Makita DVP180 Handleiding

Type
Handleiding
32 NEDERLANDS
NEDERLANDS (Originele instructies)
TECHNISCHE GEGEVENS
Model: DVP180
Accu (capaciteit) BL1860B (6,0 Ah)
BL1850 / BL1850B (5,0 Ah)
BL1840 / BL1840B (4,0 Ah)
BL1830 / BL1830B (3,0 Ah)
Nominale spanning 18 V gelijkspanning
Pomp Eéntrapsrotatiepomp
Verplaatsing vrije lucht 50 l/min
Ultiem vacuüm 20 Pa
Olievolume 100 – 115 ml
Inlaat Tromp 5/16", mannelijk
Afmetingen 263 mm (l) × 93 mm (b) × 172 mm (h)
Nettogewicht (met accu BL1850) 3,5 kg
Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens
onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
De technische gegevens en de accu kunnen van land tot land verschillen.
Gewicht, inclusief accu, volgens de EPTA-procedure 01/2003
Vacuümpomp voor het pompen van lucht uit gesloten systemen (airconditioners, tanks, enz.).
Dit gereedschap is speciaal ontworpen voor HVAC&R-systemen.
Doordat dit ééntrapspompen zijn is het mogelijk om het gevraagde eindvacuümniveau te behalen.
Het ontwerp met een groot kijkglas en laag oliepeil voorkomt dat de olie opraakt en zorgt voor een betrouwbare werking.
Bovendien voorkomt de terugslagklep dat olie wordt gemengd als gevolg van terugstromen na een stroomonderbreking
of enige andere procesonderbreking.
Symbolen
Hieronder staan de symbolen die voor het gereedschap
worden gebruikt.
Zorg ervoor dat u weet wat ze betekenen alvorens het
gereedschap te gebruiken.
Lees de gebruiksaanwijzing.
Waarschuwing: heet oppervlak!
Raak niets aan rondom dit symbool.
Als u het oppervlak aanraakt, kunnen
brandwonden en letsel ontstaan.
Cd
Ni-MH
Li-ion
Alleen voor EU-landen.
Geef elektrisch gereedschap en accu's
niet met het huisvuil mee!
Volgens de Europese richtlijn inzake
oude elektrische en elektronische
apparaten, en inzake batterijen en
accu's en oude batterijen en accu's,
en de toepassing daarvan binnen de
nationale wetgeving, dienen elektrisch
gereedschap, accu('s) en batterijen
die het einde van hun levensduur
hebben bereikt, gescheiden te worden
ingezameld en te worden afgevoerd
naar een recyclebedrijf dat voldoet aan
de geldende milieu-eisen.
EU-VERKLARING VAN
CONFORMITEIT
Alleen voor Europese landen
De EU-verklaring van conformiteit is inbegrepen als
Bijlage A in deze gebruiksaanwijzing.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING: Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het
niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan
leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig
letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
De term "elektrisch gereedschap" in de
veiligheidsvoorschriften verwijst naar gereedschappen
die op stroom van het elektriciteitsnet werken (met snoer)
of naar gereedschappen met een accu (snoerloos).
Veiligheid op de werkplek
1. Zorg dat uw werkomgeving schoon is en helder
verlicht. Op een rommelige of donkere werkplek
gebeuren vaker ongelukken.
33 NEDERLANDS
2. Gebruik elektrisch gereedschap niet in een
explosieve atmosfeer, zoals in de buurt van
licht ontvlambare vloeistoffen, gassen of stof.
Elektrische gereedschappen produceren vonken
die de dampen of het stof kunnen ontsteken.
3. Houd kinderen en omstanders op veilige
afstand wanneer u elektrisch gereedschap
gebruikt. Als u afgeleid wordt, kunt u de macht over
het gereedschap verliezen.
Elektrische veiligheid
4. Let op dat de stekker van het gereedschap goed
in het stopcontact past. Probeer nooit om de
netsnoerstekker op enige wijze aan te passen.
Gebruik met geaard elektrisch gereedschap
(met aardaansluiting) nooit een adapter of
verloopstekker. Een onaangepaste stekker
die precies goed in het stopcontact past, biedt
u bescherming tegen het risico van elektrische
schokken.
5. Voorkom lichamelijk contact met geaarde
oppervlakken, zoals pijpen, radiatoren,
fornuizen en koelkasten. De kans op een
elektrische schok is groter wanneer uw lichaam is
geaard.
6. Stel elektrisch gereedschap niet bloot aan regen
of natte omstandigheden. Als water binnendringt
in het elektrisch gereedschap, wordt de kans op een
elektrische schok groter.
7. Behandel het snoer voorzichtig. Til het
gereedschap niet aan het snoer op en trek
er niet aan maar pak de stekker vast om die
uit het stopcontact te verwijderen. Houd het
netsnoer uit de buurt van hitte, olie, scherpe
randen en bewegende delen. Beschadigde en in
de war geraakte snoeren vergroten de kans op een
elektrische schok.
8. Bij gebruik van elektrisch gereedschap
buitenshuis, gebruikt u een verlengsnoer
dat geschikt is voor gebruik buitenshuis.
Een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik
buitenshuis verkleint de kans op elektrische
schokken.
9. Als gebruik van het elektrisch gereedschap
in een vochtige omgeving onvermijdelijk is,
gebruikt u dan een stroombron die is voorzien
van een aardlekstroomonderbreker (GFCI).
Gebruik van een aardlekstroomonderbreker
verkleint de kans op een elektrische schok.
Persoonlijke veiligheid
10. Let altijd goed op, kijk naar wat u aan het doen
bent, en gebruik uw gezond verstand tijdens
het werken met een elektrisch gereedschap.
Ga niet met elektrisch gereedschap werken
wanneer u moe bent of als u drugs, alcohol of
medicijnen hebt ingenomen. Een ogenblik van
onoplettendheid kan tijdens het gebruik van een
elektrisch gereedschap leiden tot ernstig lichamelijk
letsel.
11. Gebruik persoonlijke-beschermingsmiddelen.
Draag altijd oogbescherming.
Beschermingsmiddelen, zoals stofmaskers,
slipvaste veiligheidsschoenen, veiligheidshelm
en gehoorbescherming, gebruikt in toepasselijke
situaties, dragen bij tot vermindering van lichamelijk
letsel.
12. Voorkom onbedoeld starten. Controleer dat
de schakelaar in de uit-stand staat alvorens
het gereedschap aan te sluiten op de voeding
en/of accu, op te pakken of te dragen. Door
elektrisch gereedschap te dragen met uw vinger
op de schakelaar, of door het gereedschap op een
voeding aan te sluiten terwijl de schakelaar aan
staat, neemt de kans op ongelukken sterk toe.
13. Verwijder alle verstelsleutels en -tangen voordat
u het elektrisch gereedschap inschakelt. Een
sleutel of tang die nog aan een draaiend deel van
het elektrisch gereedschap vastzit, kan lichamelijk
letsel veroorzaken.
14. Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige
stand en goede lichaamsbalans. Hierdoor heeft u
een betere controle over het elektrisch gereedschap
in onverwachte situaties.
15. Draag geschikte kleding. Draag geen losse
kleding of sieraden. Houd uw haar, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende
delen. Loshangende kleding, sieraden en lang haar
kunnen verstrikt raken in bewegende delen.
16. Als het elektrisch gereedschap is uitgerust
met een aansluiting voor stofafzuig- en
stofopvangvoorzieningen, zorgt u ervoor
dat deze zijn aangesloten en correct worden
gebruikt. Het gebruik van een stofvanger kan
gevaar door stof verminderen.
Gebruik en verzorging van elektrisch gereedschap
17. Overbelast het elektrisch gereedschap niet.
Gebruik het juiste elektrisch gereedschap
voor het werk. Het juiste elektrisch gereedschap
werkt beter en veiliger binnen het aangegeven
capaciteitsbereik.
18. Gebruik het elektrisch gereedschap niet als het
niet kan worden in- en uitgeschakeld met de
schakelaar. Ieder elektrisch gereedschap dat niet
met de schakelaar kan worden bediend is gevaarlijk
en moet eerst worden gerepareerd.
19. Trek de stekker uit het stopcontact en/of haal de
accu uit het elektrisch gereedschap voordat u
afstellingen maakt, accessoires verwisselt, of
het elektrisch gereedschap opbergt. Dergelijke
preventieve veiligheidsmaatregelen verkleinen de
kans dat het elektrisch gereedschap per ongeluk
wordt ingeschakeld.
20. Bewaar elektrische gereedschappen die niet
worden gebruikt buiten het bereik van kinderen
en voorkom dat personen die onbekend zijn met
het gebruik ervan of met deze instructies het
elektrisch gereedschap gebruiken. Elektrische
gereedschappen zijn gevaarlijk in de handen van
onervaren gebruikers.
21. Onderhoud het elektrisch gereedschap goed.
Controleer op een slechte uitlijning of het
aanlopen van draaiende delen, het afbreken
van onderdelen en alle andere situaties die
van invloed kunnen zijn op de werking van
het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch
gereedschap beschadigd is, laat u het
eerst repareren voordat u het gebruikt. Veel
ongelukken worden veroorzaakt doordat het
elektrisch gereedschap slecht wordt onderhouden.
34 NEDERLANDS
22. Houd het snijgarnituur scherp en schoon. Goed
onderhouden snijgarnituren met scherpe snijranden
lopen minder vaak vast en zijn gemakkelijker te
gebruiken.
23. Gebruik het elektrisch gereedschap met
de bijbehorende accessoires, bits, enz.,
overeenkomstig deze instructies, met
inachtneming van de werkomstandigheden
en het werk dat wordt uitgevoerd. Het gebruik
van het elektrisch gereedschap bij andere
werkzaamheden dan waarvoor het is bedoeld, kan
leiden tot gevaarlijke situaties.
Gebruik en verzorging van gereedschap dat op een
accu werkt
24. Laad uitsluitend op met een acculader
aanbevolen door de fabrikant. Een acculader
die geschikt is voor een bepaald type accu, kan
brandgevaar opleveren indien gebruikt met een
ander type accu.
25. Gebruik elektrisch gereedschap uitsluitend
met de speciek daarvoor bedoelde accu.
Gebruik van andere accu's kan gevaar voor letsel
of brandgevaar opleveren.
26. Als de accu niet wordt gebruikt, houdt u deze
uit de buurt van metalen voorwerpen zoals
paperclips, muntgeld, sleutels, spijkers,
schroeven en andere kleine metalen voorwerpen
die een kortsluiting kunnen veroorzaken tussen
de accupolen. Kortsluiting tussen de accupolen
kan leiden tot brandwonden of brand.
27. Onder zware gebruiksomstandigheden kan
vloeistof uit de accu komen. Voorkom aanraking.
Als aanraking per ongeluk plaatsvindt, spoelt
u met water. Als de vloeistof in uw ogen komt,
raadpleegt u tevens een arts. Vloeistof uit de accu
kan irritatie en brandwonden veroorzaken.
Reparatie
28. Laat uw elektrisch gereedschap repareren
door een vakbekwame reparateur die
gebruik maakt van uitsluitend identieke
vervangingsonderdelen. Zo bent u ervan
verzekerd dat de veiligheid van het elektrisch
gereedschap behouden blijft.
29. Volg de instructies voor het smeren en
verwisselen van accessoires.
30. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van
olie en vet.
Veiligheidswaarschuwingen voor
een accuvacuümpomp
Lees de instructies in de documentatie zorgvuldig
door. Het nauwgezet volgen van de procedures is de
belangrijkste voorwaarde voor de veiligheid van de
gebruiker.
1. De vacuümpomp is een apparaat dat wordt
gebruikt om de lucht te verwijderen uit
koel- en airconditioningapparatuur en
terugwinningsvaten. Gebruik hem niet voor
andere toepassingen. Als u dat toch doet, kunnen
zich ongelukken voordoen.
2. Inspecteer de vacuümpomp altijd op
olielekkages voordat u hem gebruikt. Als u dit
niet doet, kan dat leiden tot brand.
3. Controleer het oliepeil en de staat van de olie
(verslechtering, enz.) voor veilig en efciënt
werken.
4. Draag een veiligheidsbril en
veiligheidshandschoenen wanneer u met
koelmiddel werkt om aanraking van het
koelmiddel te voorkomen. Hierdoor kan
blindheid en letsel ontstaan bij de gebruiker.
5. In uitermate hete en koude omgevingen kan het
onmogelijk zijn om toereikende prestaties te
verkrijgen.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden
door een vals gevoel van comfort en bekendheid
met het gereedschap (na veelvuldig gebruik)
en neem alle veiligheidsvoorschriften van het
betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven
van de veiligheidsvoorschriften in deze
gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig
lichamelijk letsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor een accu
1. Lees alle voorschriften en waarschuwingen
op (1) de acculader, (2) de accu, en (3) het
gereedschap waarin de accu wordt gebruikt,
alvorens de accu in gebruik te nemen.
2. Haal de accu niet uit elkaar.
3. Als de gebruiksduur van een opgeladen
accu aanzienlijk korter is geworden, moet u
het gebruik ervan onmiddellijk stopzetten.
Er bestaat kans op oververhitting, mogelijk
brandwonden en zelfs een explosie.
4. Als elektrolyt in uw ogen komt, spoelt u ze
onmiddellijk uit met schoon water en raadpleegt
u onmiddellijk een arts. Elektrolyt in de ogen
kan leiden tot verlies van gezichtsvermogen.
5. Voorkom kortsluiting van de accu:
(1) Raak de accupolen niet aan met enig
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet in een bak waarin
andere metalen voorwerpen zoals spijkers,
munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan leiden tot een
hoge stroomsterkte, oververhitting, mogelijke
brandwonden en zelfs een defect.
6. Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50 °C of hoger.
7. Werp de accu niet in het vuur, ook niet wanneer
hij zwaar beschadigd of volledig versleten is. De
accu kan in een vuur exploderen.
8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
en hem niet blootstelt aan schokken of stoten.
9. Gebruik een beschadigde accu niet meer.
10. Houd u zich bij het weggooien van de accu aan
de plaatselijke regelgeving.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
35 NEDERLANDS
LET OP: Gebruik uitsluitend Makita-accu's. Het
gebruik van niet-originele Makita-accu's, of accu's die
zijn gewijzigd, kan leiden tot het openbarsten van de
accu waardoor brand, lichamelijk letsel en schade kan
ontstaan. Hierdoor vervalt tevens de Makita-garantie
op het Makita-gereedschap en de Makita-acculader.
Tips voor een maximale
levensduur van de accu
1. Laad de accu op voordat hij volledig ontladen
is. Wanneer u merkt dat het gereedschap minder
vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan
en laadt u eerst de accu op.
2. Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw
op. Te lang opladen verkort de levensduur van
de accu.
3. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur
van 10 °C t/m 40 °C. Laat een warme accu
afkoelen alvorens hem op te laden.
4. Laad de accu op wanneer u de accu gedurende
een lange tijd (langer dan zes maanden) niet
denkt te gaan gebruiken.
BESCHRIJVING VAN DE
ONDERDELEN
Fig. 1:
1. Kijkglas
2. Olievul-/
ontluchtingsdop
3. Inlaatafsluitklep
4. Handgreep
5. Accuhouder
6. Accu
7. Aan-uitknop
8. LED-lamp
9. Motor
10. Voet
11. Olietank
12. Aftapplug
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP: Zorg er altijd voor dat de pomp is
uitgeschakeld en dat de accu is verwijderd voordat
u de werking van de pomp afstelt of controleert.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP: Schakel de pomp altijd uit voordat u de
accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP: Houd de pomp en de accu stevig vast
tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu.
Als u de pomp en de accu niet stevig vasthoudt, kunnen
deze uit uw handen glippen en beschadigd raken, of
kan lichamelijk letsel worden veroorzaakt.
Fig. 2:
1. Rode deel
2. Knop
3. Accu
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
van de pomp af.
Om de accu aan te brengen, lijnt u de lip op de accu
uit met de groef in de behuizing en duwt u de accu op
zijn plaats. Steek de accu zo ver mogelijk erin tot u een
klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van
de knop kunt zien, is de accu niet volledig vergrendeld.
LET OP: Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u
dit niet doet, kan de accu per ongeluk van de pomp
af vallen en letsel veroorzaken bij u of anderen in uw
omgeving.
LET OP: Breng de accu niet met kracht aan. Als
de accu niet gemakkelijk erin kan worden geschoven,
wordt deze niet goed aangebracht.
Accubeveiligingssysteem
Fig. 3:
1. Ster-merkteken
De pomp is voorzien van een accubeveiligingssysteem.
Dit systeem schakelt automatisch de voeding naar de
motor uit om de levensduur van de accu te verlengen.
De pomp kan tijdens gebruik automatisch stoppen
wanneer de pomp en/of de accu aan één van de volgende
omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelasting:
De pomp wordt gebruikt op een manier waardoor een
abnormaal hoge stroom wordt getrokken.
Schakel in die situatie de pomp uit en stop het gebruik
dat ertoe leidde dat de pomp overbelast raakte. Schakel
daarna de pomp in om hem weer te starten.
Als de pomp niet start, is de accu oververhit.
In dat geval laat u de accu even afkoelen, voordat u de
pomp opnieuw inschakelt.
Lage accuspanning:
Als de resterende accuspanning onvoldoende is, zal de
pomp niet starten. In dat geval verwijdert u de accu en
laadt u die opnieuw op.
OPMERKING: De oververhittingsbeveiliging voor de
accu werkt alleen voor accu's met een ster-merkteken.
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu´s met een "B" aan het einde van
het modelnummer
Fig. 4:
1. Indicatorlampjes 2. Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden
gedurende enkele seconden.
36 NEDERLANDS
Indicatorlampjes Resterende
acculading
Brandt Uit
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu op.
Er kan een storing
in de accu zijn
opgetreden.
OPMERKING: Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en de
omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de
aangegeven acculading verschilt van de werkelijke
acculading.
BEDIENING
In de pomp zit nog geen olie wanneer deze nieuw is
aangeschaft.
Raadpleeg "Olie bijvullen" en vul olie bij.
WAARSCHUWING: Als de pomp wordt
gebruikt zonder dat hij met olie is gevuld, zal de
pomp worden beschadigd. Bovendien zal de olietank
heet worden waardoor brandwonden of andere
ongelukken kunnen worden veroorzaakt.
Olie bijvullen
Fig. 5:
1. Olievul-/
ontluchtingsdop
2. Lijnen voor oliepeil
3. Kijkglas
4. Olietank
1. Verwijder de olievul-/ontluchtingsdop en vul de
bijgeleverde olie bij via de vulopening.
KENNISGEVING: Gebruik altijd originele olie van
Makita om de prestaties van de pomp te behouden.
2. Vul olie bij totdat het oliepeil tussen de onderste en
bovenste lijnen op het kijkglas staat.
KENNISGEVING: Het oliepeil is belangrijk. Als de
pomp wordt gebruikt terwijl het oliepeil niet tussen de
bovenste en onderste lijnen op het kijkglas staat, kan
een storing optreden.
De prestaties controleren
Fig. 6:
1. Inlaat
2. Klep van lage kant
3. Vacuümpomp
4. Verdeelstuk
1. Sluit de klep van de lage kant van het verdeelstuk
met behulp van een laadslang aan op de inlaatpoort
van de pomp.
2. Sluit de klep van de lage kant van het verdeelstuk.
3. Open de inlaatafsluitklep.
4. Open de inlaatklep.
5. Schakel de pomp in. Als de druk aangegeven op
het verdeelstuk binnen 30 seconden een vacuüm
aangeeft van -0,09 tot -0,1 MPa, werkt de pomp
goed.
6. Schakel de pomp uit.
Bediening
Fig. 7:
1. Vacuümpomp
2. Inlaatafsluitklep
3. Laadslang (geel)
4. Verdeelstuk
5. Klep van lage kant
6. Lagedrukmeter
7. Klep van hoge kant
8. Laadslang (bauw)
9. Servicepoort
(lagedrukkant)
10. Buitenunit
1. Sluit de pomp, het verdeelstuk en de buitenunit op
elkaar aan met slangen.
OPMERKING: Als de maat van de servicepoort op
de buitenunit 1/4" is, gebruikt u het verloopstuk met
verschillende diameters.
2. Controleer of de kleppen van de hoge kant en lage
kant van het verdeelstuk dicht staan.
3. Breng de accu aan op de pomp. (Zie "De accu
aanbrengen en verwijderen" voor instructies voor
het aanbrengen.)
4. Schakel de pomp in. De LED-lamp (groen) brandt.
5. Open de inlaatafsluitklep van de pomp en de klep
van de lage kant van het verdeelstuk.
WAARSCHUWING: De pomp is tijdens
gebruik en onmiddellijk na uitschakeling erg warm.
Raak de pomp niet aan terwijl deze heet is. Als u dat
toch doet, kan dat leiden tot brandwonden of andere
ongelukken.
OPMERKING: De motor werkt mogelijk niet wanneer
deze koud is (5 °C of lager). Verplaats in dat geval de
pomp naar binnen en laat hem opwarmen.
6. Wanneer het opgegeven vacuüm (raadpleeg de
gebruiksaanwijzing geleverd door de fabrikant van
de airconditioner) is bereikt, sluit u de klep van de
lage kant van het verdeelstuk.
7. Sluit de inlaatafsluitklep en schakel de pomp uit.
Luchtdichtheidstest
Er zijn geen lekken als de druk aangegeven op het
verdeelstuk niet oploopt nadat de pomp en drukregelaar
gedurende 5 minuten of langer niet zijn aangeraakt.
37 NEDERLANDS
OPMERKING: Als de resterende acculading laag wordt,
gaat de LED-lamp uit en klinkt tegelijkertijd een lange
alarmpieptoon. Ongeveer twee minuten later stopt de
motor. Daarna verandert de alarmpieptoon naar een
zich snel herhalende pieptoon waarmee het stoppen
van de motor wordt aangegeven, en vervolgens stopt
de pieptoon na 30 seconden. Wacht echter niet totdat
de motor stopt (of tot de alarmpieptoon verandert naar
een snelle pieptoon), maar sluit in plaats daarvan de
inlaatklep van de pomp en de klep van de lagedrukkant
van het verdeelstuk.
Controleer of de pomp is uitgeschakeld, verwijder
de accu en laad deze op of vervang hem door een
reserveaccu.
Raadpleeg de volgende tabel voor de gebruiksduur
van de accu.
Gebruiksduur (richtlijn)
Accu Gebruiksduur
BL1860B 75 min
BL1850 / BL1850B 50 min
BL1840 / BL1840B 40 min
BL1830 / BL1830B 30 min
Nadat de werkzaamheden klaar zijn, verwijdert u de
accu en brengt u de bijgeleverde afdekkap aan.
KENNISGEVING: Leg de pomp nooit op zijn
zijkant of ondersteboven tijdens vervoer, gebruik
of opslag. Hierdoor kan olie lekken uit de olievul-/
ontluchtingsdop.
Vervoer en opslag
Alle vloeistoffen moeten altijd uit de vacuümpomp
worden afgetapt voordat deze wordt verzonden om
schade aan de verpakking ervan te voorkomen.
Plaats altijd de dop op de inlaatpoort om te
voorkomen dat vuil kan binnendringen in de pomp.
Zorg ervoor dat de pomp horizontaal blijft.
De pomp moet worden bewaard bij een
omgevingstemperatuur tussen 5 °C en 40 °C.
ONDERHOUD
LET OP: Zorg er altijd voor dat de pomp is
uitgeschakeld en de accu is verwijderd voordat u
een inspectie of onderhoud uitvoert.
KENNISGEVING: Gebruik nooit benzine,
wasbenzine, thinner, alcohol, enz. Dit kan leiden tot
verkleuren, vervormen of barsten.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd
door een erkend Makita-servicecentrum of het
fabrieksservicecentrum, en altijd met gebruikmaking van
originele Makita-vervangingsonderdelen.
De pomp uitschakelen:
Om de levensduur van de pomp te verlengen en het
starten te vergemakkelijken, moet deze procedure voor
het uitschakelen van de pomp worden gevolgd.
1. Sluit de klep van het verdeelstuk tussen de pomp en
het systeem.
2. Verwijder de slang vanaf de pompinlaat.
Plaats de dop op de inlaatpoort om te voorkomen
dat verontreinigingen of vreemde deeltjes kunnen
binnendringen in de poort.
Het oliepeil controleren
Fig. 8:
1. Lijnen voor oliepeil 2. Kijkglas
Controleer altijd het oliepeil en de staat van de olie
(verslechtering, enz.) voordat u de pomp gebruikt.
OPMERKING: Vul olie bij totdat het oliepeil tussen de
onderste en bovenste lijnen op het kijkglas staat.
De olie verversen
Fig. 9:
1. Inlaatafsluitklep 2. Aftapplug
1. Open de inlaatafsluitklep.
2. Laat de pomp gedurende 1 of 2 minuten draaien om
de olie op te warmen.
3. Schakel de pomp uit.
4. Verwijder de aftapplug en tap de olie af.
5. Raadpleeg "Olie bijvullen" en vul met nieuwe olie.
Verwerk de oude olie overeenkomstig de plaatselijke
regelgeving.
OPMERKING: Wij adviseren de olie te verversen na
20 bedrijfsuren om de pomponderdelen te beschermen
tegen verontreinigingen die in de pomp zijn gekomen.
Bij het ontluchten van oude koelinstallaties, ververst u
de olie na elk gebruik.
Olie voor vacuümpomp:
Het type en de staat van de olie die wordt gebruikt
in een geavanceerde vacuümpomp zijn van groot
belang voor het bepalen van het uiteindelijk haalbare
vacuüm. Wij adviseren u olie voor hoogpresterende
vacuümpompen te gebruiken die speciaal samengesteld
is om een maximale viscositeit te behouden bij normale
temperaturen en voor beter opstarten bij koud weer.
De pomp reinigen
1. Als de olie bijzonder vuil is, ververst u de olie en laat
u de pomp gedurende 3 tot 5 minuten draaien.
2. Tap de olie af en vul met nieuwe olie.
Als de afgetapte olie nog steeds vuil is, herhaalt u
deze reinigingsprocedure twee of drie keer.
38 NEDERLANDS
Problemen verhelpen
Situatie Mogelijke oorzaak Oplossing
De pomp start niet. 1. De accu is niet goed aangebracht.
2. De omgevingstemperatuur is te laag.
3. Slechte verbinding in de bedrading.
4. De pomp is geblokkeerd.
5. Motorstoring.
1. Breng de accu goed aan.
2. Warm de pomp binnenshuis op.
3. Repareer.
4. Repareer.
5. Repareer.
De pomp trekt onvoldoende vacuüm. 1. Lekkage in het systeem.
2. Onvoldoende olie.
3. Vuile olie.
4. Versleten pomponderdelen.
5. Beschadigde koppelingen, pakkingen
en afdichting.
6. Motorstoring.
1. Repareer het systeem.
2. Vul olie bij of ververs de olie.
3. Reinig het reservoir en ververs de olie.
4. Repareer.
5. Repareer.
6. Repareer.
Olielekkage. 1. Beschadigde pakkingen en
asafdichtingen.
2. Beschadigde O-ring van olieaftapplug.
3. Olieaftapplug zit los.
1. Repareer.
2. Vervang de O-ring.
3. Draai de olieaftapplug vast.
Abnormaal geluid. 1. Motorstoring.
2. Defect lager.
3. Loszittende bouten.
4. Defecte pomp.
5. Lucht wordt aangezogen.
1. Repareer.
2. Repareer.
3. Draai de bouten vast.
4. Repareer.
5. Draai doppen en aansluitingen vast.
Vervang pakkingen en O-ringen.
Vervang koppelingen of dicht ze
opnieuw af.
Opmerking: Als deze procedures het probleem niet oplossen, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde, erkende
Makita-dealer of stuurt u uw pomp naar ons servicecentrum.
OPTIONELE
ACCESSOIRES
LET OP: Deze accessoires of hulpstukken
worden aanbevolen voor gebruik met het Makita-
gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing wordt
beschreven. Bij gebruik van enige andere accessoires
of hulpstukken bestaat het gevaar van lichamelijk letsel.
Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend voor
de aangegeven gebruiksdoeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke Makita-servicecentrum.
Originele Makita-accu's en -acculaders
150 ml olie voor vacuümpomp
Aluminium koffer voor vacuümpomp
Slang voor vacuümpomp
Vacuümpompklep met meter
OPMERKING: Sommige items op de lijst kunnen
zijn inbegrepen in de doos van het gereedschap als
standaard toebehoren. Deze kunnen van land tot land
verschillen.
DVP180-8L-1606
EN, FR, DE, IT, NL,
ES, PT, DA
20150824
IDE
www.makita.com
Makita Europe N.V.
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi 446-8502 Japan
Jan-Baptist Vinkstraat 2,
3070 Kortenberg, Belgium

Documenttranscriptie

NEDERLANDS (Originele instructies) TECHNISCHE GEGEVENS Model: DVP180 Accu (capaciteit) BL1860B (6,0 Ah) BL1850 / BL1850B (5,0 Ah) BL1840 / BL1840B (4,0 Ah) BL1830 / BL1830B (3,0 Ah) Nominale spanning 18 V gelijkspanning Pomp Eéntrapsrotatiepomp Verplaatsing vrije lucht 50 l/min Ultiem vacuüm 20 Pa Olievolume 100 – 115 ml Inlaat Tromp 5/16", mannelijk Afmetingen 263 mm (l) × 93 mm (b) × 172 mm (h) Nettogewicht (met accu BL1850) • • • 3,5 kg Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving. De technische gegevens en de accu kunnen van land tot land verschillen. Gewicht, inclusief accu, volgens de EPTA-procedure 01/2003 Vacuümpomp voor het pompen van lucht uit gesloten systemen (airconditioners, tanks, enz.). Dit gereedschap is speciaal ontworpen voor HVAC&R-systemen. Doordat dit ééntrapspompen zijn is het mogelijk om het gevraagde eindvacuümniveau te behalen. Het ontwerp met een groot kijkglas en laag oliepeil voorkomt dat de olie opraakt en zorgt voor een betrouwbare werking. Bovendien voorkomt de terugslagklep dat olie wordt gemengd als gevolg van terugstromen na een stroomonderbreking of enige andere procesonderbreking. Symbolen Hieronder staan de symbolen die voor het gereedschap worden gebruikt. Zorg ervoor dat u weet wat ze betekenen alvorens het gereedschap te gebruiken. Cd Ni-MH Li-ion • Lees de gebruiksaanwijzing. • Waarschuwing: heet oppervlak! Raak niets aan rondom dit symbool. Als u het oppervlak aanraakt, kunnen brandwonden en letsel ontstaan. • Alleen voor EU-landen. Geef elektrisch gereedschap en accu's niet met het huisvuil mee! Volgens de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten, en inzake batterijen en accu's en oude batterijen en accu's, en de toepassing daarvan binnen de nationale wetgeving, dienen elektrisch gereedschap, accu('s) en batterijen die het einde van hun levensduur hebben bereikt, gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclebedrijf dat voldoet aan de geldende milieu-eisen. 32 EU-VERKLARING VAN CONFORMITEIT Alleen voor Europese landen De EU-verklaring van conformiteit is inbegrepen als Bijlage A in deze gebruiksaanwijzing. Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrisch gereedschap WAARSCHUWING: Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel. Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de toekomst te kunnen raadplegen. De term "elektrisch gereedschap" in de veiligheidsvoorschriften verwijst naar gereedschappen die op stroom van het elektriciteitsnet werken (met snoer) of naar gereedschappen met een accu (snoerloos). Veiligheid op de werkplek 1. Zorg dat uw werkomgeving schoon is en helder verlicht. Op een rommelige of donkere werkplek gebeuren vaker ongelukken. NEDERLANDS Gebruik elektrisch gereedschap niet in een explosieve atmosfeer, zoals in de buurt van licht ontvlambare vloeistoffen, gassen of stof. Elektrische gereedschappen produceren vonken die de dampen of het stof kunnen ontsteken. 3. Houd kinderen en omstanders op veilige afstand wanneer u elektrisch gereedschap gebruikt. Als u afgeleid wordt, kunt u de macht over het gereedschap verliezen. Elektrische veiligheid 4. Let op dat de stekker van het gereedschap goed in het stopcontact past. Probeer nooit om de netsnoerstekker op enige wijze aan te passen. Gebruik met geaard elektrisch gereedschap (met aardaansluiting) nooit een adapter of verloopstekker. Een onaangepaste stekker die precies goed in het stopcontact past, biedt u bescherming tegen het risico van elektrische schokken. 5. Voorkom lichamelijk contact met geaarde oppervlakken, zoals pijpen, radiatoren, fornuizen en koelkasten. De kans op een elektrische schok is groter wanneer uw lichaam is geaard. 6. Stel elektrisch gereedschap niet bloot aan regen of natte omstandigheden. Als water binnendringt in het elektrisch gereedschap, wordt de kans op een elektrische schok groter. 7. Behandel het snoer voorzichtig. Til het gereedschap niet aan het snoer op en trek er niet aan maar pak de stekker vast om die uit het stopcontact te verwijderen. Houd het netsnoer uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewegende delen. Beschadigde en in de war geraakte snoeren vergroten de kans op een elektrische schok. 8. Bij gebruik van elektrisch gereedschap buitenshuis, gebruikt u een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis. Een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis verkleint de kans op elektrische schokken. 9. Als gebruik van het elektrisch gereedschap in een vochtige omgeving onvermijdelijk is, gebruikt u dan een stroombron die is voorzien van een aardlekstroomonderbreker (GFCI). Gebruik van een aardlekstroomonderbreker verkleint de kans op een elektrische schok. Persoonlijke veiligheid 10. Let altijd goed op, kijk naar wat u aan het doen bent, en gebruik uw gezond verstand tijdens het werken met een elektrisch gereedschap. Ga niet met elektrisch gereedschap werken wanneer u moe bent of als u drugs, alcohol of medicijnen hebt ingenomen. Een ogenblik van onoplettendheid kan tijdens het gebruik van een elektrisch gereedschap leiden tot ernstig lichamelijk letsel. 11. Gebruik persoonlijke-beschermingsmiddelen. Draag altijd oogbescherming. Beschermingsmiddelen, zoals stofmaskers, slipvaste veiligheidsschoenen, veiligheidshelm en gehoorbescherming, gebruikt in toepasselijke situaties, dragen bij tot vermindering van lichamelijk letsel. 2. 33 Voorkom onbedoeld starten. Controleer dat de schakelaar in de uit-stand staat alvorens het gereedschap aan te sluiten op de voeding en/of accu, op te pakken of te dragen. Door elektrisch gereedschap te dragen met uw vinger op de schakelaar, of door het gereedschap op een voeding aan te sluiten terwijl de schakelaar aan staat, neemt de kans op ongelukken sterk toe. 13. Verwijder alle verstelsleutels en -tangen voordat u het elektrisch gereedschap inschakelt. Een sleutel of tang die nog aan een draaiend deel van het elektrisch gereedschap vastzit, kan lichamelijk letsel veroorzaken. 14. Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige stand en goede lichaamsbalans. Hierdoor heeft u een betere controle over het elektrisch gereedschap in onverwachte situaties. 15. Draag geschikte kleding. Draag geen losse kleding of sieraden. Houd uw haar, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, sieraden en lang haar kunnen verstrikt raken in bewegende delen. 16. Als het elektrisch gereedschap is uitgerust met een aansluiting voor stofafzuig- en stofopvangvoorzieningen, zorgt u ervoor dat deze zijn aangesloten en correct worden gebruikt. Het gebruik van een stofvanger kan gevaar door stof verminderen. Gebruik en verzorging van elektrisch gereedschap 17. Overbelast het elektrisch gereedschap niet. Gebruik het juiste elektrisch gereedschap voor het werk. Het juiste elektrisch gereedschap werkt beter en veiliger binnen het aangegeven capaciteitsbereik. 18. Gebruik het elektrisch gereedschap niet als het niet kan worden in- en uitgeschakeld met de schakelaar. Ieder elektrisch gereedschap dat niet met de schakelaar kan worden bediend is gevaarlijk en moet eerst worden gerepareerd. 19. Trek de stekker uit het stopcontact en/of haal de accu uit het elektrisch gereedschap voordat u afstellingen maakt, accessoires verwisselt, of het elektrisch gereedschap opbergt. Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen verkleinen de kans dat het elektrisch gereedschap per ongeluk wordt ingeschakeld. 20. Bewaar elektrische gereedschappen die niet worden gebruikt buiten het bereik van kinderen en voorkom dat personen die onbekend zijn met het gebruik ervan of met deze instructies het elektrisch gereedschap gebruiken. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk in de handen van onervaren gebruikers. 21. Onderhoud het elektrisch gereedschap goed. Controleer op een slechte uitlijning of het aanlopen van draaiende delen, het afbreken van onderdelen en alle andere situaties die van invloed kunnen zijn op de werking van het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch gereedschap beschadigd is, laat u het eerst repareren voordat u het gebruikt. Veel ongelukken worden veroorzaakt doordat het elektrisch gereedschap slecht wordt onderhouden. 12. NEDERLANDS Houd het snijgarnituur scherp en schoon. Goed onderhouden snijgarnituren met scherpe snijranden lopen minder vaak vast en zijn gemakkelijker te gebruiken. 23. Gebruik het elektrisch gereedschap met de bijbehorende accessoires, bits, enz., overeenkomstig deze instructies, met inachtneming van de werkomstandigheden en het werk dat wordt uitgevoerd. Het gebruik van het elektrisch gereedschap bij andere werkzaamheden dan waarvoor het is bedoeld, kan leiden tot gevaarlijke situaties. Gebruik en verzorging van gereedschap dat op een accu werkt 24. Laad uitsluitend op met een acculader aanbevolen door de fabrikant. Een acculader die geschikt is voor een bepaald type accu, kan brandgevaar opleveren indien gebruikt met een ander type accu. 25. Gebruik elektrisch gereedschap uitsluitend met de specifiek daarvoor bedoelde accu. Gebruik van andere accu's kan gevaar voor letsel of brandgevaar opleveren. 26. Als de accu niet wordt gebruikt, houdt u deze uit de buurt van metalen voorwerpen zoals paperclips, muntgeld, sleutels, spijkers, schroeven en andere kleine metalen voorwerpen die een kortsluiting kunnen veroorzaken tussen de accupolen. Kortsluiting tussen de accupolen kan leiden tot brandwonden of brand. 27. Onder zware gebruiksomstandigheden kan vloeistof uit de accu komen. Voorkom aanraking. Als aanraking per ongeluk plaatsvindt, spoelt u met water. Als de vloeistof in uw ogen komt, raadpleegt u tevens een arts. Vloeistof uit de accu kan irritatie en brandwonden veroorzaken. Reparatie 28. Laat uw elektrisch gereedschap repareren door een vakbekwame reparateur die gebruik maakt van uitsluitend identieke vervangingsonderdelen. Zo bent u ervan verzekerd dat de veiligheid van het elektrisch gereedschap behouden blijft. 29. Volg de instructies voor het smeren en verwisselen van accessoires. 30. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet. 22. 3. 4. 5. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN. WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van comfort en bekendheid met het gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften van het betreffende gereedschap altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel. Belangrijke veiligheidsinstructies voor een accu 1. 2. 3. 4. 5. Veiligheidswaarschuwingen voor een accuvacuümpomp Lees de instructies in de documentatie zorgvuldig door. Het nauwgezet volgen van de procedures is de belangrijkste voorwaarde voor de veiligheid van de gebruiker. 1. De vacuümpomp is een apparaat dat wordt gebruikt om de lucht te verwijderen uit koelen airconditioningapparatuur en terugwinningsvaten. Gebruik hem niet voor andere toepassingen. Als u dat toch doet, kunnen zich ongelukken voordoen. 2. Inspecteer de vacuümpomp altijd op olielekkages voordat u hem gebruikt. Als u dit niet doet, kan dat leiden tot brand. 34 Controleer het oliepeil en de staat van de olie (verslechtering, enz.) voor veilig en efficiënt werken. Draag een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen wanneer u met koelmiddel werkt om aanraking van het koelmiddel te voorkomen. Hierdoor kan blindheid en letsel ontstaan bij de gebruiker. In uitermate hete en koude omgevingen kan het onmogelijk zijn om toereikende prestaties te verkrijgen. 6. 7. 8. 9. 10. Lees alle voorschriften en waarschuwingen op (1) de acculader, (2) de accu, en (3) het gereedschap waarin de accu wordt gebruikt, alvorens de accu in gebruik te nemen. Haal de accu niet uit elkaar. Als de gebruiksduur van een opgeladen accu aanzienlijk korter is geworden, moet u het gebruik ervan onmiddellijk stopzetten. Er bestaat kans op oververhitting, mogelijk brandwonden en zelfs een explosie. Als elektrolyt in uw ogen komt, spoelt u ze onmiddellijk uit met schoon water en raadpleegt u onmiddellijk een arts. Elektrolyt in de ogen kan leiden tot verlies van gezichtsvermogen. Voorkom kortsluiting van de accu: (1) Raak de accupolen niet aan met enig geleidend materiaal. (2) Bewaar de accu niet in een bak waarin andere metalen voorwerpen zoals spijkers, munten e.d. worden bewaard. (3) Stel de accu niet bloot aan water of regen. Kortsluiting van de accu kan leiden tot een hoge stroomsterkte, oververhitting, mogelijke brandwonden en zelfs een defect. Bewaar het gereedschap en de accu niet op plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot 50 °C of hoger. Werp de accu niet in het vuur, ook niet wanneer hij zwaar beschadigd of volledig versleten is. De accu kan in een vuur exploderen. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen en hem niet blootstelt aan schokken of stoten. Gebruik een beschadigde accu niet meer. Houd u zich bij het weggooien van de accu aan de plaatselijke regelgeving. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN. NEDERLANDS LET OP: Gebruik uitsluitend Makita-accu's. Het gebruik van niet-originele Makita-accu's, of accu's die zijn gewijzigd, kan leiden tot het openbarsten van de accu waardoor brand, lichamelijk letsel en schade kan ontstaan. Hierdoor vervalt tevens de Makita-garantie op het Makita-gereedschap en de Makita-acculader. Tips voor een maximale levensduur van de accu 1. 2. 3. 4. Laad de accu op voordat hij volledig ontladen is. Wanneer u merkt dat het gereedschap minder vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan en laadt u eerst de accu op. Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw op. Te lang opladen verkort de levensduur van de accu. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur van 10 °C t/m 40 °C. Laat een warme accu afkoelen alvorens hem op te laden. Laad de accu op wanneer u de accu gedurende een lange tijd (langer dan zes maanden) niet denkt te gaan gebruiken. ► Fig. 2: 1. Rode deel 2. Knop 3. Accu Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu van de pomp af. Om de accu aan te brengen, lijnt u de lip op de accu uit met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn plaats. Steek de accu zo ver mogelijk erin tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is de accu niet volledig vergrendeld. LET OP: Breng de accu altijd helemaal aan totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu per ongeluk van de pomp af vallen en letsel veroorzaken bij u of anderen in uw omgeving. LET OP: Breng de accu niet met kracht aan. Als de accu niet gemakkelijk erin kan worden geschoven, wordt deze niet goed aangebracht. Accubeveiligingssysteem ► Fig. 3: 1. Ster-merkteken BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN De pomp is voorzien van een accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt automatisch de voeding naar de motor uit om de levensduur van de accu te verlengen. De pomp kan tijdens gebruik automatisch stoppen wanneer de pomp en/of de accu aan één van de volgende omstandigheden wordt blootgesteld: ► Fig. 1: 1. Kijkglas 2. Olievul-/ ontluchtingsdop 3. Inlaatafsluitklep 4. Handgreep 5. Accuhouder 6. Accu 7. Aan-uitknop 8. LED-lamp 9. Motor 10. Voet 11. Olietank 12. Aftapplug Overbelasting: De pomp wordt gebruikt op een manier waardoor een abnormaal hoge stroom wordt getrokken. Schakel in die situatie de pomp uit en stop het gebruik dat ertoe leidde dat de pomp overbelast raakte. Schakel daarna de pomp in om hem weer te starten. Als de pomp niet start, is de accu oververhit. In dat geval laat u de accu even afkoelen, voordat u de pomp opnieuw inschakelt. BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES Lage accuspanning: Als de resterende accuspanning onvoldoende is, zal de pomp niet starten. In dat geval verwijdert u de accu en laadt u die opnieuw op. LET OP: Zorg er altijd voor dat de pomp is uitgeschakeld en dat de accu is verwijderd voordat u de werking van de pomp afstelt of controleert. De accu aanbrengen en verwijderen LET OP: Schakel de pomp altijd uit voordat u de accu aanbrengt of verwijdert. LET OP: Houd de pomp en de accu stevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu. Als u de pomp en de accu niet stevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en beschadigd raken, of kan lichamelijk letsel worden veroorzaakt. 35 OPMERKING: De oververhittingsbeveiliging voor de accu werkt alleen voor accu's met een ster-merkteken. De resterende acculading controleren Alleen voor accu´s met een "B" aan het einde van het modelnummer ► Fig. 4: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop Druk op de testknop op de accu om de resterende acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedurende enkele seconden. NEDERLANDS Indicatorlampjes Brandt Uit Resterende acculading De prestaties controleren ► Fig. 6: Knippert 1. Inlaat 2. Klep van lage kant 75% tot 100% 1. 50% tot 75% 25% tot 50% Laad de accu op. 2. 3. 4. 5. Er kan een storing in de accu zijn opgetreden. 6. 0% tot 25% 3. Vacuümpomp 4. Verdeelstuk Sluit de klep van de lage kant van het verdeelstuk met behulp van een laadslang aan op de inlaatpoort van de pomp. Sluit de klep van de lage kant van het verdeelstuk. Open de inlaatafsluitklep. Open de inlaatklep. Schakel de pomp in. Als de druk aangegeven op het verdeelstuk binnen 30 seconden een vacuüm aangeeft van -0,09 tot -0,1 MPa, werkt de pomp goed. Schakel de pomp uit. Bediening OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de aangegeven acculading verschilt van de werkelijke acculading. BEDIENING WAARSCHUWING: Als de pomp wordt gebruikt zonder dat hij met olie is gevuld, zal de pomp worden beschadigd. Bovendien zal de olietank heet worden waardoor brandwonden of andere ongelukken kunnen worden veroorzaakt. ► Fig. 5: 3. Kijkglas 4. Olietank Verwijder de olievul-/ontluchtingsdop en vul de bijgeleverde olie bij via de vulopening. KENNISGEVING: Gebruik altijd originele olie van Makita om de prestaties van de pomp te behouden. 2. Vul olie bij totdat het oliepeil tussen de onderste en bovenste lijnen op het kijkglas staat. KENNISGEVING: Het oliepeil is belangrijk. Als de pomp wordt gebruikt terwijl het oliepeil niet tussen de bovenste en onderste lijnen op het kijkglas staat, kan een storing optreden. Vacuümpomp Inlaatafsluitklep Laadslang (geel) Verdeelstuk Klep van lage kant Lagedrukmeter 7. Klep van hoge kant 8. Laadslang (bauw) 9. Servicepoort (lagedrukkant) 10. Buitenunit Sluit de pomp, het verdeelstuk en de buitenunit op elkaar aan met slangen. OPMERKING: Als de maat van de servicepoort op de buitenunit 1/4" is, gebruikt u het verloopstuk met verschillende diameters. 2. 3. 4. 5. Olie bijvullen 1. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 1. In de pomp zit nog geen olie wanneer deze nieuw is aangeschaft. Raadpleeg "Olie bijvullen" en vul olie bij. 1. Olievul-/ ontluchtingsdop 2. Lijnen voor oliepeil ► Fig. 7: Controleer of de kleppen van de hoge kant en lage kant van het verdeelstuk dicht staan. Breng de accu aan op de pomp. (Zie "De accu aanbrengen en verwijderen" voor instructies voor het aanbrengen.) Schakel de pomp in. De LED-lamp (groen) brandt. Open de inlaatafsluitklep van de pomp en de klep van de lage kant van het verdeelstuk. WAARSCHUWING: De pomp is tijdens gebruik en onmiddellijk na uitschakeling erg warm. Raak de pomp niet aan terwijl deze heet is. Als u dat toch doet, kan dat leiden tot brandwonden of andere ongelukken. OPMERKING: De motor werkt mogelijk niet wanneer deze koud is (5 °C of lager). Verplaats in dat geval de pomp naar binnen en laat hem opwarmen. 6. 7. Wanneer het opgegeven vacuüm (raadpleeg de gebruiksaanwijzing geleverd door de fabrikant van de airconditioner) is bereikt, sluit u de klep van de lage kant van het verdeelstuk. Sluit de inlaatafsluitklep en schakel de pomp uit. Luchtdichtheidstest Er zijn geen lekken als de druk aangegeven op het verdeelstuk niet oploopt nadat de pomp en drukregelaar gedurende 5 minuten of langer niet zijn aangeraakt. 36 NEDERLANDS OPMERKING: Als de resterende acculading laag wordt, gaat de LED-lamp uit en klinkt tegelijkertijd een lange alarmpieptoon. Ongeveer twee minuten later stopt de motor. Daarna verandert de alarmpieptoon naar een zich snel herhalende pieptoon waarmee het stoppen van de motor wordt aangegeven, en vervolgens stopt de pieptoon na 30 seconden. Wacht echter niet totdat de motor stopt (of tot de alarmpieptoon verandert naar een snelle pieptoon), maar sluit in plaats daarvan de inlaatklep van de pomp en de klep van de lagedrukkant van het verdeelstuk. Controleer of de pomp is uitgeschakeld, verwijder de accu en laad deze op of vervang hem door een reserveaccu. • Raadpleeg de volgende tabel voor de gebruiksduur van de accu. Gebruiksduur (richtlijn) • Accu Gebruiksduur BL1860B 75 min BL1850 / BL1850B 50 min BL1840 / BL1840B 40 min BL1830 / BL1830B 30 min • • Het oliepeil controleren ► Fig. 8: 1. Lijnen voor oliepeil • 2. Kijkglas Controleer altijd het oliepeil en de staat van de olie (verslechtering, enz.) voordat u de pomp gebruikt. De olie verversen ► Fig. 9: 1. Inlaatafsluitklep Nadat de werkzaamheden klaar zijn, verwijdert u de accu en brengt u de bijgeleverde afdekkap aan. Vervoer en opslag • Plaats de dop op de inlaatpoort om te voorkomen dat verontreinigingen of vreemde deeltjes kunnen binnendringen in de poort. OPMERKING: Vul olie bij totdat het oliepeil tussen de onderste en bovenste lijnen op het kijkglas staat. KENNISGEVING: Leg de pomp nooit op zijn zijkant of ondersteboven tijdens vervoer, gebruik of opslag. Hierdoor kan olie lekken uit de olievul-/ ontluchtingsdop. • De pomp uitschakelen: Om de levensduur van de pomp te verlengen en het starten te vergemakkelijken, moet deze procedure voor het uitschakelen van de pomp worden gevolgd. 1. Sluit de klep van het verdeelstuk tussen de pomp en het systeem. 2. Verwijder de slang vanaf de pompinlaat. Alle vloeistoffen moeten altijd uit de vacuümpomp worden afgetapt voordat deze wordt verzonden om schade aan de verpakking ervan te voorkomen. Plaats altijd de dop op de inlaatpoort om te voorkomen dat vuil kan binnendringen in de pomp. Zorg ervoor dat de pomp horizontaal blijft. De pomp moet worden bewaard bij een omgevingstemperatuur tussen 5 °C en 40 °C. ONDERHOUD LET OP: Zorg er altijd voor dat de pomp is uitgeschakeld en de accu is verwijderd voordat u een inspectie of onderhoud uitvoert. KENNISGEVING: Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol, enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of barsten. Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties, onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een erkend Makita-servicecentrum of het fabrieksservicecentrum, en altijd met gebruikmaking van originele Makita-vervangingsonderdelen. 37 1. 2. 3. 4. 5. • 2. Aftapplug Open de inlaatafsluitklep. Laat de pomp gedurende 1 of 2 minuten draaien om de olie op te warmen. Schakel de pomp uit. Verwijder de aftapplug en tap de olie af. Raadpleeg "Olie bijvullen" en vul met nieuwe olie. Verwerk de oude olie overeenkomstig de plaatselijke regelgeving. OPMERKING: Wij adviseren de olie te verversen na 20 bedrijfsuren om de pomponderdelen te beschermen tegen verontreinigingen die in de pomp zijn gekomen. Bij het ontluchten van oude koelinstallaties, ververst u de olie na elk gebruik. Olie voor vacuümpomp: Het type en de staat van de olie die wordt gebruikt in een geavanceerde vacuümpomp zijn van groot belang voor het bepalen van het uiteindelijk haalbare vacuüm. Wij adviseren u olie voor hoogpresterende vacuümpompen te gebruiken die speciaal samengesteld is om een maximale viscositeit te behouden bij normale temperaturen en voor beter opstarten bij koud weer. De pomp reinigen 1. 2. Als de olie bijzonder vuil is, ververst u de olie en laat u de pomp gedurende 3 tot 5 minuten draaien. Tap de olie af en vul met nieuwe olie. Als de afgetapte olie nog steeds vuil is, herhaalt u deze reinigingsprocedure twee of drie keer. NEDERLANDS Problemen verhelpen Situatie Mogelijke oorzaak Oplossing De pomp start niet. 1. 2. 3. 4. 5. De accu is niet goed aangebracht. De omgevingstemperatuur is te laag. Slechte verbinding in de bedrading. De pomp is geblokkeerd. Motorstoring. 1. 2. 3. 4. 5. Breng de accu goed aan. Warm de pomp binnenshuis op. Repareer. Repareer. Repareer. De pomp trekt onvoldoende vacuüm. 1. 2. 3. 4. 5. Lekkage in het systeem. Onvoldoende olie. Vuile olie. Versleten pomponderdelen. Beschadigde koppelingen, pakkingen en afdichting. Motorstoring. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Repareer het systeem. Vul olie bij of ververs de olie. Reinig het reservoir en ververs de olie. Repareer. Repareer. Repareer. 2. 3. Beschadigde pakkingen en asafdichtingen. Beschadigde O-ring van olieaftapplug. Olieaftapplug zit los. 1. 2. 3. Repareer. Vervang de O-ring. Draai de olieaftapplug vast. 1. 2. 3. 4. 5. Motorstoring. Defect lager. Loszittende bouten. Defecte pomp. Lucht wordt aangezogen. 1. 2. 3. 4. 5. Repareer. Repareer. Draai de bouten vast. Repareer. Draai doppen en aansluitingen vast. Vervang pakkingen en O-ringen. Vervang koppelingen of dicht ze opnieuw af. 6. Olielekkage. Abnormaal geluid. 1. Opmerking: Als deze procedures het probleem niet oplossen, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde, erkende Makita-dealer of stuurt u uw pomp naar ons servicecentrum. OPTIONELE ACCESSOIRES LET OP: Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen voor gebruik met het Makitagereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Bij gebruik van enige andere accessoires of hulpstukken bestaat het gevaar van lichamelijk letsel. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven gebruiksdoeleinden. Mocht u meer informatie willen hebben over deze accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw plaatselijke Makita-servicecentrum. • Originele Makita-accu's en -acculaders • 150 ml olie voor vacuümpomp • Aluminium koffer voor vacuümpomp • Slang voor vacuümpomp • Vacuümpompklep met meter OPMERKING: Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de doos van het gereedschap als standaard toebehoren. Deze kunnen van land tot land verschillen. 38 NEDERLANDS Makita Europe N.V. Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070 Kortenberg, Belgium Makita Corporation 3-11-8, Sumiyoshi-cho, Anjo, Aichi 446-8502 Japan www.makita.com DVP180-8L-1606 EN, FR, DE, IT, NL, ES, PT, DA 20150824 IDE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Makita DVP180 Handleiding

Type
Handleiding