Samsung SAMSUNG WB1000 Handleiding

Categorie
Bridge camera's
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
User Manual
WB1000
Beknopt overzicht
Inhoud
Basisfuncties
Geavanceerde functies
Opnameopties
Weergeven/bewerken
Aanvullende informatie
Index
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing: situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Voorzichtig: situaties die schade aan de camera of andere
apparatuur kunnen veroorzaken
Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende
informatie
Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of
explosieve gassen en vloeistoffen
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar
materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar
geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in
dezelfde ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires
van de camera.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen en accessoires
kunnen ook een fysiek gevaar vormen.
Waarschuwingen
Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan
1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van
de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden.
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en verwijder
deze volgens de voorschriften
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en t
opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen
ernstig letsel of schade aan uw camera veroorzaken.
Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale t
regelgeving bij het verwijderen van gebruikte batterijen.
Leg batterijen of camera’s nooit in of op verwarmingsapparaten, t
zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen
exploderen als ze te heet worden.
Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig
Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door t
vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet
met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van
toepassing op waterschade aan het toestel.
Veiligheidsvoorschriften
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan t
extreme temperaturen (onder 0 °C of boven 40 °C). Door
extreme temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen
afnemen en kunnen geheugenkaarten storingen vertonen.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen t
voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en
minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade
aan de batterijen veroorzaken.
Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof, t
vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart
met een zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera
plaatst.
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst t
of verwijdert.
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware t
klappen of druk worden blootgesteld.
Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera t
of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een
dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of t
geheugenkaart.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of t
hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht
of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne
onderdelen van het toestel veroorzaken.
Gebruik of bewaar de camera niet in stoffige, vervuilde, t
vochtige of slecht geventileerde omgevingen om schade aan
bewegende delen en interne onderdelen te vermijden.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere t
tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van
tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera
veroorzaken.
Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op t
het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik t
en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en t
het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren
van stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan
poorten, stekkers en accessoires.
Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, t
sleuven en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg
van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en
oplader
Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan t
bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van
de camera los te koppelen.
Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van t
tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als t
u de oplader niet gebruikt.
Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn t
bedoeld.
Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in
vochtige omgevingen
Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en
vochtige omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische
schakelingen en op de geheugenkaart condensvorming
optreden. Wacht in zo’n geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is
verdampt, alvorens u de camera gebruikt.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires
Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot
schade aan de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de
garantie.
Bescherm de cameralens
Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de t
beeldsensor verkleuren of defect raken.
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de t
lens met een zachte, schone doek.
Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door
gekwalificeerd personeel uitvoeren
Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en
probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit
ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de
garantie gedekt.
Belangrijke gebruiksinformatie
4
©2009 SAMSUNG DIGITAL IMAGING CO., LTD.
Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving worden
gewijzigd bij veranderde camerafuncties.
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn t
geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
HDMI, het HDMI-logo en de term "High Definition t
Multimedia Interface" zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
QuickTimet
®
en het QuickTime
®
-logo zijn handelsmerken
of geregistreerde handelsmerken van Apple Computer,
Inc. en worden onder licentie gebruikt.
Indeling van de gebruiksaanwijzing
Basisfuncties 10
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera
en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Geavanceerde functies 25
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt
door een modus te selecteren en hoe u video's en
spraakmemo's opneemt.
Opnameopties 37
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in
de opnamemodus kunt kiezen.
Weergeven/bewerken 58
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en
spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u
foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe
u de camera op een computer, fotoprinter, televisie of
HDTV aansluit.
Aanvullende informatie 79
Hier vindt u informatie over instellingen en
foutmeldingen, alsmede specificaties en
onderhoudstips.
5
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Opnamemodus Pictogram
Smart Auto
S
Auto
a
Programma
p
Diafragmaprioriteit
A
Sluiterprioriteit
h
Handmatig
n
Gebruiker
u
DUAL IS
d
Scène
s
Film
v
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de
desbetreffende modi beschikbaar is. De s modus ondersteunt
wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes.
Voorbeeld:
Beschikbaar in de
modi Programma,
Diafragmaprioriteit,
Sluiterprioriteit, DUAL
IS en Film
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[ ]
Cameratoetsen; bijvoorbeeld: [Ontspanknop]
(staat voor de ontspanknop)
( )
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet
selecteren om een stap uit te voeren; bijvoorbeeld:
Selecteer Functies Witbalans (dit betekent
selecteer Functies en vervolgens Witbalans)
*
Voetnoot
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
Afkorting Betekenis
ACB
Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering)
AEB
Auto Exposure Bracket (opnamereeks met verschillende
belichtingen)
AF
Auto Focus (autofocus)
DIS
Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie)
DPOF
Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling)
EV
Exposure Value (BW: belichtingswaarde)
OIS
Optical Image Stabilisation (optische beeldstabilisatie)
WB
White Balance (witbalans)
6
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
tDruk [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop half in
Druk op [t Ontspanknop]: druk de ontspanknop volledig in
Druk [Ontspanknop] half in Druk op [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerpt : het belangrijkste object in een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
Achtergrondt : de objecten rondom het onderwerp
Compositiet : de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Onderwerp
Compositie
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van
sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichting Overbelicht (te helder)
7
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
s
t -modus > Beautyshot, Portret, Kinderen
f
28
Rode ogen, Anti-rode ogen (rode ogen voorkomen of t
verwijderen)
f
41
Gezichtsherk. t
f
47
's Nachts of in het donker foto's
maken
s
t -modus > Nacht, Dageraad, Vuurwerk
f
28
Flitseropties t
f
41
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) t
f
43
Actiefoto's maken
h
t -modus
f
32
Continu, Bew.detectie t
f
55
Foto's maken van tekst, insecten en
bloemen
s
t -modus > Close-up, Tekst
f
28
Macro, Auto macro, Handm. scherpte (om foto's van t
dichtbij te maken)
f
44
Witbalans (de tint wijzigen) t
f
51
De belichting aanpassen (helderheid)
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) t
f
43
EV (de belichting aanpassen) t
f
50
ACB (compenseren voor onderwerpen tegen een t
heldere achtergrond)
f
50
L.meting t
f
51
AEB (om drie foto's met verschillende belichtingen te t
maken van dezelfde scène)
f
55
Een speciaal effect toepassen
Fotostijlen (om een speciale tint aan te brengen) t
f
56
Beeld aanpassen (om kleurverzadiging, scherpte en t
contrast bij te stellen)
f
57
Bewegingsonscherpte voorkomen
OIS (Optical Image Stabilisation) t
f
22
d
t -modus
f
27
Bestanden op categorie t
bekijken in Smart Album
f
60
Alle bestanden op de t
geheugenkaart wissen
f
61
Foto's als diavertoning t
weergeven
f
63
Bestanden op een tv of t
HDTV weergeven
f
70
De camera op een computer t
aansluiten
f
73
Geluid en volume aanpassen t
f
81
De helderheid van het t
scherm aanpassen
f
81
De schermtaal wijzigen t
f
81
De datum en tijd instellen t
f
82
De geheugenkaart t
formatteren
f
82
Problemen oplossen t
f
90
8
Inhoud
De Gebruikersmodus gebruiken ........................................ 34
Eigen instellingen configureren .............................................. 34
Uw aangepaste instellingen gebruiken ................................... 34
Een video opnemen .......................................................... 35
Spraakmemo's opnemen .................................................. 36
Een spraakmemo opnemen ................................................. 36
Een spraakmemo aan een foto toevoegen ............................. 36
Opnameopties ....................................................................... 37
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ............................... 38
De resolutie selecteren ........................................................ 38
De beeldkwaliteit selecteren ................................................. 38
De timer gebruiken ............................................................ 39
Opnamen in het donker maken ......................................... 41
Rode ogen voorkomen ........................................................ 41
De flitser gebruiken .............................................................. 41
De flitssterkte regelen ........................................................... 42
De ISO-waarde aanpassen .................................................. 43
De scherpstelling aanpassen ............................................. 44
Macro gebruiken ................................................................. 44
De scherpstelafstand instellen .............................................. 44
Selectieve focus gebruiken ................................................... 45
Het scherpstelgebied aanpassen .......................................... 46
Gezichtsdetectie gebruiken ............................................... 47
Gezichten detecteren .......................................................... 47
Een zelfportret maken .......................................................... 48
Een foto van een lachend gezicht maken ............................... 48
Knipperende ogen detecteren .............................................. 49
Basisfuncties .......................................................................... 10
Uitpakken .......................................................................... 11
Camera-indeling ................................................................ 12
Pictogrammen ................................................................... 14
De camera in- en uitschakelen .......................................... 15
Minidashboard .................................................................... 15
Opties selecteren .............................................................. 16
Display en geluid instellen .................................................. 18
Het displaytype wijzigen ....................................................... 18
Het geluid instellen .............................................................. 19
Foto's maken .................................................................... 20
Zoomen ............................................................................. 21
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ................................ 22
Tips om betere foto's te maken ........................................ 23
Geavanceerde functies ........................................................ 25
De Smart Auto-modus gebruiken ..................................... 26
De Dual IS-modus gebruiken ............................................ 27
De Scènemodus gebruiken ............................................... 28
De gezichtstint aanpassen en onvolkomenheden wegwerken . 28
De kaderlijnen gebruiken ...................................................... 29
De Programmamodus gebruiken ...................................... 30
Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de handmatige
modus gebruiken .............................................................. 31
De Diafragmavoorkeuzemodus gebruiken .............................. 32
De Sluitertijdvoorkeuzemodus gebruiken ............................... 32
De Handmatige modus gebruiken ......................................... 33
9
Inhoud
Helderheid en kleur aanpassen ......................................... 50
De belichting handmatig aanpassen (EV) ............................... 50
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ..................................... 50
De lichtmeetmethode wijzigen .............................................. 51
Een lichtbron selecteren (Witbalans) ...................................... 51
Serieopname ..................................................................... 55
Uw foto's mooier maken ................................................... 56
Fotostijlen toepassen ........................................................... 56
Uw eigen RGB-tint definiëren ................................................ 56
Uw foto's aanpassen ........................................................... 57
Weergeven/bewerken .......................................................... 58
Weergeven ........................................................................ 59
De weergavemodus starten ................................................. 59
Foto's weergeven ................................................................ 63
Een video afspelen .............................................................. 64
Spraakmemo's afspelen ...................................................... 65
Foto's bewerken ............................................................... 66
Foto's in grootte aanpassen ................................................. 66
Een foto draaien .................................................................. 66
Fotostijlen toepassen ........................................................... 67
Uw eigen RGB-tint definiëren ................................................ 67
Belichtingsproblemen corrigeren ........................................... 68
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ...................................... 69
Bestanden weergeven op een tv of HDTV ........................ 70
Bestanden naar de computer overbrengen ....................... 72
Voor Windows-gebruikers .................................................... 72
Voor Mac-gebruikers ........................................................... 77
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) ............. 78
Aanvullende informatie ........................................................ 79
Camera-instellingenmenu .................................................. 80
Het instellingenmenu openen ............................................... 80
Geluid ............................................................................... 81
Display ............................................................................... 81
Instellingen .......................................................................... 82
Foutmeldingen .................................................................. 85
Onderhoud van de camera ............................................... 86
De camera reinigen ............................................................. 86
Geheugenkaarten ................................................................ 87
De batterij ........................................................................... 88
Voordat u contact opneemt met een servicecenter ........... 90
Cameraspecificaties .......................................................... 93
Index ................................................................................. 98
Uitpakken …………………………………………………… 11
Camera-indeling …………………………………………… 12
Pictogrammen …………………………………………… 14
De camera in- en uitschakelen ………………………… 15
Minidashboard ……………………………………………… 15
Opties selecteren ………………………………………… 16
Display en geluid instellen ……………………………… 18
Het displaytype wijzigen …………………………………… 18
Het geluid instellen ………………………………………… 19
Foto's maken ……………………………………………… 20
Zoomen ……………………………………………………… 21
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ………………… 22
Tips om betere foto's te maken ………………………… 23
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en
basisfuncties voor het maken van opnamen.
Basisfuncties
11
Uitpakken
Controleer of de doos de volgende artikelen bevat:
Camera AC-adapter/USB-kabel
Oplaadbare batterij Polslus
Software-cd-rom (met
gebruiksaanwijzing)
Snelstartgids
De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen.
Optionele accessoires
Camera-etui Geheugenkaarten
A/V-kabel
Verkrijgbaar als set
Gebruiksaanwijzing voor
HDMI-houder
Afstandsbediening
Houder
(voor het opladen van de batterij
en om de camera op een HDTV of
pc aan te sluiten)
HDMI-kabel
(voor weergave van video's of
foto's met hoge resolutie)
Basisfuncties
12
Camera-indeling
Maak u bekend met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Batterijklep
Plaatsing van batterij en geheugenkaart
USB- en A/V-
aansluiting
Statiefbevestigingspunt
Pictogram Modus Beschrijving
n
Handmatig
Een foto maken door zowel de diafragmawaarde
als de sluitertijd in te stellen
u
Gebruiker
Een foto maken met opties die u vooraf hebt
ingesteld
d
DUAL IS
Een foto maken met opties die geschikt zijn om
bewegingsonscherpte te voorkomen
s
Scène
Een foto maken met vooraf ingestelde opties voor
een specifieke scène
v
Film
Een video opnemen
Pictogram Modus Beschrijving
S
Smart Auto
Een foto maken door de camera een geschikte
modus voor de scène te laten selecteren
a
Auto
Snel een foto maken met de minimale instellingen
p
Programma
Een foto maken met instelling van opties
A
Diafragma
prioriteit
Een foto maken door de diafragmawaarde in te
stellen (de sluitertijd wordt automatisch bepaald)
h
Sluiter
prioriteit
Een foto maken door de sluitertijd in te stellen (de
diafragmawaarde wordt automatisch bepaald)
Ontspanknop
Power-knop (POWER)
AF-hulplampje/
timerlampje
Flitser
Minidashboard (pag. 15)
Modusdraaiknop
(Zie hieronder)
Sensor voor de
afstandsbediening
Lens
Basisfuncties
13
Camera-indeling
Scherm
Statuslampje
Knippertt : Bij opslaan van een foto of video, uitlezen door een
computer of printer of bij een onscherp onderwerp
Brandtt : Bij aansluiting op een computer of wanneer de camera is
scherpgesteld
Zoomknop
In- en uitzoomen in de opnamemodust
Inzoomen op een deel van een foto, miniaturen bekijken, of in de t
weergavemodus het volume regelen
Luidspreker
(Zie hieronder)
Microfoon
Microfoon
Knop Beschrijving
o
Gemarkeerde optie of menu bevestigen
Weergave
Naar de weergavemodus
Functie
Toegang tot opties in de opnamemodust
Bestanden verwijderen in de weergavemodust
* Wordt verder navigatieknop genoemd
Knop Beschrijving
m
Naar opties of menu's
Slimme
regeldraaiknop*
(Navigatie)
Indrukken:
Naar omhoog/omlaag/links/rechtst
In de opnamemodus de volgende opties t
instellen: [
D
]: type weergave/[
M
]: macro/
[
F
]: flitser/[
t
]: timer
Draaien:
Naar een optie of menu scrollent
In de opnamemodus sluitertijd, diafragma of t
belichtingswaarde aanpassen
In de weergavemodus door bestanden scrollent
Basisfuncties
14
B. Pictogrammen rechts
Pictogram Beschrijving
Flitser
Flitssterkte aangepast
Timer
Scherpstelafstand
Fotostijl
Gezichtsherkenning
Optical Image Stabilisation (OIS)
Gezichttint
Gezicht retouch
Beeldaanpassing
(scherpte, contrast, kleurverzadiging)
Geluid uit
C. Pictogrammen links
Pictogram Beschrijving
Belichtingswaarde
Witbalans
Witbalans aangepast
ISO-waarde
Fotoresolutie
Videoresolutie
Fotokwaliteit
Framesnelheid
Lichtmeting
Type serieopname
Pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus of de ingestelde opties.
A. Informatie
Pictogram Beschrijving
Geselecteerde opnamemodus
Zoomverhouding
Resterend aantal foto's
Beschikbare opnametijd
Interne geheugen
Geheugenkaart geplaatst
t : Volledig opgeladen
t : Deels opgeladen
t : Opladen noodzakelijk
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Spraakmemo
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Huidige datum en tijd
Histogram (pag. 18)
Rasterlijnen
A
B
C
Basisfuncties
15
De camera in- en uitschakelen
Hier vindt u informatie over het inschakelen van de camera.
Minidashboard
Als de camera is ingeschakeld, geeft het minidashboard de
resterende capaciteit van batterij en geheugenkaart weer.
Als de camera aan een hete en vochtige omgeving wordt blootgesteld, t
kan er condensvorming in de meters optreden.
Als de wijzer van een meter blijft ronddraaien, neemt u contact op met t
een servicecentrum.
De batterijmeter en het batterijsymbool op het scherm kunnen een t
verschillende capaciteit tonen.
Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
De camera inschakelen in de weergavemodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar
de weergavemodus.
Houd [
P
] ingedrukt om het geluid van de camera uit te schakelen.
Basisfuncties
16
Opties selecteren
U kunt opties selecteren door op [m] te drukken en aan de navigatieknop te draaien of erop te drukken.
U kunt de opnameopties ook openen door op [
f
] te drukken, maar dan zijn sommige opties niet beschikbaar.
Teruggaan naar het vorige menu
Druk op [m] om naar het vorige menu terug te gaan.
Druk op [Ontspanknop] om naar de opnamemodus terug te gaan.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Draai aan de navigatieknop of druk erop om naar een
2
optie of menu te scrollen.
Druk op [t
D
] of [
M
] om omhoog of omlaag te gaan; druk
op [
F
] of [
t
] om naar links of rechts te gaan.
Draai de navigatieknop in een willekeurige richting.t
Druk op [
3
o
] om de gemarkeerde keuze te bevestigen.
Basisfuncties
17
Opties selecteren
Draai aan de navigatieknop of druk op [
4
D
] of [
M
] om
naar Witbalans te scrollen en druk vervolgens op [
t
]
of [
o
].
EV
Witbalans
Fijnafstemming witbalans
ISO
Gezichtsherk.
Fotoformaat
Kwalit.
Afsl. Terug
Draai aan de navigatieknop of druk op [
5
D
] of [
M
] om
naar een witbalansoptie te scrollen.
Daglicht
Terug Verpl.
Druk op [
6
o
].
Voorbeeld: in de P-modus de witbalans selecteren
Draai de modusdraaiknop naar
1
p
.
Druk op [
2
m
].
Functies
Geluid
Display
Instellingen
EV
Witbalans
Fijnafstemmi...
ISO
Gezichtsherk.
Fotoformaat
Kwalit.
Afsl.
Wijzigen
Draai aan de navigatieknop of druk op [
3
D
] of [
M
] om
naar Functies te scrollen en druk vervolgens op [
t
] of
[
o
].
Basisfuncties
18
Display en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het display en het geluid naar wens kunt aanpassen.
Het histogram
Een histogram is een grafiek die de verdeling van het licht in de
foto weergeeft. Als het histogram links een hoge piek heeft, is de
foto donker. Een piek aan de rechterkant betekent dat de foto’s
helder zijn. De hoogte van de pieken houdt verband met de
kleurinformatie. Hoe meer er van een bepaalde kleur aanwezig is,
des te hoger is de piek.
Onderbelicht Goed belicht Overbelicht
Het displaytype wijzigen
U kunt een weergavestijl voor de opname- of weergavemodus
selecteren.
Druk meerdere keren op [
D
] om een displaytype te
wijzigen.
Modus Beschrijving
Opname
Alle opname-informatie weergevent
Opname-informatie verbergen, behalve het aantal t
resterende foto's
t Rasterlijnen en histogram weergeven
Weergeven
Informatie over de huidige foto weergevent
Informatie over de huidige foto verbergent
Informatie over de huidige foto verbergen, behalve t
de opname-instellingen en het histogram
Basisfuncties
19
Display en geluid instellen
Het geluid instellen
Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken
wanneer u de camera bedient.
Druk in de opname- of weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Geluid Piepjes een optie.
Optie Beschrijving
Uit
De camera laat geen geluid klinken.
1/2/3
De camera laat een geluid klinken.
Druk op [
3
m
] om naar de vorige modus terug te
keren.
Basisfuncties
20
Foto's maken
Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de Automodus eenvoudig en snel foto's te maken.
Draai de modusdraaiknop naar
1
a
.
Kadreer het onderwerp.
2
Druk [
3
Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld t
is.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Zie pagina 23 voor tips om betere foto's te maken.
Basisfuncties
21
Foto's maken
Digitale zoom
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het
gebruik van digitale zoom achteruitgaan.
Optisch bereik
Zoomindicator
Digitaal bereik
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de modi t
S
,
d
,
s
(in bepaalde scènes) en
v
en in combinatie met
Gezichtsherk..
Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat t
een foto is opgeslagen.
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera kan
zowel optisch als digitaal tot een verhouding van 5x inzoomen.
Door beide te gebruiken, kunt u tot 25 keer inzoomen.
Druk [Zoomknop] omhoog om op het onderwerp in te zoomen.
Druk [Zoomknop] omlaag om uit te zoomen.
Inzoomen
Uitzoomen
Zoomverhouding
De zoomverhouding die voor video’s beschikbaar is, verschilt.
Basisfuncties
22
Foto's maken
OIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed:t
u beweegt de camera om een bewegend onderwerp te volgen -
u gebruikt digitale zoom -
de camera trilt te veel -
de sluitersnelheid is traag (bijvoorbeeld als u - Nacht selecteert in
de
s
-modus)
de batterij is bijna leeg -
u neemt een close-up -
Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's t
onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de
OIS-functie bij gebruik van een statief uit.
Als dit invloed heeft op de camera, wordt het scherm wazig. In dat t
geval schakelt u de camera uit en weer in om de OIS-functie correct
te gebruiken.
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch
beperken.
Vóór correctie Na correctie
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies OIS een optie.
Optie Beschrijving
Uit: de OIS-functie uitzetten.
Aan: de OIS-functie aanzetten.
Basisfuncties
23
Tips om betere foto's te maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets
voor de lens zit.
De ontspanknop half indrukken
Druk [Ontspanknop] half in en pas de
scherpstelling aan. De scherpstelling
en belichting worden automatisch
aangepast.
Diafragma en sluitertijd
worden ingesteld.
Scherpstelkader
Druk op [t Ontspanknop] om
een foto te maken als het kader
groen is.
Pas het kader aan en druk t
[Ontspanknop] nogmaals half in
als het kader rood is.
Bewegingsonscherpte voorkomen
Stel de optie OIS (Optical Image Stabilisation) t
in om de bewegingsonscherpte optisch te
reduceren. (pag. 22)
Selecteer de modus t
d
om de
bewegingsonscherpte zowel optisch als digitaal
te reduceren. (pag. 27)
Als wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het
donker de flitser niet op Langz
sync of Uit staat ingesteld. Het
diafragma blijft dan langer open,
waardoor het moeilijker is om de
camera stil te houden.
Gebruik een statief of stel de t
flitser in op Invulflits. (pag. 41)
Pas de ISO-waarde aan. t
(pag. 43)
Basisfuncties
24
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp
scherp te stellen:
er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond -
(wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de
achtergrond)
de lichtbron achter het onderwerp is te fel
-
het onderwerp glanst -
het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals jaloezieën -
het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het beeld -
Gebruik de scherpstelvergrendeling
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader
verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer
u klaar bent op [Ontspanknop] om een foto te maken.
Wanneer u foto's maakt bij weinig lichtt
Schakel de flitser in.
(pag. 41)
Wanneer onderwerpen snel bewegent
Gebruik de functie
Continu of Bew.
detectie. (pag. 55)
De Smart Auto-modus gebruiken ……………………… 26
De Dual IS-modus gebruiken …………………………… 27
De Scènemodus gebruiken ……………………………… 28
De gezichtstint aanpassen en onvolkomenheden
wegwerken ………………………………………………… 28
De kaderlijnen gebruiken …………………………………… 29
De Programmamodus gebruiken ……………………… 30
Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de
handmatige modus gebruiken ………………………… 31
De Diafragmavoorkeuzemodus gebruiken ………………… 32
De Sluitertijdvoorkeuzemodus gebruiken ………………… 32
De Handmatige modus gebruiken ………………………… 33
De Gebruikersmodus gebruiken ……………………… 34
Eigen instellingen configureren …………………………… 34
Uw aangepaste instellingen gebruiken …………………… 34
Een video opnemen ……………………………………… 35
Spraakmemo's opnemen ……………………………… 36
Een spraakmemo opnemen ……………………………… 36
Een spraakmemo aan een foto toevoegen ……………… 36
Geavanceerde functies
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te
selecteren en hoe u video's en spraakmemo's opneemt.
Geavanceerde functies
26
De Smart Auto-modus gebruiken
In deze modus kiest de camera automatisch camera-instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. Dit is handig als u niet
bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse scènes.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij portretfoto's.
Verschijnt bij close-upfoto's.
Verschijnt bij close-upfoto's van tekst.
Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje
stabiel zijn.
Verschijnt bij foto's van actief bewegende
onderwerpen.
Druk [
3
Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Als de camera geen scènemodus herkent, verandert t niet en
worden de standaardinstellingen gebruikt.
Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de t
camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van
het onderwerp en de lichtval.
Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat t
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
Ook als u een statief gebruikt, kan het gebeuren dat de modus t
niet
wordt gedetecteerd. Dit hangt van de beweging van het onderwerp af.
Draai de modusdraaiknop naar
1
S
.
Kadreer het onderwerp.
2
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram t
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij foto's van landschappen.
Verschijnt bij foto's met een heldere achtergrond.
Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen.
Alleen beschikbaar wanneer de flitser uitstaat.
Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's.
Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht.
Geavanceerde functies
27
Vóór correctie Na correctie
Draai de modusdraaiknop naar
1
d
.
Kadreer het onderwerp en druk [
2
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
3
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De digitale zoomfunctie werkt in deze modus niet.t
De foto wordt alleen optisch gecorrigeerd wanneer deze gemaakt t
wordt bij een lichtbron die helderder is dan TL-licht.
Als het onderwerp snel beweegt, kan de foto onscherp worden.t
Schakel de optie OIS in om bewegingsonscherpte in verschillende t
opnamemodi tegen te gaan. (pag. 22)
De Dual IS-modus gebruiken
U kunt bewegingsonscherpte verminderen en onscherpe foto's vermijden met de functies OIS (Optical Image Stabilisation) en DIS (Digital
Image Stabilisation).
Geavanceerde functies
28
De gezichtstint aanpassen en
onvolkomenheden wegwerken
Maak een foto van iemand met opties om onvolkomenheden in
het gezicht te verbergen.
Draai de modusdraaiknop naar
1
s
.
Selecteer
2
Beautyshot.
3
Als u de huidtint van het onderwerp lichter wilt laten
lijken (alleen het gezicht), drukt u op [
m
].
Selecteer
4
Functies Gezichtstint een optie.
Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten t
lijken.
Niveau 2
Terug Verpl.
Druk op [
5
m
] om onvolkomenheden in het gezicht te
verbergen.
Draai de modusdraaiknop naar
1
s
.
Selecteer een scène.
2
Kaderlijnen
Deze modus is geschikt voor het fotograferen
van vooraf ingestelde scènes.
Als u de scènemodus wilt wijzigen, drukt u op [t
m
] en
selecteert u Scène een scène.
Voor de Beautyshot-modus, zie “t De gezichtstint aanpassen
en onvolkomenheden wegwerken”.
Voor de Kaderlijnen, zie “t De kaderlijnen gebruiken” op
pagina 29.
Kadreer het onderwerp en druk [
3
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De Scènemodus gebruiken
Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène.
Geavanceerde functies
29
De Scènemodus gebruiken
De kaderlijnen gebruiken
Wanneer u iemand anders een foto van u wilt laten maken,
kunt u de compositie bepalen met behulp van de kadergids.
De kadergids helpt degene die een foto van u maakt door het
gedeelte van de vooraf gekadreerde scène te laten zien.
Draai de modusdraaiknop naar
1
s
.
Selecteer
2
Kaderlijnen.
Kadreer het onderwerp en druk op [
3
Ontspanknop].
Aan de linker- en rechterkant van het beeld verschijnen t
doorzichtige lijnen.
Kader annuleren: OK
Vraag een andere persoon om een foto te maken.
4
Deze persoon kan het onderwerp kadreren met behulp van de t
kaderlijnen en vervolgens op [Ontspanknop] drukken om de
foto te maken.
Druk op [
5
o
] om de kadergids op te heffen.
Selecteer
6
Functies Gezicht retouch een optie.
Selecteer een hogere instelling om een groter aantal t
onvolkomenheden te verbergen.
Niveau 1
Terug Verpl.
Kadreer het onderwerp en druk [
7
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
8
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De scherpstelafstand wordt op Auto macro ingesteld.
Geavanceerde functies
30
Draai de modusdraaiknop naar
1
p
.
Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie
2
“Opnameopties”.)
EV
Terug Verpl.
Kadreer het onderwerp en druk [
3
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen (met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde).
Geavanceerde functies
31
Sluitertijd
De sluitertijd bepaalt hoelang de sluiter van de camera bij het
maken van een foto open blijft. Bij een langere sluitertijd valt er
meer licht in de camera en wordt de foto helderder. Een lange
sluitertijd kan echter tot onscherpe foto's leiden als het onderwerp
of de camera beweegt.
Bij een kortere sluitertijd wordt de foto donkerder. Een korte
sluitertijd kan echter ook helpen om onscherpte tegen te gaan als
het onderwerp of de camera beweegt.
Lange sluitertijd Korte sluitertijd
Diafragmawaarde
Het diafragma is een opening waardoor licht binnenvalt.
U kunt de diafragmawaarde instellen om de hoeveelheid licht te
regelen die bij het maken van een foto door de lens valt. Door de
diafragmawaarde te verlagen (grotere opening) valt er meer licht
door de lens en worden objecten die verder weg staan onscherp.
Hiermee kan bij bijvoorbeeld close-ups en portretopnamen de
aandacht op het hoofdonderwerp worden gevestigd.
U kunt ook de diafragmawaarde verhogen, om zowel
onderwerpen dichtbij als veraf scherp te krijgen. Bij bijvoorbeeld
landschapsfoto's kan hiermee de volledige scène scherp worden
weergegeven.
Grote diafragmawaarde Kleine diafragmawaarde
Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de handmatige modus gebruiken
Selecteer de diafragmawaarde of sluitertijd om de belichting van uw foto's te regelen. U kunt deze opties gebruiken in de modi
Diafragmavoorkeuze, Sluitertijdvoorkeuze en Handmatig.
Geavanceerde functies
32
Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de handmatige modus gebruiken
De Sluitertijdvoorkeuzemodus gebruiken
In de Sluitertijdvoorkeuzemodus kunt u handmatig de sluitertijd
instellen terwijl de camera automatisch een geschikte
diafragmawaarde kiest.
Draai de modusdraaiknop naar
1
h
.
Druk op [
2
o
] en draai aan de navigatieknop om de
sluitertijd te kiezen.
Zie pagina t 31 voor meer informatie over de sluitertijd.
Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie
3
“Opnameopties”.)
Kadreer het onderwerp en druk [
4
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
5
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De Diafragmavoorkeuzemodus gebruiken
In de Diafragmavoorkeuzemodus kunt u handmatig de
diafragmawaarde instellen terwijl de camera automatisch een
geschikte sluitertijd kiest.
Draai de modusdraaiknop naar
1
A
.
Draai aan de navigatieknop om de diafragmawaarde te
2
kiezen.
Zie pagina t 31 voor meer informatie over de diafragmawaarde.
Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie
3
“Opnameopties”.)
Kadreer het onderwerp en druk [
4
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
5
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Geavanceerde functies
33
Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de handmatige modus gebruiken
Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie
5
“Opnameopties”.)
Kadreer het onderwerp en druk [
6
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
7
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De Handmatige modus gebruiken
In de Handmatige modus kunt u zowel de diafragmawaarde als
de sluitertijd instellen.
Draai de modusdraaiknop naar
1
n
.
Draai aan de navigatieknop om de diafragmawaarde te
2
kiezen.
Druk op [
3
o
] om de sluitertijd te selecteren.
Draai aan de navigatieknop om de sluitertijd te kiezen.
4
Geavanceerde functies
34
Uw aangepaste instellingen gebruiken
Draai de modusdraaiknop naar
1
u
.
Kadreer het onderwerp en druk [
2
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
3
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
U kunt de optie-instellingen in de modus
u
bijwerken.
Eigen instellingen configureren
Draai de modusdraaiknop naar
1
p
,
A
,
h
of
n
.
Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie
2
“Opnameopties”.)
Druk op [
3
m
].
Selecteer
4
Functies Instellingen vastleggen en druk
op [
o
].
Instellingen vastleggen
Terug Verpl.
Selecteer
5
Ja.
De ingestelde opties worden in de gebruikersmodus t
opgeslagen.
De Gebruikersmodus gebruiken
U kunt handmatig opname-instellingen configureren en deze als uw eigen opnamemodus opslaan.
Geavanceerde functies
35
Druk op [
4
m
].
Selecteer
5
Functies Spraak een geluidsoptie.
Optie Beschrijving
Aan: een video met geluid opnemen. (Tijdens het
zoomen wordt de geluidsopname onderbroken.)
Uit: een video zonder geluid opnemen.
Stel naar wens andere opties in.
6
(Voor een lijst met opties, zie “Opnameopties”.)
Druk op [
7
Ontspanknop] om de opname te starten.
Druk nogmaals op [
8
Ontspanknop] om de opname te
stoppen.
Het opnemen onderbreken
U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk
onderbreken. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes in één
video opnemen.
Druk op [o] om tijdens het opnemen te pauzeren.
Druk nogmaals om de opname te hervatten.
H.264 (MPEG-4 part 10/AVC) is een video-indeling met •
hoge compressie, die is ontwikkeld door de internationale
standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T.
Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname •
met high-definition kwaliteit. Stel in dat geval een lagere resolutie in.
(pag. 38)
Wanneer de OIS (•
) actief is, kan het geluid van de OIS op de video
worden opgenomen.
Draai de modusdraaiknop naar
1
v
.
Druk op [
2
m
].
Selecteer
3
Functies Framesnelheid een
framesnelheid (het aantal frames per seconde).
Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan, •
maar wordt het bestand ook groter.
60 fps is alleen beschikbaar bij een videoresolutie van 320 x 240.
Een video opnemen
Neem video's in high-definition van maximaal 20 minuten op. De video-opname wordt opgeslagen als een H.264-bestand (MPEG-4.AVC).
Geavanceerde functies
36
Spraakmemo's opnemen
Hier vindt u informatie over hoe u een spraakmemo opneemt die u op elk gewenst moment kunt afspelen. U kunt een spraakmemo aan
een foto toevoegen als een korte herinnering aan de opnameomstandigheden.
U bereikt de beste geluidskwaliteit als u op 40 cm afstand van de camera opneemt.
apAhnds
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Spraak Memo.
Kadreer het onderwerp en maak een foto.
3
Direct nadat de foto is gemaakt, begint u met het opnemen t
van een spraakmemo.
Neem een korte spraakmemo op (maximaal
4
10 seconden).
Druk op [t Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo
te stoppen.
Een spraakmemo opnemen
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Spraak Opname.
Druk op [
3
Ontspanknop] om de opname te starten.
Stop Pauze
Druk op [t
o
] als u de opname wilt onderbreken of hervatten.
U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen.t
Druk op [
4
Ontspanknop] om de opname te stoppen.
Druk nogmaals op [t Ontspanknop] om een nieuwe
spraakmemo op te nemen.
Druk op [
5
m
] om naar de opnamemodus te gaan.
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren …… 38
De resolutie selecteren ………………………… 38
De beeldkwaliteit selecteren ………………… 38
De timer gebruiken ………………………… 39
Opnamen in het donker maken …………… 41
Rode ogen voorkomen ……………………… 41
De flitser gebruiken …………………………… 41
De flitssterkte regelen ………………………… 42
De ISO-waarde aanpassen …………………… 43
De scherpstelling aanpassen ……………… 44
Macro gebruiken ……………………………… 44
De scherpstelafstand instellen ………………… 44
Selectieve focus gebruiken …………………… 45
Het scherpstelgebied aanpassen …………… 46
Gezichtsdetectie gebruiken ……………… 47
Gezichten detecteren ………………………… 47
Een zelfportret maken ………………………… 48
Een foto van een lachend gezicht maken …… 48
Knipperende ogen detecteren ………………… 49
Helderheid en kleur aanpassen …………… 50
De belichting handmatig aanpassen (EV) …… 50
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ………… 50
De lichtmeetmethode wijzigen ………………… 51
Een lichtbron selecteren (Witbalans) ………… 51
Serieopname ………………………………… 55
Uw foto's mooier maken …………………… 56
Fotostijlen toepassen ………………………… 56
Uw eigen RGB-tint definiëren ………………… 56
Uw foto's aanpassen ………………………… 57
Opnameopties
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen.
Opnameopties
38
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de beeldresolutie en -kwaliteit kunt aanpassen.
Bij het maken van een video:
Druk in de
1
v
-modus op [
m
].
Selecteer
2
Functies Filmformaat een optie.
Optie Beschrijving
1280 X 720 HQ: Bestanden met hoge kwaliteit
weergeven op een HDTV.
1280 X 720: Weergeven op een HDTV.
640 X 480: Weergeven op een algemene tv.
320 X 240: Op een webpagina plaatsen.
De beeldkwaliteit selecteren
De foto's die u maakt, worden gecomprimeerd en in
JPEG-indeling opgeslagen. Een hogere kwaliteit resulteert in
grotere bestanden.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Kwalit. een optie.
Optie Beschrijving
Superhoog
Hoog
Normaal
apAhnds
De resolutie selecteren
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels
bevatten en daardoor groter worden afgedrukt en weergegeven.
Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe.
Bij het maken van een foto:
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Fotoformaat een optie.
Optie Beschrijving
4000 X 3000: Afdrukken op A1-formaat.
3984 X 2656: Afdrukken op A2-formaat in brede
verhouding (3:2).
3968 X 2232: Afdrukken op A2-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV.
2976 x 2976: Afdrukken op A2-papier in de verhouding
1:1 (vierkant).
3264 X 2448: Afdrukken op A3-formaat.
2592 X 1944: Afdrukken op A4-formaat.
2048 X 1536: Afdrukken op A5-formaat.
1920 X 1080: Afdrukken op A5-formaat of weergeven
op een HDTV.
1024 X 768: Voor e-mailbijlagen.
SapAhndsv
Opnameopties
39
De timer gebruiken
Hier vindt u informatie over hoe u de timer instelt om de opname met een vertraging te maken.
SapAhndsv
Optie Beschrijving
Afst.bed.: Een foto nemen over 2 seconden telkens
wanneer u de ontspanknop op de afstandsbediening
indrukt.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
Druk op [
3
Ontspanknop] om de timer te starten.
Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen en de camera t
maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto.
Druk op [t
t
] om de timer te annuleren.
Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsherkenningsoptie is de timer t
niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar.
Druk in de opnamemodus op [
1
t
].
Uit
Selecteer een optie.
2
Optie Beschrijving
Uit: De timer is uitgeschakeld.
10 sec: Over 10 seconden een foto maken.
2 sec: Over 2 seconden een foto maken.
Dubbel: Over 10 seconden een foto maken en twee
seconden later nog een.
Bewegingstimer: Detecteert uw beweging en maakt
dan een foto. (pag. 40)
Opnameopties
40
De timer gebruiken
Poseer voor de foto terwijl het AF-hulplampje/timerlampje
6
knippert.
Vlak voordat de camera een foto maakt, stopt het t
AF-hulplampje/timerlampje met knipperen.
De bewegingstimer werkt mogelijk niet in de volgende omstandigheden:
u bevindt zich op meer dan 3 m afstand van de camerat
uw bewegingen zijn niet opvallend genoegt
er is te veel licht of tegenlichtt
De bewegingstimer gebruiken
1
Druk in de opnamemodus op [
t
].
Selecteer
2
.
Druk op [
3
Ontspanknop].
Zorg dat u binnen 6 seconden nadat u op [
4
Ontspanknop]
hebt gedrukt voor de camera staat, op maximaal 3 m afstand.
Maak een beweging, zoals een armzwaai, om de timer te
5
activeren.
Wanneer de camera u detecteert, begint het AF-hulplampje/t
timerlampje snel te knipperen.
Het detectiebereik van de
bewegingstimer
Opnameopties
41
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
De flitser gebruiken
Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of
wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben.
Druk in de opnamemodus op [
1
F
].
Auto
Selecteer een optie.
2
Optie Beschrijving
Uit:
Er wordt geen flits afgevuurd.t
De waarschuwing voor bewegingsonscherpte t
(
) wordt weergegeven wanneer u bij weinig licht
opnamen maakt.
Auto: De camera selecteert een geschikte flitsinstelling
voor de gedetecteerde scène in de modus
S
.
SapAhns
Rode ogen voorkomen
Als u in het donker een foto van iemand maakt met gebruik van
de flitser, kan er een rode gloed in de ogen van het onderwerp
verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Anti-rode
ogen te selecteren.
aps
Opnameopties
42
Opnamen in het donker maken
Er zijn geen flitseropties beschikbaar bij serieopname of als u t
Zelfportret of Knipperen selecteert.
Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de t
flitser bevindt. (pag. 93)
Als er licht wordt gereflecteerd of er te veel stof in de lucht is, kunnen t
er kleine spikkels op de foto zichtbaar zijn.
De flitssterkte regelen
Stel de flitssterkte in om over- of onderbelichting te voorkomen.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Flash EVC.
Stel de flitssterkte in.
3
0
Terug Verpl.
pAhn
Optie Beschrijving
Anti-rode ogen*:
Er wordt een flits afgevuurd wanneer het onderwerp of t
de achtergrond donker is.
De camera corrigeert rode ogen door middel van t
geavanceerde softwarematige analyse van de opname.
Langz sync:
Er wordt een flits afgevuurd en de sluiter blijft langer t
open.
Selecteer deze optie wanneer u het omgevingslicht wilt t
gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar
te maken.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's t
onscherp worden.
Invulflits:
Er wordt altijd een flits afgevuurd.t
De lichtintensiteit wordt automatisch bijgesteld.t
Rode ogen*:
Er wordt een flits afgevuurd wanneer het onderwerp of t
de achtergrond donker is.
De camera gaat rode ogen tegen.t
Auto: Er wordt automatisch een flits afgevuurd wanneer
het onderwerp of de achtergrond donker is.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
* Er zit een korte tijd tussen twee afgevuurde flitsen. Beweeg de camera
niet totdat de tweede flits is afgevuurd.
Opnameopties
43
Opnamen in het donker maken
Het bijstellen van de flitssterkte helpt mogelijk niet in de volgende t
gevallen:
het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera -
er is een hoge ISO-waarde ingesteld -
de belichtingswaarde is te groot of te klein -
In bepaalde opnamemodi kan deze functie niet worden gebruikt.t
De ISO-waarde aanpassen
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig
is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation
for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te
gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere ISO-
waarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies ISO een optie.
Selecteer t om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op
basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval.
Hoe hoger de ISO-waarde, des te meer beeldruis kan er optreden.t
Wanneer t Bew.detectie is ingesteld, wordt de ISO-waarde ingesteld
op Auto.
Wanneer u de ISO-waarde op 3200 instelt, kunt u voor de resolutie t
alleen 3M of lager selecteren.
pAhn
Opnameopties
44
De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u de manier waarop de camera scherpstelt voor diverse onderwerpen kunt aanpassen.
De scherpstelafstand instellen
Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die
bij de afstand tot het onderwerp past.
Druk in de opnamemodus op [
1
M
].
Normaal (AF)
Selecteer een optie.
2
Optie Beschrijving
Normaal (AF): Scherpstellen op een onderwerp op meer
dan 40 cm afstand (meer dan 80 cm bij het gebruik van de
zoomfunctie).
Macro: Scherpstellen op een onderwerp op 5-40 cm afstand
(50-80 cm bij het gebruik van de zoomfunctie).
Auto macro: Scherpstellen op een onderwerp op meer
dan 5 cm afstand (meer dan 50 cm bij het gebruik van de
zoomfunctie).
Handm. scherpte: Scherpstellen op een onderwerp door
handmatig de scherpstelafstand te verstellen.
(pag. 45)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
apAhndv
Macro gebruiken
Gebruik macro om close-upfoto's te maken van onderwerpen
zoals bloemen en insecten. Voor de macro-opties, zie
“De scherpstelafstand instellen”.
Probeer de camera heel stil te houden, om te voorkomen dat de foto's t
onscherp worden.
Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan t
40 cm bedraagt.
apAhndv
Opnameopties
45
De scherpstelling aanpassen
Selectieve focus gebruiken
U kunt op een bepaald deel van de scène scherpstellen.
Selecteer het gedeelte waarop u wilt scherpstellen.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Autom. focus Keuze AF.
Verpl. Instellen
Draai aan de navigatieknop of druk deze in om het
3
kader te verplaatsen naar het gebied waarop u wilt
scherpstellen en druk op [
o
].
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Druk op [•
o
] om het scherpstelgebied te wijzigen.
Als u deze functie gebruikt zijn de opties voor gezichtsdetectie niet
beschikbaar.
pAhnd
De scherpstelafstand handmatig instellen
Druk in de opnamemodus op [
1
M
].
Selecteer
2
Handm. scherpte.
Draai aan de navigatieknop om de scherpstelafstand in
3
te stellen.
Als u de scherpstelafstand handmatig instelt en het onderwerp zich •
buiten het scherpstelgebied bevindt, kan de foto onscherp worden.
Als u deze functie niet kunt gebruiken, is het niet mogelijk om de •
opties voor gezichtsdetectie en scherpstelgebied in te stellen.
Opnameopties
46
De scherpstelling aanpassen
Het scherpstelgebied
aanpassen
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen
op basis van de locatie van het onderwerp in de scène.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Autom. focus een optie.
Optie Beschrijving
Centrum AF: Scherpstelling op het midden (geschikt
voor onderwerpen in het midden van het beeld).
Multi AF: Scherpstelling op een of meer van de
9 mogelijke gebieden.
Keuze AF: Scherpstellen op een door u geselecteerd
gebied. (pag. 45)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
apAhnds
Opnameopties
47
Gezichtsdetectie gebruiken
Wanneer u de gezichtsdetectiefunctie gebruikt, herkent de camera automatisch menselijke gezichten. Wanneer u op een menselijk gezicht
scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Maak snel en eenvoudig foto's met Knipperen om gesloten ogen op de foto te
voorkomen en met Glimlach om een lachend gezicht vast te leggen.
apAhnds
Gezichten detecteren
De camera detecteert automatisch menselijke gezichten
(maximaal 10 menselijke gezichten).
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Gezichtsherk. Normaal.
Het dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader t
gevangen, de andere gezichten in grijze kaders.
Hoe dichter u bij het onderwerp bent, des te sneller detecteert de camera
gezichten.
Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief:t
het onderwerp bevindt zich te ver van de camera af (het -
scherpstelkader kleurt bij Glimlach en Knipperen oranje)
het is te licht of te donker -
het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera -
het onderwerp draagt een zonnebril of een masker -
het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn -
veranderlijk
de gezichtsuitdrukking van het onderwerp wijzigt drastisch -
Gezichtsdetectie is in de volgende situaties niet beschikbaar:t
bij gebruik van een fotostijl -
bij aanpassing van de kleurverzadiging -
wanneer u - Handm. scherpte of Keuze AF instelt
Wanneer u gezichtsdetectie gebruikt, is de digitale zoomfunctie niet t
beschikbaar.
Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsherkenningsoptie is de timer t
niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.t
Opnameopties
48
Gezichtsdetectie gebruiken
Een foto van een lachend gezicht maken
De camera maakt automatisch een foto wanneer er een lachend
gezicht wordt gedetecteerd.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Gezichtsherk. Glimlach.
De camera herkent de lach eerder wanneer het onderwerp t
breeduit lacht.
Een zelfportret maken
Maak foto's van uzelf. De scherpstelafstand wordt op close-up
ingesteld en de camera laat een piepsignaal horen.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Gezichtsherk. Zelfportret.
Wanneer u een korte piep hoort, drukt u op
3
[Ontspanknop].
U kunt de piep in- en uitschakelen door bij de geluidsinstellingen Zelfportret
te selecteren. (pag. 81)
Opnameopties
49
Gezichtsdetectie gebruiken
Knipperende ogen detecteren
Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch
2 foto's na elkaar gemaakt.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Gezichtsherk. Knipperen.
Houd de camera stil terwijl t Bezig met vastleggen op het scherm
wordt weergegeven.
Als de knipperdetectie niet heeft gewerkt, wordt de melding t Foto
gemaakt met gesloten ogen weergegeven. Neem in dat geval
nog een foto.
Opnameopties
50
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er
een groot contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond,
komt het onderwerp waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in
dat geval de optie Auto Contrast Balance (ACB) in.
Zonder ACB Met ACB
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies ACB een optie.
Optie Beschrijving
Uit: ACB is uitgeschakeld.
Aan: ACB is ingeschakeld.
In de t
a
modus is de ACB-functie altijd ingeschakeld.
U kunt opties voor reeksopnamen instellen wanneer deze functie is t
ingeschakeld.
pAh
De belichting handmatig aanpassen
(EV)
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's
te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen
om een beter resultaat te krijgen.
Donkerder (-) Neutraal 0) Helderder (+)
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies EV.
Selecteer een waarde om de belichting aan te passen.
3
Nadat u de belichting hebt aangepast, blijft deze instelling van t
kracht. Mogelijk moet dit later weer worden bijgesteld om onder- of
overbelichting te voorkomen.
Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u t AEB
(Auto Exposure Bracket). De camera maakt dan een reeks foto's
met verschillende belichtingen: normaal, onderbelicht en overbelicht.
(pag. 55)
pAhdv
Opnameopties
51
Helderheid en kleur aanpassen
Een lichtbron selecteren
(Witbalans)
De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en
de kwaliteit daarvan. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren
hebben, selecteert u een passende lichtomstandigheid om
de witbalans mee te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht,
Bewolkt of Kunstlicht, of past u de kleurtemperatuur handmatig
aan. U kunt tevens de kleur voor de voorgeprogrammeerde
lichtbronnen aanpassen, zodat bij een mix van verschillende
soorten licht de kleuren van de foto met de werkelijkheid
overeenstemmen.
(Auto witbalans) (Daglicht)
(Bewolkt) (Kunstlicht)
pAhndv
De lichtmeetmethode wijzigen
De lichtmeetmethode is de manier waarop de camera de
hoeveelheid gereflecteerd licht meet. De helderheid en belichting
van de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies L.meting.
Optie Beschrijving
Multi:
De camera verdeelt het beeld onder in diverse t
gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied.
Geschikt voor algemene foto's.t
Spot:
De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste t
midden van het kader.
Als een onderwerp zich niet midden in het beeld t
bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden.
Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.t
Centr. gewogen:
De camera bepaalt een gemiddelde voor de t
lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk op
het midden.
Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het t
midden van het beeld bevindt.
pAhndv
Opnameopties
52
Helderheid en kleur aanpassen
Uw eigen witbalansinstelling configureren
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Witbalans Meten: sluiter.
Richt de lens op een wit stuk papier.
3
Druk op [
4
Ontspanknop].
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Witbalans een optie.
Pictogram Beschrijving
Auto witbalans: Gebruik automatische instellingen
op basis van de lichtomstandigheden.
Daglicht: Selecteer deze optie voor buitenfoto's op
een zonnige dag.
Bewolkt: Selecteer deze optie voor buitenfoto's op
een bewolkte dag of in de schaduw.
TL-licht H: Selecteer deze optie voor foto's bij
daglichtlampen of drie-wegfluorescentielampen.
TL-licht L: Selecteer deze optie voor foto's bij wit
TL-licht.
Kunstlicht: Selecteer deze optie wanneer u
binnenfoto's maakt bij licht van gloeilampen of
halogeenlampen.
Meten: sluiter (Aangep. instelling): Hiermee gebruikt
u uw eigen, vooraf geconfigureerde instellingen.
Kleurtemperatuur: Stel de kleurtemperatuur van de
lichtbron in. (pag. 53)
Opnameopties
53
Helderheid en kleur aanpassen
De kleurtemperatuur instellen
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Witbalans Kleurtemperatuur.
Stel de kleurtemperatuur in.
3
Terug Verpl.
Druk op [
4
o
] om de instellingen op te slaan.
Kleurtemperatuur
Kleurtemperatuur is een maat in graden Kelvin waarmee de tint
van een bepaald type lichtbron wordt aangegeven. Naarmate
de kleurtemperatuur toeneemt, wordt de kleurspreiding koeler.
En omgekeerd wordt bij een afname van de kleurtemperatuur de
kleurspreiding warmer.
Heldere lucht
TL-licht H
Bewolkt
Daglicht
TL-licht L
Halogeenlamp
Kunstlicht
Kaarslicht
Opnameopties
54
Helderheid en kleur aanpassen
Voorgeprogrammeerde witbalansopties aanpassen
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Witbalans een witbalansoptie.
Druk op [
3
m
].
Selecteer
4
Functies Fijnafstemming witbalans
Aan.
Pas de waarde van de coördinaten aan.
5
Terug Verpl.
G: Groen•
A: Oranje•
M: Magenta•
B: Blauw•
Druk op [
6
o
] om de instelling op te slaan.
Opnameopties
55
Serieopname
Het kan soms moeilijk zijn om foto's van snelbewegende onderwerpen te maken en om de natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van
uw onderwerpen op de foto vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serieopname.
pAhns
Optie Beschrijving
AEB:
Maak 3 foto's met een verschillende belichting: t
normaal, onderbelicht en overbelicht.
Gebruik een statief om onscherpe foto's te t
voorkomen.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
U kunt de flitser, de timer en ACB alleen gebruiken wanneer u t
1 opname selecteert.
Als u t Bew.detectie selecteert, wordt de ISO-waarde ingesteld
op Auto.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Snelheid een optie.
Optie Beschrijving
1 opname: Eén foto maken.
Continu:
t Terwijl u [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de
camera achter elkaar foto's maken.
Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de t
capaciteit van de geheugenkaart.
Bew.detectie:
t Terwijl u [Ontspanknop] ingedrukt houdt, maakt de
camera VGA-foto's (6 foto's per seconde; maximaal
30 foto's).
De camera geeft de zojuist gemaakte foto's t
automatisch weer en slaat ze vervolgens op.
Opnameopties
56
Uw foto's mooier maken
Hier vindt u informatie over hoe u uw foto's mooier kunt maken door fotostijlen en -tinten toe te passen en door aanpassingen te doen.
Uw eigen RGB-tint definiëren
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Fotostylerkeuze Aangep.
RGB.
Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw).
3
Terug Verpl.
Pas de hoeveelheid van de geselecteerde kleur aan.
4
(-: minder of +: meer)
Fotostijlen toepassen
Pas verschillende stijlen op uw foto's toe, zoals Zacht, Helder en
Bos.
Zacht Helder Bos
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Fotostylerkeuze een optie.
Selecteer t Aangep. RGB om uw eigen RGB-tint te definiëren.
Selecteer t Normaal als u gezichtsherkenningsopties wilt gebruiken.
Afhankelijk van de geselecteerde fotostijl zijn sommige t
beeldaanpassingsopties niet beschikbaar.
apAhndsv
Opnameopties
57
Uw foto's mooier maken
Kleurverzadigingsoptie Beschrijving
-
Verminder de kleurverzadiging.
+
Verhoog de kleurverzadiging.
Selecteer t 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken).
Afhankelijk van de geselecteerde beeldaanpassingsoptie zijn sommige t
fotostijlen niet beschikbaar.
Uw foto's aanpassen
Pas het contrast, de scherpte en de kleurverzadiging van uw
foto's aan.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Functies Beeld aanpassen.
Selecteer een aanpassingsoptie.
3
Contrastt
Scherptet
Kleurverz.t
Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel
4
aan te passen.
Contrastoptie Beschrijving
-
Verminder kleuren en helderheid.
+
Verhoog kleuren en helderheid.
Scherpteoptie Beschrijving
-
Verzacht randen in de foto (geschikt voor
fotobewerking op de computer).
+
Verscherp randen om de foto duidelijker te
maken. Hierdoor kan ook de beeldruis in de
foto's toenemen.
pAhn
Weergeven ………………………………………………… 59
De weergavemodus starten ………………………………… 59
Foto's weergeven …………………………………………… 63
Een video afspelen ………………………………………… 64
Spraakmemo's afspelen …………………………………… 65
Foto's bewerken ………………………………………… 66
Foto's in grootte aanpassen ……………………………… 66
Een foto draaien …………………………………………… 66
Fotostijlen toepassen ……………………………………… 67
Uw eigen RGB-tint definiëren ……………………………… 67
Belichtingsproblemen corrigeren …………………………… 68
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ……………………… 69
Bestanden weergeven op een tv of HDTV …………… 70
Bestanden naar de computer overbrengen ………… 72
Voor Windows-gebruikers ………………………………… 72
Voor Mac-gebruikers ……………………………………… 77
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) … 78
Weergeven/bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt
weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook
leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter, televisie of
HDTV aansluit.
Weergeven/bewerken
59
Weergeven
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u bestanden beheert.
Het scherm in de weergavemodus
Pictogram Beschrijving
Foto heeft een spraakmemo
Videobestand
Afdrukbestelling ingesteld (DPOF)
Beschermd bestand
Mapnaam – Bestandsnaam
Histogram
De weergavemodus starten
Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de
camera zijn opgeslagen.
Druk op [
1
P
].
Het laatste bestand dat u hebt gemaakt of opgenomen wordt t
weergegeven.
Als de camera is uitgeschakeld, schakelt u deze in.t
Druk op [
2
F
] of [
t
] of draai aan de navigatieknop om
door bestanden te scrollen.
Houd [t
F
] of [
t
] ingedrukt om de bestanden snel te bekijken.
Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de
geheugenkaart.
Weergeven/bewerken
60
Weergeven
Druk op [
4
F
] of [
t
] om bestanden te bekijken.
Houd [t
F
] of [
t
] ingedrukt om een datum, bestandstype,
weekdag of kleur te selecteren.
Druk op [
5
o
] om terug te gaan naar de normale
weergave.
Bestanden als miniatuur weergeven
Blader vlug door miniaturen van bestanden heen.
Duw in de weergavemodus [Zoomknop] omlaag om 9 of
20 miniaturen weer te geven (duw [Zoomknop] omhoog
om naar de vorige modus terug te keren).
Filter
Functie Actie
Door bestanden scrollen
Draai aan de navigatieknop of druk op
[
D
], [
M
], [
F
] of [
t
].
Bestanden wissen
Druk op [
f
] en selecteer Ja.
Bestanden op categorie bekijken in Smart Album
Bekijk en beheer bestanden op categorie, zoals datum, week of
bestandstype.
Druk in de weergavemodus [
1
Zoomknop] omlaag.
Druk op [
2
m
].
Selecteer een categorie.
3
Type
Datum
Kleur
Week
Terug Instellen
Optie Beschrijving
Type
Geef bestanden gesorteerd op bestandstype weer.
Datum
Geef bestanden op volgorde van de opslagdatum weer.
Kleur
Geef bestanden gesorteerd op de dominante kleur in
het beeld weer.
Week
Geef bestanden weer op volgorde van de weekdag
waarop ze zijn opgeslagen.
Het kan enige tijd duren voordat de categorie is gewijzigd en bestanden
worden gereorganiseerd.
Weergeven/bewerken
61
Weergeven
Bestanden wissen
Wis afzonderlijke bestanden of alle bestanden tegelijk. Beveiligde
bestanden kunnen niet worden gewist.
Afzonderlijke bestanden wissen:
Selecteer een bestand in de weergavemodus en
1
druk op [
f
].
Selecteer
2
Ja om het bestand te wissen.
Meerdere bestanden tegelijk wissen:
Druk in de weergavemodus op [
1
f
].
Selecteer
2
Meer wissen.
Selecteer de bestanden die u wilt wissen en
3
druk op [
o
].
Druk nogmaals op [t
o
] om uw selectie op te heffen.
Druk op [
4
f
].
Selecteer
5
Ja.
Alle bestanden wissen:
Druk in de weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Bestandopties Verwijder Alles Ja.
Bestanden beveiligen
Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk
worden gewist.
Druk in de weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Bestandopties Beveiligen Select..
Als u alle bestanden wilt beveiligen, selecteert u t Alles 
Vergrendel.
Selecteer het bestand dat u wilt beveiligen en
3
druk op [
o
].
Druk nogmaals op [t
o
] om uw selectie op te heffen.
Select. Instellen
Druk op [
4
f
].
Weergeven/bewerken
62
Weergeven
Bestanden naar de geheugenkaart kopiëren
U kunt bestanden van het interne geheugen naar een
geheugenkaart kopiëren.
Druk in de weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Bestandopties Kopie.
Selecteer
3
Ja om bestanden te kopiëren.
De prullenbak gebruiken
Als u de prullenbak activeert, worden de bestanden die u wist
daar naartoe verplaatst, in plaats van permanent te worden
verwijderd. Dit geldt alleen voor afzonderlijke bestanden of
meerdere tegelijk geselecteerde bestanden. Als u ervoor kiest om
alle bestanden te wissen, worden deze niet naar de prullenbak
verplaatst.
De prullenbak activeren:
Druk in de weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Bestandopties Prullenbak Aan.
Bestanden uit de prullenbak terughalen:
Druk in de weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Bestandopties Prullenbak Ophalen.
Deze functie werkt niet voor video's en spraakmemo's.t
Bij gebruik van de prullenbak kan het langer duren om bestanden te t
wissen.
Als u het interne geheugen formatteert, worden alle bestanden in de t
prullenbak gewist.
De prullenbak kan voor maximaal 10 MB aan bestanden bevatten. t
Als de limiet van 10 MB wordt overschreden, vraagt de camera of u
de prullenbak wilt legen. Selecteer Ja om de prullenbak te legen of
Nee om alleen het huidige bestand te wissen.
Weergeven/bewerken
63
Weergeven
Een diavoorstelling starten
U kunt de diavoorstelling van geluid en effecten voorzien.
Druk in de weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Diashow.
Selecteer een effect voor de diavoorstelling.
3
Ga naar stap 5 als u een diavoorstelling zonder effect wilt.t
Optie Beschrijving
Foto's
Kies de foto's die u in een diavoorstelling wilt
weergeven.
Allest : Alle foto's in een diavoorstelling weergeven.
Datumt : Alle foto's van een specifieke datum in een
diavoorstelling weergeven.
Select.t : Geselecteerde foto's in een diavoorstelling
weergeven.
Effect
Selecteer een overgangseffect.t
Selecteer t Uit als u geen effect wilt.
Interval
Het interval tussen foto's instellen.t
Dit is alleen mogelijk als t Uit is geselecteerd in het
menu Effect.
In combinatie met andere effectopties dan t Uit wordt
het interval op 1 seconde ingesteld.
Muziek
Achtergrondmuziek selecteren.
Foto's weergeven
Inzoomen op een deel van een foto of foto's als diavoorstelling
bekijken.
Een foto vergroten
Duw in de weergavemodus [Zoomknop] omhoog
om een foto te vergroten (duw [Zoomknop] omlaag
om een foto te verkleinen).
Boven aan het scherm worden het vergrote gedeelte en de
zoomverhouding weergegeven. De maximale zoomverhouding
kan per resolutie verschillen.
Bijsnijden
Functie Actie
Het vergrote gebied
verplaatsen
Druk op [
D
], [
M
], [
F
] of [
t
].
De vergrote foto
bijsnijden
Druk op [
o
] (de foto wordt opgeslagen
als een nieuw bestand).
Weergeven/bewerken
64
Weergeven
Gebruik de volgende knoppen voor de bediening:
2
Druk op Functie
[
F
]
Terugspoelen
[
o
]
Het afspelen onderbreken of hervatten
[
t
]
Vooruitspoelen
[Zoomknop] omhoog
of omlaag
Het volume regelen
Een video tijdens het afspelen bijsnijden
Druk op [
1
o
] op het punt waar u de videoclip wilt laten
beginnen en duw [Zoomknop] omhoog.
Druk op [
2
o
] om het afspelen te hervatten.
Druk op [
3
o
] op het punt waar u de videoclip wilt laten
eindigen en duw [Zoomknop] omhoog.
Selecteer
4
Ja.
De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn.t
De bewerkte video wordt als nieuw bestand opgeslagen.t
Stel het effect voor de diavertoning in.
4
Selecteer
5
Start Afspelen.
Selecteer t Herhalen om de diavoorstelling continu af te
spelen.
Druk op [t
o
] om de diavoorstelling te pauzeren of te
hervatten.
Een video afspelen
U kunt video's afspelen, afzonderlijke beelden uit video's opslaan
en video's bijsnijden.
Selecteer in de weergavemodus een video en
1
druk op [
o
].
Pauze
Weergeven/bewerken
65
Weergeven
Een aan een foto toegevoegde spraakmemo afspelen
Selecteer in de weergavemodus een foto met een
spraakmemo en druk op [
o
].
Druk op [t o] als u het afspelen wilt onderbreken of hervatten.
Een beeld vastleggen tijdens het afspelen
Druk op [
1
o
] op het punt waarop u een foto wilt
opslaan.
Druk op [
2
M
].
Afzonderlijke beelden die worden bewaard hebben dezelfde grootte als het
oorspronkelijke videobestand en worden als een nieuw bestand opgeslagen.
Spraakmemo's afspelen
Een spraakmemo afspelen
Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo en
1
druk op [
o
].
Gebruik de volgende knoppen voor de bediening:
2
Druk op Functie
[
F
]
Terugspoelen
[
o
]
Het afspelen onderbreken of hervatten
[
t
]
Vooruitspoelen
[
M
]
Het afspelen stoppen
[Zoomknop] omhoog
of omlaag
Het volume regelen
Weergeven/bewerken
66
Foto's bewerken
Bewerk foto's door ze te draaien, in grootte aan te passen, rode ogen te verwijderen en de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging
aan te passen.
Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen.
Een foto draaien
Selecteer een foto in de weergavemodus en
1
druk op [
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Draaien een optie.
Terug
Rechts 90 gr.
Verpl.
Afhankelijk van het oorspronkelijke fotoformaat, wordt het formaat van de
geroteerde foto mogelijk gewijzigd in een lagere resolutie.
Foto's in grootte aanpassen
Selecteer een foto in de weergavemodus en
1
druk op [
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Res.wijz een optie.
Terug Verpl.
Selecteer t om de foto als beginafbeelding op te slaan. (pag. 81)
De beschikbare opties verschillen, afhankelijk van de grootte van de t
geselecteerde foto.
Weergeven/bewerken
67
Foto's bewerken
Uw eigen RGB-tint definiëren
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en
druk op [
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Fotostylerkeuze Aangep.
RGB.
Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw).
3
Terug Verpl.
Pas de hoeveelheid van de geselecteerde kleur aan.
4
(-: minder of +: meer)
Fotostijlen toepassen
Pas verschillende stijlen op de foto toe, zoals Zacht, Helder en
Bos.
Zacht Helder Bos
Selecteer een foto in de weergavemodus en
1
druk op [
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Fotostylerkeuze een optie.
Selecteer t Aangep. RGB om uw eigen RGB-tint te definiëren.
Terug
Zacht
Verpl.
Weergeven/bewerken
68
Foto's bewerken
Belichtingsproblemen corrigeren
U kunt ACB (automatische contrastbalans), helderheid, contrast
en kleurverzadiging aanpassen, rode ogen wegwerken,
onvolkomenheden in het gezicht verbergen of ruis toevoegen aan
de foto.
ACB (automatische contrastbalans) aanpassen
Selecteer een foto in de weergavemodus en
1
druk op [
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Beeld aanpassen ACB.
Rode ogen verwijderen
Selecteer een foto in de weergavemodus en
1
druk op [
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Beeld aanpassen Anti-rode
ogen.
Onvolmaaktheden in het gezicht verbergen
Selecteer een foto in de weergavemodus en
1
druk op [
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Beeld aanpassen
Gezichtretouch.
Selecteer een niveau.
3
Het gezicht wordt egaler naarmate u het getal verhoogt.t
Helderheid/contrast/kleurverzadiging aanpassen
Selecteer een foto in de weergavemodus en
1
druk op [
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Beeld aanpassen.
Selecteer een aanpassingsoptie.
3
t : Helderheid
t : Contrast
t : Kleurverz.
Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel
4
aan te passen. (-: minder of +: meer)
Ruis aan de foto toevoegen
Selecteer een foto in de weergavemodus en
1
druk op [
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Beeld aanpassen Ruis
toevoegen.
Weergeven/bewerken
69
Foto's bewerken
Druk op [
4
m
].
Selecteer
5
Bestandopties DPOF Formaat
een optie.
Optie Beschrijving
Select.
Het afdrukformaat van de geselecteerde foto
opgeven.
Alles
Het afdrukformaat van alle foto's opgeven.
Reset
De instellingen terugzetten.
Als u
6
Select. selecteert, bladert u naar een foto en duwt
u [Zoomknop] omhoog of omlaag om het afdrukformaat
te selecteren. Herhaal dit voor de gewenste foto's en
druk op [
f
].
Als u t Alles selecteert, drukt u op [
D
] of [
M
] om het
afdrukformaat te selecteren en drukt u op [
o
].
Foto's afdrukken als miniaturen
Druk in de weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Bestandopties DPOF Index Ja.
Als u het afdrukformaat opgeeft, kunt u alleen foto's afdrukken met
DPOF 1.1-compatibele printers.
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
Selecteer foto's om af te drukken en stel opties in zoals het aantal
afdrukken en het papierformaat.
De geheugenkaart kan naar een printshop die DPOF (Digital Print t
Order Format) ondersteunt worden gebracht, maar u kunt ook uw
foto's thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken.
Brede foto's worden mogelijk met verlies van de linker- en rechterkant t
afgedrukt, dus houd rekening met de afmetingen van de foto's.
Voor de foto's in het interne geheugen kunt u geen DPOF gebruiken.t
Druk in de weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Bestandopties DPOF Standaard
een optie.
Optie Beschrijving
Select.
De geselecteerde foto's afdrukken.
Alles
Alle foto's afdrukken.
Reset
De instellingen terugzetten.
Als u
3
Select. selecteert, bladert u naar een foto en
duwt u [Zoomknop] omhoog of omlaag om het aantal
exemplaren te selecteren. Herhaal dit voor de gewenste
foto's en druk op [
f
].
Als u t Alles selecteert, drukt u op [
D
] of [
M
] om het aantal
exemplaren te selecteren en drukt u op [
o
].
Weergeven/bewerken
70
Bestanden weergeven op een tv of HDTV
Geef foto's en video's weer door de camera met behulp van de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten.
Bij bepaalde televisies kan er digitale ruis optreden of kan het t
gebeuren dat het beeld niet geheel wordt weergegeven.
Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de t
beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
Terwijl de camera op de televisie is aangesloten, kunt u gewoon foto's t
en video's maken.
Bestanden op een HDTV weergeven
U kunt ongecomprimeerde foto's of video's van hoge kwaliteit op
een HDTV bekijken met behulp van de optionele HDMI-houder.
HDMI (High Definition Multimedia Interface) wordt door de meeste
HDTV's ondersteund.
Zie de "Gebruiksaanwijzing voor HDMI-houder" voor meer
informatie.
Druk in de opname- of weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Instellingen ¡ HDMI-formaat.
Selecteer een HDMI-resolutie.
3
Schakel de camera en HDTV uit.
4
Selecteer een video-uitgang voor uw land of regio.
1
(pag. 83)
Schakel de camera en de televisie uit.
2
Sluit de camera met behulp van de A/V-kabel op de
3
televisie aan.
Video
Audio
Schakel de televisie in en selecteer de
4
videouitvoermodus met de afstandsbediening van de
televisie.
Schakel de camera in en druk op [
5
P
].
Bekijk foto's of speel video's af met behulp van de
6
knoppen op de camera.
Weergeven/bewerken
71
Bestanden weergeven op een tv of HDTV
Plaats de camera in de houder en sluit de HDMI-kabel
5
aan op de HDTV en de houder.
Ontkoppel de A/V-kabel als deze op de houder is aangesloten.
HDMI-kabel
Schakel de camera in.
6
De HDTV wordt automatisch aangezet en het camerascherm t
wordt weergegeven.
Bekijk bestanden met behulp van de knoppen op de
7
camera of de afstandsbediening van de camera of
HDTV.
Als uw HDTV het profiel Anynet+(CEC) ondersteunt, activeert u Anynet + in het
instellingenmenu (pag. 83) om alle aangesloten Samsung A/V-apparaten te
regelen met de afstandsbediening van de tv. Zie de "Gebruiksaanwijzing voor
HDMI-houder" voor meer informatie.
Weergeven/bewerken
72
Bestanden naar de computer overbrengen
Vereisten voor QuickTime Player 7.5
Intel Pentium 4, 3,2 GHz of hoger / AMD Athlin 64FX, t
2,6 GHz of hoger
Windows XP Service Pack 2 of Vistat
Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)t
Videokaart van minimaal 64 MB (nVIDIA Geforce 7600GT of hoger / t
ATI X1600-serie of hoger aanbevolen)
Het gebruik van een zelfgemonteerde pc of een niet-ondersteunde pc t
en besturingssysteem kan tot gevolg hebben dat uw garantie vervalt.
De programma's werken mogelijk niet goed onder de 64-bits versies t
van Windows XP en Vista.
Programma's op de cd-rom
Programma Doel
Samsung Master
Foto's en video's bewerken.
QuickTime Player 7.5
Video's (H.264 (MPEG-4.AVC)-bestanden)
bekijken op een pc.
Adobe Reader
De gebruiksaanwijzing weergeven.
Voor Windows-gebruikers
U kunt bestanden overbrengen door de camera op een pc aan
te sluiten.
Programma's installeren
Hardware- en softwarevereisten
Onderdeel Vereisten
Processor
Pentium III 500 MHz of sneller
(Pentium III 800 MHz of sneller aanbevolen)
RAM
256 MB of meer (512 MB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem
Windows 2000/XP/Vista
Schijfruimte
250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
Overig
USB-poortt
Cd-romstationt
1024x768 pixels, monitor met t
ondersteuning voor 16-bits kleuren
(ondersteuning voor 24-bits kleuren
aanbevolen)
Microsoft Direct X 9.0C of nieuwert
Weergeven/bewerken
73
Bestanden naar de computer overbrengen
Bestanden naar de pc overbrengen
Wanneer u de camera op de pc hebt aangesloten, zal deze
laatste de camera als een verwisselbaar schijfstation herkennen.
Terwijl de camera met een USB-kabel op de pc is aangesloten, wordt de
batterij opgeladen.
Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan.
1
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Plaats de installatie-cd in een compatibel cd-romstation.
1
Wanneer het installatiescherm wordt weergegeven,
2
klikt u op Samsung Digital Camera Installer om de
installatie te starten.
Selecteer de programma's die u wilt installeren en volg
3
de aanwijzingen op het scherm.
Klik op
4
Exit om de installatie te voltooien en start de
computer opnieuw op.
Weergeven/bewerken
74
Bestanden naar de computer overbrengen
De camera loskoppelen (Windows XP)
De USB-kabel wordt onder Windows 2000/Vista op soortgelijke
wijze losgekoppeld.
Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot
1
het knipperen ophoudt.
Klik op
2
op de werkbalk rechtsonder in het scherm
van de pc.
Klik op het pop-upbericht.
3
Verwijder de USB-kabel.
4
Schakel de camera in.
2
De camera wordt automatisch herkend.t
Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-upvenster.
Selecteer Computer.
Selecteer op de pc
3
Deze computer Verwisselbare
schijf DCIM 100SSCAM.
Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de
4
pc of sla ze daar op.
Weergeven/bewerken
75
Bestanden naar de computer overbrengen
Klik op
2
Next en volg de aanwijzingen op het scherm.

Nr. Beschrijving
Selecteer de locatie van de bestanden die u wilt
downloaden.
Klik hier om de geselecteerde bestanden te downloaden.
Miniaturen van bestanden; klik op een afbeelding om deze
te downloaden.
Samsung Master gebruiken
U kunt bestanden downloaden of foto's en video's bewerken die
op de pc zijn opgeslagen. Raadpleeg het Help-menu voor meer
informatie.
Dit programma biedt geen ondersteuning voor het bewerken van
videobestanden (H.264 (MPEG-4. AVC)) op de camera.
Bestanden downloaden met Samsung Master
Wanneer u de camera op een pc aansluit, verschijnt er
automatisch een venster voor het downloaden van bestanden.
Selecteer de bestanden die u wilt downloaden.
1
Weergeven/bewerken
76
Bestanden naar de computer overbrengen
Nr. Beschrijving
Werkbalk
Menu's
Klik hier voor meer informatie over het programma.
Klik hier om de miniaturen in de lijst te vergroten of verkleinen.
De modus wijzigen
t : Weergavemodus
t : Fotobewerkingsmodus
t : Videobewerkingsmodus
Informatie over het geselecteerde bestand weergeven.
De foto's in de geselecteerde map; dubbelklik erop om ze op
schermgrootte weer te geven.
De interface van Samsung Master
Weergeven/bewerken
77
Bestanden naar de computer overbrengen
Schakel de camera in.
2
De computer herkent de camera automatisch en geeft op t
het beeldscherm een pictogram van een verwisselbare schijf
weer.
Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf.
3
Breng foto’s of video’s naar de computer over.
4
Voor Mac-gebruikers
Wanneer u de camera op een Apple Macintosh-computer
aansluit, wordt de camera automatisch door de computer
herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de camera
naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om
programma's te installeren.
Vereisten voor QuickTime Player 7.5
1,8 GHz Power Mac G5 / 1,83 GHz Intel Core Duo of hogert
Mac OS X versie 10.3.9 of hogert
Minimaal 256 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)t
Videokaart van minimaal 64 MBt
Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintosh-
1
computer aan.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Weergeven/bewerken
78
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge)
Druk foto's op een PictBridge-compatibele printer af door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten.
Afdrukopties instellen
Foto's
Formaat
Lay-out
Type
Kwalit.
Afsl. Printen
: Eén
: Auto
: Auto
: Auto
: Auto
Optie Beschrijving
Foto's: Kiezen of alleen de huidige foto dan wel alle foto's
moeten worden afgedrukt.
Formaat: Geef de afdrukgrootte op.
Lay-out: Maak indexprints.
Type: Selecteer de papiersoort.
Kwalit.: Stel de afdrukkwaliteit in.
Datum: Stel in dat de datum wordt afgedrukt.
Best.naam: Stel in dat de bestandsnaam wordt afgedrukt.
Reset: Stel de afdrukopties op de beginwaarden terug.
Bepaalde opties worden niet door alle printers ondersteund.
Schakel de printer in en sluit de camera er met een
1
USB-kabel op aan.
Schakel de camera in.
2
De camera wordt automatisch herkend door de printer.t
Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-t
upvenster. Selecteer Printer.
Als de printer een massaopslagfunctie heeft, moet in het t
instellingenmenu eerst de USB-modus op Printer worden
ingesteld. (pag. 84)
Druk op [
3
F
] of [
t
] om een foto te selecteren.
Druk op [t
m
] om afdrukopties in te stellen.
Zie “Afdrukopties instellen”.
Druk op [
4
o
] om af te drukken.
Het afdrukken begint. Druk op [t
F
] om het afdrukken te
annuleren.
Camera-instellingenmenu ……………………………… 80
Het instellingenmenu openen ……………………………… 80
Geluid ……………………………………………………… 81
Display ……………………………………………………… 81
Instellingen …………………………………………………… 82
Foutmeldingen …………………………………………… 85
Onderhoud van de camera ……………………………… 86
De camera reinigen ………………………………………… 86
Geheugenkaarten …………………………………………… 87
De batterij …………………………………………………… 88
Voordat u contact opneemt met een servicecenter 90
Cameraspecificaties ……………………………………… 93
Index ………………………………………………………… 98
Aanvullende
informatie
Hier vindt u informatie over instellingen en foutmeldingen,
alsmede specificaties en onderhoudstips.
Aanvullende informatie
80
Camera-instellingenmenu
Hier vindt u informatie over de verschillende instellingen die u op de camera kunt doen.
Selecteer een optie en sla de instellingen op.
3
Volume
B.geluid
Sl.toon
Piepjes
AF-geluid
Zelfportret
Terug Instellen
: Aan
Uit
Laag
Middel
Hoog
Druk op [
4
m
] om naar het vorige scherm terug te
keren.
Het instellingenmenu openen
Druk in de opname- of weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer een menu.
2
Functies
Geluid
Display
Instellingen
Afsl. Wijzigen
Volume
B.geluid
Sl.toon
Piepjes
AF-geluid
Zelfportret
Menu Beschrijving
Geluid: Hier stelt u de geluiden van de camera en het
volume in. (pag. 81)
Display: Hier past u de scherminstellingen aan, zoals
de taal en de helderheid. (pag. 81)
Instellingen: Hier wijzigt u de instellingen voor
het camerasysteem, zoals geheugenformaat,
standaardbestandsnaam en de USB-modus. (pag. 82)
Aanvullende informatie
81
Camera-instellingenmenu
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Beginafbeelding
Een afbeelding instellen die wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld.
Uitt *: Er wordt geen afbeelding weergegeven.
Logot : Er wordt een standaardafbeelding uit het
interne geheugen weergegeven.
Gebr.afbt : Een afbeelding naar keuze
weergeven. (pag. 66)
Er wordt slechts één beginafbeelding in het t
interne geheugen opgeslagen.
Als u een nieuwe foto selecteert of de camera t
reset, wordt de huidige beginafbeelding gewist.
Brede foto's of foto's met een verhouding van t
3:2 kunnen niet als beginafbeelding worden
ingesteld.
Rasterlijn
Selecteer een type rasterlijnen om u te helpen bij
de compositie van een scène. (2 X 2*
, 3 X 3, X, +)
Helderh.
scherm
De helderheid van het scherm aanpassen.
(Auto*, Donker, Normaal, Licht)
Normaal staat voor de weergavemodus vast, zelfs als
Auto is geselecteerd.
Snel tonen
De weergaveduur voor een gemaakte foto of video
instellen, voordat naar de opnamemodus wordt
teruggekeerd. (Uit, 0,5 sec*, 1 sec, 3 sec)
Spaarstand
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert,
schakelt de camera automatisch over op de
energiebesparingsmodus (druk op een knop om
deze modus weer te deactiveren). (Uit*,
Aan)
Geluid
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Volume
Hiermee past u het volume van alle geluiden aan.
(Uit, Laag, Middel*, Hoog)
B.geluid
Hier selecteert u een geluidsignaal voor het
inschakelen van de camera. (Uit*, 1, 2, 3)
Sl.toon
Hier selecteert u een geluid voor het indrukken van de
ontspanknop. (Uit, 1*, 2, 3)
Piepjes
Kiezen welk geluid bij het indrukken van knoppen of
het wisselen van modi wordt geproduceerd.
(Uit, 1*, 2, 3)
AF-geluid
Hier stelt u in of er een geluid klinkt bij het half
indrukken van de ontspanknop. (Uit,
Aan*)
Zelfportret
Hier stelt u in of er een geluid klinkt wanneer de
camera uw gezicht detecteert. (Uit,
Aan*)
Display
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Language
Een taal selecteren voor de schermtekst.
Functie-
beschrijving
Een korte beschrijving van een optie of menu weergeven.
(
Uit, Aan*)
Aanvullende informatie
82
Camera-instellingenmenu
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Bestandsnr.
De naamgeving van bestanden instellen.
Op nult : Instellen dat de bestandsnummering
weer bij 0001 begint wanneer er een
nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een
geheugenkaart wordt geformatteerd of alle
bestanden worden gewist.
Seriet *: Instellen dat de bestandsnummering
doorloopt wanneer er een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt
geformatteerd of alle bestanden worden gewist.
De standaardnaam van de eerste map is t
100SSCAM en de standaardnaam van het eerste
bestand is SDC10001.
Het bestandsnummer wordt steeds met een t
opgehoogd, van SDC10001 tot SDC19999.
Het mapnummer wordt steeds met een t
opgehoogd, van 100SSCAM tot 999SSCAM.
Het maximumaantal bestanden dat in een map kan t
worden opgeslagen, is 9999.
De camera definieert bestandsnamen volgens de t
Digital rule for Camera File system-norm (DCF).
Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze
bestanden mogelijk niet meer weergeven.
Instellingen
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Formatt.
Het interne geheugen en de geheugenkaart
formatteren (alle bestanden, ook beschermde,
worden gewist). (Ja, Nee)
Geheugenkaarten die in een camera van een andere
fabrikant of in een geheugenkaartlezer zijn gebruikt, of die
met een computer zijn geformatteerd, kunnen door de
camera mogelijk niet correct worden gelezen. Formatteer
dergelijke kaarten in de camera alvorens ze te gebruiken.
Reset
Menu's en opnameopties op de beginwaarden
instellen (instellingen voor datum en tijd, taal en video-
uitvoer worden niet gereset). (Ja, Nee)
Datum/tijd
De datum en tijd instellen en een datumnotatie
selecteren. (dd/mm/jjjj, mm/dd/jjjj, jjjj/mm/dd,
Uit*)
Tijdzone Een regio selecteren en zomer-wintertijd instellen (DST).
Aanvullende informatie
83
Camera-instellingenmenu
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Video
Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio
instellen.
NTSCt *: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan,
Mexico.
PAL t (ondersteunt alleen BDGHI): Australië,
Oostenrijk, België, China, Denemarken, Finland,
Duitsland, Engeland, Italië, Koeweit, Maleisië,
Nieuw Zeeland, Singapore, Spanje, Zweden,
Zwitserland, Thailand, Noorwegen.
AF-lamp
Een hulplampje instellen ter ondersteuning van het
scherpstellen in donkere omgevingen. (Uit,
Aan*)
Anynet+
(HDMI-CEC)
Als de camera is aangesloten op een Samsung-
HDTV die Anynet+(CEC) ondersteunt, kunt u deze
met de afstandsbediening van de tv gebruiken door
deze optie in te schakelen.
Aant *: De camera gebruiken met een
HDTV-afstandsbediening.
Uitt : Bestanden weergeven zonder een
HDTV-afstandsbediening te gebruiken.
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Afdruk
Instellen of de datum en tijd op de foto's worden
afgedrukt. (Uit*, Datum, Datum/tijd)
De datum en tijd worden in de rechteronderhoek t
geel weergegeven.
Bij bepaalde printermodellen worden de datum t
en tijd niet afgedrukt.
Als ut Tekst selecteert in de
s
-modus, worden
de datum en tijd niet weergegeven.
Automatisch uit
Instellen dat de camera automatisch wordt
uitgeschakeld wanneer u deze niet gebruikt.
(Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
Bij vervanging van de batterij blijven deze t
instellingen behouden.
De camera schakelt in de volgende gevallen niet t
automatisch uit:
wanneer deze op een computer of printer is -
aangesloten
wanneer u een diavertoning of video's afspeelt -
wanneer u een spraakmemo opneemt -
Aanvullende informatie
84
Camera-instellingenmenu
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
HDMI-formaat
De resolutie van foto's selecteren wanneer u
met de HDMI-houder bestanden op een HDTV
weergeeft. (NTSC: 1080i*, 720p, 480p /
PAL: 1080i*, 720p, 576p)
Als de geselecteerde resolutie niet door de HDTV wordt
ondersteund, wordt automatisch de onderliggende
resolutiewaarde geselecteerd.
USB
Instellen om via een USB-verbinding met een
computer of printer te communiceren.
Autot *: Instellen dat de camera automatisch een
USB-modus selecteert.
Computert : De camera op een computer
aansluiten om bestanden over te brengen.
Printert : De camera op een printer aansluiten om
bestanden af te drukken.
Aanvullende informatie
85
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
Foutmelding Mogelijke oplossing
Kaartfout
Schakel de camera uit en weer in.t
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze t
weer terug.
Formatteer de geheugenkaart. (pag. t 82)
Kaart vergrendeld
Ontgrendel de geheugenkaart.
DCF Full Error
Bestandsnamen komen niet met de
DCF-norm overeen. Breng de bestanden op
de geheugenkaart naar een computer over en
formatteer de kaart. (pag. 82)
Bestandsfout
Wis het beschadigde bestand of neem contact
op met een servicecenter.
Batterij bijna leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij
op.
Weinig licht
Schakel de flitser in. (pag. 41)
Geheugen vol
Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Geen foto
Maak foto's of plaats en geheugenkaart met
foto's.
Aanvullende informatie
86
Onderhoud van de camera
Camerabehuizing
Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af.
Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het toestel te reinigen. t
Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten
veroorzaken.
Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de t
lenskap.
De camera reinigen
Cameralens en -scherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg
de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel
achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk
reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon.
Aanvullende informatie
87
Onderhoud van de camera
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de
opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende
capaciteiten zijn op een 1-GB SD-kaart gebaseerd:
Grootte Superhoog Hoog Normaal 60 fps 30 fps 15 fps
F
o
t
o
'
s
142 274 389 - -
-
162 302 426 - -
-
195 355 509 - -
-
195 355 509 - -
-
204 361 518 - -
-
327 547 764 - -
-
514 774 1028 - -
-
840 1104 1387 - -
-
1420 1612 1807 - -
-
*
V
i
d
e
o
s
----
Circa
12 min
22 sec
Circa
22 min
----
Circa
13 min
57 sec
Circa
25 min
----
Circa
24 min
Circa
46 min
---
Circa
49 min
Circa
70 min
Circa
91 min
* Bij gebruik van de zoomfunctie kan de opnametijd van de hier gegeven
waarden afwijken.
Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar
opgenomen.
Geheugenkaarten
Geheugenkaarten voor deze camera
U kunt SD-kaarten (Secure Digital), SDHC-kaarten (Secure Digital
High Capacity) en MMC-kaarten (Multimedia Card) gebruiken.
Contactpunten
Etiket (voorzijde)
Schrijfvergrendeling
Bij SD- en SDHC-kaarten kunt u voorkomen dat bestanden
worden gewist, door de schrijfvergrendeling op de kaart om
te zetten. Schuif de vergrendeling naar beneden om de kaart
alleen-lezen te maken, en omhoog om de schrijfvergrendeling op
te heffen. Vergeet niet om voordat u gaat fotograferen de kaart te
ontgrendelen.
Aanvullende informatie
88
Onderhoud van de camera
Levensduur van de batterij
Opnametijd/
Aantal foto's
Opnameomstandigheden
(wanneer de batterij volledig is geladen)
Foto's
Circa 150 min/
Circa 300 foto's
Dit is onder de volgende omstandigheden
gemeten: in de
a
-modus, resolutie
12M, kwaliteit Hoog, OIS Aan.
1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één
foto en zoom in of uit.
2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto
en zoom in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 gedurende
30 seconden uit en herhaal dit
5 minuten lang. Schakel de camera
vervolgens 1 minuut uit.
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Video's
Circa 140 min
Neem video's op bij een resolutie van
640x480 en met 30 fps.
De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en •
kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik.
Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar •
opgenomen.
De batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Batterijspecificaties
Modus
SLB-11A
Type
Lithium-ionbatterij
Capaciteit
1130 mAh
Voltage
3,8 V
Oplaadtijd
(wanneer de camera is uitgeschakeld)
Circa 190 min
Aanvullende informatie
89
Onderhoud van de camera
Over het opladen van de batterij
Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze t
is geplaatst.
Schakel de camera tijdens het opladen uit.t
Schakel de camera pas in nadat u de batterij langer dan 10 minuten t
hebt opgeladen.
Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de t
batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het indicatielampje groen
wordt.
Als het indicatielampje rood knippert of niet brandt, sluit u de kabel t
opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw.
Als u de batterij oplaadt terwijl deze warm is, kan het indicatielampje t
oranje gaan branden. Nadat de batterij is afgekoeld, wordt met
opladen begonnen.
Over het opladen terwijl er een computer is aangesloten
Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.t
De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet opgeladen:t
wanneer u een USB-hub gebruikt -
wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn -
aangesloten
wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de -
computer aansluit
wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm -
niet ondersteunt (5 V, 500 mA)
Aanvullende informatie
90
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een
servicecenter. Als u hebt geprobeerd een oplossing te vinden met behulp van deze suggesties, maar nog steeds problemen ondervindt,
kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Situatie Mogelijke oplossing
Er kunnen geen foto's
wor
den gemaakt
Er is geen ruimte op de geheugenkaart. t
Wis onnodige bestanden of plaats een
nieuwe kaart.
Formatteer de geheugenkaart. (pag. t 82)
De geheugenkaart is defect. Koop een t
nieuwe geheugenkaart.
De geheugenkaart is vergrendeld. t
Ontgrendel de kaart. (pag. 85)
Controleer of de camera is ingeschakeld.t
Laad de batterij op.t
Controleer of de batterij op de juiste t
wijze is geplaatst.
De camera loopt vast
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
De flitser werkt niet
Mogelijk is de flitser op t Uit ingesteld.
(pag. 41)
In de modi t
d
,
v
en bepaalde
s
modi kan de flitser niet worden gebruikt.
Er wordt onverwachts
een flits afgevuurd
De flitser wordt mogelijk afgevuurd
vanwege statische elektriciteit.
Dit is geen defect van de camera.
Situatie Mogelijke oplossing
De camera kan niet
wor
den ingeschakeld
Controleer of de batterij in de camera is t
geplaatst.
Controleer of de batterij op de juiste wijze t
is geplaatst.
Laad de batterij op.t
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld
Laad de batterij op.t
De camera bevindt zich mogelijk in de t
energiebesparingsmodus. (pag. 81)
De camera wordt mogelijk uitgeschakeld t
om te voorkomen dat de geheugenkaart
door een harde schok beschadigd raakt.
Schakel de camera weer in.
De batterij raakt snel
leeg
De batterij raakt bij lage temperaturen t
(onder 0 °C) sneller leeg. Houd de
batterij warm door deze in uw zak te
steken.
Met het gebruik van de flitser en het t
opnemen van video's raakt de batterij
snel leeg. Laad de batterij indien nodig
weer op.
Batterijen zijn verbruiksgoederen die t
na verloop van tijd moeten worden
vervangen. Haal een nieuwe batterij als
de levensduur drastisch afneemt.
Aanvullende informatie
91
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie Mogelijke oplossing
De kleuren in de foto
zijn anders dan de
daadwerkelijke kleuren
Een onjuiste witbalans kan voor
onrealistische kleuren zorgen. Selecteer
de juiste witbalansoptie voor de lichtbron.
(pag. 51)
De foto is te licht
De foto is overbelicht.
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. t 50)
Selecteer de diafragmawaarde of t
sluitertijd. (pag. 31)
Schakel de flitser uit. (pag. t 41)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t 43)
De foto is te donker
De foto is onderbelicht.
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. t 50)
Selecteer de diafragmawaarde of t
sluitertijd. (pag. 31)
Schakel de flitser in. (pag. t 41)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t 43)
De foto is vervormd
De groothoeklens kan elementen in het t
beeld vervormen. Dit is normaal bij een
groothoeklens.
Situatie Mogelijke oplossing
De datum en tijd
kloppen niet
Stel in het scherminstellingenmenu de
datum en tijd in.
Het display of de
knoppen werken niet
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
De geheugenkaart heeft
een fout
De geheugenkaart is niet gereset.
Formatteer de kaart. (pag. 82)
Er kunnen geen
bestanden worden
afgespeeld of
weergegeven
Als u de naam van een bestand wijzigt,
kan de camera dit bestand mogelijk niet
afspelen of weergeven (de bestandsnaam
moet aan de DCF-normen voldoen).
In dergelijke gevallen kunt u de bestanden
op een computer afspelen of weergeven.
De foto's zijn onscherp
Als het onderwerp zich buiten het t
scherpstelgebied bevindt, kan de foto
onscherp worden. Selecteer de juiste
scherpsteloptie al naar gelang de
afstand tot het onderwerp. (pag. 44)
Zorg dat het onderwerp zich binnen het t
bereik van de flitser bevindt. (pag. 93)
Controleer of de lens schoon is. t
Reinig de lens indien nodig. (pag. 86)
Aanvullende informatie
92
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie Mogelijke oplossing
Uw computer kan geen
video's afspelen
De codec die in uw computer is
geïnstalleerd, is mogelijk incompatibel met
de videobestanden die u wilt afspelen.
Gebruik QuickTime
®
Player of installeer
Codec Pack Full.
QuickTimet
®
Player 7.5 gebruiken
1. Installeer QuickTime
®
Player 7.5.
Dit programma ondersteunt MP4
(H.264 (MPEG-4.AVC)).
2. Speel video's af met QuickTime
®
Player.
Codec Pack Full gebruikent
1. Installeer de laatste versie van Codec
Pack Full.
2. Speel video's af met de mediaspeler
(Media Player Classic of Windows
Media Player 11 worden aanbevolen).
Installeer QuickTimet
®
Player 7.5 of K-Lite
Codec Pack Full op Windows XP SP2
of hoger.
Afhankelijk van uw computeromgeving t
worden video's mogelijk schokkerig
afgespeeld.
Situatie Mogelijke oplossing
De foto's worden
niet op de televisie
weergegeven
Controleer of de camera goed met de t
A/V-kabel op de externe monitor is
aangesloten.
Controleer of de geheugenkaart foto's t
bevat.
De computer herkent
de camera niet
Controleer of de USB-kabel op de juiste t
wijze is geplaatst.
Controleer of de camera is ingeschakeld.t
Controleer of het besturingssysteem t
wordt ondersteund.
Tijdens het overbrengen
van bestanden
verbreekt de computer
de verbinding
De bestandsoverdracht kan door statische
elektriciteit worden gestoord. Koppel de
USB-kabel los en sluit deze weer aan.
Aanvullende informatie
93
Cameraspecificaties
Sluitertijd
Auto: 1/8 - 1/2.000 sec.
t
Programma: 1 - 1/2.000 sec.t
Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig: 16 - 1/2.000 sec.t
Nacht: 8 - 1/2.000 sec.t
Vuurwerk: 4 sec.t
Belichting
Bediening
Programma AB, Diafragmavoorkeuze AB,
Sluitertijdvoorkeuze AB, Handmatige belichting
Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen
Compensatie ±2 BW (in stappen van 1/3 BW)
ISO-equivalent Auto, 80, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200
Flitser
Modus
Uit, Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync, Anti-rode
ogen
Bereik
Groothoek: 0,3 m - 5,2 m (ISO Auto)
t
Tele: 0,5 m - 2,5 m (ISO Auto)t
EVC ±1 BW (in stappen van 1/2 BW)
Oplaadtijd Circa 5 sec.
Trillingsreductie
DUAL IS [Optical Image Stabilisation (OIS) +
Digital Image Stabilisation (DIS)]
Beeldsensor
Type 1/2,33 inch (circa 1,09 cm) CCD
Effectieve pixels Circa 12,2 megapixels
Totaalaantal pixels Circa 12,4 megapixels
Lens
Brandpuntsafstand
Schneider-KREUZNACH-lens f = 4,3 - 21,5 mm
(35-mm equivalent: 24 - 120 mm)
Diafragmabereik f/2.8 (G) - f/5.8 (T)
Digitale zoom
Fotomodus: 1,0x - 5,0x
t
Weergavemodus: 1,0x - 12,5x (afhankelijk van het t
beeldformaat)
Display
Type AMOLED
Eigenschap 3,0 inch (7,62 cm) hVGA+ (518.400 pixels)
Scherpstelling
Type
TTL-autofocus (Multi-AF, Centrum-AF, Keuze-AF,
Handm. scherpte)
Bereik
Groothoek (G) Tele (T)
Normaal 40 cm - oneindig 80 cm - oneindig
Macro 5 cm - 40 cm 50 cm - 80 cm
Auto macro 5 cm - oneindig 50 cm - oneindig
Handmatig 5 cm - oneindig 50 cm - oneindig
Aanvullende informatie
94
Cameraspecificaties
Video's
Formaat: H.264 (max. opnametijd: 20 min)
•
Stereo-opname met volumeregeling en demping •
tijdens zoomen
Formaat: 1280 x 720 hoge kwaliteit, 1280 x 720
•
standaardkwaliteit, 640 x 480, 320 x 240
Framesnelheid: 60 fps, 30 fps, 15 fps
•
Spraak: Uit, Aan•
OIS: Aan, Uit•
Video bewerken (intern): pauzeren tijdens •
opnemen, foto's maken, bijsnijden
Effect: Fotostylerkeuze
•
Weergave
Type
Eén foto, Miniaturen, Diashow,
Video, Smart Album
Bewerken Res.wijz, Draaien, Fotostylerkeuze, Beeld aanpassen
Effect
Fotostylerkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos,
•
Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Negatief,
Aangep. RGB
Beeld aanpassen: ACB, Anti-rode ogen,
•
Gezichtretouch, Helderheid, Contrast, Kleurverz.,
Ruis toevoegen
Effect
Opnamemodus
Fotostylerkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos,
•
Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep.
RGB
Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz.
•
Witbalans
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Aangep.
instelling, Kleurtemperatuur
Opname
Foto's
Modi: Smart Auto (Macro, Macro tekst, Wit,
•
Landschap, Actie, Statief, Nacht, Nachtportret,
Tegenlicht, Tegenlichtportret, Portret), Auto,
Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit,
Handmatig, Gebruiker, DUAL IS, Film, Scène
(Beautyshot, Nacht, Portret, Kinderen, Landschap,
Tekst, Close-up, Zon onder, Dageraad, Tegenl.,
Vuurwerk, Strand/sneeuw, Kaderlijnen)
Snelheid: 1 opname, Continu, Bew.detectie, AEB
•
Timer: Uit, 10 sec, 2 sec, Dubbel, Bewegingstimer, •
Afst.bed.
Aanvullende informatie
95
Cameraspecificaties
Beeldformaat
Voor 1GB SD
Superhoog Hoog Normaal
4000 x 3000 142 274 389
3984 x 2656 162 302 426
3968 x 2232 195 355 509
2976 x 2976 195 355 509
3264 x 2448 204 361 518
2592 x 1944 327 547 764
2048 x 1536 514 774 1028
1920 x 1080 840 1104 1387
1024 x 768 1420 1612 1807
Deze waarden zijn gemeten onder standaardcondities en
kunnen variëren afhankelijk van opnameomstandigheden
en camera-instellingen.
Interface
Digitale uitvoer USB 2.0 (34-pins)
Audio-uitvoer Mono (interne speaker, Stereo (microfoon)
Video-uitvoer
AV: NTSC, PAL (keuze)
t
HDMI 1.2: NTSC, PAL (keuze)t
DC-stroom-
aansluiting
34-pins, 4,4 V
Energiebron
Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (SLB-11A, 1.130 mAh)
Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen.
Spraakopname
Spraakopname (max. 10 uur)
t
Spraakmemo in een foto (max. 10 sec.)t
Stereo-opnamet
Opslag
Media
Intern geheugen: circa 76 MB
t
Extern geheugen (optioneel)t
SD-kaart (tot 4 GB gegarandeerd) -
SDHC-kaart (tot 8 GB gegarandeerd) -
MMC Plus (tot 2 GB gegarandeerd), -
4-bits 20 MHz)
De interne geheugencapaciteit kan van deze specificaties
afwijken.
Bestandsindeling
Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21, DPOF 1.1,
t
PictBridge 1.0
Video: MP4 (H.264 (MPEG-4.AVC))
t
Audio: WAVt
Aanvullende informatie
96
Cameraspecificaties
Energiebron
Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (SLB-11A, 1.130 mAh)
Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen.
Afmetingen (B x H x D)
97 x 61 x 21 mm
Gewicht
160 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Bedrijfstemperatuur
0 - 40 ˚C
Bedrijfsluchtvochtigheid
5 - 85 %
Software
Samsung Master, QuickTime
®
Player 7.5, Adobe Reader
Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Aanvullende informatie
97
Correcte verwijdering van dit product (inzameling en
recycling van elektrische en elektronische
apparatuur)
(Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese
landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Dit merkteken, dat op het product of de documentatie wordt
weergegeven, geeft aan dat het product niet mag worden
weggeworpen bij het huishoudelijk afval. Om gevaar voor het milieu
of de volksgezondheid te voorkomen, dient u dit product van andere
typen afval gescheiden te houden en het op een verantwoordelijke
manier te recyclen om duurzaam hergebruik van materiaalbronnen
te bevorderen. Particulieren dienen contact op te nemen met het
verkooppunt waar het product is gekocht of met de plaatselijke
overheid voor informatie over waar dit product kan worden ingeleverd
voor milieuvriendelijke recycling. Bedrijven dienen contact op te
nemen met hun leverancier en de voorwaarden en bepalingen van het
aankoopcontract na te kijken. Dit product mag niet samen met ander
commercieel afval worden weggeworpen.
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit
product
(Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s
en batterijen)
Dit merkteken op de accu, gebruiksaanwijzing of verpakking geeft aan
dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen
met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische
symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of
loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn
2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van
mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van
het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan
te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in
uw omgeving.
De oplaadbare accu in dit product kan niet door de gebruiker zelf
worden vervangen. Neem contact op met uw serviceprovider voor
informatie over vervanging.
Het Samsung Eco-symbool
Dit is een eigen symbool van Samsung dat het bedrijf
gebruikt om zijn milieuvriendelijke productactiviteiten
naar de consument te communiceren. Het symbool
staat voor Samsung's voortdurende inspanningen om
milieubewuste producten te ontwikkelen.
Aanvullende informatie
98
Index
A
Aanpassen
Contrast
in de opnamemodus 57
in de weergavemodus 68
Helderheid 68
Kleurverzadiging
in de opnamemodus 57
In de weergavemodus 68
Scherpte 57
ACB 50, 68
Adobe Reader 72
Afdruk 83
Afdrukbestelling 69
AF-geluid 81
AF-lamp 83
Afzonderlijke beelden
opslaan 65
Anynet+ 83
Automatische
contrastverbetering
(ACB) 50, 68
Automodus 20
B
Batterij
Levensduur 88
Opladen 89
Specificaties 88
Batterijmeter 15
Beautyshot-modus 28
Beginafbeelding 81
Belichting 50
Bestanden beveiligen 61
Bestanden overbrengen
voor Mac 77
voor Windows 72
Bestanden weergeven
als miniatuur 60
Diavertoning 63
op categorie 60
op televisie 70
Bestanden wissen 61
Bewegingsonscherpte 23
Bewegingstimer 40
Bewerken 66
D
Datum en tijd 82
Diafragmavoorkeuzemodus
32
Diafragmawaarde 31
Diavertoning 63
Digitale zoom 21
Digital Image Stabilisation
(digitale beeldstabilisatie) 27
DPOF 69
Draaien 66
DUAL IS-modus 27
F
Filmmodus 35
Flitser
Anti-rode ogen 42
Auto 42
Invullen 42
Langz. sync 42
Rode ogen 42
Uit 41
Fotokwaliteit 38
Foto's afdrukken 78
Fotostijlen 56
Foutmeldingen 85
Framesnelheid 35
Functiebeschrijving 81
Functieknop 13
Aanvullende informatie
99
Index
G
Gebruikersmodus 34
Geheugenkaart
Capaciteit 87
MMC 87
SD 87
SDHC 87
Geluid uitschakelen
Camera 15
Video 35
Gezichtsherkenning
Glimlach 48
Knipperen 49
Normaal 47
Zelfportret 48
Glimlach 48
Grootte aanpassen 66
H
Half indrukken 6
Handmatige modus 33
HDTV 70
Helderheid scherm 81
Helderheid van het
gezicht 28
Het apparaat loskoppelen 74
I
Instellingen
Camera 82
Display 81
Geluid 81
Openen 80
ISO-waarde 43
K
Kadergids 29
Knipperen 49
L
Lichtbron (Witbalans) 51
Lichtmeting
Centr. gewogen 51
Multi 51
Spot 51
M
Macro 44
Menuknop 13
Minidashboard 15
N
Navigation button 13
O
Onderhoud 86
Onvolkomenheden in het
gezicht 28
Opnamemodus
Auto 20
Diafragmavoorkeuze 32
Dual IS 27
Film 35
Gebruiker 34
Handmatig 33
Programma 30
Scène 28
Sluitertijdvoorkeuze 32
Smart Auto 26
Opnemen
Spraakmemo 36
Video 35
Optical Image Stabilisation
(OIS) 22, 27
P
Pictogrammen 14
Programmamodus 30
Prullenbak 62
Q
QuickTime Player 72
Aanvullende informatie
100
Index
R
Rasterlijnen 18, 81
Reinigen
Behuizing 86
Display 86
Lens 86
Reset 82
Resolutie
Foto 38
Video 38
RGB-tint
in de opnamemodus 56
in de weergavemodus 67
Rode ogen 41
S
Samsung Master
Gebruiken 75
Installeren 72
Scènemodus 28
Scherpstelafstand
Auto Macro 44
Handmatig scherpte 44
Macro 44
Normaal (AF) 44
Scherpstelgebied
Centrum AF 46
Keuze AF 46
Multi AF 46
Serie-opname
Bew.detectie 55
Continu 55
opnamereeks met
verschillende belichtingen
(AEB) 55
Servicecenter 90
Sluitertijd 31
Sluitertijdvoorkeuzemodus
32
Smart Album 60
Smart Auto-modus 26
Snel tonen 81
Spraakmemo
Afspelen 65
Opnemen 36
T
Timer 39
Type weergave 18
V
Vergroten 63
Video 83
Afspelen 64
Opnemen 35
Volume 81
W
Weergaveknop 13, 15
Weergavemodus 59
Witbalans 51
Z
Zelfportret 48
Zoomen 21
Zoomknop 13
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-
informatie die met het product is meegeleverd of bezoek
onze website http://www.samsungcamera.com
Het CE-keurmerk geeft aan dat dit
product aan de richtlijnen van de
Europese Gemeenschap (EG) voldoet

Documenttranscriptie

In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Ä Klik op een onderwerp Beknopt overzicht User Manual WB1000 Inhoud Basisfuncties Geavanceerde functies Opnameopties Weergeven/bewerken Aanvullende informatie Index Informatie over gezondheid en veiligheid Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt. Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp Waarschuwing: situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken Voorzichtig: situaties die schade aan de camera of andere apparatuur kunnen veroorzaken Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden. Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende informatie Behandel batterijen en oplader voorzichtig en verwijder deze volgens de voorschriften t Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen ernstig letsel of schade aan uw camera veroorzaken. t Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgeving bij het verwijderen van gebruikte batterijen. t Leg batterijen of camera’s nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden. Waarschuwingen Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires van de camera. Veiligheidsvoorschriften Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig t Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van toepassing op waterschade aan het toestel. Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen en accessoires kunnen ook een fysiek gevaar vormen. 1 Informatie over gezondheid en veiligheid t Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken. t Gebruik of bewaar de camera niet in stoffige, vervuilde, vochtige of slecht geventileerde omgevingen om schade aan bewegende delen en interne onderdelen te vermijden. t Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. t Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt. t Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen. t Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren van stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan poorten, stekkers en accessoires. t Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt. Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade t Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan extreme temperaturen (onder 0 °C of boven 40 °C). Door extreme temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen afnemen en kunnen geheugenkaarten storingen vertonen. t Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan de batterijen veroorzaken. t Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof, vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart met een zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera plaatst. t Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. t Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk worden blootgesteld. t Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera. t Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart. 2 Informatie over gezondheid en veiligheid Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en oplader Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot schade aan de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de garantie. t Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van de camera los te koppelen. t Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen. t Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt. t Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn bedoeld. Bescherm de cameralens t Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken. t Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een zachte, schone doek. Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in vochtige omgevingen Belangrijke gebruiksinformatie Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en vochtige omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische schakelingen en op de geheugenkaart condensvorming optreden. Wacht in zo’n geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is verdampt, alvorens u de camera gebruikt. Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door gekwalificeerd personeel uitvoeren Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie gedekt. Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik. 3 Indeling van de gebruiksaanwijzing Basisfuncties ©2009 SAMSUNG DIGITAL IMAGING CO., LTD. 10 Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd bij veranderde camerafuncties. Geavanceerde functies 25 Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te selecteren en hoe u video's en spraakmemo's opneemt. Copyrightinformatie Opnameopties t Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. t HDMI, het HDMI-logo en de term "High Definition Multimedia Interface" zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. t QuickTime® en het QuickTime®-logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. en worden onder licentie gebruikt. 37 Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen. Weergeven/bewerken 58 Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter, televisie of HDTV aansluit. Aanvullende informatie Hier vindt u informatie over instellingen en foutmeldingen, alsmede specificaties en onderhoudstips. 4 79 Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing Symbolen in deze gebruiksaanwijzing Opnamemodus Pictogram Smart Auto S Pictogram Functie Aanvullende informatie Auto a Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen Programma p Diafragmaprioriteit A [ ] Cameratoetsen; bijvoorbeeld: [Ontspanknop] (staat voor de ontspanknop) Sluiterprioriteit h ( ) Paginanummer van verwante informatie Handmatig n Gebruiker u “ DUAL IS d De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren; bijvoorbeeld: Selecteer Functies “ Witbalans (dit betekent selecteer Functies en vervolgens Witbalans) Scène s * Voetnoot Film v Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing Pictogrammen in de opnamemodus Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de desbetreffende modi beschikbaar is. De s modus ondersteunt wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes. Afkorting Betekenis ACB Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering) AEB Auto Exposure Bracket (opnamereeks met verschillende belichtingen) AF Auto Focus (autofocus) DIS Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie) DPOF Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling) EV Exposure Value (BW: belichtingswaarde) OIS Optical Image Stabilisation (optische beeldstabilisatie) WB White Balance (witbalans) Voorbeeld: Beschikbaar in de modi Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, DUAL IS en Film 5 Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing Op de ontspanknop drukken Belichting (Helderheid) tDruk [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop half in t Druk op [Ontspanknop]: druk de ontspanknop volledig in De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter. Druk [Ontspanknop] half in Normale belichting Druk op [Ontspanknop] Onderwerp, achtergrond en compositie t Onderwerp: het belangrijkste object in een scène, zoals een persoon, dier of stilleven t Achtergrond: de objecten rondom het onderwerp t Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond Onderwerp Compositie Achtergrond 6 Overbelicht (te helder) Beknopt overzicht Foto's van mensen maken t s-modus > Beautyshot, Portret, Kinderen f 28 t Rode ogen, Anti-rode ogen (rode ogen voorkomen of verwijderen) f 41 t Gezichtsherk. f 47 's Nachts of in het donker foto's maken t s-modus > Nacht, Dageraad, Vuurwerk f 28 t Flitseropties f 41 t ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 43 Actiefoto's maken t h-modus f 32 t Continu, Bew.detectie f 55 Foto's maken van tekst, insecten en bloemen t s-modus > Close-up, Tekst f 28 De belichting aanpassen (helderheid) t ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 43 t EV (de belichting aanpassen) f 50 t ACB (compenseren voor onderwerpen tegen een heldere achtergrond) f 50 t L.meting f 51 t AEB (om drie foto's met verschillende belichtingen te maken van dezelfde scène) f 55 Een speciaal effect toepassen t Fotostijlen (om een speciale tint aan te brengen) f 56 t Beeld aanpassen (om kleurverzadiging, scherpte en contrast bij te stellen) f 57 Bewegingsonscherpte voorkomen t OIS (Optical Image Stabilisation) f 22 t d-modus f 27 t Macro, Auto macro, Handm. scherpte (om foto's van dichtbij te maken) f 44 t Witbalans (de tint wijzigen) f 51 7 t Bestanden op categorie bekijken in Smart Album f 60 t Alle bestanden op de geheugenkaart wissen f 61 t Foto's als diavertoning weergeven f 63 t Bestanden op een tv of HDTV weergeven f 70 t De camera op een computer aansluiten f 73 t Geluid en volume aanpassen f 81 t De helderheid van het scherm aanpassen f 81 t De schermtaal wijzigen f 81 t De datum en tijd instellen f 82 t De geheugenkaart formatteren f 82 t Problemen oplossen f 90 Inhoud De Gebruikersmodus gebruiken ........................................ Eigen instellingen configureren .............................................. Uw aangepaste instellingen gebruiken ................................... Een video opnemen .......................................................... Spraakmemo's opnemen .................................................. Een spraakmemo opnemen ................................................. Een spraakmemo aan een foto toevoegen ............................. Basisfuncties .......................................................................... 10 Uitpakken .......................................................................... Camera-indeling ................................................................ Pictogrammen ................................................................... De camera in- en uitschakelen .......................................... Minidashboard .................................................................... Opties selecteren .............................................................. Display en geluid instellen .................................................. Het displaytype wijzigen ....................................................... Het geluid instellen .............................................................. Foto's maken .................................................................... Zoomen ............................................................................. Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ................................ Tips om betere foto's te maken ........................................ 11 12 14 15 15 16 18 18 19 20 21 22 23 34 34 34 35 36 36 36 Opnameopties ....................................................................... 37 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ............................... De resolutie selecteren ........................................................ De beeldkwaliteit selecteren ................................................. De timer gebruiken ............................................................ Opnamen in het donker maken ......................................... Rode ogen voorkomen ........................................................ De flitser gebruiken .............................................................. De flitssterkte regelen ........................................................... De ISO-waarde aanpassen .................................................. De scherpstelling aanpassen ............................................. Macro gebruiken ................................................................. De scherpstelafstand instellen .............................................. Selectieve focus gebruiken ................................................... Het scherpstelgebied aanpassen .......................................... Gezichtsdetectie gebruiken ............................................... Gezichten detecteren .......................................................... Een zelfportret maken .......................................................... Een foto van een lachend gezicht maken ............................... Knipperende ogen detecteren .............................................. Geavanceerde functies ........................................................ 25 De Smart Auto-modus gebruiken ..................................... 26 De Dual IS-modus gebruiken ............................................ 27 De Scènemodus gebruiken ............................................... 28 De gezichtstint aanpassen en onvolkomenheden wegwerken . 28 De kaderlijnen gebruiken ...................................................... 29 De Programmamodus gebruiken ...................................... 30 Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de handmatige modus gebruiken .............................................................. 31 De Diafragmavoorkeuzemodus gebruiken .............................. 32 De Sluitertijdvoorkeuzemodus gebruiken ............................... 32 De Handmatige modus gebruiken ......................................... 33 8 38 38 38 39 41 41 41 42 43 44 44 44 45 46 47 47 48 48 49 Inhoud Helderheid en kleur aanpassen ......................................... De belichting handmatig aanpassen (EV) ............................... Compenseren voor tegenlicht (ACB) ..................................... De lichtmeetmethode wijzigen .............................................. Een lichtbron selecteren (Witbalans) ...................................... Serieopname ..................................................................... Uw foto's mooier maken ................................................... Fotostijlen toepassen ........................................................... Uw eigen RGB-tint definiëren ................................................ Uw foto's aanpassen ........................................................... Bestanden weergeven op een tv of HDTV ........................ Bestanden naar de computer overbrengen ....................... Voor Windows-gebruikers .................................................... Voor Mac-gebruikers ........................................................... Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) ............. 50 50 50 51 51 55 56 56 56 57 Aanvullende informatie ........................................................ 79 Camera-instellingenmenu .................................................. Het instellingenmenu openen ............................................... Geluid ............................................................................... Display ............................................................................... Instellingen .......................................................................... Foutmeldingen .................................................................. Onderhoud van de camera ............................................... De camera reinigen ............................................................. Geheugenkaarten ................................................................ De batterij ........................................................................... Voordat u contact opneemt met een servicecenter ........... Cameraspecificaties .......................................................... Index ................................................................................. Weergeven/bewerken .......................................................... 58 Weergeven ........................................................................ De weergavemodus starten ................................................. Foto's weergeven ................................................................ Een video afspelen .............................................................. Spraakmemo's afspelen ...................................................... Foto's bewerken ............................................................... Foto's in grootte aanpassen ................................................. Een foto draaien .................................................................. Fotostijlen toepassen ........................................................... Uw eigen RGB-tint definiëren ................................................ Belichtingsproblemen corrigeren ........................................... Een afdrukbestelling maken (DPOF) ...................................... 70 72 72 77 78 59 59 63 64 65 66 66 66 67 67 68 69 9 80 80 81 81 82 85 86 86 87 88 90 93 98 Basisfuncties Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. Uitpakken …………………………………………………… 11 Camera-indeling …………………………………………… 12 Pictogrammen …………………………………………… 14 De camera in- en uitschakelen ………………………… 15 Minidashboard ……………………………………………… 15 Opties selecteren ………………………………………… 16 Display en geluid instellen ……………………………… 18 Het displaytype wijzigen …………………………………… 18 Het geluid instellen ………………………………………… 19 Foto's maken ……………………………………………… 20 Zoomen ……………………………………………………… 21 Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ………………… 22 Tips om betere foto's te maken ………………………… 23 Uitpakken Controleer of de doos de volgende artikelen bevat: Optionele accessoires Camera AC-adapter/USB-kabel Camera-etui Geheugenkaarten A/V-kabel Verkrijgbaar als set Oplaadbare batterij Software-cd-rom (met gebruiksaanwijzing) Polslus Gebruiksaanwijzing voor HDMI-houder Afstandsbediening Houder (voor het opladen van de batterij en om de camera op een HDTV of pc aan te sluiten) HDMI-kabel (voor weergave van video's of foto's met hoge resolutie) Snelstartgids De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen. Basisfuncties 11 Camera-indeling Maak u bekend met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint. Ontspanknop Power-knop (POWER) Minidashboard (pag. 15) Modusdraaiknop (Zie hieronder) Sensor voor de afstandsbediening Flitser AF-hulplampje/ timerlampje USB- en A/Vaansluiting Lens Statiefbevestigingspunt Batterijklep Plaatsing van batterij en geheugenkaart Pictogram Modus Beschrijving Pictogram Modus Smart Auto Een foto maken door de camera een geschikte modus voor de scène te laten selecteren Auto Snel een foto maken met de minimale instellingen p Programma Een foto maken met instelling van opties A Diafragma prioriteit Een foto maken door de diafragmawaarde in te stellen (de sluitertijd wordt automatisch bepaald) h Sluiter prioriteit Een foto maken door de sluitertijd in te stellen (de diafragmawaarde wordt automatisch bepaald) S a Basisfuncties Beschrijving n Handmatig Een foto maken door zowel de diafragmawaarde als de sluitertijd in te stellen u Gebruiker Een foto maken met opties die u vooraf hebt ingesteld d DUAL IS Een foto maken met opties die geschikt zijn om bewegingsonscherpte te voorkomen s Scène Een foto maken met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène v Film Een video opnemen 12 Camera-indeling Microfoon Zoomknop Luidspreker t In- en uitzoomen in de opnamemodus t Inzoomen op een deel van een foto, miniaturen bekijken, of in de weergavemodus het volume regelen Microfoon Statuslampje Scherm t Knippert: Bij opslaan van een foto of video, uitlezen door een computer of printer of bij een onscherp onderwerp t Brandt: Bij aansluiting op een computer of wanneer de camera is scherpgesteld (Zie hieronder) Knop Beschrijving m Knop Naar opties of menu's Indrukken: t Naar omhoog/omlaag/links/rechts t In de opnamemodus de volgende opties instellen: [D]: type weergave/[M]: macro/ Slimme [F]: flitser/[t]: timer regeldraaiknop* Draaien: (Navigatie) t Naar een optie of menu scrollen t In de opnamemodus sluitertijd, diafragma of belichtingswaarde aanpassen t In de weergavemodus door bestanden scrollen Basisfuncties Beschrijving o Gemarkeerde optie of menu bevestigen Weergave Naar de weergavemodus Functie t Toegang tot opties in de opnamemodus t Bestanden verwijderen in de weergavemodus * Wordt verder navigatieknop genoemd 13 Pictogrammen Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus of de ingestelde opties. A Pictogram B C B. Pictogrammen rechts A. Informatie Beschrijving Pictogram Beschrijving Geselecteerde opnamemodus Flitser Zoomverhouding Flitssterkte aangepast Resterend aantal foto's Timer Beschikbare opnametijd Scherpstelafstand Interne geheugen Fotostijl Gezichtsherkenning Geheugenkaart geplaatst t t t Optical Image Stabilisation (OIS) : Volledig opgeladen : Deels opgeladen : Opladen noodzakelijk Gezichttint Gezicht retouch Diafragmawaarde Beeldaanpassing (scherpte, contrast, kleurverzadiging) Sluitertijd Geluid uit Spraakmemo Autofocuskader Bewegingsonscherpte C. Pictogrammen links Pictogram Beschrijving Belichtingswaarde Huidige datum en tijd Witbalans Histogram (pag. 18) Witbalans aangepast ISO-waarde Rasterlijnen Fotoresolutie Videoresolutie Fotokwaliteit Framesnelheid Lichtmeting Basisfuncties 14 Type serieopname De camera in- en uitschakelen Hier vindt u informatie over het inschakelen van de camera. Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen. Minidashboard Als de camera is ingeschakeld, geeft het minidashboard de resterende capaciteit van batterij en geheugenkaart weer. t Als de camera aan een hete en vochtige omgeving wordt blootgesteld, kan er condensvorming in de meters optreden. t Als de wijzer van een meter blijft ronddraaien, neemt u contact op met een servicecentrum. t De batterijmeter en het batterijsymbool op het scherm kunnen een verschillende capaciteit tonen. De camera inschakelen in de weergavemodus Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de weergavemodus. Houd [P] ingedrukt om het geluid van de camera uit te schakelen. Basisfuncties 15 Opties selecteren U kunt opties selecteren door op [m] te drukken en aan de navigatieknop te draaien of erop te drukken. U kunt de opnameopties ook openen door op [f] te drukken, maar dan zijn sommige opties niet beschikbaar. 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Teruggaan naar het vorige menu Druk op [m] om naar het vorige menu terug te gaan. Draai aan de navigatieknop of druk erop om naar een optie of menu te scrollen. Druk op [Ontspanknop] om naar de opnamemodus terug te gaan. t Druk op [D] of [M] om omhoog of omlaag te gaan; druk op [F] of [t] om naar links of rechts te gaan. t Draai de navigatieknop in een willekeurige richting. 3 Druk op [o] om de gemarkeerde keuze te bevestigen. Basisfuncties 16 Opties selecteren 4 Voorbeeld: in de P-modus de witbalans selecteren 1 Draai de modusdraaiknop naar p. Draai aan de navigatieknop of druk op [D] of [M] om naar Witbalans te scrollen en druk vervolgens op [t] of [o]. EV Witbalans Fijnafstemming witbalans ISO 2 Gezichtsherk. Druk op [m]. Fotoformaat Kwalit. EV Functies Geluid Afsl. Terug Witbalans 5 Fijnafstemmi... ISO Display Gezichtsherk. Instellingen Fotoformaat Draai aan de navigatieknop of druk op [D] of [M] om naar een witbalansoptie te scrollen. Kwalit. Afsl. 3 Wijzigen Daglicht Draai aan de navigatieknop of druk op [D] of [M] om naar Functies te scrollen en druk vervolgens op [t] of [o]. Terug 6 Basisfuncties 17 Druk op [o]. Verpl. Display en geluid instellen Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het display en het geluid naar wens kunt aanpassen. Het histogram Het displaytype wijzigen Een histogram is een grafiek die de verdeling van het licht in de foto weergeeft. Als het histogram links een hoge piek heeft, is de foto donker. Een piek aan de rechterkant betekent dat de foto’s helder zijn. De hoogte van de pieken houdt verband met de kleurinformatie. Hoe meer er van een bepaalde kleur aanwezig is, des te hoger is de piek. U kunt een weergavestijl voor de opname- of weergavemodus selecteren. Druk meerdere keren op [D] om een displaytype te wijzigen. Onderbelicht Modus Beschrijving Opname t Alle opname-informatie weergeven t Opname-informatie verbergen, behalve het aantal resterende foto's t Rasterlijnen en histogram weergeven Weergeven t Informatie over de huidige foto weergeven t Informatie over de huidige foto verbergen t Informatie over de huidige foto verbergen, behalve de opname-instellingen en het histogram Basisfuncties 18 Goed belicht Overbelicht Display en geluid instellen Het geluid instellen Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken wanneer u de camera bedient. 1 2 3 Druk in de opname- of weergavemodus op [m]. Selecteer Geluid “ Piepjes “ een optie. Optie Beschrijving Uit De camera laat geen geluid klinken. 1/2/3 De camera laat een geluid klinken. Druk op [m] om naar de vorige modus terug te keren. Basisfuncties 19 Foto's maken Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de Automodus eenvoudig en snel foto's te maken. 1 3 Draai de modusdraaiknop naar a. Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. t Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. 2 Kadreer het onderwerp. 4 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Zie pagina 23 voor tips om betere foto's te maken. Basisfuncties 20 Foto's maken Digitale zoom Zoomen U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera kan zowel optisch als digitaal tot een verhouding van 5x inzoomen. Door beide te gebruiken, kunt u tot 25 keer inzoomen. Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het gebruik van digitale zoom achteruitgaan. Druk [Zoomknop] omhoog om op het onderwerp in te zoomen. Druk [Zoomknop] omlaag om uit te zoomen. Optisch bereik Zoomindicator Zoomverhouding Inzoomen Digitaal bereik t De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de modi S, d, s (in bepaalde scènes) en v en in combinatie met Gezichtsherk.. t Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat een foto is opgeslagen. Uitzoomen De zoomverhouding die voor video’s beschikbaar is, verschilt. Basisfuncties 21 Foto's maken Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) t OIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed: - u beweegt de camera om een bewegend onderwerp te volgen - u gebruikt digitale zoom - de camera trilt te veel - de sluitersnelheid is traag (bijvoorbeeld als u Nacht selecteert in de s-modus) - de batterij is bijna leeg - u neemt een close-up t Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-functie bij gebruik van een statief uit. t Als dit invloed heeft op de camera, wordt het scherm wazig. In dat geval schakelt u de camera uit en weer in om de OIS-functie correct te gebruiken. In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch beperken. Vóór correctie 1 2 Na correctie Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ OIS “ een optie. Optie Beschrijving Uit: de OIS-functie uitzetten. Aan: de OIS-functie aanzetten. Basisfuncties 22 Tips om betere foto's te maken Bewegingsonscherpte voorkomen De camera op de juiste manier vasthouden Controleer of er niets voor de lens zit. t Stel de optie OIS (Optical Image Stabilisation) in om de bewegingsonscherpte optisch te reduceren. (pag. 22) t Selecteer de modus d om de bewegingsonscherpte zowel optisch als digitaal te reduceren. (pag. 27) De ontspanknop half indrukken Als wordt weergegeven Druk [Ontspanknop] half in en pas de scherpstelling aan. De scherpstelling en belichting worden automatisch aangepast. Diafragma en sluitertijd worden ingesteld. Bewegingsonscherpte Scherpstelkader t Druk op [Ontspanknop] om een foto te maken als het kader groen is. t Pas het kader aan en druk [Ontspanknop] nogmaals half in als het kader rood is. Basisfuncties 23 Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op Langz sync of Uit staat ingesteld. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het moeilijker is om de camera stil te houden. t Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 41) t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 43) Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is t Wanneer u foto's maakt bij weinig licht In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp scherp te stellen: - er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond - Schakel de flitser in. (pag. 41) (wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de achtergrond) de lichtbron achter het onderwerp is te fel het onderwerp glanst het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals jaloezieën het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het beeld t Wanneer onderwerpen snel bewegen Gebruik de functie Continu of Bew. detectie. (pag. 55) Gebruik de scherpstelvergrendeling Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent op [Ontspanknop] om een foto te maken. Basisfuncties 24 Geavanceerde functies Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te selecteren en hoe u video's en spraakmemo's opneemt. De Smart Auto-modus gebruiken ……………………… 26 De Dual IS-modus gebruiken …………………………… 27 De Scènemodus gebruiken ……………………………… 28 De gezichtstint aanpassen en onvolkomenheden wegwerken ………………………………………………… 28 De kaderlijnen gebruiken …………………………………… 29 De Programmamodus gebruiken ……………………… 30 Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de handmatige modus gebruiken ………………………… 31 De Diafragmavoorkeuzemodus gebruiken ………………… 32 De Sluitertijdvoorkeuzemodus gebruiken ………………… 32 De Handmatige modus gebruiken ………………………… 33 De Gebruikersmodus gebruiken ……………………… 34 Eigen instellingen configureren …………………………… 34 Uw aangepaste instellingen gebruiken …………………… 34 Een video opnemen ……………………………………… 35 Spraakmemo's opnemen ……………………………… 36 Een spraakmemo opnemen ……………………………… 36 Een spraakmemo aan een foto toevoegen ……………… 36 De Smart Auto-modus gebruiken In deze modus kiest de camera automatisch camera-instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. Dit is handig als u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse scènes. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar S. Pictogram Beschrijving Kadreer het onderwerp. Verschijnt bij portretfoto's. t De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het scherm weergegeven. Verschijnt bij close-upfoto's. Verschijnt bij close-upfoto's van tekst. Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje stabiel zijn. Verschijnt bij foto's van actief bewegende onderwerpen. 3 4 Pictogram Beschrijving Verschijnt bij foto's van landschappen. Verschijnt bij foto's met een heldere achtergrond. Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen. Alleen beschikbaar wanneer de flitser uitstaat. Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's. Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht. Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. t Als de camera geen scènemodus herkent, verandert niet en worden de standaardinstellingen gebruikt. t Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van het onderwerp en de lichtval. t Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp. t Ook als u een statief gebruikt, kan het gebeuren dat de modus niet wordt gedetecteerd. Dit hangt van de beweging van het onderwerp af. Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht. Geavanceerde functies 26 De Dual IS-modus gebruiken U kunt bewegingsonscherpte verminderen en onscherpe foto's vermijden met de functies OIS (Optical Image Stabilisation) en DIS (Digital Image Stabilisation). Vóór correctie 1 2 3 Na correctie Draai de modusdraaiknop naar d. Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. t De digitale zoomfunctie werkt in deze modus niet. t De foto wordt alleen optisch gecorrigeerd wanneer deze gemaakt wordt bij een lichtbron die helderder is dan TL-licht. t Als het onderwerp snel beweegt, kan de foto onscherp worden. t Schakel de optie OIS in om bewegingsonscherpte in verschillende opnamemodi tegen te gaan. (pag. 22) Geavanceerde functies 27 De Scènemodus gebruiken Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar s. De gezichtstint aanpassen en onvolkomenheden wegwerken Selecteer een scène. Maak een foto van iemand met opties om onvolkomenheden in het gezicht te verbergen. 1 2 3 Kaderlijnen Deze modus is geschikt voor het fotograferen van vooraf ingestelde scènes. t Als u de scènemodus wilt wijzigen, drukt u op [m] en selecteert u Scène “ een scène. t Voor de Beautyshot-modus, zie “De gezichtstint aanpassen en onvolkomenheden wegwerken”. t Voor de Kaderlijnen, zie “De kaderlijnen gebruiken” op pagina 29. 3 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. 4 Draai de modusdraaiknop naar s. Selecteer Beautyshot. Als u de huidtint van het onderwerp lichter wilt laten lijken (alleen het gezicht), drukt u op [m]. Selecteer Functies “ Gezichtstint “ een optie. t Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten lijken. Niveau 2 Terug 5 Geavanceerde functies Verpl. Druk op [m] om onvolkomenheden in het gezicht te verbergen. 28 De Scènemodus gebruiken 6 Selecteer Functies “ Gezicht retouch “ een optie. De kaderlijnen gebruiken t Selecteer een hogere instelling om een groter aantal onvolkomenheden te verbergen. Wanneer u iemand anders een foto van u wilt laten maken, kunt u de compositie bepalen met behulp van de kadergids. De kadergids helpt degene die een foto van u maakt door het gedeelte van de vooraf gekadreerde scène te laten zien. 1 2 3 Niveau 1 Terug Draai de modusdraaiknop naar s. Selecteer Kaderlijnen. Kadreer het onderwerp en druk op [Ontspanknop]. t Aan de linker- en rechterkant van het beeld verschijnen doorzichtige lijnen. Verpl. 7 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 8 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. De scherpstelafstand wordt op Auto macro ingesteld. Kader annuleren: OK 4 Vraag een andere persoon om een foto te maken. t Deze persoon kan het onderwerp kadreren met behulp van de kaderlijnen en vervolgens op [Ontspanknop] drukken om de foto te maken. 5 Druk op [o] om de kadergids op te heffen. Geavanceerde functies 29 De Programmamodus gebruiken In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen (met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde). 1 2 Draai de modusdraaiknop naar p. Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie “Opnameopties”.) EV Terug Verpl. 3 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Geavanceerde functies 30 Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de handmatige modus gebruiken Selecteer de diafragmawaarde of sluitertijd om de belichting van uw foto's te regelen. U kunt deze opties gebruiken in de modi Diafragmavoorkeuze, Sluitertijdvoorkeuze en Handmatig. Diafragmawaarde Sluitertijd Het diafragma is een opening waardoor licht binnenvalt. U kunt de diafragmawaarde instellen om de hoeveelheid licht te regelen die bij het maken van een foto door de lens valt. Door de diafragmawaarde te verlagen (grotere opening) valt er meer licht door de lens en worden objecten die verder weg staan onscherp. Hiermee kan bij bijvoorbeeld close-ups en portretopnamen de aandacht op het hoofdonderwerp worden gevestigd. De sluitertijd bepaalt hoelang de sluiter van de camera bij het maken van een foto open blijft. Bij een langere sluitertijd valt er meer licht in de camera en wordt de foto helderder. Een lange sluitertijd kan echter tot onscherpe foto's leiden als het onderwerp of de camera beweegt. U kunt ook de diafragmawaarde verhogen, om zowel onderwerpen dichtbij als veraf scherp te krijgen. Bij bijvoorbeeld landschapsfoto's kan hiermee de volledige scène scherp worden weergegeven. Bij een kortere sluitertijd wordt de foto donkerder. Een korte sluitertijd kan echter ook helpen om onscherpte tegen te gaan als het onderwerp of de camera beweegt. Lange sluitertijd Grote diafragmawaarde Kleine diafragmawaarde Geavanceerde functies 31 Korte sluitertijd Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de handmatige modus gebruiken De Diafragmavoorkeuzemodus gebruiken De Sluitertijdvoorkeuzemodus gebruiken In de Diafragmavoorkeuzemodus kunt u handmatig de diafragmawaarde instellen terwijl de camera automatisch een geschikte sluitertijd kiest. In de Sluitertijdvoorkeuzemodus kunt u handmatig de sluitertijd instellen terwijl de camera automatisch een geschikte diafragmawaarde kiest. 1 2 1 2 Draai de modusdraaiknop naar A. Draai aan de navigatieknop om de diafragmawaarde te kiezen. t Zie pagina 31 voor meer informatie over de diafragmawaarde. Draai de modusdraaiknop naar h. Druk op [o] en draai aan de navigatieknop om de sluitertijd te kiezen. t Zie pagina 31 voor meer informatie over de sluitertijd. 3 Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie “Opnameopties”.) 3 Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie “Opnameopties”.) 4 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 5 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. 5 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Geavanceerde functies 32 Diafragmavoorkeuze, sluitertijdvoorkeuze of de handmatige modus gebruiken De Handmatige modus gebruiken In de Handmatige modus kunt u zowel de diafragmawaarde als de sluitertijd instellen. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar n. 3 4 Druk op [o] om de sluitertijd te selecteren. Draai aan de navigatieknop om de diafragmawaarde te kiezen. 5 Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie “Opnameopties”.) 6 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 7 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Draai aan de navigatieknop om de sluitertijd te kiezen. Geavanceerde functies 33 De Gebruikersmodus gebruiken U kunt handmatig opname-instellingen configureren en deze als uw eigen opnamemodus opslaan. Eigen instellingen configureren Uw aangepaste instellingen gebruiken 1 2 1 2 3 4 Draai de modusdraaiknop naar p, A, h of n. Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie “Opnameopties”.) 3 Druk op [m]. Selecteer Functies “ Instellingen vastleggen en druk op [o]. Draai de modusdraaiknop naar u. Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. U kunt de optie-instellingen in de modus u bijwerken. Instellingen vastleggen Terug 5 Verpl. Selecteer Ja. t De ingestelde opties worden in de gebruikersmodus opgeslagen. Geavanceerde functies 34 Een video opnemen Neem video's in high-definition van maximaal 20 minuten op. De video-opname wordt opgeslagen als een H.264-bestand (MPEG-4.AVC). • H.264 (MPEG-4 part 10/AVC) is een video-indeling met hoge compressie, die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T. • Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname met high-definition kwaliteit. Stel in dat geval een lagere resolutie in. (pag. 38) • Wanneer de OIS ( ) actief is, kan het geluid van de OIS op de video worden opgenomen. 1 2 3 Draai de modusdraaiknop naar v. Druk op [m]. Selecteer Functies → Framesnelheid → een framesnelheid (het aantal frames per seconde). 4 5 Optie Beschrijving Aan: een video met geluid opnemen. (Tijdens het zoomen wordt de geluidsopname onderbroken.) Uit: een video zonder geluid opnemen. 6 Stel naar wens andere opties in. (Voor een lijst met opties, zie “Opnameopties”.) 7 8 Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten. • Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan, maar wordt het bestand ook groter. 60 fps is alleen beschikbaar bij een videoresolutie van 320 x 240. Druk op [m]. Selecteer Functies → Spraak → een geluidsoptie. Druk nogmaals op [Ontspanknop] om de opname te stoppen. Het opnemen onderbreken U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk onderbreken. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes in één video opnemen. Druk op [o] om tijdens het opnemen te pauzeren. Druk nogmaals om de opname te hervatten. Geavanceerde functies 35 Spraakmemo's opnemen apAhnds Hier vindt u informatie over hoe u een spraakmemo opneemt die u op elk gewenst moment kunt afspelen. U kunt een spraakmemo aan een foto toevoegen als een korte herinnering aan de opnameomstandigheden. U bereikt de beste geluidskwaliteit als u op 40 cm afstand van de camera opneemt. Een spraakmemo opnemen Een spraakmemo aan een foto toevoegen 1 2 3 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ Spraak “ Opname. Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ Spraak “ Memo. Kadreer het onderwerp en maak een foto. t Direct nadat de foto is gemaakt, begint u met het opnemen van een spraakmemo. 4 Neem een korte spraakmemo op (maximaal 10 seconden). t Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo te stoppen. Stop Pauze t Druk op [o] als u de opname wilt onderbreken of hervatten. t U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen. 4 Druk op [Ontspanknop] om de opname te stoppen. t Druk nogmaals op [Ontspanknop] om een nieuwe spraakmemo op te nemen. 5 Druk op [m] om naar de opnamemodus te gaan. Geavanceerde functies 36 Opnameopties Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen. Resolutie en beeldkwaliteit selecteren …… 38 De resolutie selecteren ………………………… 38 De beeldkwaliteit selecteren ………………… 38 De timer gebruiken ………………………… 39 Opnamen in het donker maken …………… 41 Rode ogen voorkomen ……………………… De flitser gebruiken …………………………… De flitssterkte regelen ………………………… De ISO-waarde aanpassen …………………… 41 41 42 43 De scherpstelling aanpassen ……………… 44 Macro gebruiken ……………………………… De scherpstelafstand instellen ………………… Selectieve focus gebruiken …………………… Het scherpstelgebied aanpassen …………… 44 44 45 46 Gezichtsdetectie gebruiken 47 47 48 48 49 ……………… Gezichten detecteren ………………………… Een zelfportret maken ………………………… Een foto van een lachend gezicht maken …… Knipperende ogen detecteren ………………… Helderheid en kleur aanpassen …………… De belichting handmatig aanpassen (EV) …… Compenseren voor tegenlicht (ACB) ………… De lichtmeetmethode wijzigen ………………… Een lichtbron selecteren (Witbalans) ………… 50 50 50 51 51 Serieopname ………………………………… 55 Uw foto's mooier maken …………………… 56 Fotostijlen toepassen ………………………… 56 Uw eigen RGB-tint definiëren ………………… 56 Uw foto's aanpassen ………………………… 57 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de beeldresolutie en -kwaliteit kunt aanpassen. De resolutie selecteren SapAhndsv Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en daardoor groter worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe. Bij het maken van een video: 1 2 Druk in de v-modus op [m]. Selecteer Functies “ Filmformaat “ een optie. Optie Bij het maken van een foto: 1 2 1280 X 720 HQ: Bestanden met hoge kwaliteit weergeven op een HDTV. Druk in de opnamemodus op [m]. 1280 X 720: Weergeven op een HDTV. Selecteer Functies “ Fotoformaat “ een optie. Optie Beschrijving 640 X 480: Weergeven op een algemene tv. Beschrijving 320 X 240: Op een webpagina plaatsen. 4000 X 3000: Afdrukken op A1-formaat. 3984 X 2656: Afdrukken op A2-formaat in brede verhouding (3:2). 3968 X 2232: Afdrukken op A2-formaat in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. 2976 x 2976: Afdrukken op A2-papier in de verhouding 1:1 (vierkant). 3264 X 2448: Afdrukken op A3-formaat. De beeldkwaliteit selecteren 1 2 2592 X 1944: Afdrukken op A4-formaat. 2048 X 1536: Afdrukken op A5-formaat. apAhnds De foto's die u maakt, worden gecomprimeerd en in JPEG-indeling opgeslagen. Een hogere kwaliteit resulteert in grotere bestanden. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ Kwalit. “ een optie. Optie 1920 X 1080: Afdrukken op A5-formaat of weergeven op een HDTV. Beschrijving Superhoog 1024 X 768: Voor e-mailbijlagen. Hoog Normaal Opnameopties 38 De timer gebruiken SapAhndsv Hier vindt u informatie over hoe u de timer instelt om de opname met een vertraging te maken. 1 Druk in de opnamemodus op [t]. Optie Beschrijving Afst.bed.: Een foto nemen over 2 seconden telkens wanneer u de ontspanknop op de afstandsbediening indrukt. Uit 2 Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Selecteer een optie. Optie 3 Beschrijving Druk op [Ontspanknop] om de timer te starten. t Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen en de camera maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto. Uit: De timer is uitgeschakeld. 10 sec: Over 10 seconden een foto maken. t Druk op [t] om de timer te annuleren. t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsherkenningsoptie is de timer niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar. 2 sec: Over 2 seconden een foto maken. Dubbel: Over 10 seconden een foto maken en twee seconden later nog een. Bewegingstimer: Detecteert uw beweging en maakt dan een foto. (pag. 40) Opnameopties 39 De timer gebruiken 6 De bewegingstimer gebruiken 1 2 3 4 5 Druk in de opnamemodus op [t]. Selecteer Poseer voor de foto terwijl het AF-hulplampje/timerlampje knippert. t Vlak voordat de camera een foto maakt, stopt het AF-hulplampje/timerlampje met knipperen. . Druk op [Ontspanknop]. Zorg dat u binnen 6 seconden nadat u op [Ontspanknop] hebt gedrukt voor de camera staat, op maximaal 3 m afstand. Maak een beweging, zoals een armzwaai, om de timer te activeren. t Wanneer de camera u detecteert, begint het AF-hulplampje/ timerlampje snel te knipperen. De bewegingstimer werkt mogelijk niet in de volgende omstandigheden: t u bevindt zich op meer dan 3 m afstand van de camera t uw bewegingen zijn niet opvallend genoeg t er is te veel licht of tegenlicht Het detectiebereik van de bewegingstimer Opnameopties 40 Opnamen in het donker maken Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken. Rode ogen voorkomen De flitser gebruiken aps Als u in het donker een foto van iemand maakt met gebruik van de flitser, kan er een rode gloed in de ogen van het onderwerp verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Anti-rode ogen te selecteren. SapAhns Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben. 1 Druk in de opnamemodus op [F]. Auto 2 Selecteer een optie. Optie Beschrijving Uit: t Er wordt geen flits afgevuurd. t De waarschuwing voor bewegingsonscherpte ( ) wordt weergegeven wanneer u bij weinig licht opnamen maakt. Auto: De camera selecteert een geschikte flitsinstelling voor de gedetecteerde scène in de modus S. Opnameopties 41 Opnamen in het donker maken Optie Beschrijving t Er zijn geen flitseropties beschikbaar bij serieopname of als u Zelfportret of Knipperen selecteert. t Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de flitser bevindt. (pag. 93) t Als er licht wordt gereflecteerd of er te veel stof in de lucht is, kunnen er kleine spikkels op de foto zichtbaar zijn. Anti-rode ogen*: t Er wordt een flits afgevuurd wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. t De camera corrigeert rode ogen door middel van geavanceerde softwarematige analyse van de opname. Langz sync: t Er wordt een flits afgevuurd en de sluiter blijft langer open. t Selecteer deze optie wanneer u het omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te maken. t Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. Invulflits: t Er wordt altijd een flits afgevuurd. t De lichtintensiteit wordt automatisch bijgesteld. Rode ogen*: t Er wordt een flits afgevuurd wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. t De camera gaat rode ogen tegen. De flitssterkte regelen pAhn Stel de flitssterkte in om over- of onderbelichting te voorkomen. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ Flash EVC. Stel de flitssterkte in. 0 Auto: Er wordt automatisch een flits afgevuurd wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. * Er zit een korte tijd tussen twee afgevuurde flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is afgevuurd. Opnameopties Terug 42 Verpl. Opnamen in het donker maken t Het bijstellen van de flitssterkte helpt mogelijk niet in de volgende gevallen: - het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera - er is een hoge ISO-waarde ingesteld - de belichtingswaarde is te groot of te klein t In bepaalde opnamemodi kan deze functie niet worden gebruikt. De ISO-waarde aanpassen pAhn De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere ISOwaarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken. 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ ISO “ een optie. t Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval. t Hoe hoger de ISO-waarde, des te meer beeldruis kan er optreden. t Wanneer Bew.detectie is ingesteld, wordt de ISO-waarde ingesteld op Auto. t Wanneer u de ISO-waarde op 3200 instelt, kunt u voor de resolutie alleen 3M of lager selecteren. Opnameopties 43 De scherpstelling aanpassen Hier vindt u informatie over hoe u de manier waarop de camera scherpstelt voor diverse onderwerpen kunt aanpassen. Macro gebruiken De scherpstelafstand instellen apAhndv Gebruik macro om close-upfoto's te maken van onderwerpen zoals bloemen en insecten. Voor de macro-opties, zie “De scherpstelafstand instellen”. apAhndv Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die bij de afstand tot het onderwerp past. 1 Druk in de opnamemodus op [M]. Normaal (AF) 2 Selecteer een optie. Optie Beschrijving Normaal (AF): Scherpstellen op een onderwerp op meer dan 40 cm afstand (meer dan 80 cm bij het gebruik van de zoomfunctie). Macro: Scherpstellen op een onderwerp op 5-40 cm afstand (50-80 cm bij het gebruik van de zoomfunctie). Auto macro: Scherpstellen op een onderwerp op meer dan 5 cm afstand (meer dan 50 cm bij het gebruik van de zoomfunctie). Handm. scherpte: Scherpstellen op een onderwerp door handmatig de scherpstelafstand te verstellen. (pag. 45) t Probeer de camera heel stil te houden, om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. t Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm bedraagt. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opnameopties 44 De scherpstelling aanpassen Selectieve focus gebruiken De scherpstelafstand handmatig instellen 1 2 3 pAhnd Druk in de opnamemodus op [M]. U kunt op een bepaald deel van de scène scherpstellen. Selecteer het gedeelte waarop u wilt scherpstellen. Selecteer Handm. scherpte. 1 2 Draai aan de navigatieknop om de scherpstelafstand in te stellen. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies → Autom. focus → Keuze AF. Verpl. • Als u de scherpstelafstand handmatig instelt en het onderwerp zich buiten het scherpstelgebied bevindt, kan de foto onscherp worden. • Als u deze functie niet kunt gebruiken, is het niet mogelijk om de opties voor gezichtsdetectie en scherpstelgebied in te stellen. 3 4 Instellen Draai aan de navigatieknop of druk deze in om het kader te verplaatsen naar het gebied waarop u wilt scherpstellen en druk op [o]. Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. • Druk op [o] om het scherpstelgebied te wijzigen. Als u deze functie gebruikt zijn de opties voor gezichtsdetectie niet beschikbaar. Opnameopties 45 De scherpstelling aanpassen Het scherpstelgebied aanpassen a p A h n d s U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de locatie van het onderwerp in de scène. 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ Autom. focus “ een optie. Optie Beschrijving Centrum AF: Scherpstelling op het midden (geschikt voor onderwerpen in het midden van het beeld). Multi AF: Scherpstelling op een of meer van de 9 mogelijke gebieden. Keuze AF: Scherpstellen op een door u geselecteerd gebied. (pag. 45) Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opnameopties 46 Gezichtsdetectie gebruiken apAhnds Wanneer u de gezichtsdetectiefunctie gebruikt, herkent de camera automatisch menselijke gezichten. Wanneer u op een menselijk gezicht scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Maak snel en eenvoudig foto's met Knipperen om gesloten ogen op de foto te voorkomen en met Glimlach om een lachend gezicht vast te leggen. t Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief: - het onderwerp bevindt zich te ver van de camera af (het scherpstelkader kleurt bij Glimlach en Knipperen oranje) - het is te licht of te donker - het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera - het onderwerp draagt een zonnebril of een masker - het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk - de gezichtsuitdrukking van het onderwerp wijzigt drastisch t Gezichtsdetectie is in de volgende situaties niet beschikbaar: - bij gebruik van een fotostijl - bij aanpassing van de kleurverzadiging - wanneer u Handm. scherpte of Keuze AF instelt t Wanneer u gezichtsdetectie gebruikt, is de digitale zoomfunctie niet beschikbaar. t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsherkenningsoptie is de timer niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar. t Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Gezichten detecteren De camera detecteert automatisch menselijke gezichten (maximaal 10 menselijke gezichten). 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ Gezichtsherk. “ Normaal. t Het dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader gevangen, de andere gezichten in grijze kaders. Hoe dichter u bij het onderwerp bent, des te sneller detecteert de camera gezichten. Opnameopties 47 Gezichtsdetectie gebruiken Een zelfportret maken Een foto van een lachend gezicht maken Maak foto's van uzelf. De scherpstelafstand wordt op close-up ingesteld en de camera laat een piepsignaal horen. De camera maakt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. 1 2 3 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ Gezichtsherk. “ Glimlach. t De camera herkent de lach eerder wanneer het onderwerp breeduit lacht. Selecteer Functies “ Gezichtsherk. “ Zelfportret. Wanneer u een korte piep hoort, drukt u op [Ontspanknop]. U kunt de piep in- en uitschakelen door bij de geluidsinstellingen Zelfportret te selecteren. (pag. 81) Opnameopties 48 Gezichtsdetectie gebruiken Knipperende ogen detecteren Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch 2 foto's na elkaar gemaakt. 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ Gezichtsherk. “ Knipperen. t Houd de camera stil terwijl “Bezig met vastleggen” op het scherm wordt weergegeven. t Als de knipperdetectie niet heeft gewerkt, wordt de melding “Foto gemaakt met gesloten ogen” weergegeven. Neem in dat geval nog een foto. Opnameopties 49 Helderheid en kleur aanpassen Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken. De belichting handmatig aanpassen (EV) p A h d v Compenseren voor tegenlicht (ACB) Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te krijgen. Donkerder (-) 1 2 3 Neutraal 0) Helderder (+) Zonder ACB Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ EV. Selecteer een waarde om de belichting aan te passen. pAh Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er een groot contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond, komt het onderwerp waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in dat geval de optie Auto Contrast Balance (ACB) in. 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ ACB “ een optie. Optie Beschrijving Uit: ACB is uitgeschakeld. t Nadat u de belichting hebt aangepast, blijft deze instelling van kracht. Mogelijk moet dit later weer worden bijgesteld om onder- of overbelichting te voorkomen. t Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u AEB (Auto Exposure Bracket). De camera maakt dan een reeks foto's met verschillende belichtingen: normaal, onderbelicht en overbelicht. (pag. 55) Opnameopties Met ACB Aan: ACB is ingeschakeld. t In de a modus is de ACB-functie altijd ingeschakeld. t U kunt opties voor reeksopnamen instellen wanneer deze functie is ingeschakeld. 50 Helderheid en kleur aanpassen De lichtmeetmethode wijzigen pAhndv De lichtmeetmethode is de manier waarop de camera de hoeveelheid gereflecteerd licht meet. De helderheid en belichting van de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode. 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ L.meting. Optie Beschrijving Multi: t De camera verdeelt het beeld onder in diverse gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied. t Geschikt voor algemene foto's. Een lichtbron selecteren (Witbalans) p A h n d v De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de kwaliteit daarvan. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren hebben, selecteert u een passende lichtomstandigheid om de witbalans mee te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht, of past u de kleurtemperatuur handmatig aan. U kunt tevens de kleur voor de voorgeprogrammeerde lichtbronnen aanpassen, zodat bij een mix van verschillende soorten licht de kleuren van de foto met de werkelijkheid overeenstemmen. Spot: t De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste midden van het kader. t Als een onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden. t Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht. Centr. gewogen: t De camera bepaalt een gemiddelde voor de lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk op het midden. t Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het midden van het beeld bevindt. Opnameopties (Auto witbalans) (Bewolkt) 51 (Daglicht) (Kunstlicht) Helderheid en kleur aanpassen 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Uw eigen witbalansinstelling configureren Selecteer Functies “ Witbalans “ een optie. Pictogram Beschrijving Auto witbalans: Gebruik automatische instellingen op basis van de lichtomstandigheden. 1 2 3 Selecteer Functies “ Witbalans “ Meten: sluiter. 4 Druk op [Ontspanknop]. Druk in de opnamemodus op [m]. Richt de lens op een wit stuk papier. Daglicht: Selecteer deze optie voor buitenfoto's op een zonnige dag. Bewolkt: Selecteer deze optie voor buitenfoto's op een bewolkte dag of in de schaduw. TL-licht H: Selecteer deze optie voor foto's bij daglichtlampen of drie-wegfluorescentielampen. TL-licht L: Selecteer deze optie voor foto's bij wit TL-licht. Kunstlicht: Selecteer deze optie wanneer u binnenfoto's maakt bij licht van gloeilampen of halogeenlampen. Meten: sluiter (Aangep. instelling): Hiermee gebruikt u uw eigen, vooraf geconfigureerde instellingen. Kleurtemperatuur: Stel de kleurtemperatuur van de lichtbron in. (pag. 53) Opnameopties 52 Helderheid en kleur aanpassen De kleurtemperatuur instellen Kleurtemperatuur Kleurtemperatuur is een maat in graden Kelvin waarmee de tint van een bepaald type lichtbron wordt aangegeven. Naarmate de kleurtemperatuur toeneemt, wordt de kleurspreiding koeler. En omgekeerd wordt bij een afname van de kleurtemperatuur de kleurspreiding warmer. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ Witbalans “ Kleurtemperatuur. Stel de kleurtemperatuur in. Heldere lucht TL-licht H Bewolkt Daglicht Terug Verpl. TL-licht L Halogeenlamp 4 Druk op [o] om de instellingen op te slaan. Kunstlicht Kaarslicht Opnameopties 53 Helderheid en kleur aanpassen Voorgeprogrammeerde witbalansopties aanpassen 1 2 3 4 5 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies → Witbalans → een witbalansoptie. Druk op [m]. Selecteer Functies → Fijnafstemming witbalans → Aan. Pas de waarde van de coördinaten aan. Terug • • • • 6 Verpl. G: Groen A: Oranje M: Magenta B: Blauw Druk op [o] om de instelling op te slaan. Opnameopties 54 Serieopname pAhns Het kan soms moeilijk zijn om foto's van snelbewegende onderwerpen te maken en om de natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen op de foto vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serieopname. Optie Beschrijving AEB: t Maak 3 foto's met een verschillende belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. t Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen. 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Selecteer Functies “ Snelheid “ een optie. Optie t U kunt de flitser, de timer en ACB alleen gebruiken wanneer u 1 opname selecteert. t Als u Bew.detectie selecteert, wordt de ISO-waarde ingesteld op Auto. Beschrijving 1 opname: Eén foto maken. Continu: t Terwijl u [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera achter elkaar foto's maken. t Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de capaciteit van de geheugenkaart. Bew.detectie: t Terwijl u [Ontspanknop] ingedrukt houdt, maakt de camera VGA-foto's (6 foto's per seconde; maximaal 30 foto's). t De camera geeft de zojuist gemaakte foto's automatisch weer en slaat ze vervolgens op. Opnameopties 55 Uw foto's mooier maken Hier vindt u informatie over hoe u uw foto's mooier kunt maken door fotostijlen en -tinten toe te passen en door aanpassingen te doen. Fotostijlen toepassen Uw eigen RGB-tint definiëren apAhndsv Pas verschillende stijlen op uw foto's toe, zoals Zacht, Helder en Bos. 1 2 3 Zacht 1 2 Helder Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ Fotostylerkeuze “ Aangep. RGB. Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw). Bos Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Functies “ Fotostylerkeuze “ een optie. t Selecteer Aangep. RGB om uw eigen RGB-tint te definiëren. t Selecteer Normaal als u gezichtsherkenningsopties wilt gebruiken. t Afhankelijk van de geselecteerde fotostijl zijn sommige beeldaanpassingsopties niet beschikbaar. Terug 4 Opnameopties Verpl. Pas de hoeveelheid van de geselecteerde kleur aan. (-: minder of +: meer) 56 Uw foto's mooier maken Uw foto's aanpassen pAhn Kleurverzadigingsoptie Pas het contrast, de scherpte en de kleurverzadiging van uw foto's aan. 1 2 3 Verminder de kleurverzadiging. + Verhoog de kleurverzadiging. Druk in de opnamemodus op [m]. t Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken). t Afhankelijk van de geselecteerde beeldaanpassingsoptie zijn sommige fotostijlen niet beschikbaar. Selecteer Functies “ Beeld aanpassen. Selecteer een aanpassingsoptie. t Contrast t Scherpte t Kleurverz. 4 Beschrijving - Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel aan te passen. Contrastoptie Beschrijving - Verminder kleuren en helderheid. + Verhoog kleuren en helderheid. Scherpteoptie Beschrijving - Verzacht randen in de foto (geschikt voor fotobewerking op de computer). + Verscherp randen om de foto duidelijker te maken. Hierdoor kan ook de beeldruis in de foto's toenemen. Opnameopties 57 Weergeven/bewerken Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter, televisie of HDTV aansluit. Weergeven ………………………………………………… De weergavemodus starten ………………………………… Foto's weergeven …………………………………………… Een video afspelen ………………………………………… Spraakmemo's afspelen …………………………………… 59 59 63 64 65 Foto's bewerken ………………………………………… Foto's in grootte aanpassen ……………………………… Een foto draaien …………………………………………… Fotostijlen toepassen ……………………………………… Uw eigen RGB-tint definiëren ……………………………… Belichtingsproblemen corrigeren …………………………… Een afdrukbestelling maken (DPOF) ……………………… 66 66 66 67 67 68 69 Bestanden weergeven op een tv of HDTV …………… 70 Bestanden naar de computer overbrengen ………… 72 Voor Windows-gebruikers ………………………………… 72 Voor Mac-gebruikers ……………………………………… 77 Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) … 78 Weergeven Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u bestanden beheert. Het scherm in de weergavemodus De weergavemodus starten Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de camera zijn opgeslagen. 1 Druk op [P]. t Het laatste bestand dat u hebt gemaakt of opgenomen wordt weergegeven. t Als de camera is uitgeschakeld, schakelt u deze in. 2 Druk op [F] of [t] of draai aan de navigatieknop om door bestanden te scrollen. t Houd [F] of [t] ingedrukt om de bestanden snel te bekijken. Pictogram Beschrijving Foto heeft een spraakmemo Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de geheugenkaart. Videobestand Afdrukbestelling ingesteld (DPOF) Beschermd bestand Mapnaam – Bestandsnaam Histogram Weergeven/bewerken 59 Weergeven 4 Bestanden op categorie bekijken in Smart Album Bekijk en beheer bestanden op categorie, zoals datum, week of bestandstype. 1 2 3 5 Druk in de weergavemodus [Zoomknop] omlaag. Druk op [m]. Druk op [F] of [t] om bestanden te bekijken. t Houd [F] of [t] ingedrukt om een datum, bestandstype, weekdag of kleur te selecteren. Druk op [o] om terug te gaan naar de normale weergave. Selecteer een categorie. Bestanden als miniatuur weergeven Blader vlug door miniaturen van bestanden heen. Type Datum Kleur Week Terug Duw in de weergavemodus [Zoomknop] omlaag om 9 of 20 miniaturen weer te geven (duw [Zoomknop] omhoog om naar de vorige modus terug te keren). Instellen Optie Beschrijving Type Geef bestanden gesorteerd op bestandstype weer. Datum Geef bestanden op volgorde van de opslagdatum weer. Kleur Geef bestanden gesorteerd op de dominante kleur in het beeld weer. Week Geef bestanden weer op volgorde van de weekdag waarop ze zijn opgeslagen. Het kan enige tijd duren voordat de categorie is gewijzigd en bestanden worden gereorganiseerd. Filter Functie Actie Door bestanden scrollen Draai aan de navigatieknop of druk op [D], [M], [F] of [t]. Bestanden wissen Druk op [f] en selecteer Ja. Weergeven/bewerken 60 Weergeven Bestanden beveiligen Bestanden wissen Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden gewist. 1 2 Druk in de weergavemodus op [m]. Afzonderlijke bestanden wissen: Selecteer Bestandopties “ Beveiligen “ Select.. 1 Selecteer een bestand in de weergavemodus en druk op [f]. 2 Selecteer Ja om het bestand te wissen. t Als u alle bestanden wilt beveiligen, selecteert u Alles “ Vergrendel. 3 Wis afzonderlijke bestanden of alle bestanden tegelijk. Beveiligde bestanden kunnen niet worden gewist. Selecteer het bestand dat u wilt beveiligen en druk op [o]. t Druk nogmaals op [o] om uw selectie op te heffen. Meerdere bestanden tegelijk wissen: 1 2 3 Druk in de weergavemodus op [f]. Selecteer Meer wissen. Selecteer de bestanden die u wilt wissen en druk op [o]. t Druk nogmaals op [o] om uw selectie op te heffen. Select. 4 Druk op [f]. Instellen 4 5 Druk op [f]. Selecteer Ja. Alle bestanden wissen: 1 2 Weergeven/bewerken Druk in de weergavemodus op [m]. Selecteer Bestandopties “ Verwijder “ Alles “ Ja. 61 Weergeven De prullenbak gebruiken Bestanden naar de geheugenkaart kopiëren Als u de prullenbak activeert, worden de bestanden die u wist daar naartoe verplaatst, in plaats van permanent te worden verwijderd. Dit geldt alleen voor afzonderlijke bestanden of meerdere tegelijk geselecteerde bestanden. Als u ervoor kiest om alle bestanden te wissen, worden deze niet naar de prullenbak verplaatst. U kunt bestanden van het interne geheugen naar een geheugenkaart kopiëren. 1 2 3 Druk in de weergavemodus op [m]. Selecteer Bestandopties “ Kopie. Selecteer Ja om bestanden te kopiëren. De prullenbak activeren: 1 2 Druk in de weergavemodus op [m]. Selecteer Bestandopties “ Prullenbak “ Aan. Bestanden uit de prullenbak terughalen: 1 2 Druk in de weergavemodus op [m]. Selecteer Bestandopties “ Prullenbak “ Ophalen. t Deze functie werkt niet voor video's en spraakmemo's. t Bij gebruik van de prullenbak kan het langer duren om bestanden te wissen. t Als u het interne geheugen formatteert, worden alle bestanden in de prullenbak gewist. t De prullenbak kan voor maximaal 10 MB aan bestanden bevatten. Als de limiet van 10 MB wordt overschreden, vraagt de camera of u de prullenbak wilt legen. Selecteer Ja om de prullenbak te legen of Nee om alleen het huidige bestand te wissen. Weergeven/bewerken 62 Weergeven Een diavoorstelling starten Foto's weergeven Inzoomen op een deel van een foto of foto's als diavoorstelling bekijken. Een foto vergroten Duw in de weergavemodus [Zoomknop] omhoog om een foto te vergroten (duw [Zoomknop] omlaag om een foto te verkleinen). U kunt de diavoorstelling van geluid en effecten voorzien. 1 2 3 Druk in de weergavemodus op [m]. Selecteer Diashow. Selecteer een effect voor de diavoorstelling. t Ga naar stap 5 als u een diavoorstelling zonder effect wilt. Optie Beschrijving Foto's Kies de foto's die u in een diavoorstelling wilt weergeven. t Alles: Alle foto's in een diavoorstelling weergeven. t Datum: Alle foto's van een specifieke datum in een diavoorstelling weergeven. t Select.: Geselecteerde foto's in een diavoorstelling weergeven. Effect t Selecteer een overgangseffect. t Selecteer Uit als u geen effect wilt. Interval t Het interval tussen foto's instellen. t Dit is alleen mogelijk als Uit is geselecteerd in het menu Effect. t In combinatie met andere effectopties dan Uit wordt het interval op 1 seconde ingesteld. Muziek Achtergrondmuziek selecteren. Boven aan het scherm worden het vergrote gedeelte en de zoomverhouding weergegeven. De maximale zoomverhouding kan per resolutie verschillen. Bijsnijden Functie Actie Het vergrote gebied verplaatsen Druk op [D], [M], [F] of [t]. De vergrote foto bijsnijden Druk op [o] (de foto wordt opgeslagen als een nieuw bestand). Weergeven/bewerken 63 Weergeven 4 5 2 Stel het effect voor de diavertoning in. Selecteer Start “ Afspelen. Druk op Functie t Selecteer Herhalen om de diavoorstelling continu af te spelen. t Druk op [o] om de diavoorstelling te pauzeren of te hervatten. [F] Terugspoelen [o] Het afspelen onderbreken of hervatten [t] Vooruitspoelen [Zoomknop] omhoog of omlaag Het volume regelen Een video afspelen U kunt video's afspelen, afzonderlijke beelden uit video's opslaan en video's bijsnijden. 1 Gebruik de volgende knoppen voor de bediening: Selecteer in de weergavemodus een video en druk op [o]. Een video tijdens het afspelen bijsnijden 1 Druk op [o] op het punt waar u de videoclip wilt laten beginnen en duw [Zoomknop] omhoog. 2 3 Druk op [o] om het afspelen te hervatten. 4 Selecteer Ja. Druk op [o] op het punt waar u de videoclip wilt laten eindigen en duw [Zoomknop] omhoog. t De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn. t De bewerkte video wordt als nieuw bestand opgeslagen. Pauze Weergeven/bewerken 64 Weergeven Een beeld vastleggen tijdens het afspelen 1 Druk op [o] op het punt waarop u een foto wilt opslaan. 2 Druk op [M]. Een aan een foto toegevoegde spraakmemo afspelen Selecteer in de weergavemodus een foto met een spraakmemo en druk op [o]. t Druk op [o] als u het afspelen wilt onderbreken of hervatten. Afzonderlijke beelden die worden bewaard hebben dezelfde grootte als het oorspronkelijke videobestand en worden als een nieuw bestand opgeslagen. Spraakmemo's afspelen Een spraakmemo afspelen 1 Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo en druk op [o]. 2 Gebruik de volgende knoppen voor de bediening: Druk op Functie [F] Terugspoelen [o] Het afspelen onderbreken of hervatten [t] Vooruitspoelen [M] Het afspelen stoppen [Zoomknop] omhoog of omlaag Het volume regelen Weergeven/bewerken 65 Foto's bewerken Bewerk foto's door ze te draaien, in grootte aan te passen, rode ogen te verwijderen en de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aan te passen. Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen. Foto's in grootte aanpassen Een foto draaien 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 1 2 Selecteer Wijzigen “ Res.wijz “ een optie. 2 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. Selecteer Wijzigen “ Draaien “ een optie. Rechts 90 gr. Terug Verpl. Terug t Selecteer om de foto als beginafbeelding op te slaan. (pag. 81) t De beschikbare opties verschillen, afhankelijk van de grootte van de geselecteerde foto. Weergeven/bewerken Verpl. Afhankelijk van het oorspronkelijke fotoformaat, wordt het formaat van de geroteerde foto mogelijk gewijzigd in een lagere resolutie. 66 Foto's bewerken Fotostijlen toepassen Uw eigen RGB-tint definiëren Pas verschillende stijlen op de foto toe, zoals Zacht, Helder en Bos. 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 Selecteer Wijzigen “ Fotostylerkeuze “ Aangep. RGB. 3 Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw). Zacht Helder Bos 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 Selecteer Wijzigen “ Fotostylerkeuze “ een optie. t Selecteer Aangep. RGB om uw eigen RGB-tint te definiëren. Terug 4 Zacht Terug Pas de hoeveelheid van de geselecteerde kleur aan. (-: minder of +: meer) Verpl. Weergeven/bewerken Verpl. 67 Foto's bewerken 3 Belichtingsproblemen corrigeren U kunt ACB (automatische contrastbalans), helderheid, contrast en kleurverzadiging aanpassen, rode ogen wegwerken, onvolkomenheden in het gezicht verbergen of ruis toevoegen aan de foto. ACB (automatische contrastbalans) aanpassen 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 Selecteer Wijzigen “ Beeld aanpassen “ ACB. Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 Selecteer Wijzigen “ Beeld aanpassen “ Anti-rode ogen. Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 Selecteer Wijzigen “ Beeld aanpassen “ Gezichtretouch. 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 3 Selecteer Wijzigen “ Beeld aanpassen. 4 1 1 Helderheid/contrast/kleurverzadiging aanpassen Selecteer een aanpassingsoptie. t t t Rode ogen verwijderen Onvolmaaktheden in het gezicht verbergen Selecteer een niveau. t Het gezicht wordt egaler naarmate u het getal verhoogt. : Helderheid : Contrast : Kleurverz. Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel aan te passen. (-: minder of +: meer) Ruis aan de foto toevoegen 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 Selecteer Wijzigen “ Beeld aanpassen “ Ruis toevoegen. Weergeven/bewerken 68 Foto's bewerken Een afdrukbestelling maken (DPOF) Selecteer foto's om af te drukken en stel opties in zoals het aantal afdrukken en het papierformaat. 4 5 t De geheugenkaart kan naar een printshop die DPOF (Digital Print Order Format) ondersteunt worden gebracht, maar u kunt ook uw foto's thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken. t Brede foto's worden mogelijk met verlies van de linker- en rechterkant afgedrukt, dus houd rekening met de afmetingen van de foto's. t Voor de foto's in het interne geheugen kunt u geen DPOF gebruiken. 1 2 3 6 Druk in de weergavemodus op [m]. Selecteer Bestandopties “ DPOF “ Standaard “ een optie. Optie Beschrijving Select. De geselecteerde foto's afdrukken. Alles Alle foto's afdrukken. Reset De instellingen terugzetten. Druk op [m]. Selecteer Bestandopties “ DPOF “ Formaat “ een optie. Optie Beschrijving Select. Het afdrukformaat van de geselecteerde foto opgeven. Alles Het afdrukformaat van alle foto's opgeven. Reset De instellingen terugzetten. Als u Select. selecteert, bladert u naar een foto en duwt u [Zoomknop] omhoog of omlaag om het afdrukformaat te selecteren. Herhaal dit voor de gewenste foto's en druk op [f]. t Als u Alles selecteert, drukt u op [D] of [M] om het afdrukformaat te selecteren en drukt u op [o]. Foto's afdrukken als miniaturen Als u Select. selecteert, bladert u naar een foto en duwt u [Zoomknop] omhoog of omlaag om het aantal exemplaren te selecteren. Herhaal dit voor de gewenste foto's en druk op [f]. 1 2 t Als u Alles selecteert, drukt u op [D] of [M] om het aantal exemplaren te selecteren en drukt u op [o]. Weergeven/bewerken Druk in de weergavemodus op [m]. Selecteer Bestandopties “ DPOF “ Index “ Ja. Als u het afdrukformaat opgeeft, kunt u alleen foto's afdrukken met DPOF 1.1-compatibele printers. 69 Bestanden weergeven op een tv of HDTV Geef foto's en video's weer door de camera met behulp van de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten. 1 Selecteer een video-uitgang voor uw land of regio. (pag. 83) 2 3 Schakel de camera en de televisie uit. t Bij bepaalde televisies kan er digitale ruis optreden of kan het gebeuren dat het beeld niet geheel wordt weergegeven. t Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven. t Terwijl de camera op de televisie is aangesloten, kunt u gewoon foto's en video's maken. Sluit de camera met behulp van de A/V-kabel op de televisie aan. Video Audio Bestanden op een HDTV weergeven U kunt ongecomprimeerde foto's of video's van hoge kwaliteit op een HDTV bekijken met behulp van de optionele HDMI-houder. HDMI (High Definition Multimedia Interface) wordt door de meeste HDTV's ondersteund. Zie de "Gebruiksaanwijzing voor HDMI-houder" voor meer informatie. 4 Schakel de televisie in en selecteer de videouitvoermodus met de afstandsbediening van de televisie. 5 6 Schakel de camera in en druk op [P]. 1 2 3 4 Druk in de opname- of weergavemodus op [m]. Selecteer Instellingen ¡ HDMI-formaat. Selecteer een HDMI-resolutie. Schakel de camera en HDTV uit. Bekijk foto's of speel video's af met behulp van de knoppen op de camera. Weergeven/bewerken 70 Bestanden weergeven op een tv of HDTV 5 Plaats de camera in de houder en sluit de HDMI-kabel aan op de HDTV en de houder. Ontkoppel de A/V-kabel als deze op de houder is aangesloten. HDMI-kabel 6 Schakel de camera in. t De HDTV wordt automatisch aangezet en het camerascherm wordt weergegeven. 7 Bekijk bestanden met behulp van de knoppen op de camera of de afstandsbediening van de camera of HDTV. Als uw HDTV het profiel Anynet+(CEC) ondersteunt, activeert u Anynet + in het instellingenmenu (pag. 83) om alle aangesloten Samsung A/V-apparaten te regelen met de afstandsbediening van de tv. Zie de "Gebruiksaanwijzing voor HDMI-houder" voor meer informatie. Weergeven/bewerken 71 Bestanden naar de computer overbrengen Voor Windows-gebruikers Vereisten voor QuickTime Player 7.5 U kunt bestanden overbrengen door de camera op een pc aan te sluiten. t Intel Pentium 4, 3,2 GHz of hoger / AMD Athlin 64FX, 2,6 GHz of hoger t Windows XP Service Pack 2 of Vista t Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen) t Videokaart van minimaal 64 MB (nVIDIA Geforce 7600GT of hoger / ATI X1600-serie of hoger aanbevolen) Programma's installeren Hardware- en softwarevereisten Onderdeel Vereisten Processor Pentium III 500 MHz of sneller (Pentium III 800 MHz of sneller aanbevolen) RAM 256 MB of meer (512 MB of meer aanbevolen) Besturingssysteem Windows 2000/XP/Vista Schijfruimte 250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen) Overig t USB-poort t Cd-romstation t 1024x768 pixels, monitor met ondersteuning voor 16-bits kleuren (ondersteuning voor 24-bits kleuren aanbevolen) t Microsoft Direct X 9.0C of nieuwer t Het gebruik van een zelfgemonteerde pc of een niet-ondersteunde pc en besturingssysteem kan tot gevolg hebben dat uw garantie vervalt. t De programma's werken mogelijk niet goed onder de 64-bits versies van Windows XP en Vista. Programma's op de cd-rom Programma Doel Samsung Master Foto's en video's bewerken. QuickTime Player 7.5 Video's (H.264 (MPEG-4.AVC)-bestanden) bekijken op een pc. Adobe Reader De gebruiksaanwijzing weergeven. Weergeven/bewerken 72 Bestanden naar de computer overbrengen 1 2 Plaats de installatie-cd in een compatibel cd-romstation. Wanneer het installatiescherm wordt weergegeven, klikt u op Samsung Digital Camera Installer om de installatie te starten. Bestanden naar de pc overbrengen Wanneer u de camera op de pc hebt aangesloten, zal deze laatste de camera als een verwisselbaar schijfstation herkennen. Terwijl de camera met een USB-kabel op de pc is aangesloten, wordt de batterij opgeladen. 1 Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan. Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. 3 Selecteer de programma's die u wilt installeren en volg de aanwijzingen op het scherm. 4 Klik op Exit om de installatie te voltooien en start de computer opnieuw op. Weergeven/bewerken 73 Bestanden naar de computer overbrengen 2 De camera loskoppelen (Windows XP) Schakel de camera in. t De camera wordt automatisch herkend. Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-upvenster. Selecteer Computer. 3 Selecteer op de pc Deze computer “ Verwisselbare schijf “ DCIM “ 100SSCAM. 4 Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de pc of sla ze daar op. De USB-kabel wordt onder Windows 2000/Vista op soortgelijke wijze losgekoppeld. 1 Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot het knipperen ophoudt. 2 Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de pc. 3 4 Klik op het pop-upbericht. Weergeven/bewerken Verwijder de USB-kabel. 74 Bestanden naar de computer overbrengen 2 Samsung Master gebruiken Klik op Next en volg de aanwijzingen op het scherm. U kunt bestanden downloaden of foto's en video's bewerken die op de pc zijn opgeslagen. Raadpleeg het Help-menu voor meer informatie. Dit programma biedt geen ondersteuning voor het bewerken van videobestanden (H.264 (MPEG-4. AVC)) op de camera. Š Bestanden downloaden met Samsung Master Wanneer u de camera op een pc aansluit, verschijnt er automatisch een venster voor het downloaden van bestanden. 1 Selecteer de bestanden die u wilt downloaden. ˆ Nr. ‰ Beschrijving ˆ Selecteer de locatie van de bestanden die u wilt downloaden. ‰ Klik hier om de geselecteerde bestanden te downloaden. Š Miniaturen van bestanden; klik op een afbeelding om deze te downloaden. Weergeven/bewerken 75 Bestanden naar de computer overbrengen De interface van Samsung Master ˆ Œ ‰  Nr. Š ‹ Beschrijving ˆ ‰ Š ‹ Werkbalk Menu's Klik hier voor meer informatie over het programma. Klik hier om de miniaturen in de lijst te vergroten of verkleinen. Œ De modus wijzigen t : Weergavemodus t : Fotobewerkingsmodus t : Videobewerkingsmodus  Informatie over het geselecteerde bestand weergeven. Ž De foto's in de geselecteerde map; dubbelklik erop om ze op schermgrootte weer te geven. Ž Weergeven/bewerken 76 Bestanden naar de computer overbrengen 2 Voor Mac-gebruikers Wanneer u de camera op een Apple Macintosh-computer aansluit, wordt de camera automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren. Vereisten voor QuickTime Player 7.5 Schakel de camera in. t De computer herkent de camera automatisch en geeft op het beeldscherm een pictogram van een verwisselbare schijf weer. 3 4 Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf. Breng foto’s of video’s naar de computer over. t 1,8 GHz Power Mac G5 / 1,83 GHz Intel Core Duo of hoger t Mac OS X versie 10.3.9 of hoger t Minimaal 256 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen) t Videokaart van minimaal 64 MB 1 Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintoshcomputer aan. Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Weergeven/bewerken 77 Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) Druk foto's op een PictBridge-compatibele printer af door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten. 1 2 Schakel de printer in en sluit de camera er met een USB-kabel op aan. Afdrukopties instellen Foto's : Eén Formaat : Auto Lay-out : Auto Type : Auto Kwalit. : Auto Afsl. Schakel de camera in. t De camera wordt automatisch herkend door de printer. Optie Printen Beschrijving t Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een popupvenster. Selecteer Printer. t Als de printer een massaopslagfunctie heeft, moet in het instellingenmenu eerst de USB-modus op Printer worden ingesteld. (pag. 84) Foto's: Kiezen of alleen de huidige foto dan wel alle foto's moeten worden afgedrukt. Formaat: Geef de afdrukgrootte op. Lay-out: Maak indexprints. Type: Selecteer de papiersoort. 3 4 Druk op [F] of [t] om een foto te selecteren. Kwalit.: Stel de afdrukkwaliteit in. t Druk op [m] om afdrukopties in te stellen. Zie “Afdrukopties instellen”. Datum: Stel in dat de datum wordt afgedrukt. Druk op [o] om af te drukken. Reset: Stel de afdrukopties op de beginwaarden terug. Best.naam: Stel in dat de bestandsnaam wordt afgedrukt. t Het afdrukken begint. Druk op [F] om het afdrukken te annuleren. Bepaalde opties worden niet door alle printers ondersteund. Weergeven/bewerken 78 Aanvullende informatie Hier vindt u informatie over instellingen en foutmeldingen, alsmede specificaties en onderhoudstips. Camera-instellingenmenu ……………………………… 80 Het instellingenmenu openen ……………………………… Geluid ……………………………………………………… Display ……………………………………………………… Instellingen …………………………………………………… 80 81 81 82 Foutmeldingen …………………………………………… 85 Onderhoud van de camera ……………………………… 86 De camera reinigen ………………………………………… 86 Geheugenkaarten …………………………………………… 87 De batterij …………………………………………………… 88 Voordat u contact opneemt met een servicecenter … 90 Cameraspecificaties ……………………………………… 93 Index ………………………………………………………… 98 Camera-instellingenmenu Hier vindt u informatie over de verschillende instellingen die u op de camera kunt doen. 3 Het instellingenmenu openen 1 2 Selecteer een optie en sla de instellingen op. Volume B.geluid Sl.toon Piepjes AF-geluid Zelfportret Druk in de opname- of weergavemodus op [m]. Selecteer een menu. Functies Geluid Display Instellingen Afsl. Menu Volume B.geluid Sl.toon Piepjes AF-geluid Zelfportret Terug 4 Wijzigen Middel Hoog : Aan Instellen Druk op [m] om naar het vorige scherm terug te keren. Beschrijving Geluid: Hier stelt u de geluiden van de camera en het volume in. (pag. 81) Display: Hier past u de scherminstellingen aan, zoals de taal en de helderheid. (pag. 81) Instellingen: Hier wijzigt u de instellingen voor het camerasysteem, zoals geheugenformaat, standaardbestandsnaam en de USB-modus. (pag. 82) Aanvullende informatie Uit Laag 80 Camera-instellingenmenu Geluid * Standaard * Standaard Onderdeel Beschrijving Onderdeel Volume Hiermee past u het volume van alle geluiden aan. (Uit, Laag, Middel*, Hoog) B.geluid Hier selecteert u een geluidsignaal voor het inschakelen van de camera. (Uit*, 1, 2, 3) Sl.toon Hier selecteert u een geluid voor het indrukken van de ontspanknop. (Uit, 1*, 2, 3) Piepjes Kiezen welk geluid bij het indrukken van knoppen of het wisselen van modi wordt geproduceerd. (Uit, 1*, 2, 3) Een afbeelding instellen die wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld. t Uit*: Er wordt geen afbeelding weergegeven. t Logo: Er wordt een standaardafbeelding uit het interne geheugen weergegeven. t Gebr.afb: Een afbeelding naar keuze weergeven. (pag. 66) Beginafbeelding AF-geluid Hier stelt u in of er een geluid klinkt bij het half indrukken van de ontspanknop. (Uit, Aan*) Zelfportret Hier stelt u in of er een geluid klinkt wanneer de camera uw gezicht detecteert. (Uit, Aan*) t Er wordt slechts één beginafbeelding in het interne geheugen opgeslagen. t Als u een nieuwe foto selecteert of de camera reset, wordt de huidige beginafbeelding gewist. t Brede foto's of foto's met een verhouding van 3:2 kunnen niet als beginafbeelding worden ingesteld. Rasterlijn Display * Standaard Onderdeel Beschrijving Language Een taal selecteren voor de schermtekst. Functiebeschrijving Een korte beschrijving van een optie of menu weergeven. (Uit, Aan*) Beschrijving Helderh. scherm Selecteer een type rasterlijnen om u te helpen bij de compositie van een scène. (2 X 2*, 3 X 3, X, +) De helderheid van het scherm aanpassen. (Auto*, Donker, Normaal, Licht) Normaal staat voor de weergavemodus vast, zelfs als Auto is geselecteerd. Snel tonen De weergaveduur voor een gemaakte foto of video instellen, voordat naar de opnamemodus wordt teruggekeerd. (Uit, 0,5 sec*, 1 sec, 3 sec) Spaarstand Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt de camera automatisch over op de energiebesparingsmodus (druk op een knop om deze modus weer te deactiveren). (Uit*, Aan) Aanvullende informatie 81 Camera-instellingenmenu Instellingen * Standaard * Standaard Onderdeel Beschrijving Onderdeel Het interne geheugen en de geheugenkaart formatteren (alle bestanden, ook beschermde, worden gewist). (Ja, Nee) Formatt. De naamgeving van bestanden instellen. t Op nul: Instellen dat de bestandsnummering weer bij 0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden gewist. t Serie*: Instellen dat de bestandsnummering doorloopt wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden gewist. Geheugenkaarten die in een camera van een andere fabrikant of in een geheugenkaartlezer zijn gebruikt, of die met een computer zijn geformatteerd, kunnen door de camera mogelijk niet correct worden gelezen. Formatteer dergelijke kaarten in de camera alvorens ze te gebruiken. Reset Menu's en opnameopties op de beginwaarden instellen (instellingen voor datum en tijd, taal en videouitvoer worden niet gereset). (Ja, Nee) Datum/tijd De datum en tijd instellen en een datumnotatie selecteren. (dd/mm/jjjj, mm/dd/jjjj, jjjj/mm/dd, Uit*) Tijdzone Een regio selecteren en zomer-wintertijd instellen (DST). Beschrijving Bestandsnr. Aanvullende informatie 82 t De standaardnaam van de eerste map is 100SSCAM en de standaardnaam van het eerste bestand is SDC10001. t Het bestandsnummer wordt steeds met een opgehoogd, van SDC10001 tot SDC19999. t Het mapnummer wordt steeds met een opgehoogd, van 100SSCAM tot 999SSCAM. t Het maximumaantal bestanden dat in een map kan worden opgeslagen, is 9999. t De camera definieert bestandsnamen volgens de Digital rule for Camera File system-norm (DCF). Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze bestanden mogelijk niet meer weergeven. Camera-instellingenmenu * Standaard * Standaard Onderdeel Beschrijving Onderdeel Beschrijving Video Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio instellen. t NTSC*: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico. t PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, Oostenrijk, België, China, Denemarken, Finland, Duitsland, Engeland, Italië, Koeweit, Maleisië, Nieuw Zeeland, Singapore, Spanje, Zweden, Zwitserland, Thailand, Noorwegen. AF-lamp Een hulplampje instellen ter ondersteuning van het scherpstellen in donkere omgevingen. (Uit, Aan*) Anynet+ (HDMI-CEC) Als de camera is aangesloten op een SamsungHDTV die Anynet+(CEC) ondersteunt, kunt u deze met de afstandsbediening van de tv gebruiken door deze optie in te schakelen. t Aan*: De camera gebruiken met een HDTV-afstandsbediening. t Uit: Bestanden weergeven zonder een HDTV-afstandsbediening te gebruiken. Instellen of de datum en tijd op de foto's worden afgedrukt. (Uit*, Datum, Datum/tijd) Afdruk t De datum en tijd worden in de rechteronderhoek geel weergegeven. t Bij bepaalde printermodellen worden de datum en tijd niet afgedrukt. t Als u Tekst selecteert in de s-modus, worden de datum en tijd niet weergegeven. Instellen dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld wanneer u deze niet gebruikt. (Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min) Automatisch uit t Bij vervanging van de batterij blijven deze instellingen behouden. t De camera schakelt in de volgende gevallen niet automatisch uit: - wanneer deze op een computer of printer is aangesloten - wanneer u een diavertoning of video's afspeelt - wanneer u een spraakmemo opneemt Aanvullende informatie 83 Camera-instellingenmenu * Standaard Onderdeel Beschrijving HDMI-formaat De resolutie van foto's selecteren wanneer u met de HDMI-houder bestanden op een HDTV weergeeft. (NTSC: 1080i*, 720p, 480p / PAL: 1080i*, 720p, 576p) Als de geselecteerde resolutie niet door de HDTV wordt ondersteund, wordt automatisch de onderliggende resolutiewaarde geselecteerd. USB Instellen om via een USB-verbinding met een computer of printer te communiceren. t Auto*: Instellen dat de camera automatisch een USB-modus selecteert. t Computer: De camera op een computer aansluiten om bestanden over te brengen. t Printer: De camera op een printer aansluiten om bestanden af te drukken. Aanvullende informatie 84 Foutmeldingen Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen. Foutmelding Mogelijke oplossing Kaartfout t Schakel de camera uit en weer in. t Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug. t Formatteer de geheugenkaart. (pag. 82) Ontgrendel de geheugenkaart. Kaart vergrendeld DCF Full Error Bestandsnamen komen niet met de DCF-norm overeen. Breng de bestanden op de geheugenkaart naar een computer over en formatteer de kaart. (pag. 82) Bestandsfout Wis het beschadigde bestand of neem contact op met een servicecenter. Batterij bijna leeg Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op. Weinig licht Schakel de flitser in. (pag. 41) Geheugen vol Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe geheugenkaart. Geen foto Maak foto's of plaats en geheugenkaart met foto's. Aanvullende informatie 85 Onderhoud van de camera Camerabehuizing De camera reinigen Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af. Cameralens en -scherm Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon. t Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het toestel te reinigen. Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken. t Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de lenskap. Aanvullende informatie 86 Onderhoud van de camera Capaciteit van de geheugenkaart Geheugenkaarten Geheugenkaarten voor deze camera U kunt SD-kaarten (Secure Digital), SDHC-kaarten (Secure Digital High Capacity) en MMC-kaarten (Multimedia Card) gebruiken. De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn op een 1-GB SD-kaart gebaseerd: Grootte Superhoog Contactpunten F o t o ' s Schrijfvergrendeling Etiket (voorzijde) Bij SD- en SDHC-kaarten kunt u voorkomen dat bestanden worden gewist, door de schrijfvergrendeling op de kaart om te zetten. Schuif de vergrendeling naar beneden om de kaart alleen-lezen te maken, en omhoog om de schrijfvergrendeling op te heffen. Vergeet niet om voordat u gaat fotograferen de kaart te ontgrendelen. * V i d e o s Hoog Normaal 60 fps 30 fps 15 fps 142 274 389 - - - 162 302 426 - - - 195 355 509 - - - 195 355 509 - - - 204 361 518 - - - 327 547 764 - - - 514 774 1028 - - - 840 1104 1387 - - - 1420 1612 1807 - Circa 12 min 22 sec Circa 13 min 57 sec Circa 24 min Circa 70 min - - - - - - - - - - - - - - - Circa 49 min Circa 22 min Circa 25 min Circa 46 min Circa 91 min * Bij gebruik van de zoomfunctie kan de opnametijd van de hier gegeven waarden afwijken. Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. Aanvullende informatie 87 Onderhoud van de camera De batterij Levensduur van de batterij Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen. Opnametijd/ Aantal foto's Batterijspecificaties Modus SLB-11A Type Lithium-ionbatterij Capaciteit 1130 mAh Voltage 3,8 V Oplaadtijd (wanneer de camera is uitgeschakeld) Circa 190 min Opnameomstandigheden (wanneer de batterij volledig is geladen) Dit is onder de volgende omstandigheden gemeten: in de a-modus, resolutie 12M, kwaliteit Hoog, OIS Aan. 1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één foto en zoom in of uit. Foto's Circa 150 min/ 2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto Circa 300 foto's en zoom in of uit. 3. Voer stap 1 en 2 gedurende 30 seconden uit en herhaal dit 5 minuten lang. Schakel de camera vervolgens 1 minuut uit. 4. Herhaal stap 1 tot 3. Video's Circa 140 min Neem video's op bij een resolutie van 640x480 en met 30 fps. • De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik. • Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. Aanvullende informatie 88 Onderhoud van de camera Over het opladen van de batterij t Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. t Schakel de camera tijdens het opladen uit. t Schakel de camera pas in nadat u de batterij langer dan 10 minuten hebt opgeladen. t Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het indicatielampje groen wordt. t Als het indicatielampje rood knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw. t Als u de batterij oplaadt terwijl deze warm is, kan het indicatielampje oranje gaan branden. Nadat de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen. Over het opladen terwijl er een computer is aangesloten t Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel. t De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet opgeladen: - wanneer u een USB-hub gebruikt - wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten - wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de computer aansluit - wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm niet ondersteunt (5 V, 500 mA) Aanvullende informatie 89 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Als u hebt geprobeerd een oplossing te vinden met behulp van deze suggesties, maar nog steeds problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter. Situatie Mogelijke oplossing De camera kan niet worden ingeschakeld t Controleer of de batterij in de camera is geplaatst. t Controleer of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. t Laad de batterij op. De camera wordt plotseling uitgeschakeld t Laad de batterij op. t De camera bevindt zich mogelijk in de energiebesparingsmodus. (pag. 81) t De camera wordt mogelijk uitgeschakeld om te voorkomen dat de geheugenkaart door een harde schok beschadigd raakt. Schakel de camera weer in. De batterij raakt snel leeg t De batterij raakt bij lage temperaturen (onder 0 °C) sneller leeg. Houd de batterij warm door deze in uw zak te steken. t Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij indien nodig weer op. t Batterijen zijn verbruiksgoederen die na verloop van tijd moeten worden vervangen. Haal een nieuwe batterij als de levensduur drastisch afneemt. Situatie Mogelijke oplossing Er kunnen geen foto's worden gemaakt t Er is geen ruimte op de geheugenkaart. Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe kaart. t Formatteer de geheugenkaart. (pag. 82) t De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe geheugenkaart. t De geheugenkaart is vergrendeld. Ontgrendel de kaart. (pag. 85) t Controleer of de camera is ingeschakeld. t Laad de batterij op. t Controleer of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. De camera loopt vast Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. De flitser werkt niet t Mogelijk is de flitser op Uit ingesteld. (pag. 41) t In de modi d, v en bepaalde s modi kan de flitser niet worden gebruikt. Er wordt onverwachts een flits afgevuurd De flitser wordt mogelijk afgevuurd vanwege statische elektriciteit. Dit is geen defect van de camera. Aanvullende informatie 90 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie Mogelijke oplossing De datum en tijd kloppen niet Stel in het scherminstellingenmenu de datum en tijd in. Het display of de knoppen werken niet Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. Situatie Mogelijke oplossing De kleuren in de foto zijn anders dan de daadwerkelijke kleuren Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie voor de lichtbron. (pag. 51) De foto is te licht De foto is overbelicht. t Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 50) t Selecteer de diafragmawaarde of sluitertijd. (pag. 31) t Schakel de flitser uit. (pag. 41) t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 43) De foto is te donker De foto is onderbelicht. t Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 50) t Selecteer de diafragmawaarde of sluitertijd. (pag. 31) t Schakel de flitser in. (pag. 41) t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 43) De foto is vervormd t De groothoeklens kan elementen in het beeld vervormen. Dit is normaal bij een groothoeklens. De geheugenkaart heeft De geheugenkaart is niet gereset. een fout Formatteer de kaart. (pag. 82) Er kunnen geen bestanden worden afgespeeld of weergegeven Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de camera dit bestand mogelijk niet afspelen of weergeven (de bestandsnaam moet aan de DCF-normen voldoen). In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op een computer afspelen of weergeven. De foto's zijn onscherp t Als het onderwerp zich buiten het scherpstelgebied bevindt, kan de foto onscherp worden. Selecteer de juiste scherpsteloptie al naar gelang de afstand tot het onderwerp. (pag. 44) t Zorg dat het onderwerp zich binnen het bereik van de flitser bevindt. (pag. 93) t Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens indien nodig. (pag. 86) Aanvullende informatie 91 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie Mogelijke oplossing De foto's worden niet op de televisie weergegeven t Controleer of de camera goed met de A/V-kabel op de externe monitor is aangesloten. t Controleer of de geheugenkaart foto's bevat. Situatie De computer herkent de camera niet t Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is geplaatst. t Controleer of de camera is ingeschakeld. t Controleer of het besturingssysteem wordt ondersteund. Tijdens het overbrengen De bestandsoverdracht kan door statische van bestanden elektriciteit worden gestoord. Koppel de verbreekt de computer USB-kabel los en sluit deze weer aan. de verbinding Mogelijke oplossing De codec die in uw computer is geïnstalleerd, is mogelijk incompatibel met de videobestanden die u wilt afspelen. Gebruik QuickTime® Player of installeer Codec Pack Full. t QuickTime® Player 7.5 gebruiken 1. Installeer QuickTime® Player 7.5. Dit programma ondersteunt MP4 (H.264 (MPEG-4.AVC)). 2. Speel video's af met QuickTime® Player. Uw computer kan geen video's afspelen t Codec Pack Full gebruiken 1. Installeer de laatste versie van Codec Pack Full. 2. Speel video's af met de mediaspeler (Media Player Classic of Windows Media Player 11 worden aanbevolen). t Installeer QuickTime® Player 7.5 of K-Lite Codec Pack Full op Windows XP SP2 of hoger. t Afhankelijk van uw computeromgeving worden video's mogelijk schokkerig afgespeeld. Aanvullende informatie 92 Cameraspecificaties Beeldsensor Sluitertijd Type 1/2,33 inch (circa 1,09 cm) CCD Effectieve pixels Circa 12,2 megapixels Totaalaantal pixels Circa 12,4 megapixels t Auto: 1/8 - 1/2.000 sec. t Programma: 1 - 1/2.000 sec. t Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig: 16 - 1/2.000 sec. t Nacht: 8 - 1/2.000 sec. t Vuurwerk: 4 sec. Lens Brandpuntsafstand Schneider-KREUZNACH-lens f = 4,3 - 21,5 mm (35-mm equivalent: 24 - 120 mm) Belichting Diafragmabereik f/2.8 (G) - f/5.8 (T) Bediening Programma AB, Diafragmavoorkeuze AB, Sluitertijdvoorkeuze AB, Handmatige belichting t Fotomodus: 1,0x - 5,0x t Weergavemodus: 1,0x - 12,5x (afhankelijk van het Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen Digitale zoom Compensatie ±2 BW (in stappen van 1/3 BW) ISO-equivalent Auto, 80, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200 beeldformaat) Display Flitser Type AMOLED Eigenschap 3,0 inch (7,62 cm) hVGA+ (518.400 pixels) Modus Uit, Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync, Anti-rode ogen TTL-autofocus (Multi-AF, Centrum-AF, Keuze-AF, Handm. scherpte) Bereik t Groothoek: 0,3 m - 5,2 m (ISO Auto) t Tele: 0,5 m - 2,5 m (ISO Auto) EVC ±1 BW (in stappen van 1/2 BW) Oplaadtijd Circa 5 sec. Scherpstelling Type Normaal Bereik Groothoek (G) Tele (T) 40 cm - oneindig 80 cm - oneindig Macro 5 cm - 40 cm 50 cm - 80 cm Auto macro 5 cm - oneindig 50 cm - oneindig Handmatig 5 cm - oneindig 50 cm - oneindig Trillingsreductie DUAL IS [Optical Image Stabilisation (OIS) + Digital Image Stabilisation (DIS)] Aanvullende informatie 93 Cameraspecificaties • Formaat: H.264 (max. opnametijd: 20 min) • Stereo-opname met volumeregeling en demping Effect • Fotostylerkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos, Opnamemodus Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB • Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz. Witbalans tijdens zoomen • Formaat: 1280 x 720 hoge kwaliteit, 1280 x 720 Video's Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Aangep. instelling, Kleurtemperatuur Opname • Modi: Smart Auto (Macro, Macro tekst, Wit, Foto's Landschap, Actie, Statief, Nacht, Nachtportret, Tegenlicht, Tegenlichtportret, Portret), Auto, Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig, Gebruiker, DUAL IS, Film, Scène (Beautyshot, Nacht, Portret, Kinderen, Landschap, Tekst, Close-up, Zon onder, Dageraad, Tegenl., Vuurwerk, Strand/sneeuw, Kaderlijnen) • Snelheid: 1 opname, Continu, Bew.detectie, AEB • Timer: Uit, 10 sec, 2 sec, Dubbel, Bewegingstimer, Afst.bed. standaardkwaliteit, 640 x 480, 320 x 240 Framesnelheid: 60 fps, 30 fps, 15 fps Spraak: Uit, Aan OIS: Aan, Uit Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen, foto's maken, bijsnijden • Effect: Fotostylerkeuze • • • • Weergave Type Eén foto, Miniaturen, Diashow, Video, Smart Album Bewerken Res.wijz, Draaien, Fotostylerkeuze, Beeld aanpassen • Fotostylerkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos, Effect Aanvullende informatie 94 Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB • Beeld aanpassen: ACB, Anti-rode ogen, Gezichtretouch, Helderheid, Contrast, Kleurverz., Ruis toevoegen Cameraspecificaties Voor 1GB SD Spraakopname t Spraakopname (max. 10 uur) t Spraakmemo in een foto (max. 10 sec.) t Stereo-opname Superhoog Hoog Normaal 4000 x 3000 142 274 389 3984 x 2656 162 302 426 Opslag 3968 x 2232 195 355 509 2976 x 2976 195 355 509 3264 x 2448 204 361 518 2592 x 1944 327 547 764 2048 x 1536 514 774 1028 1920 x 1080 840 1104 1387 1024 x 768 1420 1612 1807 Media t Intern geheugen: circa 76 MB t Extern geheugen (optioneel) - SD-kaart (tot 4 GB gegarandeerd) - SDHC-kaart (tot 8 GB gegarandeerd) - MMC Plus (tot 2 GB gegarandeerd), Beeldformaat 4-bits 20 MHz) De interne geheugencapaciteit kan van deze specificaties afwijken. Deze waarden zijn gemeten onder standaardcondities en kunnen variëren afhankelijk van opnameomstandigheden en camera-instellingen. t Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21, DPOF 1.1, Bestandsindeling PictBridge 1.0 t Video: MP4 (H.264 (MPEG-4.AVC)) t Audio: WAV Interface Digitale uitvoer USB 2.0 (34-pins) Audio-uitvoer Mono (interne speaker, Stereo (microfoon) Video-uitvoer t AV: NTSC, PAL (keuze) t HDMI 1.2: NTSC, PAL (keuze) DC-stroomaansluiting 34-pins, 4,4 V Energiebron Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (SLB-11A, 1.130 mAh) Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen. Aanvullende informatie 95 Cameraspecificaties Energiebron Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (SLB-11A, 1.130 mAh) Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen. Afmetingen (B x H x D) 97 x 61 x 21 mm Gewicht 160 g (zonder batterij en geheugenkaart) Bedrijfstemperatuur 0 - 40 ˚C Bedrijfsluchtvochtigheid 5 - 85 % Software Samsung Master, QuickTime® Player 7.5, Adobe Reader Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Aanvullende informatie 96 Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product (Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s en batterijen) Correcte verwijdering van dit product (inzameling en recycling van elektrische en elektronische apparatuur) (Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese landen waar afval gescheiden wordt ingezameld) Dit merkteken, dat op het product of de documentatie wordt weergegeven, geeft aan dat het product niet mag worden weggeworpen bij het huishoudelijk afval. Om gevaar voor het milieu of de volksgezondheid te voorkomen, dient u dit product van andere typen afval gescheiden te houden en het op een verantwoordelijke manier te recyclen om duurzaam hergebruik van materiaalbronnen te bevorderen. Particulieren dienen contact op te nemen met het verkooppunt waar het product is gekocht of met de plaatselijke overheid voor informatie over waar dit product kan worden ingeleverd voor milieuvriendelijke recycling. Bedrijven dienen contact op te nemen met hun leverancier en de voorwaarden en bepalingen van het aankoopcontract na te kijken. Dit product mag niet samen met ander commercieel afval worden weggeworpen. Het Samsung Eco-symbool Dit is een eigen symbool van Samsung dat het bedrijf gebruikt om zijn milieuvriendelijke productactiviteiten naar de consument te communiceren. Het symbool staat voor Samsung's voortdurende inspanningen om milieubewuste producten te ontwikkelen. Dit merkteken op de accu, gebruiksaanwijzing of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu. Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving. De oplaadbare accu in dit product kan niet door de gebruiker zelf worden vervangen. Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over vervanging. Aanvullende informatie 97 Index A Aanpassen Contrast in de opnamemodus 57 in de weergavemodus 68 Helderheid 68 Kleurverzadiging in de opnamemodus 57 In de weergavemodus 68 Scherpte 57 ACB 50, 68 Bestanden weergeven Automatische contrastverbetering (ACB) 50, 68 als miniatuur 60 Diavertoning 63 op categorie 60 op televisie 70 Automodus 20 DPOF 69 Draaien 66 DUAL IS-modus 27 B Bestanden wissen 61 F Batterij Bewegingsonscherpte 23 Filmmodus 35 Bewegingstimer 40 Flitser Levensduur 88 Opladen 89 Specificaties 88 Bewerken 66 Anti-rode ogen 42 Auto 42 Invullen 42 Langz. sync 42 Rode ogen 42 Uit 41 Adobe Reader 72 Batterijmeter 15 Afdruk 83 Beautyshot-modus 28 Afdrukbestelling 69 Beginafbeelding 81 AF-geluid 81 Belichting 50 Diafragmavoorkeuzemodus 32 Fotokwaliteit 38 AF-lamp 83 Bestanden beveiligen 61 Diafragmawaarde 31 Foto's afdrukken 78 Afzonderlijke beelden opslaan 65 Bestanden overbrengen Diavertoning 63 Fotostijlen 56 Digitale zoom 21 Foutmeldingen 85 Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie) 27 Framesnelheid 35 Anynet+ 83 voor Mac 77 voor Windows 72 D Datum en tijd 82 Functiebeschrijving 81 Functieknop 13 Aanvullende informatie 98 Index G Lichtmeting HDTV 70 Gebruikersmodus 34 Helderheid scherm 81 Geheugenkaart Helderheid van het gezicht 28 Capaciteit 87 MMC 87 SD 87 SDHC 87 Geluid uitschakelen Camera 15 Video 35 Het apparaat loskoppelen 74 Glimlach 48 Knipperen 49 Normaal 47 Zelfportret 48 M Macro 44 I Menuknop 13 Instellingen Minidashboard 15 Camera 82 Display 81 Geluid 81 Openen 80 Gezichtsherkenning Centr. gewogen 51 Multi 51 Spot 51 Glimlach 48 K Grootte aanpassen 66 Kadergids 29 Navigation button 13 Onderhoud 86 Onvolkomenheden in het gezicht 28 H Opnamemodus Half indrukken 6 L Handmatige modus 33 Lichtbron (Witbalans) 51 Auto 20 Diafragmavoorkeuze 32 Dual IS 27 Aanvullende informatie Spraakmemo 36 Video 35 P Pictogrammen 14 O Knipperen 49 Opnemen Optical Image Stabilisation (OIS) 22, 27 N ISO-waarde 43 Film 35 Gebruiker 34 Handmatig 33 Programma 30 Scène 28 Sluitertijdvoorkeuze 32 Smart Auto 26 99 Programmamodus 30 Prullenbak 62 Q QuickTime Player 72 Index R Rasterlijnen 18, 81 Reinigen Behuizing 86 Display 86 Lens 86 Reset 82 Resolutie Foto 38 Video 38 RGB-tint in de opnamemodus 56 in de weergavemodus 67 Rode ogen 41 S Samsung Master Gebruiken 75 Installeren 72 Scènemodus 28 Scherpstelafstand Auto Macro 44 Handmatig scherpte 44 Macro 44 Normaal (AF) 44 Scherpstelgebied Snel tonen 81 Z Spraakmemo Zelfportret 48 Afspelen 65 Opnemen 36 Zoomknop 13 T Centrum AF 46 Keuze AF 46 Multi AF 46 Timer 39 Type weergave 18 Serie-opname Bew.detectie 55 Continu 55 opnamereeks met verschillende belichtingen (AEB) 55 Servicecenter 90 Sluitertijd 31 V Vergroten 63 Video 83 Afspelen 64 Opnemen 35 Volume 81 Sluitertijdvoorkeuzemodus 32 Smart Album 60 W Weergaveknop 13, 15 Smart Auto-modus 26 Zoomen 21 Weergavemodus 59 Witbalans 51 Aanvullende informatie 100 Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantieinformatie die met het product is meegeleverd of bezoek onze website http://www.samsungcamera.com Het CE-keurmerk geeft aan dat dit product aan de richtlijnen van de Europese Gemeenschap (EG) voldoet
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102

Samsung SAMSUNG WB1000 Handleiding

Categorie
Bridge camera's
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor