17
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
Niet voldoende vacuüm
in zak
Onregelmatige of onvoldoende
sealing van de zak.
Onregelmatige sealstrook.
Zak vuil of stuk.
Zak niet van de goede grootte
voor het product dat erin zit.
Pomp werkt niet goed.
Positioneer de zak op de juiste
wijze. Controleer de staat van de
bekleding in teflon.
Verander de zak.
Selecteer een zak waarin het
product niet meer dan 2/3 van de
inhoud inneemt.
Als het probleem aanhoudt bij
het opnieuw inschakelen van
de machine, contacteer dan de
klantendienst
De machine sealt de
zakken niet.
De contacten zijn vuil.
De sealbalk is stuk.
Geen stroomvoeding.
Haal de sealbalk van de twee
pinnen en maak de twee gaten in
de balk schoon.
Als het probleem aanhoudt bij
het opnieuw inschakelen van
de machine, contacteer dan de
klantendienst.
De verpakkingsmachine
staat uit
Geen elektrische voeding of er is
een elektronische fout.
Koppel de stroomtoevoer los.
Contacteer de Technische Dienst.
De toetsen reageren niet
op de commando's.
Het oppervlak van het
bedieningspaneel is vuil of nat.
Reinig het oppervlak van het
bedieningspaneel en droog het af.
Het deksel gaat niet open.
Er is een cyclus aan de gang.
Tijdens de cyclus is er geen
elektrische voeding.
Het is normaal dat het deksel
gesloten blijft tijdens de
werkingscycli. Wacht op het einde
van de cyclus of druk op STOP om
de cyclus te onderbreken en het
bakje leeg te maken.
Zorg dat er voeding is en wacht
tot het bakje gedecomprimeerd is.
Er blijft te veel lucht in de
gesealde zak.
De zak is niet geschikt voor de
afmetingen van het te verpakken
product.
Het gekozen vacuümniveau is te
laag.
Het product is vloeibaar.
Gebruik een zak met geschikte
afmetingen.
Herhaal de cyclus met een hoger
vacuümniveau.
Het is normaal dat er bij een
vloeibaar product luchtbellen
aanwezig blijven in de zak.
Het sealen is niet perfect.
Het ingestelde sealniveau is niet
juist voor het gebruikte type zak.
Er zijn meerdere
achtereenvolgende cycli met
sealen uitgevoerd.
De zak is groter dan de sealbalk.
Het uiteinde van de zak was niet
goed gepositioneerd.
Het uiteinde van de zak is vuil.
De rubberen contrabalk en de
sealbalk zijn vuil.
De rubberen contrabalk en de
sealbalk zijn beschadigd.
Herhaal de cyclus door het
sealniveau aan te passen.
Wacht minstens 2 minuten tussen
een cyclus en een andere zodat
de sealbalk kan afkoelen.
Gebruik een geschikte zak.
Plaats het uiteinde van de zak in
het midden en zodat er ongeveer
2 cm over de sealbalk uitsteekt.
Vermijd dat het uiteinde kreukelt
in de buurt van de sealbalk.
Wanneer het product erin wordt
gestoken, draai het uiteinde
van de zak dan om zodat het
buitenste gedeelte proper blijft.
Reinig de sealbalk en de rubberen
contrabalk.
Contacteer de Technische Dienst.