IMG Stage Line MMX-22, MMX-22UFX Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de IMG Stage Line MMX-22 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Lees de handleiding grondig door, alvorens het
apparaat in gebruik te nemen, en bewaar ze
voor latere raadpleging. Op de uitklapbare pa -
gina 3 vindt u een overzicht van alle be dienings-
elementen en de aansluitingen.
1 Overzicht van de bedienings -
elementen en aansluitingen
1.1 Achterzijde
A Voedingsspanningsjack voor de aansluiting
van de bijgeleverde netadapter
B In-/ uitschakelaar van het mengpaneel
C* USB-bus (type B) voor de aansluiting op een
computer: kan als uitgang (digitale uitvoer
van het mastersignaal) en als ingang (invoer
van audiobestanden) worden gebruikt
1.2 Front
Mono-ingangskanaal CH 1;
Kanaal CH 2 is identiek
Stereo-ingangskanaal CH 3 / 4;
Kanaal CH 5 / 6 is identiek
1 Ingang voor de aansluiting van een micro-
foon (XLR-jack, gebalanceerd)
Opmerking: Voor de microfooningangen kunt u
een fantoomvoeding inschakelen:
positie 21.
2 Ingang voor de aansluiting van een apparaat
met lijnsignaalniveau (bv. muziekinstrument)
Monokanaal:
1 × 6,3 mm-jack, gebalanceerd.
Stereokanaal:
1 × 6,3 mm-jack links L, gebalanceerd.
1 × 6,3 mm-jack rechts R, gebalanceerd.
Voor het aansluiten van een monoapparaat
gebruikt u alleen de jack L.
3 Regelaar GAIN voor de ingangsversterking
4 Equalizer voor de hoge tonen (HIGH), mid-
dentonen (MID) en lage tonen (LOW)
5 Regelaar AUX SEND om het kanaalsignaal
met dat van het effectenuitgangskanaal te
mengen; het signaal wordt na de regelaar
LEVEL (8) afgenomen
Bij model MMX-22UFX dient het uitgangs -
kanaal tegelijk als effectenkanaal voor de
interne effectengenerator.
6 Monokanaal:
Panoramaregelaar PAN om het monosignaal
in het stereoklankbeeld te positioneren
Stereokanaal:
Balansregelaar BAL voor het stereosignaal
7 Led PEAK; als de led permanent oplicht, is
het kanaal overstuurd (regelaar GAIN of
klankregelaars te ver opengedraaid of te
hoog signaalniveau op de kanaalingang)
8 Niveauregelaar LEVEL om het kanaalsignaal
te mengen met het signaal op het master -
kanaal
Mastersignaal-sectie
9
Ingang STEREO AUX RETURN (6,3 mm-jacks
Links L/Rechts R, ongebalanceerd), kan als
ingang gebruikt worden voor een effectenap-
paraat of een bijkomende lijngeluidsbron (een
monoapparaat op het model MMX-22 alleen
met jack L verbinden, op het model MMX-
22UFX via een Y-kabel met beide jacks)
Opmerking bij model MMX-22UFX: Door aan te
sluiten op de jacks worden de uitgangen van de
interne effectengenerator gedempt.
10 Uitgang AUX SEND (6,3 mm-jack, ongebalan-
ceerd) van het effectenuitgangskanaal, voor
aansluiting op de ingang van een effecten -
apparaat
11 Uitgang PHONES (6,3 mm-jack) voor aan-
sluiting van een stereohoofdtelefoon (impe-
dantie ten minste 8 Ω)
12 Uitgang BOOTH OUT (6,3 mm-jacks Links L/
Rechts R, ongebalanceerd) voor aansluiting
van de versterker van een monitorinstallatie
in een afzonderlijke regieruimte
13 Uitgang MASTER OUT voor het mastersig-
naal (6,3 mm-jacks Links L/Rechts R, onge-
balanceerd), bv. voor aansluiting van de ver-
sterker voor PA-toepassing of een tweede
mengpaneel
14 Ingang TAPE IN (cinch-jacks Links L/Rechts
R) voor aansluiting op de uitgang van een
recorder of van een bijkomend afspeelappa-
raat zoals een cd-speler
15 Uitgang TAPE OUT (cinch-jacks Links L/
Rechts R) voor aansluiting op de ingang van
een recorder
16 Toets TAPE[/USB*] TO BOOTH / PHONES:
bij ingedrukte toets wordt het ingangssignaal
van de jacks TAPE IN (14) en van de USB-bus
(C)* naar de meeluisteruitgangen PHONES
(11) en BOOTH OUT (12) geschakeld en via
de niveau-ledʼs (22) weergegeven
17 Toets TAPE[/USB*] TO MIX:
bij ingedrukte toets wordt het ingangssignaal
van de jacks TAPE IN (14) en van de USB-
bus (C)* naar het mastersignaal geschakeld
18 Bedrijfs-led POWER ON
19 Model MMX-22:
Niveauregelaar AUX SEND MASTER voor
het mastersignaal van het effectenkanaal op
de uitgang AUX SEND (10)
Model MMX-22UFX:
Niveauregelaar AUX RETURN voor het uit-
gangssignaal van de interne effectengenera-
tor of het signaal op de ingang STEREO AUX
RETURN (9)
20 Led voor de met de toets PHANTOM 48V
(21) ingeschakeld fantoomvoeding
21 Toets PHANTOM 48V: bij ingedrukte toets
wordt voor de ingangen MIC (1) een fan-
toomvoeding van 48 V ingeschakeld
Neem de waarschuwingen in hoofdstuk 4.1.1
betreffende fantoomvoeding in acht.
22 Led-niveauweergave voor het mastersignaal
of, bij ingedrukte toets TAPE[/USB*] TO
BOOTH / PHONES (16), voor het ingangssig-
naal van de jacks TAPE IN (14) en de USB-
jack (C)*
23 Volumeregelaar BOOTH/ voor de meeluis-
teruitgangen PHONES (11) en BOOTH OUT
(12)
24 Totaal-niveauregelaar MASTER voor het
afmengen van het geluid (totaal van alle sig-
nalen);
het mastersignaal wordt via de jacks MAS-
TER OUT (13), TAPE OUT (15) en de USB-
jack (C)* uitgevoerd en kan op de uitgangen
PHONES (11) en BOOTH OUT (12) beluis-
terd worden.
Bedieningselementen voor de effectengenerator*:
25 Display: toont het nummer van het gese lec-
teerde effect (
effectenoverzicht op pagi-
na 29)
26 Draaiknop PROGRAM om effecten te selec-
teren: Draai aan de knop tot op het display
(25) het effectnummer knipperend wordt
weergegeven, en druk dan kort op de knop
om te bevestigen.
27 Led PEAK ; licht op, als de ingang van de
effectengenerator overstuurd wordt of bij vol-
ledige demping van de effectengenerator met
de toets MUTE (28)
28 Toets MUTE om de effectengenerator te
dempen [led PEAK (27) licht op] en de func-
tie opnieuw uit te schakelen
2 Veiligheidsvoorschriften
De apparaten (mengpaneel en netadapter) zijn
in overeenstemming met alle relevante EU-richt-
lijnen en dragen daarom het -kenmerk.
Let bij ingebruikname ook zeker op het volgende:
G
De apparaten zijn enkel geschikt voor gebruik
binnenshuis. Vermijd druip- en spatwater, uit-
zonderlijk warme plaatsen en plaatsen met
een hoge vochtigheid (toegestaan omge-
vingstemperatuurbereik: 0 40 °C).
G
Plaats geen bekers met vloeistof zoals drink-
glazen enz. op de apparatuur.
G
De warmte die in het mengpaneel ontstaat,
moet door ventilatie afgevoerd worden. Dek
daarom de ventilatieopeningen van de behui-
zing niet af.
G
Schakel het mengpaneel niet in of trek de
netadapter onmiddellijk uit het stopcontact,
1. wanneer het mengpaneel of de netadapter
zichtbaar beschadigd zijn,
2. wanneer er een defect zou kunnen optre-
den nadat het apparaat bijvoorbeeld is
gevallen,
3. wanneer het apparaat slecht functioneert.
De apparaten moeten in elk geval hersteld
worden door een gekwalificeerd vakman.
G
Gebruik voor de reiniging uitsluitend een
droge, zachte doek. Gebruik in geen geval
chemicaliën of water.
G
In geval van ongeoorloofd of verkeerd ge -
bruik, verkeerde aansluiting, foutieve bedie-
ning of van herstelling door een niet-gekwalifi-
ceerd persoon vervalt de garantie en de
verantwoordelijkheid voor hieruit resulterende
materiële of lichamelijke schade.
3 Toepassingen
Dit audiomengpaneel is geschikt voor universele
PA-toepassingen en opnamedoeleinden. Het
beschikt over twee mono- en twee stereo-
ingangskanalen voor aansluiting van microfoons
(ook met fantoomvoeding) en geluidsbronnen
met lijnuitgangsniveau (bv. instrumenten, af -
speelapparatuur). Een uitgangskanaal maakt
het gebruik van een effectenapparaat mogelijk.
Bovendien zijn er aansluitingen beschikbaar
voor een recorder. Het afmengen van het geluid
kan via een hoofdtelefoon en/of een monitorin-
stallatie in een afzonderlijke regieruimte beluis-
terd worden.
Het model MMX-22UFX beschikt bovendien over
een interne effectengenerator (100 vast inge-
stelde effecten) evenals over een USB-audio-
interface voor verbinding met de computer.
Wanneer de apparaten definitief uit
bedrijf worden genomen, bezorg ze
dan voor verwerking aan een plaatselijk
recyclagebedrijf.
WAARSCHUWING De netspanning van de net -
adapter is levensgevaarlijk.
Open het apparaat niet, want
u loopt het risico van een elek-
trische schok.
16
Nederlands
* alleen bij model MMX-22UFX
4 Ingebruikneming
Voordat u verbindingen tot stand brengt / loskop-
pelt en telkens voordat u inschakelt, moet u de
uitgangsregelaars BOOTH/ (23) en MASTER
(24) volledig terugdraaien.
4.1 Geluidsbronnen aansluiten
Omdat in de monokanalen niet omgeschakeld
kan worden tussen de ingangen, gebruikt u
ofwel de microfooningang (1) of de lijningang (2),
niet beide tegelijk.
4.1.1 Microfoons
Sluit microfoons aan op de gebalanceerd be-
drade XLR-jacks MIC (1) van de kanalen CH 1
en CH 2. Bij microfoons met fantoomvoeding
kunt u door op de toets PHANTOM 48V (21) te
drukken voor beide XLR-jacks samen een fan-
toomvoeding van 48 V inschakelen. Bij geacti-
veerde fantoomvoeding licht de fantoomvoe-
dings-led (20) op.
4.1.2 Lijngeluidsbronnen
Sluit geluidsbronnen met lijnsignaalniveau (bv.
ontvangers van draadloze microfoonsystemen,
instrumenten, afspeelapparatuur) aan op de
6,3 mm-jacks (2) van de ingangskanalen. De
jacks zijn gebalanceerd bedraad. U kunt ook
apparatuur met ongebalanceerd bedrade uit-
gang aansluitingen via 2-polige stekkers.
Sluit monoapparatuur aan op de kanalen
CH 1 en CH 2.
Sluit stereoapparatuur aan op de kanalen
CH 3 / 4 en CH 5 / 6. Als u een monoapparaat
op een stereokanaal moet aansluiten, ge -
bruikt u alleen de jack L. Het monosignaal
wordt dan intern naar het rechter en linker
kanaal geschakeld.
Als de ingangskanalen niet volstaan, kunnen
voor het aansluiten van bijkomende lijnbronnen
ook volgende stereo-ingangen worden gebruikt:
de ongebalanceerd bedrade 6,3 mm-jacks
STEREO AUX RETURN (9)
de cinch-jacks TAPE IN (14)
Opmerkingen over de ingang STEREO AUX RETURN
1. Om een monoapparaat aan te sluiten op de ingang
STEREO AUX RETURN bij het model MMX-22,
gebruikt u alleen de jack L. Het monosignaal wordt
dan intern naar het rechter en linker kanaal gescha-
keld. Bij het model MMX-22UFX daarentegen sluit u
monoapparatuur via een Y-kabel aan op beide jacks.
2. Bij het model MMX-22UFX worden bij het aansluiten
van de beide jacks STEREO AUX RETURN telkens
de linker en de rechter uitgang van de interne effec-
tengenerator gedempt.
4.2 Effectenapparaat aansluiten
Via het uitgangskanaal kunt u signaaldelen van
de ingangskanalen afnemen, door een effecten-
apparaat sturen en na bewerking ervan aan het
mastersignaal toevoegen. Het signaal wordt na
de regelaar LEVEL (8) van het respectieve in-
gangskanaal afgenomen.
Sluit het effectenapparaat aan via de ongeba-
lanceerd bedrade 6,3 mm-jacks AUX SEND (10)
en STEREO AUX RETURN (9):
1) Verbind de ingang van het effectenapparaat
met de mono-uitgang AUX SEND.
2) Verbind de uitgang van het effectenapparaat
met de stereo-ingang STEREO AUX RETURN.
Neem de opmerkingen over de ingang in
hoofdstuk 4.1.2 in acht.
4.3 Recorder aansluiten
Een stereo-opnameapparaat, bv. bandrecorder
kan op de cinch-jacks TAPE IN (14) en TAPE
OUT (15) aangesloten worden:
1) Sluit de weergave-uitgang van de recorder
aan op de ingang TAPE IN.
2) Sluit de opname-ingang van de recorder aan
op de uitgang TAPE OUT; op de uitgang is
het met de regelaar MASTER (24) ingestelde
mastersignaal beschikbaar.
De cinch-aansluitingen kunnen echter ook voor
andere apparaten met lijnsignaalniveau gebruikt
worden, bv. kunt u een afspeelapparaat zoals
cd- of mp3-speler op TAPE IN of een bijko-
mende versterker op TAPE OUT aansluiten.
4.4 Monitorinstallatie en hoofdtelefoon
aansluiten
Via een stereohoofdtelefoon en / of via een moni-
torinstallatie in een afzonderlijke regieruimte
kunt u ofwel het afmengen van het geluid ofwel
het ingangssignaal van de jacks TAPE IN (14)
en de USB-jack (C)* beluisteren. Sluit de hoofd-
telefoon (minimumimpedantie 8 Ω) aan op de
6,3 mm-jack PHONES (11). Sluit de versterker
van de monitorinstallatie aan op de stereo-uit-
gang BOOTH OUT (12); de beide 6,3 mm-jacks
van de uitgang zijn ongebalanceerd bedraad.
4.5 De versterker aansluiten
Op de stereo-uitgang MASTER OUT (13) is het
met de regelaar MASTER (24) ingestelde mas-
tersignaal beschikbaar. Hier kunt u de versterker
voor PA-toepassing aansluiten (of een ander
apparaat met lijningang zoals een tweede meng-
paneel). De 6,3 mm-jacks van de uitgang zijn
ongebalanceerd bedraad.
4.6 Voedingsspanning
In- en uitschakelen
Verbind de bijgeleverde netadapter met de voe-
dingsspanningsjack (A) op de achterzijde en
plug de stekker in een stopcontact (230 V~/
50 Hz).
Om het mengpaneel in te schakelen, plaatst
u de schakelaar POWER (B) in de stand ON, om
uit te schakelen in de stand OFF. Bij een inge-
schakeld apparaat licht de POWER-led (18) op.
Opmerking: Wanneer u het mengpaneel langere tijd
niet gebruikt, trek dan de netadapter uit het stopcontact,
omdat deze zelfs bij uitgeschakeld mengpaneel toch
een geringe hoeveelheid stroom verbruikt.
4.7 Gegevens met een computer
uitwisselen*
Via de USB-bus (C) kunt u audiobestanden in
beide richtingen tussen mengpaneel en compu-
ter overdragen, ook tegelijk:
Gebruik als ingang: Via de USB-bus inge-
voerde gegevens kunnen naar het mastersig-
naal geschakeld en via hoofdtelefoon / regie-
monitorinstallatie beluisterd worden.
– Gebruik als uitgang: De USB-bus voert het
met de regelaar MASTER (24) ingestelde
mastersignaal uit.
Om het mengpaneel met een computer te bedie-
nen, kunt u gebruik maken van de audiosoftware
die met het bedrijfssysteem is meegeleverd, of u
kunt bijkomende audiosoftware installeren. Ver-
schillende programmaʼs voor opnemen en
afspelen van audio vindt u gratis op het internet.
1) Start de computer en verbind de USB-bus
van het mengpaneel met een USB-aanslui-
ting van de computer.
2) Het ingeschakelde mengpaneel wordt door
de computer als USB-audioapparaat voor
geluidsinvoer en -uitvoer herkend. De ver-
eiste besturingsprogrammaʼs (standaard
besturingsprogramma van het besturings-
systeem) zijn op de computer beschikbaar.
Opmerking: Als niet alle vereiste besturingspro-
grammaʼs op de computer beschikbaar zijn, moet u
ze achteraf installeren, bv. via de originele cd van
het besturingssysteem. Herstart de computer na de
installatie indien nodig.
3) Open het gebruikte audioprogramma en voer
hierin de nodige instellingen door voor de
geluidsweergave via het mengpaneel of voor
de geluidsopname van het mengpaneel
(
handleiding van het programma). Het
mengpaneel kan dan aan de hand van hoofd-
stuk 5 worden bediend.
Als er geen geluidsopname of geluidsweergave
gebeurt, dan moet u in de systeeminstellingen
controleren of de USB-interface voor de geluids-
invoer of geluidsuitvoer geselecteerd is.
Tip: Als het mengpaneel zowel met een computer ver-
bonden is als met de apparaten die via hun netsnoer
geaard zijn (bv. versterker), kunnen door aardlussen
storende bromtonen optreden. Om deze te vermijden,
kunt u het mengpaneel via een massascheidingsfilter
(bv. FGA-102 of FGA-202 uit het gamma van “img
Stage Line”) met het respectieve apparaat verbinden.
5 Bediening
5.1 Basisinstelling van de
ingangskanalen CH 1 tot CH 5/6
De volgende bedieningsstappen om het niveau
aan te passen en het geluid te corrigeren, dienen
alleen als hulp, er zijn ook andere methoden
mogelijk.
1) In de ingangskanalen
alle regelaars LEVEL (8) en alle regelaars
AUX SEND (5) volledig terugdraaien
– alle regelaars GAIN (3), alle klankregel-
aars (4) en alle regelaars PAN en BAL (6)
in de middelste stand draaien
2) Draai bij het model MMX-22UFX de regelaar
AUX RETURN (19) volledig terug
3) Schakel de beide toetsen TAPE[/USB*] TO
BOOTH / PHONES (16) en TAPE[/USB*] TO
MIX (17) uit, als ze ingedrukt zijn.
4) Draai de masterregelaar MASTER (24) in de
middelste stand.
WAARSCHUWING Stel het volume van de ge -
luidsinstallatie en dat van de
hoofdtelefoon nooit zeer hoog
in. Langdurige blootstelling aan
hoge volumes kan het gehoor
beschadigen! Het ge hoor raakt
aangepast aan hoge volumes
die na een tijdje niet meer zo
hoog lijken. Draai het volume
daarom niet verder open, zelfs
nadat u eraan gewoon bent.
Opgelet: Bij ingeschakelde fantoomvoeding
mag er geen microfoon met ongebalanceerde
uitgang zijn aangesloten. U zou hem immers
kunnen beschadigen.
Om schakelploppen in de luidsprekers en in de
hoofdtelefoon te vermijden, schakelt u de fan-
toomvoeding pas in of uit, wanneer het meng-
paneel uitgeschakeld is of als de respectieve
uitgangsregelaars volledig teruggedraaid zijn.
17
Nederlands
* alleen bij model MMX-22UFX
5) Stuur een geluidssignaal naar het respec-
tieve ingangskanaal (door bv. in een micro-
foon te zingen, op een instrument te spelen).
6) Voor het instellen van een monokanaal
draait u de regelaar LEVEL (8) in de middel-
ste stand. Plaats de regelaar GAIN (3) zo dat
de niveau-led (22) bij 0 dB oplicht. Stel de
klank in met de drie klankregelaars (4). Corri-
geer daarna de uitsturing zo nodig met de
regelaar GAIN. De led PEAK (7) mag ten
hoogste bij signaalpieken eventjes gaan flik-
keren. Als de led permanent oplicht, draait u
de regelaar GAIN en / of de klankregelaars
overeenkomstig terug.
Voor het instellen van een stereokanaal
draait u de regelaar LEVEL (8) zo ver open
tot de niveau-led (22) bij 0 dB oplicht. Opti-
maliseer de klank met de EQ-regelaars (4).
Als de led PEAK (7) continu oplicht, draai
dan de te ver opengedraaide klankregelaars
overeenkomstig terug of verminder het uit-
gangsniveau van de geluidsbron.
7) Na het instellen van een kanaal draait u de
regelaar LEVEL ervan volledig terug en stel
het volgende kanaal in.
5.2 Geluidsbronnen mengen
1) Draai de masterregelaar MASTER (24) zo
ver open, dat u de mengverhouding van de
geluidsbronnen optimaal kunt instellen.
2) Als alle instellingen voor de niveauregeling
en alle klankinstellingen doorgevoerd zijn
(
hoofdstuk 5.1), mengt u met de regelaars
LEVEL (8) de signalen van de ingangskana-
len CH 1 tot CH 5 / 6 in de gewenste volume-
verhouding. Draai de regelaars LEVEL van
ongebruikte kanalen altijd volledig dicht.
3) Voor de monokanalen plaatst u met de pano-
ramaregelaars PAN (6) de monosignalen in
het stereoklankbeeld en voor de stereokana-
len stelt u met de regelaars BAL (6) de balans
van de stereosignalen in.
4) Zie volgend hoofdstuk in 5.3 voor het toevoe-
gen van effecten.
5) Als er een bijkomende geluidsbron op de
ingang STEREO AUX RETURN (9) is aange-
sloten, voegt u het signaal ervan bij het
model MMX-22UFX met de regelaar AUX
RETURN (19) toe aan het mastersignaal. (Bij
model MMX-22 is er geen niveauregelaar
beschikbaar voor de ingang.)
6) Om het ingangssignaal van de jacks TAPE IN
(14) en van de USB-bus (C)* naar het mas-
tersignaal te schakelen, drukt u op de toets
TAPE[/USB*] TO MIX (17).
Opmerking: Als tijdens een opname via de jacks
TAPE OUT of USB-bus* het opnamesignaal als
ingangssignaal naar de jacks TAPE IN of USB-bus*
wordt gestuurd, mag de toets TAPE[/ USB*] TO MIX
niet ingedrukt zijn, omdat er zich anders een terug-
koppeling voordoet.
7) Stel met de regelaar MASTER (24) en met
behulp van de niveau-ledʼs (22) het defini-
tieve geluidsvolume van het mastersignaal
in. Om deze het niveau van het master -
signaal te laten weergeven, mag de toets
TAPE[/USB*] TO BOOTH / PHONES (16) niet
ingedrukt zijn. Bij oversturing lichten de rode
ledʼs CLIP van de niveauweergave op.
5.3 Effecten toevoegen
5.3.1 Gebruik van een extern
effectenapparaat
1) Om de uiteindelijke effectinstellingen te kun-
nen horen, moet u de regelaar AUX SEND
MASTER (19) [model MMX-22] of AUX SEND
RETURN (19) [model MMX-22UFX] eerst
ongeveer in de middelste positie draaien.
2) Met de regelaars AUX SEND (5) mengt u
de signalen van de kanalen CH 1 tot CH 5 / 6
op het effectenkanaal. De signaalafname
gebeurt na de regelaar LEVEL (8), d.w.z. dat
de effectsterkte van een kanaal steeds in ver-
houding is tot het ingestelde kanaalniveau.
3) Model MMX-22:
Met de regelaar AUX SEND MASTER (19)
stelt u het niveau in voor het mastersignaal
van alle op het effectenkanaal gemengde
signalen. Het mastersignaal van het effecten-
kanaal wordt via de uitgang AUX SEND (10)
naar het effectenapparaat gestuurd. Het sig-
naal dat van het effectenapparaat komt,
wordt via de jacks STEREO AUX RETURN
(9) aan het mastersignaal toegevoegd.
Model MMX-22UFX:
Het mastersignaal van alle op het effectenka-
naal gemengde signalen wordt via de uitgang
AUX SEND (10) naar het effectenapparaat
gestuurd. Het signaal dat van het effecten -
apparaat terugkomt, op de ingang STEREO
AUX RETURN (9), voegt u met de regelaar
AUX RETURN (19) toe aan het mastersig-
naal.
5.3.2 Gebruik van de interne
effectengenerator*
1) Om de nageschakelde effectinstellingen te
kunnen horen, moet u de regelaar AUX
RETURN (19) voorlopig in de middelste
stand draaien.
2) Draai de knop PROGRAM (26) links- of
rechtsom tot het nummer van het gewenste
effect (
effectenoverzicht op pagina 29)
knipperend op het display (25) verschijnt.
Bevestig de keuze door op de knop te druk-
ken: het nummer stopt met knipperen, het
effect is ingeschakeld.
3) Met de regelaars AUX SEND (5) mengt u
de signalen van de kanalen CH 1 tot CH 5 / 6
op het effectenkanaal. De signaalafname ge-
beurt na de regelaar LEVEL (8), d.w.z. dat de
effectsterkte van een kanaal steeds in ver-
houding is tot het ingestelde kanaalniveau
.
4) Gebruik de regelaar AUX RETURN (19) om
het uitgangssignaal van de effectengenerator
met het mastersignaal te mengen.
Als de led PEAK (27) oplicht, wordt de
ingang van de effectengenerator overstuurd.
Draai te ver opengedraaide regelaars AUX
SEND (5) in dit geval overeenkomstig terug
en compenseer eventueel door de regelaar
AUX RETURN (19) verder open te draaien.
5) Door op de toets MUTE (28) te drukken, kunt
u de effectengenerator dempen (toets ver-
grendelt niet). Bij ingeschakelde demping licht
de led PEAK (27) op. Om de demping weer
uit te schakelen, drukt u opnieuw op de toets
MUTE. De led PEAK gaat uit.
5.4 Voorbeluisteren via hoofdtelefoon
en monitorinstallatie
De toets TAPE[/ USB*] TO BOOTH / PHONES
(16) bepaalt welk signaal via de uitgangen
PHONES (11) en BOOTH OUT (12) beluisterd
en door de niveau-ledʼs (22) weergegeven
wordt:
Als de toets niet is ingedrukt, wordt het met de
regelaar MASTER (24) ingestelde mastersig-
naal beluisterd en weergegeven.
Als de toets is ingedrukt, wordt het ingangs-
signaal op de jacks TAPE IN (14) en de USB-
jack (C)* beluisterd en weergegeven (bv. om
een opname te controleren).
Stel het meeluistervolume in met de regelaar
BOOTH/ (23).
6 Technische gegevens
Ingangsgevoeligheid
Mic: . . . . . . . . . . . . . . 0,5 mV
Line (CH 1, CH 2): . . . 1 mV
Line (CH 3 / 4, CH 5 / 6): 10 mV
Stereo Aux Return: . . 100 mV
Tape In: . . . . . . . . . . . 100 mV
Uitgangsniveau
Master Out / Tape Out: 650 mV
(bij weergave 0 dB)
Booth Out: . . . . . . . . . 2 V
(bij weergave 0 dB)
Aux Send: . . . . . . . . . max. 9,5 V
Hoofdtelefoon-
impedantie: . . . . . . . . . . ≥ 8 Ω
USB-interface*: . . . . . . . USB 2.0
(Full Speed)
Frequentiebereik: . . . . . 20 20 000 Hz
THD: . . . . . . . . . . . . . . . < 0,05 %
Signaal /
Ruis-verhouding: . . . . . . > 74 dB
(A-gemeten)
Overspraak: . . . . . . . . .
-
63 dB
Equalizer
Lage tonen: . . . . . . . . ±15 dB / 80 Hz
Middentonen: . . . . . . . ±15 dB / 2,5 kHz
Hoge tonen: . . . . . . . . ±15 dB / 12 kHz
Fantoomvoeding: . . . . . +48 V
Voedingsspanning: . . . . 18 V~ via meegele-
verde netadapter op
230 V~ / 50 Hz
Omgevings-
temperatuurbereik: . . . . 0 40 °C
Afmetingen (B × H × D)
Model MMX-22: . . . . . 190 × 50 × 260 mm
Model MMX-22UFX: . 190 × 65 × 260 mm
Gewicht
Model MMX-22: . . . . . 1,7 kg
Model MMX-22UFX: . 2,4 kg
Geschikt besturingssysteem voor de gegevens-
overdracht via de USB-interface*:
Windows 2000, Windows XP of hogere Windows-
versies
Mac OS 9.0.4 of hoger, Mac OS X
Windows is een gedeponeerd handelsmerk van de Microsoft Corpora-
tion in de USA en andere landen.
Mac OS is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in
de Verenigde Staten en andere landen.
Wijzigingen voorbehouden.
18
Nederlands
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet beschermd eigendom van MONACOR
®
INTERNATIONAL
GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
* alleen bij model MMX-22UFX
29
Effectenoverzicht
Nummer Naam Effect Parameter
00 – 09 Vocal Nagalmeffect, bijzonder geschikt voor zangtoepassingen Uitklinktijd 0,8 – 0,9 s, pre-delaytijd 10 – 45 ms
10 – 19 Small Room Nagalmeffect: Simulatie van een kleine tot middelgrote ruimte Uitklinktijd 0,7 – 2,1 s, pre-delaytijd 20 – 45 ms
20 – 29 Large Hall Nagalmeffect: Simulatie van een grote zaal Uitklinktijd 3,6 – 5,4 s, pre-delaytijd 23 – 55 ms
30 – 39 Echo Echo-effect Vertragingstijd 145 – 205 ms
40 – 49 Echo + Verb Combinatie van echo-effect en nagalmeffect Vertragingstijd 208 – 650 ms, uitklinktijd 1,7 – 2,7 s
50 – 59 Flange + Verb Combinatie van flanger-effect en nagalmeffect Snelheid 0,8 – 2,52 Hz, uitklinktijd 1,5 – 2,9 ms
60 – 69 Plate Simulatie van een klassieke, helder klinkende galmplaat Uitklinktijd 0,9 – 3,6 s
70 – 79 Chorus + GTR Gitaareffect: Chorus Snelheid 0,92 – 1,72 Hz
80 – 89 Rotary + GTR Gitaareffect: Rotary (Leslie-effect) Modulatiediepte 20 – 80 %
90 – 99 Tremolo + GTR Gitaareffect: Tremolo Snelheid 0,6 – 5 Hz
Vista general de efectos
Número Nombre Efecto Parámetros
00 – 09 Vocal Efecto reverb, ideal para vocalistas Tiempo de reverberación 0,8 0,9 s, tiempo de predemora 10 45 ms
10 – 19 Small Room Efecto reverb, simulación de una sala pequeña a mediana Tiempo de reverberación 0,7 2,1 s, tiempo de predemora 20 45 ms
20 – 29 Large Hall Efecto reverb: simulación de una sala grande Tiempo de reverberación 3,6 5,4 s, tiempo de predemora 23 55 ms
30 – 39 Echo Efecto eco Tiempo de demora 145 205 ms
40 – 49 Echo + Verb Combinación de efecto eco y reverb Tiempo de demora 208 650 ms, tiempo de reverberación 1,7 2,7 s
50 – 59 Flange + Verb Combinación de efecto flanger y reverb Frecuencia 0,8 2,52 Hz, tiempo de reverberación 1,5 2,9 ms
60 – 69 Plate Simulación de una placa de reverberación clásica con un sonido brillante Tiempo de reverberación 0,9 3,6 s
70 – 79 Chorus + GTR Efecto de guitarra: Chorus Frecuencia 0,92 – 1,72 Hz
80 – 89 Rotary + GTR Efecto de guitarra: Rotatorio (efecto Leslie) Profundidad de modulación 20 80 %
90 – 99 Tremolo + GTR Efecto de guitarra: Tremolo Frecuencia 0,6 – 5 Hz
Lista efektów
Numer Nazwa Efekt Parametry
00 – 09 Vocal efekt pogłosu, idealny dla wokalu czas zaniku 0,8 0,9 s, opóźnienie 10 45 ms
10 – 19 Small Room efekt pogłosu; symulacja małego i średniego pokoju czas zaniku 0,7 2,1 s, opóźnienie 20 45 ms
20 – 29 Large Hall efekt pogłosu; symulacja dużej hali czas zaniku 3,6 5,4 s, opóźnienie 23 55 ms
30 – 39 Echo efekt echa opóźnienie 145 – 205 ms
40 – 49 Echo + Verb kombinacja efektu echa oraz pogłosu opóźnienie 208 – 650 ms, czas zaniku 1,7 – 2,7 s
50 – 59 Flange + Verb kombinacja efektu flanger oraz pogłosu współczynnik 0,8 2,52 Hz, czas zaniku 1,5 2,9 ms
60 – 69 Plate symulacja efektu klasycznej płyty pogłosowej z czystym dźwiękiem czas zaniku 0,9 – 3,6 s
70 – 79 Chorus + GTR efekt gitarowy: Chorus współczynnik 0,92 – 1,72 Hz
80 – 89 Rotary + GTR efekt gitarowy: Rotary (efekt Leslie) głębokość modulacji 20 80 %
90 – 99 Tremolo + GTR efekt gitarowy: Tremolo współczynnik 0,6 – 5 Hz
NederlandsEspañolPolski
1/30