenheid detecteren.
Het opnemen of kopiëren van cd's is moeilijk of onmogelijk.
Oorzaak
Oplossing
Onjuist mediatype of media van matige kwaliteit. 1. Gebruik een lagere snelheid bij het opnemen.
2. Controleer of u de juiste media gebruikt voor de
schijfeenheid.
3. Probeer het met een ander merk media. De kwaliteit
verschilt van fabrikant tot fabrikant.
Tabel 2-13 Problemen met optischeschijfeenheden oplossen (vervolg)
NLWW Problemen met optischeschijfeenheden oplossen 39
De computer start te langzaam op na het verwijderen van een optischeschijfeenheid.
Oorzaak
Oplossing
Het systeem zoekt naar de schijfeenheid tijdens het opstarten
omdat de kabel van de schijfeenheid nog steeds op de
systeemkaart is aangesloten.
Koppel de kabel voor de schijfeenheid los van de
systeemkaart.
Een dvd of cd in de optischeschijfeenheid wordt niet uitgeworpen.
Oorzaak
Oplossing
De schuifdeur die de optischeschijfeenheid afdekt, is gesloten. Gebruik de meegeleverde sleutel om de deur te ontgrendelen
(indien nodig) en schuif de deur helemaal naar beneden.
Schijf niet correct in de schijfeenheid geplaatst. Schakel de computer uit en duw een dunne metalen voorwerp
stevig in de uitwerpopening voor noodsituaties. Trek langzaam
de lade uit het station totdat de lade volledig is opgeopend.
Verwijder vervolgens de schijf.
De schuifdeur die de optischeschijfeenheid afdekt, gaat niet open.
Oorzaak
Oplossing
De schuifdeur is vergrendeld. Gebruik de meegeleverde sleutel om de deur te ontgrendelen
en schuif de deur vervolgens naar beneden.
40 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Problemen met USB-flashdrive oplossen
Enkele veelvoorkomende oorzaken van en oplossingen voor problemen met USB-flashdrives worden
aangegeven in de volgende tabel.
Tabel 2-14 Problemen met USB-flashdrive oplossen
USB-flashdrive wordt in Windows niet als schijfaanduiding herkend.
Oorzaak
Oplossing
De schijfaanduiding na de laatste fysieke schijfeenheid is niet
beschikbaar.
Wijzig de standaard schijfaanduiding voor de flashdrive in
Windows.
USB-flashdrive niet gevonden (geïdentificeerd).
Oorzaak
Oplossing
Het apparaat is aangesloten op een USB-poort die is
verborgen in Computer Setup (Computerinstellingen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en zorg dat
"Device available" (Apparaat beschikbaar) is geselecteerd
voor "All USB Ports" (Alle USB-poorten) bij Security
(Beveiliging) > Device Security (Apparaatbeveiliging).
Het apparaat was niet goed geplaatst voor het opstarten. Zorg ervoor dat het apparaat volledig in de USB-poort is
geplaatst voordat u het systeem inschakelt.
Systeem wordt niet opgestart vanaf USB-flashdrive.
Oorzaak
Oplossing
Opstartvolgorde is niet juist. Start Computer Setup (Computerinstellingen) en wijzig de
opstartvolgorde bij Storage (Opslag) > Boot Order
(Opstartvolgorde).
Het opstarten vanaf verwisselbare media is uitgeschakeld in
het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen).
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel
opstarten vanaf verwisselbare media in bij Storage (Opslag) >
Storage Options (Opslagopties). Zorg dat USB is
ingeschakeld bij Storage (Opslag) > Boot Order
(Opstartvolgorde).
De image op het apparaat is geen opstart-image. Volg de procedures die worden beschreven in het gedeelte
"Setup kopiëren" van de Service Reference Guide (Naslaggids
voor service).
De computer wordt opgestart in DOS nadat een opstartbare USB-flashdrive is gemaakt.
Oorzaak
Oplossing
Er kan worden opgestart vanaf een USB-flashdrive. Installeer de USB-flashdrive pas nadat het besturingssysteem
is opgestart.
NLWW Problemen met USB-flashdrive oplossen 41
Problemen met internettoegang oplossen
Als u problemen met de internettoegang krijgt, raadpleegt u uw internetprovider of de lijst met
veelvoorkomende oorzaken en oplossingen in de volgende tabel.
Tabel 2-15 Problemen met internettoegang oplossen
Kan geen verbinding maken met het internet.
Oorzaak
Oplossing
Account bij internetprovider is niet correct ingesteld. Controleer internetinstellingen of neem contact op met uw
internetprovider voor assistentie.
Modem is niet correct ingesteld. Sluit het modem opnieuw aan. Controleer of de verbindingen
juist zijn met behulp van de handleiding Snel aan de slag.
Webbrowser is niet correct ingesteld. Controleer of de webbrowser correct is geïnstalleerd en
ingesteld zodat deze kan werken met uw internetaanbieder.
Kabel-/ADSL-modem is niet aangesloten. Sluit het kabel-/ADSL-modem aan. Er zou nu een aan/uit-
lampje moeten branden aan de voorzijde van het kabel-/ADSL-
modem.
Kabel-/DSL-service is niet beschikbaar of is onderbreken
vanwege slecht weer.
Probeer op een later tijdstip opnieuw verbinding te maken met
het internet of neem contact op met uw internetaanbieder. (Als
de kabel-/DSL-service is aangesloten, brandt het lampje
"Cable" aan de voorzijde van het kabel-/ADSL-modem.)
De CAT5 UTP-kabel is losgekoppeld. Sluit de CAT5 UTP-kabel aan op het kabelmodem en de
RJ-45-connector van de computer. (Als de aansluiting goed is,
brandt het lampje "PC" aan de voorzijde van het kabel-/ADSL-
modem.)
IP-adres is niet correct geconfigureerd. Neem contact op met de internetprovider voor het juiste IP-
adres.
Cookies zijn beschadigd. (Een "cookie" is een klein stukje
informatie dat door sommige webservers tijdelijk in de
webbrowser wordt opgeslagen. Op deze manier blijft
specifieke informatie in de browser bewaard, die de webserver
later weer kan opvragen.)
In Windows Vista doet u het volgende:
1. Selecteer Start > Configuratiescherm.
2. Klik op Netwerk en internet.
3. Klik op Internetopties.
4. Klik in het gedeelte Browsegeschiedenis op het tabblad
Algemeen op de knop Verwijderen.
5. Klik op de knop Cookies verwijderen.
Windows XP
1. Selecteer Start > Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Internet-opties.
3. Klik in het tabblad Algemeen op de knop Cookies
verwijderen.
42 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Kan niet automatisch internetprogramma's starten.
Oorzaak
Oplossing
U moet zich aanmelden bij uw internetprovider voordat
sommige programma's kunnen worden gestart.
Meld u aan bij uw internetprovider en start het gewenste
programma.
Het downloaden van website op het internet duurt te lang.
Oorzaak
Oplossing
Modem is niet goed geconfigureerd. Controleer of het modem is aangesloten en naar behoren
functioneert.
Windows XP
1. Selecteer Start > Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Systeem.
3. Klik op het tabblad Hardware.
4. Klik in het vak Apparaatbeheer op de knop
Apparaatbeheer.
5. Dubbelklik op Modems.
6. Dubbelklik op Agere Systems PCI-SV92PP Soft
Modem.
7. Klik op het tabblad Algemeen op Diagnostische
gegevens.
8. Klik op Instellingen opvragen. Het bericht "Geslaagd"
geeft aan dat het modem is aangesloten en correct
functioneert.
In Windows Vista doet u het volgende:
1. Selecteer Start > Configuratiescherm.
2. Klik op Systeem en onderhoud.
3. Klik op Systeem.
4. Selecteer in de lijst Taken de optie Apparaatbeheer.
5. Dubbelklik op Modems.
6. Dubbelklik op Agere Systems PCI-SV92PP Soft
Modem.
7. Klik op het tabblad Algemeen op Diagnostische
gegevens.
8. Klik op Instellingen opvragen. Het bericht "Geslaagd"
geeft aan dat het modem is aangesloten en correct
functioneert.
Tabel 2-15 Problemen met internettoegang oplossen (vervolg)
NLWW Problemen met internettoegang oplossen 43
Softwareproblemen oplossen
De meeste softwareproblemen worden veroorzaakt door het volgende:
De toepassing is niet correct geïnstalleerd of geconfigureerd.
Er is onvoldoende geheugen beschikbaar om de toepassing uit te voeren.
Er is sprake van een conflict tussen toepassingen.
Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma's zijn geïnstalleerd.
Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het besturingssysteem dat in de fabriek is
geïnstalleerd, controleert u of dit wordt ondersteund door uw systeem.
OPMERKING: U kunt HP Backup and Recovery Manager gebruiken om de software te herstellen
naar een herstelpunt, of de fabrieksinstellingen te herstellen. Raadpleeg
Software herstellen
op pagina 7 voor meer informatie.
Raadpleeg bij softwareproblemen de van toepassing zijnde oplossingen die worden aangegeven in de
volgende tabel.
Tabel 2-16 Softwareproblemen oplossen
Computer gaat niet door en er wordt geen HP logoscherm weergegeven.
Oorzaak
Oplossing
Er is een POST-fout opgetreden. Let op de geluidssignalen en de lampjes aan de voorkant van
de computer. Raadpleeg Bijlage A,
POST-foutberichten
op pagina 46, voor informatie over mogelijke oorzaken.
Raadpleeg de herstelset of de wereldwijde beperkte garantie
voor de algemene voorwaarden.
Computer gaat niet door nadat het HP logoscherm is weergegeven.
Oorzaak
Oplossing
Mogelijk zijn systeembestanden beschadigd. Herstel de bestanden met behulp van de herstelschijven of
backups die u heeft gemaakt in HP Backup and Recovery
Manager.
Foutbericht "Er heeft een ongeldige bewerking plaatsgevonden" wordt weergegeven.
Oorzaak
Oplossing
De gebruikte software is niet door Microsoft gecertificeerd voor
uw versie van Windows.
Controleer of de software is gecertificeerd door Microsoft voor
uw versie van Windows (raadpleeg de programmaverpakking
voor deze informatie).
Configuratiebestanden zijn beschadigd. Sla, indien mogelijk, alle gegevens op, sluit allee programma's
en start de computer opnieuw op.
44 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder diagnostische gegevens NLWW
Contact opnemen met een HP Business of Service
Partner
Neem voor ondersteuning en service contact op met een geautoriseerde HP Business of Service
Partner. Op de website
http://www.hp.com vindt u informatie over HP Business of Service Partners bij
u in de buurt.
OPMERKING: Vergeet niet de instel- en opstartwachtwoorden door te geven als u de computer ter
reparatie aanbiedt bij een HP Business of Service Partner.
Voor technische ondersteuning kunt u contact opnemen via het telefoonnummer dat staat vermeld in
de garantievoorwaarden of de gids Telefoonnummers voor ondersteuning.
NLWW Contact opnemen met een HP Business of Service Partner 45
A POST-foutberichten
In deze bijlage wordt een lijst weergegeven met de foutcodes, foutberichten en verschillende licht- en
geluidspatronen die u mogelijk ziet of hoort tijdens de zelftest bij opstarten (POST, oftewel Power-On
Self-Test) of de herstart van de computer, de vermoedelijke bron van het probleem en stappen die u
kunt ondernemen om de fout te verhelpen.
Als de weergave van POST-berichten is uitgeschakeld, worden de meeste systeemberichten tijdens de
zelftest bij opstarten onderdrukt, zoals de geheugentelling en berichten die niet op een fout duiden. Als
er een fout optreedt tijdens de POST, wordt op de scherm het foutbericht weergegeven. Als u tijdens
de POST de weergave van POST-berichten wilt inschakelen, drukt u op een willekeurige toets (behalve
F10 of F12). Standaard is de weergave van POST-berichten uitgeschakeld.
De snelheid waarmee de computer het besturingssysteem laadt en de mate waarin dit wordt getest,
wordt bepaald via de selectie van de POST-modus.
Quick Boot is een snel opstartproces waarbij niet alle tests op systeemniveau worden uitgevoerd, zoals
de geheugentest. Bij Full Boot worden alle op het ROM gebaseerde systeemtests uitgevoerd. Het
voltooien van dit proces duurt langer.
Full Boot kan tevens zodanig worden ingesteld dat deze op regelmatige basis, elke 1 tot 30 dagen,
wordt uitgevoerd. U kunt het schema opstellen door de computer opnieuw te configureren op basis van
de modus Every x Days (Elke x dagen) van Full Boot, via Computer Setup.
OPMERKING: Raadpleeg de Handleiding Computerinstellingen (F10) voor meer informatie over
Computer Setup (Computerinstellingen).
46 Bijlage A POST-foutberichten NLWW
Numerieke codes en tekstberichten voor POST
In deze paragraaf komen de POST-fouten aan bod waaraan numerieke codes zijn verbonden. Deze
paragraaf bevat tevens enkele tekstberichten die mogelijk tijdens POST worden weergegeven.
OPMERKING: De computer geeft eenmaal een geluidssignaal af nadat een POST-tekstbericht is
weergegeven op het scherm.
Tabel A-1 Numerieke codes en tekstberichten
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
101-Option ROM Checksum Error (101-
Checksumfout optie-ROM)
Checksum voor systeem-ROM of optie-ROM
van uitbreidingskaart.
1. Verifieer of het ROM juist is.
2. Flash zo nodig het ROM.
3. Als er onlangs een uitbreidingskaart is
toegevoegd, verwijdert u de kaart om te
controleren of het probleem dan is
opgelost.
4. Wis de CMOS. (Raadpleeg Bijlage B,
Wachtwoordbeveiliging en herstellen
van CMOS op pagina 57.)
5. Als de melding verdwijnt, is er misschien
een probleem met de uitbreidingskaart.
6. Vervang de systeemkaart.
103-Storing in systeemkaart DMA of timers. 1. Wis de CMOS. (Raadpleeg Bijlage B,
Wachtwoordbeveiliging en herstellen
van CMOS op pagina 57.)
2. Verwijder uitbreidingskaarten.
3. Vervang de systeemkaart.
110-Geen geheugenruimte beschikbaar voor
optie-ROM's
Onlangs toegevoegde PCI-uitbreidingskaart
bevat een optie-ROM die te groot is om te
worden gedownload tijdens POST.
1. Als onlangs een PCI-uitbreidingskaart is
toegevoegd, verwijdert u de kaart om te
controleren of het probleem dan is
opgelost.
2. Stel in Computer Setup
(Computerinstellingen) de optie
Advanced (Geavanceerd) > Device
Options (Apparaatopties) > NIC PXE
Option ROM Download (PXE optie-
ROM voor netwerkadapter
downloaden) in op DISABLE
(Uitschakelen). Hiermee voorkomt u dat
het PXE optie-ROM voor de
ingebouwde netwerkadapter tijdens de
POST wordt geladen, zodat er meer
ruimte overblijft voor het laden van de
optie-ROM's van uitbreidingskaarten.
Het ingebouwde PXE optie-ROM wordt
gebruikt om vanaf de netwerkadapter op
te starten naar een PXE-server.
3. Controleer of de instelling ACPI/USB
Buffers @ Top of Memory (ACPI/USB-
buffers aan bovenkant geheugen) in
Computer Setup is ingeschakeld.
NLWW Numerieke codes en tekstberichten voor POST 47
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
162-System Options Not Set (162-
Systeemopties niet ingesteld)
Configuratie onjuist.
De batterij van de realtimeklok moet wellicht
worden vervangen.
Start Computer Setup
(Computerinstellingen) en controleer de
configuratie bij Advanced (Geavanceerd) >
Onboard Devices (Apparaten op
systeemkaart).
Stel de datum en tijd opnieuw in via het
Configuratiescherm. Als het probleem blijft
optreden, vervangt u de batterij van de
realtimeklok. Raadpleeg de Naslaggids voor
de hardware voor instructies voor het
plaatsen van een nieuwe batterij, of neem
contact op met een geautoriseerde HP
Business of Service Partner om de batterij
van de realtimeklok te laten vervangen.
163-Time & Date Not Set (163-Tijd en datum
niet ingesteld)
Ongeldige tijd of datum in
configuratiegeheugen.
De batterij van de realtimeklok moet wellicht
worden vervangen.
Stel eerst de datum en tijd opnieuw in via het
Configuratiescherm (U kunt dit ook doen in
Computer Setup (Computerinstellingen)). Als
het probleem blijft optreden, vervangt u de
batterij van de realtimeklok. Raadpleeg de
Naslaggids voor de hardware voor instructies
voor het plaatsen van een nieuwe batterij, of
neem contact op met een geautoriseerde HP
Business of Service Partner om de batterij
van de realtimeklok te laten vervangen.
163-Time & Date Not Set (163-Tijd en datum
niet ingesteld)
CMOS-jumper is mogelijk niet goed
geïnstalleerd.
Controleer of de CMOS-jumper correct is
geplaatst indien van toepassing.
164-MemorySize Error (164-Fout door
geheugengrootte)
Hoeveelheid geheugen is gewijzigd sinds de
laatste opstartbewerking (geheugen
toegevoegd of verwijderd).
Druk op de toets F1 om de
geheugenwijzigingen op te slaan.
164-MemorySize Error (164-Fout door
geheugengrootte)
Geheugenconfiguratie onjuist. 1. Voer Computer Setup of Windows-
hulpprogramma's uit.
2. Controleer of de geheugenmodule(s)
correct is/zijn geïnstalleerd.
3. Als geheugen van een andere fabrikant
is toegevoegd, test u dit met geheugen
van alleen HP.
4. Controleer of het type geheugenmodule
correct is.
201-Memory Error (201-Geheugenfout) RAM-storing. 1. Voer Computer Setup of Windows-
hulpprogramma's uit.
2. Controleer of de geheugenmodules
correct zijn geïnstalleerd.
3. Controleer of het type geheugenmodule
correct is.
4. Verwijder en vervang de
geïdentificeerde defecte
geheugenmodule(s).
5. Als de fout zich blijft voordat nadat u
geheugenmodules heeft vervangen,
vervangt u de systeemkaart.
Tabel A-1 Numerieke codes en tekstberichten (vervolg)
48 Bijlage A POST-foutberichten NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
213-Incompatible Memory Module in
Memory Socket(s) X, X, ... (213-
Incompatibele geheugenmodule in
geheugensocket(s) X, X,...)
Op een geheugenmodule in de
geheugensocket die is geïdentificeerd in het
foutbericht ontbreekt belangrijke SPD-
informatie of de module is niet compatibel
met de chipset.
1. Controleer of het type geheugenmodule
correct is.
2. Probeer een andere geheugensocket.
3. Vervang DIMM door een module die
aan de SPD-standaard voldoet.
219-ECC Memory Module Detected ECC
Modules not supported on this Platform (219-
ECC-geheugenmodule heeft ECC-modules
gedetecteerd die niet worden ondersteund op
dit platform)
Onlangs toegevoegde geheugenmodule(s)
ondersteunt/ondersteunen foutcorrectie voor
ECC-geheugen.
1. Als er onlangs extra geheugen is
toegevoegd, verwijdert u dit om te
controleren of het probleem dan is
opgelost.
2. Controleer de productdocumentatie
voor informatie over
geheugenondersteuning.
301-Keyboard Error (301-Toetsenbordfout) Storing in toetsenbord. 1. Schakel de computer uit en sluit het
toetsenbord opnieuw aan.
2. Controleer connector op verbogen of
ontbrekende pennen.
3. Zorg ervoor dat geen van de toetsen is
ingedrukt.
4. Vervang het toetsenbord.
303-Keyboard Controller Error (303-
Toetsenbordcontrollerfout)
I/O-kaart toetsenbordcontroller. 1. Schakel de computer uit en sluit het
toetsenbord opnieuw aan.
2. Vervang de systeemkaart.
304-Keyboard or System Unit Error (304-
Toetsenbord- of systeemeenheidfout)
Storing in toetsenbord. 1. Schakel de computer uit en sluit het
toetsenbord opnieuw aan.
2. Zorg ervoor dat geen van de toetsen is
ingedrukt.
3. Vervang het toetsenbord.
4. Vervang de systeemkaart.
404-Parallel Port Address Conflict Detected
(404-Adresconflict parallelle poort
gedetecteerd)
Zowel externe als interne poorten zijn
toegewezen aan parallelle poort X.
1. Verwijder alle uitbreidingskaarten voor
parallelle poort.
2. Wis de CMOS. (Raadpleeg Bijlage B,
Wachtwoordbeveiliging en herstellen
van CMOS op pagina 57.)
3. Configureer kaartbronnen opnieuw en/
of voer Computer Setup uit.
410-Audio Interrupt Conflict (404-Conflict
tussen audio-interrupts)
IRQ-adres is in conflict met een ander
apparaat.
Start Computer Setup
(Computerinstellingen) en corrigeer de IRQ
via Advanced (Geavanceerd) > Onboard
Devices (Apparaten op systeemkaart).
411-Network Interface Card Interrupt Conflict
(411-Conflict tussen interrupts van
netwerkinterfacekaart)
IRQ-adres is in conflict met een ander
apparaat.
Start Computer Setup
(Computerinstellingen) en corrigeer de IRQ
via Advanced (Geavanceerd) > Onboard
Devices (Apparaten op systeemkaart).
Tabel A-1 Numerieke codes en tekstberichten (vervolg)
NLWW Numerieke codes en tekstberichten voor POST 49
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
501-Display Adapter Failure (501-Storing in
beeldschermadapter)
Grafische schermcontroller. 1. Plaats de grafische kaart opnieuw
(indien van toepassing).
2. Wis de CMOS. (Raadpleeg Bijlage B,
Wachtwoordbeveiliging en herstellen
van CMOS op pagina 57.)
3. Controleer of de monitor is aangesloten
en ingeschakeld.
4. Vervang de grafische kaart (indien
mogelijk).
510-Flash Screen Image Corrupted (510-
Afbeelding welkomstscherm beschadigd)
Afbeelding van welkomstscherm bevat
fouten.
Flash het systeem-ROM met het nieuwste
BIOS-image.
512-Chassis Fan not Detected (512-
Ventilator behuizing niet gedetecteerd)
De ventilator van de behuizing is niet
aangesloten of er is een fout opgetreden.
1. Sluit de ventilator van de behuizing
goed aan.
2. Plaats de ventilatorkabel opnieuw.
3. Vervang de ventilator van de behuizing.
514-Chassis Fan not Detected (514-
Ventilator behuizing niet gedetecteerd)
De ventilator van de behuizing is niet
aangesloten of er is een fout opgetreden.
1. Sluit de ventilator van de behuizing
goed aan.
2. Plaats de ventilatorkabel opnieuw.
3. Vervang de ventilator van de behuizing.
610-External Storage Device Failure (610-
Storing in extern opslagapparaat)
Externe tape-eenheid niet aangesloten. Installeer tape-eenheid opnieuw of druk op
F1 en laat het systeem een nieuwe
configuratie uitvoeren zonder de eenheid.
660-Display cache is detected unreliable
(660-Schermcache wordt op onbetrouwbare
wijze gedetecteerd)
Geïntegreerde schermcache van grafische
controller werkt niet correct en wordt
uitgeschakeld.
Vervang de systeemkaart als de prestaties
van de grafische kaart een probleem vormen.
1151-Serial Port A Address Conflict Detected
(1151-Adresconflict seriële poort A
gedetecteerd)
Zowel externe als interne seriële poorten zijn
toegewezen aan COM1.
1. Verwijder alle uitbreidingskaarten voor
seriële poort.
2. Wis de CMOS. (Raadpleeg Bijlage B,
Wachtwoordbeveiliging en herstellen
van CMOS op pagina 57.)
3. Configureer kaartbronnen opnieuw en/
of voer Computer Setup of Windows-
hulpprogramma's uit.
1152-Serial Port B Address Conflict Detected
(1152-Adresconflict seriële poort B
gedetecteerd)
Zowel externe als interne seriële poorten zijn
toegewezen aan COM2.
1. Verwijder alle uitbreidingskaarten voor
seriële poort.
2. Wis de CMOS. (Raadpleeg Bijlage B,
Wachtwoordbeveiliging en herstellen
van CMOS op pagina 57.)
3. Configureer kaartbronnen opnieuw en/
of voer Computer Setup of Windows-
hulpprogramma's uit.
Tabel A-1 Numerieke codes en tekstberichten (vervolg)
50 Bijlage A POST-foutberichten NLWW
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
1155-Serial Port Address Conflict Detected
(1155-Adresconflict seriële poort
gedetecteerd)
Zowel externe als interne seriële poorten zijn
toegewezen aan dezelfde IRQ.
1. Verwijder alle uitbreidingskaarten voor
seriële poort.
2. Wis de CMOS. (Raadpleeg Bijlage B,
Wachtwoordbeveiliging en herstellen
van CMOS op pagina 57.)
3. Configureer kaartbronnen opnieuw en/
of voer Computer Setup of Windows-
hulpprogramma's uit.
1201-System Audio Port Address Conflict
Detected (1201-Adresconflict systeemaudio
gedetecteerd)
IRQ-adres apparaat is in conflict met een
ander apparaat.
Start Computer Setup
(Computerinstellingen) en corrigeer de IRQ
via Advanced (Geavanceerd) > Onboard
Devices (Apparaten op systeemkaart).
1202-MIDI Port Address Conflict Detected
(1202-Adresconflict MIDI-poort
gedetecteerd)
IRQ-adres apparaat is in conflict met een
ander apparaat.
Start Computer Setup
(Computerinstellingen) en corrigeer de IRQ
via Advanced (Geavanceerd) > Onboard
Devices (Apparaten op systeemkaart).
1203-Game Port Address Conflict Detected
(1203-Adresconflict spelpoort gedetecteerd)
IRQ-adres apparaat is in conflict met een
ander apparaat.
Start Computer Setup
(Computerinstellingen) en corrigeer de IRQ
via Advanced (Geavanceerd) > Onboard
Devices (Apparaten op systeemkaart).
1720-SMART Hard Drive Detects Imminent
Failure (1720-SMART vaste schijf detecteert
dreigende storing)
Er dreigt een storing op te treden in een vaste
schijf. (Sommige vaste schijven beschikken
over een firmwarepatch voor vaste schijven
waarmee een ten onrechte weergegeven
foutbericht kan worden gecorrigeerd.)
1. Controleer of de vaste schijf een juist
foutbericht geeft. Start Computer Setup
(Computerinstellingen) en voer de
schijfbeveiligingssysteemtest (DPS)
onder Storage (Opslag) > DPS Self-
Test(DPS-zelftest) uit.
2. Pas eventueel een firmwarepatch toe op
de vaste schijf. (Beschikbaar via
http://www.hp.com/support.)
3. Maak een backup van de inhoud en
vervang de vaste schijf.
1796-SATA-bekabelingsfout Een of meer SATA-apparaten zijn niet goed
aangesloten.
Gebruik SATA 0 voor een vaste schijf en
SATA 1 voor een optischeschijfeenheid.
1797-SATA Drivelock is not supported in
RAID mode (1797-SATA Drivelock wordt niet
ondersteund in RAID-modus)
Drivelock is ingeschakeld op een of meer
SATA-vasteschijfeenheden en deze zijn niet
toegankelijk terwijl het systeem wordt
geconfigureerd voor de RAID-modus.
Verwijder het SATA-apparaat waarvoor
Drivelock is ingeschakeld, of schakel de
functie Drivelock uit. U schakelt de Drivelock-
voorziening als volgt uit: start Computer
Setup (Computerinstellingen), ga naar
Storage (Opslag) > Storage Options
(Opslagopties) > SATA Emulation (SATA-
emulatie), wijzig dit in IDE en selecteer File
(Bestand) > Save Changes and Exit
(Wijzigingen opslaan en afsluiten). Start
Computer Setup (Computerinstellingen)
opnieuw en selecteer Security (Beveiliging)
> Drivelock. Zorg dat Drivelock is Disabled
(Uitgeschakeld) bij elk SATA-apparaat in de
lijst dat compatibel is met Drivelock. Ga tot
slot naar Storage (Opslag) > Storage
Options (Opslagopties) > SATA Emulation
(SATA-emulatie) en wijzig dit weer in RAID.
Selecteer vervolgens File (Bestand) > Save
Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en
afsluiten).
Tabel A-1 Numerieke codes en tekstberichten (vervolg)
NLWW Numerieke codes en tekstberichten voor POST 51
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie
1801-Microcode Patch Error (1801-Patchfout
microcode)
Processor wordt niet ondersteund door ROM
BIOS.
1. Voer een upgrade van het BIOS uit naar
de juiste versie.
2. Vervang de processor.
Ongeldig elektronisch serienummer Het elektronisch serienummer is beschadigd
geraakt.
1. Open Computer Setup
(Computerinstellingen). Als er in
Computer Setup al gegevens zijn
ingevuld in het veld of er geen gegevens
kunnen worden ingevoerd, downloadt u
het uitvoerbare bestand van
http://www.hp.com.
2. Voer Computer Setup
(Computerinstellingen) uit en probeer
het serienummer in te voeren onder
Security (Beveiliging), System ID
(Systeem-id). Sla vervolgens de
wijzigingen op.
Geheugenpariteitsfout Pariteitsfout in RAM-geheugen.
Grafische kaart van andere fabrikant
veroorzaakt mogelijk een probleem.
Voer Computer Setup en
diagnoseprogramma's uit.
Verwijder de grafische kaart van een andere
fabrikant om na te gaan of het probleem
hiermee mogelijk is opgelost.
Netwerkserverstand actief en geen
toetsenbord aangesloten
Toetsenbordstoring terwijl
netwerkserverstand is ingeschakeld.
1. Schakel de computer uit en sluit het
toetsenbord opnieuw aan.
2. Controleer connector op verbogen of
ontbrekende pennen.
3. Zorg ervoor dat geen van de toetsen is
ingedrukt.
4. Vervang het toetsenbord.
Pariteitscontrole 2 Pariteitsfout in RAM-geheugen.
Grafische kaart van andere fabrikant
veroorzaakt mogelijk een probleem.
Voer Computer Setup en
diagnoseprogramma's uit.
Verwijder de grafische kaart van een andere
fabrikant om na te gaan of het probleem
hiermee mogelijk is opgelost.
Tabel A-1 Numerieke codes en tekstberichten (vervolg)
52 Bijlage A POST-foutberichten NLWW
Diagnoselampjes op het voorpaneel en geluidssignalen
van POST interpreteren
In dit gedeelte worden de codes van de lampjes op het voorpaneel en de geluidssignalen beschreven
die mogelijk vóór of tijdens de POST worden weergegeven en waar niet altijd een foutcode of
tekstbericht bij hoort.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart
altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische schokken of hete
oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne onderdelen
van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
Controleer het lampje op de systeemkaart. Als het lampje brandt, staat er nog spanning op het systeem.
Schakel de computer uit en ontkoppel het netsnoer voordat u verdergaat.
OPMERKING: Als u ziet dat er lampjes knipperen op een PS/2-toetsenbord, kijkt u of er ook lampjes
knipperen op het voorpaneel van de computer. Raadpleeg de onderstaande tabel voor de betekenis
van de codes die door de lampjes op het voorpaneel worden aangegeven.
De aanbevolen handelingen in de onderstaande tabel worden genoemd in de volgorde waarin ze
moeten worden uitgevoerd.
Niet alle diagnoselampjes en geluidssignalen zijn op alle modellen beschikbaar.
Tabel A-2 Diagnoselampjes op het voorpaneel en geluidssignalen
Activiteit Geluids-
signalen
Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
Groen aan/uit-lampje brandt. Geen De computer is
ingeschakeld.
Geen
Groen aan/uit-lampje knippert
elke twee seconden.
Geen De computer staat in de
slaapstand Suspend to
RAM (Alles behalve RAM
uitschakelen; alleen
beschikbaar op bepaalde
modellen) of in de normale
standbystand.
U hoeft niets te doen. Druk op een toets of beweeg
de muis als u de computer wilt activeren.
Het aan/uit-lampje knippert
tweemaal in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
2 De hittebeveiliging van de
processor is geactiveerd:
een ventilator is
geblokkeerd of werkt niet;
OF
Het koelelement is niet
juist bevestigd aan de
processor.
1. Controleer of de ventilatieopeningen van de
computer niet worden geblokkeerd en of de
systeemventilator draait.
2. Open de kap, druk op de aan/uit-knop en
controleer of de systeemventilator draait. Als
de systeemventilator niet draait, controleert
u of de kabel van de ventilator is aangesloten
op de header van de systeemkaart.
3. Als de ventilator is aangesloten maar niet
draait, vervangt u de koeleenheid.
4. Neem contact op met een HP Business of
Service Partner.
NLWW Diagnoselampjes op het voorpaneel en geluidssignalen van POST interpreteren 53
Activiteit Geluids-
signalen
Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
Het aan/uit-lampje knippert
viermaal in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
4 Stroomstoring
(voedingseenheid is
overbelast).
1. Controleer of een apparaat het probleem
veroorzaakt door ALLE aangesloten
apparaten te verwijderen (zoals vaste
schijven, optischeschijfeenheden en
uitbreidingskaarten). Zet de computer aan.
Als het POST-proces wordt geactiveerd,
schakelt u het systeem uit en vervangt alle
apparaten een voor een. Herhaal deze
procedure totdat de fout zich voordoet.
Vervang het apparaat dat de storing
veroorzaakt. Voeg alle apparaten een voor
een toe om te controleren of ze allemaal
goed werken.
2. Vervang de voedingseenheid.
3. Vervang de systeemkaart.
Het aan/uit-lampje knippert
vijfmaal in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
5 Het geheugen is defect
(gedetecteerd voordat
video actief wordt).
VOORZICHTIG: Ontkoppel het netsnoer van de
computer voordat u een DIMM installeert of
verwijdert, om schade aan de DIMM of de
systeemkaart te voorkomen.
1. Verwijder de DIMM's en plaats deze
opnieuw.
2. Vervang de DIMM's een voor een om te
bepalen welke module defect is.
3. Vervang geheugen van andere leveranciers
door HP geheugen.
4. Vervang de systeemkaart.
Het aan/uit-lampje knippert
zesmaal in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
6 De grafische kaart is
defect (gedetecteerd
voordat video actief
wordt).
Bij een computer met een afzonderlijke grafische
kaart:
1. Verwijder de grafische kaart en plaats deze
opnieuw.
2. Vervang de grafische kaart.
3. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een geïntegreerde grafische
controller vervangt u de systeemkaart.
Het aan/uit-lampje knippert
zeven keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
7 Storing in systeemkaart
(ROM heeft storing eerder
gedetecteerd dan video).
Vervang de systeemkaart.
Tabel A-2 Diagnoselampjes op het voorpaneel en geluidssignalen (vervolg)
54 Bijlage A POST-foutberichten NLWW
Activiteit Geluids-
signalen
Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
Het aan/uit-lampje knippert
acht keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
8 Het ROM is defect
(checksum incorrect).
1. Flash het systeem-ROM opnieuw met de
nieuwste BIOS-image. Raadpleeg het
gedeelte "Boot Block Emergency Recovery
Mode" in de Handleiding Desktop
Management voor meer informatie.
2. Vervang de systeemkaart.
Het aan/uit-lampje knippert
negen keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
9 Het systeem wordt
ingeschakeld, maar kan
niet worden gestart.
Vervang de systeemkaart.
Het aan/uit-lampje knippert
tien keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
10 Beschadigde optionele
kaart.
1. Controleer elke optionele kaart door de
kaarten een voor een te verwijderen (in het
geval er meerdere kaarten zijn) en schakel
het systeem opnieuw in om te zien of het
probleem is opgelost.
2. Zodra u weet welke kaart het probleem
veroorzaakt, verwijdert u de beschadigde
kaart.
3. Vervang de systeemkaart.
Het systeem gaat niet aan en
er branden geen lampjes.
Geen Het systeem kan niet
worden gestart.
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort
(minder dan 4 seconden) ingedrukt. Als het lampje
van de vaste schijf groen gaat branden, werkt de
aan/uit-knop correct. Probeer het volgende:
1. Vervang de systeemkaart.
OF
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort
(minder dan 4 seconden) ingedrukt. Als het lampje
van de vaste schijf nu NIET groen gaat branden,
doet u het volgende:
1. Controleer of de computer is aangesloten op
een werkend stopcontact.
2. Open het chassis en controleer of de eenheid
met de aan/uit-knop goed is aangesloten op
de systeemkaart.
3. Controleer of de kabel van de
voedingseenheid goed is aangesloten op de
systeemkaart.
4. Controleer of het lampje op de systeemkaart
brandt. Als het lampje brandt, vervangt u de
eenheid met de aan/uit-knop. Als het
Tabel A-2 Diagnoselampjes op het voorpaneel en geluidssignalen (vervolg)
NLWW Diagnoselampjes op het voorpaneel en geluidssignalen van POST interpreteren 55
Activiteit Geluids-
signalen
Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
probleem blijft optreden, vervangt u de
systeemkaart.
5. Als het lampje op de systeemkaart niet
brandt, verwijdert u de uitbreidingskaarten
één voor één totdat het lampje gaat branden.
Als het probleem blijft optreden, vervangt u
de voedingseenheid.
Tabel A-2 Diagnoselampjes op het voorpaneel en geluidssignalen (vervolg)
56 Bijlage A POST-foutberichten NLWW
B Wachtwoordbeveiliging en herstellen
van CMOS
Deze computer ondersteunt voorzieningen voor beveiligingswachtwoorden, die kunnen worden
ingesteld via het menu Utilities (Hulpprogramma's) van Computer Setup (Computerinstellingen).
Deze computer ondersteunt twee voorzieningen voor beveiligingswachtwoorden die kunnen worden
ingesteld via het menu Utilities (Hulpprogramma's) van Computer Setup (Computerinstellingen):
Instelwachtwoord en Opstartwachtwoord. Als u alleen een instelwachtwoord instelt, kan elke gebruiker
toegang krijgen tot alle informatie op de computer behalve tot Computer Setup (Computerinstellingen).
Als u alleen een opstartwachtwoord instelt, is dit opstartwachtwoord vereist om toegang te krijgen tot
Computer Setup (Computerinstellingen) en alle andere informatie op de computer. Als u beide
wachtwoorden instelt, kunt u alleen via het instelwachtwoord toegang krijgen tot Computer Setup
(Computerinstellingen).
Als beide wachtwoorden zijn ingesteld, kan het instelwachtwoord tevens worden gebruikt in plaats van
het opstartwachtwoord bij aanmelding op de computer. Dit is een handige voorziening voor een
netwerkbeheerder.
Wanneer u het wachtwoord voor de computer bent vergeten, kunt u het wachtwoord op twee manieren
wissen, zodat u weer toegang krijgt tot de informatie op de computer:
Wachtwoordjumper opnieuw instellen
Fabrieksinstellingen herstellen als standaardwaarden in Computer Setup (Computerinstellingen)
VOORZICHTIG: Als u het CMOS wist, worden alle CMOS-waarden teruggezet naar de standaard
fabrieksinstellingen. Het is noodzakelijk om een backup te maken van de instellingen van het CMOS
van de computer voordat u die herstelt, voor het geval u ze later opnieuw nodig heeft. U kunt gemakkelijk
een backup maken met behulp van Computer Setup (Computerinstellingen). Raadpleeg de Handleiding
Computerinstellingen (F10) voor meer informatie over het maken van een backup van de CMOS-
instellingen.
NLWW 57
Wachtwoordjumper opnieuw instellen
Ga als volgt te werk om de voorziening voor het opstart- of instelwachtwoord uit te schakelen of om het
opstart- of instelwachtwoord te wissen:
1. Sluit het besturingssysteem op de juiste manier af, schakel daarna de computer en eventuele
externe apparaten uit en haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
2. Druk, terwijl de netsnoer is losgekoppeld, opnieuw op de aan/uit-knop om alle reststroom uit het
systeem te verwijderen.
WAARSCHUWING! Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische schokken of hete
oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne
onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
VOORZICHTIG: Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, is er altijd spanning
aanwezig op de systeemkaart, zelfs als het apparaat is uitgeschakeld. Als u het netsnoer niet
loskoppelt, kan het systeem beschadigd raken.
Een ontlading van statische elektriciteit kan elektronische onderdelen of uitbreidingskaarten in de
computer beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch bent geladen. Raak een geaard metalen
voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Raadpleeg de Naslaggids voor de hardware
voor meer informatie.
3. Verwijder de afdekplaat of het toegangspaneel van de computer.
4. Zoek de header en jumper op.
OPMERKING: De wachtwoordjumper is groen. Voor informatie over de locatie van de
wachtwoordjumper en andere onderdelen van de systeemkaart raadpleegt u de installatiekaart (of
IPSM, Illustrated Parts & Service Map) voor uw systeem. De IPSM kunt u downloaden van
http://www.hp.com/support.
5. Verwijder de jumper van pennen 1 en 2. Plaats de jumper op pen 1 of 2, maar niet op beide, zodat
u deze niet kwijt kunt raken.
6. Plaats de afdekplaat of het toegangspaneel terug op de computer.
7. Sluit de externe apparatuur opnieuw aan.
8. Sluit de computer aan en schakel deze in. Laat het besturingssysteem starten. Hiermee worden
de huidige wachtwoorden gewist en worden de wachtwoordvoorzieningen uitgeschakeld.
9. Als u nieuwe wachtwoorden wilt instellen, herhaalt u stappen 1 tot en met 4, plaatst u de jumper
op pin 1 en 2 terug en herhaalt u stappen 6 tot en met 8. Stel de nieuwe wachtwoorden in in
Computer Setup (Computerinstellingen). Raadpleeg de Handleiding Computerinstellingen (F10)
voor meer informatie over Computer Setup.
58 Bijlage B Wachtwoordbeveiliging en herstellen van CMOS NLWW
CMOS wissen en opnieuw instellen
Het configuratiegeheugen van de computer (CMOS) bevat informatie over de configuratie van de
computer.
Computer Setup gebruiken om CMOS opnieuw in te stellen
Als u Computer Setup gebruikt om het CMOS opnieuw in te stellen, worden het opstart- en
instelwachtwoord eveneens gewist. Als u het CMOS opnieuw wilt instellen via Computer Setup
(Computerinstellingen), moet u eerst toegang krijgen tot het menu Utilities (Hulpprogramma's) van
Computer Setup.
Als het bericht van Computer Setup wordt weergegeven in de rechterbenedenhoek van het scherm,
drukt u op F10. Druk op Enter om een eventueel beginscherm over te slaan.
OPMERKING: Als u niet op F10 drukt terwijl het bericht wordt weergegeven, moet u de computer
uitschakelen en vervolgens opnieuw inschakelen om het hulpprogramma te kunnen openen.
U ziet de vijf hoofdmenu's van Computer Setup: File (Bestand), Storage (Opslag), Security
(Beveiliging), Power (Voeding) en Advanced (Geavanceerd).
Wanneer u de fabrieksinstellingen van het CMOS wilt herstellen, stelt u eerst de tijd en de datum in.
Vervolgens selecteert u met de pijltoetsen of de tab-toets File (Bestand) > Default Setup
(Standaardinstellingen) > Restore Factory Settings as Defaults (Fabrieksinstellingen terugzetten als
standaardinstellingen). Selecteer vervolgens Apply Defaults and Exit (Standaardwaarden toepassen
en afsluiten) in het menu File (Bestand). Hiermee herstelt u de niet-definitieve instellingen, zoals de
opstartvolgorde en andere fabrieksinstellingen. De hardware wordt echter niet opnieuw
geprogrammeerd.
Raadpleeg voor informatie over het opnieuw instellen van wachtwoorden de handleiding Handleiding
Desktop Management. Raadpleeg de Handleiding Computerinstellingen (F10) voor meer informatie
over Computer Setup (Computerinstellingen).
CMOS-jumper opnieuw instellen
1. Schakel de computer en eventuele externe apparaten uit en haal de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact. Het systeem moet worden losgekoppeld om het CMOS te kunnen wissen.
2. Koppel het toetsenbord, het beeldscherm en eventuele andere externe apparaten die op de
computer zijn aangesloten los.
WAARSCHUWING! Beperk het risico van persoonlijk letsel door elektrische schokken of hete
oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne
onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
VOORZICHTIG: Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, is er altijd spanning
aanwezig op de systeemkaart, zelfs als het apparaat is uitgeschakeld. Als u het netsnoer niet
loskoppelt, kan het systeem beschadigd raken.
Een ontlading van statische elektriciteit kan elektronische onderdelen of uitbreidingskaarten in de
computer beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch bent geladen. Raak een geaard metalen
voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Raadpleeg de Naslaggids voor de hardware
voor meer informatie.
3. Verwijder de afdekplaat of het toegangspaneel van de computer.
NLWW CMOS wissen en opnieuw instellen 59
VOORZICHTIG: Als u het CMOS wist, worden alle CMOS-waarden teruggezet naar de
standaard fabrieksinstellingen en worden alle aangepaste instellingen zoals wachtwoorden,
inventarisnummers en speciale instellingen gewist. Het is noodzakelijk om een backup te maken
van de instellingen van Computer Setup (Computerinstellingen) voordat u de CMOS-waarden
herstelt, voor het geval u de instellingen later opnieuw nodig heeft. U kunt gemakkelijk een backup
maken met behulp van Computer Setup (Computerinstellingen). Raadpleeg de Handleiding
Computerinstellingen (F10) voor meer informatie over het maken van een backup van de
instellingen van Computer Setup.
4. Zoek de groene jumper met twee uiteinden met het opschrift CMOS.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u de stekker uit het stopcontact heeft gehaald. Het CMOS kan
niet worden gewist als het netsnoer nog is aangesloten.
OPMERKING: Voor informatie over de locatie van de CMOS-jumper en andere onderdelen van
de systeemkaart raadpleegt u de installatiekaart (of IPSM, Illustrated Parts & Service Map) voor
uw systeem.
5. Verwijder de CMOS-jumper van pennen 1 en 2 en plaats de jumper op pennen 2 en 3. Hiermee
wordt het CMOS gewist.
6. Plaats de jumper terug op pennen 1 en 2.
7. Plaats de afdekplaat of het toegangspaneel terug op de computer.
8. Sluit de externe apparaten opnieuw aan.
9. Sluit de computer aan en schakel deze in.
OPMERKING: Nadat u het CMOS heeft gewist en opnieuw heeft opgestart, ontvangt u POST-
foutberichten waarin wordt aangegeven dat configuratiewijzigingen zijn doorgevoerd. Gebruik
Computer Setup (Computerinstellingen) om behalve de datum en tijd ook eventuele andere
speciale systeeminstellingen opnieuw in te stellen.
Raadpleeg de Handleiding Computerinstellingen (F10) voor meer informatie over Computer Setup
(Computerinstellingen).
60 Bijlage B Wachtwoordbeveiliging en herstellen van CMOS NLWW
C Drive Protection System (DPS)
Het Drive Protection System (DPS) is een diagnoseprogramma dat is ingebouwd in de
vasteschijfeenheden die in sommige computers zijn geïnstalleerd. DPS is ontwerpen om te helpen
diagnosticeren van problemen die zich kunnen voordoen bij vervangingen van vasteschijfeenheden die
buiten de garantie vallen.
Bij het bouwen van deze systemen, wordt elke geïnstalleerde vaste schijf getest met behulp van DPS,
en wordt een permanente record met sleutelinformatie weggeschreven naar de eenheid. Telkens
wanneer DPS wordt uitgevoerd, worden de testresultaten weggeschreven naar de vaste schijf. Uw
serviceprovider kan deze informatie gebruiken als hulpmiddel bij het diagnosticeren van situaties die
het nodig hebben gemaakt om de DPS-software uit te voeren.
Als u DPS uitvoert, heeft dat geen invloed op programma's of gegevens die zijn opgeslagen op de vaste
schijf. De test heeft alleen betrekking op de firmware van de vaste schijf en kan zelfs worden uitgevoerd
als de computer niet wordt opgestart met een besturingssysteem. Hoeveel tijd nodig is om de test uit
te voeren is afhankelijk van de fabrikant en de grootte van de vaste schijf. In de meeste gevallen neemt
de test ongeveer twee minuten per gigabyte in beslag.
Gebruik DPS als u denkt dat u een probleem met uw vaste schijf heeft. Als de computer een bericht
SMART Hard Drive Detect Imminent Failure (SMART vaste schijf detecteert dreigende storing) meldt,
is het niet nodig DPS uit te voeren. Maak in plaats daarvan een backup van de informatie op de vaste
schijf en neem contact op met een serviceprovider voor een vervangende vaste schijf.
NLWW 61
DPS openen via Computer Setup
Als de computer niet correct wordt opgestart, gebruikt u Computer Setup om toegang te krijgen tot het
DPS-programma. Voer de volgende stappen uit om toegang te krijgen tot DPS:
1. Zet de computer aan of start de computer opnieuw op.
2. Als het F10-instellingsbericht wordt weergegeven in de rechterbenedenhoek van het scherm, drukt
u op F10.
OPMERKING: Als u niet op F10 drukt terwijl het bericht wordt weergegeven, moet u de computer
uitschakelen en vervolgens opnieuw inschakelen om het hulpprogramma te kunnen openen.
U ziet de vijf hoofdmenu's van Computer Setup: File (Bestand), Storage (Opslag), Security
(Beveiliging), Power (Voeding) en Advanced (Geavanceerd).
3. Selecteer Storage (Opslag) > DPS Self-Test (Zelftest DPS).
Op het scherm wordt de lijst met vasteschijfeenheden op de computer die DPS ondersteunen
weergegeven.
OPMERKING: Als er geen vasteschijfeenheden zijn geïnstalleerd die DPS ondersteunen, wordt
de optie DPS Self-Test (DPS-zelftest) niet weergegeven op het scherm.
4. Selecteer de vaste schijf dat moet worden getest en volg de aanwijzingen op het scherm om het
testproces te voltooien.
Nadat de test is voltooid, wordt een van de drie volgende berichten weergegeven:
Test Succeeded. Completion Code 0 (Test geslaagd. Voltooiingscode 0).
Test Aborted. Completion Code 0 (Test afgebroken. Voltooiingscode 1 of 2).
Test Failed. Drive Replacement Recommended. Completion Code 3 through 14 (Test mislukt.
Vervanging van vaste schijf aanbevolen. Voltooiingscode 3 t/m 14).
Als de test is mislukt, moet de voltooiingscode worden genoteerd en aan de serviceprovider gemeld als
hulpmiddel bij het stellen van een diagnose voor het computerprobleem.
62 Bijlage C Drive Protection System (DPS) NLWW
Index
A
Algemene problemen 11
Audio, problemen 24
B
Backup and Recovery Manager 7
C
Cd-rom of dvd, problemen 38
CMOS
backup maken 57
wissen en opnieuw
instellen 59
D
Diagnoseprogramma 1
Drive Protection System
(DPS) 61
F
Fout
berichten 47
codes 46, 53
G
Geheugen, problemen 35
Geluidssignalen 53
H
Herstellen
CMOS 57
wachtwoordjumper 57
Herstelschijven 7
HP Business of Service
Partner 8, 45
I
Insight Diagnostics 1
Installatie van hardware,
problemen 29
Instelwachtwoord 57
Internettoegang, problemen 42
K
Knipperende lampjes 53
L
Lampjes
knipperend aan/uit 53
knipperend PS/2-
toetsenbord 53
M
Monitor, problemen 19
Muis, problemen 27
N
Netwerk, problemen 32
Numerieke foutcodes 47
Nuttige tips 10
O
Opstartopties
Full Boot 46
Quick Boot 46
Opstartproblemen 40
Opstartwachtwoord 57
Optischeschijfeenheden,
problemen 38
P
POST-foutberichten 46
Printer, problemen 26
Problemen
algemeen 11
audio 24
cd-rom of dvd 38
geheugen 35
installatie van hardware 29
internettoegang 42
monitor 19
muis 27
netwerk 32
printer 26
processor 37
software 44
toetsenbord 27
USB-flashdrive 41
vaste schijf 16
voeding 15
Processor, problemen 37
S
Software
backup maken 7
herstellen 7
problemen 44
T
Toetsenbord, problemen 27
U
USB-flashdrive, problemen 41
V
Vaste schijf, problemen 16
Veiligheid en comfort 8
Voeding, problemen 15
W
Wachtwoord
instellen 57
opstart 57
wissen 57
Wake-on-LAN, voorziening 32
NLWW Index 63
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69

HP rp3000 Point of Sale System Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor