Activiteit Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
Groen aan/uit-lampje knippert vijf
keer in een seconde, gevolgd door
een pauze van twee seconden.
Het geheugen is defect
(gedetecteerd voordat video
actief wordt).
VOORZICHTIG: Verwijder het netsnoer van
de computer voordat u een DIMM-module
opnieuw plaatst, verwijdert of installeert om
schade aan de DIMM's of de systeemkaart te
voorkomen.
1. Verwijder de DIMM's en plaats deze opnieuw.
2. Vervang de DIMM's een voor een om te bepalen
welke module defect is.
3. Vervang geheugen van andere leveranciers door
HP geheugen.
4. Vervang de systeemkaart.
Groen aan/uit-lampje knippert zes
keer met tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een pauze
van twee seconden.
De grafische kaart is defect
(gedetecteerd voordat video
actief wordt).
Bij een computer met een afzonderlijke grafische kaart:
1. Verwijder de grafische kaart en plaats deze
opnieuw.
2. Vervang de grafische kaart.
3. Vervang de systeemkaart.
Bij een computer met een geïntegreerde grafische
controller vervangt u de systeemkaart.
Groen aan/uit-lampje knippert acht
keer met tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een pauze
van twee seconden.
Het ROM is defect (checksum
incorrect).
1. Flash het systeem-ROM met het nieuwste BIOS-
image.
2. Vervang de systeemkaart.
Het systeem gaat niet aan en er
branden geen lampjes.
Het systeem kan niet worden
gestart.
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan
4 seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf
groen gaat branden, werkt de aan/uit-knop correct
Probeer het volgende:
1. Controleer aan de achterkant van de
voedingseenheid of de spanningsschakelaar
(alleen op bepaalde modellen) op het juiste voltage
is ingesteld. Welk voltage juist is, hangt af van het
land waar u zich bevindt.
2. Vervang de systeemkaart.
OF
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan
4 seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf
nu NIET groen gaat branden, doet u het volgende:
1. Controleer of de computer is aangesloten op een
werkend stopcontact.
2. Open het chassis en controleer of de eenheid met
de aan/uit-knop goed is aangesloten op de
systeemkaart.
3. Controleer of beide voedingskabels goed op de
systeemkaart zijn aangesloten.
4. Controleer of het lampje 5V_aux op de
systeemkaart brandt. Als dit lampje brandt,
NLWW Betekenis van de diagnoselampjes 19