Genius MERCURY CV Handleiding

Type
Handleiding
41
NEDERLANDSNEDERLANDS
1) LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt
opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen
ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
2) Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het
product.
3) De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik
van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
4) Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
5) Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze
documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt
vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen
vormen.
6) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is
bedoeld.
7) Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid
van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
8) De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de
bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve
de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
9) GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen
zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor
vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
10) De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en
EN 12445.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve
de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
11) Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding
worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
12) Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt
geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met
meerpolige onderbreking.
13) Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is
geplaatst met een limiet van 0,03 A.
14) Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen
delen van het sluitsysteem op aan.
15) De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele
gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door
beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
16) Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken
(b.v. GUARD) alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het
hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen
die genoemd zijn onder punt “15”.
17) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid
en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik
gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd.
18) Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
19) Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het
automatische systeem.
20) De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het
systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het
product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
21) Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het
product terwijl dit in werking is.
22) Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik
van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan
worden aangedreven.
23) Men mag alleen onder de deur passeren als het automatische systeem stilstaat.
24) De gebruiker mag geen pogingen tot reparatie doen of directe ingrepen plegen,
en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd personeel.
25) Onderhoud: de werking van de installatie dient minstens eenmaal per half jaar te
worden gecontroleerd. Hierbij dient bijzondere aandacht te worden besteed aan
de veiligheidsvoorzieningen (inclusief, waar voorzien, de duwkracht van de
aandrijving) en de ontgrendelmechanismen.
26) Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES
(RICHTLIJN 89/392/EEG, BIJLAGE II, DEEL B)
Fabrikant: GENIUS S.r.l.
Adres: Via P.Elzi, 32 - 24050 Grassobbio - Bergamo - ITALIË
Verklaart dat: de aandrijving mod. Mercury
gebouwd is voor opname in een machine of voor assemblage met andere machines zodat een machine
gevormd wordt in de zin van de Richtlijn 89/392/EEG en latere wijzigingen 91/368/EEG, 93/44/EEG, 93/68/EEG;
in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende andere EEG-richtlijnen:
73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG.
89/336/EEG en latere wijziging 92/31/EEG en 93/68/EEG
en verklaart bovendien dat het niet is toegestaan de machine in bedrijf te stellen voordat de machine waarin
zij zal worden ingebouwd of waarvan zij onderdeel zal uitmaken geïdentificeerd is en in overeenstemming
is verklaard met de voorwaarden van de Richtlijn 89/392/EEG en latere wijzigingen.
Grassobbio, 1 maart 2004
De Algemeen Directeur
D.Gianantoni
42
NEDERLANDS NEDERLANDS
Deze aanwijzingen gelden voor de volgende modellen:
MERCURY - MERCURY V - MERCURY C - MERCURY CV
Met de automatische systemen Mercury kunnen
gebalanceerde sectionaaldeuren voor industriële toepassingen
worden geautomatiseerd.
Zij bestaan uit een elektromechanische aandrijving, en
elektronische besturingsapparatuur op het systeem zelf (Mercury
C) of een verbindingskaart voor op afstand bediende
apparatuur (Mercury). Het systeem kan rechtstreeks op de as
van de kabeltrommels worden geïnstalleerd of met behulp van
een (optionele) kettingoverbrenging met een verhouding van
1:1,5 of 1:2.
Het onomkeerbare systeem waarborgt mechanische blokkering
van de deur wanneer de motor niet in werking is, en het is dus
niet nodig een slot te installeren. De handmatige ontgrendeling
en het handbediende openingssysteem (op de modellen
waarvoor dit is voorzien) zorgen ervoor dat de deur ook kan
worden gemanoeuvreerd als er geen elektrische voeding is of
als het systeem niet werkt.
De automatische systemen Mercury zijn ontworpen en gebouwd voor intern en
extern gebruik.
2. AFMETINGEN EN BESCHRIJVING
AUTOMATISCH SYSTEEM MERCURY
1. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Voeding (Vac 50-60Hz) 230 (+6 –10%)
Elektromotor asynchroon, monofase 1450 rpm
Max. opgenomen vermogen (W) 800
Stroomopname (A) 3,5
Condensator (µF) 20
Thermische beveiliging wikkeling (°C) 140
Gebruiksfrequentie (S3) 40%
Max. aantal achtereenvolgende cycli 5
Krachtafname holle passerende as, diam. 25,4 mm (1'’)
Draaisnelheid krachtafname (toeren/min.) 23
Nominaal koppel bij krachtafname (Nm) 50
Max. toerental krachtafname 24
Beschermingsgraad IP54
Omgevingstemperatuur (°C) -20 / +55
Max. gewicht van de motorvertraging (kg) 14
Hoeveelheid olie (l) 1
Opmerking: zie Tabel 1 voor de toepassingen met
kettingoverbrenging
Fig. 1
Tabel 1
Type Nominaal Snelheid Max. toerental
toepassing koppel kabelas kabelas
(Nm) (rpm)
Direct 50 23 24
Vertraging 1:1,5 75 17,2 18
Vertraging 1:2 100 11,5 12
Grafiek 1 laat zien met welk type toepassing de Mercury C kan worden
geïnstalleerd, door de maximum kracht in aanmerking te nemen die nodig is om
de deur F met de hand te openen, uitgedrukt in daN (1daN = kracht die nodig
is om 1,02 kg op te tillen), en de diameter van de kabeltrommel Dt, uitgedrukt in
millimeter. Als het bijvoorbeeld gaat om een deur die kan worden verplaatst
met een kracht van 60 daN en de trommel heeft een diameter van 170 mm,
moet de Mercury C worden geïnstalleerd met een kettingoverbrenging van
1:1,5.
N.B. De kracht F kan worden gemeten met een dynamometer. Deze houdt niet
rechtstreeks verband met het gewicht van de deur, maar met de balancering
ervan.
Overbrenging
1:2
Overbrenging
1:1,5
Directe toepassing
Grafiek 1
43
NEDERLANDSNEDERLANDS
3. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN
Op afbeelding 3 ziet u het schema van de elektrische
aansluitmogelijkheden voor installatie van de aandrijving
Mercury C.
Op afbeelding 4 ziet u het schema van de elektrische
aansluitmogelijkheden voor installatie van de aandrijving
Mercury met apparatuur Geo 04 op afstand.
4. VOORBEREIDENDE CONTROLES
De constructie van de deur dient geschikt te zijn om te worden
geautomatiseerd, en moet voldoen aan de normen EN12604 en
EN12605.
De kabelwikkelas moet voorzien zijn van een behuizing voor de
spie. Deze moet voldoende uitsteken aan de zijkant om de
aandrijving en de blokkeerkragen van de spie te kunnen
installeren (rechtstreekse montage van de aandrijving op de as)
of om de krans te kunnen bevestigen (montage met
kettingoverbrenging - optie). Sommige deurenfabrikanten
leveren speciale koppelingen met as, waarmee deuren kunnen
worden gemotoriseerd die zonder de aansluitmogelijkheid
geproduceerd zijn.
Controleer de efficiëntie van de lagers, de wieltjes, het
parachutesysteem, de rails en de verbindingen van de deur,
controleer of de trekkabels perfect in de groeven van de trommels
zitten, niet in contact komen met mechanische onderdelen of
vaste delen van de constructie, en of ze allemaal een gelijke
spanning hebben.
Controleer of de deur geen wrijving maakt: hij moet soepel en
regelmatig verschuiven, zowel bij opening als bij sluiting.
Controleer of de deur goed gebalanceerd is: in welk positie hij
ook gestopt wordt, hij moet stil blijven staan.
De Europese normen EN12604 en EN12453 stellen de
maximumlimiet voor de kracht die wordt toegepast op de
desbetreffende handgrepen, en die nodig is om de deur met de
hand te manoeuvreren, op 260 N voor handbediende deuren
en op 390 N voor gemotoriseerde deuren.
Raadpleeg de technische documentatie van de deur om na te
gaan welk koppel nodig is voor verplaatsing ervan, en welk
toerental nodig is voor volledige opening.
Controleer in tabel 1 welk type installatie (direct op de as, of met
kettingoverbrenging met vertraging) met de vermelde
specificaties correspondeert.
De efficiëntie en de veiligheid van het automatische systeem zijn
Fig. 2
Aandrijving
Krachtafname
Bevestigingsplaat
Eindschakelaargroep
Lier
Behuizing voor apparatuur
Ontgrendelhendel
Bevestigingsbussen spie
Spie
Bevestigingsplaat 3D (optie)
Fig. 3
Laagspanningsleiding - Kabel 3 x 0,5 Bedieningen
Voedingsleiding - Kabel 3 x 1,5 Voeding 230Vac + Aarde
Voedingsleiding - 3 x 1,5 Voeding 230 Vac + aarde
Voedingsleiding - 4 x 1,5 Voeding motor + aarde + 2 x 0,5 waarschuwingslamp
Laagspanningsleiding - bedieningen apparatuur + veiligheidslijst
Laagspanningsleiding - 4 x 0,5 fotocellen Rx
Laagspanningsleiding - 2 x 0,5 fotocellen Tx
Laagspanningsleiding - radio-ontvanger
Laagspanningsleiding - 6 x 0,5 bedieningspaneel
Behuizing voor apparatuur
Fig. 4
44
NEDERLANDS NEDERLANDS
5. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVING
Om veilig te kunnen werken wordt geadviseerd de deur bij
installatie van de aandrijving volledig gesloten te houden, en
dit hoofdstuk helemaal te lezen alvorens met de installatie te
beginnen.
De aandrijving Mercury C heeft een krachtafnamepunt met
een diameter van 25,4 mm (1”). Als er een aandrijfas met andere
afmetingen aanwezig is, moet de (optionele)
kettingoverbrenging worden geïnstalleerd.
De handbedieningsmechanismen (ontgrendeling en
aandrijving met ketting) zijn bedoeld voor installatie met een
hoogte tot 4 meter. Voor hogere installaties moeten de (optionele)
verlengingsbouwpakketten worden gebruikt.
De aandrijving is voorzien van vier microschakelaars met de
volgende functies:
•Eindschakelaar bij opening
•Eindschakelaar bij sluiting
•Veiligheidsschakelaar van de lier (alleen bij modellen met
handbediend manoeuvreersysteem)
•Veiligheidsschakelaar voor bediening van de ontgrendeling
Met de bijgeleverde steunplaat kan de aandrijving worden
vastgezet op een afstand van maximaal 125 mm tussen het
verankeringspunt (muur of metalen constructie) en de as van
de krachtafname.
Vóór de installatie is het raadzaam te bepalen in welke richting
de krachtafname moet draaien (zie de paragrafen 5.2.1. en
5.2.2).
Voor alle informatie over de elektrische installatie, zie het
hoofdstuk “Waarschuwingen voor de installateur” en de
hoofdstukken 3 en 6 van deze aanwijzingen.
De bijgeleverde handgreep kan worden gemonteerd door
gebruik te maken van de bevestigingspunten van de plaat op
de aandrijving, om de verplaatsingswerkzaamheden in de fasen
voorafgaand aan de installatie te vergemakkelijken.
5.1 WERKPOSITIE VAN DE AANDRIJVING
De aandrijving met handbediende verplaatsing met ketting
moet worden geïnstalleerd in de positie die wordt afgebeeld
op fig 5. Als er geen lier aanwezig is, kan de aandrijving in een
willekeurige positie worden geïnstalleerd.
Als de afstandsbediening van de ontgrendeling moet worden
geïnstalleerd, moet eerst worden nagegaan of de
ontgrendelhendel niet gehinderd wordt door onderdelen buiten
de aandrijving.
De bevestigingsplaat kan aan beide kanten van de aandrijving
worden gemonteerd.
5.2.1 BEPALING VAN DE DRAAIRICHTING (aandrijving Mercury C)
Verwijder het deksel van de eindschakelaargroep.
Op afbeelding 6 zijn de draairichtingen Dir1 en Dir2 aangegeven,
die worden aangedreven door de bedieningen IN1 en IN2 (zie
afbeelding 15), en de positie van de eindschakelaars FC1 en
FC2.
De beweging die wordt bediend door IN1 wordt gestopt door
FC1, de beweging die wordt bediend door IN2 wordt gestopt
door FC2. Hieruit volgt dat als bijvoorbeeld Dir2 de draairichting
is waarmee de deur wordt gesloten, IN2 de bedieningsingang
voor sluiting is, IN1 de bedieningsingang voor opening, FC2 het
stoppunt bij sluiting bepaalt en FC1 het stoppunt bij opening.
De blokkeerveer van de bedieningsringen van de
eindschakelaars wordt opgetild gehouden door het
winkelhaakje; dit mag alleen worden verwijderd bij het regelen
van de stoppunten van de deur.
5.2.2 BEPALING VAN DE DRAAIRICHTING (aandrijving met
apparatuur Geo 04)
Verwijder het deksel van de eindschakelaargroep.
Op afbeelding 6 worden de draairichtingen Dir1 en Dir2
aangegeven. De beweging in de richting Dir1 wordt gestopt
door FC1 en die van richting Dir2 door FC2. Heiruit volgt dat als
bijvoorbeeld Dir2 de draairichting is waardoor de deur gesloten
wordt, FC2 het stoppunt bij sluiting bepaalt en FC1 het stoppunt
bij opening.
Het stoppunt bij sluiting kan ook worden gecorrigeerd door de
parameter van de verlangzaming na de eindschakelaar op
de apparatuur Geo 04 te veranderen. Het commando OPEN
wordt gewoonlijk geassocieerd met de beweging Dir1;
raadpleeg de instructies van de apparatuur als de
draairichtingen moeten worden verwisseld.
De blokkeerveer van de bedieningsringen van de
eindschakelaars wordt opgetild gehouden door het
winkelhaakje; dit mag alleen worden verwijderd bij het regelen
van de stoppunten van de deur.
5.3 MONTAGE VAN DE AANDRIJVING
nauw verbonden met hetgeen hierboven uiteengezet is; het is
daarom belangrijk contact op te nemen met de fabrikant of de
installateur van de deur als er problemen worden geconstateerd.
Verwijder de mechanische sluitingen van de deur, zodat de
deur, wanneer hij gesloten is, door het automatische systeem
wordt vergrendeld.
Verwijder het handbedieningsmechanisme, als dat aanwezig is.
Controleer of de installatie goed geaard is voor de elektrische
aansluiting van de aandrijving.
Fig. 5
Fig. 6
FC2
DIR1
DIR2
FC1
45
NEDERLANDSNEDERLANDS
Fig. 8
•Ontgrendel de aandrijving met behulp van de hendel.
•Monteer de bevestigingsplaat op de aandrijving, zonder de
schroeven aan te halen.
•Steek de krachtafname op de aandrijfas.
•Plaats de aandrijving (zie paragraaf 5.1) en leg de plaat tegen
de ondergrond (muur of metalen constructie) waarop u
besloten heeft hem vast te zetten (zie afbeelding 7).
•Haal de schroeven zonder forceren aan, en houd de plaat
tegen de ondergrond.
•Teken de positie van de montagegaten af op de muur.
•Verwijder de aandrijving.
•Doe het voorbereidende werk voor de bevestiging.
•Steek de eerste bevestigingsbus van de spie en de spie zelf op
de as (zie afb. 2 ref. 8 en 9).
•Installeer de aandrijving weer zonder de plaat te blokkeren.
•Zet de plaat vast tegen de ondergrond, haal de
blokkeerschroeven aan op de aandrijving met een koppel
van maximaal 18 Nm en steek de twee bevestigingsbus van
de spie erop.
•Zet de twee bussen vast nadat u hen tegen de krachtafname
van de aandrijving heeft geplaatst.
•Blokkeer de aandrijving.
Als u de bevestigingsplaat tegen de ondergrond wilt lassen, moet
dit lassen worden uitgevoerd zonder dat de aandrijving
gemonteerd is. Verder moet het verbindingsgebied van de
aandrijfas met de krachtafname hierbij worden beschermd. Waar
het niet mogelijk is de aandrijving te verwijderen, moet hij worden
beschermd.
5.4 REGELING VAN DE LIER
Fig. 7
Wikkel de bijgeleverde ketting helemaal af en verbind het ene
uiteinde met het uiteinde dat al in de lier is aangebracht, met
behulp van een van de bijgeleverde verbindingsschakels (zie
figuur 8).
Snij de ketting op maat af, maar zorg ervoor dat de onderkant
van de ring die hierdoor wordt gevormd de grond niet raakt
(zie afbeelding 9), en assembleer de overige twee uiteinden
van de kettingen.
Snijd het bandje door.
Regel de schroef van de balanceerveer (zie afbeelding 10) om
de steun van de lier helemaal te laten verdwijnen in de plastic
houder (zie afbeelding 11).
Controleer of de lier aankoppelt als er maar aan één van de
kettingsegmenten wordt getrokken, en of hij terugkeert in
neutrale positie wanneer het kettingsegment wordt losgelaten.
Fig. 9
46
NEDERLANDS NEDERLANDS
Blokkeer de bevestigingsmoer en controleer of de werking van
de aandrijving niet verhinderd of onderbroken wordt door
tussenkomst van de micro-veiligheidsschakelaar van de lier.
Het wordt geadviseerd een verankeringspunt voor te bereiden
voor het onderste deel van de ketting, zodat deze geen obstakel
vormt als er mensen of voertuigen passeren. Breng de sticker
waarop de openings- en sluitingsrichting worden aangegeven
duidelijke zichtbaar aan.
Als het verlengingsbouwpakket van de ketting wordt gebruikt,
moet de balanceerveer (fig. 10 ref. 3) worden vervangen door
de veer uit het bouwpakket zelf. Tevens wordt geadviseerd de
elementen van de verbindingsschakels aan elkaar vast te lijmen
bij de assemblage (zie fig. 8).
5.5 MONTAGE VAN DE HENDEL VOOR ONTGRENDELING OP
AFSTAND
Verricht de werkzaamheden terwijl de deur gesloten is.
Snijd de bedieningskabels op maat en monteer hen met de
hendel en de handgrepen (zie afbeelding 12), waarbij u dient
te bedenken dat de groene handgreep de kortste arm van de
hendel moet bedienen.
Op afbeelding 13 ziet u de positie van de hendel bij
geblokkeerde aandrijving, in de twee zij-aanzichten, en de
corresponderende posities van de ontgrendelkabel (met rode
handgreep) en de vergrendelkabel (met groene handgreep).
Steek de hendel in de aandrijving en controleer of deze de
eindschakelaar in beide richtingen bereikt met een hoek van
ongeveer 45-50°.
Monteer de bevestigingsschroef van de hendel.
Controleer of de op afstand bediende manoeuvre correct
plaatsvindt en of de bediening van de aandrijving, als deze
geblokkeerd is, niet verhinderd wordt door de micro-
veiligheidsschakelaar van de ontgrendeling.
5.6 REGELING VAN DE EINDSCHAKELAARGROEP
Fig. 12
Fig. 11
Fig. 13
Handgreep voor ontgrendeling (rood)
Handgreep voor vergrendeling (groen)
Steun van de lier
Stelschroef en blokkeermoer
Balanceerveer van de ketting
Fig. 10
47
NEDERLANDSNEDERLANDS
6. ELEKTRISCHE INSTALLATIE
LET OP: alvorens werkzaamheden op de kaart te verrichten
(verbindingen, onderhoud, enz.) moet altijd eerst de elektrische
voeding worden weggenomen.
De specificaties van de elektrische installatie zijn te vinden in
het hoofdstuk “Waarschuwingen voor de installateur”. Houd
voedingskabels altijd gescheiden van bedieningskabels.
Om elektrische storingen te vermijden dienen aparte hulzen te
worden gebruikt.
De aandrijving Mercury C wordt geleverd met de apparatuur
erop aanwezig.
De aandrijving Mercury wordt geleverd met gemonteerde
verbindingskaart.
6.1 VERBINDINGEN ELEKTRONISCHE MERCURY C
Bereid de kanalen voor zoals aangegeven op afbeelding 3, en
maak de externe verbindingen met de aandrijving van de zoals
te zien is op afbeelding 15.
Voor het toewijzen van de commando’s OPEN en CLOSE aan
de ingangen IN1 en IN2, zie paragraaf 5.2.1.
Wijzig de interne verbindingen van de aandrijving niet.
6.2 VERBINDINGEN ELEKTRONISCHE APPARATUUR GEO 04
Bereid de kanalen voor volgens de aanwijzingen van afbeelding
4.
Maak de verbindingen tussen de apparatuur Geo 04 en de
verbindingskaart die op de aandrijving gemonteerd is, volgens
het schema van afbeelding 16.
Een eventuele STOP-knop moet in serie geschakeld worden met
de verbinding tussen de ingang STOP van de Geo 04 en SAFETY
van de INTERFACE.
Voor de bedrading en de programmering van de Geo 04, zie
de aanwijzingen die bij de apparatuur horen.
Fig. 15
Sluit de deur helemaal.
Verwijder de winkelhaak die onder de bevestigingsveer van de
ringen zit.
Houd de veer omhoog (zie afbeelding 14) en draai de ring van
de eindschakelaar voor sluiting totdat deze schakelaar wordt
ingeschakeld. Draai de andere ring totdat hij in de buurt van
de eerste komt, en plaats de bevestigingsveer weer op de ringen.
Breng de deur met de hand in geopende positie, totdat de
mechanische stootblokjes enigszins ingedrukt worden.
Til de veer op, draai de ring van de eindschakelaar voor opening
totdat deze schakelaar wordt ingeschakeld, en plaats de veer
weer terug.
Controleer of het door bediening van de aandrijving mogelijk is
de gewenste posities daadwerkelijk te bereiken. Is dat niet het
geval, corrigeer de positie van de ringmoeren dan.
Als de apparatuur Geo 04 wordt gebruikt, is het mogelijk het
stoppunt bij sluiting ook te corrigeren door de parameter van
de verlangzaming na de eindschakelaar te veranderen.
Fig. 14
Ringen van de eindschakelaars
Bevestigingsveer van de ringmoeren
48
NEDERLANDS NEDERLANDS
7. INBEDRIJFSTELLING
Nadat alle elektrische aansluitingen zijn gemaakt, de aandrijving
vergrendeld is en gecontroleerd is of de deur niet met de hand
kan worden verplaatst, dient het systeem te worden gevoed.
Als de aandrijving is voorzien van een lier, moet de sticker waarop
de verplaatsingsrichting wordt aangegeven voor handmatig
uitgevoerde manoeuvres voor opening en sluiting vlak in de
buurt van de ketting worden aangebracht.
7.1 Mercury C
Voer enkele complete cycli uit om te controleren of het
automatische systeem correct functioneert.
Geef de klant de pagina “Handleiding voor de gebruiker”, leg
de werking van het systeem en de handelingen voor het
ontgrendelen en vergrendelen van de aandrijving uit die in
deze handleiding worden aangegeven.
7.2 Mercury met apparatuur Geo 04
Programmeer de apparatuur.
Controleer de status van de ingangen van de apparatuur en
ga na of alle veiligheidsvoorzieningen goed zijn aangesloten
(de corresponderende leds moeten branden).
Voer enkele complete cycli uit om na te gaan of het
automatische systeem en de hiermee verbonden accessoires
correct functioneren, en let in het bijzonder op de
veiligheidsvoorzieningen en de regeling van de duwkracht van
de aandrijving.
Geef de klant de pagina “Handleiding voor de gebruiker”, leg
de werking van het systeem en de handelingen voor het
ontgrendelen en vergrendelen van de aandrijving uit die in
deze handleiding worden aangegeven.
GEO 04
Fig. 16
49
NEDERLANDSNEDERLANDS
AUTOMATISCHE SYSTEMEN MERCURY
Lees deze instructies aandachtig door alvorens het product te
gebruiken, en bewaar hen voor eventueel gebruik in de toekomst.
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Als de automatische systemen Mercury correct geïnstalleerd en
gebruikt worden, garanderen ze een hoge veiligheidsgraad.
Verder kunnen door enkele eenvoudige gedragregels ongewenste
storingen worden voorkomen:
Ga beslist nooit onder de sectionaaldeur staan.
Sta het niet toe dat kinderen, volwassenen of voorwerpen zich in
de buurt van de automatische systemen bevinden, vooral tijdens
de werking.
Houd de radio-afstandsbediening of alle andere impulsgevers
die de deur kunnen aandrijven buiten het bereik van kinderen.
Sta het kinderen niet toe met het automatische systeem te spelen.
Houd de beweging van de deur niet opzettelijk tegen.
Voorkom dat takken of struiken de beweging van de deur kunnen
hinderen.
Houd de lichtsignaleringssystemen efficiënt en goed zichtbaar.
Probeer de deur niet met de hand te bewegen als deze niet
eerst ontgrendeld is.
Verzeker u ervan dat er geen personen, dieren of voorwerpen in
de buurt van de deur zijn, voordat u deze gaat ontgrendelen.
Bij storingen moet de deur met de hand bediend of ontgrendeld
worden om binnen te kunnen en moet een technische ingreep
door gekwalificeerd personeel worden afgewacht.
Als de aandrijving eenmaal ontgrendeld is, moet worden
gecontroleerd of de installatie niet gevoed wordt alvorens de
gemotoriseerde werking te hervatten.
Voer geen wijzigingen uit op componenten die deel uitmaken
van het automatische systeem.
Doe geen pogingen tot reparatie of andere directe ingrepen, en
wendt u zich uitsluitend tot gekwalificeerd personeel van GENIUS.
Laat de werking van het automatische systeem, de
veiligheidsvoorzieningen en de aarding minstens eenmaal per
half jaar controleren door gekwalificeerd personeel.
Laat de deur controleren door gekwalificeerd personeel met de
door de fabrikant aanbevolen regelmaat, en met bijzondere
aandacht voor de veiligheids- en balanceersystemen.
Men mag alleen onder de deur passeren als het automatische
systeem stilstaat.
BESCHRIJVING
De automatische systemen Mercury zijn uitermate geschikt voor
het bedienen van gebalanceerde sectionaaldeuren voor
industriële toepassingen.
Zij bestaan uit een elektromechanische aandrijving en een
elektronisch bedieningsapparaat in de aandrijving of op afstand.
Het onomkeerbare systeem garandeert een mechanische
vergrendeling van de deur wanneer de motor niet in werking is, en
het is dus niet nodig een slot te installeren. Door de ontgrendeling
van de aandrijving en een handbediend manoeuvreersysteem
(dit laatste alleen op de modellen waarop het is voorzien) maken
dat de deur kan worden gemanoeuvreerd als de stroom
uitgevallen is of het systeem niet goed functioneert.
De deur is gewoonlijk gesloten; wanneer het commando tot
opening wordt gegeven, drijft de apparatuur de elektromotor aan
die de deur in geopende positie brengt waardoor toegang
mogelijk gemaakt wordt. Bij de “dead man” installaties moet de
bedieningsknop ingedrukt gehouden worden tijdens de hele duur
van de openings- of sluitingsmanoeuvre. Bij de automatisch
werkende systemen:
als de automatische logica is ingesteld, sluit de deur weer na de
pauzetijd.
als de halfautomatische logica is ingesteld, moet een tweede
impuls worden gegeven om de deur weer te sluiten.
Een stopimpuls (indien aanwezig) laat de beweging altijd
stoppen.
Voor het gedetailleerde gedrag van het automatische systeem in
de verschillende logica’s, vraag de installatietechnicus.
Bij automatische systemen kunnen veiligheidsvoorzieningen
(veiligheidslijsten/fotocellen) aanwezig zijn die sluiting en/of opening
van de deur verhinderen wanneer er zich een obstakel in het door
hun beschermde gebied bevindt. Handmatige opening in
noodgevallen is mogelijk via het desbetreffende ontgrendelsysteem.
Handbediening is mogelijk door de lier met ketting te gebruiken
(bij de modellen waarop dit is voorzien).
Tijdens manoeuvres met handbediening of ontgrendelde
aandrijving is de elektrische bediening buiten werking.
De lichtsignalering geeft, waar aanwezig, aan welke beweging de
deur aan het maken is.
HANDBEDIENING (Mercury met lier)
Als de deur moet worden bediend en het automatische systeem
is inactief omdat er geen elektrische voeding is of omdat het systeem
niet goed werkt, kan de deur met de hand worden geopend en
gesloten met behulp van de lier met ketting. Controleer op het
aanwijzingsbord welk deel van de ketting moet worden bediend
om de gewenste manoeuvre te bewerkstelligen. Trek alleen het
betreffende segment omlaag.
Als er geen aanwijzingsbord aanwezig is, trek dan aan één van de
twee kettingsegmenten zonder te forceren, en controleer of de
deur in de gewenste richting begint te bewegen. Bedien anders
het andere kettingsegment.
Tijdens de aandrijving van de lier wordt de elektrische bediening
van de aandrijving onderdrukt.
ONTGRENDELING VAN DE AANDRIJVING EN HERSTEL
VAN DE AUTOMATISCHE WERKING
De aandrijvingen Mercury zijn voorzien van een noodsysteem dat
van binnenuit bediend kan worden.
De aandrijving moet zo mogelijk met gesloten deur worden
ontgrendeld, en in elk geval mogen er beslist geen mensen, dieren
of voorwerpen vlak in de buurt aanwezig zijn.
Als het nodig is de deur met de hand aan te drijven doordat de
elektrische voeding ontbreekt of omdat het automatische systeem
niet goed werkt, moet de elektrische voeding naar de installatie
worden wegenomen en moet het ontgrendelmechanisme als volgt
worden gebruikt.
Ontgrendel de
aandrijving door
de kabel met de
rode handgreep
omlaag te trekken
(zie figuur 1) totdat
de hendel tegen
de eindaanslag
komt. Om de
automatische
werking te
herstellen moet de
deur helemaal
gesloten worden
en moet u aan de
kabel met de
groene
handgreep
trekken totdat de
hendel weer in zijn
oorspronkelijke
positie is
teruggekeerd.
HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Fig. 1

Documenttranscriptie

NEDERLANDS NEDERLANDS CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES (RICHTLIJN 89/392/EEG, BIJLAGE II, DEEL B) Fabrikant: GENIUS S.r.l. Adres: Via P.Elzi, 32 - 24050 Grassobbio - Bergamo - ITALIË Verklaart dat: de aandrijving mod. Mercury • gebouwd is voor opname in een machine of voor assemblage met andere machines zodat een machine gevormd wordt in de zin van de Richtlijn 89/392/EEG en latere wijzigingen 91/368/EEG, 93/44/EEG, 93/68/EEG; • in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende andere EEG-richtlijnen: 73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG. 89/336/EEG en latere wijziging 92/31/EEG en 93/68/EEG en verklaart bovendien dat het niet is toegestaan de machine in bedrijf te stellen voordat de machine waarin zij zal worden ingebouwd of waarvan zij onderdeel zal uitmaken geïdentificeerd is en in overeenstemming is verklaard met de voorwaarden van de Richtlijn 89/392/EEG en latere wijzigingen. Grassobbio, 1 maart 2004 De Algemeen Directeur D.Gianantoni WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 13) Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A. 1) LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. 14) Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan. 2) Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. 15) De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie. 3) De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar. 16) Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken (b.v. GUARD) alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “15”. 4) Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 5) Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 17) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd. 6) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld. 18) Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen. 19) Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. 7) Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. 20) De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen. 8) De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. 21) Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. 9) GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik. 22) Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden aangedreven. 10) De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. 23) Men mag alleen onder de deur passeren als het automatische systeem stilstaat. 24) De gebruiker mag geen pogingen tot reparatie doen of directe ingrepen plegen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd personeel. 25) Onderhoud: de werking van de installatie dient minstens eenmaal per half jaar te worden gecontroleerd. Hierbij dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de veiligheidsvoorzieningen (inclusief, waar voorzien, de duwkracht van de aandrijving) en de ontgrendelmechanismen. 11) Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld. 12) Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking. 26) Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan 41 NEDERLANDS NEDERLANDS AUTOMATISCH SYSTEEM MERCURY Deze aanwijzingen gelden voor de volgende modellen: MERCURY - MERCURY V - MERCURY C - MERCURY CV Met de automatische systemen Mercury kunnen gebalanceerde sectionaaldeuren voor industriële toepassingen worden geautomatiseerd. Zij bestaan uit een elektromechanische aandrijving, en elektronische besturingsapparatuur op het systeem zelf (Mercury C) of een verbindingskaart voor op afstand bediende apparatuur (Mercury). Het systeem kan rechtstreeks op de as van de kabeltrommels worden geïnstalleerd of met behulp van een (optionele) kettingoverbrenging met een verhouding van 1:1,5 of 1:2. Het onomkeerbare systeem waarborgt mechanische blokkering van de deur wanneer de motor niet in werking is, en het is dus niet nodig een slot te installeren. De handmatige ontgrendeling en het handbediende openingssysteem (op de modellen waarvoor dit is voorzien) zorgen ervoor dat de deur ook kan worden gemanoeuvreerd als er geen elektrische voeding is of als het systeem niet werkt. De automatische systemen Mercury zijn ontworpen en gebouwd voor intern en extern gebruik. Tabel 1 Type toepassing Direct Vertraging 1:1,5 Vertraging 1:2 Nominaal koppel (Nm) 50 75 100 Snelheid kabelas (rpm) 23 17,2 11,5 Max. toerental kabelas 24 18 12 Grafiek 1 laat zien met welk type toepassing de Mercury C kan worden geïnstalleerd, door de maximum kracht in aanmerking te nemen die nodig is om de deur F met de hand te openen, uitgedrukt in daN (1daN = kracht die nodig is om 1,02 kg op te tillen), en de diameter van de kabeltrommel Dt, uitgedrukt in millimeter.Als het bijvoorbeeld gaat om een deur die kan worden verplaatst met een kracht van 60 daN en de trommel heeft een diameter van 170 mm, moet de Mercury C worden geïnstalleerd met een kettingoverbrenging van 1:1,5. N.B. De kracht F kan worden gemeten met een dynamometer.Deze houdt niet rechtstreeks verband met het gewicht van de deur,maar met de balancering ervan. Grafiek 1 1. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Voeding (Vac 50-60Hz) 230 (+6 –10%) Elektromotor asynchroon, monofase 1450 rpm Max. opgenomen vermogen (W) 800 Stroomopname (A) 3,5 Condensator (µF) 20 Thermische beveiliging wikkeling (°C) 140 Gebruiksfrequentie (S3) 40% Max. aantal achtereenvolgende cycli 5 Krachtafname holle passerende as, diam. 25,4 mm (1'’) Draaisnelheid krachtafname (toeren/min.) 23 Nominaal koppel bij krachtafname (Nm) 50 Max. toerental krachtafname 24 Beschermingsgraad IP54 Omgevingstemperatuur (°C) -20 / +55 Max. gewicht van de motorvertraging (kg) 14 Hoeveelheid olie (l) 1 Overbrenging 1:2 Overbrenging 1:1,5 Directe toepassing Opmerking: zie Tabel 1 voor de toepassingen met kettingoverbrenging 2. AFMETINGEN EN BESCHRIJVING Fig. 1 42 NEDERLANDS NEDERLANDS           Aandrijving  Krachtafname  Bevestigingsplaat  Eindschakelaargroep  Lier  Behuizing voor apparatuur  Ontgrendelhendel  Bevestigingsbussen spie Spie Bevestigingsplaat 3D (optie)  Voedingsleiding - 3 x 1,5 Voeding 230 Vac + aarde  Voedingsleiding - 4 x 1,5 Voeding motor + aarde + 2 x 0,5 waarschuwingslamp  Laagspanningsleiding - bedieningen apparatuur + veiligheidslijst  Laagspanningsleiding - 4 x 0,5 fotocellen Rx  Laagspanningsleiding - 2 x 0,5 fotocellen Tx  Laagspanningsleiding - radio-ontvanger  Laagspanningsleiding - 6 x 0,5 bedieningspaneel  Behuizing voor apparatuur Fig. 4 Fig. 2 3. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN Op afbeelding 3 ziet u het schema aansluitmogelijkheden voor installatie Mercury C. Op afbeelding 4 ziet u het schema aansluitmogelijkheden voor installatie van de elektrische van de aandrijving 4. VOORBEREIDENDE CONTROLES De constructie van de deur dient geschikt te zijn om te worden geautomatiseerd, en moet voldoen aan de normen EN12604 en EN12605. De kabelwikkelas moet voorzien zijn van een behuizing voor de spie. Deze moet voldoende uitsteken aan de zijkant om de aandrijving en de blokkeerkragen van de spie te kunnen installeren (rechtstreekse montage van de aandrijving op de as) of om de krans te kunnen bevestigen (montage met kettingoverbrenging - optie). Sommige deurenfabrikanten leveren speciale koppelingen met as, waarmee deuren kunnen worden gemotoriseerd die zonder de aansluitmogelijkheid geproduceerd zijn. Controleer de efficiëntie van de lagers, de wieltjes, het parachutesysteem, de rails en de verbindingen van de deur, controleer of de trekkabels perfect in de groeven van de trommels zitten, niet in contact komen met mechanische onderdelen of vaste delen van de constructie, en of ze allemaal een gelijke spanning hebben. Controleer of de deur geen wrijving maakt: hij moet soepel en regelmatig verschuiven, zowel bij opening als bij sluiting. Controleer of de deur goed gebalanceerd is: in welk positie hij ook gestopt wordt, hij moet stil blijven staan. De Europese normen EN12604 en EN12453 stellen de maximumlimiet voor de kracht die wordt toegepast op de desbetreffende handgrepen, en die nodig is om de deur met de hand te manoeuvreren, op 260 N voor handbediende deuren en op 390 N voor gemotoriseerde deuren. Raadpleeg de technische documentatie van de deur om na te gaan welk koppel nodig is voor verplaatsing ervan, en welk toerental nodig is voor volledige opening. Controleer in tabel 1 welk type installatie (direct op de as, of met kettingoverbrenging met vertraging) met de vermelde specificaties correspondeert. De efficiëntie en de veiligheid van het automatische systeem zijn van de elektrische van de aandrijving  Laagspanningsleiding - Kabel 3 x 0,5 Bedieningen  Voedingsleiding - Kabel 3 x 1,5 Voeding 230Vac + Aarde Mercury met apparatuur Geo 04 op afstand. Fig. 3 43 NEDERLANDS NEDERLANDS nauw verbonden met hetgeen hierboven uiteengezet is; het is daarom belangrijk contact op te nemen met de fabrikant of de installateur van de deur als er problemen worden geconstateerd. Verwijder de mechanische sluitingen van de deur, zodat de deur, wanneer hij gesloten is, door het automatische systeem wordt vergrendeld. Verwijder het handbedieningsmechanisme, als dat aanwezig is. Controleer of de installatie goed geaard is voor de elektrische aansluiting van de aandrijving. 5.1 WERKPOSITIE VAN DE AANDRIJVING De aandrijving met handbediende verplaatsing met ketting moet worden geïnstalleerd in de positie die wordt afgebeeld op fig 5. Als er geen lier aanwezig is, kan de aandrijving in een willekeurige positie worden geïnstalleerd. Als de afstandsbediening van de ontgrendeling moet worden geïnstalleerd, moet eerst worden nagegaan of de ontgrendelhendel niet gehinderd wordt door onderdelen buiten de aandrijving. De bevestigingsplaat kan aan beide kanten van de aandrijving 5. INSTALLATIE VAN DE AANDRIJVING worden gemonteerd. Om veilig te kunnen werken wordt geadviseerd de deur bij installatie van de aandrijving volledig gesloten te houden, en dit hoofdstuk helemaal te lezen alvorens met de installatie te beginnen. De aandrijving Mercury C heeft een krachtafnamepunt met een diameter van 25,4 mm (1”). Als er een aandrijfas met andere afmetingen aanwezig is, moet de (optionele) kettingoverbrenging worden geïnstalleerd. De handbedieningsmechanismen (ontgrendeling en aandrijving met ketting) zijn bedoeld voor installatie met een hoogte tot 4 meter.Voor hogere installaties moeten de (optionele) verlengingsbouwpakketten worden gebruikt. De aandrijving is voorzien van vier microschakelaars met de volgende functies: •Eindschakelaar bij opening •Eindschakelaar bij sluiting •Veiligheidsschakelaar van de lier (alleen bij modellen met handbediend manoeuvreersysteem) •Veiligheidsschakelaar voor bediening van de ontgrendeling Met de bijgeleverde steunplaat kan de aandrijving worden vastgezet op een afstand van maximaal 125 mm tussen het verankeringspunt (muur of metalen constructie) en de as van de krachtafname. Vóór de installatie is het raadzaam te bepalen in welke richting de krachtafname moet draaien (zie de paragrafen 5.2.1. en 5.2.2). Voor alle informatie over de elektrische installatie, zie het hoofdstuk “Waarschuwingen voor de installateur” en de hoofdstukken 3 en 6 van deze aanwijzingen. De bijgeleverde handgreep kan worden gemonteerd door gebruik te maken van de bevestigingspunten van de plaat op de aandrijving, om de verplaatsingswerkzaamheden in de fasen voorafgaand aan de installatie te vergemakkelijken. 5.2.1 BEPALING VAN DE DRAAIRICHTING (aandrijving Mercury C) Verwijder het deksel van de eindschakelaargroep. Op afbeelding 6 zijn de draairichtingen Dir1 en Dir2 aangegeven, die worden aangedreven door de bedieningen IN1 en IN2 (zie afbeelding 15), en de positie van de eindschakelaars FC1 en FC2. De beweging die wordt bediend door IN1 wordt gestopt door FC1, de beweging die wordt bediend door IN2 wordt gestopt door FC2. Hieruit volgt dat als bijvoorbeeld Dir2 de draairichting is waarmee de deur wordt gesloten, IN2 de bedieningsingang voor sluiting is, IN1 de bedieningsingang voor opening, FC2 het stoppunt bij sluiting bepaalt en FC1 het stoppunt bij opening. De blokkeerveer van de bedieningsringen van de eindschakelaars wordt opgetild gehouden door het winkelhaakje; dit mag alleen worden verwijderd bij het regelen van de stoppunten van de deur. 5.2.2 BEPALING VAN DE DRAAIRICHTING (aandrijving met apparatuur Geo 04) Verwijder het deksel van de eindschakelaargroep. Op afbeelding 6 worden de draairichtingen Dir1 en Dir2 aangegeven. De beweging in de richting Dir1 wordt gestopt door FC1 en die van richting Dir2 door FC2. Heiruit volgt dat als bijvoorbeeld Dir2 de draairichting is waardoor de deur gesloten wordt, FC2 het stoppunt bij sluiting bepaalt en FC1 het stoppunt bij opening. Het stoppunt bij sluiting kan ook worden gecorrigeerd door de parameter van de verlangzaming na de eindschakelaar op de apparatuur Geo 04 te veranderen. Het commando OPEN wordt gewoonlijk geassocieerd met de beweging Dir1; raadpleeg de instructies van de apparatuur als de draairichtingen moeten worden verwisseld. De blokkeerveer van de bedieningsringen van de eindschakelaars wordt opgetild gehouden door het winkelhaakje; dit mag alleen worden verwijderd bij het regelen van de stoppunten van de deur. 5.3 MONTAGE VAN DE AANDRIJVING DIR2 DIR1 FC1 FC2 Fig. 6 Fig. 5 44 NEDERLANDS NEDERLANDS •Ontgrendel de aandrijving met behulp van de hendel. •Monteer de bevestigingsplaat op de aandrijving, zonder de schroeven aan te halen. •Steek de krachtafname op de aandrijfas. •Plaats de aandrijving (zie paragraaf 5.1) en leg de plaat tegen de ondergrond (muur of metalen constructie) waarop u besloten heeft hem vast te zetten (zie afbeelding 7). •Haal de schroeven zonder forceren aan, en houd de plaat tegen de ondergrond. •Teken de positie van de montagegaten af op de muur. •Verwijder de aandrijving. •Doe het voorbereidende werk voor de bevestiging. •Steek de eerste bevestigingsbus van de spie en de spie zelf op de as (zie afb. 2 ref. 8 en 9). •Installeer de aandrijving weer zonder de plaat te blokkeren. •Zet de plaat vast tegen de ondergrond, haal de blokkeerschroeven aan op de aandrijving met een koppel van maximaal 18 Nm en steek de twee bevestigingsbus van de spie erop. •Zet de twee bussen vast nadat u hen tegen de krachtafname van de aandrijving heeft geplaatst. •Blokkeer de aandrijving. Als u de bevestigingsplaat tegen de ondergrond wilt lassen, moet dit lassen worden uitgevoerd zonder dat de aandrijving gemonteerd is. Verder moet het verbindingsgebied van de aandrijfas met de krachtafname hierbij worden beschermd.Waar het niet mogelijk is de aandrijving te verwijderen, moet hij worden beschermd. 5.4 REGELING VAN DE LIER Wikkel de bijgeleverde ketting helemaal af en verbind het ene uiteinde met het uiteinde dat al in de lier is aangebracht, met behulp van een van de bijgeleverde verbindingsschakels (zie figuur 8). Snij de ketting op maat af, maar zorg ervoor dat de onderkant van de ring die hierdoor wordt gevormd de grond niet raakt (zie afbeelding 9), en assembleer de overige twee uiteinden van de kettingen. Snijd het bandje door. Regel de schroef van de balanceerveer (zie afbeelding 10) om de steun van de lier helemaal te laten verdwijnen in de plastic houder (zie afbeelding 11). Controleer of de lier aankoppelt als er maar aan één van de kettingsegmenten wordt getrokken, en of hij terugkeert in neutrale positie wanneer het kettingsegment wordt losgelaten. Fig. 8 Fig. 7 Fig. 9 45 NEDERLANDS NEDERLANDS Blokkeer de bevestigingsmoer en controleer of de werking van de aandrijving niet verhinderd of onderbroken wordt door tussenkomst van de micro-veiligheidsschakelaar van de lier. Het wordt geadviseerd een verankeringspunt voor te bereiden voor het onderste deel van de ketting, zodat deze geen obstakel vormt als er mensen of voertuigen passeren. Breng de sticker waarop de openings- en sluitingsrichting worden aangegeven duidelijke zichtbaar aan. Als het verlengingsbouwpakket van de ketting wordt gebruikt, moet de balanceerveer (fig. 10 ref. 3) worden vervangen door de veer uit het bouwpakket zelf. Tevens wordt geadviseerd de elementen van de verbindingsschakels aan elkaar vast te lijmen bij de assemblage (zie fig. 8). 5.5 MONTAGE VAN DE HENDEL VOOR ONTGRENDELING OP eindschakelaar in beide richtingen bereikt met een hoek van ongeveer 45-50°. Monteer de bevestigingsschroef van de hendel. Controleer of de op afstand bediende manoeuvre correct plaatsvindt en of de bediening van de aandrijving, als deze geblokkeerd is, niet verhinderd wordt door de microveiligheidsschakelaar van de ontgrendeling. 5.6 REGELING VAN DE EINDSCHAKELAARGROEP     Steun van de lier  Stelschroef en blokkeermoer  Balanceerveer van de ketting Fig. 12 Fig. 10 Fig. 11 AFSTAND Verricht de werkzaamheden terwijl de deur gesloten is. Snijd de bedieningskabels op maat en monteer hen met de hendel en de handgrepen (zie afbeelding 12), waarbij u dient te bedenken dat de groene handgreep de kortste arm van de hendel moet bedienen. Op afbeelding 13 ziet u de positie van de hendel bij geblokkeerde aandrijving, in de twee zij-aanzichten, en de corresponderende posities van de ontgrendelkabel (met rode handgreep) en de vergrendelkabel (met groene handgreep). Steek de hendel in de aandrijving en controleer of deze de    Handgreep voor ontgrendeling (rood)  Handgreep voor vergrendeling (groen) 46   Fig. 13 NEDERLANDS NEDERLANDS Sluit de deur helemaal. Verwijder de winkelhaak die onder de bevestigingsveer van de ringen zit. Houd de veer omhoog (zie afbeelding 14) en draai de ring van de eindschakelaar voor sluiting totdat deze schakelaar wordt ingeschakeld. Draai de andere ring totdat hij in de buurt van de eerste komt, en plaats de bevestigingsveer weer op de ringen. Breng de deur met de hand in geopende positie, totdat de mechanische stootblokjes enigszins ingedrukt worden. Til de veer op, draai de ring van de eindschakelaar voor opening totdat deze schakelaar wordt ingeschakeld, en plaats de veer weer terug. Controleer of het door bediening van de aandrijving mogelijk is de gewenste posities daadwerkelijk te bereiken. Is dat niet het geval, corrigeer de positie van de ringmoeren dan. Als de apparatuur Geo 04 wordt gebruikt, is het mogelijk het stoppunt bij sluiting ook te corrigeren door de parameter van de verlangzaming na de eindschakelaar te veranderen. 6. ELEKTRISCHE INSTALLATIE LET OP: alvorens werkzaamheden op de kaart te verrichten (verbindingen, onderhoud, enz.) moet altijd eerst de elektrische voeding worden weggenomen. De specificaties van de elektrische installatie zijn te vinden in het hoofdstuk “Waarschuwingen voor de installateur”. Houd voedingskabels altijd gescheiden van bedieningskabels. Om elektrische storingen te vermijden dienen aparte hulzen te worden gebruikt. De aandrijving Mercury C wordt geleverd met de apparatuur erop aanwezig. De aandrijving Mercury wordt geleverd met gemonteerde verbindingskaart. 6.1 VERBINDINGEN ELEKTRONISCHE MERCURY C Bereid de kanalen voor zoals aangegeven op afbeelding 3, en maak de externe verbindingen met de aandrijving van de zoals te zien is op afbeelding 15. Voor het toewijzen van de commando’s OPEN en CLOSE aan de ingangen IN1 en IN2, zie paragraaf 5.2.1. Wijzig de interne verbindingen van de aandrijving niet. 6.2 VERBINDINGEN ELEKTRONISCHE APPARATUUR GEO 04 Bereid de kanalen voor volgens de aanwijzingen van afbeelding 4. Maak de verbindingen tussen de apparatuur Geo 04 en de verbindingskaart die op de aandrijving gemonteerd is, volgens het schema van afbeelding 16. Een eventuele STOP-knop moet in serie geschakeld worden met de verbinding tussen de ingang STOP van de Geo 04 en SAFETY van de INTERFACE. Voor de bedrading en de programmering van de Geo 04, zie de aanwijzingen die bij de apparatuur horen.     Ringen van de eindschakelaars  Bevestigingsveer van de ringmoeren Fig. 14 Fig. 15 47 NEDERLANDS NEDERLANDS GEO 04 Fig. 16 7. INBEDRIJFSTELLING Nadat alle elektrische aansluitingen zijn gemaakt, de aandrijving vergrendeld is en gecontroleerd is of de deur niet met de hand kan worden verplaatst, dient het systeem te worden gevoed. Als de aandrijving is voorzien van een lier, moet de sticker waarop de verplaatsingsrichting wordt aangegeven voor handmatig uitgevoerde manoeuvres voor opening en sluiting vlak in de buurt van de ketting worden aangebracht. 7.1 Mercury C • Voer enkele complete cycli uit om te controleren of het automatische systeem correct functioneert. • Geef de klant de pagina “Handleiding voor de gebruiker”, leg de werking van het systeem en de handelingen voor het ontgrendelen en vergrendelen van de aandrijving uit die in deze handleiding worden aangegeven. 7.2 Mercury met apparatuur Geo 04 • Programmeer de apparatuur. • Controleer de status van de ingangen van de apparatuur en ga na of alle veiligheidsvoorzieningen goed zijn aangesloten (de corresponderende leds moeten branden). • Voer enkele complete cycli uit om na te gaan of het automatische systeem en de hiermee verbonden accessoires correct functioneren, en let in het bijzonder op de veiligheidsvoorzieningen en de regeling van de duwkracht van de aandrijving. • Geef de klant de pagina “Handleiding voor de gebruiker”, leg de werking van het systeem en de handelingen voor het ontgrendelen en vergrendelen van de aandrijving uit die in deze handleiding worden aangegeven. 48 NEDERLANDS NEDERLANDS HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER AUTOMATISCHE SYSTEMEN MERCURY stoppen. Voor het gedetailleerde gedrag van het automatische systeem in de verschillende logica’s, vraag de installatietechnicus. Bij automatische systemen kunnen veiligheidsvoorzieningen (veiligheidslijsten/fotocellen) aanwezig zijn die sluiting en/of opening van de deur verhinderen wanneer er zich een obstakel in het door hun beschermde gebied bevindt. Handmatige opening in noodgevallen is mogelijk via het desbetreffende ontgrendelsysteem. Handbediening is mogelijk door de lier met ketting te gebruiken (bij de modellen waarop dit is voorzien). Tijdens manoeuvres met handbediening of ontgrendelde aandrijving is de elektrische bediening buiten werking. De lichtsignalering geeft, waar aanwezig, aan welke beweging de deur aan het maken is. Lees deze instructies aandachtig door alvorens het product te gebruiken, en bewaar hen voor eventueel gebruik in de toekomst. ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Als de automatische systemen Mercury correct geïnstalleerd en gebruikt worden, garanderen ze een hoge veiligheidsgraad. Verder kunnen door enkele eenvoudige gedragregels ongewenste storingen worden voorkomen: • Ga beslist nooit onder de sectionaaldeur staan. • Sta het niet toe dat kinderen, volwassenen of voorwerpen zich in de buurt van de automatische systemen bevinden, vooral tijdens de werking. • Houd de radio-afstandsbediening of alle andere impulsgevers die de deur kunnen aandrijven buiten het bereik van kinderen. • Sta het kinderen niet toe met het automatische systeem te spelen. • Houd de beweging van de deur niet opzettelijk tegen. • Voorkom dat takken of struiken de beweging van de deur kunnen hinderen. • Houd de lichtsignaleringssystemen efficiënt en goed zichtbaar. • Probeer de deur niet met de hand te bewegen als deze niet eerst ontgrendeld is. • Verzeker u ervan dat er geen personen, dieren of voorwerpen in de buurt van de deur zijn, voordat u deze gaat ontgrendelen. • Bij storingen moet de deur met de hand bediend of ontgrendeld worden om binnen te kunnen en moet een technische ingreep door gekwalificeerd personeel worden afgewacht. • Als de aandrijving eenmaal ontgrendeld is, moet worden gecontroleerd of de installatie niet gevoed wordt alvorens de gemotoriseerde werking te hervatten. • Voer geen wijzigingen uit op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. • Doe geen pogingen tot reparatie of andere directe ingrepen, en wendt u zich uitsluitend tot gekwalificeerd personeel van GENIUS. • Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheidsvoorzieningen en de aarding minstens eenmaal per half jaar controleren door gekwalificeerd personeel. • Laat de deur controleren door gekwalificeerd personeel met de door de fabrikant aanbevolen regelmaat, en met bijzondere aandacht voor de veiligheids- en balanceersystemen. • Men mag alleen onder de deur passeren als het automatische systeem stilstaat. HANDBEDIENING (Mercury met lier) Als de deur moet worden bediend en het automatische systeem is inactief omdat er geen elektrische voeding is of omdat het systeem niet goed werkt, kan de deur met de hand worden geopend en gesloten met behulp van de lier met ketting. Controleer op het aanwijzingsbord welk deel van de ketting moet worden bediend om de gewenste manoeuvre te bewerkstelligen. Trek alleen het betreffende segment omlaag. Als er geen aanwijzingsbord aanwezig is, trek dan aan één van de twee kettingsegmenten zonder te forceren, en controleer of de deur in de gewenste richting begint te bewegen. Bedien anders het andere kettingsegment. Tijdens de aandrijving van de lier wordt de elektrische bediening van de aandrijving onderdrukt. ONTGRENDELING VAN DE AANDRIJVING EN HERSTEL VAN DE AUTOMATISCHE WERKING De aandrijvingen Mercury zijn voorzien van een noodsysteem dat van binnenuit bediend kan worden. De aandrijving moet zo mogelijk met gesloten deur worden ontgrendeld, en in elk geval mogen er beslist geen mensen, dieren of voorwerpen vlak in de buurt aanwezig zijn. Als het nodig is de deur met de hand aan te drijven doordat de elektrische voeding ontbreekt of omdat het automatische systeem niet goed werkt, moet de elektrische voeding naar de installatie worden wegenomen en moet het ontgrendelmechanisme als volgt worden gebruikt. Ontgrendel de aandrijving door de kabel met de rode handgreep omlaag te trekken (zie figuur 1) totdat de hendel tegen de eindaanslag komt. Om de automatische werking te herstellen moet de deur helemaal gesloten worden en moet u aan de kabel met de g r o e n e handgreep trekken totdat de hendel weer in zijn oorspronkelijke positie is teruggekeerd. BESCHRIJVING De automatische systemen Mercury zijn uitermate geschikt voor het bedienen van gebalanceerde sectionaaldeuren voor industriële toepassingen. Zij bestaan uit een elektromechanische aandrijving en een elektronisch bedieningsapparaat in de aandrijving of op afstand. Het onomkeerbare systeem garandeert een mechanische vergrendeling van de deur wanneer de motor niet in werking is, en het is dus niet nodig een slot te installeren. Door de ontgrendeling van de aandrijving en een handbediend manoeuvreersysteem (dit laatste alleen op de modellen waarop het is voorzien) maken dat de deur kan worden gemanoeuvreerd als de stroom uitgevallen is of het systeem niet goed functioneert. De deur is gewoonlijk gesloten; wanneer het commando tot opening wordt gegeven, drijft de apparatuur de elektromotor aan die de deur in geopende positie brengt waardoor toegang mogelijk gemaakt wordt. Bij de “dead man” installaties moet de bedieningsknop ingedrukt gehouden worden tijdens de hele duur van de openings- of sluitingsmanoeuvre. Bij de automatisch werkende systemen: • als de automatische logica is ingesteld, sluit de deur weer na de pauzetijd. • als de halfautomatische logica is ingesteld, moet een tweede impuls worden gegeven om de deur weer te sluiten. • Een stopimpuls (indien aanwezig) laat de beweging altijd Fig. 1 49
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Genius MERCURY CV Handleiding

Type
Handleiding