NEDERLANDS HANDLEIDING
JB SYSTEMS
®
23/43 SCENEMASTER
U kunt uw nieuwe scène opslaan in een leeg kanaal of een bestaande scène overschrijven.
E. Om de huidige scène onder een kanaalfader op te slaan moet u de PROGRAM toets (8) ingedrukt
houden terwijl u op de FLASH toets (2) van dit kanaal drukt. (de led knippert 3x om te bevestigen dat de
scène opgeslagen is)
F. Wanneer u andere scènes wenst op te slagen moet u gewoon de stappen C tot E herhalen.
G. Druk weer op de SCENE/MANUAL (4) en op de PROGRAM (8) toetsen om de programmeer modus
“program mode” te verlaten (de rode “program LED” gaat uit)
SCÈNES PROGRAMMEREN – OP BASIS VAN BESTAANDE SCÈNES EN KANAALFADER POSITIES
Om sneller te werk te gaan kunt u ook nieuwe scènes maken door bestaande scènes te combineren met
gewone fader posities. U kunt hiervoor op om het even welk ogenblik overschakelen van SCENE naar
MANUAL of omgekeerd.
A. Scènes kunnen alleen geprogrammeerd worden wanneer het toestel in “program mode” staat. Ga dus
eerst over naar “program mode” door samen op de SCENE/MANUAL (4) en de PROGRAM (8) toetsen te
drukken de rode “program LED” is aan.
B. Gebruik de SCENE/MANUAL toets (4) om de controller in “SCENE” modus te zetten.
C. Gebruik de KANAAL faders (1) om enkele scènes op te roepen. (de scène wordt door de DMX uitgang
gestuurd)
D. Gebruik de SCENE/MANUAL toets (4) om de controller in manuele modus “MANUAL” te zetten.
E. Gebruik de KANAAL faders (1) om de scènecombinatie te wijzigen.
F. Druk op de PROGRAM toets (8) om te kijken welke kanalen nog vrij zijn voor programmatie:
Bij kanalen waarin GEEN scène geprogrammeerd is, is de STATUS LED (3) uit.
Bij kanalen waarin wel al een scène geprogrammeerd is, is de STATUS LED (3) aan.
U kunt uw nieuwe scène opslaan in een leeg kanaal of een bestaande scène overschrijven.
G. Om de huidige scène onder een kanaalfader op te slaan moet u de PROGRAM toets (8) ingedrukt
houden terwijl u op de FLASH toets (2) van dit kanaal drukt. (de led knippert 3x om te bevestigen dat de
scène opgeslagen is)
H. Wanneer u andere scènes wenst op te slagen moet u gewoon de stappen B tot G herhalen.
I. Druk weer op de SCENE/MANUAL (4) en op de PROGRAM (8) toetsen om de programmeer modus
“program mode” te verlaten (de rode “program LED” gaat uit)
Opmerking: u kunt een kanaalfader opwaarts en neerwaarts bewegen om deze te ontgrendelen en een
nieuwe waarde in te stellen. Wanneer u de kanaalfader dicht zet blijft de originele waarde onveranderd.
SCÈNES WIJZIGEN
Elke geprogrammeerde scène kan steeds worden aangepast via volgende stappen:
A. Scènes kunnen alleen aangepast worden wanneer het toestel in “program mode” staat. Ga dus eerst
over naar “program mode” door samen op de SCENE/MANUAL (4) en de PROGRAM (8) toetsen te
drukken de rode “program LED” is aan.
B. Gebruik de SCENE/MANUAL toets (4) om de controller in “SCENE” modus te zetten.
C. Druk op de FLASH toets (2) van de scène welke u wilt wijzigen: de overeenkomstige status led (3) begint
te knipperen terwijl de scène, welke nu klaar is om aangepast te worden, door de DMX uitgang gestuurd
wordt.
D. Gebruik de SCENE/MANUAL toets (4) om de controller in manuele modus “MANUAL” te zetten.
E. Gebruik de KANAAL faders (1) om de actuele scènecombinatie te wijzigen.
F. Gebruik de SCENE/MANUAL toets (4) om de controller terug in “SCENE” modus te zetten.
G. Om de wijzigingen op te slaan moet u de PROGRAM toets (8) ingedrukt houden terwijl u op de FLASH
toets (2) van de scène die knippert (3) drukt. (de led knippert 3x om te bevestigen dat de scène
opgeslagen is)
H. Wanneer u andere scènes wenst te wijzigen moet u gewoon de stappen B tot G herhalen.
I. Druk weer op de SCENE/MANUAL (4) en op de PROGRAM (8) toetsen om de programmeer modus
“program mode” te verlaten (de rode “program LED” gaat uit)
Opmerking: u kunt een kanaalfader opwaarts en neerwaarts bewegen om deze te ontgrendelen en een
nieuwe waarde in te stellen. Wanneer u de kanaalfader dicht zet blijft de originele waarde onveranderd.
SCÈNES VERWIJDEREN
Een geprogrammeerde scène overschrijven door een nieuwe scène of verwijderen. Een scène verwijderen
is eigenlijk een scène overschrijven met een lege scène:
A. Scènes kunnen alleen verwijderd worden wanneer het toestel in “program mode” staat. Ga dus eerst over
naar “program mode” door samen op de SCENE/MANUAL (4) en de PROGRAM (8) toetsen te drukken
de rode “program LED” is aan.
B. Gebruik de SCENE/MANUAL toets (4) om de controller in manuele modus “MANUAL” te zetten.
NEDERLANDS HANDLEIDING
JB SYSTEMS
®
24/43 SCENEMASTER
C. Gebruik de KANAAL faders (1) om een “lege scene” te maken: alle faders dicht + status leds uit.
D. Houd de PROGRAM toets (8) ingedrukt (status leds van de kanalen met scènes zijn aan) en druk op de
FLASH toetsen (2) van de scènes welke u wilt verwijderen. De status leds (3) van de gewiste scènes
gaan uit.
E. Druk weer op de SCENE/MANUAL (4) en op de PROGRAM (8) toetsen om de programmeer modus
“program mode” te verlaten (de rode “program LED” gaat uit)
HOE DE MIDI FUNCTIES GEBRUIKEN
MIDI CHANNEL SETUP
Om zeker te zijn dat de controller MIDI-data stuurt/ontvangt op het gewenste kanaal kunt u volgende
stappen volgen:
Druk gedurende ongeveer 3 seconden op de DISPLAY MODE toets (6), tot de led begint te knipperen.
Gebruik de MASTER fader (7) om het gewenste MIDI kanaal te kiezen. (01 tot 16)
Druk gedurende ongeveer 3 seconden op de DISPLAY MODE toets (6), tot de led stopt met knipperen.
Klaar!
MIDI OUT FUNCTIE (GEBRUIKT ALS MIDI CONTROLLER)
Wordt gebruikt voor allerlei MIDI toepassingen. U kunt de Scenemaster gebruiken voor het controleren van:
Video software zoals: Arkaos GrandVJ, Resolume, en vele andere …
DMX light software zoals: DMX-Creator, Daslight, Sweetlight, en vele andere …
Allerlei andere MIDI controleerbare toepassingen.
Zowel in scène modus als in manuele modus wordt MIDI uitgestuurd. (DMX en MIDI kan tegelijk gebruikt
worden)
Gebruik de KANAAL faders (1), de MASTER fader (7) en de FLASH toetsen (2) om uw MIDI toepassingen
die op de computer lopen te controleren. (MASTER fader werkt alleen op toestel 1)
Opmerking: gebruik de DISPLAY toets (6) om de MIDI waarden (0-127) op de display te laten verschijnen.
MIDI COMMANDO’S
Control Change berichten worden verzonden met status 0xBn kk vv, waar n het MIDI kanaal is voor de
gespecifieerde CC controller. Het MIDI ID van de controller wordt dus aangegeven met het kanaal met het
CC nummer.
kk Toets en fader vv (0-127)
0-15
Toets en Fader 1-6 (TOESTEL 1)
Toets (0/127) en Fader(0--127) 1-16 waarde (TOESTEL 1)
16-31 Toets en Fader 1-16 (TOESTEL 2) Toets (0/127) en Fader(0--127) 1-16 waarde (TOESTEL 2)
32-47 Toets en Fader 1-16( TOESTEL 3) Toets (0/127) en Fader(0--127) 1-16 waarde (TOESTEL 3)
48-63 Toets en Fader 1-16( TOESTEL 4) Toets (0/127) en Fader(0--127) 1-16 waarde (TOESTEL 4)
…… …… ……
125 Master fader( TOESTEL 1) Master fader waarde( )Alleen TOESTEL 1
126 Black-out toets 0/127 ( )Alleen TOESTEL 1
…… …… ……
MIDI IN FUNCTIE (AANGESTUURD DOOR EEN EXTERNE MIDI CONTROLLER)
U kunt tot 64 scènes controleren via MIDI controllers en sequencers, wat zeer geschikt is voor muzikanten.
De Scenemaster moet in “MIDI RECEIVE” modus staan: druk tegelijkertijd op de SCENE/MANUAL toets (4)
en de DISPLAY MODE (6) toets.
In “MIDI RECEIVE” modus:
Toont de display “MId” om aan te duiden dat de “receive mode” actief is.
Stuurt de Scenemaster GEEN MIDI commando’s uit, hij luistert alleen naar inkomende MIDI-data.
Behalve voor de BLACKOUT toets (9) heeft het drukken op knoppen of bewegen van faders geen enkel
effect.
Alleen de BLACKOUT toets (9) blijft actief:
Druk even op de BLACKOUT toets: de DMX uitgang gaat in black-out, maar de scènes blijven actief.
Druk gedurende 2 seconden op de BLACKOUT toets: alle scènes worden uitgeschakeld. (voor in het
geval er wat zou verkeerd gaan met de MIDI communicatie)
MIDI COMMANDO’S
Scènes aan/uit schakelen: 0x9n kk 127
De scènes progressief faden: 0xBn kk vv (vv: 0-127)
Black-out functie: 0x9n kk 127
Opmerking: “n” = MIDI kanaal.