Samsung SAMSUNG PL200 Handleiding

Type
Handleiding
In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Klik op een onderwerp
User Manual
PL200/PL201
Bekende problemen
Beknopt overzicht
Inhoud
Basisfuncties
Geavanceerde functies
Opnameopties
Afspelen/bewerken
Aanvullende informatie
Index
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing: situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Voorzichtig: situaties die schade aan de camera of andere
apparatuur kunnen veroorzaken
Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende
informatie
Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of
explosieve gassen en vloeistoffen
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar
materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar geen
ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde
ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires van de
camera.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen en accessoires
kunnen ook een fysiek gevaar vormen.
Waarschuwingen
Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan
1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van
de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden.
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af
volgens de voorschriften
•Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en
opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen ernstig
letsel of schade aan uw camera veroorzaken.
•Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale
regelgeving bij het verwijderen van gebruikte batterijen.
•Leg batterijen of camera’s nooit in of op verwarmingsapparaten,
zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen
exploderen als ze te heet worden.
•Gebruik voor het opladen van de batterijen geen
elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of
een loshangend stopcontact. Dit kan brand of een schok
veroorzaken.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
•Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt
u anderen of uzelf verwonden.
•Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende
onderdelen kan gaan zitten en de werking van het apparaat kan
beïnvloeden.
•Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën,
jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een
gevoelige huid . Als u last hebt van een van deze symptomen,
stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en
raadpleeg een arts.
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
•Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan
extreme temperaturen (onder 0 °C of boven 40 °C). Door
extreme temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen
afnemen en kunnen geheugenkaarten storingen vertonen.
•Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen
voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en
minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade
aan de batterijen veroorzaken. Dit kan ook brand of een schok
veroorzaken.
•Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof,
vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart
met een zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera
plaatst.
•Voorkom dat de sleuf voor geheugenkaarten in contact komt met
vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen
ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig
•Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door
vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet
met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van
toepassing op waterschade aan het toestel.
•Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of
hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht
of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne
onderdelen van het toestel veroorzaken.
•Gebruik of bewaar de camera niet in stoffige, vervuilde, vochtige
of slecht geventileerde omgevingen om schade aan bewegende
delen en interne onderdelen te vermijden.
•Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere
tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van
tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera
veroorzaken.
•Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het
strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
•Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik
en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.
•Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en
het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren
van stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen van
batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan poorten,
stekkers en accessoires.
•Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven
en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van
onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
Veiligheidsvoorschriften
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en
oplader
•Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan
bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van
de camera los te koppelen.
•Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van
tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.
•Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u
de oplader niet gebruikt.
•Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn
bedoeld.
Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in
vochtige omgevingen
Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en vochtige
omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische schakelingen en
op de geheugenkaart condensvorming optreden. Wacht in zo’n
geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is verdampt, alvorens u de
camera gebruikt.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
•Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of
verwijdert.
•Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware
klappen of druk worden blootgesteld.
•Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of
door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke
geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera.
•Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of
geheugenkaart.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires
Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot schade
aan de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de garantie.
Bescherm de cameralens
•Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de
beeldsensor verkleuren of defect raken.
•Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de
lens met een zachte, schone doek.
Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door
gekwalificeerd personeel uitvoeren
Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en
probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit
ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie
gedekt.
Belangrijke gebruiksinformatie
4
Copyrightinformatie
•Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
•Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation.
•Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving worden
gewijzigd bij veranderde camerafuncties.
•Het is aan te bevelen, de camera te gebruiken in het land
waar u hem hebt aangeschaft.
•Voor informatie over Open Source-licenties raadpleegt u
het bestand "OpenSourceInfo.pdf" op de meegeleverde
cd-rom.
Indeling van de gebruiksaanwijzing
Basisfuncties 11
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera
en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Geavanceerde functies 26
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een
modus te selecteren en hoe u video's of spraakmemo's
opneemt.
Opnameopties 35
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in
de opnamemodus kunt kiezen.
Afspelen/bewerken 53
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en
spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u
foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe
u de camera op een computer, fotoprinter of televisie
aansluit.
Aanvullende informatie 75
Hier vindt u informatie over instellingen en
foutmeldingen, alsmede specificaties en
onderhoudstips.
5
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Opnamemodus Pictogram
Smart Auto
Programma
DUAL IS
Scène
Film
Smart-film
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de
desbetreffende modi beschikbaar is. De
modus ondersteunt
wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes.
Voorbeeld:
Beschikbaar in de
modi Programma,
DUAL IS en Film
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[ ]
Cameratoetsen; bijvoorbeeld: [Ontspanknop]
(staat voor de ontspanknop)
( )
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet
selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld:
Selecteer Opname Witbalans (dit betekent
selecteer Opname en vervolgens Witbalans)
*
Voetnoot
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
Afkorting Betekenis
ACB
Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering)
AEB
Auto Exposure Bracket
(opnamereeks met verschillende belichtingen)
AF
Auto Focus (autofocus)
DIS
Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie)
DPOF
Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling)
EV
Exposure Value (belichtingswaarde)
OIS
Optical Image Stabilisation (optische beeldstabilisatie)
WB
White Balance (witbalans)
6
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
•Druk [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop half in
•Druk op [Ontspanknop]: druk de ontspanknop volledig in
Druk [Ontspanknop] half in Druk op [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
•Onderwerp: het belangrijkste object in een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
•Achtergrond: de objecten rondom het onderwerp
•Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Onderwerp
Compositie
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van
sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichting Overbelicht (te helder)
7
Bekende problemen
Hier vindt u antwoorden op bekende problemen. Met behulp van opname-instellingen hebt u veel problemen snel opgelost.
De ogen van de
gefotografeerde zijn
rood.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
• Stel de flitsoptie in op
Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 39)
• Als de foto al is gemaakt, selecteert u
Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 64)
Foto's bevatten stof-
vlekjes.
Stofdeeltjes die in de lucht zweven kunnen worden vastgelegd op foto's als u de flitser gebruikt.
• Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 40)
Foto's zijn wazig.
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's neemt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed stil
houdt.
• Druk [Ontspanknop] half in om te zorgen dat er wordt scherpgesteld op het onderwerp. (pag. 24)
• Gebruik de
-modus. (pag. 31)
Foto's zijn wazig bij
avondopnamen.
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd.
Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
• Selecteer
Nacht in de modus . (pag. 30)
• Schakel de flitser in. (pag. 39)
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 40)
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Het onderwerp
is te donker door
tegenlicht.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen
de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp donker worden.
• Maak geen foto's tegen de zon in.
• Selecteer
Tegenl. in de modus . (pag. 28)
• Stel de flitsoptie in op
Invulflits. (pag. 39)
• Stel de optie Automatische contrastbalans (ACB) in. (pag. 47)
• Pas de belichting aan. (pag. 47)
• Stel de lichtmeting in op
Spot als er een helder onderwerp in het midden van het kader staat.
(pag. 48)
8
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
• -modus > Beautyshot
29
•
-modus > Portret
28
• Rode ogen, Anti-rode ogen
(rode ogen voorkomen of verwijderen)
39
• Gezichtsdetectie
44
's Nachts of in het donker foto's
maken
• -modus > Nacht
30
•
-modus > Zon onder, Dageraad, Vuurwerk
28
• Flitseropties
39
• ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
40
Actiefoto's maken
• Continu, Bewegingsopname
50
Foto's maken van tekst, insecten en
bloemen
• -modus > Close-up, Tekst
28
• Macro, Auto macro (om foto's van dichtbij te maken)
41
• Witbalans (de tint wijzigen)
48
De belichting aanpassen (helderheid)
• EV (de belichting aanpassen)
47
• ACB (compenseren voor onderwerpen tegen een
heldere achtergrond)
47
• L.meting
48
• AEB (om drie foto's met verschillende belichtingen te
maken van dezelfde scène)
50
Een speciaal effect toepassen
• Fotostijlen (om een speciale tint aan te brengen)
51
• Beeld aanpassen (om kleurverzadiging, scherpte en
contrast bij te stellen)
52
Bewegingsonscherpte voorkomen
• OIS (Optical Image Stabilisation)
23
•
-modus
31
• Bestanden op categorie
bekijken in Smart Album
55
• Alle bestanden op de
geheugenkaart wissen
57
• Foto's als diavertoning
weergeven
58
• Bestanden op een tv
weergeven
66
• De camera op een computer
aansluiten
67
• Geluid en volume aanpassen
77
• De helderheid van het
scherm aanpassen
77
• De schermtaal wijzigen
78
• De datum en tijd instellen
78
• De geheugenkaart
formatteren
78
• Problemen oplossen
87
9
Inhoud
PL200/PL201
Informatie over gezondheid en veiligheid
Bekende problemen
Beknopt overzicht
Inhoud
Een spraakmemo opnemen ................................................. 34
Een spraakmemo aan een foto toevoegen ............................. 34
Opnameopties
................................................................ 35
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ............................... 36
De resolutie selecteren ........................................................ 36
De beeldkwaliteit selecteren ................................................. 36
De timer gebruiken ............................................................ 37
Opnamen in het donker maken ......................................... 39
Rode ogen voorkomen ........................................................ 39
De flitser gebruiken .............................................................. 39
De ISO-waarde aanpassen .................................................. 40
De scherpstelling aanpassen ............................................. 41
Macro gebruiken ................................................................. 41
Autofocus gebruiken ............................................................ 41
Meebewegende autofocus gebruiken ................................... 42
Het scherpstelgebied aanpassen .......................................... 43
Gezichtsdetectie gebruiken ............................................... 44
Gezichten detecteren .......................................................... 44
Een zelfportret maken .......................................................... 45
Een foto van een lachend gezicht maken ............................... 45
Knipperende ogen detecteren .............................................. 46
Helderheid en kleur aanpassen ......................................... 47
De belichting handmatig aanpassen (EV) ............................... 47
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ..................................... 47
De lichtmeetmethode wijzigen .............................................. 48
Een lichtbron selecteren (Witbalans) ...................................... 48
Serieopname ..................................................................... 50
Uw foto's mooier maken ................................................... 51
Basisfuncties
................................................................... 11
Uitpakken .......................................................................... 12
Onderdelen en functies ..................................................... 13
De batterij en geheugenkaart plaatsen .............................. 15
De batterij opladen en de camera inschakelen .................. 16
De batterij opladen .............................................................. 16
De camera inschakelen ....................................................... 16
Uitleg over de pictogrammen ............................................ 17
Opties selecteren .............................................................. 18
Display en geluid instellen .................................................. 20
Het displaytype wijzigen ....................................................... 20
Het geluid instellen .............................................................. 20
Foto's maken .................................................................... 21
Zoomen ............................................................................. 22
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ................................ 23
Tips om betere foto's te maken ........................................ 24
Geavanceerde functies
.................................................. 26
Opnamemodi .................................................................... 27
De Smart Auto-modus gebruiken .......................................... 27
De Scènemodus gebruiken .................................................. 28
De Beautyshot-modus gebruiken .......................................... 29
De kadergids gebruiken ....................................................... 30
De Nachtmodus gebruiken .................................................. 30
De Dual IS-modus gebruiken ................................................ 31
De Programmamodus gebruiken .......................................... 32
Een video opnemen ............................................................ 32
Spraakmemo's opnemen .................................................. 34
10
Inhoud
Fotostijlen toepassen ........................................................... 51
Uw foto's aanpassen ........................................................... 52
Afspelen/bewerken
......................................................... 53
Weergeven ........................................................................ 54
De weergavemodus starten ................................................. 54
Foto's weergeven ................................................................ 58
Een video afspelen .............................................................. 59
Spraakmemo's afspelen ...................................................... 60
Foto's bewerken ............................................................... 62
Foto's in grootte aanpassen ................................................. 62
Een foto draaien .................................................................. 62
Fotostijlen toepassen ........................................................... 63
Belichtingsproblemen corrigeren ........................................... 64
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ...................................... 65
Bestanden op een tv weergeven ....................................... 66
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) ..... 67
Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio ............. 69
Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare
schijf aan te sluiten
.............................................................. 71
De camera loskoppelen (Windows XP) .................................. 72
Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) .... 73
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) ............. 74
Aanvullende informatie
.................................................. 75
Camera-instellingenmenu .................................................. 76
Het instellingenmenu openen ............................................... 76
Geluid ............................................................................... 77
Display ............................................................................... 77
Instellingen .......................................................................... 78
Foutmeldingen .................................................................. 81
Onderhoud van de camera ............................................... 82
De camera reinigen ............................................................. 82
Geheugenkaarten ................................................................ 83
De batterij ........................................................................... 84
Voordat u contact opneemt met een servicecenter ........... 87
Cameraspecificaties .......................................................... 90
Index ................................................................................. 95
Uitpakken
………………………………………………… 12
Onderdelen en functies
……………………………… 13
De batterij en geheugenkaart plaatsen
………… 15
De batterij opladen en de camera inschakelen
……… 16
De batterij opladen
……………………………………… 16
De camera inschakelen
………………………………… 16
Uitleg over de pictogrammen
………………………… 17
Opties selecteren
…………………………………… 18
Display en geluid instellen
………………………… 20
Het displaytype wijzigen
………………………………… 20
Het geluid instellen
……………………………………… 20
Foto's maken
…………………………………………… 21
Zoomen
………………………………………………… 22
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
……………… 23
Tips om betere foto's te maken
…………………… 24
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en
basisfuncties voor het maken van opnamen.
Basisfuncties
12
Uitpakken
Controleer of de doos de volgende artikelen bevat:
Camera AC-adapter/USB-kabel Oplaadbare batterij Polslus
Software-cd-rom
(met gebruiksaanwijzing)
Snelstartgids
De afbeelding kan afwijken van de werkelijke
artikelen.
Als optie verkrijgbare accessoires
Camera-etui Geheugenkaarten A/V-kabel Batterijoplader
Basisfuncties
13
Onderdelen en functies
Maak u vertrouwd met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Batterijklep
Plaatsing van batterij en geheugenkaart
Statiefbevestigingspunt
Ontspanknop
Power-knop
AF-hulplampje/timerlampje
Flitser
Luidspreker
Lens
Microfoon
Smart-knop
Instellen op Smartmodus ( , )
Zoomknop
• In- en uitzoomen in de opnamemodus
• Inzoomen op een deel van een foto of bestanden als
miniaturen bekijken in de weergavemodus
• Volume regelen in de weergavemodus
Basisfuncties
14
Onderdelen en functies
Modus-knop: De lijst met opnamemodi openen.
Pictogram Modus Beschrijving
Smart Auto
Een foto maken door de camera een geschikte
modus voor de scène te laten selecteren
Programma
Een foto maken met instelling van opties
DUAL IS
Een foto maken met opties die geschikt zijn om
bewegingsonscherpte te voorkomen
Scène
Een foto maken met vooraf ingestelde opties voor
een specifieke scène
Film
Een video opnemen
Knop Beschrijving
Naar opties of menu's
Navigatie
In de opnamemodus Bij instellen
Weergaveoptie wijzigen Omhoog
Macro-optie wijzigen Omlaag
Flitseroptie wijzigen Naar links
Timeroptie wijzigen Naar rechts
Gemarkeerde optie of menu bevestigen
Afspelen
Naar de weergavemodus
Functie
• Toegang tot opties in de opnamemodus
• Bestanden verwijderen in de weergavemodus
Statuslampje
• Knippert: Bij opslaan van een foto of
video, uitlezen door een computer of
printer of bij een onscherp onderwerp
• Brandt: Bij aansluiting op een
computer of wanneer de camera is
scherpgesteld
1
2
Hoofdscherm
USB- en A/V-
aansluiting
Voor aansluiting van USB- of
A/V-kabel
Basisfuncties
15
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek
de kaart vervolgens uit de
sleuf.
Druk op de vergrendeling
om de batterij los te
maken.
• Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium
als er geen geheugenkaart is geplaatst.
• Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een
geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kan dit uw camera en
geheugenkaart beschadigen.
Geheugenkaart
Batterij
Batterijvergrendeling
Plaats de geheugenkaart
met de goudkleurige
contactpunten omhoog
gericht.
Zorg dat bij het plaatsen van
de batterij het Samsung-logo
omhoog is gericht.
Basisfuncties
16
De batterij opladen en de camera inschakelen
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
De camera inschakelen in de weergavemodus
Druk op [ ]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar
de weergavemodus.
Als u uw camera inschakelt door [ ] ongeveer 5 seconden ingedrukt te
houden, geeft de camera geen enkel camerageluid.
De batterij opladen
Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera
gebruikt. Koppel de USB-kabel aan de AC-adapter en sluit
vervolgens het uiteinde van de kabel met het indicatielampje op
de camera aan.
Indicatielampje
•Rood: bezig met opladen
•Groen: volledig opgeladen
Basisfuncties
17
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus of de ingestelde opties.
C. Pictogrammen links
Pictogram Beschrijving
Diafragma en sluitertijd
Lange sluitertijd
Belichtingswaarde
Witbalans
Gezichttint
Gezicht retoucheren
ISO-waarde
Fotostijl
Beeldaanpassing
(scherpte, contrast, kleurverzadiging)
Geluid uit
Type serieopname
Optische beeldstabilisatie
Pictogram Beschrijving
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomverhouding
Huidige datum en tijd
B. Pictogrammen rechts
Pictogram Beschrijving
Fotoresolutie
Videoresolutie
Framesnelheid
Fotokwaliteit
Lichtmeting
Flitsoptie
Zelfontspannerinstelling
Autofocusinstelling
Gezichtsdetectie
A. Informatie
Pictogram Beschrijving
Geselecteerde opnamemodus
Resterend aantal foto's
Beschikbare opnametijd
Interne geheugen
Geheugenkaart geplaatst
• : Volledig opgeladen
•
: Deels opgeladen
•
(Rood): Opladen
noodzakelijk
Spraakmemo
A
B
C
Basisfuncties
18
Opties selecteren
U kunt opties selecteren door te drukken op [ ] en door gebruik te maken van de navigatieknoppen ([ ], [ ], [ ], [ ]).
U kunt de opnameopties ook openen door op [ ] te drukken, maar dan zijn sommige opties niet beschikbaar.
Teruggaan naar het vorige menu
Druk op [ ] om naar het vorige menu terug te gaan.
Druk op de [Ontspanknop] om naar de opnamemodus terug te gaan.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Gebruik de navigatieknoppen om naar een optie of
menu te scrollen.
• Druk op [ ] of [ ] om naar links of rechts te gaan.
• Druk op [
] of [ ] om omhoog of omlaag te gaan.
EV
Terug Verpl.
3
Druk op [ ] om de gemarkeerde keuze te bevestigen.
Basisfuncties
19
Opties selecteren
5
Druk op [ ] of [ ] om naar Witbalans te bladeren
en druk vervolgens op [
] of [ ].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Gezichtsdetectie
Scherpstelgebied
Afsl. Terug
6
Druk op [ ] of [ ] om naar een witbalansoptie te
bladeren.
Daglicht
Terug Verpl.
7
Druk op [ ].
Voorbeeld: in de P-modus de witbalans selecteren
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Druk op [ ] of [ ] om naar Programma te bladeren
en druk vervolgens op [
].
Smart Auto
Programma
DUAL IS
Scène
Film
In deze modus kunt u direct versch.
opnamefuncties instellen.
3
Druk op [ ].
Opname
Geluid
Display
Instellingen
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Gezichtsdetectie
Scherpstelgebied
Afsl.
Wijzigen
4
Druk op [ ] of [ ] om naar Opname te bladeren en
druk vervolgens op [
] of [ ].
Basisfuncties
20
Display en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het display en het geluid naar wens kunt aanpassen.
Het geluid instellen
Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken
wanneer u de camera bedient.
1
Druk in de opname- of weergavemodus op [ ].
2
Selecteer Geluid Piepjes een optie.
Optie Beschrijving
Uit
De camera laat geen geluid klinken.
1/2/3
De camera laat een geluid klinken.
Het displaytype wijzigen
U kunt een weergavestijl voor de opname- of afspeelmodus
selecteren.
Druk meerdere keren op [ ] om een displaytype te
wijzigen.
Alle informatie over het
opnemen tonen.
Modus Beschrijving
Opname
• Alle opname-informatie weergeven
• Opname-informatie verbergen, behalve het aantal
resterende foto's (of de resterende opnametijd) en
het batterijpictogram
Afspelen
• Informatie over de huidige foto weergeven
• Informatie over de huidige foto verbergen
• Informatie over het huidige bestand weergeven,
behalve de opname-instellingen en de
opnamedatum
Basisfuncties
21
Foto's maken
Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de Programmamodus eenvoudig en snel foto's te maken.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Druk op [ ] of [ ] om naar Programma te bladeren
en druk vervolgens op [
].
Smart Auto
Programma
DUAL IS
Scène
Film
In deze modus kunt u direct versch.
opnamefuncties instellen.
3
Kadreer het onderwerp.
4
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
• Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld
is.
5
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Zie pagina 24 voor tips om betere foto's te maken.
Basisfuncties
22
Foto's maken
Digitale zoom
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het
gebruik van digitale zoom achteruitgaan.
Optisch bereik
Digitaal bereik
Zoomindicator
• De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de
modi , , (in bepaalde scènes), en en in
combinatie met Gezichtsdetectie.
• Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat
een foto is opgeslagen.
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera heeft
7X optische zoom en 5X digitale zoom. Door beide te gebruiken,
kunt u tot 35 keer inzoomen.
Draai de [Zoomknop] naar rechts om op het onderwerp in te
zoomen. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen.
InzoomenUitzoomen
Zoomverhouding
Basisfuncties
23
Foto's maken
• OIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed:
- u beweegt de camera om een bewegend onderwerp te volgen
- u zoom gebruikt
- de camera trilt te veel
- er is sprake van een lange sluitertijd (bijvoorbeeld bij opnamen in
de modus )
- de batterij is bijna leeg
- u neemt een close-up
• Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's
onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-
functie bij gebruik van een statief uit.
• Als dit invloed heeft op de camera, wordt het scherm wazig. In dat
geval schakelt u de camera uit en weer in om de OIS-functie correct
te gebruiken.
• In sommige scènes is de OIS-functie niet beschikbaar.
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch
beperken.
Vóór correctie Na correctie
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname OIS een optie.
Optie Beschrijving
Uit: de OIS-functie uitzetten.
Aan: de OIS-functie aanzetten.
Basisfuncties
24
Tips om betere foto's te maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets
voor de lens zit.
De ontspanknop half indrukken
Druk [Ontspanknop] half in en pas de
scherpstelling aan. De scherpstelling
en belichting worden automatisch
aangepast.
Diafragma en sluitertijd worden
automatisch ingesteld.
Scherpstelkader
• Druk op [Ontspanknop] om een
foto te maken als het kader groen is.
• Pas het kader aan en druk
[Ontspanknop] nogmaals half in als
het kader rood is.
Bewegingsonscherpte voorkomen
• Stel de optie OIS (Optical Image Stabilisation)
in om de bewegingsonscherpte optisch te
reduceren. (pag. 23)
• Selecteer de modus
om de
bewegingsonscherpte zowel optisch als digitaal
te reduceren. (pag. 31)
Als wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op Langz sync of
Uit staat ingesteld. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor
het moeilijker is om de camera stil te houden.
• Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 39)
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 40)
Basisfuncties
25
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp
scherp te stellen:
-
er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond
(wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de
achtergrond)
- de lichtbron achter het onderwerp is te fel
- het onderwerp glanst
- het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals jaloezieën
- het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het beeld
Gebruik de scherpstelvergrendeling
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader
verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer
u klaar bent op [Ontspanknop] om een foto te maken.
• Wanneer u foto's maakt bij weinig licht
Schakel de flitser in.
(pag. 39)
• Wanneer onderwerpen snel bewegen
Gebruik de functie
Continu of Bew.
detectie. (pag. 50)
Opnamemodi
………………………………………… 27
De Smart Auto-modus gebruiken
…………………… 27
De Scènemodus gebruiken
…………………………… 28
De Beautyshot-modus gebruiken
……………………… 29
De kadergids gebruiken
………………………………… 30
De Nachtmodus gebruiken
…………………………… 30
De Dual IS-modus gebruiken
………………………… 31
De Programmamodus gebruiken
……………………… 32
Een video opnemen
…………………………………… 32
Spraakmemo's opnemen
…………………………… 34
Een spraakmemo opnemen
…………………………… 34
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
…………… 34
Geavanceerde functies
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te
selecteren en hoe u video's of spraakmemo's opneemt.
Geavanceerde functies
27
Opnamemodi
Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen. Alleen
beschikbaar wanneer de flitser uitstaat.
Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's.
Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's.
Verschijnt bij close-upfoto's van objecten.
Verschijnt bij close-upfoto's van tekst.
Verschijnt bij foto's van zonsondergangen.
Verschijnt bij foto's van heldere luchten.
Verschijnt bij foto's van beboste gebieden.
Verschijnt bij close-upfoto's van kleurrijke
onderwerpen.
Verschijnt bij close-upfoto's van mensen.
Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje
stabiel zijn. Dit is alleen beschikbaar als u foto’s in
het donker maakt.
Verschijnt bij foto's van actief bewegende
onderwerpen.
De Smart Auto-modus gebruiken
In deze modus kiest de camera automatisch camera-instellingen
die bij het gedetecteerde type scène passen. Dit is handig als
u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse
scènes.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Smart Auto.
3
Kadreer het onderwerp.
• De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij foto's van landschappen.
Verschijnt bij foto's met een heldere witte
achtergrond.
Geavanceerde functies
28
Opnamemodi
De Scènemodus gebruiken
Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke
scène.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Scène een scène.
Beautyshot
Kaderlijnen
Nacht
Portret
Kinderen
Landschap
Close-up
Deze modus is geschikt om portretfoto's
te maken
• Als u de scènemodus wilt wijzigen, drukt u op [ ] en
selecteert u Scène een scène.
• Voor de Beautyshotmodus, zie “De Beautyshot-modus
gebruiken” op bladzijde 29.
• Voor de Kadergidsmodus, zie “De kadergids gebruiken" op
pagina 30.
• Voor de Nachtmodus, zie “De Nachtmodus gebruiken ” op
pagina 30.
3
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
4
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
4
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
5
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
• Als de camera geen scènemodus herkent, wordt weergegeven
en worden de standaardinstellingen gebruikt.
• Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de
camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van
het onderwerp en de lichtval.
• Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
• Zelfs als u een statief gebruikt, wordt de modus
mogelijk niet
herkend, afhankelijk van de bewegingen van het onderwerp.
Geavanceerde functies
29
Opnamemodi
6
Selecteer Opname Gezichtretouch. een optie.
• Selecteer een hogere instelling om een groter aantal
onvolkomenheden te verbergen.
Niveau 3
Terug Verpl.
7
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
8
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De scherpstelafstand wordt op Auto macro ingesteld.
De Beautyshot-modus gebruiken
Een foto van iemand nemen met opties om onvolkomenheden in
het gezicht te verbergen.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Scène Beautyshot.
3
Als u de huidtint van het onderwerp lichter wilt laten
lijken (alleen het gezicht), drukt u op [
].
4
Selecteer Opname Gezichtstint een optie.
• Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten
lijken.
Niveau 2
Terug Verpl.
5
Druk op [ ] om onvolkomenheden in het gezicht te
verbergen.
Geavanceerde functies
30
Opnamemodi
De Nachtmodus gebruiken
Gebruik de Nachtmodus om een foto te nemen met opties voor
nachtelijke opnamen. Gebruik een statief om te voorkomen dat
de camera beweegt.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Scène Nacht.
3
Kadreer het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half
in om scherp te stellen.
4
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
De belichting in de Nachtmodus aanpassen
In de Nachtmodus kunt u door een langere belichtingstijd te
gebruiken korte lichtflitsen als gebogen strepen vastleggen.
Gebruik een lange sluitertijd om de sluiter lang open te laten
staan. Gebruik een hogere diafragmawaarde om overbelichting
te voorkomen.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Scène Nacht.
3
Druk op [ ].
4
Selecteer Opname Lange sluitert..
De kadergids gebruiken
Wanneer u iemand anders een foto van u wilt laten maken, kunt u
deze in scène zetten met behulp van de kadergids. De kadergids
helpt degene die een foto van u maakt door het gedeelte van de
vooraf gekadreerde scène te laten zien.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Scène Kaderlijnen.
3
Kadreer het onderwerp en druk op [Ontspanknop].
• Aan de linker- en rechterkant van het beeld verschijnen
doorzichtige lijnen.
Kader annuleren: OK
4
Vraag een andere persoon om een foto te maken.
• Deze persoon kan het onderwerp kadreren met behulp van de
kaderlijnen en vervolgens op [Ontspanknop] drukken om de
foto te maken.
5
Druk op [ ] om de kadergids op te heffen.
Geavanceerde functies
31
Opnamemodi
De Dual IS-modus gebruiken
U kunt bewegingsonscherpte verminderen en onscherpe foto's
vermijden met de functies OIS (Optical Image Stabilisation) en
DIS (Digital Image Stabilisation).
Vóór correctie Na correctie
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer DUAL IS.
3
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
4
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
• De digitale zoomfunctie werkt in deze modus niet.
• De foto wordt alleen optisch gecorrigeerd wanneer deze gemaakt
wordt bij een lichtbron die helderder is dan TL-licht.
• Als het onderwerp snel beweegt, kan de foto onscherp worden.
• Schakel de optie OIS in om bewegingsonscherpte in verschillende
opnamemodi tegen te gaan. (pag. 23)
5
Selecteer de diafragmawaarde of sluitersnelheid.
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Diafragma
Auto
Auto
Terug Verpl.
6
Selecteer een optie.
• Als u Auto selecteert, worden diafragma en sluitertijd
automatisch aangepast.
7
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
8
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden.
Geavanceerde functies
32
Opnamemodi
Een video opnemen
Neem video's in high-definition van maximaal 20 minuten op.
De video-opname wordt opgeslagen als een H.264-bestand
(MPEG-4.AVC).
• H.264 (MPEG-4 part 10/AVC) is een video-indeling met
hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale
standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T.
• Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname
met High Definition-kwaliteit. Stel in dit geval een lagere resolutie in.
(pag. 36)
• Wanneer de OIS actief is, kan het geluid van de OIS op de video
worden opgenomen.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Film.
3
Druk op [ ].
4
Selecteer Film Framesnelheid een framesnelheid
(het aantal frames per seconde).
• Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan,
maar wordt het bestand ook groter.
60 fps is alleen beschikbaar bij de videoresolutie 320 x 240.
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen (met
uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde).
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Programma.
3
Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie
Opnameopties.)
4
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
5
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Geavanceerde functies
33
Opnamemodi
Het opnemen onderbreken
U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk
onderbreken. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes in één
video opnemen.
Druk op [
]
om tijdens het opnemen te pauzeren.
Druk nogmaals om de opname te hervatten.
Stop Pauze
5
Druk op [ ].
6
Selecteer Film Spraak een geluidsoptie.
Optie Beschrijving
Aan: een video met geluid opnemen.
Uit : een video zonder geluid opnemen.
Zoom gedempt : Tijdens in-/uitzoomen wordt de
geluidsopname onderbroken.
7
Stel naar wens andere opties in.
(Voor een lijst met opties, zie “Opnameopties”.)
8
Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten.
9
Druk nogmaals op [Ontspanknop] om de opname te
stoppen.
Geavanceerde functies
34
Spraakmemo's opnemen
Hier vindt u informatie over hoe u een spraakmemo opneemt die u op elk gewenst moment kunt afspelen. U kunt een spraakmemo aan
een foto toevoegen als een korte herinnering aan de opnameomstandigheden.
U bereikt de beste geluidskwaliteit als u op 25 cm afstand van de camera opneemt.
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Spraak Memo.
3
Kadreer het onderwerp en maak een foto.
• Direct nadat de foto is gemaakt, begint u met het opnemen
van een spraakmemo.
4
Neem een korte spraakmemo op (maximaal
10 seconden).
• Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo
te stoppen.
Een spraakmemo opnemen
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Spraak Opname.
3
Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten.
• U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen.
• Druk op [
] als u de opname wilt onderbreken of hervatten.
Stop Pauze
4
Druk op [Ontspanknop] om de opname te stoppen.
• Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om een nieuwe
spraakmemo op te nemen.
5
Druk op [ ] om naar de opnamemodus te gaan.
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
…… 36
De resolutie selecteren
…………………… 36
De beeldkwaliteit selecteren
………………… 36
De timer gebruiken
………………………… 37
Opnamen in het donker maken
………… 39
Rode ogen voorkomen
……………………… 39
De flitser gebruiken
…………………………… 39
De ISO-waarde aanpassen
……………… 40
De scherpstelling aanpassen
…………41
Macro gebruiken
………………………… 41
Autofocus gebruiken
………………………… 41
Meebewegende autofocus gebruiken
……… 42
Het scherpstelgebied aanpassen
…………… 43
Gezichtsdetectie gebruiken
……………44
Gezichten detecteren
……………………… 44
Een zelfportret maken
……………………… 45
Een foto van een lachend gezicht maken
…… 45
Knipperende ogen detecteren
……………… 46
Helderheid en kleur aanpassen
…………… 47
De belichting handmatig aanpassen (EV)
…… 47
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
……… 47
De lichtmeetmethode wijzigen
……………… 48
Een lichtbron selecteren (Witbalans)
………… 48
Serieopname
……………………………… 50
Uw foto's mooier maken
………………… 51
Fotostijlen toepassen
……………………… 51
Uw foto's aanpassen
………………………… 52
Opnameopties
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen.
Opnameopties
36
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de beeldresolutie en -kwaliteit kunt aanpassen.
Bij het maken van een video:
1
Druk in de -modus op [ ].
2
Selecteer Film Filmformaat een optie.
Optie Beschrijving
1280 X 720 HQ: Bestanden met hoge kwaliteit
weergeven op een HDTV.
640 X 480: Weergeven op een algemene tv.
320 X 240: Op een webpagina plaatsen.
De beeldkwaliteit selecteren
De foto's die u maakt, worden gecomprimeerd en in JPEG-
indeling opgeslagen. Een hogere kwaliteit resulteert in grotere
bestanden.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Kwalit. een optie.
Optie Beschrijving
Superhoog
Hoog
Normaal
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
De resolutie selecteren
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels
bevatten en daardoor groter worden afgedrukt en weergegeven.
Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe.
Bij het maken van een foto:
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Fotoformaat een optie.
Optie Beschrijving
4320 X 3240: Afdrukken op A1-formaat.
4000 X 3000: Afdrukken op A1-formaat.
4272 X 2848: Afdrukken op A1-formaat in brede
verhouding (3:2).
4224 X 2376: Afdrukken op A2-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV.
3264 X 2448: Afdrukken op A3-formaat.
2592 X 1944: Afdrukken op A4-formaat.
2048 X 1536: Afdrukken op A5-formaat.
1024 X 768: Voor e-mailbijlagen.
Opnameopties
37
De timer gebruiken
Hier vindt u informatie over hoe u de timer instelt om de opname met een vertraging te maken.
3
Druk op [Ontspanknop] om de timer te starten.
• Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen en de camera
maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto.
• Druk op [ ] om de timer te annuleren.
• Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectie-optie is de timer
niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
Uit
2
Selecteer een optie.
Optie Beschrijving
Uit: De timer is uitgeschakeld.
10 sec: Over 10 seconden een foto maken.
2 sec: Over 2 seconden een foto maken.
Dubbel: Over 10 seconden een foto maken en twee
seconden later nog een.
Bewegingstimer: Detecteert uw beweging en maakt
dan een foto. (pag. 38)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
Opnameopties
38
De timer gebruiken
6
Poseer voor de foto terwijl het AF-hulplampje/
timerlampje knippert.
• Vlak voordat de camera een foto maakt, stopt het AF-
hulplampje/timerlampje met knipperen.
De bewegingstimer werkt mogelijk niet in de volgende omstandigheden:
• u bevindt zich op meer dan 3 m afstand van de camera
• uw bewegingen zijn niet opvallend genoeg
• er is te veel licht of tegenlicht
De bewegingstimer gebruiken
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer .
3
Druk op [Ontspanknop].
4
Zorg dat u binnen 6 seconden nadat u op
[Ontspanknop] hebt gedrukt voor de camera staat, op
maximaal 3 m afstand.
5
Maak een beweging, zoals een armzwaai, om de timer
te activeren.
• Wanneer de camera u detecteert, begint het AF-hulplampje/
timerlampje snel te knipperen.
Het detectiebereik van de
bewegingstimer
Opnameopties
39
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
De flitser gebruiken
Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of
wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
Auto
2
Selecteer een optie.
Optie Beschrijving
Uit:
• De flitser gaat niet af.
• De waarschuwing voor bewegingsonscherpte
(
) wordt weergegeven wanneer u bij weinig licht
opnamen maakt.
Auto: De camera selecteert een geschikte flitsinstelling
voor de gedetecteerde scène in de modus
.
Rode ogen voorkomen
Als u in het donker een foto van iemand maakt met gebruik van
de flitser, kan er een rode gloed in de ogen van het onderwerp
verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Anti-
rode ogen te selecteren. Voor de flitseropties, zie “De flitser
gebruiken”.
Opnameopties
40
Opnamen in het donker maken
• Als u opties voor serie-opname instelt of Knipperen selecteert, zijn
er geen flitseropties beschikbaar.
• Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de
flitser bevindt. (pag. 90)
• Als er licht wordt gereflecteerd of er te veel stof in de lucht is, kunnen
er kleine spikkels op de foto zichtbaar zijn.
De ISO-waarde aanpassen
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig
is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation
for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te
gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere ISO-
waarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname ISO een optie.
• Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op
basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval.
• Hoe hoger de ISO-waarde, des te meer beeldruis kan er optreden.
• Wanneer Bewegingsopname is ingesteld, wordt de ISO-waarde
ingesteld op Auto.
Optie Beschrijving
Anti-rode ogen*:
• De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de
achtergrond donker is.
• De camera corrigeert rode ogen door middel van
geavanceerde softwarematige analyse van de opname.
Langz sync:
• De flitser gaat af en de sluiter blijft langer open.
• Selecteer deze optie wanneer u het omgevingslicht wilt
gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar
te maken.
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
Invulflits:
• De flitser gaat altijd af.
• De lichtintensiteit wordt automatisch bijgesteld.
Rode ogen*:
• De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de
achtergrond donker is.
• De camera gaat rode ogen tegen.
Auto: De flitser gaat automatisch af wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
* Er zit een korte tijd tussen twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat
de tweede flits is afgegaan.
Opnameopties
41
De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u de manier waarop de camera scherpstelt voor diverse onderwerpen kunt aanpassen.
Autofocus gebruiken
Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die
bij de afstand tot het onderwerp past.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
Normaal (AF)
2
Selecteer een optie.
Optie Beschrijving
Normaal (AF): Scherpstellen op een onderwerp op
meer dan 80 cm afstand (meer dan 150 cm bij het
gebruik van de zoomfunctie).
Macro: Scherpstellen op een onderwerp op 5 cm - 80 cm
afstand (70 cm - 150 cm bij het gebruik van de zoomfunctie).
Auto macro: Scherpstellen op een onderwerp op meer
dan 5 cm afstand (meer dan 70 cm bij het gebruik van
de zoomfunctie).
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
Macro gebruiken
Gebruik macro om close-upfoto's te maken van onderwerpen
zoals bloemen en insecten. Voor de macro-opties, zie Autofocus
gebruiken”.
• Probeer de camera heel stil te houden, om te voorkomen dat de
foto's onscherp worden.
• Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan
40 cm bedraagt.
Opnameopties
42
De scherpstelling aanpassen
• Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen
mislukken:
- het onderwerp is te klein of verplaatst zich vaak
- er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats
- kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond
overeen
- de camera trilt enorm
In deze gevallen ziet het scherpstelkader eruit als een kader met
één witte lijn.
• Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen
onderwerp opnieuw selecteren.
• Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het
scherpstelkader een kader met één rode lijn.
• Als u deze functie niet kunt gebruiken, is het niet mogelijk om de
opties voor gezichtsdetectie en fotostijlen in te stellen.
Meebewegende autofocus gebruiken
Met Tracking AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch
scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Scherpstelgebied Tracking AF.
3
Stel scherp op het onderwerp dat u wilt volgen en druk
op [
].
• Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het
onderwerp volgt als u de camera beweegt.
Tracking AF
• Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.
• Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
Opnameopties
43
De scherpstelling aanpassen
Het scherpstelgebied aanpassen
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen
op basis van de locatie van het onderwerp in de scène.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Scherpstelgebied een optie.
Optie Beschrijving
Centrum AF: Scherpstelling op het midden (geschikt
voor onderwerpen in het midden van het beeld).
Multi AF: Scherpstelling op een of meer van de
9 mogelijke gebieden.
Tracking AF: Stel scherp op en beweeg mee met het
onderwerp.
(pag. 42)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
Opnameopties
44
Gezichtsdetectie gebruiken
Wanneer u de gezichtsdetectiefunctie gebruikt, herkent de camera automatisch gezichten van mensen. Wanneer u op een gezicht
scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Maak snel en eenvoudig foto's met Knipperen om gesloten ogen op de foto te
voorkomen en Smile shot om een lachend gezicht vast te leggen.
Gezichten detecteren
De camera detecteert automatisch menselijke gezichten
(maximaal 10 gezichten).
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Gezichtsdetectie Normaal.
• Het dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader
gevangen, de andere gezichten in grijze kaders.
• Hoe dichter u bij het onderwerp bent, des te sneller detecteert de
camera gezichten.
• In sommige scènes is gezichtsdetectie niet beschikbaar.
• Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief:
- het onderwerp bevindt zich te ver van de camera af (het
scherpstelkader kleurt bij Smile shot en Knipperen oranje)
- het is te licht of te donker
- het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera
- het onderwerp draagt een zonnebril of een masker
- het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn
veranderlijk
- de gezichtsuitdrukking van het onderwerp wijzigt drastisch
• Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij het gebruik van een
fotostijl, een beeldaanpassingsoptie of als Tracking AF wordt
gebruikt.
• Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij gebruik van digitale zoom.
• Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectie-optie is de timer
niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar.
• Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn bepaalde
opties voor reeksopnamen niet beschikbaar.
Opnameopties
45
Gezichtsdetectie gebruiken
Een foto van een lachend gezicht maken
De camera maakt automatisch een foto wanneer er een lachend
gezicht wordt gedetecteerd.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Gezichtsdetectie Smile shot.
• De camera herkent de lach eerder wanneer het onderwerp
breeduit lacht.
Een zelfportret maken
U kunt foto's van uzelf maken. De scherpstelafstand wordt op
close-up ingesteld en de camera laat een piepsignaal horen.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Gezichtsdetectie Zelfportret.
3
Wanneer u een piep hoort, drukt u op [Sluiter].
Opnameopties
46
Gezichtsdetectie gebruiken
Knipperende ogen detecteren
Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch
2 foto's na elkaar gemaakt.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Gezichtsdetectie Knipperen.
• Houd de camera stil terwijl “Bezig met vastleggen” op het scherm
wordt weergegeven.
• Als de knipperdetectie niet heeft gewerkt, wordt de melding “Foto
gemaakt met gesloten ogen” weergegeven. Neem in dat geval
nog een foto.
Opnameopties
47
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er
een groot contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond,
komt het onderwerp waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in
dat geval de optie Auto Contrast Balance (ACB) in.
Zonder ACB Met ACB
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname ACB een optie.
Optie Beschrijving
Uit: ACB is uitgeschakeld
Aan: ACB is ingeschakeld
• U kunt opties voor reeksopnamen instellen wanneer deze functie is
ingeschakeld.
De belichting handmatig aanpassen
(EV)
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's
te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen
om een beter resultaat te krijgen.
Donkerder (-) Neutraal 0) Helderder (+)
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname EV.
3
Selecteer een waarde om de belichting aan te passen.
• Nadat u de belichting hebt aangepast, blijft deze instelling van
kracht. Mogelijk moet dit later weer worden bijgesteld om onder- of
overbelichting te voorkomen.
• Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u AEB
(Auto Exposure Bracket). De camera maakt dan een reeks foto's
met verschillende belichtingen: normaal, onderbelicht en overbelicht.
(pag. 50)
Opnameopties
48
Helderheid en kleur aanpassen
Een lichtbron selecteren (Witbalans)
De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en
de kwaliteit daarvan. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren
hebben, selecteert u een passende lichtomstandigheid om
de witbalans mee te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht,
Bewolkt of Kunstlicht.
(Auto witbalans) (Daglicht)
(Bewolkt) (Kunstlicht)
De lichtmeetmethode wijzigen
De lichtmeetmethode is de manier waarop de camera de
hoeveelheid opvallend licht meet. De helderheid en belichting van
de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname L.meting een optie.
Optie Beschrijving
Multi:
• De camera verdeelt het beeld onder in diverse
gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied.
• Geschikt voor algemene foto's.
Spot:
• De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste
midden van het kader.
• Als een onderwerp zich niet midden in het beeld
bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden.
• Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.
Centr. gewogen:
• De camera bepaalt een gemiddelde voor de
lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk op
het midden.
• Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het
midden van het beeld bevindt.
Opnameopties
49
Helderheid en kleur aanpassen
Uw eigen witbalansinstelling configureren
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Witbalans Aangep. instelling.
3
Richt de lens op een wit stuk papier.
4
Druk op [Ontspanknop].
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Witbalans een optie.
Pictogram Beschrijving
Auto witbalans: Gebruik automatische instellingen
op basis van de lichtomstandigheden.
Daglicht: Selecteer deze optie voor buitenfoto's op
een zonnige dag.
Bewolkt: Selecteer deze optie voor buitenfoto's op
een bewolkte dag of in de schaduw.
TL-licht H: Selecteer deze optie voor foto's bij
daglichtlampen of drie-wegfluorescentielampen.
TL-licht L: Selecteer deze optie voor foto's bij wit
TL-licht.
Kunstlicht: Selecteer deze optie wanneer u
binnenfoto's maakt bij licht van gloeilampen of
halogeenlampen.
Aangep. instelling: Hiermee gebruikt u uw eigen,
vooraf geconfigureerde instellingen.
Opnameopties
50
Serieopname
Het kan soms moeilijk zijn om foto's van snelbewegende onderwerpen te maken en om de natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van
uw onderwerpen op de foto vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serieopname.
Optie Beschrijving
AEB:
• Maak 3 foto's met een verschillende belichting:
normaal, onderbelicht en overbelicht.
• Gebruik een statief om onscherpe foto's te
voorkomen.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
• U kunt de flitser, de timer en ACB alleen gebruiken wanneer u
1 opname selecteert.
• Als u Bewegingsopname selecteert, wordt de resolutie
ingesteld op VGA en de ISO-instelling op Auto gezet.
• Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn
bepaalde opties voor reeksopnamen niet beschikbaar.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Snelheid een optie.
Optie Beschrijving
1 opname: Eén foto maken.
Continu:
• Terwijl u [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de
camera achter elkaar foto's maken.
• Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de
capaciteit van de geheugenkaart.
Bewegingsopname:
• Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, maakt
de camera VGA-foto's (5 foto's per seconde, met een
maximum van 30 foto's).
Opnameopties
51
Uw foto's mooier maken
Hier vindt u informatie over hoe u uw foto's mooier kunt maken door fotostijlen en -tinten toe te passen en door aanpassingen te doen.
Uw eigen RGB-tint definiëren
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Fotostijlkeuze Aangep. RGB.
3
Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw).
Terug Verpl.
4
Pas de hoeveelheid van de geselecteerde kleur aan.
(-: minder of +: meer)
Fotostijlen toepassen
Pas verschillende stijlen op uw foto's toe, zoals Zacht, Helder en
Bos.
Zacht Helder Bos
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Fotostijlkeuze een optie.
• Selecteer Aangep. RGB om uw eigen RGB-tint te definiëren.
• Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
gezichtsdetectie en beeldaanpassingsopties in te stellen.
Opnameopties
52
Uw foto's mooier maken
Kleurverzadigingsoptie Beschrijving
-
Verminder de kleurverzadiging.
+
Verhoog de kleurverzadiging.
• Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor
afdrukken).
• Als Beeld aanpassen is ingesteld is de functie Fotostylerkeuze niet
beschikbaar.
Uw foto's aanpassen
Pas het contrast, de scherpte en de kleurverzadiging van uw
foto's aan.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Opname Beeld aanpassen.
3
Selecteer een aanpassingsoptie.
• Contrast
• Scherpte
• Kleurverz.
4
Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel
aan te passen.
Contrastoptie Beschrijving
-
Verminder kleuren en helderheid.
+
Verhoog kleuren en helderheid.
Scherpteoptie Beschrijving
-
Verzacht randen in de foto (geschikt voor
fotobewerking op de computer).
+
Verscherp randen om de foto duidelijker te
maken. Hierdoor kan ook de beeldruis in de
foto's toenemen.
Weergeven
………………………………54
De weergavemodus starten
………………… 54
Foto's weergeven
…………………………… 58
Een video afspelen
…………………………… 59
Spraakmemo's afspelen
…………………… 60
Foto's bewerken
…………………………62
Foto's in grootte aanpassen
………………… 62
Een foto draaien
…………………………… 62
Fotostijlen toepassen
……………………… 63
Belichtingsproblemen corrigeren
………… 64
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
………… 65
Bestanden op een tv weergeven
……66
Bestanden naar de computer overbrengen
(Windows)
…………………………………… 67
Bestanden overbrengen met behulp van
Intelli-studio
……………………………… 69
Bestanden overbrengen door de camera als
een verwisselbare schijf aan te sluiten
……… 71
De camera loskoppelen (Windows XP)
……… 72
Bestanden naar de computer overbrengen
(Macintosh)
………………………………73
Foto's met een fotoprinter afdrukken
(PictBridge)
………………………………… 74
Afspelen/bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe
u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter of
televisie aansluit.
Afspelen/bewerken
54
Weergeven
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u bestanden beheert.
Het scherm in de weergavemodus
Informatie
Pictogram Beschrijving
Foto heeft een spraakmemo
Videobestand
Afdrukbestelling ingesteld (DPOF)
Beschermd bestand
Mapnaam – Bestandsnaam
De weergavemodus starten
Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de
camera zijn opgeslagen.
1
Druk op [ ].
• Het laatste bestand dat u hebt gemaakt of opgenomen wordt
weergegeven.
• Als de camera is uitgeschakeld, schakelt u deze in.
2
Druk op [ ] of [ ] om door de bestanden te bladeren.
• Houd de knop ingedrukt om snel door de bestanden te
bladeren.
• Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u
de geheugenkaart.
• Bestanden die te groot zijn of die met een camera van een ander
fabrikant zijn gemaakt, kunnen niet goed door de camera worden
weergegeven.
Afspelen/bewerken
55
Weergeven
4
Druk op [ ] of [ ] om door de bestanden te bladeren.
• Houd de knop ingedrukt om snel door de bestanden te bladeren.
5
Druk op [ ] om terug te gaan naar de normale
weergave.
Bestanden op categorie bekijken in Smart Album
Bekijk en beheer bestanden op categorie, zoals datum, week of
bestandstype.
1
Draai in de Weergavemodus de [Zoomknop] naar links.
2
Druk op [ ].
3
Selecteer een categorie.
Type
Datum
Kleur
Week
Terug Instellen
Optie Beschrijving
Type
Geef bestanden gesorteerd op bestandstype weer.
Datum
Geef bestanden op volgorde van de opslagdatum
weer.
Kleur
Geef bestanden gesorteerd op de dominante kleur in
het beeld weer.
Week
Geef bestanden weer op volgorde van de weekdag
waarop ze zijn opgeslagen.
Het kan enige tijd duren voordat Smart Album op de camera is geopend
of de categorie is gewijzigd en de bestanden opnieuw zijn geordend.
Afspelen/bewerken
56
Weergeven
Bestanden beveiligen
Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk
worden gewist.
1
Druk in de weergavemodus op [ ].
2
Selecteer Bestandopties Beveiligen Select..
• Als u alle bestanden wilt beveiligen, selecteert u Alles
Vergrendel.
3
Selecteer het bestand dat u wilt beveiligen en druk op
[
].
• Druk nogmaals op [ ] om uw selectie op te heffen.
Select. Instellen
4
Druk op [ ].
Bestanden als miniatuur weergeven
Blader vlug door miniaturen van bestanden heen.
Draai in de weergavemodus de [Zoomknop] naar
links om 9 of 20 miniaturen weer te geven (draai de
[Zoomknop] naar rechts om naar de vorige modus
terug te keren).
Filter
Functie Actie
Door bestanden scrollen
Druk op [ ], [ ], [ ] of [ ].
Bestanden wissen
Druk op [ ] en selecteer Ja.
Afspelen/bewerken
57
Weergeven
Bestanden naar de geheugenkaart kopiëren
U kunt bestanden van het interne geheugen naar een
geheugenkaart kopiëren.
1
Druk in de weergavemodus op [ ].
2
Selecteer Bestandopties Kopie.
3
Selecteer Ja om bestanden te kopiëren.
Bestanden wissen
Wis afzonderlijke bestanden of alle bestanden tegelijk. Beveiligde
bestanden kunnen niet worden gewist.
Afzonderlijke bestanden wissen:
1
Selecteer een bestand in de weergavemodus en druk
op [
].
2
Selecteer Ja om het bestand te wissen.
Meerdere bestanden tegelijk wissen:
1
Druk in de weergavemodus op [ ].
2
Selecteer Meer wissen.
3
Selecteer de bestanden die u wilt wissen en druk op [ ].
• Druk nogmaals op [ ] om uw selectie op te heffen.
4
Druk op [ ].
5
Selecteer Ja.
Alle bestanden wissen:
1
Druk in de weergavemodus op [ ].
2
Selecteer Bestandopties Wissen Alles Ja.
Afspelen/bewerken
58
Weergeven
Een diavoorstelling starten
U kunt de diavoorstelling van geluid en effecten voorzien.
1
Druk in de weergavemodus op [ ].
2
Selecteer Diashow.
3
Selecteer een effect voor de diavoorstelling.
• Ga naar stap 5 als u een diavoorstelling zonder effect wilt.
Optie Beschrijving
Foto's
Kies de foto's die u in een diavoorstelling wilt
weergeven.
• Alles: Alle foto's in een diavoorstelling weergeven.
• Datum: Alle foto's van een specifieke datum in een
diavoorstelling weergeven.
• Select.: Geselecteerde foto's in een diavoorstelling
weergeven.
Interval
• Het interval tussen foto's instellen.
• Dit is alleen mogelijk als Uit is geselecteerd in het
menu Effect.
Muziek
Achtergrondmuziek selecteren.
Effect
• Selecteer een overgangseffect.
• Selecteer Uit als u geen effect wilt.
Foto's weergeven
Inzoomen op een deel van een foto of foto's als diavoorstelling
bekijken.
Een foto vergroten
Draai in de weergavemodus de [Zoomknop]
naar rechts om een foto te vergroten (draai
de [Zoomknop] naar links om een foto te
verkleinen).
Boven aan het scherm worden het vergrote gedeelte en de
zoomverhouding weergegeven. De maximale zoomverhouding
kan per resolutie verschillen.
Bijsnijden
Functie Actie
Het vergrote gebied
verplaatsen
Druk op [ ], [ ], [ ] of [ ].
De vergrote foto
bijsnijden
Druk op [ ] (de foto wordt opgeslagen
als een nieuw bestand).
Afspelen/bewerken
59
Weergeven
Een video afspelen
U kunt video's afspelen, afzonderlijke beelden uit video's opslaan
en video's bijsnijden.
1
Selecteer in de weergavemodus een video en druk op
[
].
Pauze
2
Gebruik de volgende knoppen voor de bediening:
Druk op Functie
[
]
Terugspoelen
[ ]
Het afspelen onderbreken of hervatten
[ ]
Vooruitspoelen
[Zoomknop] naar links
of rechts
Het volume regelen
4
Stel het effect voor de diavertoning in.
5
Selecteer Starten Afspelen.
• Selecteer Herhalen om de diavoorstelling continu af te
spelen.
• Druk op [
] om de diavoorstelling te pauzeren of te
hervatten.
Als u de diavertoning wilt stoppen en terug wilt naar de Weergavemodus,
drukt u op [
] en vervolgens op [ ] of [ ].
Afspelen/bewerken
60
Weergeven
Spraakmemo's afspelen
Een spraakmemo afspelen
1
Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo en
druk op [
].
2
Gebruik de volgende knoppen voor de bediening:
Druk op Functie
[
]
Terugspoelen
[ ]
Het afspelen onderbreken of hervatten
[ ]
Vooruitspoelen
[ ]
Het afspelen stoppen
[Zoomknop] naar links
of rechts
Het volume regelen
Een video tijdens het afspelen bijsnijden
1
Druk op [ ] op het punt waar u de videoclip wilt laten
beginnen en draai de [Zoomknop] naar rechts.
2
Druk op [ ] om het afspelen te hervatten.
3
Druk op [ ] op het punt waar u de videoclip wilt laten
eindigen en draai de [Zoomknop] naar rechts.
4
Selecteer Ja.
• De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn.
• De bewerkte video wordt als nieuw bestand opgeslagen.
Een beeld vastleggen tijdens het afspelen
1
Druk op [ ] op het punt waarop u een foto wilt
opslaan.
2
Druk op [ ].
Afzonderlijke beelden die worden bewaard hebben dezelfde grootte als het
oorspronkelijke videobestand en worden als een nieuw bestand opgeslagen.
Afspelen/bewerken
61
Weergeven
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Bestandopties Spraakmemo Aan.
3
Druk op [Ontspanknop] om een korte spraakmemo op
te nemen (maximaal 10 seconden).
• Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo
te stoppen.
U kunt geen spraakmemo toevoegen aan beschermde bestanden.
Een aan een foto toegevoegde spraakmemo afspelen
Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo met een
spraakmemo en druk op [
].
•Druk op [ ] als u het afspelen wilt onderbreken of hervatten.
Afspelen/bewerken
62
Foto's bewerken
Bewerk foto's door ze te draaien, in grootte aan te passen, rode ogen te verwijderen en de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging
aan te passen.
Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen.
Een foto draaien
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen Draaien een optie.
Terug
Rechts 90 gr.
Verpl.
Foto's in grootte aanpassen
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen Res.wijz een optie.
•
Selecteer om de foto als beginafbeelding op te slaan.
(pag. 77)
Terug
2048 x 1536
Verpl.
De beschikbare opties verschillen, afhankelijk van de grootte van de
geselecteerde foto.
Afspelen/bewerken
63
Foto's bewerken
Uw eigen RGB-tint definiëren
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen Fotostijlkeuze Aangep. RGB.
3
Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw).
Terug Verpl.
4
Pas de hoeveelheid van de geselecteerde kleur aan.
(-: minder of +: meer)
Fotostijlen toepassen
Pas verschillende stijlen op de foto toe, zoals Zacht, Helder en
Bos.
Zacht Helder Bos
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen Fotostijlkeuze een optie.
• Selecteer Aangep. RGB om uw eigen RGB-tint te definiëren.
Terug
Zacht
Verpl.
Afspelen/bewerken
64
Foto's bewerken
2
Selecteer Wijzigen Beeld aanpassen
Gezichtretouch..
3
Selecteer een niveau.
• Het gezicht wordt egaler naarmate u het getal verhoogt.
Helderheid/contrast/kleurverzadiging aanpassen
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen Beeld aanpassen.
3
Selecteer een aanpassingsoptie.
• : Helderheid
•
: Contrast
•
: Kleurverz.
4
Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel
aan te passen. (-: minder of +: meer)
Ruis aan de foto toevoegen
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen Beeld aanpassen
Ruis toevoegen.
Belichtingsproblemen corrigeren
U kunt ACB (automatische contrastbalans), helderheid, contrast
en kleurverzadiging aanpassen, rode ogen wegwerken,
onvolkomenheden in het gezicht verbergen of ruis toevoegen aan
de foto.
ACB (automatische contrastbalans) aanpassen
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen Beeld aanpassen ACB.
Rode ogen verwijderen
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen Beeld aanpassen
Anti-rode ogen.
Onvolmaaktheden in het gezicht verbergen
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
Afspelen/bewerken
65
Foto's bewerken
4
Druk op [ ].
5
Selecteer Bestandopties DPOF Formaat een
optie.
Optie Beschrijving
Select.
Het afdrukformaat van de geselecteerde foto
opgeven.
Alles
Het afdrukformaat van alle foto's opgeven.
Reset
De instellingen terugzetten.
6
Als u Select., selecteert, bladert u naar een foto
en draait u de [Zoomknop] naar links of rechts om
het afdrukformaat te selecteren. Herhaal dit voor de
gewenste foto's en druk op [
].
• Als u Alles selecteert, drukt u op [ ] of [ ] om het
afdrukformaat te selecteren en drukt u op [
].
Foto's afdrukken als miniaturen
1
Druk in de weergavemodus op [ ].
2
Selecteer Bestandopties DPOF Index Ja.
Als u het afdrukformaat opgeeft, kunt u alleen foto's afdrukken met
DPOF 1.1-compatibele printers.
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
Selecteer foto's om af te drukken en stel opties in zoals het aantal
afdrukken en het papierformaat.
• De geheugenkaart kan naar een printshop die DPOF (Digital Print
Order Format) ondersteunt worden gebracht, maar u kunt ook uw
foto's thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken.
• Brede foto's worden mogelijk met verlies van de linker- en rechterkant
afgedrukt, dus houd rekening met de afmetingen van de foto's.
• Voor de foto's in het interne geheugen kunt u geen DPOF gebruiken.
1
Druk in de weergavemodus op [ ].
2
Selecteer Bestandopties DPOF Standaard
een optie.
Optie Beschrijving
Select.
De geselecteerde foto's afdrukken.
Alles
Alle foto's afdrukken.
Reset
De instellingen terugzetten.
3
Als u Select., selecteert, bladert u naar een foto en
draait u de [Zoomknop] naar links of rechts om het
aantal exemplaren te selecteren. Herhaal dit voor de
gewenste foto's en druk op [
].
• Als u Alles selecteert, drukt u op [ ] of [ ] om het aantal
exemplaren te selecteren en drukt u op [
].
Afspelen/bewerken
66
Bestanden op een tv weergeven
Geef foto's en video's weer door de camera met behulp van de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten.
• Bij bepaalde televisies kan er digitale ruis optreden of kan het
gebeuren dat het beeld niet geheel wordt weergegeven.
• Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de
beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
• Terwijl de camera op de televisie is aangesloten, kunt u gewoon
foto's en video's maken.
1
Druk in de opname- of weergavemodus op [ ].
2
Selecteer Instellingen Video.
3
Selecteer een video-uitgang voor uw land of regio.
4
Schakel de camera en de televisie uit.
5
Sluit de camera met behulp van de A/V-kabel op de
televisie aan.
Video
Audio
6
Schakel de televisie in en selecteer de
videouitvoermodus met de afstandsbediening van de
televisie.
7
Schakel de camera in en druk op [ ].
8
Bekijk foto's of speel video's af met behulp van de
knoppen op de camera.
Afspelen/bewerken
67
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
U kunt bestanden overbrengen door de camera op een pc aan tesluiten.
• Het is mogelijk dat Intelli-studio op bepaalde computers niet naar
behoren werkt, ook niet als de computer in kwestie aan de vereisten
voldoet.
• Als uw computer niet aan de vereisten voldoet, worden video’s
mogelijk niet naar behoren afgespeeld of duurt het langer om video’s
te bewerken.
• Installeer DirectX 9.0c of een nieuwere versie alvorens het
programma te gebruiken.
• U moet Windows XP/Vista/7 of Mac OS 10.4 of hogere versies
gebruiken om de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten.
Het gebruik van een zelfgemonteerde pc of een niet-ondersteunde pc en
besturingssysteem kan tot gevolg hebben dat uw garantie vervalt.
Vereisten voor Intelli-studio
Onderdeel Vereisten
Processor
Intel Pentium 4, 3,2 GHz of hoger/
AMD Athlon
TM
FX 2,6 GHz of hoger
RAM
Minimaal 512 MB RAM
(1 GB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem
Windows XP SP2/Vista/7
Schijfruimte
250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
Overig
• Cd-romstation
• nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ATI X1600
series of hoger
• 1024 x 768 pixels, monitor met
ondersteuning voor 16-bits kleuren
(1280 x 1024 pixels, ondersteuning voor
32-bits kleuren aanbevolen)
• USB-poort, Microsoft DirectX 9.0c of nieuwer
* De programma’s werken mogelijk niet goed onder de 64-bits versies van
Windows XP, Vista en 7.
Afspelen/bewerken
68
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Intelli-studio installeren
1
Plaats de installatie-cd in een compatibel cd-romstation.
2
Wanneer het installatiescherm wordt weergegeven,
klikt u op Samsung Digital Camera Installer om de
installatie te starten.
3
Selecteer de programma's die u wilt installeren en volg
de aanwijzingen op het scherm.
4
Klik op Exit om de installatie te voltooien en start de
computer opnieuw op.
Afspelen/bewerken
69
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
2
Schakel de camera in.
• De camera wordt automatisch herkend.
Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-upvenster.
Selecteer Computer.
3
Selecteer een map op de computer waarin u de
bestanden wilt opslaan.
• Als de camera geen nieuwe bestanden bevat, zal het
pop-upvenster voor het opslaan van nieuwe bestanden niet
verschijnen.
4
Selecteer Ja.
• Nieuwe bestanden worden automatisch naar de computer
overgebracht.
Bestanden overbrengen met behulp van
Intelli-studio
1
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje () op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Terwijl de camera met de USB-kabel op de computer is aangesloten,
wordt de batterij opgeladen.
Afspelen/bewerken
70
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Intelli-studio gebruiken
Met Intelli-studio kunt u bestanden afspelen en bewerken. U kunt er ook bestanden mee uploaden naar websites zoals Flickr of YouTube.
Selecteer Help Help in het programma voor meer informatie.
• Als u Intelli-studio op de computer installeert, start het programma sneller. Om het programma te installeren, selecteert u Tool Install Intelli-studio on PC.
• Bestanden kunnen niet in de camera worden bewerkt. Breng bestanden naar een map op de computer over om ze te bewerken.
• Bestanden op de computer kunnen niet naar de camera worden gekopieerd.
• Intelli-studio ondersteunt de volgende bestandstypen:
- Video’s: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG)
- Foto’s: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF
7
8
10
2 1 3 4 5
6
12
13
9
14
15
11
Afspelen/bewerken
71
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Pictogram Beschrijving
1
Hiermee opent u menu's
2
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map
weer
3
Naar de Fotobewerkingsmodus gaan
4
Naar de Videobewerkingsmodus gaan
5
Hiermee gaat u naar de modus Sharing om foto's te
delen (u kunt bestanden per e-mail versturen of naar
websites zoals Flickr en YouTube uploaden.)
6
Hiermee vergroot of verkleint u de miniaturen in de lijst
7
Een bestandstype selecteren
8
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op
de computer weer
9
Bestanden van de aangesloten camera weergeven of
verbergen
10
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op
de camera weer
11
Bestanden als miniaturen, in Smart Album of op een
kaart weergeven
12
Hiermee bladert u door de mappen op het aangesloten
apparaat
13
Hiermee bladert u door mappen op de computer
14
Naar de vorige of volgende pagina gaan
15
Bestanden afdrukken, bestanden op een kaart
weergeven, bestanden opslaan in Mijn map of gezichten
registreren
Bestanden overbrengen door de camera als
een verwisselbare schijf aan te sluiten
U kunt de camera op de computer aansluiten als een
verwisselbare schijf.
1
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje () op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Afspelen/bewerken
72
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
De camera loskoppelen (Windows XP)
De USB-kabel wordt onder Windows Vista/7 op soortgelijke wijze
losgekoppeld.
1
Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot
het knipperen ophoudt.
2
Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm
van de computer.
3
Klik op het pop-upbericht.
4
Verwijder de USB-kabel.
De camera kan niet veilig worden verwijderd zolang Intelli-studio actief is.
Sluit het programma af alvorens de camera los te koppelen.
2
Schakel de camera in.
• De camera wordt automatisch herkend.
Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-upvenster.
Selecteer Computer.
3
Selecteer op de computer Deze computer
Verwisselbare schijf DCIM 100PHOTO.
4
Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de
computer of sla ze daar op.
Afspelen/bewerken
73
Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh)
Wanneer u de camera op een Apple Macintosh-computer aansluit, wordt de camera automatisch door de computer herkend. U kunt de
bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren.
Mac OS 10.4 of hoger wordt ondersteund.
2
Schakel de camera in.
• De computer herkent de camera automatisch en geeft op
het beeldscherm een pictogram van een verwisselbare schijf
weer.
Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-upvenster.
Selecteer Computer.
3
Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf.
4
Breng foto’s of video’s naar de computer over.
1
Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintosh-
computer aan.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje () op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Afspelen/bewerken
74
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge)
Druk foto's op een PictBridge-compatibele printer af door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten.
Afdrukopties instellen
Foto's
Formaat
Lay-out
Type
Kwalit.
Afsl. Printen
: Eén
: Auto
: Auto
: Auto
: Auto
Optie Beschrijving
Foto's: kiezen of alleen de huidige foto dan wel alle foto's
moeten worden afgedrukt.
Formaat: geef de afdrukgrootte op.
Lay-out: maak indexprints.
Type: selecteer de papiersoort.
Kwalit.: stel de afdrukkwaliteit in.
Datum: stel in dat de datum wordt afgedrukt.
Best.naam: stel in dat de bestandsnaam wordt afgedrukt.
Reset: stel de afdrukopties op de beginwaarden terug.
Bepaalde opties worden niet door alle printers ondersteund.
1
Druk in de opnamemodus op [ ].
2
Selecteer Instellingen USB.
3
Selecteer Printer.
4
Schakel de printer in en sluit de camera er met een
USB-kabel op aan.
5
Schakel de camera in.
• De camera wordt automatisch herkend door de printer.
6
Druk op [ ] of [ ] om een foto te selecteren.
• Druk op [ ] om afdrukopties in te stellen.
Zie “Afdrukopties instellen”.
7
Druk op [ ] om af te drukken.
• Het afdrukken begint. Druk op [ ] om het afdrukken te
annuleren.
Camera-instellingenmenu
……………………………… 76
Het instellingenmenu openen
…………………………… 76
Geluid
………………………………………………… 77
Display
………………………………………………… 77
Instellingen
……………………………………………… 78
Foutmeldingen
…………………………………………… 81
Onderhoud van de camera
………………………… 82
De camera reinigen
…………………………………… 82
Geheugenkaarten
…………………………………… 83
De batterij
……………………………………………… 84
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
87
Cameraspecificaties
………………………………… 90
Index
…………………………………………………… 95
Aanvullende
informatie
Hier vindt u informatie over instellingen en foutmeldingen,
alsmede specificaties en onderhoudstips.
Aanvullende informatie
76
Camera-instellingenmenu
Hier vindt u informatie over de verschillende instellingen die u op de camera kunt doen.
3
Selecteer een optie en sla de instellingen op.
Volume
Begingeluid
Sl.toon
Piepjes
AF-geluid
Terug Instellen
Uit
Laag
Middel
Hoog
4
Druk op [ ] om naar het vorige scherm terug te
keren.
Het instellingenmenu openen
1
Druk in de opname- of weergavemodus op [ ].
2
Selecteer een menu.
Opname
Geluid
Display
Instellingen
Afsl. Wijzigen
Volume
Begingeluid
Sl.toon
Piepjes
AF-geluid
Menu Beschrijving
Geluid: Hier stelt u de geluiden van de camera en het
volume in. (pag. 77)
Display: Hier past u de scherminstellingen aan, zoals
startafbeelding en helderheid. (pag. 77)
Instellingen: Hier wijzigt u de instellingen voor
het camerasysteem, zoals geheugenformaat,
standaardbestandsnaam en de USB-modus. (pag. 78)
Aanvullende informatie
77
Camera-instellingenmenu
Display
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Functiebeschrijving
Een korte beschrijving van een optie of menu
weergeven. (
Uit, Aan*)
Beginafbeelding
Een afbeelding instellen die wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld.
• Uit*: Er wordt geen afbeelding
weergegeven.
• Logo: Er wordt een standaardafbeelding uit
het interne geheugen weergegeven.
• Gebr.afb: Een afbeelding naar keuze
weergeven. (pag. 62)
• Er wordt slechts één beginafbeelding in
het interne geheugen opgeslagen.
• Als u een nieuwe foto selecteert of
de camera reset, wordt de huidige
beginafbeelding gewist.
Helderh. scherm
De helderheid van het scherm aanpassen.
(Auto*, Donker, Normaal, Licht)
Normaal
staat voor de weergavemodus vast,
zelfs als
Auto
is geselecteerd.
Snel tonen
Hier stelt u de weergaveduur voor een
gemaakte foto in, voordat naar de
opnamemodus wordt teruggekeerd.
(Uit, 0,5 sec *, 1 sec , 3 sec )
Geluid
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Volume
Hiermee past u het volume van alle geluiden aan.
(Uit, Laag, Middel*, Hoog)
Begingeluid
Hier selecteert u een geluidssignaal voor het
inschakelen van de camera. (Uit*, 1, 2, 3)
Sl.toon
Hier selecteert u een geluid voor het indrukken van de
ontspanknop. (Uit, 1*, 2, 3)
Piepjes
Kiezen welk geluid bij het indrukken van knoppen of
het wisselen van modi wordt geproduceerd.
(Uit, 1*, 2, 3)
AF-geluid
Hier stelt u in of er een geluid klinkt bij het half
indrukken van de ontspanknop. (Uit, Aan*)
Aanvullende informatie
78
Camera-instellingenmenu
Instellingen
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Formatt..
Het interne geheugen en de geheugenkaart formatteren
(alle bestanden, ook beschermde, worden gewist).
(Ja, Nee)
Geheugenkaarten die in een camera van een andere
fabrikant of in een geheugenkaartlezer zijn gebruikt, of die
met een computer zijn geformatteerd, kunnen door de
camera mogelijk niet correct worden gelezen. Formatteer
dergelijke kaarten in de camera alvorens ze te gebruiken.
Reset
Menu's en opnameopties op de beginwaarden instellen
(instellingen voor datum en tijd, taal en video-uitvoer
worden niet gereset). (Ja, Nee)
Language
Een taal selecteren voor de schermtekst.
Tijdzone
Een regio selecteren en zomer-wintertijd instellen.
Datum/tijd
aanpassen
Stel de datum en tijd in.
Datumtype
Een datumnotatie selecteren.
(Uit*, dd/mm/jjjj, mm/dd/jjjj, jjjj/mm/dd)
Onderdeel Beschrijving
Spaarstand
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen
uitvoert, schakelt de camera automatisch over
op de energiespaarstand (druk op een knop
om deze modus weer te deactiveren).
(Uit*, Aan)
Als de Spaarstand is uitgeschakeld, gaat, als
u langer dan ongeveer 30 seconden geen
handelingen verricht, de verlichting van het
hoofdscherm uit om de levensduur van de
batterij te verlengen.
* Standaard
Aanvullende informatie
79
Camera-instellingenmenu
Onderdeel Beschrijving
Afdruk
Instellen of de datum en tijd op de foto's worden
afgedrukt. (Uit*, Datum, Datum/tijd)
• De datum en tijd worden in de rechteronderhoek
geel weergegeven.
• Bij bepaalde printermodellen worden de datum en
tijd niet afgedrukt.
Automatisch
uit
Instellen dat de camera automatisch wordt
uitgeschakeld wanneer u deze niet gebruikt.
(Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
• Bij vervanging van de batterij blijven deze
instellingen behouden.
• De camera schakelt in de volgende gevallen niet
automatisch uit:
- wanneer deze op een computer of printer is
aangesloten
- wanneer u een diavertoning of video's afspeelt
- wanneer u een spraakmemo opneemt
AF-lamp
Een hulplampje instellen ter ondersteuning van het
scherpstellen in donkere omgevingen.
(Uit, Aan*)
Onderdeel Beschrijving
Bestandsnr.
De naamgeving van bestanden instellen.
• Op nul: instellen dat de bestandsnummering weer bij
0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt
geformatteerd of alle bestanden worden gewist.
• Serie*: instellen dat de bestandsnummering
doorloopt wanneer er een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt
geformatteerd of alle bestanden worden gewist.
• De standaardnaam van de eerste map is
100PHOTO en de standaardnaam van het eerste
bestand is SAM_0001.
• Het bestandsnummer wordt steeds met een
opgehoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999.
• Het mapnummer wordt steeds met een
opgehoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO.
• Het maximumaantal bestanden dat in een map kan
worden opgeslagen, is 9999.
• De camera definieert bestandsnamen volgens de
Digital rule for Camera File system-norm (DCF).
Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze
bestanden mogelijk niet meer weergeven.
* Standaard * Standaard
Aanvullende informatie
80
Camera-instellingenmenu
Onderdeel Beschrijving
Video
Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio instellen.
• NTSC*: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico.
• PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, Oostenrijk,
België, China, Denemarken, Finland, Duitsland,
Engeland, Italië, Koeweit, Maleisië, Nieuw Zeeland,
Singapore, Spanje, Zweden, Zwitserland, Thailand,
Noorwegen.
USB
Instellen om via een USB-verbinding met een computer
of printer te communiceren.
• Auto*: Instellen dat de camera automatisch een
USB-modus selecteert.
• Computer: De camera op een computer aansluiten
om bestanden over te brengen.
• Printer: De camera op een printer aansluiten om
bestanden af te drukken.
* Standaard
Aanvullende informatie
81
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
Foutmelding Mogelijke oplossing
Kaartfout
• Schakel de camera uit en weer in.
• Verwijder de geheugenkaart en plaats deze
weer terug.
• Formatteer de geheugenkaart. (pag. 78)
Kaart vergrendeld
Ontgrendel de geheugenkaart.
Kaart wordt niet
ondersteund.
De geplaatste geheugenkaart is niet beschikbaar
voor uw camera. Een geschikte geheugenkaart
plaatsen.
DCF-fout
Bestandsnamen komen niet met de DCF-
norm overeen. Breng de bestanden op de
geheugenkaart naar een computer over en
formatteer de kaart. (pag. 78)
Bestandsfout
Wis het beschadigde bestand of neem contact
op met een servicecenter.
Batterij bijna leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij
op.
Geheugen vol
Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Geen foto
Maak foto's of plaats en geheugenkaart met
foto's.
Aanvullende informatie
82
Onderhoud van de camera
Camerabehuizing
Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af.
• Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het toestel te reinigen.
Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten
veroorzaken.
• Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de
lenskap.
De camera reinigen
Cameralens en -scherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg
de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventuele
achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk
reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon.
Aanvullende informatie
83
Onderhoud van de camera
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de
opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende
capaciteiten zijn op een 1-GB SD-kaart gebaseerd:
Grootte Superhoog Hoog Normaal 60 fps 30 fps 15 fps
F
o
t
o
'
s
168 238 362
- - -
195 267 407
- - -
195 267 407
- - -
229 305 477 - - -
244 326 515
- - -
362 489 699 - - -
543 674 752 - - -
978 1086 1222
- - -
*
V
i
d
e
o
s
- - - -
Circa
13 min
49 sec
Circa
27 min
09 sec
- - - -
Circa
20 min
41 sec
Circa
40 min
45 sec
- - -
Circa
40 min
23 sec
Circa
76 min
37 sec
Circa
138 min
58 sec
* Bij gebruik van de zoomfunctie kan de opnametijd van de hier gegeven
waarden afwijken.
Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar
opgenomen.
Geheugenkaarten
Geheugenkaarten voor deze camera
U kunt geheugenkaarten van de volgende typen gebruiken: SD
(Secure Digital) of SDHC (Secure Digital High Capacity).
Contactpunten
Etiket (voorzijde)
Schrijfvergrendeling
Bij SD- en SDHC-kaarten kunt u voorkomen dat bestanden
worden gewist, door de schrijfvergrendeling op de kaart om
te zetten. Schuif de vergrendeling naar beneden om de kaart
alleen-lezen te maken, en omhoog om de schrijfvergrendeling op
te heffen. Vergeet niet om voordat u gaat fotograferen de kaart te
ontgrendelen.
Aanvullende informatie
84
Onderhoud van de camera
Levensduur van de batterij
Opnametijd/
Aantal foto's
Opnameomstandigheden
(wanneer de batterij volledig is geladen)
Foto's
Circa 80 min/
Circa 160
Dit is onder de volgende omstandigheden
gemeten: in de
-modus, resolutie 14M,
kwaliteit Hoog, OIS Aan.
1. Stel de flitser in op Uit, maak één foto
en zoom in of uit.
2. Stel de flitser in op Invulflits, maak één
foto en zoom in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 gedurende
30 seconden uit en herhaal dit
5 minuten lang. Schakel de camera
vervolgens 1 minuut uit.
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Video's
Circa 50 min
Neem video's op bij een resolutie van
1280 X 720 HQ en met 30 fps.
• De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en
kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik.
• Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar
opgenomen.
De batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Batterijspecificaties
Model
BP70A
Type
Lithium-ionbatterij
Capaciteit
740 mAh
Voltage
3,7 V
Oplaadtijd
(wanneer de camera is uitgeschakeld)
Circa 150 min
* Het opladen van de batterij door de USB-kabel aan te sluiten op
een pc en uw camera duurt mogelijk langer.
Aanvullende informatie
85
Onderhoud van de camera
Over het opladen terwijl er een computer is aangesloten
• Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.
• De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet opgeladen:
- wanneer u een USB-hub gebruikt
- wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn
aangesloten
- wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de
computer aansluit
- wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm
niet ondersteunt (5 V, 500 mA)
Over het opladen van de batterij
• Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze
is geplaatst.
• Schakel de camera tijdens het opladen uit.
• Gebruik de camera niet tijdens het opladen. Schakel de camera uit
voordat u de batterij oplaadt.
• Trek niet aan het elektriciteitssnoer om de stekker uit het stopcontact
te halen. Dit kan brand of een schok veroorzaken.
• Schakel de camera pas in nadat u de batterij langer dan 10 minuten
hebt opgeladen.
• Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de
batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het indicatielampje groen
wordt.
• Als het indicatielampje oranje knippert of niet brandt, sluit u de kabel
opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in
de camera.
• De batterij van de camera kan niet worden opgeladen bij lage
temperaturen (below 0 °C) of hoge temperaturen (boven 40 °C).
• Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de
temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje oranje worden.
Nadat de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen.
Aanvullende informatie
86
Onderhoud van de camera
• Gebruik uitsluitend authentieke, door de producent
aanbevolen, Lithium-ionbatterijen ter vervanging.
• Haal de batterij niet uit elkaar te halen of maak er geen
gat in met een scherp voorwerp.
• Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme
krachten.
• Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen,
bijvoorbeeld door deze van grote hoogte te laten vallen
• Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60
°C (140 °F).
• Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen.
• De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige
hitte, zoals die van de zon, vuur en dergelijke.
Verwijderingrichtlijnen
• Verwijder de batterij met zorg.
• Werp de batterij nooit in een open vuur.
• Afhankelijk van uw land of regio kan de regelgeving met
betrekking tot de afvoer verschillen. Voer de batterij af
volgens de lokale en federale regelgeving.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze
handleiding. De batterij kan ontbranden of exploderen als
deze niet op de juiste wijze wordt opgeladen.
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan
persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg
voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies
voor het juiste gebruik van de batterij:
• De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet
op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen,
scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt,
stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u
contact op met de producent.
• Gebruik alleen authentieke, door de producent
aanbevolen, batterijopladers en –adapters en laad
de batterij alleen op de in deze gebruiksaanwijzing
voorgeschreven wijze op.
• Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel
de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen,
zoals een gesloten auto in de zomer.
• Plaats de batterij niet in een magnetron.
• Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige
omgeving, zoals badkamer of douche.
• Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare
oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische
dekens.
• Laat het apparaat, als het is ingeschakeld, niet voor
langere tijd in een afgesloten ruimte.
• Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact
komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen,
munten, sleutels of horloges.
Aanvullende informatie
87
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een
servicecenter. Als u hebt geprobeerd een oplossing te vinden met behulp van deze suggesties, maar nog steeds problemen ondervindt,
kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Situatie Mogelijke oplossing
Er kunnen geen foto's
worden gemaakt
• Er is geen ruimte op de geheugenkaart.
Wis onnodige bestanden of plaats een
nieuwe kaart.
• Formatteer de geheugenkaart. (pag. 78)
• De geheugenkaart is defect. Koop een
nieuwe geheugenkaart.
• Controleer of de camera is ingeschakeld.
• Laad de batterij op.
• Controleer of de batterij op de juiste
wijze is geplaatst.
De camera loopt vast
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
De flitser werkt niet
• Mogelijk is de flitser op Uit ingesteld.
(pag. 39)
• In de modi
, en bepaalde
modi kan de flitser niet worden gebruikt.
De flitser gaat
onverwachts af
De flitser gaat mogelijk af vanwege
statische elektriciteit. Dit is geen defect van
de camera.
De datum en tijd
kloppen niet
Stel in het scherminstellingenmenu de
datum en tijd in. (pag. 78)
Situatie Mogelijke oplossing
De camera kan niet
worden ingeschakeld
• Controleer of de batterij in de camera is
geplaatst.
• Controleer of de batterij op de juiste wijze
is geplaatst.
• Laad de batterij op.
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld
• Laad de batterij op.
• De camera bevindt zich mogelijk in de
Spaarstand. (pag. 78)
• De camera wordt mogelijk uitgeschakeld
om te voorkomen dat de geheugenkaart
door een harde schok beschadigd raakt.
Schakel de camera weer in.
De batterij raakt snel
leeg
• De batterij raakt bij lage temperaturen
(onder 0 °C) sneller leeg. Houd de
batterij warm door deze in uw zak te
steken.
• Met het gebruik van de flitser en het
opnemen van video's raakt de batterij
snel leeg. Laad de batterij indien nodig
weer op.
• Batterijen zijn verbruiksgoederen die
na verloop van tijd moeten worden
vervangen. Haal een nieuwe batterij als
de levensduur drastisch afneemt.
Aanvullende informatie
88
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie Mogelijke oplossing
De kleuren in de foto
zijn anders dan de
daadwerkelijke kleuren
Een onjuiste witbalans kan voor
onrealistische kleuren zorgen. Selecteer
de juiste witbalansoptie voor de lichtbron.
(pag. 48)
De foto is te licht
• Schakel de flitser uit. (pag. 39)
• De foto is overbelicht. Pas de
belichtingswaarde aan. (pag. 47)
De foto is te donker
De foto is onderbelicht.
• Schakel de flitser in. (pag. 39)
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 40)
• Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 47)
De foto's worden
niet op de televisie
weergegeven
• Controleer of de camera goed met de
A/V-kabel op de externe monitor is
aangesloten.
• Controleer of de geheugenkaart foto's
bevat.
De computer herkent
de camera niet
• Controleer of de USB-kabel op de juiste
wijze is geplaatst.
• Controleer of de camera is ingeschakeld.
• Controleer of het besturingssysteem
wordt ondersteund.
Tijdens het overbrengen
van bestanden
verbreekt de computer
de verbinding
De bestandsoverdracht kan door statische
elektriciteit worden gestoord. Koppel de
USB-kabel los en sluit deze weer aan.
Situatie Mogelijke oplossing
Het display of de
knoppen werken niet
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
Het camerascherm
werkt niet goed
Als u de camera bij zeer lage temperaturen
gebruikt, kan het camerascherm hierdoor
niet goed werken of verkleuren.
Voor betere prestaties van het scherm
moet de camera bij normale temperaturen
worden gebruikt.
De geheugenkaart heeft
een fout
De geheugenkaart is niet gereset.
Formatteer de kaart. (pag. 78)
Er kunnen geen
bestanden worden
afgespeeld of
weergegeven
Als u de naam van een bestand wijzigt,
kan de camera dit bestand mogelijk niet
afspelen of weergeven (de bestandsnaam
moet aan de DCF-normen voldoen).
In dergelijke gevallen kunt u de bestanden
op een computer afspelen of weergeven.
De foto's zijn onscherp
• Controleer of de ingestelde
scherpsteloptie voor close-upfoto's
geschikt is. (pag. 41)
• Reinig de lens indien nodig. (pag. 28)
• Zorg dat het onderwerp zich binnen het
bereik van de flitser bevindt. (pag. 90)
Controleer of de lens schoon is.
Aanvullende informatie
89
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie Mogelijke oplossing
Uw computer kan geen
video's afspelen
• Het hangt af van de programma’s die u
gebruikt voor het afspelen van video’s,
of de videobestanden kunnen worden
afgespeeld. Installeer en gebruik het
programma Intelli-studio op uw computer
voor het afspelen van videobestanden
die u met uw camera hebt opgenomen.
(pag. 67)
• Controleer of de USB-kabel op de juiste
wijze is aangesloten.
Intelli-studio werkt niet
naar behoren
• Sluit Intelli-studio af en start het
programma opnieuw.
• Intelli-studio kan niet op Macintosh-
computers worden gebruikt.
• Afhankelijk van de specificaties en
instellingen van de computer wordt het
programma mogelijk niet automatisch
gestart. Klik in dat geval op de computer
op start Deze computer Intelli-
studio iStudio.exe.
Aanvullende informatie
90
Cameraspecificaties
Bereik
Groothoek (G)
Tele (T)
Normaal
80 cm - oneindig
150 cm - oneindig
Macro
5 cm - 80 cm
70 cm - 150 cm
Auto macro
5 cm - oneindig
70 cm - oneindig
Sluitertijd
• Smart Auto: 1/8 - 1/2000 seconde
• Programma: 1 - 1/2000 seconde
• Nacht: 8 - 1/2000 seconde
• Vuurwerk: 2 seconden
Belichting
Bediening Programma AE
Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen, Gezichtsherkenning-AE
Compensatie ±2 BW (in stappen van 1/3 BW)
ISO-equivalent Auto, 80, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200
Flitser
Modus
Uit, Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync,
Anti-rode ogen
Bereik
• Groothoek: 0,4 m - 3,0 m (ISO Auto)
• Tele: 0,7 m - 2,0 m (ISO Auto)
Beeldsensor
Type 1/2,3 inch (circa 7,76 mm) CCD
Effectieve pixels Circa 14,2 megapixels
Totaal aantal pixels Circa 14,4 megapixels
Lens
Brandpuntsafstand
Samsung 7X Zoom Lens f = 5,6 - 39,2 mm
(35-mm equivalent: 31 - 217 mm)
Diafragmabereik f/3,3 (G) - f/5,5 (T)
Digitale zoom
• Fotomodus: 1,0x - 5,0x
• Weergavemodus: 1,0x - 13,5x
(afhankelijk van het beeldformaat)
Scherm
Type TFT LCD
Eigenschap 3,0 inch (circa 7,6 cm), 230K
Scherpstelling
Type
TTL-autofocus (Multi AF, Centrum AF,
Gezichtsherkenning-AF, Tracking AF)
Aanvullende informatie
91
Cameraspecificaties
Opname
Foto's
• Modi: Smart Auto (Wit, Macro kleur, Portret,
Nachtportret, Portret met tegenlicht, Macro
portret, Tegenlicht, Kinderen, Landschap, Actie,
Statief, Nacht, Macro, Macro tekst, Blauwe lucht,
Zonsondergang, Natuurlijk groen), Programma,
DUAL IS, Scène (Beautyshot, Kaderlijnen, Nacht,
Portret, Kinderen, Landschap, Close-up, Tekst, Zon
onder, Dageraad, Tegenl., Vuurwerk, Strand/sneeuw)
• Snelheid: 1 opname, Continu, Bewegingsopname,
AEB
• Timer: 10 sec, 2 sec, Dubbel, Bewegingstimer
Video's
• Modi: Smart-film, Film
* Smart-film: Landschap, Blauwe lucht, Natuurlijk
groen, Zon onder
• Bestandsindeling: H.264 (MPEG-4, AVC)
(max. opnametijd: 20 min.)
• Formaat: 1280 X 720 HQ (30 fps, 15 fps),
640 X 480 (30 fps, 15 fps),
320 X 240 (60 fps, 30 fps, 15 fps)
• Framesnelheid: 60 fps, 30 fps, 15 fps
• Spraak: Uit, Aan (geluid wordt gedempt bij het
gebruiken van de zoomfunctie)
• OIS: Aan, Uit
• Video bewerken (intern): pauzeren tijdens
opnemen, foto's maken, bijsnijden
Oplaadtijd
Circa 4 sec. (afhankelijk van de toestand van de
batterij)
Trillingsreductie
DUAL IS [ Optische beeldstabilisatie (OIS) +
Digitale beeldstabilisatie (DIS)]
Effect
Opnamemodus
• Fotostylerkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos,
Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep.
RGB
• Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz.
Witbalans
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Aangep.
instelling
Datering
Datum/tijd, Datum, Uit
Aanvullende informatie
92
Cameraspecificaties
Beeldformaat
Voor 1GB SD
Superhoog Hoog Normaal
4320 X 3240 168 238 362
4000 X 3000 195 267 407
4272 X 2848 195 267 407
4224 X 2376 229 305 477
3264 X 2448 244 326 515
2592 X 1944 362 489 699
2048 X 1536 543 674 752
1024 X 768 978 1086 1222
Deze waarden zijn gemeten onder standaardcondities en
kunnen variëren, afhankelijk van opnameomstandigheden
en camera-instellingen.
Interface
Digitale uitvoer USB 2.0
Audio-uitvoer Mono (interne speaker), Mono (microfoon)
Video-uitvoer NTSC, PAL (keuze)
Gelijkstroom-
aansluiting
4,2 V
Weergave
Type
Eén foto, Miniaturen, Diashow, Video, Smart Album
* Smart Album-categorie: Type, Datum, Kleur, Week
Bewerken Res.wijz, Draaien, Fotostylerkeuze, Beeld aanpassen
Effect
• Fotostylerkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos,
Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep.
RGB
• Beeld aanpassen: ACB, Anti-rode ogen,
Gezichtretouch., Helderheid, Contrast, Kleurverz.,
Ruis toevoegen
Spraakopname
• Spraakopname (max. 10 uur)
• Spraakmemo in een foto (max. 10 sec.)
Opslag
Media
• Intern geheugen: circa 90 MB
• Extern geheugen (optioneel):
- SD-kaart (tot 2 GB gegarandeerd)
- SDHC-kaart (tot 8 GB gegarandeerd)
De interne geheugencapaciteit kan van deze specificaties
afwijken.
Bestandsindeling
• Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21, DPOF 1.1,
PictBridge 1.0
• Video: H.264 (MPEG-4.AVC)
• Audio: ACC
Aanvullende informatie
93
Cameraspecificaties
Energiebron
Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (BP70A, 740 mAh)
Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen.
Afmetingen (B x H x D)
99,8 x 59,5 x 21 mm (exclusief uitstekende onderdelen)
Gewicht
143 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Bedrijfstemperatuur
0 - 40 ˚C
Bedrijfsluchtvochtigheid
5 - 85 %
Software
Intelli-studio
Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Aanvullende informatie
94
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal
duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv.
lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval
verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om
mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door
ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen
van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier
recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt
bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met
de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente
waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten
contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden
van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische
accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering
worden gemengd.
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit
product
(Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s
en batterijen)
Dit merkteken op de accu, gebruiksaanwijzing of verpakking geeft aan
dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen
met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische
symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of
loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn
2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van
mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van
het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan
te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in
uw omgeving.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung
Electronics naar een duurzame ontwikkeling en
sociale verantwoordelijkheid door middel van
milieubewuste bedrijfsvoering.
Aanvullende informatie
95
Index
A
Aanpassen
Contrast
in de opnamemodus 52
in de weergavemodus 64
Helderheid 64
Kleurverzadiging
in de opnamemodus 52
In de weergavemodus 64
Scherpte 52
ACB
in de opnamemodus 47
in de weergavemodus 64
Afdruk 79
Afdrukbestelling 65
AF-geluid 77
AF-lamp 79
Afzonderlijke beelden opslaan
van een video 60
Automatische
contrastverbetering (ACB) 47
B
Batterij
Levensduur 84
Opladen 85
Specificaties 84
Beautyshot-modus 29
Beeld aanpassen
ACB 64
Anti-rode ogen 64
Contrast 64
Gezichtretouch 64
Helderheid 64
Kleurverzadiging 64
Ruis toevoegen 64
Beginafbeelding 62, 77
Belichting 47
Bestanden beveiligen 56
Bestanden overbrengen
voor Mac 73
voor Windows 67
Bestanden weergeven
als miniatuur 56
Diavertoning 58
op categorie 55
op televisie 66
Bestanden wissen 57
Bewegingsonscherpte 24
Bewegingstimer 38
Bewerken 62
D
Datum/tijd aanpassen 78
Datumtype 78
Diafragma 30
Diavertoning 58
Digitale zoom 22
Digital Image Stabilisation
(digitale beeldstabilisatie) 31
DPOF 65
Draaien 62
DUAL IS, modus 31
F
Filmmodus 32
Flitser
Anti-rode ogen 40
Auto 40
Invulflits 40
Langz. sync 40
Rode ogen 40
Uit 39
Format 78
Fotokwaliteit 36
Foto's afdrukken 74
Fotostijlen
in de opnamemodus 51
in de weergavemodus 63
Foutmeldingen 81
Framesnelheid 32
Functiebeschrijving 77
Functieknop 14
Aanvullende informatie
96
Index
G
Geheugenkaart
Capaciteit 83
SD 83
SDHC 83
Geluid uitschakelen
Camera 16
Video 33
Gezichtsdetectie
Knipperen 46
Normaal 44
Smile shot 45
Zelfportret 45
Grootte aanpassen 62
H
Half indrukken 6
Helderheid scherm 77
Helderheid van het gezicht
29
Het apparaat loskoppelen 72
I
Instellingen
Camera 78
Display 77
Geluid 77
Openen 76
Intelli-studio 70
ISO-waarde 40
K
Kadergids 30
Knipperen 46
L
Lange sluitertijd 30
Lichtbron (Witbalans) 48
L.meting
Centr. gewogen 48
Multi 48
Spot 48
M
Macro 41
Meebewegende focus 42
Menuknop 14
Modus-knop 14
N
Nachtmodus 30
Navigatieknop 14
O
Onderhoud 82
Onvolkomenheden in het
gezicht 29
Opnamemodus
Dual IS 31
Film 32
Programma 32
Scène 28
Smart Auto 27
Opnemen
Spraakmemo 34
Video 32
Optical Image Stabilisation
(OIS) 23, 31
P
Pictogrammen 17
Programmamodus 32
R
Reinigen
Behuizing 82
Display 82
Lens 82
Reset 78
Resolutie
Foto 36
Video 36
RGB-tint
in de opnamemodus 51
in de weergavemodus 63
Rode ogen
Aanvullende informatie
97
Index
in de opnamemodus 39
in de weergavemodus 64
S
Scènemodus 28
Scherpstelafstand
Auto Macro 41
Macro 41
Normaal (AF) 41
Scherpstelgebied
Centrum AF 43
Meebewegende AF 43
Multi AF 43
Serie-opname
Auto Exposure Bracket (AEB)
50
Bewegingsopname 50
Continu 50
Servicecenter 87
Sluitertijd 30
Smart Album 55
Smart Auto-modus 27
Smart-knop 13
Smile shot 45
Snel tonen 77
Spraakmemo
Afspelen 60
Opnemen 34
T
Timer 37
Type weergave 20
V
Vergroten 58
Video 80
Afspelen 59
Opnemen 32
Volume 77
W
Weergaveknop 16
Weergavemodus 54
Witbalans 48
Z
Zelfportret 45
Zoomen 22
Zoomknop 13
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie
die met het product is meegeleverd of bezoek onze website http://
www.samsungimaging.com of http://www.samsung.com/.

Documenttranscriptie

In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.  Klik op een onderwerp Bekende problemen User Manual PL200/PL201 Beknopt overzicht Inhoud Basisfuncties Geavanceerde functies Opnameopties Afspelen/bewerken Aanvullende informatie Index Informatie over gezondheid en veiligheid Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt. Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp Waarschuwing: situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken Voorzichtig: situaties die schade aan de camera of andere apparatuur kunnen veroorzaken Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden. Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende informatie Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af volgens de voorschriften • Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen ernstig letsel of schade aan uw camera veroorzaken. • Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgeving bij het verwijderen van gebruikte batterijen. • Leg batterijen of camera’s nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden. • Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Waarschuwingen Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires van de camera. Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen en accessoires kunnen ook een fysiek gevaar vormen. 1 Informatie over gezondheid en veiligheid • Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u anderen of uzelf verwonden. • Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan zitten en de werking van het apparaat kan beïnvloeden. • Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid . Als u last hebt van een van deze symptomen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en raadpleeg een arts. Veiligheidsvoorschriften Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig • Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van toepassing op waterschade aan het toestel. • Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken. • Gebruik of bewaar de camera niet in stoffige, vervuilde, vochtige of slecht geventileerde omgevingen om schade aan bewegende delen en interne onderdelen te vermijden. • Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. • Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt. • Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen. • Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren van stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan poorten, stekkers en accessoires. • Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt. Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade • Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan extreme temperaturen (onder 0 °C of boven 40 °C). Door extreme temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen afnemen en kunnen geheugenkaarten storingen vertonen. • Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan de batterijen veroorzaken. Dit kan ook brand of een schok veroorzaken. • Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof, vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart met een zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera plaatst. • Voorkom dat de sleuf voor geheugenkaarten in contact komt met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt. 2 Informatie over gezondheid en veiligheid Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en oplader • Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. • Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk worden blootgesteld. • Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera. • Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart. • Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van de camera los te koppelen. • Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen. • Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt. • Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn bedoeld. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot schade aan de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de garantie. Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in vochtige omgevingen Bescherm de cameralens Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en vochtige omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische schakelingen en op de geheugenkaart condensvorming optreden. Wacht in zo’n geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is verdampt, alvorens u de camera gebruikt. • Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken. • Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een zachte, schone doek. Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert Belangrijke gebruiksinformatie De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik. Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door gekwalificeerd personeel uitvoeren Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie gedekt. 3 Indeling van de gebruiksaanwijzing Basisfuncties Copyrightinformatie 11 Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. • Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. • Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation. Geavanceerde functies 26 Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te selecteren en hoe u video's of spraakmemo's opneemt. • Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd bij veranderde camerafuncties. • Het is aan te bevelen, de camera te gebruiken in het land waar u hem hebt aangeschaft. • Voor informatie over Open Source-licenties raadpleegt u het bestand "OpenSourceInfo.pdf" op de meegeleverde cd-rom. Opnameopties 35 Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen. Afspelen/bewerken 53 Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter of televisie aansluit. Aanvullende informatie Hier vindt u informatie over instellingen en foutmeldingen, alsmede specificaties en onderhoudstips. 4 75 Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing Opnamemodus Symbolen in deze gebruiksaanwijzing Pictogram Pictogram Functie Smart Auto Aanvullende informatie Programma Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen DUAL IS [ ] Cameratoetsen; bijvoorbeeld: [Ontspanknop] (staat voor de ontspanknop) Scène ( ) Paginanummer van verwante informatie → De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: Selecteer Opname → Witbalans (dit betekent selecteer Opname en vervolgens Witbalans) * Voetnoot Film Smart-film Pictogrammen in de opnamemodus Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de desbetreffende modi beschikbaar is. De modus ondersteunt wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes. Voorbeeld: Beschikbaar in de modi Programma, DUAL IS en Film 5 Afkorting Betekenis ACB Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering) AEB Auto Exposure Bracket (opnamereeks met verschillende belichtingen) AF Auto Focus (autofocus) DIS Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie) DPOF Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling) EV Exposure Value (belichtingswaarde) OIS Optical Image Stabilisation (optische beeldstabilisatie) WB White Balance (witbalans) Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing Op de ontspanknop drukken Belichting (Helderheid) • Druk [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop half in • Druk op [Ontspanknop]: druk de ontspanknop volledig in De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter. Druk [Ontspanknop] half in Normale belichting Druk op [Ontspanknop] Onderwerp, achtergrond en compositie • Onderwerp: het belangrijkste object in een scène, zoals een persoon, dier of stilleven • Achtergrond: de objecten rondom het onderwerp • Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond Achtergrond Compositie Onderwerp 6 Overbelicht (te helder) Bekende problemen Hier vindt u antwoorden op bekende problemen. Met behulp van opname-instellingen hebt u veel problemen snel opgelost. De ogen van de gefotografeerde zijn rood. Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera. Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 39) • Stel de flitsoptie in op Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 64) • Als de foto al is gemaakt, selecteert u Foto's bevatten stof- Stofdeeltjes die in de lucht zweven kunnen worden vastgelegd op foto's als u de flitser gebruikt. vlekjes. • Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen. • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 40) Foto's zijn wazig. Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's neemt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed stil houdt. • Druk [Ontspanknop] half in om te zorgen dat er wordt scherpgesteld op het onderwerp. (pag. 24) -modus. (pag. 31) • Gebruik de Foto's zijn wazig bij avondopnamen. Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden. Nacht in de modus . (pag. 30) • Selecteer • Schakel de flitser in. (pag. 39) • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 40) • Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. Het onderwerp is te donker door tegenlicht. Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp donker worden. • Maak geen foto's tegen de zon in. Tegenl. in de modus . (pag. 28) • Selecteer • Stel de flitsoptie in op Invulflits. (pag. 39) • Stel de optie Automatische contrastbalans (ACB) in. (pag. 47) • Pas de belichting aan. (pag. 47) Spot als er een helder onderwerp in het midden van het kader staat. • Stel de lichtmeting in op (pag. 48) 7 Beknopt overzicht Foto's van mensen maken • -modus > Beautyshot  29 -modus > Portret  28 • • Rode ogen, Anti-rode ogen (rode ogen voorkomen of verwijderen)  39 • Gezichtsdetectie  44 • • • • 's Nachts of in het donker foto's maken -modus > Nacht  30 -modus > Zon onder, Dageraad, Vuurwerk  28 Flitseropties  39 ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)  40 Actiefoto's maken • Continu, Bewegingsopname  50 Foto's maken van tekst, insecten en bloemen -modus > Close-up, Tekst  28 De belichting aanpassen (helderheid) • EV (de belichting aanpassen)  47 • ACB (compenseren voor onderwerpen tegen een heldere achtergrond)  47 • L.meting  48 • AEB (om drie foto's met verschillende belichtingen te maken van dezelfde scène)  50 Een speciaal effect toepassen • Fotostijlen (om een speciale tint aan te brengen)  51 • Beeld aanpassen (om kleurverzadiging, scherpte en contrast bij te stellen)  52 Bewegingsonscherpte voorkomen • OIS (Optical Image Stabilisation)  23 -modus  31 • • • Macro, Auto macro (om foto's van dichtbij te maken)  41 • Witbalans (de tint wijzigen)  48 8 • Bestanden op categorie bekijken in Smart Album  55 • Alle bestanden op de geheugenkaart wissen  57 • Foto's als diavertoning weergeven  58 • Bestanden op een tv weergeven  66 • De camera op een computer aansluiten  67 • Geluid en volume aanpassen  77 • De helderheid van het scherm aanpassen  77 • De schermtaal wijzigen  78 • De datum en tijd instellen  78 • De geheugenkaart formatteren  78 • Problemen oplossen  87 Inhoud Basisfuncties ................................................................... Uitpakken . ......................................................................... Onderdelen en functies ...................................................... De batterij en geheugenkaart plaatsen ............................... De batterij opladen en de camera inschakelen . ................. De batterij opladen ............................................................... De camera inschakelen ........................................................ Uitleg over de pictogrammen ............................................. Opties selecteren ............................................................... Display en geluid instellen .................................................. Het displaytype wijzigen ........................................................ Het geluid instellen ............................................................... Foto's maken ..................................................................... Zoomen .............................................................................. Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) . ............................... Tips om betere foto's te maken ......................................... 11 12 13 15 16 16 16 17 18 20 20 20 21 22 23 24 Geavanceerde functies ................................................... Opnamemodi ..................................................................... De Smart Auto-modus gebruiken .......................................... De Scènemodus gebruiken .................................................. De Beautyshot-modus gebruiken .......................................... De kadergids gebruiken ........................................................ De Nachtmodus gebruiken ................................................... De Dual IS-modus gebruiken ................................................ De Programmamodus gebruiken ........................................... Een video opnemen ............................................................. Spraakmemo's opnemen .................................................. 26 27 27 28 29 30 30 31 32 32 34 Een spraakmemo opnemen .................................................. 34 Een spraakmemo aan een foto toevoegen ............................. 34 Opnameopties ................................................................. Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ................................ De resolutie selecteren ......................................................... De beeldkwaliteit selecteren .................................................. De timer gebruiken . ........................................................... Opnamen in het donker maken . ........................................ Rode ogen voorkomen ......................................................... De flitser gebruiken ............................................................... De ISO-waarde aanpassen ................................................... De scherpstelling aanpassen ............................................. Macro gebruiken .................................................................. Autofocus gebruiken ............................................................ Meebewegende autofocus gebruiken .................................... Het scherpstelgebied aanpassen .......................................... Gezichtsdetectie gebruiken . .............................................. Gezichten detecteren ........................................................... Een zelfportret maken ........................................................... Een foto van een lachend gezicht maken ............................... Knipperende ogen detecteren ............................................... Helderheid en kleur aanpassen .......................................... De belichting handmatig aanpassen (EV) ................................ Compenseren voor tegenlicht (ACB) ...................................... De lichtmeetmethode wijzigen ............................................... Een lichtbron selecteren (Witbalans) ....................................... Serieopname ..................................................................... Uw foto's mooier maken .................................................... 9 35 36 36 36 37 39 39 39 40 41 41 41 42 43 44 44 45 45 46 47 47 47 48 48 50 51 Inhoud Fotostijlen toepassen ............................................................ 51 Uw foto's aanpassen . .......................................................... 52 Afspelen/bewerken ......................................................... Weergeven . ....................................................................... De weergavemodus starten .................................................. Foto's weergeven . ............................................................... Een video afspelen ............................................................... Spraakmemo's afspelen ....................................................... Foto's bewerken ................................................................ Foto's in grootte aanpassen .................................................. Een foto draaien ................................................................... Fotostijlen toepassen ............................................................ Belichtingsproblemen corrigeren ............................................ Een afdrukbestelling maken (DPOF) ....................................... Bestanden op een tv weergeven . ...................................... Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) ...... Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio .............. Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten ............................................................... De camera loskoppelen (Windows XP) . ................................. Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) . ... Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) .............. Display ................................................................................ Instellingen . ......................................................................... Foutmeldingen ................................................................... Onderhoud van de camera ................................................ De camera reinigen .............................................................. Geheugenkaarten ................................................................ De batterij ............................................................................ Voordat u contact opneemt met een servicecenter . .......... Cameraspecificaties ........................................................... Index .................................................................................. 53 54 54 58 59 60 62 62 62 63 64 65 66 67 69 71 72 73 74 Aanvullende informatie ................................................... 75 Camera-instellingenmenu .................................................. 76 Het instellingenmenu openen ................................................ 76 Geluid ................................................................................ 77  10 77 78 81 82 82 83 84 87 90 95 Basisfuncties Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. Uitpakken …………………………………………………… 12 Onderdelen en functies … ………………………………… 13 De batterij en geheugenkaart plaatsen … ……………… 15 De batterij opladen en de camera inschakelen … ……… 16 De batterij opladen ………………………………………… De camera inschakelen …………………………………… 16 16 Uitleg over de pictogrammen … ………………………… 17 Opties selecteren ………………………………………… 18 Display en geluid instellen ………………………………… 20 Het displaytype wijzigen …………………………………… Het geluid instellen ………………………………………… 20 20 Foto's maken … …………………………………………… 21 Zoomen …………………………………………………… Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) … ……………… 22 23 Tips om betere foto's te maken … ……………………… 24 Uitpakken Controleer of de doos de volgende artikelen bevat: Camera AC-adapter/USB-kabel Software-cd-rom (met gebruiksaanwijzing) Snelstartgids Oplaadbare batterij Polslus De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen. Als optie verkrijgbare accessoires Camera-etui Geheugenkaarten A/V-kabel Basisfuncties Batterijoplader 12 Onderdelen en functies Maak u vertrouwd met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint. Zoomknop • In- en uitzoomen in de opnamemodus • Inzoomen op een deel van een foto of bestanden als miniaturen bekijken in de weergavemodus • Volume regelen in de weergavemodus Ontspanknop Power-knop Smart-knop Instellen op Smartmodus ( Flitser , ) Microfoon AF-hulplampje/timerlampje Lens Luidspreker Statiefbevestigingspunt Batterijklep Plaatsing van batterij en geheugenkaart Basisfuncties 13 Onderdelen en functies USB- en A/Vaansluiting Statuslampje • Knippert: Bij opslaan van een foto of video, uitlezen door een computer of printer of bij een onscherp onderwerp • Brandt: Bij aansluiting op een computer of wanneer de camera is scherpgesteld Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel 1 Hoofdscherm 2 Modus-knop: De lijst met opnamemodi openen. Knop Beschrijving Pictogram Modus Naar opties of menu's Navigatie In de opnamemodus Bij instellen Weergaveoptie wijzigen Omhoog Macro-optie wijzigen Omlaag Flitseroptie wijzigen Naar links Timeroptie wijzigen Naar rechts Gemarkeerde optie of menu bevestigen Afspelen Naar de weergavemodus Functie • Toegang tot opties in de opnamemodus • Bestanden verwijderen in de weergavemodus Basisfuncties 14 Beschrijving Smart Auto Een foto maken door de camera een geschikte modus voor de scène te laten selecteren Programma Een foto maken met instelling van opties DUAL IS Een foto maken met opties die geschikt zijn om bewegingsonscherpte te voorkomen Scène Een foto maken met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène Film Een video opnemen De batterij en geheugenkaart plaatsen Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart. De batterij en geheugenkaart verwijderen Geheugenkaart Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf. Batterijvergrendeling Plaats de geheugenkaart met de goudkleurige contactpunten omhoog gericht. Druk op de vergrendeling om de batterij los te maken. Batterij Zorg dat bij het plaatsen van de batterij het Samsung-logo omhoog is gericht. • Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium als er geen geheugenkaart is geplaatst. • Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kan dit uw camera en geheugenkaart beschadigen. Basisfuncties 15 De batterij opladen en de camera inschakelen De batterij opladen De camera inschakelen Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera gebruikt. Koppel de USB-kabel aan de AC-adapter en sluit vervolgens het uiteinde van de kabel met het indicatielampje op de camera aan. Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen. De camera inschakelen in de weergavemodus Druk op [ ]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de weergavemodus. Indicatielampje • Rood: bezig met opladen • Groen: volledig opgeladen Als u uw camera inschakelt door [ ] ongeveer 5 seconden ingedrukt te houden, geeft de camera geen enkel camerageluid. Basisfuncties 16 Uitleg over de pictogrammen Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus of de ingestelde opties. A Pictogram Beschrijving Autofocuskader Bewegingsonscherpte B Zoomverhouding Huidige datum en tijd C. P  ictogrammen links Pictogram Beschrijving Diafragma en sluitertijd Lange sluitertijd Belichtingswaarde Witbalans C B. Pictogrammen rechts Pictogram A. Informatie Pictogram Fotoresolutie Beschrijving Geselecteerde opnamemodus Resterend aantal foto's Beschikbare opnametijd Interne geheugen Geheugenkaart geplaatst • • • Beschrijving : Volledig opgeladen : Deels opgeladen (Rood): Opladen noodzakelijk Gezichttint Gezicht retoucheren ISO-waarde Videoresolutie Framesnelheid Fotokwaliteit Fotostijl Beeldaanpassing (scherpte, contrast, kleurverzadiging) Geluid uit Lichtmeting Type serieopname Flitsoptie Optische beeldstabilisatie Zelfontspannerinstelling Autofocusinstelling Gezichtsdetectie Spraakmemo Basisfuncties 17 Opties selecteren U kunt opties selecteren door te drukken op [ U kunt de opnameopties ook openen door op [ ] en door gebruik te maken van de navigatieknoppen ([ ]). ] om naar het vorige menu terug te gaan. Druk op de [Ontspanknop] om naar de opnamemodus terug te gaan. ] of [ ] om naar links of rechts te gaan. ] of [ ] om omhoog of omlaag te gaan. EV 3 Druk op [ ], [ Teruggaan naar het vorige menu Druk op [ menu te scrollen. Terug ], [ ] te drukken, maar dan zijn sommige opties niet beschikbaar. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Gebruik de navigatieknoppen om naar een optie of • Druk op [ • Druk op [ ], [ Verpl. ] om de gemarkeerde keuze te bevestigen. Basisfuncties 18 Opties selecteren Voorbeeld: in de P-modus de witbalans selecteren ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Druk op [ ] of [ ] om naar Programma te bladeren en druk vervolgens op [ 5 Druk op [ ] of [ ] om naar Witbalans te bladeren en druk vervolgens op [ ] of [ ]. Fotoformaat Kwalit. ]. EV Smart Auto ISO Witbalans Programma Gezichtsdetectie Scherpstelgebied DUAL IS Afsl. Scène 6 Druk op [ Film Geluid Daglicht Kwalit. EV Display ISO Witbalans Instellingen Gezichtsdetectie Terug 7 Druk op [ Scherpstelgebied Afsl. ] om naar een witbalansoptie te ]. Fotoformaat Opname ] of [ bladeren. In deze modus kunt u direct versch. opnamefuncties instellen. 3 Druk op [ Terug Wijzigen 4 Druk op [ ] of [ ] om naar Opname te bladeren en druk vervolgens op [ ] of [ ]. Basisfuncties 19 Verpl. ]. Display en geluid instellen Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het display en het geluid naar wens kunt aanpassen. Het displaytype wijzigen Het geluid instellen U kunt een weergavestijl voor de opname- of afspeelmodus selecteren. Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken wanneer u de camera bedient. Druk meerdere keren op [ wijzigen. 1 Druk in de opname- of weergavemodus op [ 2 Selecteer Geluid → Piepjes → een optie. ] om een displaytype te Alle informatie over het opnemen tonen. Modus Beschrijving Opname • Alle opname-informatie weergeven • Opname-informatie verbergen, behalve het aantal resterende foto's (of de resterende opnametijd) en het batterijpictogram Afspelen • Informatie over de huidige foto weergeven • Informatie over de huidige foto verbergen • Informatie over het huidige bestand weergeven, behalve de opname-instellingen en de opnamedatum Basisfuncties 20 Optie Beschrijving Uit De camera laat geen geluid klinken. 1/2/3 De camera laat een geluid klinken. ]. Foto's maken Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de Programmamodus eenvoudig en snel foto's te maken. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Druk op [ ] of [ ] om naar Programma te bladeren en druk vervolgens op [ 4 Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. • Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. ]. Smart Auto Programma DUAL IS Scène Film In deze modus kunt u direct versch. opnamefuncties instellen. 5 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. 3 Kadreer het onderwerp. Zie pagina 24 voor tips om betere foto's te maken. Basisfuncties 21 Foto's maken Zoomen Digitale zoom U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera heeft 7X optische zoom en 5X digitale zoom. Door beide te gebruiken, kunt u tot 35 keer inzoomen. Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het gebruik van digitale zoom achteruitgaan. Draai de [Zoomknop] naar rechts om op het onderwerp in te zoomen. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen. Optisch bereik Zoomindicator Digitaal bereik • De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de modi , , (in bepaalde scènes), en en in combinatie met Gezichtsdetectie. • Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat een foto is opgeslagen. Zoomverhouding Uitzoomen Inzoomen Basisfuncties 22 Foto's maken Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) • OIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed: -- u beweegt de camera om een bewegend onderwerp te volgen -- u zoom gebruikt -- de camera trilt te veel -- er is sprake van een lange sluitertijd (bijvoorbeeld bij opnamen in de modus ) -- de batterij is bijna leeg -- u neemt een close-up • Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OISfunctie bij gebruik van een statief uit. • Als dit invloed heeft op de camera, wordt het scherm wazig. In dat geval schakelt u de camera uit en weer in om de OIS-functie correct te gebruiken. • In sommige scènes is de OIS-functie niet beschikbaar. In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch beperken. Vóór correctie Na correctie ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → OIS → een optie. Optie Beschrijving Uit: de OIS-functie uitzetten. Aan: de OIS-functie aanzetten. Basisfuncties 23 Tips om betere foto's te maken Bewegingsonscherpte voorkomen De camera op de juiste manier vasthouden Controleer of er niets voor de lens zit. • Stel de optie OIS (Optical Image Stabilisation) in om de bewegingsonscherpte optisch te reduceren. (pag. 23) • Selecteer de modus om de bewegingsonscherpte zowel optisch als digitaal te reduceren. (pag. 31) Als wordt weergegeven De ontspanknop half indrukken Druk [Ontspanknop] half in en pas de scherpstelling aan. De scherpstelling en belichting worden automatisch aangepast. Diafragma en sluitertijd worden automatisch ingesteld. Scherpstelkader • Druk op [Ontspanknop] om een foto te maken als het kader groen is. • Pas het kader aan en druk [Ontspanknop] nogmaals half in als het kader rood is. Basisfuncties Bewegingsonscherpte Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op Langz sync of Uit staat ingesteld. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het moeilijker is om de camera stil te houden. • Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 39) • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 40) 24 Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp scherp te stellen: -- er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond • Wanneer u foto's maakt bij weinig licht Schakel de flitser in. (pag. 39) (wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de achtergrond) -- de lichtbron achter het onderwerp is te fel -- het onderwerp glanst -- het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals jaloezieën -- het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het beeld • Wanneer onderwerpen snel bewegen Gebruik de functie Continu of Bew. detectie. (pag. 50) Gebruik de scherpstelvergrendeling Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent op [Ontspanknop] om een foto te maken. Basisfuncties 25 Geavanceerde functies Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te selecteren en hoe u video's of spraakmemo's opneemt. Opnamemodi … …………………………………………… 27 De Smart Auto-modus gebruiken ………………………… De Scènemodus gebruiken … …………………………… De Beautyshot-modus gebruiken ………………………… De kadergids gebruiken …………………………………… De Nachtmodus gebruiken … …………………………… De Dual IS-modus gebruiken ……………………………… De Programmamodus gebruiken … ……………………… Een video opnemen … …………………………………… 27 28 29 30 30 31 32 32 Spraakmemo's opnemen … ……………………………… 34 Een spraakmemo opnemen … …………………………… Een spraakmemo aan een foto toevoegen … …………… 34 34 Opnamemodi Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren. De Smart Auto-modus gebruiken Pictogram In deze modus kiest de camera automatisch camera-instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. Dit is handig als u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse scènes. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Smart Auto. 3 Kadreer het onderwerp. Beschrijving Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen. Alleen beschikbaar wanneer de flitser uitstaat. Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's. Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht. ]. Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht. Verschijnt bij portretfoto's. Verschijnt bij close-upfoto's van objecten. • De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het scherm weergegeven. Verschijnt bij close-upfoto's van tekst. Verschijnt bij foto's van zonsondergangen. Verschijnt bij foto's van heldere luchten. Verschijnt bij foto's van beboste gebieden. Verschijnt bij close-upfoto's van kleurrijke onderwerpen. Verschijnt bij close-upfoto's van mensen. Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje stabiel zijn. Dit is alleen beschikbaar als u foto’s in het donker maakt. Pictogram Verschijnt bij foto's van actief bewegende onderwerpen. Beschrijving Verschijnt bij foto's van landschappen. Verschijnt bij foto's met een heldere witte achtergrond. Geavanceerde functies 27 Opnamemodi 4 Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 5 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. • Als de camera geen scènemodus herkent, wordt weergegeven en worden de standaardinstellingen gebruikt. • Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van het onderwerp en de lichtval. • Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp. • Zelfs als u een statief gebruikt, wordt de modus mogelijk niet herkend, afhankelijk van de bewegingen van het onderwerp. De Scènemodus gebruiken Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Scène → een scène. ]. Beautyshot Kaderlijnen Nacht Portret Kinderen Landschap Close-up Deze modus is geschikt om portretfoto's te maken • Als u de scènemodus wilt wijzigen, drukt u op [ ] en selecteert u Scène → een scène. • Voor de Beautyshotmodus, zie “De Beautyshot-modus gebruiken” op bladzijde 29. • Voor de Kadergidsmodus, zie “De kadergids gebruiken" op pagina 30. • Voor de Nachtmodus, zie “De Nachtmodus gebruiken ” op pagina 30. 3 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Geavanceerde functies 28 Opnamemodi 6 Selecteer Opname → Gezichtretouch. → een optie. De Beautyshot-modus gebruiken Een foto van iemand nemen met opties om onvolkomenheden in het gezicht te verbergen. • Selecteer een hogere instelling om een groter aantal onvolkomenheden te verbergen. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Scène → Beautyshot. 3 Als u de huidtint van het onderwerp lichter wilt laten lijken (alleen het gezicht), drukt u op [ 4 Niveau 3 ]. Selecteer Opname → Gezichtstint → een optie. • Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten lijken. Terug Verpl. 7 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 8 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Niveau 2 De scherpstelafstand wordt op Auto macro ingesteld. Terug 5 Druk op [ Verpl. ] om onvolkomenheden in het gezicht te verbergen. Geavanceerde functies 29 Opnamemodi De kadergids gebruiken De Nachtmodus gebruiken Wanneer u iemand anders een foto van u wilt laten maken, kunt u deze in scène zetten met behulp van de kadergids. De kadergids helpt degene die een foto van u maakt door het gedeelte van de vooraf gekadreerde scène te laten zien. Gebruik de Nachtmodus om een foto te nemen met opties voor nachtelijke opnamen. Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Scène → Kaderlijnen. 3 Kadreer het onderwerp en druk op [Ontspanknop]. • Aan de linker- en rechterkant van het beeld verschijnen doorzichtige lijnen. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Scène → Nacht. 3 Kadreer het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. De belichting in de Nachtmodus aanpassen In de Nachtmodus kunt u door een langere belichtingstijd te gebruiken korte lichtflitsen als gebogen strepen vastleggen. Gebruik een lange sluitertijd om de sluiter lang open te laten staan. Gebruik een hogere diafragmawaarde om overbelichting te voorkomen. Kader annuleren: OK 4 Vraag een andere persoon om een foto te maken. • Deze persoon kan het onderwerp kadreren met behulp van de kaderlijnen en vervolgens op [Ontspanknop] drukken om de foto te maken. 5 Druk op [ ] om de kadergids op te heffen. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Scène → Nacht. ]. 3 Druk op [ Selecteer Opname → Lange sluitert.. 4 Geavanceerde functies 30 Opnamemodi 5 Selecteer de diafragmawaarde of sluitersnelheid. De Dual IS-modus gebruiken U kunt bewegingsonscherpte verminderen en onscherpe foto's vermijden met de functies OIS (Optical Image Stabilisation) en DIS (Digital Image Stabilisation). Diafragmawaarde Sluitertijd Auto Auto Diafragma Terug Verpl. 6 Selecteer een optie. Vóór correctie • Als u Auto selecteert, worden diafragma en sluitertijd automatisch aangepast. 7 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 8 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. Na correctie ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer DUAL IS. 3 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. • De digitale zoomfunctie werkt in deze modus niet. • De foto wordt alleen optisch gecorrigeerd wanneer deze gemaakt wordt bij een lichtbron die helderder is dan TL-licht. • Als het onderwerp snel beweegt, kan de foto onscherp worden. • Schakel de optie OIS in om bewegingsonscherpte in verschillende opnamemodi tegen te gaan. (pag. 23) Geavanceerde functies 31 Opnamemodi De Programmamodus gebruiken Een video opnemen In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen (met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde). Neem video's in high-definition van maximaal 20 minuten op. De video-opname wordt opgeslagen als een H.264-bestand (MPEG-4.AVC). ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Programma. 3 Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie • H.264 (MPEG-4 part 10/AVC) is een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T. • Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname met High Definition-kwaliteit. Stel in dit geval een lagere resolutie in. (pag. 36) • Wanneer de OIS actief is, kan het geluid van de OIS op de video worden opgenomen. “Opnameopties”.) 4 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 5 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Film. ]. 3 Druk op [ 4 Selecteer Film → Framesnelheid → een framesnelheid (het aantal frames per seconde). • Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan, maar wordt het bestand ook groter. 60 fps is alleen beschikbaar bij de videoresolutie 320 x 240. Geavanceerde functies 32 Opnamemodi ]. 5 Druk op [ 6 Selecteer Film → Spraak → een geluidsoptie. Optie Het opnemen onderbreken U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk onderbreken. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes in één video opnemen. Beschrijving Druk op [ ] om tijdens het opnemen te pauzeren. Druk nogmaals om de opname te hervatten. Aan: een video met geluid opnemen. Uit : een video zonder geluid opnemen. Zoom gedempt : Tijdens in-/uitzoomen wordt de geluidsopname onderbroken. 7 Stel naar wens andere opties in. (Voor een lijst met opties, zie “Opnameopties”.) 8 Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten. 9 Druk nogmaals op [Ontspanknop] om de opname te Stop stoppen. Geavanceerde functies 33 Pauze Spraakmemo's opnemen Hier vindt u informatie over hoe u een spraakmemo opneemt die u op elk gewenst moment kunt afspelen. U kunt een spraakmemo aan een foto toevoegen als een korte herinnering aan de opnameomstandigheden. U bereikt de beste geluidskwaliteit als u op 25 cm afstand van de camera opneemt. Een spraakmemo opnemen Een spraakmemo aan een foto toevoegen ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Spraak → Opname. 3 Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Spraak → Memo. 3 Kadreer het onderwerp en maak een foto. • U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen. ] als u de opname wilt onderbreken of hervatten. • Druk op [ • Direct nadat de foto is gemaakt, begint u met het opnemen van een spraakmemo. 4 Neem een korte spraakmemo op (maximaal 10 seconden). • Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo te stoppen. Stop Pauze 4 Druk op [Ontspanknop] om de opname te stoppen. • Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om een nieuwe spraakmemo op te nemen. 5 Druk op [ ] om naar de opnamemodus te gaan. Geavanceerde functies 34 Opnameopties Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen. Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ……… 36 De resolutie selecteren … ……………………… 36 De beeldkwaliteit selecteren … ………………… 36 De timer gebruiken …………………………… 37 Opnamen in het donker maken … ………… 39 Rode ogen voorkomen … ……………………… 39 De flitser gebruiken ……………………………… 39 De ISO-waarde aanpassen … ………………… 40 De scherpstelling aanpassen … …………… 41 Macro gebruiken … …………………………… Autofocus gebruiken …………………………… Meebewegende autofocus gebruiken … ……… Het scherpstelgebied aanpassen … …………… 41 41 42 43 Gezichtsdetectie gebruiken … ……………… 44 Gezichten detecteren …………………………… Een zelfportret maken … ……………………… Een foto van een lachend gezicht maken ……… Knipperende ogen detecteren … ……………… 44 45 45 46 Helderheid en kleur aanpassen ……………… De belichting handmatig aanpassen (EV) … …… Compenseren voor tegenlicht (ACB) …………… De lichtmeetmethode wijzigen … ……………… Een lichtbron selecteren (Witbalans) … ………… 47 47 47 48 48 Serieopname … ……………………………… 50 Uw foto's mooier maken … ………………… 51 Fotostijlen toepassen …………………………… 51 Uw foto's aanpassen …………………………… 52 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de beeldresolutie en -kwaliteit kunt aanpassen. De resolutie selecteren Bij het maken van een video: Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en daardoor groter worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe. ]. 1 Druk in de -modus op [ 2 Selecteer Film → Filmformaat → een optie. Optie Bij het maken van een foto: 1280 X 720 HQ: Bestanden met hoge kwaliteit weergeven op een HDTV. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Fotoformaat → een optie. Optie Beschrijving 640 X 480: Weergeven op een algemene tv. 320 X 240: Op een webpagina plaatsen. Beschrijving 4320 X 3240: Afdrukken op A1-formaat. 4000 X 3000: Afdrukken op A1-formaat. De beeldkwaliteit selecteren 4272 X 2848: Afdrukken op A1-formaat in brede verhouding (3:2). 4224 X 2376: Afdrukken op A2-formaat in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. 3264 X 2448: Afdrukken op A3-formaat. 2592 X 1944: Afdrukken op A4-formaat. 2048 X 1536: Afdrukken op A5-formaat. De foto's die u maakt, worden gecomprimeerd en in JPEGindeling opgeslagen. Een hogere kwaliteit resulteert in grotere bestanden. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Kwalit. → een optie. Optie 1024 X 768: Voor e-mailbijlagen. Beschrijving Superhoog Hoog Normaal Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opnameopties 36 De timer gebruiken Hier vindt u informatie over hoe u de timer instelt om de opname met een vertraging te maken. 1 Druk in de opnamemodus op [ 3 Druk op [Ontspanknop] om de timer te starten. ]. • Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen en de camera maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto. • Druk op [ ] om de timer te annuleren. • Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectie-optie is de timer niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar. Uit 2 Selecteer een optie. Optie Beschrijving Uit: De timer is uitgeschakeld. 10 sec: Over 10 seconden een foto maken. 2 sec: Over 2 seconden een foto maken. Dubbel: Over 10 seconden een foto maken en twee seconden later nog een. Bewegingstimer: Detecteert uw beweging en maakt dan een foto. (pag. 38) Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opnameopties 37 De timer gebruiken 6 Poseer voor de foto terwijl het AF-hulplampje/ De bewegingstimer gebruiken timerlampje knippert. 1 Druk in de opnamemodus op [ ]. 2 Selecteer . 3 Druk op [Ontspanknop]. 4 Zorg dat u binnen 6 seconden nadat u op • Vlak voordat de camera een foto maakt, stopt het AFhulplampje/timerlampje met knipperen. [Ontspanknop] hebt gedrukt voor de camera staat, op maximaal 3 m afstand. 5 Maak een beweging, zoals een armzwaai, om de timer te activeren. • Wanneer de camera u detecteert, begint het AF-hulplampje/ timerlampje snel te knipperen. De bewegingstimer werkt mogelijk niet in de volgende omstandigheden: • u bevindt zich op meer dan 3 m afstand van de camera • uw bewegingen zijn niet opvallend genoeg • er is te veel licht of tegenlicht Het detectiebereik van de bewegingstimer Opnameopties 38 Opnamen in het donker maken Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken. Rode ogen voorkomen De flitser gebruiken Als u in het donker een foto van iemand maakt met gebruik van de flitser, kan er een rode gloed in de ogen van het onderwerp verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Antirode ogen te selecteren. Voor de flitseropties, zie “De flitser gebruiken”. Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben. 1 Druk in de opnamemodus op [ ]. Auto 2 Selecteer een optie. Optie Beschrijving Uit: • De flitser gaat niet af. • De waarschuwing voor bewegingsonscherpte ( ) wordt weergegeven wanneer u bij weinig licht opnamen maakt. Auto: De camera selecteert een geschikte flitsinstelling voor de gedetecteerde scène in de modus . Opnameopties 39 Opnamen in het donker maken Optie Beschrijving • Als u opties voor serie-opname instelt of Knipperen selecteert, zijn er geen flitseropties beschikbaar. • Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de flitser bevindt. (pag. 90) • Als er licht wordt gereflecteerd of er te veel stof in de lucht is, kunnen er kleine spikkels op de foto zichtbaar zijn. Anti-rode ogen*: • De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. • De camera corrigeert rode ogen door middel van geavanceerde softwarematige analyse van de opname. Langz sync: • De flitser gaat af en de sluiter blijft langer open. • Selecteer deze optie wanneer u het omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te maken. • Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. De ISO-waarde aanpassen Invulflits: • De flitser gaat altijd af. • De lichtintensiteit wordt automatisch bijgesteld. De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere ISOwaarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken. Rode ogen*: • De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. • De camera gaat rode ogen tegen. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → ISO → een optie. • Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval. Auto: De flitser gaat automatisch af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. • Hoe hoger de ISO-waarde, des te meer beeldruis kan er optreden. • Wanneer Bewegingsopname is ingesteld, wordt de ISO-waarde ingesteld op Auto. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. * Er zit een korte tijd tussen twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is afgegaan. Opnameopties 40 De scherpstelling aanpassen Hier vindt u informatie over hoe u de manier waarop de camera scherpstelt voor diverse onderwerpen kunt aanpassen. Macro gebruiken Autofocus gebruiken Gebruik macro om close-upfoto's te maken van onderwerpen zoals bloemen en insecten. Voor de macro-opties, zie “Autofocus gebruiken”. Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die bij de afstand tot het onderwerp past. 1 Druk in de opnamemodus op [ ]. Normaal (AF) 2 Selecteer een optie. Optie Beschrijving Normaal (AF): Scherpstellen op een onderwerp op meer dan 80 cm afstand (meer dan 150 cm bij het gebruik van de zoomfunctie). • Probeer de camera heel stil te houden, om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. • Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm bedraagt. Macro: Scherpstellen op een onderwerp op 5 cm - 80 cm afstand (70 cm - 150 cm bij het gebruik van de zoomfunctie). Auto macro: Scherpstellen op een onderwerp op meer dan 5 cm afstand (meer dan 70 cm bij het gebruik van de zoomfunctie). Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opnameopties 41 De scherpstelling aanpassen Meebewegende autofocus gebruiken • Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken: -- het onderwerp is te klein of verplaatst zich vaak -- er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats -- kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond overeen -- de camera trilt enorm In deze gevallen ziet het scherpstelkader eruit als een kader met één witte lijn. • Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen onderwerp opnieuw selecteren. • Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het scherpstelkader een kader met één rode lijn. • Als u deze functie niet kunt gebruiken, is het niet mogelijk om de opties voor gezichtsdetectie en fotostijlen in te stellen. Met Tracking AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Scherpstelgebied → Tracking AF. 3 Stel scherp op het onderwerp dat u wilt volgen en druk op [ ]. • Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het onderwerp volgt als u de camera beweegt. Tracking AF • Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt. • Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. Opnameopties 42 De scherpstelling aanpassen Het scherpstelgebied aanpassen U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de locatie van het onderwerp in de scène. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Scherpstelgebied → een optie. Optie Beschrijving Centrum AF: Scherpstelling op het midden (geschikt voor onderwerpen in het midden van het beeld). Multi AF: Scherpstelling op een of meer van de 9 mogelijke gebieden. Tracking AF: Stel scherp op en beweeg mee met het onderwerp. (pag. 42) Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opnameopties 43 Gezichtsdetectie gebruiken Wanneer u de gezichtsdetectiefunctie gebruikt, herkent de camera automatisch gezichten van mensen. Wanneer u op een gezicht scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Maak snel en eenvoudig foto's met Knipperen om gesloten ogen op de foto te voorkomen en Smile shot om een lachend gezicht vast te leggen. • In sommige scènes is gezichtsdetectie niet beschikbaar. • Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief: -- het onderwerp bevindt zich te ver van de camera af (het scherpstelkader kleurt bij Smile shot en Knipperen oranje) -- het is te licht of te donker -- het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera -- het onderwerp draagt een zonnebril of een masker -- het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk -- de gezichtsuitdrukking van het onderwerp wijzigt drastisch • Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij het gebruik van een fotostijl, een beeldaanpassingsoptie of als Tracking AF wordt gebruikt. • Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij gebruik van digitale zoom. • Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectie-optie is de timer niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar. • Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn bepaalde opties voor reeksopnamen niet beschikbaar. Gezichten detecteren De camera detecteert automatisch menselijke gezichten (maximaal 10 gezichten). ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Gezichtsdetectie → Normaal. • Het dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader gevangen, de andere gezichten in grijze kaders. • Hoe dichter u bij het onderwerp bent, des te sneller detecteert de camera gezichten. Opnameopties 44 Gezichtsdetectie gebruiken Een zelfportret maken Een foto van een lachend gezicht maken U kunt foto's van uzelf maken. De scherpstelafstand wordt op close-up ingesteld en de camera laat een piepsignaal horen. De camera maakt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Gezichtsdetectie → Zelfportret. 3 Wanneer u een piep hoort, drukt u op [Sluiter]. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Gezichtsdetectie → Smile shot. Opnameopties • De camera herkent de lach eerder wanneer het onderwerp breeduit lacht. 45 Gezichtsdetectie gebruiken Knipperende ogen detecteren Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch 2 foto's na elkaar gemaakt. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Gezichtsdetectie → Knipperen. • Houd de camera stil terwijl “Bezig met vastleggen” op het scherm wordt weergegeven. • Als de knipperdetectie niet heeft gewerkt, wordt de melding “Foto gemaakt met gesloten ogen” weergegeven. Neem in dat geval nog een foto. Opnameopties 46 Helderheid en kleur aanpassen Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken. De belichting handmatig aanpassen (EV) Compenseren voor tegenlicht (ACB) Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te krijgen. Donkerder (-) Neutraal 0) Helderder (+) Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er een groot contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond, komt het onderwerp waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in dat geval de optie Auto Contrast Balance (ACB) in. Zonder ACB ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ Selecteer Opname → EV. 2 3 Selecteer een waarde om de belichting aan te passen. Met ACB ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → ACB → een optie. Optie Opnameopties Beschrijving Uit: ACB is uitgeschakeld • Nadat u de belichting hebt aangepast, blijft deze instelling van kracht. Mogelijk moet dit later weer worden bijgesteld om onder- of overbelichting te voorkomen. • Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u AEB (Auto Exposure Bracket). De camera maakt dan een reeks foto's met verschillende belichtingen: normaal, onderbelicht en overbelicht. (pag. 50) Aan: ACB is ingeschakeld • U kunt opties voor reeksopnamen instellen wanneer deze functie is ingeschakeld. 47 Helderheid en kleur aanpassen De lichtmeetmethode wijzigen Een lichtbron selecteren (Witbalans) De lichtmeetmethode is de manier waarop de camera de hoeveelheid opvallend licht meet. De helderheid en belichting van de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode. De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de kwaliteit daarvan. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren hebben, selecteert u een passende lichtomstandigheid om de witbalans mee te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → L.meting → een optie. Optie Beschrijving Multi: • De camera verdeelt het beeld onder in diverse gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied. • Geschikt voor algemene foto's. (Auto witbalans) (Daglicht) Spot: • De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste midden van het kader. • Als een onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden. • Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht. Centr. gewogen: • De camera bepaalt een gemiddelde voor de lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk op het midden. • Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het midden van het beeld bevindt. Opnameopties (Bewolkt) 48 (Kunstlicht) Helderheid en kleur aanpassen ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Witbalans → een optie. Pictogram Uw eigen witbalansinstelling configureren Beschrijving Auto witbalans: Gebruik automatische instellingen op basis van de lichtomstandigheden. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Witbalans → Aangep. instelling. 3 Richt de lens op een wit stuk papier. Daglicht: Selecteer deze optie voor buitenfoto's op een zonnige dag. Bewolkt: Selecteer deze optie voor buitenfoto's op een bewolkte dag of in de schaduw. TL-licht H: Selecteer deze optie voor foto's bij daglichtlampen of drie-wegfluorescentielampen. TL-licht L: Selecteer deze optie voor foto's bij wit TL-licht. Kunstlicht: Selecteer deze optie wanneer u binnenfoto's maakt bij licht van gloeilampen of halogeenlampen. 4 Druk op [Ontspanknop]. Aangep. instelling: Hiermee gebruikt u uw eigen, vooraf geconfigureerde instellingen. Opnameopties 49 Serieopname Het kan soms moeilijk zijn om foto's van snelbewegende onderwerpen te maken en om de natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen op de foto vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serieopname. Optie Beschrijving AEB: • Maak 3 foto's met een verschillende belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. • Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Snelheid → een optie. Optie • U kunt de flitser, de timer en ACB alleen gebruiken wanneer u 1 opname selecteert. • Als u Bewegingsopname selecteert, wordt de resolutie ingesteld op VGA en de ISO-instelling op Auto gezet. • Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn bepaalde opties voor reeksopnamen niet beschikbaar. Beschrijving 1 opname: Eén foto maken. Continu: • Terwijl u [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera achter elkaar foto's maken. • Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de capaciteit van de geheugenkaart. Bewegingsopname: • Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, maakt de camera VGA-foto's (5 foto's per seconde, met een maximum van 30 foto's). Opnameopties 50 Uw foto's mooier maken Hier vindt u informatie over hoe u uw foto's mooier kunt maken door fotostijlen en -tinten toe te passen en door aanpassingen te doen. Fotostijlen toepassen Uw eigen RGB-tint definiëren Pas verschillende stijlen op uw foto's toe, zoals Zacht, Helder en Bos. Zacht Helder ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Fotostijlkeuze → Aangep. RGB. 3 Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw). Bos ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Fotostijlkeuze → een optie. • Selecteer Aangep. RGB om uw eigen RGB-tint te definiëren. • Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor gezichtsdetectie en beeldaanpassingsopties in te stellen. Terug Verpl. 4 Pas de hoeveelheid van de geselecteerde kleur aan. (-: minder of +: meer) Opnameopties 51 Uw foto's mooier maken Uw foto's aanpassen Kleurverzadigingsoptie Pas het contrast, de scherpte en de kleurverzadiging van uw foto's aan. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Opname → Beeld aanpassen. 3 Selecteer een aanpassingsoptie. 4 Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel aan te passen. Beschrijving - Verminder kleuren en helderheid. + Verhoog kleuren en helderheid. Scherpteoptie Verminder de kleurverzadiging. + Verhoog de kleurverzadiging. • Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken). • Als Beeld aanpassen is ingesteld is de functie Fotostylerkeuze niet beschikbaar. • Contrast • Scherpte • Kleurverz. Contrastoptie Beschrijving - Beschrijving - Verzacht randen in de foto (geschikt voor fotobewerking op de computer). + Verscherp randen om de foto duidelijker te maken. Hierdoor kan ook de beeldruis in de foto's toenemen. Opnameopties 52 Afspelen/bewerken Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter of televisie aansluit. Weergeven … ………………………………… 54 De weergavemodus starten … ………………… Foto's weergeven … …………………………… Een video afspelen ……………………………… Spraakmemo's afspelen … …………………… 54 58 59 60 Foto's bewerken ……………………………… 62 Foto's in grootte aanpassen … ………………… Een foto draaien ………………………………… Fotostijlen toepassen …………………………… Belichtingsproblemen corrigeren … …………… Een afdrukbestelling maken (DPOF) … ………… 62 62 63 64 65 Bestanden op een tv weergeven … ………… 66 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) ……………………………………… 67 Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio … ………………………………… 69 Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten … ……… 71 De camera loskoppelen (Windows XP) ………… 72 Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) … ………………………………… 73 Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) … ………………………………… 74 Weergeven Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u bestanden beheert. De weergavemodus starten Het scherm in de weergavemodus Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de camera zijn opgeslagen. 1 Druk op [ ]. • Het laatste bestand dat u hebt gemaakt of opgenomen wordt weergegeven. • Als de camera is uitgeschakeld, schakelt u deze in. 2 Druk op [ ] of [ Informatie ] om door de bestanden te bladeren. • Houd de knop ingedrukt om snel door de bestanden te bladeren. Pictogram Beschrijving Foto heeft een spraakmemo • Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de geheugenkaart. • Bestanden die te groot zijn of die met een camera van een ander fabrikant zijn gemaakt, kunnen niet goed door de camera worden weergegeven. Videobestand Afdrukbestelling ingesteld (DPOF) Beschermd bestand Mapnaam – Bestandsnaam Afspelen/bewerken 54 Weergeven Bestanden op categorie bekijken in Smart Album Bekijk en beheer bestanden op categorie, zoals datum, week of bestandstype. 1 Draai in de Weergavemodus de [Zoomknop] naar links. ]. 2 Druk op [ 3 Selecteer een categorie. 4 Druk op [ 5 Druk op [ weergave. Type Datum Kleur Week Terug Instellen Optie Beschrijving Type Geef bestanden gesorteerd op bestandstype weer. Datum Geef bestanden op volgorde van de opslagdatum weer. Kleur Geef bestanden gesorteerd op de dominante kleur in het beeld weer. Week Geef bestanden weer op volgorde van de weekdag waarop ze zijn opgeslagen. ] of [ ] om door de bestanden te bladeren. • Houd de knop ingedrukt om snel door de bestanden te bladeren. Het kan enige tijd duren voordat Smart Album op de camera is geopend of de categorie is gewijzigd en de bestanden opnieuw zijn geordend. Afspelen/bewerken 55 ] om terug te gaan naar de normale Weergeven Bestanden als miniatuur weergeven Bestanden beveiligen Blader vlug door miniaturen van bestanden heen. Draai in de weergavemodus de [Zoomknop] naar links om 9 of 20 miniaturen weer te geven (draai de [Zoomknop] naar rechts om naar de vorige modus terug te keren). Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden gewist. ]. 1 Druk in de weergavemodus op [ 2 Selecteer Bestandopties → Beveiligen → Select.. • Als u alle bestanden wilt beveiligen, selecteert u Alles → Vergrendel. 3 Selecteer het bestand dat u wilt beveiligen en druk op [ ]. • Druk nogmaals op [ ] om uw selectie op te heffen. Filter Functie Actie Door bestanden scrollen Druk op [ Bestanden wissen Druk op [ ], [ ], [ ] of [ ]. ] en selecteer Ja. Select. 4 Druk op [ Afspelen/bewerken 56 Instellen ]. Weergeven Bestanden naar de geheugenkaart kopiëren Bestanden wissen Wis afzonderlijke bestanden of alle bestanden tegelijk. Beveiligde bestanden kunnen niet worden gewist. ]. 1 Druk in de weergavemodus op [ 2 Selecteer Bestandopties → Kopie. 3 Selecteer Ja om bestanden te kopiëren. Afzonderlijke bestanden wissen: 1 Selecteer een bestand in de weergavemodus en druk op [ U kunt bestanden van het interne geheugen naar een geheugenkaart kopiëren. ]. 2 Selecteer Ja om het bestand te wissen. Meerdere bestanden tegelijk wissen: 1 Druk in de weergavemodus op [ ]. 2 Selecteer Meer wissen. 3 Selecteer de bestanden die u wilt wissen en druk op [ • Druk nogmaals op [ ]. ] om uw selectie op te heffen. 4 Druk op [ ]. 5 Selecteer Ja. Alle bestanden wissen: ]. 1 Druk in de weergavemodus op [ 2 Selecteer Bestandopties → Wissen → Alles → Ja. Afspelen/bewerken 57 Weergeven Foto's weergeven Een diavoorstelling starten Inzoomen op een deel van een foto of foto's als diavoorstelling bekijken. Een foto vergroten Draai in de weergavemodus de [Zoomknop] naar rechts om een foto te vergroten (draai de [Zoomknop] naar links om een foto te verkleinen). U kunt de diavoorstelling van geluid en effecten voorzien. ]. 1 Druk in de weergavemodus op [ 2 Selecteer Diashow. 3 Selecteer een effect voor de diavoorstelling. Boven aan het scherm worden het vergrote gedeelte en de zoomverhouding weergegeven. De maximale zoomverhouding kan per resolutie verschillen. Bijsnijden Functie Actie Het vergrote gebied verplaatsen Druk op [ De vergrote foto bijsnijden Druk op [ ] (de foto wordt opgeslagen als een nieuw bestand). ], [ ], [ ] of [ • Ga naar stap 5 als u een diavoorstelling zonder effect wilt. Optie Beschrijving Foto's Kies de foto's die u in een diavoorstelling wilt weergeven. • Alles: Alle foto's in een diavoorstelling weergeven. • Datum: Alle foto's van een specifieke datum in een diavoorstelling weergeven. • Select.: Geselecteerde foto's in een diavoorstelling weergeven. Interval • Het interval tussen foto's instellen. • Dit is alleen mogelijk als Uit is geselecteerd in het menu Effect. Muziek Achtergrondmuziek selecteren. Effect • Selecteer een overgangseffect. • Selecteer Uit als u geen effect wilt. ]. Afspelen/bewerken 58 Weergeven 4 Stel het effect voor de diavertoning in. 5 Selecteer Starten → Afspelen. Een video afspelen U kunt video's afspelen, afzonderlijke beelden uit video's opslaan en video's bijsnijden. • Selecteer Herhalen om de diavoorstelling continu af te spelen. • Druk op [ ] om de diavoorstelling te pauzeren of te hervatten. 1 Selecteer in de weergavemodus een video en druk op [ ]. Als u de diavertoning wilt stoppen en terug wilt naar de Weergavemodus, ] en vervolgens op [ ] of [ ]. drukt u op [ Pauze 2 Gebruik de volgende knoppen voor de bediening: Druk op Functie [ Terugspoelen ] [ [ ] ] Het afspelen onderbreken of hervatten Vooruitspoelen [Zoomknop] naar links Het volume regelen of rechts Afspelen/bewerken 59 Weergeven Spraakmemo's afspelen Een video tijdens het afspelen bijsnijden 1 Druk op [ ] op het punt waar u de videoclip wilt laten beginnen en draai de [Zoomknop] naar rechts. 2 Druk op [ 3 Druk op [ ] om het afspelen te hervatten. ] op het punt waar u de videoclip wilt laten eindigen en draai de [Zoomknop] naar rechts. Een spraakmemo afspelen 1 Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo en druk op [ 2 Gebruik de volgende knoppen voor de bediening: 4 Selecteer Ja. • De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn. • De bewerkte video wordt als nieuw bestand opgeslagen. Druk op Functie [ Terugspoelen [ ] Het afspelen onderbreken of hervatten [ ] Vooruitspoelen [ ] Het afspelen stoppen ] op het punt waarop u een foto wilt opslaan. 2 Druk op [ ] [Zoomknop] naar links Het volume regelen of rechts Een beeld vastleggen tijdens het afspelen 1 Druk op [ ]. ]. Afzonderlijke beelden die worden bewaard hebben dezelfde grootte als het oorspronkelijke videobestand en worden als een nieuw bestand opgeslagen. Afspelen/bewerken 60 Weergeven Een spraakmemo aan een foto toevoegen 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [ ]. 2 Selecteer Bestandopties → Spraakmemo → Aan. 3 Druk op [Ontspanknop] om een korte spraakmemo op te nemen (maximaal 10 seconden). • Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo te stoppen. U kunt geen spraakmemo toevoegen aan beschermde bestanden. Een aan een foto toegevoegde spraakmemo afspelen Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo met een spraakmemo en druk op [ ]. • Druk op [ ] als u het afspelen wilt onderbreken of hervatten. Afspelen/bewerken 61 Foto's bewerken Bewerk foto's door ze te draaien, in grootte aan te passen, rode ogen te verwijderen en de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aan te passen. Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen. Foto's in grootte aanpassen Een foto draaien 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op 2 Selecteer Wijzigen → Res.wijz → een optie. 2 Selecteer Wijzigen → Draaien → een optie. [ ]. • Selecteer om de foto als beginafbeelding op te slaan. [ ]. (pag. 77) Rechts 90 gr. 2048 x 1536 Terug Terug Verpl. De beschikbare opties verschillen, afhankelijk van de grootte van de geselecteerde foto. Afspelen/bewerken 62 Verpl. Foto's bewerken Fotostijlen toepassen Uw eigen RGB-tint definiëren Pas verschillende stijlen op de foto toe, zoals Zacht, Helder en Bos. 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [ ]. 2 Selecteer Wijzigen → Fotostijlkeuze → Aangep. RGB. 3 Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw). Zacht Helder Bos 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [ ]. 2 Selecteer Wijzigen → Fotostijlkeuze → een optie. Terug • Selecteer Aangep. RGB om uw eigen RGB-tint te definiëren. Verpl. 4 Pas de hoeveelheid van de geselecteerde kleur aan. (-: minder of +: meer) Zacht Terug Verpl. Afspelen/bewerken 63 Foto's bewerken Belichtingsproblemen corrigeren 2 Selecteer Wijzigen → Beeld aanpassen → U kunt ACB (automatische contrastbalans), helderheid, contrast en kleurverzadiging aanpassen, rode ogen wegwerken, onvolkomenheden in het gezicht verbergen of ruis toevoegen aan de foto. 3 Selecteer een niveau. ACB (automatische contrastbalans) aanpassen 2 • Het gezicht wordt egaler naarmate u het getal verhoogt. Helderheid/contrast/kleurverzadiging aanpassen 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [ Gezichtretouch.. ]. 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [ Selecteer Wijzigen → Beeld aanpassen → ACB. 2 Selecteer Wijzigen → Beeld aanpassen. 3 Selecteer een aanpassingsoptie. Rode ogen verwijderen • • • 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [ ]. aan te passen. (-: minder of +: meer) Anti-rode ogen. Ruis aan de foto toevoegen Onvolmaaktheden in het gezicht verbergen 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op ]. : Helderheid : Contrast : Kleurverz. 4 Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel 2 Selecteer Wijzigen → Beeld aanpassen → [ ]. 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [ ]. 2 Selecteer Wijzigen → Beeld aanpassen → Ruis toevoegen. Afspelen/bewerken 64 Foto's bewerken Een afdrukbestelling maken (DPOF) Selecteer foto's om af te drukken en stel opties in zoals het aantal afdrukken en het papierformaat. ]. 4 Druk op [ 5 Selecteer Bestandopties → DPOF → Formaat → een optie. • De geheugenkaart kan naar een printshop die DPOF (Digital Print Order Format) ondersteunt worden gebracht, maar u kunt ook uw foto's thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken. • Brede foto's worden mogelijk met verlies van de linker- en rechterkant afgedrukt, dus houd rekening met de afmetingen van de foto's. • Voor de foto's in het interne geheugen kunt u geen DPOF gebruiken. ]. 1 Druk in de weergavemodus op [ 2 Selecteer Bestandopties → DPOF → Standaard → Beschrijving Select. De geselecteerde foto's afdrukken. Alles Alle foto's afdrukken. Reset De instellingen terugzetten. Beschrijving Select. Het afdrukformaat van de geselecteerde foto opgeven. Alles Het afdrukformaat van alle foto's opgeven. Reset De instellingen terugzetten. 6 Als u Select., selecteert, bladert u naar een foto en draait u de [Zoomknop] naar links of rechts om het afdrukformaat te selecteren. Herhaal dit voor de gewenste foto's en druk op [ ]. een optie. Optie Optie • Als u Alles selecteert, drukt u op [ ] of [ ] om het afdrukformaat te selecteren en drukt u op [ ]. Foto's afdrukken als miniaturen 3 Als u Select., selecteert, bladert u naar een foto en draait u de [Zoomknop] naar links of rechts om het aantal exemplaren te selecteren. Herhaal dit voor de gewenste foto's en druk op [ ]. ]. 1 Druk in de weergavemodus op [ 2 Selecteer Bestandopties → DPOF → Index → Ja. Als u het afdrukformaat opgeeft, kunt u alleen foto's afdrukken met DPOF 1.1-compatibele printers. • Als u Alles selecteert, drukt u op [ ] of [ ] om het aantal exemplaren te selecteren en drukt u op [ ]. Afspelen/bewerken 65 Bestanden op een tv weergeven Geef foto's en video's weer door de camera met behulp van de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten. ]. 1 Druk in de opname- of weergavemodus op [ 2 Selecteer Instellingen → Video. 3 Selecteer een video-uitgang voor uw land of regio. 4 Schakel de camera en de televisie uit. 5 Sluit de camera met behulp van de A/V-kabel op de • Bij bepaalde televisies kan er digitale ruis optreden of kan het gebeuren dat het beeld niet geheel wordt weergegeven. • Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven. • Terwijl de camera op de televisie is aangesloten, kunt u gewoon foto's en video's maken. televisie aan. Video Audio 6 Schakel de televisie in en selecteer de videouitvoermodus met de afstandsbediening van de televisie. 7 Schakel de camera in en druk op [ ]. 8 Bekijk foto's of speel video's af met behulp van de knoppen op de camera. Afspelen/bewerken 66 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) U kunt bestanden overbrengen door de camera op een pc aan tesluiten. Vereisten voor Intelli-studio Onderdeel Vereisten Processor Intel Pentium 4, 3,2 GHz of hoger/ AMD AthlonTM FX 2,6 GHz of hoger RAM Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen) Besturingssysteem Windows XP SP2/Vista/7 Schijfruimte 250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen) Overig • Cd-romstation • nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ATI X1600 series of hoger • 1024 x 768 pixels, monitor met ondersteuning voor 16-bits kleuren (1280 x 1024 pixels, ondersteuning voor 32-bits kleuren aanbevolen) • USB-poort, Microsoft DirectX 9.0c of nieuwer • Het is mogelijk dat Intelli-studio op bepaalde computers niet naar behoren werkt, ook niet als de computer in kwestie aan de vereisten voldoet. • Als uw computer niet aan de vereisten voldoet, worden video’s mogelijk niet naar behoren afgespeeld of duurt het langer om video’s te bewerken. • Installeer DirectX 9.0c of een nieuwere versie alvorens het programma te gebruiken. • U moet Windows XP/Vista/7 of Mac OS 10.4 of hogere versies gebruiken om de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten. Het gebruik van een zelfgemonteerde pc of een niet-ondersteunde pc en besturingssysteem kan tot gevolg hebben dat uw garantie vervalt. * De programma’s werken mogelijk niet goed onder de 64-bits versies van Windows XP, Vista en 7. Afspelen/bewerken 67 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) Intelli-studio installeren 1 Plaats de installatie-cd in een compatibel cd-romstation. 2 Wanneer het installatiescherm wordt weergegeven, klikt u op Samsung Digital Camera Installer om de installatie te starten. 3 Selecteer de programma's die u wilt installeren en volg de aanwijzingen op het scherm. 4 Klik op Exit om de installatie te voltooien en start de computer opnieuw op. Afspelen/bewerken 68 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) 2 Schakel de camera in. Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio • De camera wordt automatisch herkend. Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-upvenster. Selecteer Computer. 1 Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (▲) op de camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. 3 Selecteer een map op de computer waarin u de bestanden wilt opslaan. • Als de camera geen nieuwe bestanden bevat, zal het pop-upvenster voor het opslaan van nieuwe bestanden niet verschijnen. 4 Selecteer Ja. • Nieuwe bestanden worden automatisch naar de computer overgebracht. Terwijl de camera met de USB-kabel op de computer is aangesloten, wordt de batterij opgeladen. Afspelen/bewerken 69 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) Intelli-studio gebruiken Met Intelli-studio kunt u bestanden afspelen en bewerken. U kunt er ook bestanden mee uploaden naar websites zoals Flickr of YouTube. Selecteer Help → Help in het programma voor meer informatie. • Als u Intelli-studio op de computer installeert, start het programma sneller. Om het programma te installeren, selecteert u Tool → Install Intelli-studio on PC. • Bestanden kunnen niet in de camera worden bewerkt. Breng bestanden naar een map op de computer over om ze te bewerken. • Bestanden op de computer kunnen niet naar de camera worden gekopieerd. • Intelli-studio ondersteunt de volgende bestandstypen: -- Video’s: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG) -- Foto’s: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF 1 2 3 4 5 15 6 14 7 13 8 9 12 10 11 Afspelen/bewerken 70 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) 1 Hiermee opent u menu's Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten 2 Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map weer U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf. 3 Naar de Fotobewerkingsmodus gaan 4 Naar de Videobewerkingsmodus gaan 1 Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. 5 Hiermee gaat u naar de modus Sharing om foto's te delen (u kunt bestanden per e-mail versturen of naar websites zoals Flickr en YouTube uploaden.) 6 Hiermee vergroot of verkleint u de miniaturen in de lijst 7 Een bestandstype selecteren 8 Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op de computer weer 9 Bestanden van de aangesloten camera weergeven of verbergen Pictogram Beschrijving 10 Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op de camera weer 11 Bestanden als miniaturen, in Smart Album of op een kaart weergeven 12 Hiermee bladert u door de mappen op het aangesloten apparaat 13 Hiermee bladert u door mappen op de computer 14 Naar de vorige of volgende pagina gaan 15 Bestanden afdrukken, bestanden op een kaart weergeven, bestanden opslaan in Mijn map of gezichten registreren Afspelen/bewerken Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (▲) op de camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. 71 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) 2 Schakel de camera in. De camera loskoppelen (Windows XP) • De camera wordt automatisch herkend. Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-upvenster. Selecteer Computer. De USB-kabel wordt onder Windows Vista/7 op soortgelijke wijze losgekoppeld. 1 Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot het knipperen ophoudt. 3 Selecteer op de computer Deze computer → 2 Klik op Verwisselbare schijf → DCIM → 100PHOTO. op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de computer. 4 Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de computer of sla ze daar op. 3 Klik op het pop-upbericht. 4 Verwijder de USB-kabel. De camera kan niet veilig worden verwijderd zolang Intelli-studio actief is. Sluit het programma af alvorens de camera los te koppelen. Afspelen/bewerken 72 Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) Wanneer u de camera op een Apple Macintosh-computer aansluit, wordt de camera automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren. Mac OS 10.4 of hoger wordt ondersteund. 1 Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintoshcomputer aan. 2 Schakel de camera in. • De computer herkent de camera automatisch en geeft op het beeldscherm een pictogram van een verwisselbare schijf weer. Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (▲) op de camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-upvenster. Selecteer Computer. 3 Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf. 4 Breng foto’s of video’s naar de computer over. Afspelen/bewerken 73 Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) Druk foto's op een PictBridge-compatibele printer af door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten. ]. 1 Druk in de opnamemodus op [ 2 Selecteer Instellingen → USB. 3 Selecteer Printer. 4 Schakel de printer in en sluit de camera er met een Afdrukopties instellen USB-kabel op aan. Foto's : Eén Formaat : Auto Lay-out : Auto Type : Auto Kwalit. : Auto Afsl. Optie Printen Beschrijving Foto's: kiezen of alleen de huidige foto dan wel alle foto's moeten worden afgedrukt. Formaat: geef de afdrukgrootte op. 5 Schakel de camera in. Lay-out: maak indexprints. • De camera wordt automatisch herkend door de printer. 6 Druk op [ ] of [ Type: selecteer de papiersoort. ] om een foto te selecteren. Kwalit.: stel de afdrukkwaliteit in. • Druk op [ ] om afdrukopties in te stellen. Zie “Afdrukopties instellen”. 7 Druk op [ Datum: stel in dat de datum wordt afgedrukt. Best.naam: stel in dat de bestandsnaam wordt afgedrukt. ] om af te drukken. • Het afdrukken begint. Druk op [ annuleren. Reset: stel de afdrukopties op de beginwaarden terug. ] om het afdrukken te Bepaalde opties worden niet door alle printers ondersteund. Afspelen/bewerken 74 Aanvullende informatie Hier vindt u informatie over instellingen en foutmeldingen, alsmede specificaties en onderhoudstips. Camera-instellingenmenu ………………………………… 76 Het instellingenmenu openen ……………………………… Geluid … ………………………………………………… Display … ………………………………………………… Instellingen ………………………………………………… 76 77 77 78 Foutmeldingen ……………………………………………… 81 Onderhoud van de camera … …………………………… 82 De camera reinigen … …………………………………… Geheugenkaarten … ……………………………………… De batterij … ……………………………………………… 82 83 84 Voordat u contact opneemt met een servicecenter … … 87 Cameraspecificaties … …………………………………… 90 Index ………………………………………………………… 95 Camera-instellingenmenu Hier vindt u informatie over de verschillende instellingen die u op de camera kunt doen. 3 Selecteer een optie en sla de instellingen op. Het instellingenmenu openen 1 Druk in de opname- of weergavemodus op [ 2 Selecteer een menu. Opname Geluid Display Instellingen ]. Volume Begingeluid Sl.toon Piepjes AF-geluid Volume Begingeluid Sl.toon Piepjes AF-geluid Terug 4 Druk op [ keren. Afsl. Menu Wijzigen Beschrijving Geluid: hier stelt u de geluiden van de camera en het volume in. (pag. 77) Display: Hier past u de scherminstellingen aan, zoals startafbeelding en helderheid. (pag. 77) Instellingen: hier wijzigt u de instellingen voor het camerasysteem, zoals geheugenformaat, standaardbestandsnaam en de USB-modus. (pag. 78) Aanvullende informatie 76 Uit Laag Middel Hoog Instellen ] om naar het vorige scherm terug te Camera-instellingenmenu Display Geluid * Standaard * Standaard Onderdeel Beschrijving Onderdeel Beschrijving Volume Hiermee past u het volume van alle geluiden aan. (Uit, Laag, Middel*, Hoog) Functiebeschrijving Een korte beschrijving van een optie of menu weergeven. (Uit, Aan*) Begingeluid Hier selecteert u een geluidssignaal voor het inschakelen van de camera. (Uit*, 1, 2, 3) Sl.toon Hier selecteert u een geluid voor het indrukken van de ontspanknop. (Uit, 1*, 2, 3) Piepjes Kiezen welk geluid bij het indrukken van knoppen of het wisselen van modi wordt geproduceerd. (Uit, 1*, 2, 3) AF-geluid Hier stelt u in of er een geluid klinkt bij het half indrukken van de ontspanknop. (Uit, Aan*) Beginafbeelding Een afbeelding instellen die wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld. • Uit*: Er wordt geen afbeelding weergegeven. • Logo: Er wordt een standaardafbeelding uit het interne geheugen weergegeven. • Gebr.afb: Een afbeelding naar keuze weergeven. (pag. 62) • Er wordt slechts één beginafbeelding in het interne geheugen opgeslagen. • Als u een nieuwe foto selecteert of de camera reset, wordt de huidige beginafbeelding gewist. De helderheid van het scherm aanpassen. (Auto*, Donker, Normaal, Licht) Helderh. scherm Snel tonen Aanvullende informatie 77 Normaal staat voor de weergavemodus vast, zelfs als Auto is geselecteerd. Hier stelt u de weergaveduur voor een gemaakte foto in, voordat naar de opnamemodus wordt teruggekeerd. (Uit, 0,5 sec *, 1 sec , 3 sec ) Camera-instellingenmenu * Standaard Onderdeel Spaarstand Beschrijving Instellingen * Standaard Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt de camera automatisch over op de energiespaarstand (druk op een knop om deze modus weer te deactiveren). (Uit*, Aan) Als de Spaarstand is uitgeschakeld, gaat, als u langer dan ongeveer 30 seconden geen handelingen verricht, de verlichting van het hoofdscherm uit om de levensduur van de batterij te verlengen. Onderdeel Beschrijving Het interne geheugen en de geheugenkaart formatteren (alle bestanden, ook beschermde, worden gewist). (Ja, Nee) Formatt.. Geheugenkaarten die in een camera van een andere fabrikant of in een geheugenkaartlezer zijn gebruikt, of die met een computer zijn geformatteerd, kunnen door de camera mogelijk niet correct worden gelezen. Formatteer dergelijke kaarten in de camera alvorens ze te gebruiken. Reset Menu's en opnameopties op de beginwaarden instellen (instellingen voor datum en tijd, taal en video-uitvoer worden niet gereset). (Ja, Nee) Language Een taal selecteren voor de schermtekst. Tijdzone Een regio selecteren en zomer-wintertijd instellen. Datum/tijd aanpassen Stel de datum en tijd in. Datumtype Een datumnotatie selecteren. (Uit*, dd/mm/jjjj, mm/dd/jjjj, jjjj/mm/dd) Aanvullende informatie 78 Camera-instellingenmenu * Standaard Onderdeel Beschrijving De naamgeving van bestanden instellen. • Op nul: instellen dat de bestandsnummering weer bij 0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden gewist. • Serie*: instellen dat de bestandsnummering doorloopt wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden gewist. Bestandsnr. * Standaard Onderdeel • De standaardnaam van de eerste map is 100PHOTO en de standaardnaam van het eerste bestand is SAM_0001. • Het bestandsnummer wordt steeds met een opgehoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999. • Het mapnummer wordt steeds met een opgehoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO. • Het maximumaantal bestanden dat in een map kan worden opgeslagen, is 9999. • De camera definieert bestandsnamen volgens de Digital rule for Camera File system-norm (DCF). Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze bestanden mogelijk niet meer weergeven. Beschrijving Instellen of de datum en tijd op de foto's worden afgedrukt. (Uit*, Datum, Datum/tijd) Afdruk • De datum en tijd worden in de rechteronderhoek geel weergegeven. • Bij bepaalde printermodellen worden de datum en tijd niet afgedrukt. Instellen dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld wanneer u deze niet gebruikt. (Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min) Automatisch uit AF-lamp Aanvullende informatie 79 • Bij vervanging van de batterij blijven deze instellingen behouden. • De camera schakelt in de volgende gevallen niet automatisch uit: -- wanneer deze op een computer of printer is aangesloten -- wanneer u een diavertoning of video's afspeelt -- wanneer u een spraakmemo opneemt Een hulplampje instellen ter ondersteuning van het scherpstellen in donkere omgevingen. (Uit, Aan*) Camera-instellingenmenu * Standaard Onderdeel Beschrijving Video Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio instellen. • NTSC*: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico. • PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, Oostenrijk, België, China, Denemarken, Finland, Duitsland, Engeland, Italië, Koeweit, Maleisië, Nieuw Zeeland, Singapore, Spanje, Zweden, Zwitserland, Thailand, Noorwegen. USB Instellen om via een USB-verbinding met een computer of printer te communiceren. • Auto*: instellen dat de camera automatisch een USB-modus selecteert. • Computer: De camera op een computer aansluiten om bestanden over te brengen. • Printer: De camera op een printer aansluiten om bestanden af te drukken. Aanvullende informatie 80 Foutmeldingen Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen. Foutmelding Mogelijke oplossing Kaartfout • Schakel de camera uit en weer in. • Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug. • Formatteer de geheugenkaart. (pag. 78) Ontgrendel de geheugenkaart. Kaart vergrendeld Kaart wordt niet ondersteund. De geplaatste geheugenkaart is niet beschikbaar voor uw camera. Een geschikte geheugenkaart plaatsen. DCF-fout Bestandsnamen komen niet met de DCFnorm overeen. Breng de bestanden op de geheugenkaart naar een computer over en formatteer de kaart. (pag. 78) Bestandsfout Wis het beschadigde bestand of neem contact op met een servicecenter. Batterij bijna leeg Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op. Geheugen vol Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe geheugenkaart. Geen foto Maak foto's of plaats en geheugenkaart met foto's. Aanvullende informatie 81 Onderhoud van de camera De camera reinigen Camerabehuizing Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af. Cameralens en -scherm Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventuele achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon. • Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het toestel te reinigen. Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken. • Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de lenskap. Aanvullende informatie 82 Onderhoud van de camera Geheugenkaarten Capaciteit van de geheugenkaart Geheugenkaarten voor deze camera U kunt geheugenkaarten van de volgende typen gebruiken: SD (Secure Digital) of SDHC (Secure Digital High Capacity). De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn op een 1-GB SD-kaart gebaseerd: Grootte Contactpunten F o t o ' s Schrijfvergrendeling Etiket (voorzijde) Bij SD- en SDHC-kaarten kunt u voorkomen dat bestanden worden gewist, door de schrijfvergrendeling op de kaart om te zetten. Schuif de vergrendeling naar beneden om de kaart alleen-lezen te maken, en omhoog om de schrijfvergrendeling op te heffen. Vergeet niet om voordat u gaat fotograferen de kaart te ontgrendelen. * V i d e o s Superhoog Hoog 30 fps 15 fps 168 238 Normaal 60 fps 362 - - - 195 267 407 - - - 195 267 407 - - - 229 305 477 - - - 244 326 515 - - - 362 489 699 - - - 543 674 752 - - - 978 1086 1222 - - Circa 27 min 09 sec - - - - Circa 13 min 49 sec - - - - Circa 20 min 41 sec Circa 40 min 45 sec - - - Circa 40 min 23 sec Circa 76 min 37 sec Circa 138 min 58 sec * Bij gebruik van de zoomfunctie kan de opnametijd van de hier gegeven waarden afwijken. Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. Aanvullende informatie 83 Onderhoud van de camera De batterij Levensduur van de batterij Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen. Opnametijd/ Aantal foto's Batterijspecificaties Model BP70A Type Lithium-ionbatterij Capaciteit 740 mAh Voltage 3,7 V Oplaadtijd (wanneer de camera is uitgeschakeld) Circa 150 min Opnameomstandigheden (wanneer de batterij volledig is geladen) Dit is onder de volgende omstandigheden gemeten: in de -modus, resolutie 14M, kwaliteit Hoog, OIS Aan. 1. S  tel de flitser in op Uit, maak één foto en zoom in of uit. Foto's Circa 80 min/ Circa 160 2. S  tel de flitser in op Invulflits, maak één foto en zoom in of uit. 3. V  oer stap 1 en 2 gedurende 30 seconden uit en herhaal dit 5 minuten lang. Schakel de camera vervolgens 1 minuut uit. * Het opladen van de batterij door de USB-kabel aan te sluiten op een pc en uw camera duurt mogelijk langer. 4. Herhaal stap 1 tot 3. Video's Circa 50 min Neem video's op bij een resolutie van 1280 X 720 HQ en met 30 fps. • De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik. • Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. Aanvullende informatie 84 Onderhoud van de camera Over het opladen van de batterij Over het opladen terwijl er een computer is aangesloten • Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. • Schakel de camera tijdens het opladen uit. • Gebruik de camera niet tijdens het opladen. Schakel de camera uit voordat u de batterij oplaadt. • Trek niet aan het elektriciteitssnoer om de stekker uit het stopcontact te halen. Dit kan brand of een schok veroorzaken. • Schakel de camera pas in nadat u de batterij langer dan 10 minuten hebt opgeladen. • Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het indicatielampje groen wordt. • Als het indicatielampje oranje knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera. • De batterij van de camera kan niet worden opgeladen bij lage temperaturen (below 0 °C) of hoge temperaturen (boven 40 °C). • Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje oranje worden. Nadat de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen. • Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel. • De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet opgeladen: -- wanneer u een USB-hub gebruikt -- wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten -- wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de computer aansluit -- wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm niet ondersteunt (5 V, 500 mA) Aanvullende informatie 85 Onderhoud van de camera Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij: • De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u contact op met de producent. • Gebruik alleen authentieke, door de producent aanbevolen, batterijopladers en –adapters en laad de batterij alleen op de in deze gebruiksaanwijzing voorgeschreven wijze op. • Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de zomer. • Plaats de batterij niet in een magnetron. • Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals badkamer of douche. • Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische dekens. • Laat het apparaat, als het is ingeschakeld, niet voor langere tijd in een afgesloten ruimte. • Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels of horloges. Aanvullende informatie • Gebruik uitsluitend authentieke, door de producent aanbevolen, Lithium-ionbatterijen ter vervanging. • Haal de batterij niet uit elkaar te halen of maak er geen gat in met een scherp voorwerp. • Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten. • Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze van grote hoogte te laten vallen • Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60 °C (140 °F). • Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen. • De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige hitte, zoals die van de zon, vuur en dergelijke. Verwijderingrichtlijnen • Verwijder de batterij met zorg. • Werp de batterij nooit in een open vuur. • Afhankelijk van uw land of regio kan de regelgeving met betrekking tot de afvoer verschillen. Voer de batterij af volgens de lokale en federale regelgeving. Richtlijnen voor het opladen van de batterij Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze handleiding. De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt opgeladen. 86 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Als u hebt geprobeerd een oplossing te vinden met behulp van deze suggesties, maar nog steeds problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter. Situatie Mogelijke oplossing De camera kan niet worden ingeschakeld • Controleer of de batterij in de camera is geplaatst. • Controleer of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. • Laad de batterij op. De camera wordt plotseling uitgeschakeld • Laad de batterij op. • De camera bevindt zich mogelijk in de Spaarstand. (pag. 78) • De camera wordt mogelijk uitgeschakeld om te voorkomen dat de geheugenkaart door een harde schok beschadigd raakt. Schakel de camera weer in. De batterij raakt snel leeg • De batterij raakt bij lage temperaturen (onder 0 °C) sneller leeg. Houd de batterij warm door deze in uw zak te steken. • Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij indien nodig weer op. • Batterijen zijn verbruiksgoederen die na verloop van tijd moeten worden vervangen. Haal een nieuwe batterij als de levensduur drastisch afneemt. Situatie Mogelijke oplossing Er kunnen geen foto's worden gemaakt • Er is geen ruimte op de geheugenkaart. Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe kaart. • Formatteer de geheugenkaart. (pag. 78) • De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe geheugenkaart. • Controleer of de camera is ingeschakeld. • Laad de batterij op. • Controleer of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. De camera loopt vast Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. De flitser werkt niet • Mogelijk is de flitser op Uit ingesteld. (pag. 39) • In de modi , en bepaalde modi kan de flitser niet worden gebruikt. De flitser gaat onverwachts af De flitser gaat mogelijk af vanwege statische elektriciteit. Dit is geen defect van de camera. De datum en tijd kloppen niet Stel in het scherminstellingenmenu de datum en tijd in. (pag. 78) Aanvullende informatie 87 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie Mogelijke oplossing Het display of de knoppen werken niet Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. Het camerascherm werkt niet goed Als u de camera bij zeer lage temperaturen gebruikt, kan het camerascherm hierdoor niet goed werken of verkleuren. Voor betere prestaties van het scherm moet de camera bij normale temperaturen worden gebruikt. De geheugenkaart heeft De geheugenkaart is niet gereset. een fout Formatteer de kaart. (pag. 78) Er kunnen geen bestanden worden afgespeeld of weergegeven Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de camera dit bestand mogelijk niet afspelen of weergeven (de bestandsnaam moet aan de DCF-normen voldoen). In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op een computer afspelen of weergeven. De foto's zijn onscherp • Controleer of de ingestelde scherpsteloptie voor close-upfoto's geschikt is. (pag. 41) • Reinig de lens indien nodig. (pag. 28) • Zorg dat het onderwerp zich binnen het bereik van de flitser bevindt. (pag. 90) Controleer of de lens schoon is. Situatie Mogelijke oplossing De kleuren in de foto zijn anders dan de daadwerkelijke kleuren Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie voor de lichtbron. (pag. 48) De foto is te licht • Schakel de flitser uit. (pag. 39) • De foto is overbelicht. Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 47) De foto is te donker De foto is onderbelicht. • Schakel de flitser in. (pag. 39) • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 40) • Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 47) De foto's worden niet op de televisie weergegeven • Controleer of de camera goed met de A/V-kabel op de externe monitor is aangesloten. • Controleer of de geheugenkaart foto's bevat. De computer herkent de camera niet • Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is geplaatst. • Controleer of de camera is ingeschakeld. • Controleer of het besturingssysteem wordt ondersteund. Tijdens het overbrengen De bestandsoverdracht kan door statische van bestanden elektriciteit worden gestoord. Koppel de verbreekt de computer USB-kabel los en sluit deze weer aan. de verbinding Aanvullende informatie 88 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie Mogelijke oplossing • Het hangt af van de programma’s die u gebruikt voor het afspelen van video’s, of de videobestanden kunnen worden afgespeeld. Installeer en gebruik het programma Intelli-studio op uw computer Uw computer kan geen voor het afspelen van videobestanden video's afspelen die u met uw camera hebt opgenomen. (pag. 67) • Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is aangesloten. Intelli-studio werkt niet naar behoren • Sluit Intelli-studio af en start het programma opnieuw. • Intelli-studio kan niet op Macintoshcomputers worden gebruikt. • Afhankelijk van de specificaties en instellingen van de computer wordt het programma mogelijk niet automatisch gestart. Klik in dat geval op de computer op start → Deze computer → Intellistudio → iStudio.exe. Aanvullende informatie 89 Cameraspecificaties Beeldsensor Groothoek (G) Type 1/2,3 inch (circa 7,76 mm) CCD Effectieve pixels Circa 14,2 megapixels Totaal aantal pixels Circa 14,4 megapixels Brandpuntsafstand Samsung 7X Zoom Lens f = 5,6 - 39,2 mm (35-mm equivalent: 31 - 217 mm) Diafragmabereik f/3,3 (G) - f/5,5 (T) Digitale zoom • Fotomodus: 1,0x - 5,0x • Weergavemodus: 1,0x - 13,5x 5 cm - 80 cm 70 cm - 150 cm 5 cm - oneindig 70 cm - oneindig • Smart Auto: 1/8 - 1/2000 seconde • Programma: 1 - 1/2000 seconde • Nacht: 8 - 1/2000 seconde • Vuurwerk: 2 seconden Belichting Programma AE Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen, Gezichtsherkenning-AE TFT LCD Compensatie ±2 BW (in stappen van 1/3 BW) 3,0 inch (circa 7,6 cm), 230K ISO-equivalent Auto, 80, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200 Scherm Flitser Scherpstelling Type Macro Auto macro Bediening (afhankelijk van het beeldformaat) Eigenschap Tele (T) 80 cm - oneindig 150 cm - oneindig Sluitertijd Lens Type Bereik Normaal TTL-autofocus (Multi AF, Centrum AF, Gezichtsherkenning-AF, Tracking AF) Modus Uit, Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync, Anti-rode ogen Bereik • Groothoek: 0,4 m - 3,0 m (ISO Auto) • Tele: 0,7 m - 2,0 m (ISO Auto) Aanvullende informatie 90 Cameraspecificaties Oplaadtijd Circa 4 sec. (afhankelijk van de toestand van de batterij) Opname • Modi: Smart Auto (Wit, Macro kleur, Portret, Trillingsreductie DUAL IS [Optische beeldstabilisatie (OIS) + Digitale beeldstabilisatie (DIS)] Foto's Effect • Fotostylerkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos, Opnamemodus Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB • Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz. Witbalans Nachtportret, Portret met tegenlicht, Macro portret, Tegenlicht, Kinderen, Landschap, Actie, Statief, Nacht, Macro, Macro tekst, Blauwe lucht, Zonsondergang, Natuurlijk groen), Programma, DUAL IS, Scène (Beautyshot, Kaderlijnen, Nacht, Portret, Kinderen, Landschap, Close-up, Tekst, Zon onder, Dageraad, Tegenl., Vuurwerk, Strand/sneeuw) • Snelheid: 1 opname, Continu, Bewegingsopname, AEB • Timer: 10 sec, 2 sec, Dubbel, Bewegingstimer • Modi: Smart-film, Film Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Aangep. instelling • Datering • Datum/tijd, Datum, Uit Video's • • • • Aanvullende informatie 91 * Smart-film: Landschap, Blauwe lucht, Natuurlijk groen, Zon onder Bestandsindeling: H.264 (MPEG-4, AVC) (max. opnametijd: 20 min.) Formaat: 1280 X 720 HQ (30 fps, 15 fps), 640 X 480 (30 fps, 15 fps), 320 X 240 (60 fps, 30 fps, 15 fps) Framesnelheid: 60 fps, 30 fps, 15 fps Spraak: Uit, Aan (geluid wordt gedempt bij het gebruiken van de zoomfunctie) OIS: Aan, Uit Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen, foto's maken, bijsnijden Cameraspecificaties Weergave Type Bewerken Effect Voor 1GB SD Eén foto, Miniaturen, Diashow, Video, Smart Album *S  mart Album-categorie: Type, Datum, Kleur, Week Superhoog Hoog Normaal 4320 X 3240 168 238 362 Res.wijz, Draaien, Fotostylerkeuze, Beeld aanpassen 4000 X 3000 195 267 407 • Fotostylerkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos, 4272 X 2848 195 267 407 4224 X 2376 229 305 477 3264 X 2448 244 326 515 2592 X 1944 362 489 699 2048 X 1536 543 674 752 1024 X 768 978 1086 1222 Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB • Beeld aanpassen: ACB, Anti-rode ogen, Gezichtretouch., Helderheid, Contrast, Kleurverz., Ruis toevoegen Beeldformaat Spraakopname • Spraakopname (max. 10 uur) • Spraakmemo in een foto (max. 10 sec.) Deze waarden zijn gemeten onder standaardcondities en kunnen variëren, afhankelijk van opnameomstandigheden en camera-instellingen. Opslag Media Interface • Intern geheugen: circa 90 MB • Extern geheugen (optioneel): -- SD-kaart (tot 2 GB gegarandeerd) -- SDHC-kaart (tot 8 GB gegarandeerd) De interne geheugencapaciteit kan van deze specificaties afwijken. • Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21, DPOF 1.1, Bestandsindeling Digitale uitvoer USB 2.0 Audio-uitvoer Mono (interne speaker), Mono (microfoon) Video-uitvoer NTSC, PAL (keuze) Gelijkstroomaansluiting 4,2 V PictBridge 1.0 • Video: H.264 (MPEG-4.AVC) • Audio: ACC Aanvullende informatie 92 Cameraspecificaties Energiebron Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (BP70A, 740 mAh) Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen. Afmetingen (B x H x D) 99,8 x 59,5 x 21 mm (exclusief uitstekende onderdelen) Gewicht 143 g (zonder batterij en geheugenkaart) Bedrijfstemperatuur 0 - 40 ˚C Bedrijfsluchtvochtigheid 5 - 85 % Software Intelli-studio Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Aanvullende informatie 93 Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product (Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s en batterijen) Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd. Dit merkteken op de accu, gebruiksaanwijzing of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu. Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving. PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid door middel van milieubewuste bedrijfsvoering. Aanvullende informatie 94 Index A B Aanpassen Batterij Contrast in de opnamemodus 52 in de weergavemodus 64 Helderheid 64 Kleurverzadiging in de opnamemodus 52 In de weergavemodus 64 Scherpte 52 ACB in de opnamemodus 47 in de weergavemodus 64 Afdruk 79 Afdrukbestelling 65 AF-geluid 77 AF-lamp 79 Afzonderlijke beelden opslaan van een video 60 Automatische contrastverbetering (ACB) 47 Diavertoning 58 op categorie 55 op televisie 66 Levensduur 84 Opladen 85 Specificaties 84 Bestanden wissen 57 Bewegingsonscherpte 24 Beautyshot-modus 29 Bewegingstimer 38 Beeld aanpassen Bewerken 62 ACB 64 Anti-rode ogen 64 Contrast 64 Gezichtretouch 64 Helderheid 64 Kleurverzadiging 64 Ruis toevoegen 64 Anti-rode ogen 40 Auto 40 Invulflits 40 Langz. sync 40 Rode ogen 40 Uit 39 Format 78 Fotokwaliteit 36 Datumtype 78 Foto's afdrukken 74 Diafragma 30 Fotostijlen Belichting 47 Digitale zoom 22 Bestanden beveiligen 56 Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie) 31 Bestanden weergeven Flitser Datum/tijd aanpassen 78 Diavertoning 58 voor Mac 73 voor Windows 67 Filmmodus 32 D Beginafbeelding 62, 77 Bestanden overbrengen F in de opnamemodus 51 in de weergavemodus 63 Foutmeldingen 81 Framesnelheid 32 DPOF 65 Functiebeschrijving 77 Draaien 62 Functieknop 14 DUAL IS, modus 31 als miniatuur 56 Aanvullende informatie 95 Index G I Geheugenkaart Instellingen Capaciteit 83 SD 83 SDHC 83 Macro 41 Camera 78 Display 77 Geluid 77 Openen 76 Geluid uitschakelen Camera 16 Video 33 M Meebewegende focus 42 Modus-knop 14 Intelli-studio 70 K Navigatieknop 14 Kadergids 30 Onderhoud 82 Lange sluitertijd 30 Half indrukken 6 Lichtbron (Witbalans) 48 L.meting Centr. gewogen 48 Multi 48 Spot 48 R Reinigen O Knipperen 46 H Het apparaat loskoppelen 72 Programmamodus 32 Nachtmodus 30 L Helderheid van het gezicht 29 P Pictogrammen 17 N ISO-waarde 40 Grootte aanpassen 62 Helderheid scherm 77 Optical Image Stabilisation (OIS) 23, 31 Menuknop 14 Gezichtsdetectie Knipperen 46 Normaal 44 Smile shot 45 Zelfportret 45 Spraakmemo 34 Video 32 Behuizing 82 Display 82 Lens 82 Onvolkomenheden in het gezicht 29 Reset 78 Opnamemodus Resolutie Dual IS 31 Film 32 Programma 32 Scène 28 Smart Auto 27 RGB-tint Opnemen Aanvullende informatie 96 Foto 36 Video 36 in de opnamemodus 51 in de weergavemodus 63 Rode ogen Index in de opnamemodus 39 in de weergavemodus 64 S Scènemodus 28 Smart-knop 13 Weergavemodus 54 Smile shot 45 Witbalans 48 Snel tonen 77 Spraakmemo Afspelen 60 Opnemen 34 Scherpstelafstand Auto Macro 41 Macro 41 Normaal (AF) 41 Scherpstelgebied Centrum AF 43 Meebewegende AF 43 Multi AF 43 Serie-opname Auto Exposure Bracket (AEB) 50 Bewegingsopname 50 Continu 50 Servicecenter 87 Sluitertijd 30 Smart Album 55 Smart Auto-modus 27 Z Zelfportret 45 Zoomen 22 Zoomknop 13 T Timer 37 Type weergave 20 V Vergroten 58 Video 80 Afspelen 59 Opnemen 32 Volume 77 W Weergaveknop 16 Aanvullende informatie 97 Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie die met het product is meegeleverd of bezoek onze website http:// www.samsungimaging.com of http://www.samsung.com/.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99

Samsung SAMSUNG PL200 Handleiding

Type
Handleiding