Samsung SAMSUNG WB700 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
WB800F
Klik op een
onderwerp
In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide
aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht Inhoud
Basisfuncties Uitgebreide functies Opnameopties
Afspelen/bewerken Draadloos netwerk Instellingen
Bijlagen Index
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de itser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de
ogen van mensen of dieren. Als u de itser dicht bij de ogen van het onderwerp
gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen
veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik
van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of
kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en
accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge
temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente
schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en
vloeistoen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke
materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Gebruik het netsnoer en de oplader niet tijdens een onweersbui.
Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Als er vloeistoen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u
meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en
vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung.
Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in bepaalde
omgevingen beperkt.
•
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
•
Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat. De camera
kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken. Houd u aan alle
voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het
vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.
•
Schakel de camera uit in de nabijheid van medische apparatuur. De camera kan
storing veroorzaken in medische apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen.
Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van
medisch personeel.
Vermijd storing van pacemakers.
Zorg ervoor dat deze camera uit de buurt blijft van alle pacemakers om mogelijke
storing te voorkomen, zoals aanbevolen door de fabrikant en onderzoeken. Als u
vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander medisch
apparaat, moet u de camera onmiddellijk uitschakelen en voor instructies contact
op te nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat.
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de
camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en
ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-
ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit.
Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en
accessoires.
•
Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen de camera
beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen.
•
Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door niet-
goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn
bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de itser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De itser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de
voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader
niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of
stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de
batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
4
Informatie over gezondheid en veiligheid
Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote schokken.
Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen beschadigd raken.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van
snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten
kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische velden.
Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is.
Als het glas of acrylaatonderdelen gebroken zijn, gaat u naar een servicecenter van
Samsung Electronics om te camera te laten repareren.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan
voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen veroorzaken
in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is beschermd, zoals
pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur en andere apparatuur thuis
of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om
mogelijke problemen met storing op te lossen. Gebruik alleen door Samsung
goedgekeurde apparaten of accessoires om ongewenste storingen te voorkomen.
Gebruik de camera in de normale gebruikspositie.
Raak de interne antenne van de camera niet aan.
Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden
•
Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen in verkeerde handen
vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in openbare ruimten
of via open netwerken.
•
De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor gegevensoverdracht
waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten, handelsmerken,
intellectueel-eigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de openbare
zedelijkheid.
5
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Basisfuncties 19
Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de
camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies 43
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen
van video's door een modus te selecteren.
Opnameopties 64
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de
opnamemodus.
Afspelen/bewerken 88
Hier vindt u informatie over hoe u foto's of video's afspeelt en u
foto's bewerkt. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer of
televisie (HDTV) aansluit.
Draadloos netwerk 113
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-
netwerken en functies kunt gebruiken.
Instellingen 133
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te congureren.
Bijlagen 139
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specicaties en
onderhoud.
Copyrightinformatie
•
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
•
Mac en Apple App Store zijn gedeponeerde handelsmerken van de Apple
Corporation.
•
Google Play Store is een gedeponeerd handelsmerk van Google, Inc.
•
microSDâ„¢, microSDHCâ„¢ en microSDXCâ„¢ zijn geregistreerde handelsmerken van
SD Association.
•
HDMI, het HDMI-logo en de term 'High Denition
Multimedia Interface' zijn handelsmerken
of geregistreerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC.
•
Wi-Fi®, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn geregistreerde
handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
•
Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het eigendom
van de betreende eigenaars.
•
Cameraspecicaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen bij een
upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd.
•
U kunt de camera het beste gebruiken in het land waar u deze hebt
aangeschaft.
•
Gebruik deze camera op een verantwoorde manier en leef alle wet- en
regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera na.
•
Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing zonder
vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden.
6
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Modus Pictogram
Smart Auto
T
Programma
p
Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig
G
Smart
s
Beste gezicht
i
Magisch Plus
g
Instellingen
n
Wi-Fi
w
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen worden weergegeven in de tekst wanneer een functie
beschikbaar is in een bepaalde modus. Bekijk het onderstaande voorbeeld.
Opmerking: de modus
s
,
g
ondersteunt wellicht niet de functies voor alle
scènes of modi.
Voorbeeld:
Beschikbaar in de
modi Programma,
Diafragmaprioriteit en
Sluiterprioriteit
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Symbool Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[]
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de
ontspanknop.
()
Paginanummer van verwante informatie
î‚“
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een
stap uit te voeren, voorbeeld: selecteer Gezichtsdetectie î‚“ Normaal
(betekent selecteer Gezichtsdetectie en selecteer vervolgens
Normaal).
*
Voetnoot
7
Op de ontspanknop drukken
•
Druk de [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop tot halverwege in
•
Druk op de [Ontspanknop]: druk de ontspanknop helemaal in
Druk de [Ontspanknop] half in Druk op de [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
•
Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een persoon, dier of stilleven
•
Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
•
Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Compositie
Achtergrond
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoev
eelheid licht die de camera binnenkomt, bepaalt de belichting. De
belichting kan worden aangepast met sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-waarde.
Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
S
Normale belichting
S
Overbelicht (te helder)
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
8
Speciale functies van de camera
Een optie voor de DIRECT LINK-knop instellen
U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op de
DIRECT LINK-knop drukt.
1
Open de Instellingen.
2
Open de optie voor de DIRECT LINK-knop.
3
Selecteer een Wi-Fi-functie uit de lijst.
Het aanraakscherm en de cameraknoppen gebruiken
U kunt de camera gebruiken door het scherm aan te raken of door de
cameraknoppen in te drukken.
De DIRECT LINK-knop gebruiken
Druk op de DIRECT LINK-knop om de ingestelde Wi-Fi-functie te activeren.
9
AutoShare gebruiken
Wanneer u een foto maakt met uw camera, wordt de foto automatisch op de smartphone opgeslagen. De camera maakt draadloos verbinding met een smartphone.
4
Selecteer de camera in de lijst en
sluit de smartphone aan op de
camera.
•
Als een pop-upbericht wordt
weergegeven op de camera, geeft
u de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
5
Maak een foto.
•
De vastgelegde foto wordt opgeslagen op de camera en vervolgens
overgedragen naar de smartphone.
1
Installeer Samsung SMART
CAMERA App op de smartphone.
2
Schakel de functie AutoShare in.
3
Start Samsung SMART CAMERA
App op de smartphone.
Speciale functies van de camera
Installeren
10
Speciale functies van de camera
MobileLink gebruiken
U kunt bestanden eenvoudig van de camera naar een smartphone verzenden. De camera kan draadloos verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink
ondersteunen.
4
Selecteer de camera in de lijst en
sluit de smartphone aan op de
camera.
•
Als een pop-upbericht wordt
weergegeven op de camera, geeft
u de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
5
Selecteer vanaf de smartphone of
de camera de bestanden die u vanaf
de camera wilt verzenden.
6
Raak op de smartphone de
kopieerknop aan of selecteer Delen
op de camera.
1
Installeer Samsung SMART
CAMERA App op de smartphone.
2
Open de modus MobileLink.
•
Als een pop-upbericht wordt
weergegeven, selecteert u een optie.
3
Start Samsung SMART CAMERA
App op de smartphone.
11
Remote Viewnder gebruiken
U kunt uw camera op afstand besturen met een smartphone. De camera maakt draadloos verbinding met een smartphone. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met
de functie Remote Viewnder. De foto wordt weergegeven op de smartphone.
4
Selecteer de camera in de lijst en
sluit de smartphone aan op de
camera.
•
Als een pop-upbericht wordt
weergegeven op de camera, geeft
u de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
5
Raak aan en houd het vast om
scherp te stellen, en laat vervolgens
los om een foto te maken.
6
Raak de miniatuur aan om de foto
weer te geven.
1
Installeer Samsung SMART
CAMERA App op de smartphone.
2
Open de modus Remote
Viewnder.
3
Start Samsung SMART CAMERA
App op de smartphone.
Speciale functies van de camera
Installeren
12
Opnamevoorbeelden - Macro
U kunt close-ups van een onderwerp vastleggen, of kleine onderwerpen zoals
bloemen of insecten.
De voorbeeldafbeelding kan afwijken van de werkelijke foto die u vastlegt.
1
Selecteer de macro-optie ( ).
2
Maak een foto.
Speciale functies van de camera
13
Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Dit wordt veroorzaakt door een reectie van de itser van de camera.
•
Stel de itseroptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 67)
•
Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 101)
Foto's bevatten
stofvlekken.
Als u de itser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
•
Schakel de itser uit of neem geen foto's op stoge plaatsen.
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 70)
Foto's zijn onscherp. Vervaging kan optreden als u foto's maakt in slecht licht of de camera niet goed vasthoudt. Gebruik de functie OIS of druk de
[Ontspanknop] half in om ervoor te zorgen dat de camera op het onderwerp scherpstelt. (pag. 41)
Bij nachtopnamen zijn
foto's onscherp.
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Hierdoor kan het moeilijk worden om de camera lang
genoeg stabiel te houden om een duidelijke foto vast te leggen en kan de camera gaan trillen.
•
Selecteer Opname bij weinig licht in de modus
s
. (pag. 51)
•
Schakel de itser in. (pag. 68)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 70)
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Het onderwerp is te
donker door tegenlicht.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het
onderwerp te donker worden.
•
Maak geen foto's tegen de zon in.
•
Stel de itseroptie in op Invulits. (pag. 68)
•
Pas de belichting aan. (pag. 79)
•
Stel de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. (pag. 80)
•
Stel de lichtmeting in op Spot als het onderwerp in het midden van het kader staat. (pag. 80)
14
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
• s
modus > Gezichtscorrectie
f
51
• i
modus
f
54
•
Rode ogen/Anti-rode ogen (om rode ogen te
voorkomen of te corrigeren)
f
67
•
Gezichtsdetectie
f
76
•
Zelfportret
f
76
's Nachts of in het donker foto's maken
• s
modus > Silhouet, Vuurwerk, Lichtspoor, Opname
bij weinig licht
f
51
•
Flitseropties
f
68
•
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
f
70
Actiefoto's maken
•
Sluiterprioriteit-modus
f
49
• s
modus > Actie-opname, Continuopname
f
51
•
Serieopname
f
84
Foto's van tekst, insecten en bloemen
maken
• s
modus > Macro
f
51
•
Macro
f
71
De belichting aanpassen (helderheid)
• s
modus > Rijke toon
f
51
•
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
f
70
•
EV (de belichting aanpassen)
f
79
•
ACB (compenseren voor onderwerpen tegen heldere
achtergronden)
f
80
•
L.meting
f
80
•
AE BKT (3 foto's van dezelfde scène maken, maar met
verschillende belichtingen)
f
85
Foto's van de omgeving maken
• s
modus > Landschap, Waterval
f
51
• s
modus > Panorama
f
52
Eecten toepassen op foto's
• g
modus > Mijn Magisch kader
f
55
• g
modus > Gesplitste opname
f
57
• g
modus > Foto in beweging
f
58
• g
modus > Fotolter
f
59
•
Beeld aanpassen (voor het aanpassen van Scherpte,
Contrast of Kleurverz.)
f
86
Eecten toepassen op video's
• g
modus > Filmlter
f
60
Bewegingsonscherpte voorkomen
•
Optische beeldstabilisatie (OIS)
f
40
•
Bestanden weergeven als miniaturen
f
91
•
Bestanden weergeven op categorie
f
91
•
Alle bestanden op de geheugenkaart verwijderen
f
93
•
Foto's als diashow weergeven
f
95
•
Bestanden weergeven op een televisie (HDTV)
f
102
•
De camera op een computer aansluiten
f
104
•
Foto's of video's via e-mail verzenden
f
126
•
Websites voor het delen van foto's of video's
gebruiken
f
127
•
Geluid en volume aanpassen
f
135
•
De helderheid van het scherm aanpassen
f
136
•
De schermtaal wijzigen
f
137
•
De datum en tijd instellen
f
137
•
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
f
151
15
Basisfuncties
..................................................................................................................... 19
Uitpakken .................................................................................................................... 20
Indeling van de camera .......................................................................................... 21
De DIRECT LINK-knop gebruiken ......................................................................... 23
De batterij en geheugenkaart plaatsen ........................................................... 24
De batterij opladen en de camera inschakelen ............................................. 25
De batterij opladen ................................................................................................ 25
De camera inschakelen ......................................................................................... 25
De eerste instellingen uitvoeren ........................................................................ 26
Uitleg over de pictogrammen ............................................................................. 28
Modus selecteren ..................................................................................................... 29
Pictogrammen op het modusscherm ................................................................. 29
Opties of menu's selecteren ................................................................................. 31
Selecteren met knoppen ...................................................................................... 31
Selecteren door aanraken ..................................................................................... 32
Smart Panel gebruiken .......................................................................................... 34
Het scherm en geluid instellen ............................................................................ 35
Het schermtype instellen ...................................................................................... 35
Het geluid instellen ................................................................................................ 36
Foto's maken .............................................................................................................. 37
Zoomen .................................................................................................................... 38
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ........................................................... 40
Tips om betere foto's te maken ........................................................................... 41
Uitgebreide functies
..................................................................................................... 43
De Smart Auto-modus gebruiken ...................................................................... 44
De Programmamodus gebruiken ...................................................................... 46
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig
gebruiken .................................................................................................................... 47
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken .......................................................... 48
De modus Sluiterprioriteit gebruiken ................................................................. 49
De Handmatige modus gebruiken ...................................................................... 50
De Smart-modus gebruiken ................................................................................. 51
De Panoramamodus gebruiken ........................................................................... 52
De modus Beste gezicht gebruiken ................................................................... 54
De modus Magisch Plus gebruiken ................................................................... 55
De modus Mijn Magisch kader gebruiken ......................................................... 55
De modus Gesplitste opname gebruiken .......................................................... 57
De modus Foto in beweging gebruiken ............................................................ 58
De Fotoltermodus ................................................................................................ 59
De Filmltermodus gebruiken ............................................................................. 60
Een video opnemen ................................................................................................ 61
Een video opnemen met de functie Intelligente scènedetectie .................... 62
Inhoud
16
Inhoud
Opnameopties
................................................................................................................. 64
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren ....................................................... 65
De resolutie selecteren .......................................................................................... 65
Een fotokwaliteit selecteren ................................................................................. 66
Opnamen in het donker maken .......................................................................... 67
Rode ogen voorkomen ......................................................................................... 67
De itser gebruiken ................................................................................................ 67
Een itseroptie instellen ........................................................................................ 68
De ISO-waarde aanpassen .................................................................................... 70
De scherpstelling aanpassen ............................................................................... 71
Macro gebruiken .................................................................................................... 71
Autofocus gebruiken ............................................................................................. 71
Het scherpstelgebied aanpassen ........................................................................ 73
De scherpstelafstand aanpassen via aanraken ................................................. 73
Gezichtsdetectie gebruiken ................................................................................. 76
Gezichten detecteren ............................................................................................ 76
Een zelfportret maken ........................................................................................... 76
Een foto van een lachend gezicht maken .......................................................... 77
Knipperende ogen detecteren ............................................................................. 77
Tips voor gezichtsdetectie .................................................................................... 78
Helderheid en kleur aanpassen .......................................................................... 79
De belichting handmatig aanpassen (EV) .......................................................... 79
Compenseren voor tegenlicht (ACB) .................................................................. 80
De lichtmeetmethode wijzigen ........................................................................... 80
Een instelling voor Witbalans selecteren ............................................................ 81
Serieopnamen ........................................................................................................... 84
Continu foto's maken ............................................................................................ 84
Timer gebruiken ..................................................................................................... 85
Foto's met de bracketfunctie maken .................................................................. 85
Afbeeldingen aanpassen ....................................................................................... 86
Het geluid van de zoom verminderen .............................................................. 87
17
Inhoud
Afspelen/bewerken
....................................................................................................... 88
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ......................................... 89
De afspeelmodus starten ...................................................................................... 89
Foto's weergeven ................................................................................................... 94
Een video afspelen ................................................................................................. 96
Foto's bewerken ........................................................................................................ 98
Het formaat van foto's wijzigen ........................................................................... 98
Een foto draaien ..................................................................................................... 98
Een foto bijsnijden ................................................................................................. 99
Smart lter-eecten toepassen ........................................................................... 99
Foto's aanpassen .................................................................................................. 100
Bestanden op een tv (HDTV) weergeven ...................................................... 102
Bestanden naar een computer overbrengen ............................................... 104
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen ................................ 104
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ......................................... 105
Programma's op de computer gebruiken ..................................................... 107
i-Launcher installeren .......................................................................................... 107
i-Launcher gebruiken .......................................................................................... 108
Draadloos netwerk
...................................................................................................... 113
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen
congureren ............................................................................................................. 114
Verbinding maken met een WLAN .................................................................... 114
De aanmeldingsbrowser gebruiken ................................................................. 115
Tips over netwerkverbinding ............................................................................. 116
Tekst invoeren ....................................................................................................... 117
Bestanden automatisch opslaan op een smartphone ............................. 118
Foto's of video's verzenden naar een smartphone .................................... 119
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop ............................ 120
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te
verzenden ................................................................................................................. 122
Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc ............ 122
Foto's of video's verzenden naar een pc ........................................................... 122
Foto's of video's via e-mail verzenden ............................................................ 124
E-mailinstellingen wijzigen ................................................................................. 124
Foto's of video's via e-mail verzenden .............................................................. 126
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ........................ 127
Een website openen ............................................................................................ 127
Foto's of video's uploaden .................................................................................. 127
Bestanden verzenden met AllShare Play ...................................................... 129
Foto's uploaden naar de online opslagruimte ................................................ 129
Foto's of video's weergeven op apparaten die AllShare Play
ondersteunen ....................................................................................................... 130
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ..................................................................... 132
18
Inhoud
Instellingen
.....................................................................................................................133
Instellingenmenu ................................................................................................... 134
Het instellingenmenu openen ........................................................................... 134
Geluid ..................................................................................................................... 135
Display .................................................................................................................... 135
Connectiviteit ........................................................................................................ 136
Algemeen .............................................................................................................. 137
Bijlagen
.............................................................................................................................139
Foutmeldingen ........................................................................................................ 140
Cameraonderhoud ................................................................................................ 142
De camera reinigen .............................................................................................. 142
De camera gebruiken of opbergen ................................................................... 143
Geheugenkaarten ................................................................................................ 144
De batterij .............................................................................................................. 147
Voordat u contact opneemt met een servicecenter .................................. 151
Cameraspecicaties ............................................................................................... 154
Woordenlijst ............................................................................................................. 158
Index ........................................................................................................................... 163
Uitpakken
………………………………………… 20
Indeling van de camera
………………………… 21
De DIRECT LINK-knop gebruiken
……………… 23
De batterij en geheugenkaart plaatsen
……… 24
De batterij opladen en de camera
inschakelen
……………………………………… 25
De batterij opladen
…………………………… 25
De camera inschakelen
………………………… 25
De eerste instellingen uitvoeren
……………… 26
Uitleg over de pictogrammen
………………… 28
Modus selecteren
……………………………… 29
Pictogrammen op het modusscherm
………… 29
Opties of menu's selecteren
…………………… 31
Selecteren met knoppen
……………………… 31
Selecteren door aanraken
……………………… 32
Smart Panel gebruiken
………………………… 34
Het scherm en geluid instellen
………………… 35
Het schermtype instellen
……………………… 35
Het geluid instellen
…………………………… 36
Foto's maken
…………………………………… 37
Zoomen
………………………………………… 38
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
……… 40
Tips om betere foto's te maken
………………… 41
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het maken van
opnamen.
Basisfuncties
20
Uitpakken
De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Camera AC-adapter/USB-kabel
Oplaadbare batterij Polslus
Snelstartgids
Optionele accessoires
Camera-etui A/V-kabel HDMI-kabel
Batterijoplader Geheugenkaart Geheugenkaart/
Geheugenkaartadapter
•
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw
product zijn geleverd.
•
Afhankelijk van het model kunnen er verschillende items in de doos zitten.
•
U kunt optionele accessoires aanschaen bij een wederverkoper of een
servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor problemen
die door het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires ontstaan.
Basisfuncties
21
Indeling van de camera
Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Batterijklep
Een geheugenkaart en batterij plaatsen
Statiefbevestigingspunt
Flitser*
* Als u de itser niet gebruikt, moet
u deze sluiten om schade aan
de itser te voorkomen. Als u de
itser met kracht opent, kunt u de
camera beschadigen.
Lens
Microfoon
Ontspanknop
AF-hulplampje/Timerlampje
Luidspreker
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB-kabel en
A/V-kabel
Power-knop
Interne antenne*
* Vermijd contact met de interne antenne tijdens
het gebruik van het draadloze netwerk.
Pop-upknop voor flitser
HDMI-aansluiting
Voor aansluiting van HDMI-kabel
Indeling van de camera
Basisfuncties
22
Statuslampje
•
Knippert: wanneer de camera een foto
of video opslaat, wordt gelezen door
een computer of printer, als het beeld
onscherp is of als er een probleem
is met het opladen van de batterij,
wanneer de camera verbinding maakt
met WLAN of een foto verzendt
•
Licht op: wanneer de camera is
aangesloten op een computer, wanneer
de batterij wordt opgeladen of wanneer
het beeld is scherpgesteld
DIRECT LINK-knop
Een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie starten
Zoomknop
•
In de opnamemodus: in- en uitzoomen
•
In de afspeelmodus: inzoomen op een deel van de
foto, bestanden als miniaturen weergeven of het
volume aanpassen
Scherm
De polslus bevestigen
Modusdraaiknop
(pag. 29)
Knoppen
(pag. 23)
x
y
Indeling van de camera
Basisfuncties
23
Knoppen
Knop Beschrijving
Het opnemen van een video starten.
Opties of menu's openen.
Terug gaan.
Basisfuncties Overige functies
D
De schermoptie wijzigen. Omhoog
c
De macro-optie wijzigen. Omlaag
F
De itseroptie wijzigen. Naar links
t
De timer- en serieoptie wijzigen. Naar rechts
De gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu bevestigen.
De afspeelmodus openen.
•
Smart Panel openen in de opnamemodus.
•
Bestanden verwijderen in de afspeelmodus.
De DIRECT LINK-knop gebruiken
U kunt de Wi-Fi-functie gemakkelijk inschakelen met [DIRECT LINK]. Druk op
[DIRECT LINK] om de ingestelde Wi-Fi-functie te activeren. Druk nogmaals op
[DIRECT LINK] om terug te gaan naar de vorige modus.
Een optie voor een DIRECT LINK-knop instellen
U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op
[DIRECT LINK] drukt.
1
Draai de modusdraaiknop naar
n
.
2
Selecteer Algemeen î‚“ DIRECT LINK (Wi-Fi-knop).
3
Selecteer een Wi-Fi-functie. (pag. 138)
Basisfuncties
24
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Oplaadbare batterij
Batterijvergrendeling
Schuif de vergrendeling
omlaag om de batterij los te
maken.
Geheugenkaart
Duw voorzichtig tegen de kaart totdat
deze uit de camera loskomt en trek de
kaart vervolgens uit de sleuf.
De geheugenkaartadapter gebruiken
Als u microgeheugenkaarten wilt gebruiken met dit product, een computer
of een geheugenkaartlezer, moet u de kaart in een adapter plaatsen.
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen
geheugenkaart is geplaatst.
Geheugenkaart
Zorg dat bij het plaatsen van een
geheugenkaart de goudkleurige
contactpunten omhoog zijn gericht.
Oplaadbare batterij
Plaats de batterij met het
Samsung-logo naar boven.
Basisfuncties
25
De batterij opladen en de camera inschakelen
De camera inschakelen
Druk op [
X
] om de camera in- of uit te schakelen.
•
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt
wanneer u de camera voor het eerst inschakelt.
(pag. 26)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Druk op [
P
]. De camera wordt ingeschakeld en gaat
direct naar de afspeelmodus.
De batterij opladen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij worden
opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op de camera en sluit het
andere uiteinde van de USB-kabel aan op de AC-adapter.
Statuslampje
•
Rode lampje brandt: opladen
•
Rode lampje uit: volledig opgeladen
•
Rode lampje knippert: fout
Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als
u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het mogelijk dat de batterij
van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt.
Basisfuncties
26
De eerste instellingen uitvoeren
Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt het scherm voor de eerste installatie weergegeven. Volg de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera
te congureren. De taal is vooraf ingesteld voor het land of de regio waarin de camera wordt verkocht. U kunt de taal naar wens wijzigen. U kunt ook een item selecteren door
het op het scherm aan te raken.
5
Druk op [
c
] om Datum/tijd aanpassen te selecteren en druk
vervolgens op [
t
] of [
o
].
Annuleer Instellen
Datum/tijd aanpassen
Jaar Maand Dag Uur Min. Zomertijd
•
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
6
Druk op [
F
/
t
] om een item te selecteren.
7
Druk op [
D
/
c
] om de datum, tijd en zomertijd in te stellen en
druk op [
o
].
1
Druk op [
c
] om Tijdzone te selecteren en druk vervolgens op [
t
]
of [
o
].
2
Druk op [
D
/
c
] om Thuis te selecteren en druk op [
o
].
•
Als u naar een ander land gaat, selecteert u Bezoek en selecteert u een
nieuwe tijdzone.
3
Druk op [
D
/
c
] om een tijdzone te selecteren en druk
vervolgens op [
o
].
Tijdzone
Terug Instellen
[GMT +00:00] Londen
[GMT +01:00] Rome, Parijs, Berlijn
[GMT +02:00] Athene, Helsinki
[GMT +03:00] Moskou
4
Druk op [
b
].
De eerste instellingen uitvoeren
Basisfuncties
27
8
Druk op [
c
] om Datumtype te selecteren en druk vervolgens op
[
t
] of [
o
].
9
Druk op [
D
/
c
] om een datumtype te selecteren en druk
vervolgens op [
o
].
10
Druk op [
c
] om een Type tijd te selecteren en druk vervolgens op
[
t
] of [
o
].
11
Druk op [
D
/
c
] om een type tijd te selecteren en druk
vervolgens op [
o
].
12
Druk op [
b
] om de eerste conguratie te voltooien.
Basisfuncties
28
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties. Als u een opnameoptie wijzigt, knippert het
bijbehorende symbool korte tijd geel.
1
2
3
Symbool Beschrijving
Framesnelheid (per seconde)
Sound Alive Aan
Intelli-zoom aan
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Lichtmeting
Optie voor serieopnamen
Timer
Witbalans
Beeldaanpassing (contrast, scherpte en
kleurverzadiging)
Scherpstelgebied
Scherpsteloptie
Gezichtsdetectie
3
Opname-instelling (aanraken)
Symbool Beschrijving
AutoShare aan
Smart Touch AF-optie
m
Opname-instellingen
f
Smart Panel openen
Symbool Beschrijving
Geheugenkaart geplaatst
•
: volledig opgeladen
•
: gedeeltelijk opgeladen
•
: leeg (opladen)
•
: opladen (aangesloten op de
lader)
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Fotoresolutie als de intelligente
zoomfunctie is ingeschakeld
Zoomverhouding
Histogram (pag. 35)
2
Opname-instelling
Symbool Beschrijving
ISO-waarde
Flitser
Fotoresolutie
Videoresolutie
1
Opnamegegevens
Symbool Beschrijving
Opnamemodus
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Beschikbare opnametijd
Belichtingswaarde
Huidige datum
Huidige tijd
Autofocus continu aan
Resterend aantal foto's
Basisfuncties
29
Modus selecteren
Selecteer een opnamemodus of -functie met de modusdraaiknop. Draai de modusdraaiknop naar de gewenste modus. In sommige modi kunt u ook een symbool selecteren in
het scherm Modus.
Pictogrammen op het modusscherm
Symbool Beschrijving
T
Smart Auto: een foto maken met een scènemodus die automatisch
door de camera is geselecteerd. (pag. 44)
p
Programma: een foto maken met instellingen die u handmatig hebt
aangepast. (pag. 46)
G
Diafragmaprioriteit: de diafragmawaarde handmatig
instellen terwijl de camera automatisch een geschikte
sluitertijd selecteert. (pag. 48)
Sluiterprioriteit: de sluitertijd handmatig instellen terwijl
de camera automatisch een geschikte diafragmawaarde
selecteert. (pag. 49)
Handmatig: de diafragmawaarde en de sluitertijd
handmatig instellen. (pag. 50)
s
Smart: een foto maken met vooraf ingestelde opties voor een
specieke scène. (pag. 51)
i
Beste gezicht: meerdere foto's vastleggen en gezichten vervangen
om het beste beeld mogelijk te maken. (pag. 54)
Mijn Magisch
kader
FotolterGesplitste
opname
Filmlter Foto-editor
Foto in
beweging
2
1
Mijn Magisch
k
ad
er
F
o
t
o
lte
r
G
esplitste
h
h
opn
F
ilmlter F
o
t
o
-e
d
it
o
r
Fo
t
o
i
n
b
ewe
g
in
g
jn
gi
gis
jn
â–²
Voorbeeld: wanneer u Mijn Magisch kader selecteert in de modus Magisch Plus
Nr. Beschrijving
1
Huidig modusvenster
•
Draai de modusdraaiknop om naar een ander modusscherm te gaan.
2
Moduspictogrammen
•
Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
] om naar een gewenste modus te scrollen en
druk op [
o
] om de modus te openen.
•
Raak een pictogram aan om een modus of functie weer te geven.
Modus selecteren
Basisfuncties
30
Symbool Beschrijving
w
MobileLink: foto's of video's verzenden naar een
smartphone. (pag. 119)
Remote Viewnder: een smartphone gebruiken
als externe ontspanknop en een voorbeeld op uw
smartphone weergeven van een afbeelding op uw
camera. (pag. 120)
Automatische back-up: foto's of video's die u met de
camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een
pc. (pag. 122)
E-mail: foto's of video's die op de camera zijn opgeslagen,
verzenden via e-mail. (pag. 124)
SNS en cloud: foto's of video's uploaden naar websites
voor het delen van bestanden. (pag. 127)
AllShare Play: foto's uploaden naar de online opslag van
AllShare Play of bestanden weergeven op andere door
AllShare Play ondersteunde apparaten. (pag. 129)
Symbool Beschrijving
g
Mijn Magisch kader: een foto maken en een gedeelte
selecteren dat u transparant wilt maken. Vervolgens kunt
u een nieuwe foto maken die in het transparante gedeelte
verschijnt. (pag. 55)
Gesplitste opname: meerdere foto's maken en deze
indelen met voorgedenieerde indelingen. (pag. 57)
Foto in beweging: een serie foto's maken en combineren
en vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie
te maken. (pag. 58)
Fotolter: een foto maken met verschillende ltereecten.
(pag. 59)
Filmlter: een video opnemen met verschillende
ltereecten. (pag. 60)
Foto-editor: foto's bewerken met verschillende eecten.
(pag. 98)
n
Instellingen: instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. (pag. 133)
Basisfuncties
31
Opties of menu's selecteren
Druk op [
m
] of [ /
f
] om een optie of een menu te selecteren. U kunt ook het scherm aanraken om een optie of een menu te selecteren.
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus:
1
Draai de modusdraaiknop naar
p
.
2
Druk op [
m
].
Afsl. Select.
EV
Witbalans
ISO
Flitser
Focus
Selecteren met knoppen
Druk op [
m
] en druk vervolgens op [
D
/
c
/
F
/
t
] of [
o
] om een optie of
een menu te selecteren.
1
Druk in de opname- of afspeelmodus op [
m
].
2
Scrol naar een optie of menu.
•
Druk op [
D
] of [
c
] om omhoog of omlaag te gaan.
•
Druk op [
F
] of [
t
] om naar links of rechts te gaan.
3
Druk op [
o
] om de gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu
te bevestigen.
Druk op [
b
] om terug te gaan naar het vorige menu. Druk de [Ontspanknop]
half in om terug te gaan naar de opnamemodus.
Opties of menu's selecteren
Basisfuncties
32
3
Druk op [
D
/
c
] om Witbalans te selecteren en druk op [
t
] of
[
o
].
EV
Witbalans
ISO
Flitser
Focus
Afsl. Select.
4
Druk op [
F
/
t
] om een witbalansoptie te selecteren.
Terug
Aanpassen
Witbalans : Daglicht
5
Druk op [
o
] om uw instellingen op te slaan.
Selecteren door aanraken
Raak
m
aan op het scherm, sleep de lijst met opties omhoog of omlaag en raak
vervolgens een optie aan om deze te selecteren.
1
Raak in de opname- of afspeelmodus
m
aan op het scherm.
2
Sleep de optielijst omhoog of omlaag en raak vervolgens een optie
aan.
ACB
L.meting
Station/timer
AE BKT instellen
Beeld aanpassen
Afsl. Select.
Opties of menu's selecteren
Basisfuncties
33
Vegen: veeg voorzichtig met uw vinger over het scherm.
•
Als u meerdere items tegelijk aanraakt, herkent het aanraakscherm uw invoer
mogelijk niet.
•
Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de schermpen,
kunnen er verkleuringen optreden. Dit is geen defect, maar een eigenschap van
het aanraakscherm. De verkleuring is minimaal als u bij deze handelingen het
scherm slechts licht aanraakt.
•
Als u de camera gebruikt in zeer vochtige omgevingen, werkt het
aanraakscherm mogelijk niet correct.
•
Als u beschermfolie of ander accessoires aanbrengt op het aanraakscherm,
werkt het scherm mogelijk niet correct.
•
Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donker lijken. Pas de helderheid of
de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren.
Aanraakgebaren leren
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen, zoals pennen en potloden.
Anders kunt u het scherm beschadigen.
Aanraken: raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren.
Mijn Magisch
kader
FotolterGesplitste
opname
Filmlter Foto-editor
Foto in
beweging
F
n
in
Fo
Slepen: raak een gedeelte van het scherm aan en sleep vervolgens met
uw vinger.
ACB
L.meting
Station/timer
AE BKT instellen
Beeld aanpassen
Afsl. Select.
Opties of menu's selecteren
Basisfuncties
34
Smart Panel gebruiken
Druk op [ /
f
] of raak
f
aan op het scherm om een optie of een menu te
selecteren. Afhankelijk van het menu dat u selecteert, zijn bepaalde opties mogelijk
niet beschikbaar.
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus:
1
Draai de modusdraaiknop naar
p
.
2
Druk op [ /
f
] of raak
f
aan op het scherm.
3
Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
] om naar
te scrollen.
Witbalans : Auto witbalans
Afsl. Aanpassen
4
Druk op [
o
].
•
Voor bepaalde items kunt u een optie rechtstreeks selecteren door
[Zoomknop] naar links of rechts te draaien, en hoeft u niet op [
o
] te
drukken.
5
Druk op [
F
/
t
] om een witbalansoptie te selecteren.
Witbalans : Daglicht
Terug Aanpassen
6
Druk op [
o
] om uw instellingen op te slaan.
Basisfuncties
35
Het schermtype instellen
U kunt een type weergave selecteren voor de opname- of afspeelmodus. Elk type
geeft andere opname- of afspeelgegevens weer. Bekijk de onderstaande tabel.
Druk herhaaldelijk op [
D
] om het schermtype te wijzigen.
Modus
Type weergave
Opnemen
•
Alle informatie over opnameopties verbergen.
•
Alle informatie over opnameopties weergeven.
•
Alle informatie over opnameopties en een histogram weergeven.
Afspelen
•
Informatie weergeven behalve opnameopties en histogram.
•
Alle informatie over het huidige bestand weergeven.
Over histogrammen
Een histogram is een graek die illustreert hoe het licht is verdeeld in uw foto.
Als het histogram een hoge piek aan de linkerkant heeft, is de foto onderbelicht
en wordt deze donker weergegeven. Een piek aan de rechterkant van de graek
betekent dat de foto overbelicht is en te helder wordt weergegeven. De hoogte van
de pieken houdt verband met de kleurgegevens. Hoe meer van een bepaalde kleur,
hoe hoger de piek.
S
Onderbelicht
S
Goed belicht
S
Overbelicht
Het scherm en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen.
Het scherm en geluid instellen
Basisfuncties
36
De weergave van opties instellen
In sommige modi kunt u de weergave van opties uitschakelen of inschakelen.
Druk meerdere malen op [
o
].
•
De optieweergave uitschakelen.
•
De optieweergave inschakelen.
Optieweergave
OK: Scherm uit
S Bijvoorbeeld in de modus Fotolter
Het geluid instellen
Schakel het geluid in of uit dat de camera maakt wanneer u functies uitvoert.
1
Draai de modusdraaiknop naar
n
.
2
Selecteer Geluid î‚“ Piepjes.
3
Selecteer een optie.
Optie
Beschrijving
Uit
De camera laat geen geluiden horen.
Aan
De camera laat geluiden horen.
Basisfuncties
37
1
Draai de modusdraaiknop naar
T
.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
•
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
•
Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in beeld is.
4
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
5
Druk op [
P
] om de gemaakte foto weer te geven.
•
Als u de foto wilt verwijderen, drukt u op [ /
f
] en selecteert u Ja.
6
Druk op [
P
] om terug te gaan naar de opnamemodus.
Zie pagina 41 voor tips om betere foto's te maken.
Foto's maken
Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt in de Smart Auto-modus.
Foto's maken
Basisfuncties
38
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen.
Uitzoomen Inzoomen
Zoomverhouding
Wanneer u de zoomknop draait, kan de zoomverhouding op het scherm ongelijk
worden gewijzigd.
Digitale zoom
De digitale zoomfunctie wordt standaard ondersteund in de opnamemodus. Als u
inzoomt op een onderwerp in de opnamemodus en de zoomaanduiding bevindt
zich in het digitale bereik, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt
tot 105 keer inzoomen als u zowel de optische zoomfunctie (21X) als de digitale
zoomfunctie (5X) gebruikt.
Zoomindicator
Optisch bereik
Digitaal bereik
Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit lager zijn
dan normaal.
pAhM
Foto's maken
Basisfuncties
39
Intelligent zoomen
Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen bevindt, gebruikt
de camera de intelligente zoomfunctie. De resolutie van de foto verschilt afhankelijk
van de zoomverhouding als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot
42 keer inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie gebruikt.
Zoomindicator
Optisch bereik
Bereik intelligent zoomen
Fotoresolutie als
de intelligente
zoomfunctie is
ingeschakeld
•
Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder
kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotokwaliteit kan echter
wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie.
•
De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de 4:3-beeldverhouding
instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt terwijl de intelligente
zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente zoomfunctie automatisch
uitgeschakeld.
•
Intelli-zoom is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto.
TpAhM
Intelligent zoomen instellen
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Intelli-zoom.
3
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Uit: de intelligente zoomfunctie is uitgeschakeld.
Aan: de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld.
Foto's maken
Basisfuncties
40
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch beperken.
S
Vóór correctie
S
Na correctie
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer OIS.
3
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Uit: OIS is uitgeschakeld.
Aan: OIS is ingeschakeld.
pAhM
•
In de volgende omstandigheden werkt OIS mogelijk niet goed:
-
Wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen.
-
Wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt.
-
Wanneer de camera te veel trilt.
-
Wanneer u een langzame sluitertijd gebruikt (bijvoorbeeld voor
nachtopnamen).
-
Wanneer de batterij bijna leeg is.
-
Wanneer u een close-upfoto maakt.
•
Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp worden
door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-functie uit wanneer u een
statief gebruikt.
•
Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit gebeurt,
moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen.
Basisfuncties
41
De camera op de juiste manier vasthouden
Zorg ervoor dat niets de lens, itser of
microfoon blokkeert.
De ontspanknop half indrukken
Druk de [Ontspanknop] half in en pas
de scherpstelling aan. De camera past de
scherpstellingen en belichting automatisch aan.
De camera stelt de diafragmawaarde en
sluitertijd automatisch in.
Scherpstelkader
•
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een
foto te maken als het scherpstelkader groen is.
•
Pas de compositie aan en druk de
[Ontspanknop] nogmaals half in als het
scherpstelkader rood is.
Bewegingsonscherpte voorkomen
Stel de OIS-optie (Optische beeldstabilisatie) in om de
bewegingsonscherpte optisch te reduceren. (pag. 40)
Als wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de itseroptie niet is ingesteld op Langz sync
of Uit. Het diafragma blijft langer open en het kan moeilijk zijn om de camera lang
genoeg stabiel te houden om een scherpe foto te maken.
•
Gebruik een statief of stel de itser in op Invulits. (pag. 68)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 70)
Tips om betere foto's te maken
Basisfuncties
42
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen op het
onderwerp:
-
Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond (als het
onderwerp bijvoorbeeld kleren draagt met kleuren die lijken op de
achtergrondkleur).
-
De lichtbron achter het onderwerp is te fel.
-
Het onderwerp glanst of weerspiegelt.
-
Het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is.
-
Het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader.
•
Als u foto's maakt bij weinig licht
Schakel de itser
in. (pag. 68)
•
Als onderwerpen snel bewegen
Gebruik de functie
voor Serieopname
opnemen. (pag. 84)
De scherpstelvergrendeling gebruiken
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven
om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent de
[Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De Smart Auto-modus gebruiken
…………… 44
De Programmamodus gebruiken
……………… 46
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit
of Handmatig gebruiken
……………………… 47
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken
…… 48
De modus Sluiterprioriteit gebruiken
………… 49
De Handmatige modus gebruiken
…………… 50
De Smart-modus gebruiken
…………………… 51
De Panoramamodus gebruiken
……………… 52
De modus Beste gezicht gebruiken
…………… 54
De modus Magisch Plus gebruiken
…………… 55
De modus Mijn Magisch kader gebruiken
…… 55
De modus Gesplitste opname gebruiken
……… 57
De modus Foto in beweging gebruiken
……… 58
De Fotoltermodus
…………………………… 59
De Filmltermodus gebruiken
………………… 60
Een video opnemen
…………………………… 61
Een video opnemen met de functie Intelligente
scènedetectie
…………………………………… 62
Uitgebreide functies
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren.
Uitgebreide functies
44
1
Draai de modusdraaiknop naar
T
.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
•
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de
desbetreende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven. De
pictogrammen worden hieronder weergegeven.
Symbool Beschrijving
Landschappen
Scènes met een helderwitte achtergrond
Landschappen 's nachts
Portretten 's nachts
Landschappen met tegenlicht
Symbool Beschrijving
Portretten met tegenlicht
Portretten
Close-upfoto's van objecten
Close-upfoto's van tekst
Zonsondergangen
Binnen, donker
Gedeeltelijk verlicht
Close-up met spotlight
Portretten met spotlight
Heldere luchten
Bossen
Close-upfoto's van gekleurde onderwerpen
De camera is gestabiliseerd of op een statief geplaatst (bij
opnamen in het donker)
Onderwerpen die veel bewegen
Vuurwerk (als een statief wordt gebruikt)
De Smart Auto-modus gebruiken
In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch camera-instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De Smart Auto-modus is handig als u niet bekend bent
met de camera-instellingen voor de diverse scènes.
De Smart Auto-modus gebruiken
Uitgebreide functies
45
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Smart Auto-modus gebruikt.
•
Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen
portretmodus selecteert, afhankelijk van de positie van het onderwerp en de
lichtval.
•
Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de
lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de
juiste scène niet selecteert.
•
Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de modus
niet detecteert als het onderwerp beweegt.
•
De batterij raakt sneller leeg omdat de instellingen vaker worden gewijzigd om
de juiste scène te selecteren.
Uitgebreide functies
46
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u de meeste opties instellen, met uitzondering van de sluitertijd en de diafragmawaarde, die automatisch worden ingesteld door de camera.
1
Draai de modusdraaiknop naar
p
.
2
Stel de gewenste opties in.
•
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 64)
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies
47
Diafragmawaarde
Het diafragma is een opening waardoor licht de camera binnenkomt. De behuizing
van het diafragma heeft dunne metalen platen die open en dicht gaan. Hierdoor
wordt het diafragma breder of smaller en kan de hoeveelheid licht die de camera
binnenkomt, worden geregeld. De grootte van het diafragma is nauw verwant
aan de helderheid van een foto: hoe groter de diafragmawaarde, hoe helderder de
foto; hoe kleiner de diafragmawaarde, hoe donkerder de foto. Houd er rekening
mee dat een grotere diafragmawaarde een kleinere diafragmagrootte aangeeft.
Zo is de diafragmaopening groter bij een diafragmawaarde van 5.6 dan bij een
diafragmawaarde van 11.
S
Lage diafragmawaarde
(het diafragma is groot).
S
Hoge diafragmawaarde
(het diafragma is klein).
Sluitertijd
Sluitersnelheid, een belangrijke factor in de helderheid van een foto, verwijst naar
de tijd die nodig is om de sluiter te openen en te sluiten. Bij een lage sluitersnelheid
komt er meer licht in de camera. Onder vergelijkbare omstandigheden zijn foto's
helderder, maar worden snel bewegende objecten doorgaans vager weergegeven.
Als u een hogere sluitersnelheid kiest, komt er minder licht de camera binnen. Foto's
worden in dat geval donkerder, maar bewegende objecten worden duidelijker
vastgelegd.
S
Lange sluitertijd
S
Korte sluitertijd
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
Pas de diafragmawaarde of sluitertijd aan om de belichting van uw foto's te regelen. U kunt deze opties gebruiken in de modi Diafragmaprioriteit, Sluitertijdprioriteit en
Handmatig.
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
Uitgebreide functies
48
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken
In de modus Diafragmaprioriteit kunt u handmatig de diafragmawaarde instellen
terwijl de camera automatisch een geschikte sluitertijd selecteert.
1
Draai de modusdraaiknop naar
G
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
G
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus.
3
Druk op [
o
] î‚“ [
F
/
t
] om de diafragmawaarde aan te passen.
•
U kunt ook de diafragmawaarde op het scherm aanraken om de knop weer
te geven.
•
U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen.
•
Zie pagina 47 voor meer informatie over de diafragmawaarde.
OK: Wijzig diafragma
4
Druk op [
o
] om de instelling op te slaan.
5
Stel opties in.
•
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 64)
6
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
7
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Wanneer u de ISO-optie instelt op Auto, wordt de sluitertijd mogelijk niet
automatisch aangepast aan de diafragmawaarde. In dit geval zoekt de camera een
geschikte belichtingswaarde door de ISO-optie automatisch te wijzigen wanneer
u een foto vastlegt. Als u de ISO-optie handmatig wilt instellen, drukt u op [
m
]
en selecteert u ISO î‚“ een optie.
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
Uitgebreide functies
49
De modus Sluiterprioriteit gebruiken
In de modus Sluiterprioriteit kunt u handmatig de sluitertijd instellen terwijl de
camera automatisch een geschikte diafragmawaarde selecteert.
1
Draai de modusdraaiknop naar
G
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
G
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus.
3
Druk op [
o
] î‚“ [
F
/
t
] om de sluitertijd aan te passen.
•
U kunt ook de sluitertijd op het scherm aanraken om de knop weer te geven.
•
U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen.
•
Zie pagina 47 voor meer informatie over de sluitertijd.
OK: Wijzig sluitersnelheid
4
Druk op [
o
] om de instelling op te slaan.
5
Stel opties in.
•
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 64)
6
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
7
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Wanneer u de ISO-optie instelt op Auto, wordt de diafragmawaarde mogelijk
niet automatisch aangepast aan de sluitertijd. In dit geval zoekt de camera een
geschikte belichtingswaarde door de ISO-optie automatisch te wijzigen wanneer
u een foto vastlegt. Als u de ISO-optie handmatig wilt instellen, drukt u op [
m
]
en selecteert u ISO î‚“ een optie.
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
Uitgebreide functies
50
De Handmatige modus gebruiken
In de modus Handmatig kunt u zowel de diafragmawaarde als de sluitertijd
instellen.
1
Draai de modusdraaiknop naar
G
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
G
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus.
3
Druk op [
o
] î‚“ [
D
/
c
] om de diafragmawaarde of
sluitersnelheid te selecteren.
•
U kunt ook de diafragmawaarde of sluitertijd op het scherm aanraken om de
knop weer te geven.
OK: Wijzig diafragma/
sluitersnelheid
4
Druk op [
F
/
t
] om de diafragmawaarde of sluitersnelheid aan te
passen.
•
U kunt ook de draaiknoppen op het scherm naar links of naar rechts slepen.
5
Druk op [
o
] om de instelling op te slaan.
6
Stel opties in.
•
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 64)
7
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
8
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies
51
De Smart-modus gebruiken
In de Smart-modus kunt u een foto maken met opties die al vooraf zijn ingesteld voor een bepaalde scène.
Optie Beschrijving
Panorama
Een brede panoramascène vastleggen in één foto.
Waterval
Watervalscènes vastleggen.
Silhouet
Donkere vormen vastleggen tegen een lichte
achtergrond.
Zon onder
Zonsondergangen met natuurlijke rood- en geeltinten
vastleggen.
Opname bij
weinig licht
In omstandigheden met weinig licht zonder itser
meerdere foto's maken. De camera combineert deze
foto's tot een heldere afbeelding die scherper is en
minder beeldruis bevat.
Vuurwerk
Vuurwerkscènes vastleggen.
Lichtspoor
Lichtsporen vastleggen bij weinig licht.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
1
Draai de modusdraaiknop naar
s
.
2
Selecteer een scène.
•
Om een andere modus te selecteren als de modusdraaiknop op
s
staat,
drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een modus.
Smart : Gezichtscorrectie
Instellen
Optie Beschrijving
Gezichtscorrectie
Een portretfoto maken met opties voor het verhullen van
onzuiverheden op het gezicht.
Continuopname
Doorlopend foto's maken.
Landschap
Stillevens en landschapsfoto's maken.
Macro
Kleine onderwerpen vastleggen of close-ups maken.
Actie-opname
Onderwerpen vastleggen die met hoge snelheid
bewegen.
Rijke toon
Een foto maken met heldere kleuren.
De Smart-modus gebruiken
Uitgebreide functies
52
5
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt en beweeg de camera langzaam
in de richting waarin de rest van de panoramaopname moet worden
vastgelegd.
•
Er worden pijltjes in de richting van de beweging weergegeven en de gehele
opnameafbeelding wordt weergegeven in het voorbeeldvak.
•
Wanneer de scènes zijn uitgelijnd, legt de camera de volgende foto
automatisch vast.
Trillen
6
Wanneer u klaar bent, laat u de [Ontspanknop] los.
•
Wanneer u alle benodigde opnamen heeft vastgelegd, combineert de
camera deze tot één panoramafoto.
De Panoramamodus gebruiken
In de Panoramamodus kunt u een brede panoramascène vastleggen in één foto.
Een serie foto's maken en deze combineren om een panoramisch beeld te maken.
S
Opnamevoorbeeld
1
Draai de modusdraaiknop naar
s
.
2
Selecteer Panorama.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
•
Breng de camera op één lijn met de uiterste linker-, rechter-, onder- of
bovenkant van de scène die u wilt vastleggen.
4
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt om de opname te starten.
De Smart-modus gebruiken
Uitgebreide functies
53
•
Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet u het
volgende vermijden:
-
De camera te snel of te langzaam bewegen.
-
De camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te leggen.
-
De camera met ongelijkmatige snelheden bewegen.
-
De camera schudden.
-
Opnemen op donkere locaties.
-
Bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen.
-
Opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht verandert.
•
Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen wordt
gestopt onder de volgende omstandigheden:
-
als u de opnamerichting wijzigt wanneer u opneemt
-
als u de camera te snel beweegt
-
als u de camera niet beweegt
•
Als u de Panoramamodus selecteert, worden de digitale en optische
zoomfuncties uitgeschakeld. Als u de Panoramamodus selecteert terwijl de lens
is ingezoomd, zoomt de camera automatisch uit naar de standaardpositie.
•
Bepaalde opnameopties zijn niet beschikbaar.
•
De camera kan de opname stoppen vanwege de compositie van de opname of
beweging van het onderwerp.
•
Mogelijk legt de camera de laatste scène niet volledig vast als u de
camerabeweging exact stopt op het punt waar u de scène wilt beëindigen. Als
u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets verder dan het
punt waar u de scène wilt eindigen.
Uitgebreide functies
54
De modus Beste gezicht gebruiken
In de modus Beste gezicht kunt u meerdere foto's vastleggen en gezichten vervangen om het beste beeld mogelijk te maken. Gebruik deze modus om het beste beeld te
selecteren voor elk individu wanneer u groepsfoto's maakt.
5
Raak de beste afbeelding aan van de 5 gezichten die zijn vastgelegd.
•
Herhaal stap 4 en 5 om de rest van de gezichten op de foto te vervangen.
•
Het pictogram wordt weergegeven op de afbeelding die de camera
aanbeveelt.
6
Raak aan om de foto op te slaan.
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
•
De resolutie wordt ingesteld op of lager.
1
Draai de modusdraaiknop naar
i
.
2
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
De camera maakt 5 foto's achter elkaar.
•
De eerste foto wordt ingesteld als de achtergrondafbeelding.
•
De camera detecteert automatisch gezichten na de opname.
4
Raak een gezicht aan om het te vervangen.
Uitgebreide functies
55
De modus Mijn Magisch kader gebruiken
In de modus Mijn Magisch kader kunt u een gedeelte van de foto transparant
maken en vervolgens een nieuwe foto maken binnen het transparante gebied.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
g
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te maken.
•
Als u een achtergrondfoto wilt selecteren uit uw opgeslagen foto's, drukt
u op [
m
] en selecteert u Afbeelding selecteren î‚“ een gewenste foto.
U kunt geen videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn
vastgelegd in de Panoramamodus.
4
Raak Instellen aan.
•
Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Opnieuw aan.
Opnieuw Instellen
5
Selecteer een kader.
•
Als u een nieuw kader wilt tekenen en de dikte van de pen wilt instellen, raakt
u
aan.
6
Sleep de hoek van het vak om het formaat aan te passen.
De modus Magisch Plus gebruiken
In de modus Magisch Plus kunt u een foto maken met verschillende eecten.
De modus Magisch Plus gebruiken
Uitgebreide functies
56
7
Sleep het geselecteerde kader naar de gewenste locatie.
8
Druk op [
o
].
9
Sleep de schuifregelaars op raak de pictogrammen +/- aan om de
transparantie aan te passen.
Transparantie
10
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
•
Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u aan.
11
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
Druk op [
b
] om naar het vorige scherm terug te keren.
12
Raak aan om de foto op te slaan.
•
Bepaalde opnameopties zijn niet beschikbaar.
•
De scherpstelling wordt ingesteld op het transparante gedeelte in het kader.
•
De resolutie wordt ingesteld op .
De modus Magisch Plus gebruiken
Uitgebreide functies
57
De modus Gesplitste opname gebruiken
In de modus Gesplitste opname kunt u meerdere foto's maken en deze indelen met
voorgedenieerde indelingen.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
g
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus.
3
Selecteer een stijl voor splitsen.
•
Als u de scherpte van de scheidingslijn wilt aanpassen, drukt u op [
m
] en
selecteert u î‚“ Lijnvervaging î‚“ een gewenste waarde.
•
Als u op een gedeelte van de opname een Smart lter-eect wilt toepassen,
drukt u op [
m
] en selecteert u  Smart lter  een gewenste optie.
U kunt verschillende Smart lter-eecten toepassen of de afzonderlijke
gedeelten van de opname.
•
Als u de grootte van het kader wilt aanpassen, sleept u de scheidingslijn. Raak
of de gesplitste stijl opnieuw aan om uw wijzigingen ongedaan te maken.
OK: Scherm uit
4
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
5
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
•
Herhaal stap 4 en 5 om de rest van de foto' te maken.
•
Als u een foto opnieuw wilt maken, drukt u op [
b
].
•
De resolutie wordt ingesteld op of lager.
•
Het beschikbare zoombereik is mogelijk kleiner dan in andere opnamemodi.
De modus Magisch Plus gebruiken
Uitgebreide functies
58
De modus Foto in beweging gebruiken
In de modus Foto in beweging kunt u een serie foto's maken en combineren en
vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie te maken.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
g
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus.
3
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
De camera maakt meerdere foto's terwijl het statuslampje knippert.
5
Teken op het scherm een gebied waarvan u een animatie wilt
maken.
•
U kunt meerdere gebieden selecteren.
•
Raak aan om de dikte van de pen aan te passen.
•
Raak het pictogram +/- aan om de bewegingssnelheid aan te passen.
•
Als u een foto opnieuw wilt maken, raakt u aan.
•
Raak aan om opnieuw het gebied te tekenen waarvan u een animatie wilt
maken.
6
Raak aan om de foto op te slaan.
•
De resolutie wordt ingesteld op .
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
•
Het opslaan van bestanden kan langer duren.
De modus Magisch Plus gebruiken
Uitgebreide functies
59
De Fotoltermodus
Pas allerlei ltereecten op uw foto's toe om unieke afbeeldingen te maken.
Miniatuur Vignetten
Visoog Schets
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
g
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus.
3
Selecteer een eect.
Optie Beschrijving
Miniatuur
Een eect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer
te geven.
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van
Lomo-camera's toepassen.
Aquarel
Het eect van een waterverfschilderij toepassen.
Olieverf
Het eect van een olieverfschilderij toepassen.
Cartoon
Het eect van een striptekening toepassen.
Kruislter
Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere
objecten om het visuele eect van een kruislter te
imiteren.
Schets
Een schetseect van een pen toepassen.
Softfocus
Onzuiverheden in het gezicht verhullen of droomachtige
eecten toevoegen.
Visoog
De randen van het kader donkerder maken en nabije
objecten vervormen om de visuele eecten van een
vissenooglens te imiteren.
Klassiek
Een zwart-witeect toepassen.
Retro
Een sepiatinteect toepassen.
Zoomopname
De randen van een foto vervagen om de onderwerpen in
het midden te benadrukken.
De modus Magisch Plus gebruiken
Uitgebreide functies
60
4
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
5
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
•
Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de resolutie automatisch worden
gewijzigd in
of lager.
•
Als u ltereecten wilt toepassen op uw opgeslagen foto's, drukt u op [
m
]
en selecteert u Afbeelding selecteren î‚“ een gewenste foto.
De Filmltermodus gebruiken
Pas allerlei ltereecten op uw video's toe om unieke afbeeldingen te maken.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
g
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus.
3
Selecteer een eect.
Optie Beschrijving
Miniatuur
Een eect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer
te geven.
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van
Lomo-camera's toepassen.
Optie Beschrijving
Schets
Een schetseect van een pen toepassen.
Visoog
Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele
eecten van een vissenooglens te imiteren.
Klassiek
Een zwart-witeect toepassen.
Retro
Een sepiatinteect toepassen.
Paleteect 1
Een heldere look maken met een scherp contrast en sterke
kleur.
Paleteect 2
Scènes helder en duidelijk maken.
Paleteect 3
Een zachte bruine tint toepassen.
Paleteect 4
Een koud en eenkleurig eect toepassen.
4
Druk op (Video-opname) om de opname te starten.
5
Druk opnieuw op (Video-opname) om de opname te stoppen.
•
Als u Miniatuur selecteert, wordt de afspeelsnelheid verhoogd.
•
Als u Miniatuur selecteert, kunt u geen geluid voor de video opnemen.
•
Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de resolutie automatisch worden
gewijzigd in
of lager.
Uitgebreide functies
61
1
Draai de modusdraaiknop naar
p
,
G
,
s
,
i
,
g
of
T
.
•
Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi.
2
Stel de gewenste opties in.
•
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 64)
3
Druk op (Video-opname) om de opname te starten.
•
Terwijl u een video opneemt, drukt u één keer op [
c
] om de functie
Autofocus continu te annuleren. Druk nogmaals om de functie weer in te
schakelen.
4
Druk opnieuw op (Video-opname) om de opname te stoppen.
Opnemen onderbreken
U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk onderbreken. Met
deze functie kunt u verschillende scènes opnemen in één video.
•
Druk op [
o
] om de opname te onderbreken.
•
Druk op [
o
] om de opname te hervatten.
Een video opnemen
Neem tot 20 minuten video op in volledige HD (1920 X 1080). De camera slaat opgenomen video's op als MP4-bestanden (H.264).
•
H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T.
•
Als u geheugenkaarten gebruikt met lage schrijfsnelheden, slaat de camera video's mogelijk niet correct op. Video-opnamen zijn mogelijk beschadigd of worden niet correct
afgespeeld.
•
Geheugenkaarten met langzame schrijfsnelheden bieden geen ondersteuning voor video's met een hoge resolutie. Gebruik voor het opnemen van video's met een hoge resolutie
geheugenkaarten met een hogere schrijfsnelheid.
•
Als u de beeldstabilisatiefunctie inschakelt terwijl u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het geluid op dat door de beeldstabilisatiefunctie wordt geproduceerd.
•
Als u de zoomfunctie gebruikt wanneer u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het geluid van de zoomfunctie op. Gebruik de Sound Alive-functie om het geluid van de
zoomfunctie te beperken. (pag. 87)
Een video opnemen
Uitgebreide functies
62
Foto's vastleggen terwijl u een video opneemt
U kunt foto's vastleggen terwijl u een video opneemt zonder over te schakelen naar
de fotostand (maximaal 6 foto's).
Foto's vastgelegd tijdens het opnemen
van een video
•
Druk de [Ontspanknop] in om foto's vast te leggen tijdens het opnemen van een
video.
•
Vastgelegde foto's worden automatisch opgeslagen.
•
Het formaat van vastgelegde afbeeldingen wordt automatisch gewijzigd,
afhankelijk van het formaat van de opgenomen video.
•
U kunt geen foto's vastleggen wanneer u de video-opname onderbreekt.
•
Foto's die u hebt vastgelegd tijdens het opnemen van een video, hebben
mogelijk een lagere kwaliteit dan de foto's die u op de normale wijze hebt
gemaakt.
•
Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi.
Een video opnemen met de functie Intelligente
scènedetectie
In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch de camera-instellingen die bij
de gedetecteerde scène passen.
1
Draai de modusdraaiknop naar
T
.
2
Stel de gewenste opties in.
•
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 64)
3
Plaats het onderwerp in het kader.
•
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de
desbetreende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven.
Een video opnemen
Uitgebreide functies
63
Symbool Beschrijving
Landschappen
Zonsondergangen
Heldere luchten
Bossen
4
Druk op (Video-opname) om de opname te starten.
5
Druk opnieuw op (Video-opname) om de opname te stoppen.
•
Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Intelligente scènedetectiemodus gebruikt.
•
Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de
lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de
juiste scène niet selecteert.
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
…… 65
De resolutie selecteren
………………………… 65
Een fotokwaliteit selecteren
…………………… 66
Opnamen in het donker maken
……………… 67
Rode ogen voorkomen
………………………… 67
De itser gebruiken
…………………………… 67
Een itseroptie instellen
……………………… 68
De ISO-waarde aanpassen
……………………… 70
De scherpstelling aanpassen
…………………… 71
Macro gebruiken
……………………………… 71
Autofocus gebruiken
…………………………… 71
Het scherpstelgebied aanpassen
……………… 73
De scherpstelafstand aanpassen via aanraken
… 73
Gezichtsdetectie gebruiken
…………………… 76
Gezichten detecteren
………………………… 76
Een zelfportret maken
………………………… 76
Een foto van een lachend gezicht maken
……… 77
Knipperende ogen detecteren
………………… 77
Tips voor gezichtsdetectie
……………………… 78
Helderheid en kleur aanpassen
……………… 79
De belichting handmatig aanpassen (EV)
…… 79
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
…………… 80
De lichtmeetmethode wijzigen
……………… 80
Een instelling voor Witbalans selecteren
……… 81
Serieopnamen
…………………………………… 84
Continu foto's maken
………………………… 84
Timer gebruiken
……………………………… 85
Foto's met de bracketfunctie maken
………… 85
Afbeeldingen aanpassen
……………………… 86
Het geluid van de zoom verminderen
………… 87
Opnameopties
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
Opnameopties
65
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen.
De videoresolutie instellen
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Filmformaat.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
1920 X 1080: HD-bestanden van hoge kwaliteit om af te spelen
op een HDTV.
1280 X 720: HD-bestanden om af te spelen op een HDTV.
640 X 480: SD-bestanden om af te spelen op een analoge
televisie.
320 X 240: op een webpagina plaatsen.
Om te delen: op een website plaatsen via het draadloos netwerk
(maximaal 30 seconden).
De resolutie selecteren
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en
daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie
neemt ook de bestandsgrootte toe.
De fotoresolutie instellen
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Fotoformaat.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
4608 X 3456: afdrukken op A1-papier.
4608 X 3072: afdrukken op A1-papier in de verhouding 3:2
(breed).
4608 X 2592: afdrukken op A1-papier in panoramaverhouding
(16:9) of weergeven op een HDTV.
3648 X 2736: afdrukken op A2-papier.
2832 X 2832: afdrukken op A3-papier in de verhouding 1:1.
2592 X 1944: afdrukken op A4-papier.
1984 X 1488: afdrukken op A5-papier.
1920 X 1080: afdrukken op A5-papier in panoramaverhouding
(16:9) of weergeven op een HDTV.
1024 X 768: toevoegen aan een e-mailbericht.
TpAhMsig
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Opnameopties
66
Een fotokwaliteit selecteren
Stel de instelling voor de fotokwaliteit in. Een hogere beeldkwaliteit resulteert in
grotere bestanden. De camera comprimeert de foto's die u maakt en slaat deze op
in JPEG-indeling.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Kwalit..
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Superhoog: foto's maken met superhoge kwaliteit.
Hoog: foto's maken met hoge kwaliteit.
Normaal: foto's maken met normale kwaliteit.
pAhMig
Opnameopties
67
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
De itser gebruiken
Druk op de knop voor het
uitklappen van de itser om de
itser uit te klappen. Als de itser is
uitgeklapt, gaat de itser af op basis
van de geselecteerde optie. Als u
Uit selecteert, gaat de itser niet af
zelfs wanneer deze is geopend.
•
Als u de itser niet gebruikt, moet u deze sluiten om schade aan de itser te
voorkomen.
•
Als u de itser met kracht opent, kunt u de camera beschadigen. Druk de itser
voorzichtig naar beneden om deze te sluiten.
Rode ogen voorkomen
Als de itser afgaat wanneer u in het donker een foto van een persoon maakt, kan
er een rode gloed in de ogen verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of
Anti-rode ogen te selecteren. Zie 'Een itseroptie instellen' voor de itseropties.
S
Vóór correctie
S
Na correctie
ps
Opnamen in het donker maken
Opnameopties
68
Een itseroptie instellen
Gebruik de itser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in
de foto's wilt hebben.
1
Druk op de knop voor het uitklappen van de itser om de itser te
openen.
2
Druk in de opnamemodus op [
F
].
TpAhMsg
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Uit:
•
Er wordt niet geitst.
•
De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera
beweegt
wanneer u foto's maakt bij weinig licht.
Auto: in de modus Smart Mode selecteert de camera een
geschikte itseroptie voor de gedetecteerde scène.
Auto: de itser wordt automatisch gebruikt wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is.
Rode ogen:
•
De itser gaat twee keer af als het onderwerp of de
achtergrond te donker is om het rode-ogeneect te
verminderen.
•
Er zit een korte tijd tussen de twee itsen. Beweeg de camera
niet totdat de tweede its is uitgevoerd.
Invulits:
•
Er wordt altijd geitst.
•
De camera past automatisch de intensiteit van het licht aan.
Opnamen in het donker maken
Opnameopties
69
Symbool Beschrijving
Langz sync:
•
Er wordt geitst en de sluiter blijft langer open.
•
Deze optie wordt aanbevolen wanneer u het omgevingslicht
wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te
maken.
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp
worden.
•
De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera
beweegt
wanneer u foto's maakt bij weinig licht.
Anti-rode ogen:
•
De itser wordt geactiveerd wanneer het onderwerp of de
achtergrond donker is en de camera corrigeert de rode ogen
met de geavanceerde software-analyse.
•
Er zit een korte tijd tussen de twee itsen. Beweeg de camera
niet totdat de tweede its is uitgevoerd.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
•
Als u opties voor serieopnamen instelt of Knipperen, Zelfportret selecteert, zijn
er geen itseropties beschikbaar.
•
Zorg ervoor dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de itser
bevindt. (pag. 155)
•
Als licht van de itser wordt gereecteerd of als er veel stof in de lucht is, kunnen
er kleine vlekjes op de foto komen.
•
In sommige modi kunt u ook de itseroptie instellen door op [
m
] te drukken
en vervolgens Flitser te selecteren.
De itserintensiteit aanpassen
Pas de itserintensiteit aan om overbelichte of niet voldoende belichte foto's te
voorkomen.
1
Druk in de opnamemodus op [
F
].
2
Scrol naar een optie.
3
Druk op [
D
].
4
Druk op [
F
/
t
] om de intensiteit aan te passen.
•
Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de intensiteit aan te passen.
Auto : 0
Terug Instellen
5
Druk op [
o
] om de instellingen op te slaan.
•
Het aanpassen van de intensiteit van de itser is mogelijk niet eectief als:
-
het onderwerp niet in de richting van de camera kijkt
-
u de ISO-waarde te hoog hebt ingesteld
-
de belichtingswaarde te hoog of te laag is
•
In sommige opnamemodi kunt u deze functie niet gebruiken.
Opnamen in het donker maken
Opnameopties
70
De ISO-waarde aanpassen
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin lm gevoelig is voor licht,
zoals gedenieerd door de International Organization for Standardization (ISO).
Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger wordt de camera voor licht. Gebruik
een hogere ISO-waarde om betere foto's te maken en bewegingsonscherpte te
voorkomen wanneer u de itser niet gebruikt.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer ISO.
3
Selecteer een optie.
•
Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op basis van de
helderheid van het onderwerp en de lichtval.
Hogere ISO-waarden kunnen zorgen voor meer ruis in beelden.
pAhM
Opnameopties
71
Macro gebruiken
Gebruik macro om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van bloemen of
insecten.
•
Probeer de camera stevig vast te houden, om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
•
Schakel de itser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm
bedraagt.
pAhMg
Autofocus gebruiken
Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die bij de afstand tot
het onderwerp past.
1
Druk in de opnamemodus op [
c
].
Focus : Normaal (AF)
Afsl. Instellen
TpAhMsg
De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de scherpstelling van de camera om deze aan te passen aan het onderwerp en de opnameomstandigheden.
De scherpstelling aanpassen
Opnameopties
72
De scherpstelafstand handmatig aanpassen
1
Druk in de opnamemodus op [
c
].
2
Selecteer Handm. scherpstellen.
3
Druk op [
F
/
t
] om de scherpstelafstand aan te passen.
•
U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de scherpstelafstand
aan te passen.
Terug Instellen
Handm. scherpstellen : 50
4
Druk op [
o
] om uw instellingen op te slaan.
Als u de scherpstelafstand handmatig aanpast en het onderwerp zich buiten het
scherpstelgebied bevindt, kan de foto onscherp worden.
pAhM
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Normaal (AF): scherpstellen op een onderwerp dat zich op een
afstand van meer dan 80 cm van de lens bevindt. Of op een
afstand van 350 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de
zoom.
Handm. scherpstellen: scherpstellen op een onderwerp door de
scherpstelafstand handmatig aan te passen. (pag. 72)
Macro: scherpstellen op een onderwerp dat zich 10-80 cm van de
camera bevindt. 150-350 cm wanneer u de zoom gebruikt.
Auto macro:
•
Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van
meer dan 10 cm van de lens bevindt. Of op een afstand van
150 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de zoom.
•
De optie wordt automatisch ingesteld in bepaalde
opnamemodi.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
In sommige modi kunt u ook de scherpsteloptie instellen door op [
m
] te
drukken en vervolgens Focus te selecteren.
De scherpstelling aanpassen
Opnameopties
73
Het scherpstelgebied aanpassen
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de
locatie van het onderwerp in de scène.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Scherpstelgebied.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Centrum AF: scherpstellen op het midden van het kader (voor
onderwerpen die zich in het midden of in de buurt van het
midden bevinden).
Multi AF: scherpstellen op een of meer van 9 mogelijke
gebieden.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opnameopties verschillen.
pAhM
De scherpstelafstand aanpassen via aanraken
U kunt scherpstellen op het onderwerp en een foto maken door het beeld op het
scherm aan te raken.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Aanraak AF.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Uit: de functie Aanraak AF niet gebruiken.
Aanraak AF: scherpstellen op het onderwerp dat u op het
scherm aanraakt.
Tracking AF: scherpstellen op het onderwerp dat u op het
scherm aanraakt en het onderwerp volgen. (pag. 74)
One Touch-opname: scherpstellen op het onderwerp en een
foto maken door de afbeelding op het scherm aan te raken.
(pag. 75)
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
De scherpstelling wordt gereset wanneer u 5 seconden geen bewerkingen
uitvoert of wanneer u op de [Ontspanknop] drukt terwijl de functie Aanraak AF is
ingeschakeld.
TpAhMs
De scherpstelling aanpassen
Opnameopties
74
•
Als u geen scherpstelgebied selecteert, wordt het scherpstelkader weergegeven
in het midden van het scherm.
•
Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:
-
Het onderwerp is te klein.
-
Het onderwerp beweegt te veel.
-
Er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats.
-
Kleuren of patronen van het onderwerp komen overeen met de achtergrond.
-
Het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is.
-
De camera trilt erg.
•
Wanneer tracking mislukt, wordt de functie gereset.
•
Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen onderwerp
opnieuw selecteren.
•
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader rood
weergegeven en wordt de scherpstelling gereset.
Meebewegende autofocus gebruiken
Met Aanraak AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch scherp in beeld
houden, ook wanneer u beweegt.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Aanraak AF î‚“ Tracking AF.
3
Raak het onderwerp aan dat u wilt bijhouden in het
aanraakgedeelte.
•
Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het onderwerp
volgt als u de camera beweegt.
•
Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.
•
Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat het
onderwerp scherp in beeld is.
•
Het rode kader betekent dat de camera niet heeft kunnen scherpstellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
De scherpstelling aanpassen
Opnameopties
75
One Touch-opname gebruiken
U kunt met één vingeraanraking een foto maken. Wanneer u het onderwerp
aanraakt, stelt de camera automatisch scherp op het onderwerp en wordt de foto
gemaakt.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Aanraak AF î‚“ One Touch-opname.
3
Raak een onderwerp aan om de foto op te maken.
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de timer, intelligente
zoomfunctie en serieopties in te stellen.
Opnameopties
76
Gezichten detecteren
De camera kan automatisch maximaal 10 gezichten in een scène detecteren.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Gezichtsdetectie î‚“ Normaal.
Het gezicht dat zich het dichtst bij de
camera of het dichtst bij het midden van
de scène bevindt, wordt weergegeven
in een wit scherpstelkader en de overige
gezichten worden weergegeven in grijze
scherpstelkaders.
Hoe dichter u bij de onderwerpen bent, des te sneller de camera gezichten
detecteert.
Een zelfportret maken
Maak foto's van uzelf. De camera stelt de scherpstelafstand in op close-up en geeft
een pieptoon weer wanneer dit gereed is.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Gezichtsdetectie î‚“ Zelfportret.
3
Stel de opname samen met de lens naar u toe gericht.
4
Wanneer u een korte piep hoort, drukt u op de [Ontspanknop].
Wanneer gezichten zich in het midden
bevinden, piept de camera snel.
Als u Volume uitschakelt in de geluidsinstellingen, geeft de camera geen pieptoon
weer. (pag. 135)
Gezichtsdetectie gebruiken
Bij gebruik van de opties voor Gezichtsdetectie worden de gezichten van mensen automatisch door de camera gedetecteerd. Wanneer u op een menselijk gezicht scherpstelt,
past de camera de belichting automatisch aan. Gebruik Knipperen om gesloten ogen te detecteren of Smile shot om een lachend gezicht op te nemen.
pAhMs
Gezichtsdetectie gebruiken
Opnameopties
77
Een foto van een lachend gezicht maken
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt
gedetecteerd.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Gezichtsdetectie î‚“ Smile shot.
3
Stel de opname samen.
•
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht
wordt gedetecteerd.
De camera herkent de lach eerder
wanneer het onderwerp breeduit
lacht.
Knipperende ogen detecteren
Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch 3 foto's na elkaar
gemaakt.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Gezichtsdetectie î‚“ Knipperen.
Gezichtsdetectie gebruiken
Opnameopties
78
Tips voor gezichtsdetectie
•
Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt het gedetecteerde gezicht
automatisch gevolgd.
•
Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet eectief:
-
De afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het scherpstelkader
wordt oranje weergegeven voor Smile shot en Knipperen).
-
Het is te licht of te donker.
-
Het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera.
-
Het onderwerp draagt een zonnebril of een masker.
-
De gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch.
-
Het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk.
•
Als opties voor gezichtsdetectie instelt, wordt het AF-gebied automatisch
ingesteld op Multi AF.
•
Afhankelijk van de geselecteerde optie voor gezichtsdetectie zijn bepaalde
opnameopties niet beschikbaar.
Opnameopties
79
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
3
Druk op [
F
/
t
] om de belichting aan te passen.
•
Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de belichting aan te passen.
•
De foto wordt lichter naarmate de belichting wordt verhoogd.
Annuleer Instellen
EV : 0
4
Druk op [
o
] om uw instellingen op te slaan.
•
Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling automatisch
opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden aangepast om onder- of
overbelichting te voorkomen.
•
Als u niet weet wat de juiste belichting moet zijn, selecteert u de optie AE BKT
(Auto Exposure Bracket). De camera neemt 3 foto's achter elkaar, elk met een
andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. (pag. 85)
De belichting handmatig aanpassen (EV)
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te
donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te
krijgen.
S
Donkerder (-)
S
Neutraal (0)
S
Helderder (+)
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer EV.
•
U kunt ook de belichtingswaarde op het scherm aanraken om het
aanpassingsvenster weer te geven.
pAh
Helderheid en kleur aanpassen
Opnameopties
80
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er een groot
contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond, komt het onderwerp
waarschijnlijk donker op de foto. Stel in dit geval de optie Automatische
contrastverbetering (ACB) in.
S Zonder ACB S Met ACB
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer ACB.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Uit: automatische contrastverbetering (ACB) is uitgeschakeld.
Aan: automatische contrastverbetering (ACB) is ingeschakeld.
De ACB-functie is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto.
pAhM
De lichtmeetmethode wijzigen
De lichtmetingsmodus heeft betrekking op de manier waarop een camera de
hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting van de foto's varieert met de
gekozen lichtmeetmethode.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer L.meting.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Multi:
•
De camera verdeelt het frame onder in diverse gebieden en
meet de lichtintensiteit in elk gebied.
•
Geschikt voor algemene foto's.
Spot:
•
De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste midden
van het kader.
•
Als een onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt, kan
de foto verkeerd belicht worden.
•
Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.
Centr. gewogen:
•
De camera bepaalt een gemiddelde voor de lichtmeting van
het gehele beeld, maar met nadruk op het midden.
•
Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het midden
van het beeld bevindt.
pAhM
Helderheid en kleur aanpassen
Opnameopties
81
Een instelling voor Witbalans selecteren
De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de kwaliteit
daarvan. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren hebben, selecteert u een
witbalansinstelling die geschikt is voor de lichtomstandigheden, zoals Auto
witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht.
Auto witbalans
Daglicht
Bewolkt
Kunstlicht
pAhM
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Witbalans.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Auto witbalans: automatisch de witbalans instellen op basis van
de lichtomstandigheden.
Daglicht: voor foto's buitenshuis op een zonnige dag.
Bewolkt: voor foto's buitenshuis op een bewolkte dag of in de
schaduw.
TL-licht H: voor foto's bij daglichtlampen of
drie-weguorescentielampen.
TL-licht L: voor foto's bij wit TL-licht.
Kunstlicht: voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of
halogeenlampverlichting.
Kleurtemp.: de kleurtemperatuur van de lichtbron instellen.
(pag. 82)
Aangep. instelling: instellingen voor de witbalans gebruiken die
u hebt ingesteld. (pag. 83)
Helderheid en kleur aanpassen
Opnameopties
82
Voorgedenieerde witbalansopties aanpassen
U kunt de voorgedenieerde witbalansopties aanpassen, behalve Auto witbalans
en Aangep. instelling.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Witbalans.
3
Scrol naar een gewenste optie.
4
Druk op [
D
].
5
Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
] om de waarde van de coördinaten aan te
passen.
•
U kunt ook een gedeelte van het scherm aanraken.
•
G: groen
•
A: oranje
•
M: magenta
•
B: blauw
Terug
Instellen
Witbalans : Daglicht
6
Druk op [
o
] om de instellingen op te slaan.
Kleurtemperatuur aanpassen
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Witbalans î‚“ Kleurtemp..
3
Druk op [
D
].
4
Druk op [
F
/
t
] om de kleurtemperatuur aan te passen zodat deze
aansluit bij uw lichtbron.
•
Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de kleurtemperatuur aan te
passen.
•
U kunt een warmere foto maken met een hogere instelling voor
kleurtemperatuur en een koelere foto met een lagere instelling voor
kleurtemperatuur.
Kleurtemp. : 6500 K
Terug Instellen
5
Druk op [
o
] om uw instellingen op te slaan.
Helderheid en kleur aanpassen
Opnameopties
83
Uw eigen witbalansinstelling congureren
U kunt de witbalans aanpassen door een foto te maken van een wit oppervlak, zoals
een stuk papier, onder de lichtomstandigheden waarin u een foto wilt maken. De
functie voor witbalans helpt u om de kleuren in uw foto te laten overeenkomen met
de werkelijke scène.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Witbalans î‚“ Aangep. instelling.
3
Richt de lens op een wit stuk papier en druk op de [Ontspanknop].
Opnameopties
84
Serieopnamen
Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen in foto's vast te leggen. Het kan
ook moeilijk zijn om de belichting correct aan te passen en een juiste belichtingsbron te selecteren. Selecteer in deze gevallen een van de modi voor serieopnamen. U kunt de
timer instellen om de opname met een vertraging te maken.
pAhMsig
3
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt.
•
Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera achter elkaar
foto's maken.
•
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
•
Afhankelijk van de geselecteerde opties voor gezichtsdetectie zijn bepaalde
opties voor serieopnamen niet beschikbaar.
•
Het kan langer duren om de foto's op te slaan afhankelijk van de capaciteit en
prestaties van de geheugenkaart.
•
In sommige modi kunt u ook de timeroptie instellen door op [
m
] te drukken
en vervolgens Station/timer te selecteren.
Continu foto's maken
1
Druk in de opnamemodus op [
t
].
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Serieopname (8 fps): achter elkaar 8 foto's per seconde maken.
(U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.)
Serieopname (3 fps): achter elkaar 3 foto's per seconde maken.
(U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.)
1 opname: één foto maken. (1 opname is niet een optie voor
serieopnamen.)
Serieopnamen
Opnameopties
85
Timer gebruiken
1
Druk in de opnamemodus op [
t
].
2
Selecteer een optie.
Symbool Optie
2 sec: een foto maken na een vertraging van 2 seconden.
10 sec: een foto maken na een vertraging van 10 seconden.
•
Druk op de [Ontspanknop] om de timer te annuleren.
•
In sommige modi kunt u ook de opnameoptie instellen door op [
m
] te
drukken en vervolgens Station/timer of Timer te selecteren.
Foto's met de bracketfunctie maken
Met de functie voor automatische belichtingstrap kunt u meerdere foto's van
hetzelfde onderwerp maken met verschillende belichtingswaarden.
1
Druk in de opnamemodus op [
t
].
2
Selecteer AE BKT.
•
Wanneer u op de [Ontspanknop] drukt, neemt de camera 3 foto's achter elkaar,
elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht.
•
Druk op [
m
] en selecteer vervolgens AE BKT instellen om de
belichtingswaarden te selecteren.
•
Het maken van de foto kan langer duren. Gebruik een statief voor optimale
resultaten.
Opnameopties
86
Afbeeldingen aanpassen
U kunt de scherpte, kleurverzadiging en het contrast van uw foto's aanpassen.
pAhM
4
Druk op [
F
/
t
] om de waarden aan te passen.
•
U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de belichting aan te
passen.
Scherpte Beschrijving
–
De randen van uw foto's verzachten (geschikt voor
fotobewerking op de computer).
+
De randen verscherpen om de foto's duidelijker te maken.
(Hierdoor kan ook de beeldruis in de foto's toenemen.)
Contrast Beschrijving
–
De kleuren en helderheid verlagen.
+
De kleuren en helderheid verhogen.
Kleurverzadiging Beschrijving
–
De kleurverzadiging verlagen.
+
De kleurverzadiging verhogen.
5
Druk op [
o
] om de instellingen op te slaan.
Selecteer 0 als u geen eect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken).
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Beeld aanpassen.
3
Selecteer een optie.
•
Scherpte
•
Contrast
•
Kleurverz.
Beeld aanpassen : Scherpte
Terug Instellen
Scherpte
Contrast
Kleurverz.
Opnameopties
87
Het geluid van de zoom verminderen
Wanneer u tijdens het opnemen van video's gebruikmaakt van de zoom, kan de camera het geluid van de zoom opnemen. Gebruik de functie Sound Alive om het zoomgeluid
te verminderen.
TpAhMsig
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Spraak.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Sound Alive Aan: de Sound Alive-functie inschakelen om het
zoomgeluid te verminderen.
Sound Alive Uit: de Sound Alive-functie uitschakelen om het
zoomgeluid op te nemen.
Dempen: er wordt geen geluid opgenomen.
•
Blokkeer de microfoon niet wanneer u de functie Sound Alive gebruikt.
•
Opnamen die worden gemaakt met Sound Alive, kunnen anders klinken dan de
daadwerkelijke geluiden.
Foto's of video's weergeven in de
afspeelmodus
…………………………………… 89
De afspeelmodus starten
……………………… 89
Foto's weergeven
……………………………… 94
Een video afspelen
……………………………… 96
Foto's bewerken
………………………………… 98
Het formaat van foto's wijzigen
………………… 98
Een foto draaien
………………………………… 98
Een foto bijsnijden
……………………………… 99
Smart lter-eecten toepassen
………………… 99
Foto's aanpassen
……………………………… 100
Bestanden op een tv (HDTV) weergeven
…… 102
Bestanden naar een computer overbrengen
… 104
Bestanden naar een Windows-computer
overbrengen
…………………………………… 104
Bestanden naar een Mac-computer
overbrengen
…………………………………… 105
Programma's op de computer gebruiken
…… 107
i-Launcher installeren
………………………… 107
i-Launcher gebruiken
………………………… 108
Afspelen/bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's of video's afspeelt en u foto's bewerkt. Ook leest u hier hoe u de camera op
een computer of televisie (HDTV) aansluit.
Afspelen/bewerken
89
De afspeelmodus starten
Bekijk foto's en video's die op de camera zijn opgeslagen.
1
Druk op [
P
].
•
Het recentste bestand wordt weergegeven.
•
Als de camera is uitgeschakeld, wordt deze ingeschakeld en wordt het
recentste bestand weergegeven.
2
Druk op [
F
/
t
] om door de bestanden te scrollen.
•
U kunt ook de afbeelding naar links of rechts slepen om naar een ander
bestand te gaan.
•
Houd [
F
/
t
] ingedrukt om snel door de bestanden te scrollen.
•
Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de
geheugenkaart.
•
U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk
niet bewerken of afspelen, wegens niet-ondersteunde formaten
(afbeeldingsformaat, enzovoort) of codecs. Gebruik een computer of ander
apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen.
•
Foto's of video's die zijn vastgesteld in de staande stand, worden niet
automatisch gedraaid en worden weergegeven in de liggende stand op de
camera en andere apparaten.
Fotobestandsinformatie
Bestandsgegevens
Histogram
Actief geheugen
Symbool Beschrijving
Huidig bestand/totaal aantal bestanden
Mapnaam – Bestandsnaam
GIF-bestand
Foto's achter elkaar vastgelegd (zie "Bestanden weergeven als een
map", pag. 90)
Beveiligd bestand
Bestanden als miniaturen weergeven (pag. 91)
Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [
D
].
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt afspelen en hoe u bestanden beheert.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
90
Videobestandsinformatie
Bestandsgegevens
Symbool Beschrijving
Huidig bestand/totaal aantal bestanden
Mapnaam – Bestandsnaam
Videobestand
Beveiligd bestand
Video's afspelen
Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [
D
].
Bestanden weergeven als een map
Foto's die achter elkaar zijn gemaakt, worden weergegeven als een map.
1
Druk in de afspeelmodus op [
F
/
t
] of sleep de afbeelding naar links
of rechts om naar een gewenste map te gaan.
•
De camera geeft automatisch de foto's in de map weer.
Eén foto-weergave
2
Druk op [
o
] of draai [Zoomknop] naar rechts om de map te
openen.
•
U kunt ook Eén foto-weergave op het scherm aanraken om de map te
openen.
3
Druk op [
F
/
t
] of sleep de afbeelding naar links of rechts om naar
een ander bestand te gaan.
4
Druk op [
o
] of draai [Zoomknop] naar links om terug te keren
naar de afspeelmodus.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
91
Bestanden als miniatuur weergeven
Bekijk miniaturen van bestanden.
Draai de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links om miniaturen
weer te geven (12 per keer). Draai de [Zoomknop] nog een keer
naar links om meer miniaturen weer te geven (24 per keer). Draai
de [Zoomknop] naar rechts om naar de vorige weergave terug te
keren.
Raak een bestand aan om dit op het
volledige scherm weer te geven.
Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
] of sleep het scherm omhoog of omlaag om naar de
vorige of volgende pagina met miniaturen te gaan.
Bestanden weergeven op categorie
Bestanden op categorie weergeven, zoals datum of bestandstype.
1
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links.
2
Druk op [
m
] en selecteer vervolgens Filter î‚“ een categorie.
•
U kunt ook FILTER aanraken om een categorie te selecteren.
Alles
Datum
Best.type
Filter
Terug
Instellen
Symbool Beschrijving
Alles: bestanden normaal weergeven.
Datum: bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum.
Best.type: bestanden weergeven op bestandstype.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
92
3
Raak een lijst aan om deze te openen.
4
Raak een lijst aan om deze weer te geven.
5
Draai de [Zoomknop] naar links om naar de vorige weergave terug
te keren.
Als u de categorie wijzigt, kan het enige tijd duren voordat de camera de
bestanden opnieuw indeelt, afhankelijk van het aantal bestanden.
Bestanden beveiligen
Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden verwijderd.
1
Selecteer in de afspeelmodus een bestand om te beveiligen.
2
Druk op [
m
] en selecteer Beveiligen î‚“ Aan.
3
Herhaal stap 1 en 2 om meer bestanden te beveiligen.
U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien.
Bestanden wissen
Selecteer bestanden die u wilt verwijderen in de afspeelmodus.
Eén bestand verwijderen
U kunt één bestand selecteren en dit verwijderen.
1
Selecteer in de afspeelmodus een bestand en druk op [ /
f
].
2
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
U kunt ook meerdere bestanden wissen in de afspeelmodus door op [
m
] en
vervolgens Wissen î‚“ Wissen î‚“ Ja te selecteren.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
93
Meerdere bestanden verwijderen
U kunt meerdere bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen.
1
Druk in de afspeelmodus op [
m
].
•
Druk in de miniatuurweergave op [
m
], selecteer Wissen î‚“ Select. en ga
verder met stap 3, of druk op [
/
f
], selecteer Select. en ga verder met stap
3.
2
Selecteer Wissen î‚“ Meer wissen.
3
Scrol naar de bestanden die u wilt uploaden en druk op [
o
].
•
Druk nogmaals op [
o
] om de selectie te annuleren.
•
U kunt bestanden ook selecteren door ze aan te raken.
4
Druk op [ /
f
].
5
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
Alle bestanden verwijderen
U kunt alle bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen.
1
Druk in de afspeelmodus op [
m
].
•
Druk in de miniatuurweergave op [
m
], selecteer Wissen î‚“ Alles wissen
en ga verder met stap 3 of druk op [
/
f
], selecteer Alles wissen en ga
verder met stap 3.
2
Selecteer Wissen î‚“ Alles wissen.
3
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
•
Alle niet-beveiligde bestanden worden verwijderd.
Bestanden naar een geheugenkaart kopiëren
Kopieer bestanden van het interne geheugen naar een geheugenkaart.
1
Druk in de afspeelmodus op [
m
].
2
Selecteer Kopie.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
94
Foto's weergeven
Vergroot een deel van een foto of geef foto's weer als diashow.
Een foto vergroten
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar rechts om een deel
van een foto te vergroten. Draai de [Zoomknop] naar links om uit
te zoomen.
Vergroot gebied
Terug Bijsnijden
Functie Beschrijving
Het vergrote gebied
v
erplaatsen
•
Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
].
•
Sleep het scherm om een ander deel van de foto
weer te geven.
De vergrote foto
bijsnijden
Druk op [
o
] en selecteer Ja. (De bijgesneden
foto wordt opgeslagen als een nieuw bestand. De
oorspronkelijke foto blijft in zijn oorspronkelijke vorm
bewaard.)
Als u foto's weergeeft die zijn gemaakt met een andere camera, kan de
zoomverhouding verschillen.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
95
Panoramafoto's weergeven
Foto's weergeven die zijn gemaakt in de panoramamodus.
1
Scrol in de afspeelmodus naar de gewenste panoramafoto.
•
De volledige panoramafoto wordt weergegeven op het scherm.
2
Druk op [
o
] of raak aan.
•
De camera scrolt automatisch van links naar rechts door de foto voor een
horizontale panoramafoto en van boven naar beneden voor een verticale
panoramafoto. De camera schakelt vervolgens over naar de afspeelmodus.
•
Druk tijdens het weergeven van een panoramafoto op [
o
] om te pauzeren
of hervatten.
•
Druk nadat u het weergeven van een panoramafoto hebt gepauzeerd, op
[
D
/
c
/
F
/
t
] om de foto horizontaal of verticaal te bewegen, afhankelijk
van de richting waarin u bewoog tijdens het maken van de foto.
3
Druk op [
b
] om terug te gaan naar de afspeelmodus.
U kunt de panoramafoto afspelen door op [
o
] te drukken of, als de langste zijde
van de foto twee keer zo lang of langer is dan de kortste zijde, door
aan te
raken.
Bewegende foto's weergeven
GIF-animatiebestanden herhaaldelijk weergeven die zijn vastgelegd in de modus
Foto in beweging.
1
Scrol in de afspeelmodus naar het gewenste GIF-bestand.
2
Druk op [
o
] of raak aan.
3
Druk op [
b
] om terug te gaan naar de afspeelmodus.
Een diashow afspelen
Eecten en audio toevoegen aan een diashow met uw foto's. De diashowfunctie
werkt niet voor video's en GIF-bestanden.
1
Druk in de afspeelmodus op [
m
].
2
Selecteer Opties voor diashow.
3
Selecteer een eect voor de diashow.
•
Ga naar stap 4 als u een diashow zonder eecten wilt starten.
* Standaard
Optie Beschrijving
Afsp.mod.
Instellen of de diashow wordt herhaald. (Eenmaal afspelen*,
Herhalen)
Interval
•
Het interval tussen foto's instellen. (1 sec*, 3 sec, 5 sec, 10 sec)
•
U moet de optie Eect instellen op Uit om een interval in te
stellen.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
96
* Standaard
Optie Beschrijving
Muziek
Achtergrondmuziek instellen.
Eect
•
Een scèneovergangseect instellen tussen foto's. (Uit, Kalm*,
Zonnig, Ontspannen, Levendig, Zacht)
•
Selecteer Uit om de eecten te annuleren.
•
Als u de optie Eect gebruikt, wordt het interval tussen foto's
ingesteld op 1 seconde.
4
Druk op [
b
].
5
Selecteer Diashow starten.
6
Geef de diashow weer.
•
Druk op [
o
] om de diashow te onderbreken.
•
Druk nogmaals op [
o
] om de diashow te hervatten.
•
Druk op [
b
] om de diashow te stoppen en terug te schakelen naar de
afspeelmodus.
•
Draai [Zoomknop] naar links of rechts, of raak aan onder aan het scherm om
het volumeniveau aan te passen.
Een video afspelen
In de afspeelmodus kunt u een video weergeven en vervolgens delen van de
afgespeelde video opnemen of bijsnijden. U kunt de opgenomen of bijgesneden
segmenten opslaan als nieuwe bestanden.
1
Selecteer in de afspeelmodus een bestand en druk op [
o
] of raak
aan.
2
Geef de video weer.
Huidige afspeelduur/
lengte van video
Stop
Symbool Beschrijving
/
Naar het vorige bestand gaan/terugspoelen. (Elke keer dat u deze
optie aanraakt, wordt de scansnelheid als volgt gewijzigd: 2X, 4X,
8X.)
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
97
Symbool Beschrijving
/
Naar het volgende bestand gaan/vooruitspoelen. (Elke keer dat
u deze optie aanraakt, wordt de scansnelheid als volgt gewijzigd:
2X, 4X, 8X.)
Het volume aanpassen of het geluid dempen.
Wanneer u een lm afspeelt, kunt u functies, zoals achteruit scannen of vooruit
scannen, gaan gebruiken nadat de video 2 seconden is afgespeeld.
Een video bijsnijden
1
Selecteer in de afspeelmodus een video en druk op [
m
].
2
Selecteer Film bijsnijden.
3
Druk op [
o
] of raak aan om te beginnen met het afspelen van de
video.
4
Druk op [
o
] of raak aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt
beginnen.
5
Druk op [
c
] of raak Startpunt aan.
6
Druk op [
o
] of raak aan om het afspelen van de video te
hervatten.
7
Druk op [
o
] of raak aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt
eindigen.
8
Druk op [
c
] of raak Eindpunt aan.
9
Druk op [
c
] of raak Bijsnijden aan om een video bij te snijden.
•
U kunt de scène aanpassen die moet worden bijgesneden door de grepen te
verplaatsen die op de voortgangsbalk worden weergegeven.
10
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
•
De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn.
•
De camera slaat het bewerkte bestand op als een nieuw bestand.
Afzonderlijke beelden uit een video opslaan
1
Druk tijdens het afspelen van een video op [
o
] of raak aan op
het punt waarop u een beeld wilt opnemen.
2
Druk op [
c
] of raak Vastleggen aan.
•
De resolutie van het opgenomen beeld is gelijk aan die van de originele video.
•
Het opgenomen beeld wordt als nieuw bestand opgeslagen.
Afspelen/bewerken
98
Het formaat van foto's wijzigen
U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw bestand opslaan.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
en selecteer vervolgens .
•
U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak aan om een foto te
selecteren.
3
Raak aan en selecteer een optie.
Res.wijz : 2592 X 1944
4
Raak aan om op te slaan.
De beschikbare opties voor formaat wijzigen verschillen, afhankelijk van het
originele formaat van de foto.
Een foto draaien
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
en selecteer vervolgens .
•
U kunt ook op [
m
] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak aan om een foto te
selecteren.
3
Raak aan en selecteer een optie.
Draaien : Rechts 90 gr.
4
Raak aan om op te slaan.
De camera overschrijft het originele bestand.
Foto's bewerken
Hier vindt u informatie over het bewerken van foto's.
•
De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
•
Wanneer u foto's bewerkt, converteert de camera deze automatisch naar een lagere resolutie. Foto's die handmatig worden gedraaid of waarvan het formaat handmatig wordt
aangepast, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie.
•
U kunt foto's niet bewerken terwijl u bestanden weergeeft als map. Open de map en selecteer een foto om de foto te bewerken.
•
Foto's die zijn vastgesteld in bepaalde modi, kunnen niet worden bewerkt.
Foto's bewerken
Afspelen/bewerken
99
Een foto bijsnijden
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
en selecteer vervolgens .
•
U kunt ook op [
m
] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak aan om een foto te
selecteren.
3
Raak aan en selecteer vervolgens het gebied dat u wilt slepen en
bijsnijden.
4
Pas de grootte van het gebied aan door de hoeken van het vak te
slepen.
5
Raak aan om op te slaan.
Smart lter-eecten toepassen
Pas speciale eecten toe op uw foto's.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
en selecteer vervolgens .
•
U kunt ook op [
m
] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak aan om een foto te
selecteren.
3
Raak aan en selecteer een optie.
4
Raak
o
aan.
Smart lter: Miniatuur
Optie Beschrijving
Uit
Geen eect
Miniatuur
Een eect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te
geven. (De boven- en onderkant van de foto worden wazig
gemaakt.)
Foto's bewerken
Afspelen/bewerken
100
Optie Beschrijving
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van
Lomo-camera's toepassen.
Aquarel
Het eect van een waterverfschilderij toepassen.
Olieverf
Het eect van een olieverfschilderij toepassen.
Cartoon
Het eect van een striptekening toepassen.
Kruislter
Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere
objecten om het visuele eect van een kruislter te imiteren.
Schets
Een schetseect van een pen toepassen.
Softfocus
Onzuiverheden op het gezicht verhullen of droomachtige
eecten toevoegen.
Visoog
Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele
eecten van een vissenooglens te imiteren.
Klassiek
Een zwart-witeect toepassen.
Retro
Een sepiatinteect toepassen.
Zoomopname
De randen van een foto vervagen om de onderwerpen in het
midden te benadrukken.
5
Raak aan om op te slaan.
Foto's aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de helderheid, contrast of
verzadiging of het corrigeren van het rode-ogeneect. Als het midden van een foto
donker is, kunt u deze lichter maken. De camera slaat een bewerkte foto op als een
nieuw bestand, maar converteert de foto mogelijk naar een lagere resolutie.
•
U kunt tegelijk de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aanpassen en
Smart lter-eecten toepassen.
•
U kunt niet tegelijk de eecten ACB, Gezichtretouch. en Anti-rode ogen
toepassen.
•
Als u het ACB-eect hebt toegepast, kunt u de helderheid, het contrast of
de kleurverzadiging niet aanpassen. Als u de helderheid, het contrast of de
kleurverzadiging hebt aangepast, kunt u het ACB-eect niet toepassen.
Donkere onderwerpen, de helderheid, het contrast of de kleurverzadiging
aanpassen
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
en selecteer vervolgens .
•
U kunt ook op [
m
] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak aan om een foto te
selecteren.
Foto's bewerken
Afspelen/bewerken
101
3
Raak aan en selecteer een foto.
Symbool Beschrijving
Donkere onderwerpen aanpassen (ACB)
Helderheid
Contrast
Kleurverz.
•
Als u hebt geselecteerd, gaat u verder met stap 6.
4
Druk op [
F
/
t
] om de optie aan te passen.
•
U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie aan te
passen.
5
Raak
o
aan.
6
Raak aan om op te slaan.
Gezichten retoucheren
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
en selecteer vervolgens .
•
U kunt ook op [
m
] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak aan om een foto te
selecteren.
3
Raak aan en selecteer Gezichtretouch..
4
Druk op [
o
].
5
Druk op [
F
/
t
] om de optie aan te passen.
•
U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie aan te
passen.
•
Hoe hoger het nummer, des te helderder de huidskleur.
6
Druk op [
o
].
7
Raak aan om op te slaan.
Rode ogen verwijderen
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
en selecteer vervolgens .
•
U kunt ook op [
m
] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak aan om een foto te
selecteren.
3
Raak aan en selecteer Anti-rode ogen.
4
Raak aan om op te slaan.
Afspelen/bewerken
102
Bestanden op een tv (HDTV) weergeven
U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de A/V (HDMI)-kabel op een televisie (HDTV) aan te sluiten.
6
Schakel de televisie in en selecteer de A/V-videobron met de
afstandsbediening van de televisie.
7
Schakel de camera in.
•
De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u deze
aansluit op een televisie.
8
Bekijk foto's of speel video's af met behulp van de cameraknoppen.
•
Afhankelijk van het model van televisie wordt er mogelijk digitale ruis
weergegeven of wordt een deel van het beeld niet weergegeven.
•
Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de beelden niet
gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
1
Draai de modusdraaiknop naar
n
.
2
Selecteer Connectiviteit î‚“ Video.
3
Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio. (pag. 136)
4
Schakel de camera en de televisie uit.
5
Sluit de camera met de A/V-kabel op de televisie aan.
VideoAudio
Bestanden op een tv (HDTV) weergeven
Afspelen/bewerken
103
Bestanden op een HDTV weergeven
U kunt ongecomprimeerde foto's of video's van hoge kwaliteit bekijken op een
HDTV die het Anynet+(CEC)-proel ondersteunt via de optionele HDMI-kabel.
1
Draai de modusdraaiknop naar
n
.
2
Selecteer Connectiviteit î‚“ HDMI-formaat.
3
Selecteer een HDMI-resolutie. (pag. 136)
4
Schakel de camera en HDTV uit.
5
Sluit de camera op de HDTV aan met behulp van een optionele
HDMI-kabel.
6
Controleer of de HDTV en camera zijn ingeschakeld en selecteer de
HDMI-modus op de HDTV.
•
Als u een HDTV van Samsung hebt die Anynet+ ondersteunt en u de
Anynet+-functie van de camera hebt ingeschakeld, wordt de HDTV
automatisch ingeschakeld en wordt het camerascherm weergegeven, terwijl
de camera automatisch naar de modus Afspelen schakelt.
•
Als Anynet+ is uitgeschakeld op uw camera of uw televisie niet beschikt
over Anynet+, schakelt de televisie niet automatisch in. Schakel de televisie
handmatig in.
7
Bekijk de video's en foto's met de camera.
•
Als uw HDTV het proel Anynet+(CEC) ondersteunt, schakelt u Anynet+ in het
instellingenmenu van de camera in om de camera en de televisie te bedienen
met de afstandsbediening van de televisie. (pag. 136)
•
Met Anynet+ kunt u alle aangesloten Samsung A/V-apparaten bedienen met de
afstandsbediening van de televisie.
•
Hoe lang het duurt voordat de camera verbinding heeft gemaakt met uw
HDTV, kan verschillen afhankelijk van het type geheugenkaart dat u gebruikt.
Een snellere geheugenkaart resulteert niet noodzakelijk in een snellere HDMI-
overdracht, omdat de belangrijkste functie van de kaart het verbeteren van de
overdrachtssnelheid tijdens het opnemen is.
Afspelen/bewerken
104
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf.
Windows XP, Windows Vista, Windows 7 of Windows 8 moet worden uitgevoerd op
uw computer als u de camera wilt aansluiten als verwisselbare schijf.
1
Draai de modusdraaiknop naar
n
.
2
Selecteer Connectiviteit î‚“ i-Launcher î‚“ Uit.
3
Schakel de camera uit.
4
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
5
Schakel de camera in.
•
De camera wordt automatisch herkend.
6
Selecteer op de computer Deze computer î‚“ Verwisselbare schijf
î‚“ DCIM î‚“ 100PHOTO.
7
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op.
Bestanden naar een computer overbrengen
Sluit de camera aan op de computer om bestanden over te brengen van de geheugenkaart van de camera naar de computer.
Bestanden naar een computer overbrengen
Afspelen/bewerken
105
De camera loskoppelen (voor Windows XP)
Voor Windows Vista, Windows 7 en Windows 8 gelden vergelijkbare methoden voor
het loskoppelen van de camera.
1
Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot het
knipperen ophoudt.
2
Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de
computer.
3
Klik op het pop-upbericht.
4
Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat het apparaat
veilig is verwijderd.
5
Verwijder de USB-kabel.
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen
Wanneer u de camera op een Mac-computer aansluit, wordt het apparaat
automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de
camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te
installeren.
Mac OS 10.5 of hoger wordt ondersteund.
1
Schakel de camera uit.
2
Sluit de camera met de USB-kabel op een Mac-computer aan.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Bestanden naar een computer overbrengen
Afspelen/bewerken
106
3
Schakel de camera in.
•
De computer herkent de camera automatisch en geeft een pictogram van
een verwisselbare schijf weer.
4
Open de verwisselbare schijf.
5
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op.
Afspelen/bewerken
107
Programma's op de computer gebruiken
Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via koppelingen nuttige programma's downloaden.
5
Schakel de camera in.
6
Als een pop-upvenster wordt weergegeven met de vraag of u
i-Launcher wilt installeren, selecteert u Ja.
•
Als een pop-upvenster wordt weergegeven dat u iLinker.exe moet uitvoeren,
moet u dit eerst uitvoeren.
•
Wanneer u de camera aansluit op een computer waarop i-Launcher is
geïnstalleerd, wordt het programma automatisch gestart.
7
Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
•
Er wordt een snelkoppeling voor i-Launcher weergegeven op de computer.
•
Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is
verbonden met een netwerk.
•
Klik op Apparaten î‚“ i-Launcher î‚“ Mac î‚“ iLinker om i-Launcher te installeren
op uw Mac-computer.
i-Launcher installeren
1
Draai de modusdraaiknop naar
n
.
2
Selecteer Connectiviteit î‚“ i-Launcher î‚“ Aan.
3
Schakel de camera uit.
4
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Programma's op de computer gebruiken
Afspelen/bewerken
108
Vereisten voor Windows OS
Item Vereisten
Processor
Intel® Core™ 2 Duo 1,66 GHz of hoger/
AMD Athlon X2 Dual-Core 2,2 GHz of hoger
RAM
Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem*
Windows XP SP2, Windows Vista, Windows 7 of Windows 8
Vaste-schijfruimte
250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
Overig
•
1024 x 768 pixels, monitor met ondersteuning voor
16-bits (1280 X 1024 pixels, 32-bits kleurenmonitor
aanbevolen)
•
USB 2.0-poort
•
nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/
ATI X1600-reeks of hoger
•
Microsoft DirectX 9.0c of hoger
* Een 32-bits versie van i-Launcher wordt geïnstalleerd; zelfs op 64-bits edities van Windows
XP, Windows Vista, Windows 7 en Windows 8.
Beschikbare programma's tijdens het gebruik van i-Launcher
Optie Beschrijving
Multimedia Viewer
Met Multimedia Viewer kunt u bestanden weergeven.
Firmware Upgrade
Hiermee kunt u de rmware van uw camera bijwerken.
PC Auto Backup
i-Launcher bevat een koppeling waarmee u het
programma pc Auto Backup kunt downloaden wanneer
u de camera aansluit op een computer. U kunt foto's of
video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos
verzenden naar een pc.
Als u een Mac-computer gebruikt, zijn alleen Firmware bijwerken en PC Auto
Backup beschikbaar.
i-Launcher gebruiken
Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via een
koppeling het programma pc Auto Backup downloaden.
•
De vereisten zijn alleen aanbevelingen. i-Launcher werkt mogelijk niet correct,
zelfs wanneer de computer voldoet aan de vereisten, afhankelijk van de
toestand van de computer.
•
Als uw computer niet voldoet aan de vereiste, worden video's mogelijk niet
correct afgedrukt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door het
gebruik van niet-geschikte computers zoals samengestelde computers.
Programma's op de computer gebruiken
Afspelen/bewerken
109
i-Launcher openen
Selecteer op de computer start î‚“ Alle programma's î‚“ Samsung î‚“ i-Launcher î‚“
Samsung i-Launcher. Of klik op Programma's î‚“ Samsung î‚“ i-Launcher op uw
Mac-computer.
Vereisten voor Mac OS
Item Vereisten
Besturingssysteem
Mac OS 10.5 of hoger (met uitzondering van PowerPC)
RAM
Minimaal 256 MB RAM (512 MB of meer aanbevolen)
Schijfruimte
Minimaal 110 MB
Overig
USB 2.0-poort
Programma's op de computer gebruiken
Afspelen/bewerken
110
Multimedia Viewer gebruiken
Met Multimedia Viewer kunt u bestanden afspelen. Klik op het scherm Samsung i-Launcher op Multimedia Viewer.
•
Multimedia Viewer ondersteunt de volgende bestandstypen:
-
Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG)
-
Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF, MPO
•
Bestanden die zijn opgenomen met apparaten van andere fabrikanten worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld.
Foto's weergeven
3
2
6790!8 54
1
Nr. Beschrijving
1
Best.naam
2
Vergroot gebied
3
Histogram
4
Het geselecteerde bestand openen.
5
Histogram-knop
6
Naar links draaien/naar rechts draaien.
7
Naar het vorige bestand gaan/naar het volgende bestand gaan.
8
Het formaat van de foto aanpassen aan het scherm.
9
De foto op origineel formaat weergeven.
0
Inzoomen/uitzoomen
!
Schakelen tussen 2D- en 3D-modus.
Programma's op de computer gebruiken
Afspelen/bewerken
111
Video's bekijken
1
685437
2
Nr. Beschrijving
1
Best.naam
2
Het volume aanpassen.
3
Het geselecteerde bestand openen.
4
Naar het volgende bestand gaan.
5
Stop
6
Pauze
7
Naar het vorige bestand gaan.
8
Voortgangsbalk
Programma's op de computer gebruiken
Afspelen/bewerken
112
De rmware bijwerken
Klik op het scherm Samsung i-Launcher op Firmware Upgrade.
Het programma pc Auto Backup downloaden
Klik op het scherm Samsung i-Launcher op PC Auto Backup. Zie pagina 122 voor
meer informatie over het installeren van het programma PC Auto Backup.
Verbinding maken met een WLAN en
netwerkinstellingen congureren
…………… 114
Verbinding maken met een WLAN
…………… 114
De aanmeldingsbrowser gebruiken
…………… 115
Tips over netwerkverbinding
………………… 116
Tekst invoeren
………………………………… 117
Bestanden automatisch opslaan op een
smartphone
……………………………………… 118
Foto's of video's verzenden naar een
smartphone
……………………………………… 119
Een smartphone gebruiken als externe
ontspanknop
…………………………………… 120
Automatische back-up gebruiken om foto's of
video's te verzenden
…………………………… 122
Het programma voor Automatische back-up
installeren op uw pc
…………………………… 122
Foto's of video's verzenden naar een pc
……… 122
Foto's of video's via e-mail verzenden
………… 124
E-mailinstellingen wijzigen
…………………… 124
Foto's of video's via e-mail verzenden
………… 126
Websites voor het delen van foto's of video's
gebruiken
………………………………………… 127
Een website openen
…………………………… 127
Foto's of video's uploaden
……………………… 127
Bestanden verzenden met AllShare Play
……… 129
Foto's uploaden naar de online opslagruimte
… 129
Foto's of video's weergeven op apparaten die
AllShare Play ondersteunen
…………………… 130
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct
……………… 132
Draadloos netwerk
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken.
Draadloos netwerk
114
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen congureren
Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. U kunt ook netwerkinstellingen congureren.
Symbool Beschrijving
Ad-hoctoegangspunt
Beveiligd toegangspunt
WPS-toegangspunt
Signaalsterkte
Druk op [
t
] of raak aan om de instelopties voor het
toegangspunt te openen.
•
Wanneer u een beveiligd toegangspunt selecteert, wordt een pop-upvenster
weergegeven. Geef de vereiste wachtwoorden in om verbinding te maken
met de WLAN. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst
invoeren'. (pag. 117)
•
Wanneer een aanmeldingspagina verschijnt, zie 'De aanmeldingsbrowser
gebruiken'. (pag. 115)
•
Wanneer u een niet-beveiligd toegangspunt selecteert, maakt de camera
verbinding met het WLAN.
•
Als u een toegangspunt selecteert dat wordt ondersteund door het WPS-
proel, selecteert u
→ WPS PIN-verbinding en geeft u een PIN-code in op
het toegangspunt. U kunt ook verbinding maken met een toegangspunt dat
wordt ondersteund door het WPS-proel door
→ WPS knopverbinding
te selecteren op de camera en vervolgens de knop WPS te selecteren op het
toegangspunt.
Verbinding maken met een WLAN
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer , , , of .
3
Druk op [
m
] en selecteer vervolgens Wi-Fi-instelling.
•
In sommige modi moet u de instructies op het scherm volgen totdat het
scherm Wi-Fi-instelling wordt weergegeven.
•
De camera zoekt automatisch naar beschikbare toegangspunten.
4
Raak een toegangspunt aan.
Vernieuwen
Terug
•
Selecteer Vernieuwen om de lijst met voor verbinding beschikbare
toegangspunten te vernieuwen.
•
Selecteer Draadloos netwerk toevoegen om handmatig een toegangspunt
toe te voegen. Uw toegangspuntnaam moet in het Engels zijn om het
toegangspunt handmatig toe te voegen.
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen congureren
Draadloos netwerk
115
Netwerkopties instellen
1
Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en druk op
[
t
] of raak aan.
2
Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.
Optie Beschrijving
Netwerkwachtwoord
Geef het netwerkwachtwoord in.
IP-instelling
Het IP-adres automatisch of handmatig instellen.
Het IP-adres handmatig instellen
1
Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en druk op
[
t
] of raak aan.
2
Selecteer IP-instelling î‚“ Handmatig.
3
Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.
Optie Beschrijving
IP
Hier voert u het statische IP-adres in.
Subnetmasker
Hier voert u het subnetmasker in.
Gateway
Hier voert u de gateway in.
DNS-server
Hier voert u het DNS-adres in.
De aanmeldingsbrowser gebruiken
U kunt uw aanmeldingsgegevens ingeven via de aanmeldingsbrowser wanneer u
verbinding maakt met bepaalde toegangspunten, sites voor delen of cloudservers.
Knop/Symbool Beschrijving
[
D
/
c
/
F
/
t
]
Naar een item gaan of door de pagina scrollen.
[
o
]
Selecteer een item.
De aanmeldingsbrowser sluiten.
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
Stoppen met het laden van de pagina.
De pagina opnieuw laden.
•
Bepaalde items kunt u niet selecteren afhankelijk van de pagina waarmee u bent
verbonden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
•
De aanmeldingsbrowser wordt mogelijk niet automatisch gesloten nadat
u zich hebt aangemeld bij bepaalde pagina's. In dat geval sluit u de
aanmeldingsbrowser door op [
b
] te drukken of aan te raken en gaat u
verder met de gewenste bewerking.
•
Het laden van de aanmeldingspagina kan langer duren wegens het
paginaformaat of de netwerksnelheid. In dit geval wacht u tot het invoervenster
voor aanmeldingsgegevens wordt weergegeven.
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen congureren
Draadloos netwerk
116
Tips over netwerkverbinding
•
Sommige Wi-Fi-functies zijn niet beschikbaar als u geen geheugenkaart plaatst.
•
De kwaliteit van de netwerkverbinding wordt bepaald door het toegangspunt.
•
Hoe groter de afstand tussen uw camera en het toegangspunt, hoe langer het
duurt om verbinding te maken met het netwerk.
•
Als een apparaat in de buurt hetzelfde radiofrequentiesignaal gebruikt als uw
camera, kan uw verbinding hierdoor worden verstoord.
•
Als uw toegangspunt geen Nederlandse naam heeft, kan de camera mogelijk het
apparaat niet vinden of kan de naam onjuist worden weergegeven.
•
Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkserviceprovider voor
netwerkinstellingen of een wachtwoord.
•
Als een WLAN moet worden geverieerd door de serviceprovider, kunt u mogelijk
geen verbinding met het betreende WLAN maken. Neem contact op met uw
netwerkserviceprovider om verbinding te maken met het WLAN.
•
Afhankelijk van het coderingstype kan het aantal cijfers in het wachtwoord
verschillen.
•
Een WLAN-verbinding is wellicht niet mogelijk in alle omgevingen.
•
Mogelijk geeft de camera een WLAN-printer weer in de lijsten met
toegangspunten. U kunt echter geen verbinding met het netwerk maken via een
printer.
•
U kunt uw camera niet tegelijkertijd verbinden met een netwerk en aansluiten op
een tv.
•
Er kunnen aanvullende kosten gelden om verbinding te maken met een netwerk.
De kosten verschillen op basis van de voorwaarden van uw abonnement.
•
Als u geen verbinding met een WLAN kunt maken, probeert u een ander
toegangspunt uit de lijst met beschikbare toegangspunten.
•
Er kan een aanmeldingspagina worden weergegeven wanneer u gratis WLAN's
selecteert die worden geleverd door bepaalde netwerkproviders. Geef uw
gebruikersnaam en wachtwoord in om verbinding te maken met de WLAN. Neem
contact op met de netwerkproviders voor informatie over het registreren of de
service.
•
Wees voorzichtig wanneer u persoonlijke gegevens ingeeft om verbinding te
maken met een toegangspunt. Geef geen betalings- of creditcardgegevens in
op uw camera. De fabrikant is niet aansprakelijk voor problemen die ontstaan
wanneer u dergelijke informatie ingeeft.
•
De beschikbare netwerkverbindingen kunnen verschillen per land.
•
De WLAN-functie van uw camera moet voldoen aan de wetten op het gebied van
radiozendingen in uw regio. We raden u daarom aan de WLAN-functie alleen te
gebruiken in het land waar u de camera hebt gekocht.
•
De procedure voor het aanpassen van de netwerkinstellingen kan verschillen,
afhankelijk van de netwerkomstandigheden.
•
Probeer geen toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag gebruiken.
•
Voordat u verbinding maakt met een netwerk, moet u ervoor zorgen dat de
batterij volledig is opgeladen.
•
U kunt bestanden die in bepaalde modi zijn gemaakt, niet uploaden of
verzenden.
•
Bestanden die u overzet naar een ander apparaat, worden mogelijk niet
ondersteund door het apparaat. In dit geval gebruikt u een computer om de
bestanden af te spelen.
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen congureren
Draadloos netwerk
117
Tekst invoeren
Hier wordt beschreven hoe u tekst kunt ingeven. Met de symbolen in de
onderstaande tabel kunt u de cursor bewegen, hoofdletters in- en uitschakelen
enzovoort. Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
] om naar een gewenste toets te gaan en druk
vervolgens op [
o
] om deze toets in te geven. U kunt ook een toets aanraken om
deze in te geven.
Annuleren GereedAnnu
l
eren
G
eree
d
Symbool Beschrijving
De cursor verplaatsen.
In de ABC-modus schakelt u hoofdletters in of uit.
De laatste letter verwijderen.
Annuleren
Ophouden met het ingeven van tekst en terugkeren naar de vorige
pagina.
Symbool Beschrijving
Schakelen tussen de symboolstand en ABC-stand.
Een spatie invoeren.
Gereed
De weergegeven tekst opslaan.
•
In sommige modi kunt u alleen tekst in het Engelse alfabet ingeven, ongeacht
de schermtaal.
•
Druk op [
P
] om direct naar Gereed te gaan.
•
U kunt maximaal 64 tekens ingeven.
•
Het scherm kan afwijken afhankelijk van de invoermodus.
Draadloos netwerk
118
Bestanden automatisch opslaan op een smartphone
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie AutoShare ondersteunen. Wanneer u een foto maakt met uw camera, wordt de foto
automatisch op de smartphone opgeslagen.
•
De functie AutoShare wordt ondersteund door smartphones uit de Galaxy-serie en Galaxy Tab-modellen met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger of iOS-apparaten met iOS
4.3 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de rmware van het apparaat controleren en deze zo nodig bijwerken.
•
U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gebruikt. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play Store
of de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of hoger.
•
Deze functie is in sommige opnamemodi niet beschikbaar met het interne geheugen.
•
Als u deze functie instelt, wordt de instelling behouden zelfs wanneer u de opnamemodus wijzigt.
•
Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi.
5
Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te
maken met de camera.
•
Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de
verbinding automatisch tot stand gebracht.
•
Er wordt een pictogram dat de verbindingsstatus ( ) aangeeft,
weergegeven op het scherm van de camera.
6
Maak een foto met de camera.
•
De vastgelegde foto wordt opgeslagen op de camera en vervolgens
overgedragen naar de smartphone.
•
Als u een video hebt opgenomen, wordt deze alleen opgeslagen op de
camera.
•
Een GIF-bestand dat wordt vastgelegd in de modus Foto in beweging, wordt
niet opgeslagen op de smartphone.
•
Het afbeeldingsbestand dat wordt vastgelegd tijdens het maken van een
video, wordt niet opgeslagen op de smartphone.
1
Druk op de camera, in de opnamemodus, op [
m
].
2
Selecteer op de camera AutoShare î‚“ Aan.
•
Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
app te downloaden, selecteert u Volgende.
3
Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
•
Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app
inschakelt.
4
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de
camera.
•
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.
Draadloos netwerk
119
Foto's of video's verzenden naar een smartphone
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink ondersteunen. U kunt eenvoudig foto's of video's verzenden naar uw smartphone.
•
De functie MobileLink wordt ondersteund door smartphones uit de Galaxy-serie en Galaxy Tab-modellen met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger of iOS-apparaten met iOS
4.3 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de rmware van het apparaat controleren en deze zo nodig bijwerken.
•
U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gebruikt. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play Store
of de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of hoger.
•
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.
•
Als u bestanden selecteert op de smartphone, kunt u maximaal 1000 recente bestanden weergeven en maximaal 150 bestanden tegelijk verzenden. Als u bestanden selecteert op
de camera, kunt u bestanden weergeven die zijn geselecteerd op de camera en is het maximale aantal bestanden dat kan worden verzonden afhankelijk van de opslagruimte van de
smartphone.
•
Wanneer u Full-HD-video's verzendt met de functie MobileLink, kunt u op bepaalde apparaten de bestanden mogelijk niet afspelen.
5
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de
camera.
•
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.
6
Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te
maken met de camera.
•
Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de
verbinding automatisch tot stand gebracht.
7
Selecteer vanaf de smartphone of de camera de bestanden die u
vanaf de camera wilt verzenden.
8
Raak op de smartphone de kopieerknop aan of selecteer Delen op
de camera.
•
De camera verzendt de bestanden.
1
Draai de modusdraaiknop op de camera naar
w
.
2
Selecteer op de camera.
•
Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
app te downloaden, selecteert u Volgende.
3
Selecteer een verzendoptie op de camera.
•
Als u Bestanden selecteren op smartphone selecteert, kunt u uw
smartphone gebruiken om bestanden die op de camera zijn opgeslagen, te
bekijken en te delen.
•
Als u Bestanden selecteren op camera selecteert, kunt u bestanden
selecteren die u wilt verzenden vanaf de camera.
4
Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
•
Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app
inschakelt.
Draadloos netwerk
120
1
Draai de modusdraaiknop op de camera naar
w
.
2
Selecteer op de camera.
•
Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
app te downloaden, selecteert u Volgende.
3
Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
•
Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app
inschakelt.
4
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de
camera.
•
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.
5
Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te
maken met de camera.
•
Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de
verbinding automatisch tot stand gebracht.
6
Stel de volgende opnameopties in op de smartphone.
Symbool Beschrijving
Flitsoptie
Timerinstelling
Fotoformaat
Opslaglocatie
Zoomverhouding
•
Wanneer u gebruikmaakt van deze functie, zijn sommige knoppen niet
beschikbaar op uw camera.
•
De zoomknop en de ontspanknop op uw smartphone werken niet als u deze
functie gebruikt.
•
De modus Remote Viewnder ondersteunt alleen de fotoformaten en .
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie Remote Viewnder ondersteunen. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met de
functie Remote Viewnder. De opgenomen foto wordt weergegeven op de smartphone.
•
De functie Remote Viewnder wordt ondersteund door smartphones uit de Galaxy-serie en Galaxy Tab-modellen met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger of iOS-apparaten
met iOS 4.3 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de rmware van het apparaat controleren en deze zo nodig bijwerken.
•
U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gebruikt. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play Store of
de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of hoger.
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop
Draadloos netwerk
121
7
Blijf aanraken op de smartphone om scherp te stellen.
•
De scherpstelling wordt automatisch ingesteld op Multi AF.
8
Laat los om de foto te maken.
•
Het formaat van de foto wordt gewijzigd in 640 X 360 wanneer deze wordt
opgeslagen op de smartphone.
•
Als u deze functie gebruikt, kan de ideale afstand tussen de camera en de
smartphone variëren, afhankelijk van de omgeving.
•
De smartphone moet zich binnen een afstand van 7 m van de camera bevinden
als u deze functie wilt gebruiken.
•
Het duurt enige tijd om de foto te maken nadat u op de smartphone hebt
losgelaten.
•
De functie Remote Viewnder wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld:
-
Er is een inkomende oproep op de smartphone.
-
De camera of de smartphone wordt uitgeschakeld.
-
Het geheugen is vol.
-
De verbinding van een van de apparaten met het WLAN is verbroken.
-
De Wi-Fi-verbinding is zwak of instabiel.
Draadloos netwerk
122
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
U kunt foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc.
Foto's of video's verzenden naar een pc
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer .
•
Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
app te downloaden, selecteert u Volgende.
•
U moet de informatie voor de back-up-pc congureren om de functie
Automatische back-up te gebruiken. Zie 'Het programma voor Automatische
back-up installeren op uw pc' voor meer informatie. (pag. 122) Als het
programma Automatische back-up op uw pc is geïnstalleerd, kunt u de pc-
informatie opslaan via een USB-kabel of Wi-Fi-aansluiting.
•
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114)
Het programma voor Automatische back-up installeren op
uw pc
1
Installeren i-Launcher op de pc. (pag. 107)
2
Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan.
3
Als het pictogram van het programma Automatische back-up wordt
weergegeven, klikt u hierop.
•
Het programma Automatische back-up wordt geïnstalleerd op de pc en de
informatie over de pc wordt opgeslagen op de camera. Volg de instructies op
het scherm om de installatie te voltooien.
•
U kunt de informatie over de pc ook opslaan op de camera door de pc en
camera op elkaar aan te sluiten via Wi-Fi.
4
Verwijder de USB-kabel.
Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is verbonden
met een netwerk.
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
Draadloos netwerk
123
3
Selecteer een pc voor de back-up.
•
Als u eerder een back-up hebt gemaakt, gaat u verder naar stap 4.
4
Selecteer OK.
•
Selecteer Annuleer als u het verzenden wilt annuleren.
•
U kunt geen afzonderlijke bestanden selecteren om back-ups van te maken.
Deze functie maakt alleen een back-up van nieuwe bestanden op de camera.
•
De voortgang van de back-up wordt weergegeven op de monitor van de pc.
•
Wanneer de overdracht is voltooid, wordt de camera na ongeveer
30 seconden automatisch uitgeschakeld. Selecteer Annuleer om terug te
gaan naar het vorige scherm en te voorkomen dat de camera automatisch
wordt uitgeschakeld.
•
Als u uw pc automatisch wilt uitschakelen nadat de overdracht is voltooid,
selecteert u Pc afsluiten na back-up î‚“ Aan.
•
Selecteer als u de pc voor de back-up wilt wijzigen.
•
Wanneer u op de camera verbinding maakt met het WLAN, selecteert u het
toegangspunt dat is verbonden met de pc.
•
De camera zoekt naar de beschikbare toegangspunten, zelfs als u weer
verbinding maakt met hetzelfde toegangspunt.
•
Als u de camera uitschakelt of de batterij verwijdert terwijl u bestanden
verzendt, wordt de bestandsoverdracht onderbroken.
•
Wanneer u deze functie gebruikt, is de bediening van de ontspanknop
uitgeschakeld op uw camera.
•
U kunt slechts één camera tegelijk verbinden met de pc om bestanden te
verzenden.
•
De back-up wordt mogelijk geannuleerd vanwege netwerkomstandigheden.
•
Foto' of video' kunnen maar één keer naar een pc worden verzonden. Bestanden
kunnen niet opnieuw worden verzonden, zelfs niet als u uw camera opnieuw
aansluit op een andere pc.
•
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.
•
U moet Windows Firewall en eventuele andere rewalls uitschakelen voordat u
deze functie gebruikt.
•
U kunt maximaal 1000 recente bestanden verzenden.
•
In de pc-software moet de servernaam worden ingegeven in het Latijnse alfabet
en mag de naam niet meer dan 48 tekens bevatten.
•
Wanneer meerdere bestandstypen tegelijk worden gemaakt, worden alleen de
afbeeldingsbestanden (JPG) naar de pc verzonden met deze functie.
Draadloos netwerk
124
E-mailinstellingen wijzigen
In het e-mailmenu kunt u de instellingen voor het opslaan van uw gegevens of het
opslaan van e-mailadressen wijzigen. U kunt ook het e-mailwachtwoord instellen
of wijzigen. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'.
(pag. 117)
Uw gegevens opslaan
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer .
•
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114)
3
Druk op [
m
].
4
Selecteer Instelling afzender.
5
Selecteer het vak Naam, geef uw naam in en selecteer Gereed.
Instelling afzender
Naam
E-mail
Opslaan Reset
6
Selecteer het vak E-mail, geef uw naam in en selecteer Gereed.
7
Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
•
Als u uw gegevens wilt verwijderen, selecteert u Reset aan.
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt de instellingen in het e-mailmenu wijzigen en foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail.
Foto's of video's via e-mail verzenden
Draadloos netwerk
125
Een e-mailwachtwoord instellen
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer .
•
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114)
3
Druk op [
m
].
4
Selecteer Wachtwoord instellen î‚“ Aan.
•
Selecteer Uit om het wachtwoord uit te schakelen.
5
Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven.
•
Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u OK niet selecteert.
6
Voer een wachtwoord van 4 cijfers in.
7
Voer het wachtwoord nogmaals in.
8
Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven.
Als u uw wachtwoord niet meer weet, kunt u dit opnieuw instellen door Reset
te selecteren op het scherm voor het instellen van het wachtwoord. Wanneer u
de gegevens opnieuw instelt, worden eerder opgeslagen instelgegevens van de
gebruiker, e-mailadres en recent verzonden e-maillijst verwijderd.
Het e-mailwachtwoord wijzigen
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer .
•
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114)
3
Druk op [
m
].
4
Selecteer Wachtwoord wijzigen.
5
Voer uw huidige wachtwoord van 4 cijfers in.
6
Voer een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in.
7
Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in.
8
Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven.
Foto's of video's via e-mail verzenden
Draadloos netwerk
126
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. Lees voor
meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 117)
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer .
•
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114)
3
Selecteer het vak Afzender, geef uw e-mailadres in en selecteer
Gereed.
•
Als u uw gegevens eerder hebt opgeslagen, worden deze automatisch
ingevoegd. (pag. 124)
•
Als u een adres uit een lijst met eerdere afzenders wilt gebruiken, raakt u
î‚“ een adres aan.
4
Selecteer het vak Ontvanger, geef een e-mailadres in en selecteer
Gereed.
•
Als u een adres uit de lijst met eerdere ontvangers wilt gebruiken, selecteert
u
î‚“ een adres.
•
Selecteer om meer ontvangers toe te voegen. U kunt maximaal 30
ontvangers ingeven.
•
Selecteer om een adres uit de lijst te verwijderen.
5
Selecteer Volgende.
6
Selecteer de bestanden die u wilt verzenden.
•
U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag maximaal
7 MB zijn.
7
Selecteer Volgende.
8
Selecteer het vak opmerking, geef uw opmerkingen in en selecteer
Gereed.
9
Selecteer Verzenden.
•
De camera verzendt de e-mail.
•
Zelfs als het erop lijkt dat een foto is overgedragen, kunnen fouten met de
e-mailaccount van de ontvanger ervoor zorgen dat de foto wordt geweigerd of
herkend als spam.
•
U kunt geen e-mail verzenden als er geen netwerkverbinding beschikbaar is of
als de instellingen van uw e-mailaccount onjuist zijn.
•
U kunt geen e-mail verzenden als de bestandsgrootte de limiet overschrijdt. De
maximale fotoresolutie die u kunt verzenden, is 2M, en de langste video die u
kunt uploaden, duurt 30 seconden bij een resolutie van
of is een video die
is opgenomen met
. Als de geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M
heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere resolutie.
•
Als u door een rewall of gebruikersvericatie-instellingen geen e-mail
kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
•
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.
•
U kunt in de afspeelmodus ook een e-mail verzenden door op [
m
] te
drukken en vervolgens Delen (Wi-Fi) î‚“ E-mail te selecteren.
Draadloos netwerk
127
Een website openen
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer .
3
Selecteer een website.
•
Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om een
account te maken, selecteert u OK.
•
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114)
4
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te melden.
•
Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'.
(pag. 117)
•
U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door → een
gebruikersnaam te selecteren.
•
Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk
automatisch aangemeld.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een bestaande account op de website
voor het delen van bestanden hebben.
Foto's of video's uploaden
1
Open de website met uw camera.
2
Selecteer de bestanden die u wilt uploaden.
•
U kunt maximaal 20 foto's selecteren en de totale grootte mag maximaal
10 MB zijn. (Op bepaalde websites kan de totale grootte of het totaal aantal
bestanden verschillen.)
3
Selecteer Uploaden.
•
Op sommige websites kunt u uw opmerkingen ingeven door het vak
opmerking te selecteren. Lees voor meer informatie over het ingeven van
tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 117)
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
Upload uw foto's of video's naar websites voor het delen van bestanden. Beschikbare websites worden weergegeven op de camera. Om bestanden te uploaden, moet u de
website bezoeken en u registreren voordat u uw camera aansluit.
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
Draadloos netwerk
128
•
U kunt een uploadmap voor Facebook instellen door op [
m
] te drukken en
vervolgens Map uploaden (Facebook) te selecteren op het lijstscherm van de
website.
•
U kunt geen bestanden uploaden als de bestandsgrootte de limiet overschrijdt.
De maximale fotoresolutie die u kunt uploaden, is 2M, en de langste video die u
kunt uploaden, duurt 30 seconden bij een resolutie van
of is een video die
is opgenomen met
. Als de geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M
heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere resolutie. (Op sommige
websites kan de maximum fotoresolutie anders zijn.)
•
De manier waarop foto's of video's moeten worden geüpload, is afhankelijk van
de geselecteerde website.
•
Als u door een rewall of gebruikersvericatie-instellingen geen toegang
tot een website krijgt, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
•
De datum waarop geüploade foto's of video's zijn opgenomen, kan automatisch
worden gebruikt als naam voor de foto's of video's.
•
De snelheid waarmee u foto’s kunt uploaden en webpagina’s kunt openen, is
afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding.
•
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.
•
U kunt in de afspeelmodus ook foto's en video's uploaden naar websites voor
het delen van bestanden door op [
m
] te drukken en vervolgens
Delen (Wi-Fi) en een gewenste website te selecteren.
•
Op bepaalde websites kunt u geen video's uploaden.
Draadloos netwerk
129
Bestanden verzenden met AllShare Play
Upload bestanden van uw camera naar de online opslag van AllShare Play of bekijk bestanden op een AllShare Play-apparaat dat is aangesloten op hetzelfde toegangspunt.
3
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en selecteer
Aanmelding î‚“ OK.
•
Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'.
(pag. 117)
•
U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door î‚“ een
gebruikersnaam te selecteren.
•
Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk
automatisch aangemeld.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een AllShare Play-account en een
account bij een gelieerde online opslagservice maken op uw pc. Nadat u de
accounts hebt gemaakt, voegt u uw online opslagaccount toe aan AllShare
Play.
4
Selecteer de bestanden die u wilt uploaden en selecteer Uploaden.
•
Als u meer dan één webopslag hebt geregistreerd, moet u eerst een webopslag
selecteren.
•
U kunt geen videobestanden uploaden naar de online AllShare Play-
opslagruimte.
•
Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
•
U kunt maximaal 20 bestanden uploaden.
•
U kunt in de afspeelmodus ook een e-mail verzenden door op [
m
] te
drukken en vervolgens Delen (Wi-Fi) î‚“ AllShare Play te selecteren.
Foto's uploaden naar de online opslagruimte
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer î‚“ Webopslag.
•
Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u OK.
•
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114)
•
Als u het formaat voor geüploade foto's wilt wijzigen, drukt u op [
m
] en
selecteert u Uploadgrootte afb. aan.
•
Als u meer dan één webopslag hebt geregistreerd, kunt u een keuze maken
in de lijst door op [
m
] te drukken en vervolgens Webopslag wijzigen te
selecteren.
Bestanden verzenden met AllShare Play
Draadloos netwerk
130
Foto's of video's weergeven op apparaten die AllShare Play
ondersteunen
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer î‚“ Apparaten in de buurt.
•
Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u OK.
•
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114)
•
U kunt kiezen om alleen geselecteerde apparaten of alle apparaten toe te
staan verbinding te maken, door op [
m
] te drukken en vervolgens
DLNA-toegangsbeheer te selecteren op het scherm.
•
Er wordt een lijst met gedeelde bestanden gemaakt. Wacht tot andere
apparaten uw camera kunnen vinden.
3
Verbind het AllShare Play-apparaat met een netwerk en schakel de
AllShare Play-functie in.
•
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw apparaat voor meer informatie.
4
Geef op de camera het AllShare Play-apparaat toestemming om
verbinding te maken met de camera.
5
Selecteer een camera op het AllShare Play-apparaat waarmee u
verbinding wilt maken.
6
Blader op het AllShare Play-apparaat door de gedeelde foto's of
video's.
•
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het AllShare Play-apparaat voor
informatie over het zoeken naar de camera en het bladeren door foto's of
video's op het AllShare Play-apparaat.
•
Afhankelijk van het type AllShare Play-apparaat of de netwerkverbinding kan
het voorkomen dat video's niet vloeiend worden afgespeeld. Als dit gebeurt,
neemt u de video opnieuw op met de resolutie 640 x 480 of lager en speelt
u de video opnieuw af. Als video's niet vloeiend op uw apparaat worden
afgespeeld via de draadloze verbinding, sluit u de camera met een A/V-kabel
aan op het apparaat.
AP
â–²
Een camera is verbonden met een televisie die AllShare Play ondersteunt via
WLAN.
Bestanden verzenden met AllShare Play
Draadloos netwerk
131
•
Afhankelijk van het aantal foto's of video's dat u wilt delen, kan het enige tijd
duren om uw foto's of video's te laden en de instelprocedure uit te voeren.
•
Als u tijdens de weergave van foto's of video's op het AllShare Play-apparaat
voortdurend de afstandsbediening van het apparaat gebruikt of andere
handelingen op de tv uitvoert, werkt deze functie mogelijk niet correct.
•
Als u bestanden op de camera sorteert of de volgorde van de bestanden
wijzigt terwijl u de bestanden op een AllShare Play-apparaat bekijkt, moet u
de instelprocedure herhalen om de lijst met bestanden op het apparaat bij te
werken.
•
Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
•
U kunt het beste een netwerkkabel gebruiken om uw AllShare Play-apparaat aan
te sluiten op het toegangspunt. Hiermee kunt u haperende videobeelden bij het
streamen van inhoud tot een minimum beperken.
•
Als u bestanden op een AllShare Play-apparaat wilt weergeven met de functie
Apparaten in de buurt, schakelt u de multicastmodus op uw AP in.
•
U kunt maximaal 1000 recente bestanden delen.
•
Op het AllShare Play-apparaat kunt u alleen foto's of video's bekijken die u met
de camera hebt opgenomen.
•
Het bereik van de draadloze verbinding tussen uw camera en een AllShare Play-
apparaat kan verschillen, afhankelijk van de specicaties van het toegangspunt.
•
Als de camera is verbonden met 2 AllShare Play-apparaten, wordt er mogelijk
langzamer afgespeeld.
•
Foto's of video's worden met hun originele grootte gedeeld.
•
U kunt deze functie alleen gebruiken met apparaten die AllShare Play
ondersteunen.
•
Gedeelde foto's of video's worden niet opgeslagen op het AllShare Play-
apparaat, maar u kunt ze op de camera opslaan volgens de specicaties van het
apparaat.
•
Het overbrengen van foto's of video's naar het AllShare Play-apparaat kan enige
tijd duren, afhankelijk van de netwerkverbinding, het aantal bestanden dat u
wilt delen of de grootte van de bestanden.
•
Als u de camera op ongebruikelijke wijze uitschakelt terwijl u foto's of video's op
een AllShare Play-apparaat bekijkt (bijvoorbeeld door de batterij te verwijderen),
gaat het apparaat ervan uit dat de verbinding met de camera nog intact is.
•
De volgorde van foto's of video's op de camera kan afwijken van die op het
AllShare Play-apparaat.
Draadloos netwerk
132
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct
Als de camera via een WLAN is verbonden met een apparaat dat de functie Wi-Fi Direct ondersteunt, kunt u foto's verzenden naar het apparaat. Deze functie wordt mogelijk niet
ondersteund op bepaalde apparaten.
5
Geef op het toestel de camera toestemming om verbinding te
maken met het toestel.
•
De foto wordt verzonden naar het apparaat.
•
U kunt maximaal 20 bestanden in één keer verzenden.
•
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.
•
Als u geen verbinding kunt maken met een Wi-Fi Direct-toestel, moet u het
toestel bijwerken met de nieuwste rmware. Deze functie wordt mogelijk niet
ondersteund op bepaalde apparaten.
1
Schakel op het toestel de optie Wi-Fi Direct in.
2
Scrol op de camera in de afspeelmodus naar een foto.
3
Druk op [
m
] en selecteer vervolgens Delen (Wi-Fi) î‚“ Wi-Fi
Direct.
•
In de weergave met één afbeelding kunt u slechts één foto tegelijk
verzenden.
•
In de miniatuurweergave kunt u meerdere foto's selecteren. Selecteer
Verzenden wanneer u klaar bent met het selecteren van foto's.
4
Selecteer het apparaat in de lijst met Wi-Fi Direct-apparaten op de
camera.
•
Zorg ervoor dat de optie Wi-Fi Direct van het apparaat is ingeschakeld.
•
U kunt ook uw camera selecteren in de lijst met Wi-Fi Direct-apparaten op het
apparaat.
Instellingenmenu
……………………………………………… 134
Het instellingenmenu openen
……………………………… 134
Geluid
………………………………………………………… 135
Display
……………………………………………………… 135
Connectiviteit
……………………………………………… 136
Algemeen
…………………………………………………… 137
Instellingen
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te congureren.
Instellingen
134
Instellingenmenu
Hier vindt u informatie waarmee u de instellingen van de camera kunt congureren.
3
Selecteer een item.
Terug Select.
Middel
Aan
Geluid 1
Uit
Geluid
Volume
Piepjes
Sl.toon
Begingeluid
4
Selecteer een optie.
Terug Instellen
Volume
Uit
Laag
Middel
Hoog
5
Druk op [
b
] om naar het vorige scherm terug te keren.
Het instellingenmenu openen
1
Draai de modusdraaiknop naar
n
.
2
Selecteer een menu.
Geluid
Display
Connectiviteit
Algemeen
Instellingen
Optie Beschrijving
Geluid
Verschillende camerageluiden en het volume instellen.
(pag. 135)
Display
De scherminstellingen aanpassen. (pag. 135)
Connectiviteit
Hiermee kunt u de verbindingsopties instellen. (pag. 136)
Algemeen
Hiermee kunt u de instellingen voor het
camerasysteem aanpassen, zoals geheugenindeling en
standaardbestandsnaam. (pag. 137)
Instellingenmenu
Instellingen
135
Geluid
* Standaard
Item Beschrijving
Volume
Hiermee stelt u het volume van alle geluiden in. (Uit, Laag,
Middel*, Hoog)
Piepjes
Het geluid instellen dat de camera afspeelt als u op de knoppen
drukt, de modus wijzigt of het scherm aanraakt. (Uit, Aan*)
Sl.toon
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u op de
ontspanknop drukt. (Uit, Geluid 1*, Geluid 2, Geluid 3)
Begingeluid
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u de
camera inschakelt. (Uit*, Vliegen, Lasershow, Wolken)
AF-geluid
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u de
ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*)
Display
* Standaard
Item Beschrijving
Beginafbeelding
Hier stelt u in of er een afbeelding wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld en zo ja, welke.
•
Uit*: er wordt geen afbeelding weergegeven.
•
Logo: een standaardafbeelding uit het interne geheugen
weergeven.
•
Gebr.afb: selecteer Gebr.afb. uit de foto's die u hebt
vastgelegd in het geheugen.
•
De camera slaat per keer slechts één gebruikersfoto in
het interne geheugen op.
•
Als u een nieuwe foto selecteert als gebruikersfoto
of als u de camera opnieuw instelt, wordt de huidige
afbeelding gewist.
Richtlijn
Hiermee selecteert u een raster om u te helpen bij de
compositie van een scène. (Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis,
Diagonaal)
Datum/tijd
weergeven
Instellen of de datum en tijd op het scherm van de camera
worden weergegeven. (Uit*, Aan)
Helpgids weerg.
Hiermee wordt een korte beschrijving van een optie of menu
weergegeven. (Uit, Aan*)
Instellingenmenu
Instellingen
136
* Standaard
Item Beschrijving
Helderh. scherm
Hiermee past u de helderheid van het scherm aan. (Auto*,
Donker, Normaal, Licht)
Normaal is de vaste waarde voor de afspeelmodus, zelfs als
Auto is geselecteerd.
Snel tonen
Hiermee stelt u in hoe lang een gemaakte foto wordt
weergegeven voordat u teruggaat naar de Opnamemodus.
(Uit, Aan*)
Deze functie werkt niet in alle modi.
Spaarstand
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt
de camera automatisch over op de spaarstand. (Uit*, Aan)
Druk in de spaarstand op een andere knop dan de [
X
] om
de camera weer te gebruiken.
Connectiviteit
* Standaard
Item Beschrijving
Anynet+
(HDMI-
CEC)
Instellen of de camera kan worden bediend met de
afstandsbediening van de televisie wanneer u de camera aansluit
op een HDTV die het proel Anynet+(CEC) ondersteunt.
•
Uit: bestanden weergeven zonder een HDTV-afstandsbediening
te gebruiken.
•
Aan*: de camera gebruiken met een HDTV-afstandsbediening.
HDMI-
formaat
De resolutie van foto's instellen wanneer de camera bestanden
afspeelt op een HDTV via de HDMI-kabel.
(NTSC: 1080i*, 720p, 480p/ PAL: 1080i*, 720p, 576p)
Als de geselecteerde resolutie niet door de HDTV wordt
ondersteund, wordt automatisch de onderliggende
resolutiewaarde geselecteerd.
Video
Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio instellen.
•
NTSC: V.S., Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico, enzovoort
•
PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, België, China,
Denemarken, Duitsland, Engeland, Finland, Frankrijk, Italië,
Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen,
Oostenrijk, Singapore, Spanje, Thailand, Zweden, Zwitserland
enzovoort
i-Launcher
Hier kunt u instellen dat i-Launcher automatisch wordt gestart
wanneer u de camera op uw computer aansluit. (Uit, Aan*)
Instellingenmenu
Instellingen
137
Algemeen
* Standaard
Item Beschrijving
Netwerkinformatie
Het Mac-adres en netwerkcerticatienummer van de
camera weergeven.
Language
Een taal voor de tekst op het scherm instellen.
Tijdzone
De tijdzone voor uw locatie instellen. Als u naar een ander
land gaat, selecteert u Bezoek en selecteert u de juiste
tijdzone. (Thuis*, Bezoek)
Datum/tijd
aanpassen
Hiermee stelt u de datum en tijd in.
Datumtype
Hiermee stelt u een datumnotatie in. (JJJJ/MM/DD,
MM/DD/JJJJ, DD/MM/JJJJ)
De standaarddatumnotatie kan afwijken, afhankelijk van
de geselecteerde taal.
Type tijd
De tijdnotatie instellen. (12 uur, 24 uur)
De standaardtijdnotatie kan afwijken, afhankelijk van de
geselecteerde taal.
* Standaard
Item Beschrijving
Bestandsnr.
De naamgeving van bestanden opgeven.
•
Op nul: instellen dat de bestandsnummering weer bij
0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt
geformatteerd of alle bestanden worden verwijderd.
•
Serie*: instellen dat de bestandsnummering doorloopt
wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst,
een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle
bestanden worden verwijderd.
•
De standaardnaam van de eerste map is 100PHOTO en
de standaardnaam van het eerste bestand is SAM_0001.
•
Het bestandsnummer wordt elke keer dat u een
foto maakt of video opneemt, met 1 verhoogd, van
SAM_0001 tot SAM_9999.
•
Het mapnummer wordt steeds met één verhoogd, van
100PHOTO tot 999PHOTO.
•
Het maximum aantal bestanden dat in een map kan
worden opgeslagen, is 9999.
•
De camera denieert bestandsnamen volgens de
DCF-norm (Design rule for Camera File system). Als u
bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze bestanden
mogelijk niet meer weergeven.
Instellingenmenu
Instellingen
138
* Standaard
Item Beschrijving
Afdruk
Instellen of de datum en tijd moeten worden weergegeven
op gemaakte foto's. (Uit*, Datum, Datum/tijd)
•
De datum en tijd worden in de rechterbenedenhoek van
de foto weergegeven.
•
Mogelijk drukken sommige printermodellen de datum
en tijd niet correct af.
•
De datum en tijd worden niet op de foto weergegeven
als:
-
u de modus
i
selecteert
-
u Panorama selecteert in de modus
s
-
u Mijn Magisch kader of Foto in beweging selecteert
in de modus
g
mode
Automatisch uit
Hiermee stelt u in dat de camera automatisch wordt
uitgeschakeld als u gedurende een bepaalde periode geen
bewerkingen uitvoert. (Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
•
Uw instellingen worden niet gewijzigd wanneer u de
batterij vervangt.
•
De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld als de
camera is aangesloten op een computer, is verbonden
met een WLAN of wanneer u een diashow of video's
afspeelt.
DIRECT LINK (Wi-Fi-
knop)
Start een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie door op
[DIRECT LINK] te drukken. (AutoShare*, MobileLink,
Remote Viewnder, Automatische back-up, E-mail,
SNS en cloud, AllShare Play)
* Standaard
Item Beschrijving
AF-hulplamp
Instellen dat op donkere locaties automatisch een lampje
wordt ingeschakeld zodat u beter kunt scherpstellen.
(Uit, Aan*)
Formatt.
Formatteer het interne geheugen en de geheugenkaart.
Wanneer u formatteert, worden alle bestanden verwijderd,
ook beveiligde bestanden. (Ja, Nee)
Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart
door een ander merk camera, door een computer of in
een geheugenkaartlezer laat formatteren. Formatteer
geheugenkaarten in de camera voordat u ze gebruikt om
beelden op te slaan.
Reset
Reset menu's en opnameopties. De instellingen voor
datum en tijd, taal en video-uitvoer worden niet gereset.
(Ja, Nee)
Open bron-licenties
De informatie over de Open Source-licentie weergeven.
Foutmeldingen
………………………………………………… 140
Cameraonderhoud
……………………………………………… 142
De camera reinigen
………………………………………… 142
De camera gebruiken of opbergen
………………………… 143
Geheugenkaarten
…………………………………………… 144
De batterij
…………………………………………………… 147
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
………… 151
Cameraspecicaties
…………………………………………… 154
Woordenlijst
……………………………………………………… 158
Index
……………………………………………………………… 163
Bijlagen
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specicaties en onderhoud.
Bijlagen
140
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
Foutmelding Mogelijke oplossingen
DCF Full Error
Bestandsnamen komen niet met de DCF-norm overeen.
Breng de bestanden op de geheugenkaart over naar een
computer en formatteer de kaart. Open vervolgens het
menu Instellingen en selecteer Bestandsnr. î‚“ Op nul.
(pag. 137)
Apparaat
losgekoppeld.
De netwerkverbinding is verbroken tijdens het
overbrengen van foto's. Selecteer opnieuw een apparaat
dat AllShare Play ondersteunt.
Bestandsfout
Verwijder het beschadigde bestand of neem contact op
met een servicecenter.
Bestandssysteem
wordt niet
ondersteund.
De FAT-bestandsstructuur van de geplaatste
geheugenkaart wordt niet ondersteund door de camera.
Formatteer de geheugenkaar in de camera.
Initialisatie mislukt.
De camera kan een apparaat dat AllShare Play
ondersteunt, niet vinden. Schakel apparaten in het
netwerk in die AllShare Play ondersteunen.
Wachtwoord onjuist
Het wachtwoord voor het overdragen van bestanden
naar een andere camera is onjuist. Voer het juiste
wachtwoord in.
Batterij bijna leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op.
Foutmelding Mogelijke oplossingen
Kaartfout
•
Schakel de camera uit en weer in.
•
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer
terug.
•
Formatteer de geheugenkaart.
Kaart vergrendeld
SD-, SDHC-, of SDXC-kaarten kunnen worden
vergrendeld om te voorkomen dat bestanden worden
gewist. Ontgrendel de kaart voordat u opnamen maakt.
Kaart wordt niet
ondersteund.
De geplaatste geheugenkaart wordt niet ondersteund
door de camera. Plaats een SD-, SDHC-, of SDXC-
geheugenkaart.
Verbinding is niet
gelukt.
•
De camera kan geen verbinding met het netwerk
maken via het geselecteerde toegangspunt. Selecteer
een ander toegangspunt en probeer het opnieuw.
•
De camera kan geen verbinding maken met de andere
apparaten. Probeer opnieuw verbinding te maken.
Foutmeldingen
Bijlagen
141
Foutmelding Mogelijke oplossingen
Geheugen vol
Verwijder onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Geen foto
Maak foto's of plaats een geheugenkaart met foto's in de
camera.
Foto-overdracht
mislukt.
De netwerkverbinding is verbroken tijdens het
overbrengen van foto's. Probeer de functie AllShare Play
opnieuw te starten.
Overdracht mislukt.
•
De camera kan geen foto verzenden naar de andere
camera. Probeer opnieuw te verzenden.
•
De camera kan geen e-mail verzenden of foto's
overdragen naar een apparaat dat AllShare Play
ondersteunt. Controleer de netwerkverbinding en
probeer het opnieuw.
Bijlagen
142
Cameraonderhoud
Camerabody
Veeg de behuizing voorzichtig schoon met een zachte, droge doek.
•
Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen. Deze
oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken.
•
Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaaskwastje op de lenskap.
De camera reinigen
Cameralens en -scherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de lens met een
zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel achtergebleven stof brengt u
lensreinigingsvloeistof op een stuk lensreinigingspapier aan en veegt u de lens
voorzichtig schoon.
Cameraonderhoud
Bijlagen
143
De camera gebruiken of opbergen
Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de camera
•
Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen.
•
Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of omgevingen waar de
luchtvochtigheid snel verandert.
•
Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de camera niet op warme
locaties met slechte ventilatie, zoals in een auto die in de zon staat.
•
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen
om ernstige schade te voorkomen.
•
Gebruik of bewaar de camera niet op stoge, vuile, vochtige of slecht-
geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en interne onderdelen te
voorkomen.
•
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoen, brandbare stoen of
ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoen, gassen en
explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de accessoires van de
camera.
•
Berg de camera niet op met mottenballen.
Gebruik op het strand of aan de waterkant
•
Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een
andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
•
Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of geheugenkaart
niet met natte handen. Als u de camera gebruikt met natte handen, kan de
camera beschadigd raken.
Camera voor langere tijd opbergen
•
Als u de camera langere tijd opbergt, moet u de camera samen met absorberend
materiaal, zoals silicagel, in een afgesloten houder plaatsen.
•
Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten
vóór gebruik opnieuw worden opgeladen.
•
De huidige datum en tijd kunnen worden geïnitialiseerd wanneer de camera
wordt ingeschakeld nadat de camera en batterij lange tijd gescheiden zijn.
Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen
Als u de camera overbrengt van een koude naar een warme omgeving, kan er
condensvorming optreden op de lens of de interne onderdelen van de camera.
In dit geval moet u de camera uitschakelen en ten minste 1 uur wachten. Als er
condensvorming optreedt op de geheugenkaart, moet u de kaart uit de camera
halen en wachten tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart terugplaatst.
Overige aandachtspunten
•
Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u uzelf of
anderen verwonden of schade aan uw camera veroorzaken.
•
Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan
zitten en de werking van het apparaat kan beïnvloeden.
•
Schakel de camera uit als u deze niet gebruikt.
Cameraonderhoud
Bijlagen
144
•
De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de camera niet
blootstelt aan schokken.
•
Bewaar de camera in de houder om het scherm te beschermen tegen externe
druk. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp gereedschap of kleingeld om
te voorkomen dat er krassen op de camera komen.
•
Gebruik de camera niet als het scherm gebarsten of beschadigd is. Gebarsten glas
of acryl kan letsel aan uw handen en gezicht veroorzaken. Breng de camera naar
een servicecenter van Samsung om de camera te laten repareren.
•
Leg camera's, batterijen, opladers of accessoires nooit in de buurt van, op of in
verwarmingsapparaten, zoals magnetrons, kachels of radiatoren. Deze apparaten
kunnen worden vervormd en oververhit raken en brand of een ontplong
veroorzaken.
•
Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren
of defect raken.
•
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een
zachte, schone doek.
•
Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk uitgeschakeld. Dit
gebeurt om de geheugenkaart te beschermen. Schakel de camera weer in om de
camera te gebruiken.
•
De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van
invloed op de levensduur of prestaties van uw camera.
•
Bij lage temperaturen kan het langer duren voordat de camera is ingeschakeld,
kunnen kleuren tijdelijk veranderen of kunnen nabeelden worden weergegeven.
Deze omstandigheden duiden niet op defecten en worden verholpen als u de
camera weer bij normale temperaturen gebruikt.
•
Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, jeuk, eczeem of
bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid. Als u last hebt van een
van deze symptomen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en
raadpleeg een arts.
•
Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en
toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt
mogelijk niet door de garantie gedekt.
•
Laat geen ongekwaliceerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden
aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die
voortvloeit uit ongekwaliceerd onderhoud of reparatie, wordt niet gedekt door
de garantie.
Geheugenkaarten
Ondersteunde geheugenkaarten
Dit product accepteert de geheugenkaarten SD (Secure Digital), SDHC (Secure
Digital High Capacity), SDXC (Secure Digital eXtended Capacity), microSD,
microSDHC of microSDXC.
Contactpunt
Schrijfvergrendeling
Etiket (voorzijde)
U kunt voorkomen dat bestanden worden verwijderd door gebruik te maken van
de schakelaar voor schrijfbescherming op een SD-, SDHC- of SDXC-kaart. Schuif de
schakelaar omlaag, of schuif de schakelaar omhoog om te ontgrendelen. Wanneer u
foto's en video's maakt, moet de kaart ontgrendeld zijn.
Cameraonderhoud
Bijlagen
145
Geheugenkaart
Geheugenkaartadapter
Als u microgeheugenkaarten wilt gebruiken met dit product, een computer of een
geheugenkaartlezer, moet u de kaart in een adapter plaatsen.
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de
opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn gebaseerd op een
SD-kaart van 2 GB:
Foto
Formaat Superhoog Hoog Normaal
219 432 640
245 483 715
288 567 836
341 669 984
418 817 1196
638 1228 1777
Formaat Superhoog Hoog Normaal
1006 1897 2692
1329 2461 3437
2508 4359 5780
Video
Formaat 30fps
1920 X 1080
Ongeveer 18' 03"
1280 X 720
Ongeveer 25' 53"
640 X 480
Ongeveer 46' 12"
320 X 240
Ongeveer 257' 31"
Om te delen
Ongeveer 257' 31"
De bovenstaande cijfers zijn gemeten zonder gebruik van de zoomfunctie. Bij gebruik van de
zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken van de vermelde waarden. Om de totale
opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen.
Cameraonderhoud
Bijlagen
146
Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten
•
Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of hoge temperaturen
(onder 0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen ervoor
zorgen dat geheugenkaarten niet goed werken.
•
Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in
de verkeerde richting plaatst, kunnen camera en geheugenkaart worden
beschadigd.
•
Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer
zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw
eigen camera.
•
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert.
•
Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer het
lampje knippert, omdat de gegevens hierdoor kunnen worden beschadigd.
•
Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen foto's
meer opslaan op de kaart. Gebruik een nieuwe geheugenkaart.
•
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk
worden blootgesteld.
•
Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt of opbergt in de buurt van krachtige
magnetische velden.
•
Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge temperaturen of
luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende stoen.
•
Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoen, vuil of
vreemde stoen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met een zachte doek schoon
voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.
•
Voorkom dat geheugenkaarten en de geheugenkaartsleuf in contact komen met
vloeistoen, vuil of vreemde stoen. Dergelijke stoen kunnen ervoor zorgen dat
geheugenkaarten of de camera niet goed meer werken.
•
Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje gebruiken om de
kaart tegen elektrostatische ontlading te beschermen.
•
Breng belangrijke gegevens over naar andere media, zoals een vaste schijf, CD of
DVD.
•
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart warm worden. Dit is
normaal en wijst niet op een defect.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Cameraonderhoud
Bijlagen
147
De batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Batterijspecicaties
Specicatie Beschrijving
Model
SLB-10A
Type
Lithium-ionbatterij
Capaciteit
1030 mAh
Voltage
3,7 V
Oplaadduur* (wanneer de camera is
uitgeschakeld)
Ongeveer 240 min.
* Het duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de batterij op te
laden.
Levensduur van de batterij
Gemiddelde opnameduur/
Aantal foto's
Testomstandigheden(bij een volledig opgeladen
batterij)
Foto's
Ongeveer
140 min/
Ongeveer
280 foto's
De levensduur is gemeten onder de volgende
omstandigheden: in de modus
p
, in het donker,
resolutie
, kwaliteit Hoog, OIS aan.
1. Stel de itser in op Invulits, maak één foto en
zoom in of uit.
2. Stel de itser in op Uit, maak één foto en zoom
in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 uit. Wacht 30 seconden tussen
de stappen. Herhaal het proces na 5 minuten
en schakel de camera 1 minuut uit.
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Video's
Ongeveer
100 min.
Neem video's op met de resolutie
en 30 fps.
•
De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en kunnen
afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik.
•
Er zijn verschillende video's achter elkaar opgenomen om de totale opnameduur te
bepalen.
•
Wanneer u netwerkfuncties gebruikt, raakt de batterij sneller leeg.
Cameraonderhoud
Bijlagen
148
Melding Batterij bijna leeg
Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram rood en verschijnt
de melding 'Batterij bijna leeg'.
De batterij gebruiken
•
Vermijd blootstelling van batterijen aan zeer lage of hoge temperaturen (onder
0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen de
laadcapaciteit van de batterijen beperken.
•
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de batterijklep warm
worden. Dit heeft geen invloed op de normale werking van de camera.
•
Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te
voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
•
Bij temperaturen onder 0 °C/32 °F kunnen de capaciteit en gebruiksduur van de
batterij afnemen.
•
Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar de gewone
capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere temperaturen.
•
Haal de batterijen uit de camera wanneer u de camera langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en
ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Als u de camera langere perioden
opbergt terwijl de batterij is geplaatst, raakt de batterij leeg. U kunt een volledig
lege batterij mogelijk niet weer opladen.
•
Wanneer u de camera lagere periode niet gebruikt (3 maanden of meer), moet
u de batterij regelmatig controleren en opladen. Als u de batterij regelmatig laat
leeglopen, kunnen de capaciteit en de levensduur afnemen, wat kan leiden tot
een storing, brand of explosie.
Aandachtspunten voor het gebruik van de batterij
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. Dit kan een
verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of
permanente schade aan de batterijen en brand of een schok veroorzaken.
De batterij opladen
•
Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze is
geplaatst.
•
Als camera tijdens het opladen is ingeschakeld, wordt de batterij mogelijk niet
volledig opgeladen. Schakel de camera uit voordat u de batterij oplaadt.
•
Gebruik de camera niet als de batterij wordt opgeladen. Dit kan brand of een
schok veroorzaken.
•
Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te
voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
•
Wacht ten minste 10 minuten voordat u de camera inschakelt nadat de batterij is
opgeladen.
•
Als u de camera aansluit op een externe voedingsbron terwijl de batterij helemaal
leeg is, wordt de camera uitgeschakeld wanneer u bepaalde functies gebruikt die
veel stroom verbruiken. Laad de batterij op om de camera op normale wijze te
gebruiken.
Cameraonderhoud
Bijlagen
149
•
Als u de voedingskabel opnieuw aansluit nadat de batterij volledig is opgeladen,
brandt het statuslampje ongeveer 30 minuten.
•
Met het gebruik van de itser en het opnemen van video's raakt de batterij snel
leeg. Laad de batterij op totdat het rode indicatielampje uitgaat.
•
Als het indicatielampje knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of
verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera.
•
Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de temperatuur te
hoog is, kan het indicatielampje rood knipperen. Nadat de batterij is afgekoeld,
wordt het opladen gestart.
•
Als u batterijen overlaadt, kan de gebruiksduur van de batterij korter worden.
Wanneer het opladen is voltooid, haalt u de kabel uit de camera.
•
Buig het netsnoer niet en plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Als u
dit wel doet, kan het netsnoer worden beschadigd.
De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten
•
Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.
•
In de volgende gevallen wordt de batterij mogelijk niet opgeladen:
-
Wanneer u een USB-hub gebruikt.
-
Wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten.
-
Wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de computer aansluit.
-
Wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm niet
ondersteunt (5 V, 500 mA).
Behandel batterijen en opladers voorzichtig en voer deze af volgens de
voorschriften
•
Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgevingen bij het
weggooien van gebruikte batterijen.
•
Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een
magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet
worden.
Cameraonderhoud
Bijlagen
150
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan lichamelijk
letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid
de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij:
•
De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet op de juiste
wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere
afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik
hiervan en neemt u contact op met een servicecenter.
•
Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen
batterijopladers en -adapters en laad de batterij alleen op volgens de
procedures die in deze gebruiksaanwijzing zijn vermeld.
•
Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet
bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de
zon.
•
Plaats de batterij niet in een magnetron.
•
Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals
een badkamer of douche.
•
Plaats de batterij niet langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals
matrassen, tapijten of elektrische dekens.
•
Als het apparaat is ingeschakeld, moet u het niet langere tijd in een
afgesloten ruimte achterlaten.
•
Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met
metalen voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels en horloges.
•
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-
ionbatterijen ter vervanging.
•
Haal de batterij niet uit elkaar of maak er geen gaten in met een scherp
voorwerp.
•
Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten.
•
Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze
van grote hoogte te laten vallen.
•
Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60 °C (140 °F).
•
Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoen.
•
De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige warmte zoals
zonneschijn, vuur of dergelijke zaken.
Richtlijnen voor afvoer
•
Wees zorgvuldig als u de batterij weggooit.
•
Gooi de batterij nooit in een open vuur.
•
Regelgeving kan per land of regio verschillen. Zorg dat u zich houdt aan
alle lokale en nationale regelgevingen wanneer u de batterij weggooit.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze
gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden of exploderen als deze
niet op de juiste wijze wordt opgeladen.
Bijlagen
151
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Als u het probleem
hiermee niet kunt oplossen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Wanneer u uw camera naar een servicecenter brengt, neem dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals de geheugenkaart of de batterij.
Situatie Mogelijke oplossingen
Er kunnen geen foto's worden
gemaakt
.
•
Er is geen ruimte op de geheugenkaart.
Verwijder onnodige bestanden of plaats een
nieuwe kaart.
•
Formatteer de geheugenkaart.
•
De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe
geheugenkaart.
•
Controleer of de camera is ingeschakeld.
•
Laad de batterij op.
•
Controleer of de batterij op de juiste wijze is
geplaatst.
De camera loopt vast.
Verwijder de batterij en plaats deze weer terug.
De camera wordt warm.
De camera kan warm worden tijdens het gebruik.
Dit is normaal en is niet van invloed op de
levensduur of prestaties van uw camera.
De itser werkt niet.
•
Mogelijk is de itseroptie ingesteld op Uit.
(pag. 68)
•
In sommige modi kunt u de itser niet
gebruiken.
Er wordt onverwachts geitst.
De itser wordt mogelijk geactiveerd vanwege
statische elektriciteit. Dit duidt niet op een defect
van de camera.
Situatie Mogelijke oplossingen
De camera kan niet worden
ingeschak
eld.
•
Controleer of de batterij in de camera is
geplaatst.
•
Controleer of de batterij correct in de camera is
geplaatst. (pag. 24)
•
Laad de batterij op.
De camera wordt plotseling
uitgeschakeld.
•
Laad de batterij op.
•
De camera bevindt zich mogelijk in de modus
Automatisch uit. (pag. 138)
•
De camera wordt mogelijk uitgeschakeld om
te voorkomen dat de geheugenkaart door
een harde schok beschadigd raakt. Schakel de
camera weer in.
De batterij raakt snel leeg.
•
De batterij raakt bij lage temperaturen (onder
0 °C/32 °F) sneller leeg. Houd de batterij warm
door deze in uw zak te steken.
•
Als u de itser gebruikt of video's opneemt,
raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij
indien nodig weer op.
•
Batterijen zijn verbruiksartikelen die na verloop
van tijd moeten worden vervangen. Koop een
nieuwe batterij als de gebruiksduur van de
batterij aanzienlijk afneemt.
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Bijlagen
152
Situatie Mogelijke oplossingen
De datum en tijd zijn onjuist.
Stel de datum en tijd in bij de scherminstellingen.
(pag. 137)
Het scherm of de knoppen
werken niet.
Verwijder de batterij en plaats deze weer terug.
Het camerascherm reageert
niet goed.
Als u de camera bij zeer lage temperaturen
gebruikt, kan het camerascherm verkleuren
of slecht functioneren. Voor betere prestaties
van het scherm moet de camera bij normale
temperaturen worden gebruikt.
Er is een fout met de
geheugenkaart opgetreden.
•
Schakel de camera uit en weer in.
•
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze
weer terug.
•
Formatteer de geheugenkaart.
Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van
geheugenkaarten' voor meer informatie.
(pag. 146)
Er kunnen geen bestanden
worden afgespeeld.
Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de
camera het bestand mogelijk niet afspelen (de
bestandsnaam moet voldoen aan de DCF-norm).
In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op
een computer afspelen.
Situatie Mogelijke oplossingen
De foto is onscherp.
•
Controleer of de ingestelde scherpsteloptie
voor close-upfoto's geschikt is. (pag. 71)
•
Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens
indien nodig. (pag. 142)
•
Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het
bereik van de itser bevindt. (pag. 155)
De kleuren in de foto zijn
anders dan de daadwerkelijke
kleuren.
Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische
kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie
voor de lichtbron. (pag. 81)
De foto is te licht.
De foto is overbelicht.
•
Schakel de itser uit. (pag. 68)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 70)
•
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 79)
De foto is te donker.
De foto is onderbelicht.
•
Schakel de itser in. (pag. 68)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 70)
•
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 79)
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Bijlagen
153
Situatie Mogelijke oplossingen
De foto's worden niet op de
t
elevisie weergegeven.
•
Controleer of de camera correct op de televisie
is aangesloten met de A/V-kabel.
•
Controleer of de geheugenkaart foto's bevat.
De computer herkent de
camera niet.
•
Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is
geplaatst.
•
Controleer of de camera is ingeschakeld.
•
Controleer of het besturingssysteem wordt
ondersteund.
De computer verbreekt de
verbinding met de camera
tijdens het overbrengen van
bestanden.
De bestandsoverdracht kan door statische
elektriciteit worden gestoord. Koppel de USB-
kabel los en sluit deze weer aan.
De computer kan geen video's
afspelen.
Video's kunnen mogelijk niet worden afgespeeld
met bepaalde videospelers. Als u videobestanden
wilt afspelen die zijn gemaakt met uw camera,
gebruikt u het Multimedia Viewer-programma
dat u met het programma i-Launcher op uw
computer kunt installeren.
Situatie Mogelijke oplossingen
i-Launcher werkt niet correct.
•
Sluit i-Launcher af en start het programma
opnieuw.
•
Controleer of i-Launcher is ingesteld op Aan in
het instellingenmenu. (pag. 136)
•
Afhankelijk van de specicaties en omgeving
van de computer wordt het programma
mogelijk niet automatisch gestart. Klik in
dit geval op start î‚“ Alle programma's
î‚“ Samsung î‚“ i-Launcher î‚“ Samsung
i-Launcher op uw computer. (Voor Windows 8
opent u het startscherm en selecteert u
All apps (Alle apps) î‚“ Samsung i-Launcher.)
Of klik op Programma's î‚“ Samsung î‚“
i-Launcher op uw Mac-computer.
Uw televisie of computer
kan geen foto's of video's
weergeven die zijn
opgeslagen op een SDXC-
geheugenkaart.
SDXC-geheugenkaarten gebruiken het
exFAT-bestandssysteem. Zorg ervoor dat het
externe apparaat compatibel is met het exFAT-
bestandssysteem voordat u de camera aansluit
op het apparaat.
Uw computer herkent een
SDXC-geheugenkaart niet.
SDXC-geheugenkaarten gebruiken het exFAT-
bestandssysteem. Als u SDXC-geheugenkaarten
wilt gebruiken op een Windows XP-computer,
kunt u het stuurprogramma voor het exFAT-
bestandssysteem downloaden en bijwerken via
de website van Microsoft.
Bijlagen
154
Beeldsensor
Type 1/2,3" (ongeveer 7,76 mm) BSI CMOS
Eectieve pixels Ongeveer 16,3 megapixel
Totaalaantal pixels Ongeveer 17,0 megapixel
Lens
Brandpuntsafstand
Samsung-lens f = 4,1-86,1 mm
(gelijk aan 35-mm-lm: 23-483 mm)
Diafragmabereik F2.8 (W)-F5.9 (T)
Zoom
•
Fotomodus: 1,0-21,0X
(optische zoom X digital zoom: 105,0X,
optische zoom X Intelli zoom: 42,0X)
•
Afspeelmodus: 1,0-9,4X
(afhankelijk van de beeldgrootte)
Display
Type TFT LCD
Functionaliteit 3,0" (75,0 mm) 460K
Scherpstelling
Type
TTL-autofocus (Centrum AF, Multi AF,
Tracking AF, Gezichtsdetectie AF, Aanraak AF),
Handm. scherpstellen, Autofocus continu voor video
Bereik
Groothoek (G) Tele (T)
Normaal (AF)
80
cm-oneindig
350
cm-oneindig
Macro
10-80
cm
150-350
cm
Auto macro
10
cm-oneindig
150
cm-oneindig
Handm.
scherpstellen
10
cm-oneindig
150
cm-oneindig
Sluitertijd
•
Auto: 1/8-1/2000 sec.
•
Programma: 1-1/2000 sec.
•
Handmatig: 16-1/2000 sec.
Belichting
Regeling
Programma AE, Diafragmaprioriteit AE,
Sluiterprioriteit AE, Handmatige belichting
Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen, Gezichtsdetectie
Compensatie ±2 EV (1/3 EV Stap)
ISO-equivalent
Auto, ISO 100, ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600,
ISO 3200
Cameraspecicaties
Cameraspecicaties
Bijlagen
155
Flitser
Modus
Auto, Rode ogen, Invulits, Langz sync, Uit,
Anti-rode ogen
Bereik
•
Groothoek: 0,3-4,0 m (ISO Auto)
•
Tele: 0,5-1,9 m (ISO Auto)
Oplaadtijd Ongeveer 4 sec.
Trillingsreductie
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Eect
Opnamemodus voor
foto's
•
Fotolter (Smart lter): Miniatuur, Vignetten,
Aquarel, Olieverf, Cartoon, Kruislter, Schets,
Softfocus, Visoog, Klassiek, Retro, Zoomopname
•
Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz.
Opnamemodus voor
video's
Filmlter (Smart lter): Miniatuur, Vignetten, Schets,
Visoog, Klassiek, Retro, Paleteect 1, Paleteect 2,
Paleteect 3, Paleteect 4
Witbalans
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht,
Aangep. instelling, Kleurtemp.
Datering
Datum/tijd, Datum, Uit
Opnemen
Foto's
•
Modi: Smart Auto (Portret, Nachtportret, Portretfoto
met tegenlicht, Nacht, Tegenl., Landschap, Wit,
Natuurlijk groen, Blauwe lucht, Zonsondergang,
Macro, Macro tekst, Macro kleur, Statief, Actie,
Vuurwerk, Kaarslicht, Spotlight, Spotlight (Macro),
Spotlight (portret)), Programma, Diafragmaprioriteit,
Sluiterprioriteit, Handmatig, Smart
(Gezichtscorrectie, Continuopname, Landschap,
Macro, Actie-opname, Rijke toon, Panorama,
Waterval, Silhouet, Zon onder, Opname bij weinig
licht, Vuurwerk, Lichtspoor), Beste gezicht, Magisch
Plus (Mijn Magisch kader, Gesplitste opname, Foto in
beweging, Fotolter)
•
Reeksopname: 1 opname, Serieopname (3 fps),
Serieopname (8 fps), AE BKT
•
Timer: Uit, 10 sec, 2 sec
Cameraspecicaties
Bijlagen
156
Video's
•
Modi: Intelligente scènedetectie (Landschap, Blauwe
lucht, Natuurlijk groen, Zonsondergang), Magisch
Plus (Filmlter)
•
Indeling: MP4 (H.264) (Max. opnametijd: 20 min)
•
Formaat: 1920 X 1080, 1280 X 720, 640 X 480,
320 X 240, 240 Web
•
Framesnelheid: 30 fps
•
Sound Alive: Sound Alive Aan, Sound Alive Uit,
Dempen
•
Vastleggen tijdens opnemen
•
OIS: Aan, Uit
•
Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen,
foto's maken
Afspelen
Foto's
•
Type: Eén foto, Miniaturen, Diashow met muziek en
eecten, Video
•
Bewerken: Res.wijz, Draaien, Smart lter, Bijsnijden
•
Eect: Beeld aanpassen (Helderheid, Contrast,
Kleurverz., ACB, Gezichtretouch., Anti-rode ogen),
Smart lter (Uit, Miniatuur, Vignetten, Aquarel,
Olieverf, Cartoon, Kruislter, Schets, Softfocus,
Visoog, Klassiek, Retro, Zoomopname)
Video's Bewerken: foto's maken, tijd bijsnijden
Opslag
Media
•
Intern geheugen: ongeveer 9,5 MB
•
Extern geheugen (optioneel):
SD-kaart (2 GB gegarandeerd),
SDHC-kaart (tot 32 GB gegarandeerd),
SDXC-kaart (tot 64 GB gegarandeerd)
De interne geheugencapaciteit kan van deze
specicaties afwijken.
Bestandsindeling
•
Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21
•
Video: MP4 (Video: MPEG-4.AVC/H.264, Audio: AAC)
Beeldformaat
Symbool Formaat
4608 X 3456
4608 X 3072
4608 X 2592
3648 X 2736
2832 X 2832
2592 X 1944
1984 X 1488
1920 X 1080
1024 X 768
Cameraspecicaties
Bijlagen
157
Draadloos netwerk
MobileLink, Remote Viewnder, SNS en cloud, E-mail, S/W Upgrade Notier,
AllShare Play, Automatische back-up, AutoShare
Interface
Digitale uitvoer USB 2.0
Audio-invoer/-uitvoer Interne luidspreker (mono), Microfoon (mono)
Video-uitvoer
•
A/V: NTSC, PAL (selecteerbaar)
•
HDMI 1.3: NTSC, PAL (selecteerbaar)
Gelijkstroomaansluiting 5,0 V
Voedingsbron
Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (SLB-10A, 1030 mAh)
Connectortype Micro USB (5-pins)
Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron verschillen.
Afmetingen (B x H x D)
110,6 x 65 x 21,5 mm (zonder uitstekende delen)
Gewicht
218 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Bedrijfstemperatuur
0-40 °C
Bedrijfsluchtvochtigheid
5-85 %
Software
i-Launcher
Specicaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd voor betere prestaties.
Bijlagen
158
Automatische contrastverbetering (ACB)
Deze functie verbetert automatisch het contrast van uw beelden wanneer het
onderwerp tegenlicht heeft of als er veel contrast is tussen uw onderwerp en de
achtergrond.
Opnamereeks met verschillende belichtingen (AEB)
Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met verschillenden
belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld te maken.
Autofocus (AF)
Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het onderwerp. Uw
camera gebruikt het contrast om automatisch scherp te stellen.
Diafragma
Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de camera bereikt.
Bewegingsonscherpte (vaag)
Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend, kan het volledige
beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer de sluitertijd laag is. Voorkom
bewegingsonscherpte door de gevoeligheid te verhogen, de itser te gebruiken of
een hogere sluitertijd. U kunt ook een statief of de DIS- of OIS-functie gebruiken om
de camera te stabiliseren.
Compositie
Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het beeld
bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden een plezierig
resultaat.
DCF (Design rule for Camera File system)
Een specicatie voor het deniëren van een bestandsindeling en bestandssysteem
voor digitale camera's die is ontwikkeld door de Japan Electronics and Information
Technology Industries Association (JEITA).
Scherptediepte
De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan worden
scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt per diafragma,
brandpuntsafstand en afstand tussen de camera en het onderwerp. Als u
bijvoorbeeld een kleiner diafragma selecteert, wordt de scherptediepte vergroot en
wordt de achtergrond van een compositie vaag.
Digitale zoom
Een functie die op kunstmatige wijze de beschikbare hoeveelheid zoom met de
zoomlens vergroot (optisch zoomen). Als u de digitale zoomfunctie gebruikt, wordt
de beeldkwaliteit minder wanneer de vergroting wordt verhoogd.
Woordenlijst
Woordenlijst
Bijlagen
159
EV-compensatie
Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen die wordt berekend
door de camera, in beperkte stappen, om de belichting van uw foto's te verbeteren.
Stel de EV-compensatie in op -1,0 EV om de waarde een stap donkerder in te stellen
en op 1,0 EV om de waarde een stap lichter te maken.
Belichtingswaarde (EV)
Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die resulteren in dezelfde
belichting.
Exif (Exchangeable Image File Format)
Een specicatie voor het deniëren van een beeldbestandsindeling voor digitale
camera's die is gemaakt door de Japan Electronic Industries Development
Association (JEIDA).
Belichting
De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken. Belichting wordt
bepaald door een combinatie van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde.
Flitser
Een itslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in omstandigheden
met weinig licht.
Brandpuntsafstand
De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in millimeters).
Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere beeldhoek en een grotere
weergave van het onderwerp. Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een
grotere beeldhoek.
Histogram
Een grasche weergave van de helderheid van een beeld. De horizontale as stelt de
helderheid voor en de verticale as het aantal pixels. Hoge pieken aan de linkerkant
(te donker) en aan de rechterkant (te licht) op het histogram geven aan dat een foto
niet goed is belicht.
H.264/MPEG-4
Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale
standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T. Deze codec zorgt ervoor dat goede
videokwaliteit wordt geleverd met lage bitsnelheden ontwikkeld door het Joint
Video Team (JVT).
Woordenlijst
Bijlagen
160
Beeldsensor
Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat voor elke pixel in
het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid van het licht op dat de fotosite bereikt
tijdens een belichting. Algemene sensortypen zijn CCD (Charge-coupled Device) en
CMOS (Complementary Metal Oxide Semiconductor).
ISO-waarde
De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de equivalente
lmsnelheid gebruikt in een lmcamera. Met hogere ISO-waarden gebruikt de
camera een hogere sluitertijd, waardoor vervaging kan worden verminderd die
wordt veroorzaakt door het bewegen van de camera en weinig licht. Beelden met
een hoge gevoeligheid zijn echter veel gevoeliger voor ruis.
JPEG (Joint Photographic Experts Group)
Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEG-beelden worden
gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte te verminderen met minimale
afname van de beeldresolutie.
LCD (Liquid Crystal Display)
Een visuele display die algemeen wordt gebruikt in consumenten elektronica.
Dit display heeft een aparte achtergrondverlichting nodig zoals CCFL of LED, om
kleuren te kunnen reproduceren.
Macro
Met deze functie kunt u close-upfoto's maken van zeer kleine voorwerpen. Als u de
macrofunctie gebruikt, kan de camera goed scherpstellen op kleine voorwerpen
met een verhouding op bijna ware grootte (1:1).
Lichtmeting
De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid
licht meet om de belichting in te stellen.
MJPEG (Motion JPEG)
Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEG-beeld.
Ruis
Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk worden
weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige, heldere pixels. Ruis treedt
meestal op wanneer foto's worden gemaakt met een hoge gevoeligheid of wanneer
de gevoeligheid automatisch wordt ingesteld op een donkere locatie.
OIS (Optical Image Stabilization; Optische beeldstabilisatie)
Deze functie compenseert in real-time trillingen en schudden tijdens de opname. Er
treedt geen kwaliteitsvermindering van het beeld op in vergelijking met de functie
Digitale beeldstabilisatie.
Woordenlijst
Bijlagen
161
Optische zoom
Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen worden vergroot met
een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet vermindert.
Kwaliteit
Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in een digitaal beeld.
Beelden met een hogere kwaliteit hebben een lager compressieniveau, wat meestal
resulteert in grotere bestanden.
Resolutie
Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie bevatten meer
pixels en bevatten meer details dan beelden met lage resolutie.
Sluitertijd
De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen en te
sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een foto, aangezien
hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door het diafragma op de
beeldsensor valt. Met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen en
wordt de foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging van het
onderwerp te bevriezen.
Vignetten
Een vermindering van de helderheid of de verzadiging van een beeld bij de randen
in vergelijking met het midden van het beeld. Vignetten kan de aandacht richten op
onderwerpen die in het midden van een beeld zijn geplaatst.
Witbalans (kleurbalans)
Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de primaire kleuren rood,
groen en blauw) in een beeld. Het doel van het aanpassen van de witbalans, of
kleurbalans, is de kleuren van een beeld correct weergeven.
Bijlagen
162
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop
dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet
met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun
gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid
door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van
andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het
duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit
product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen
waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de
algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn
elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering
worden gemengd.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar een
duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid door middel
van een milieubewuste bedrijfsvoering.
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit
product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval
mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat
het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus
in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of
het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het
hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te
scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis
inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving.
Bijlagen
163
A
Aanraakscherm
Aanraken 33
Slepen 33
Vegen 33
Afdruk 138
AF-geluid 135
AF-hulplamp
Instellingen 138
AF-hulplampje
Locatie 21
Afspeelknop 23
Afspeelmodus 89
Afzonderlijke beelden uit een video
opslaan 97
AllShare Play 129
Anynet+ 136
Automatische back-up 122
Automatische contrastverbetering
(ACB)
Afspeelmodus 100
Opnamemodus 80
AutoShare 118
A/V-poort 21
B
Batterij
Let op 148
Opladen 25
Plaatsen 24
Beeldaanpassing
Contrast
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 86
Helderheid
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 79
Kleurverzadiging
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 86
Rode ogen 101
Scherpte 86
Beginafbeelding 135
Belichting 79
Bestanden beveiligen 92
Bestanden overbrengen
Automatische back-up 122
E-mail 124
Mac 105
Windows 104
Bestanden weergeven
Bewegende foto's 95
Categorie 91
Diashow 95
Map 90
Miniaturen 91
Panoramafoto’s 95
Televisie (HDTV) 102
Bestanden wissen 92
C
Camera loskoppelen 105
Cameraonderhoud 142
Cameraspecicaties 154
Contrast
Afspeelmodus 100
Opnamemodus 86
Index
Bijlagen
164
D
Datum/tijd aanpassen 137
Diafragmawaarde 47
Diashow 95
Digitale zoom 38
DIRECT LINK-knop 23
Draadloos netwerk 114
Draaien 98
E
Externe zoeker 120
F
Filmmodus 61
Flitser
Anti-rode ogen 69
Auto 68
Invulits 68
Langzame synchronisatie 69
Rode ogen 68
Uit 68
Formatteren 138
Foto's bewerken 98
Foutmeldingen 140
Functieknop 23
G
Geheugenkaart
Aandachtspunt 146
Plaatsen 24
Geluidsinstellingen 36
Gezichten retoucheren 101
Gezichtsdetectie 76
H
Handmatige modus 50
HDTV 103
Helderheid
Afspeelmodus 100
Opnamemodus 79
Helderheid scherm 136
I
Instellingen 137
Intelligente scènedetectiemodus 62
Intelligent zoomen 39
ISO-waarde 70
K
Kleurverzadiging
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 86
Knipperen 77
L
Lichtmeting
Centr. gewogen 80
Multi 80
Spot 80
M
Macro
Auto macro 72
Handm. scherpstellen 72
Macro 72
Magic Plus, modus
Filmlter 60
Foto in beweging 58
Mijn Magisch kader 55
Index
Bijlagen
165
Menuknop 23
Miniaturen 91
MobileLink 119
Modus Beste gezicht 54
Modus Diafragmaprioriteit 48
Modusdraaiknop 22
Modus Magisch Plus
Fotolter 59
Gesplitste opname 57
Modus Panorama 52
O
OIS (Optical Image Stabilization;
Optische beeldstabilisatie) 40
One Touch-opname 75
Ontspanknop 21
Ontspanknop half indrukken 41
Opladen 25
Optionele accessoires 20
P
Pictogrammen
Afspeelmodus 89
Opnamemodus 28
Portretten maken
Gezichtsdetectie 76
Knipperen 77
Smile shot 77
Zelfportret 76
Power-knop 21
Programmamodus 46
R
Reinigen
Camerabody 142
Lens 142
Scherm 142
Reset 138
Resolutie
Afspeelmodus 98
Opnamemodus 65
Richtlijn 135
Rode ogen
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 67
S
Schermtype 35
Scherpstelgebied
Centrum AF 73
Multi AF 73
Scherpte 86
Servicecenter 151
Sluiterprioriteit, modus 49
Smart Auto-modus 44
Smart lter
Afspeelmodus 99
Opnamemodus voor foto's 59
Video-opname, modus 60
Smart-modus 51
Smile shot 77
Snel tonen 136
Spaarstand 136
Statiefbevestigingspunt 21
Statuslampje 22
Index
Bijlagen
166
T
Taalinstellingen 137
Tijdinstellingen 26
Tijdzone-instellingen 26, 137
Timer 85
Tracking AF 74
U
Uitpakken 20
USB-poort 21
V
Verbinding maken met een
Mac-computer 105
Vergroten 94
Video 136
Afspeelmodus 96
Opnamemodus 61
Video's bewerken
Bijsnijden 97
Opnemen 97
W
Website
Foto's of video's uploaden 127
Openen 127
Witbalans 81
Z
Zelfportret 76
Zoom
Zoomfunctie gebruiken 38
Zoomgeluidinstellingen 87
Zoomknop 22
Index
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantieinformatie
die met het product is meegeleverd of bezoek onze website
www.samsung.com.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WB800F Klik op een onderwerp In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Algemene problemen oplossen Beknopt overzicht Inhoud Basisfuncties Uitgebreide functies Opnameopties Afspelen/bewerken Draadloos netwerk Instellingen Bijlagen Index Informatie over gezondheid en veiligheid Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt. Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's. Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken. Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren. Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen. Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren. Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke materialen niet in de buurt van de camera. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken. Raak de camera niet met natte handen aan. Dit kan een schok veroorzaken. 1 Informatie over gezondheid en veiligheid Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden of kleding. Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken. Vermijd storing van pacemakers. Zorg ervoor dat deze camera uit de buurt blijft van alle pacemakers om mogelijke storing te voorkomen, zoals aanbevolen door de fabrikant en onderzoeken. Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander medisch apparaat, moet u de camera onmiddellijk uitschakelen en voor instructies contact op te nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat. Gebruik het netsnoer en de oplader niet tijdens een onweersbui. Dit kan een elektrische schok veroorzaken. Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung. Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in bepaalde omgevingen beperkt. • Voorkom storing met andere elektronische apparatuur. • Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat. De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken. Houd u aan alle voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het vliegtuigpersoneel wordt gevraagd. • Schakel de camera uit in de nabijheid van medische apparatuur. De camera kan storing veroorzaken in medische apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch personeel. 2 Informatie over gezondheid en veiligheid Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn bedoeld. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de camera of andere apparatuur Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt. De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken. Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithiumionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit. Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt. Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt. Anders kunt u brand of een schok veroorzaken. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en accessoires. • Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen. • Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door nietgoedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires. Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de batterij. Dit kan brand of een schok veroorzaken. 3 Informatie over gezondheid en veiligheid Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote schokken. Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen beschadigd raken. Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen. Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui. Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist. Voorkom storing met andere elektronische apparatuur. De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur en andere apparatuur thuis of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om mogelijke problemen met storing op te lossen. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde apparaten of accessoires om ongewenste storingen te voorkomen. Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart. Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken. Gebruik de camera in de normale gebruikspositie. Raak de interne antenne van de camera niet aan. Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische velden. Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt. Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden • Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen in verkeerde handen Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is. Als het glas of acrylaatonderdelen gebroken zijn, gaat u naar een servicecenter van Samsung Electronics om te camera te laten repareren. vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in openbare ruimten of via open netwerken. • De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten, handelsmerken, intellectueel-eigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de openbare zedelijkheid. Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik. 4 Overzicht van de gebruiksaanwijzing Copyrightinformatie Basisfuncties • Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. Microsoft Corporation. • Mac en Apple App Store zijn gedeponeerde handelsmerken van de Apple • • • • • Uitgebreide functies Corporation. Google Play Store is een gedeponeerd handelsmerk van Google, Inc. microSD™, microSDHC™ en microSDXC™ zijn geregistreerde handelsmerken van SD Association. HDMI, het HDMI-logo en de term 'High Definition Multimedia Interface' zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. Wi-Fi®, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance. Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende eigenaars. 19 43 Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren. Opnameopties 64 Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus. Afspelen/bewerken 88 Hier vindt u informatie over hoe u foto's of video's afspeelt en u foto's bewerkt. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer of televisie (HDTV) aansluit. Draadloos netwerk 113 Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLANnetwerken en functies kunt gebruiken. • Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd. • U kunt de camera het beste gebruiken in het land waar u deze hebt Instellingen aangeschaft. • Gebruik deze camera op een verantwoorde manier en leef alle wet- en regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera na. • Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden. Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren. Bijlagen Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud. 5 133 139 Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing Modus Smart Auto Programma Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig Smart Beste gezicht Magisch Plus Instellingen Wi-Fi Symbolen in deze gebruiksaanwijzing Pictogram T Symbool Functie Aanvullende informatie p G s i g n w Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen [] () “ * Pictogrammen in de opnamemodus Deze pictogrammen worden weergegeven in de tekst wanneer een functie beschikbaar is in een bepaalde modus. Bekijk het onderstaande voorbeeld. Opmerking: de modus s, g ondersteunt wellicht niet de functies voor alle scènes of modi. Voorbeeld: Beschikbaar in de modi Programma, Diafragmaprioriteit en Sluiterprioriteit 6 Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de ontspanknop. Paginanummer van verwante informatie De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren, voorbeeld: selecteer Gezichtsdetectie “ Normaal (betekent selecteer Gezichtsdetectie en selecteer vervolgens Normaal). Voetnoot Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing Op de ontspanknop drukken • Druk de [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop tot halverwege in • Druk op de [Ontspanknop]: druk de ontspanknop helemaal in Druk de [Ontspanknop] half in Belichting (Helderheid) De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter. Druk op de [Ontspanknop] S Normale belichting Onderwerp, achtergrond en compositie • Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een persoon, dier of stilleven • Achtergrond: de objecten rond het onderwerp • Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond Achtergrond Compositie Onderwerp 7 S Overbelicht (te helder) Speciale functies van de camera Een optie voor de DIRECT LINK-knop instellen U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op de DIRECT LINK-knop drukt. Het aanraakscherm en de cameraknoppen gebruiken U kunt de camera gebruiken door het scherm aan te raken of door de cameraknoppen in te drukken. De DIRECT LINK-knop gebruiken Druk op de DIRECT LINK-knop om de ingestelde Wi-Fi-functie te activeren. 8 1 Open de Instellingen. 2 3 Open de optie voor de DIRECT LINK-knop. Selecteer een Wi-Fi-functie uit de lijst. Speciale functies van de camera AutoShare gebruiken Wanneer u een foto maakt met uw camera, wordt de foto automatisch op de smartphone opgeslagen. De camera maakt draadloos verbinding met een smartphone. 1 Installeer Samsung SMART CAMERA App op de smartphone. 4 Installeren Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. • Als een pop-upbericht wordt weergegeven op de camera, geeft u de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. 2 5 Schakel de functie AutoShare in. Maak een foto. • De vastgelegde foto wordt opgeslagen op de camera en vervolgens overgedragen naar de smartphone. 3 Start Samsung SMART CAMERA App op de smartphone. 9 Speciale functies van de camera MobileLink gebruiken U kunt bestanden eenvoudig van de camera naar een smartphone verzenden. De camera kan draadloos verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink ondersteunen. 1 4 Installeer Samsung SMART CAMERA App op de smartphone. Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. • Als een pop-upbericht wordt weergegeven op de camera, geeft u de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. 2 Open de modus MobileLink. • Als een pop-upbericht wordt 5 Selecteer vanaf de smartphone of de camera de bestanden die u vanaf de camera wilt verzenden. 6 Raak op de smartphone de kopieerknop aan of selecteer Delen op de camera. weergegeven, selecteert u een optie. 3 Start Samsung SMART CAMERA App op de smartphone. 10 Speciale functies van de camera Remote Viewfinder gebruiken U kunt uw camera op afstand besturen met een smartphone. De camera maakt draadloos verbinding met een smartphone. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met de functie Remote Viewfinder. De foto wordt weergegeven op de smartphone. 1 Installeer Samsung SMART CAMERA App op de smartphone. 4 Installeren Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. • Als een pop-upbericht wordt weergegeven op de camera, geeft u de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. 2 Open de modus Remote Viewfinder. 3 Start Samsung SMART CAMERA App op de smartphone. 11 5 Raak aan en houd het vast om scherp te stellen, en laat vervolgens los om een foto te maken. 6 Raak de miniatuur aan om de foto weer te geven. Speciale functies van de camera Opnamevoorbeelden - Macro 1 Selecteer de macro-optie ( 2 Maak een foto. U kunt close-ups van een onderwerp vastleggen, of kleine onderwerpen zoals bloemen of insecten. De voorbeeldafbeelding kan afwijken van de werkelijke foto die u vastlegt. 12 ). Algemene problemen oplossen Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen. De ogen van het onderwerp zijn rood. Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera. • Stel de flitseroptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 67) • Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 101) Foto's bevatten stofvlekken. Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's. • Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen. • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 70) Foto's zijn onscherp. Vervaging kan optreden als u foto's maakt in slecht licht of de camera niet goed vasthoudt. Gebruik de functie OIS of druk de [Ontspanknop] half in om ervoor te zorgen dat de camera op het onderwerp scherpstelt. (pag. 41) Bij nachtopnamen zijn foto's onscherp. Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Hierdoor kan het moeilijk worden om de camera lang genoeg stabiel te houden om een duidelijke foto vast te leggen en kan de camera gaan trillen. • Selecteer Opname bij weinig licht in de modus s. (pag. 51) • Schakel de flitser in. (pag. 68) • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 70) • Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden. • Maak geen foto's tegen de zon in. • Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 68) • Pas de belichting aan. (pag. 79) • Stel de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. (pag. 80) • Stel de lichtmeting in op Spot als het onderwerp in het midden van het kader staat. (pag. 80) Het onderwerp is te donker door tegenlicht. 13 Beknopt overzicht Foto's van mensen maken • s modus > Gezichtscorrectie f 51 • i modus f 54 • Rode ogen/Anti-rode ogen (om rode ogen te voorkomen of te corrigeren) f 67 • Gezichtsdetectie f 76 • Zelfportret f 76 's Nachts of in het donker foto's maken De belichting aanpassen (helderheid) • • • • s modus > Rijke toon f 51 ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 70 EV (de belichting aanpassen) f 79 ACB (compenseren voor onderwerpen tegen heldere achtergronden) f 80 • L.meting f 80 • AE BKT (3 foto's van dezelfde scène maken, maar met verschillende belichtingen) f 85 • s modus > Silhouet, Vuurwerk, Lichtspoor, Opname bij weinig licht f 51 • Flitseropties f 68 • ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 70 Foto's van de omgeving maken • s modus > Landschap, Waterval f 51 • s modus > Panorama f 52 Actiefoto's maken • Sluiterprioriteit-modus f 49 • s modus > Actie-opname, Continuopname f 51 • Serieopname f 84 Foto's van tekst, insecten en bloemen maken Effecten toepassen op foto's • • • • • g modus > Mijn Magisch kader f 55 g modus > Gesplitste opname f 57 g modus > Foto in beweging f 58 g modus > Fotofilter f 59 Beeld aanpassen (voor het aanpassen van Scherpte, Contrast of Kleurverz.) f 86 • s modus > Macro f 51 • Macro f 71 14 Effecten toepassen op video's • g modus > Filmfilter f 60 Bewegingsonscherpte voorkomen • Optische beeldstabilisatie (OIS) f 40 • Bestanden weergeven als miniaturen f 91 • Bestanden weergeven op categorie f 91 • Alle bestanden op de geheugenkaart verwijderen f 93 • Foto's als diashow weergeven f 95 • Bestanden weergeven op een televisie (HDTV) f 102 • De camera op een computer aansluiten f 104 • Foto's of video's via e-mail verzenden f 126 • Websites voor het delen van foto's of video's • • • • • gebruiken f 127 Geluid en volume aanpassen f 135 De helderheid van het scherm aanpassen f 136 De schermtaal wijzigen f 137 De datum en tijd instellen f 137 Voordat u contact opneemt met een servicecenter f 151 Inhoud Basisfuncties ..................................................................................................................... 19 Uitgebreide functies ..................................................................................................... 43 Uitpakken .................................................................................................................... 20 De Smart Auto-modus gebruiken ...................................................................... 44 Indeling van de camera .......................................................................................... 21 De Programmamodus gebruiken ...................................................................... 46 De DIRECT LINK-knop gebruiken ......................................................................... 23 De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken .................................................................................................................... 47 De batterij en geheugenkaart plaatsen ........................................................... 24 De batterij opladen ................................................................................................ 25 De camera inschakelen ......................................................................................... 25 De modus Diafragmaprioriteit gebruiken .......................................................... 48 De modus Sluiterprioriteit gebruiken ................................................................. 49 De Handmatige modus gebruiken ...................................................................... 50 De eerste instellingen uitvoeren ........................................................................ 26 De Smart-modus gebruiken ................................................................................. 51 De batterij opladen en de camera inschakelen ............................................. 25 De Panoramamodus gebruiken ........................................................................... 52 Uitleg over de pictogrammen ............................................................................. 28 De modus Beste gezicht gebruiken ................................................................... 54 Modus selecteren ..................................................................................................... 29 De modus Magisch Plus gebruiken ................................................................... 55 Pictogrammen op het modusscherm ................................................................. 29 De modus Mijn Magisch kader gebruiken ......................................................... De modus Gesplitste opname gebruiken .......................................................... De modus Foto in beweging gebruiken ............................................................ De Fotofiltermodus ................................................................................................ De Filmfiltermodus gebruiken ............................................................................. Opties of menu's selecteren ................................................................................. 31 Selecteren met knoppen ...................................................................................... 31 Selecteren door aanraken ..................................................................................... 32 Smart Panel gebruiken .......................................................................................... 34 Het scherm en geluid instellen ............................................................................ 35 55 57 58 59 60 Een video opnemen ................................................................................................ 61 Het schermtype instellen ...................................................................................... 35 Het geluid instellen ................................................................................................ 36 Een video opnemen met de functie Intelligente scènedetectie .................... 62 Foto's maken .............................................................................................................. 37 Zoomen .................................................................................................................... 38 Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ........................................................... 40 Tips om betere foto's te maken ........................................................................... 41 15 Inhoud Gezichtsdetectie gebruiken ................................................................................. 76 Opnameopties ................................................................................................................. 64 Gezichten detecteren ............................................................................................ Een zelfportret maken ........................................................................................... Een foto van een lachend gezicht maken .......................................................... Knipperende ogen detecteren ............................................................................. Tips voor gezichtsdetectie .................................................................................... De resolutie en beeldkwaliteit selecteren ....................................................... 65 De resolutie selecteren .......................................................................................... 65 Een fotokwaliteit selecteren ................................................................................. 66 Opnamen in het donker maken .......................................................................... 67 Rode ogen voorkomen ......................................................................................... De flitser gebruiken ................................................................................................ Een flitseroptie instellen ........................................................................................ De ISO-waarde aanpassen .................................................................................... 67 67 68 70 Helderheid en kleur aanpassen .......................................................................... 79 De belichting handmatig aanpassen (EV) .......................................................... Compenseren voor tegenlicht (ACB) .................................................................. De lichtmeetmethode wijzigen ........................................................................... Een instelling voor Witbalans selecteren ............................................................ De scherpstelling aanpassen ............................................................................... 71 Macro gebruiken .................................................................................................... Autofocus gebruiken ............................................................................................. Het scherpstelgebied aanpassen ........................................................................ De scherpstelafstand aanpassen via aanraken ................................................. 76 76 77 77 78 71 71 73 73 79 80 80 81 Serieopnamen ........................................................................................................... 84 Continu foto's maken ............................................................................................ 84 Timer gebruiken ..................................................................................................... 85 Foto's met de bracketfunctie maken .................................................................. 85 Afbeeldingen aanpassen ....................................................................................... 86 Het geluid van de zoom verminderen .............................................................. 87 16 Inhoud Afspelen/bewerken ....................................................................................................... 88 Draadloos netwerk ...................................................................................................... 113 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ......................................... 89 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren ............................................................................................................. 114 De afspeelmodus starten ...................................................................................... 89 Foto's weergeven ................................................................................................... 94 Een video afspelen ................................................................................................. 96 Verbinding maken met een WLAN .................................................................... De aanmeldingsbrowser gebruiken ................................................................. Tips over netwerkverbinding ............................................................................. Tekst invoeren ....................................................................................................... Foto's bewerken ........................................................................................................ 98 Het formaat van foto's wijzigen ........................................................................... 98 Een foto draaien ..................................................................................................... 98 Een foto bijsnijden ................................................................................................. 99 Smart filter-effecten toepassen ........................................................................... 99 Foto's aanpassen .................................................................................................. 100 114 115 116 117 Bestanden automatisch opslaan op een smartphone ............................. 118 Foto's of video's verzenden naar een smartphone .................................... 119 Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop ............................ 120 Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden ................................................................................................................. 122 Bestanden op een tv (HDTV) weergeven ...................................................... 102 Bestanden naar een computer overbrengen ............................................... 104 Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc ............ 122 Foto's of video's verzenden naar een pc ........................................................... 122 Bestanden naar een Windows-computer overbrengen ................................ 104 Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ......................................... 105 Foto's of video's via e-mail verzenden ............................................................ 124 Programma's op de computer gebruiken ..................................................... 107 E-mailinstellingen wijzigen ................................................................................. 124 Foto's of video's via e-mail verzenden .............................................................. 126 i-Launcher installeren .......................................................................................... 107 i-Launcher gebruiken .......................................................................................... 108 Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ........................ 127 Een website openen ............................................................................................ 127 Foto's of video's uploaden .................................................................................. 127 Bestanden verzenden met AllShare Play ...................................................... 129 Foto's uploaden naar de online opslagruimte ................................................ 129 Foto's of video's weergeven op apparaten die AllShare Play ondersteunen ....................................................................................................... 130 Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ..................................................................... 132 17 Inhoud Instellingen ..................................................................................................................... 133 Instellingenmenu ................................................................................................... 134 Het instellingenmenu openen ........................................................................... Geluid ..................................................................................................................... Display .................................................................................................................... Connectiviteit ........................................................................................................ Algemeen .............................................................................................................. 134 135 135 136 137 Bijlagen ............................................................................................................................. 139 Foutmeldingen ........................................................................................................ 140 Cameraonderhoud ................................................................................................ 142 De camera reinigen .............................................................................................. De camera gebruiken of opbergen ................................................................... Geheugenkaarten ................................................................................................ De batterij .............................................................................................................. 142 143 144 147 Voordat u contact opneemt met een servicecenter .................................. 151 Cameraspecificaties ............................................................................................... 154 Woordenlijst ............................................................................................................. 158 Index ........................................................................................................................... 163 18 Basisfuncties Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. Uitpakken ………………………………………… 20 Indeling van de camera ………………………… 21 De DIRECT LINK-knop gebruiken ……………… 23 Opties of menu's selecteren …………………… 31 Selecteren met knoppen ……………………… 31 Selecteren door aanraken ……………………… 32 Smart Panel gebruiken ………………………… 34 De batterij en geheugenkaart plaatsen ……… 24 De batterij opladen en de camera inschakelen ……………………………………… 25 Het scherm en geluid instellen ………………… 35 De batterij opladen …………………………… 25 De camera inschakelen ………………………… 25 Foto's maken …………………………………… 37 De eerste instellingen uitvoeren ……………… 26 Uitleg over de pictogrammen ………………… 28 Modus selecteren ……………………………… 29 Pictogrammen op het modusscherm ………… 29 Het schermtype instellen ……………………… 35 Het geluid instellen …………………………… 36 Zoomen ………………………………………… 38 Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ……… 40 Tips om betere foto's te maken ………………… 41 Uitpakken De productverpakking bevat de volgende onderdelen. Optionele accessoires Camera Oplaadbare batterij AC-adapter/USB-kabel Camera-etui A/V-kabel HDMI-kabel Batterijoplader Geheugenkaart Geheugenkaart/ Geheugenkaartadapter Polslus Snelstartgids • De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw product zijn geleverd. • Afhankelijk van het model kunnen er verschillende items in de doos zitten. • U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor problemen die door het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires ontstaan. Basisfuncties 20 Indeling van de camera Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint. Pop-upknop voor flitser Power-knop Microfoon Interne antenne* Ontspanknop * Vermijd contact met de interne antenne tijdens het gebruik van het draadloze netwerk. AF-hulplampje/Timerlampje Flitser* * Als u de flitser niet gebruikt, moet u deze sluiten om schade aan de flitser te voorkomen. Als u de flitser met kracht opent, kunt u de camera beschadigen. Luidspreker Lens HDMI-aansluiting Voor aansluiting van HDMI-kabel USB- en A/V-aansluiting Voor aansluiting van USB-kabel en A/V-kabel Statiefbevestigingspunt Batterijklep Een geheugenkaart en batterij plaatsen Basisfuncties 21 Indeling van de camera DIRECT LINK-knop Een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie starten Statuslampje • Knippert: wanneer de camera een foto of video opslaat, wordt gelezen door een computer of printer, als het beeld onscherp is of als er een probleem is met het opladen van de batterij, wanneer de camera verbinding maakt met WLAN of een foto verzendt • Licht op: wanneer de camera is aangesloten op een computer, wanneer de batterij wordt opgeladen of wanneer het beeld is scherpgesteld Zoomknop • In de opnamemodus: in- en uitzoomen • In de afspeelmodus: inzoomen op een deel van de foto, bestanden als miniaturen weergeven of het volume aanpassen Modusdraaiknop (pag. 29) De polslus bevestigen x y Scherm Knoppen (pag. 23) Basisfuncties 22 Indeling van de camera Knoppen Knop De DIRECT LINK-knop gebruiken Beschrijving U kunt de Wi-Fi-functie gemakkelijk inschakelen met [DIRECT LINK]. Druk op [DIRECT LINK] om de ingestelde Wi-Fi-functie te activeren. Druk nogmaals op [DIRECT LINK] om terug te gaan naar de vorige modus. Het opnemen van een video starten. Opties of menu's openen. Terug gaan. D c F t Basisfuncties De schermoptie wijzigen. Overige functies Omhoog De macro-optie wijzigen. De flitseroptie wijzigen. De timer- en serieoptie wijzigen. Omlaag Naar links Naar rechts De gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu bevestigen. De afspeelmodus openen. • Smart Panel openen in de opnamemodus. • Bestanden verwijderen in de afspeelmodus. Een optie voor een DIRECT LINK-knop instellen U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op [DIRECT LINK] drukt. 1 2 3 Basisfuncties 23 Draai de modusdraaiknop naar n. Selecteer Algemeen “ DIRECT LINK (Wi-Fi-knop). Selecteer een Wi-Fi-functie. (pag. 138) De batterij en geheugenkaart plaatsen Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart. De batterij en geheugenkaart verwijderen Batterijvergrendeling Schuif de vergrendeling omlaag om de batterij los te maken. Oplaadbare batterij Zorg dat bij het plaatsen van een geheugenkaart de goudkleurige contactpunten omhoog zijn gericht. Geheugenkaart Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf. Geheugenkaart Plaats de batterij met het Samsung-logo naar boven. De geheugenkaartadapter gebruiken Als u microgeheugenkaarten wilt gebruiken met dit product, een computer of een geheugenkaartlezer, moet u de kaart in een adapter plaatsen. Oplaadbare batterij U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen geheugenkaart is geplaatst. Basisfuncties 24 De batterij opladen en de camera inschakelen De batterij opladen De camera inschakelen Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op de camera en sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de AC-adapter. Druk op [X] om de camera in- of uit te schakelen. • Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. (pag. 26) De camera inschakelen in de afspeelmodus Statuslampje • Rode lampje brandt: opladen • Rode lampje uit: volledig opgeladen • Rode lampje knippert: fout Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de afspeelmodus. Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het mogelijk dat de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt. Basisfuncties 25 De eerste instellingen uitvoeren Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt het scherm voor de eerste installatie weergegeven. Volg de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te configureren. De taal is vooraf ingesteld voor het land of de regio waarin de camera wordt verkocht. U kunt de taal naar wens wijzigen. U kunt ook een item selecteren door het op het scherm aan te raken. 1 Druk op [c] om Tijdzone te selecteren en druk vervolgens op [t] of [o]. 2 Druk op [D/c] om Thuis te selecteren en druk op [o]. 5 Datum/tijd aanpassen • Als u naar een ander land gaat, selecteert u Bezoek en selecteert u een nieuwe tijdzone. 3 Druk op [c] om Datum/tijd aanpassen te selecteren en druk vervolgens op [t] of [o]. Jaar Maand Dag Uur Min. Zomertijd Druk op [D/c] om een tijdzone te selecteren en druk vervolgens op [o]. Tijdzone Annuleer [GMT +00:00] Londen • Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal. [GMT +01:00] Rome, Parijs, Berlijn [GMT +02:00] Athene, Helsinki [GMT +03:00] Moskou Terug 4 Instellen 6 7 Instellen Druk op [b]. Basisfuncties 26 Druk op [F/t] om een item te selecteren. Druk op [D/c] om de datum, tijd en zomertijd in te stellen en druk op [o]. De eerste instellingen uitvoeren 8 Druk op [c] om Datumtype te selecteren en druk vervolgens op [t] of [o]. 9 Druk op [D/c] om een datumtype te selecteren en druk vervolgens op [o]. 10 Druk op [c] om een Type tijd te selecteren en druk vervolgens op [t] of [o]. 11 Druk op [D/c] om een type tijd te selecteren en druk vervolgens op [o]. 12 Druk op [b] om de eerste configuratie te voltooien. Basisfuncties 27 Uitleg over de pictogrammen Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties. Als u een opnameoptie wijzigt, knippert het bijbehorende symbool korte tijd geel. 1 Symbool Beschrijving Symbool Framesnelheid (per seconde) • • • • Sound Alive Aan : volledig opgeladen : gedeeltelijk opgeladen : leeg (opladen) : opladen (aangesloten op de lader) Autofocuskader 2 Intelli-zoom aan Optische beeldstabilisatie (OIS) Lichtmeting Optie voor serieopnamen Bewegingsonscherpte 3 Opnamemodus Diafragmawaarde Sluitertijd Beschikbare opnametijd Timer Zoomindicator Fotoresolutie als de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld Zoomverhouding 1 Opnamegegevens Symbool Beschrijving Witbalans Beeldaanpassing (contrast, scherpte en kleurverzadiging) Scherpstelgebied Histogram (pag. 35) Scherpsteloptie 2 Opname-instelling Symbool Beschrijving Geheugenkaart geplaatst Gezichtsdetectie Beschrijving Belichtingswaarde ISO-waarde 3 Opname-instelling (aanraken) Huidige datum Huidige tijd Flitser Symbool Autofocus continu aan Resterend aantal foto's Beschrijving Fotoresolutie AutoShare aan Videoresolutie Smart Touch AF-optie Basisfuncties 28 m f Opname-instellingen Smart Panel openen Modus selecteren Selecteer een opnamemodus of -functie met de modusdraaiknop. Draai de modusdraaiknop naar de gewenste modus. In sommige modi kunt u ook een symbool selecteren in het scherm Modus. 1 Pictogrammen op het modusscherm Symbool T Mijn jn Magisch gis hGesplitste Foto in Fotofilter gi kader opname beweging p 2 Filmfilter Foto-editor â–² Voorbeeld: wanneer u Mijn Magisch kader selecteert in de modus Magisch Plus Nr. 1 Beschrijving Huidig modusvenster • Draai de modusdraaiknop om naar een ander modusscherm te gaan. 2 Moduspictogrammen • Druk op [D/c/F/t] om naar een gewenste modus te scrollen en druk op [o] om de modus te openen. • Raak een pictogram aan om een modus of functie weer te geven. G Basisfuncties 29 s i Beschrijving Smart Auto: een foto maken met een scènemodus die automatisch door de camera is geselecteerd. (pag. 44) Programma: een foto maken met instellingen die u handmatig hebt aangepast. (pag. 46) Diafragmaprioriteit: de diafragmawaarde handmatig instellen terwijl de camera automatisch een geschikte sluitertijd selecteert. (pag. 48) Sluiterprioriteit: de sluitertijd handmatig instellen terwijl de camera automatisch een geschikte diafragmawaarde selecteert. (pag. 49) Handmatig: de diafragmawaarde en de sluitertijd handmatig instellen. (pag. 50) Smart: een foto maken met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène. (pag. 51) Beste gezicht: meerdere foto's vastleggen en gezichten vervangen om het beste beeld mogelijk te maken. (pag. 54) Modus selecteren Symbool Beschrijving Symbool g Mijn Magisch kader: een foto maken en een gedeelte selecteren dat u transparant wilt maken. Vervolgens kunt u een nieuwe foto maken die in het transparante gedeelte verschijnt. (pag. 55) Gesplitste opname: meerdere foto's maken en deze indelen met voorgedefinieerde indelingen. (pag. 57) Foto in beweging: een serie foto's maken en combineren en vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie te maken. (pag. 58) Fotofilter: een foto maken met verschillende filtereffecten. (pag. 59) Filmfilter: een video opnemen met verschillende filtereffecten. (pag. 60) Foto-editor: foto's bewerken met verschillende effecten. (pag. 98) n Instellingen: instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. (pag. 133) w Basisfuncties 30 Beschrijving MobileLink: foto's of video's verzenden naar een smartphone. (pag. 119) Remote Viewfinder: een smartphone gebruiken als externe ontspanknop en een voorbeeld op uw smartphone weergeven van een afbeelding op uw camera. (pag. 120) Automatische back-up: foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. (pag. 122) E-mail: foto's of video's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. (pag. 124) SNS en cloud: foto's of video's uploaden naar websites voor het delen van bestanden. (pag. 127) AllShare Play: foto's uploaden naar de online opslag van AllShare Play of bestanden weergeven op andere door AllShare Play ondersteunde apparaten. (pag. 129) Opties of menu's selecteren Druk op [m] of [ /f] om een optie of een menu te selecteren. U kunt ook het scherm aanraken om een optie of een menu te selecteren. Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus: Selecteren met knoppen Druk op [m] en druk vervolgens op [D/c/F/t] of [o] om een optie of een menu te selecteren. 1 2 1 Draai de modusdraaiknop naar p. 2 Druk op [m]. Druk in de opname- of afspeelmodus op [m]. Scrol naar een optie of menu. • Druk op [D] of [c] om omhoog of omlaag te gaan. • Druk op [F] of [t] om naar links of rechts te gaan. EV Witbalans 3 Druk op [o] om de gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu te bevestigen. ISO Flitser Focus Druk op [b] om terug te gaan naar het vorige menu. Druk de [Ontspanknop] half in om terug te gaan naar de opnamemodus. Afsl. Basisfuncties 31 Select. Opties of menu's selecteren 3 Druk op [D/c] om Witbalans te selecteren en druk op [t] of [o]. EV Selecteren door aanraken Raak m aan op het scherm, sleep de lijst met opties omhoog of omlaag en raak vervolgens een optie aan om deze te selecteren. 1 2 Witbalans ISO Raak in de opname- of afspeelmodus m aan op het scherm. Sleep de optielijst omhoog of omlaag en raak vervolgens een optie aan. Flitser ACB Focus Afsl. L.meting Select. Station/timer 4 Druk op [F/t] om een witbalansoptie te selecteren. AE BKT instellen Beeld aanpassen Witbalans : Daglicht Afsl. Terug 5 Aanpassen Druk op [o] om uw instellingen op te slaan. Basisfuncties 32 Select. Opties of menu's selecteren Aanraakgebaren leren Vegen: veeg voorzichtig met uw vinger over het scherm. Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen, zoals pennen en potloden. Anders kunt u het scherm beschadigen. Aanraken: raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren. Mijn Magisch Gesplitste Foto F in Fo n Fotofilter kader opname beweging • Als u meerdere items tegelijk aanraakt, herkent het aanraakscherm uw invoer mogelijk niet. • Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de schermpen, Filmfilter Foto-editor Slepen: raak een gedeelte van het scherm aan en sleep vervolgens met uw vinger. ACB L.meting Station/timer AE BKT instellen Beeld aanpassen Afsl. Select. Basisfuncties 33 kunnen er verkleuringen optreden. Dit is geen defect, maar een eigenschap van het aanraakscherm. De verkleuring is minimaal als u bij deze handelingen het scherm slechts licht aanraakt. • Als u de camera gebruikt in zeer vochtige omgevingen, werkt het aanraakscherm mogelijk niet correct. • Als u beschermfolie of ander accessoires aanbrengt op het aanraakscherm, werkt het scherm mogelijk niet correct. • Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donker lijken. Pas de helderheid of de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren. Opties of menu's selecteren 4 Smart Panel gebruiken Druk op [ /f] of raak f aan op het scherm om een optie of een menu te selecteren. Afhankelijk van het menu dat u selecteert, zijn bepaalde opties mogelijk niet beschikbaar. Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus: Draai de modusdraaiknop naar p. 2 3 Druk op [ /f] of raak f aan op het scherm. [Zoomknop] naar links of rechts te draaien, en hoeft u niet op [o] te drukken. 5 Druk op [F/t] om een witbalansoptie te selecteren. te scrollen. Terug 6 Witbalans : Auto witbalans Afsl. • Voor bepaalde items kunt u een optie rechtstreeks selecteren door Witbalans : Daglicht 1 Druk op [D/c/F/t] om naar Druk op [o]. Aanpassen Basisfuncties 34 Aanpassen Druk op [o] om uw instellingen op te slaan. Het scherm en geluid instellen Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen. Over histogrammen Het schermtype instellen U kunt een type weergave selecteren voor de opname- of afspeelmodus. Elk type geeft andere opname- of afspeelgegevens weer. Bekijk de onderstaande tabel. Een histogram is een grafiek die illustreert hoe het licht is verdeeld in uw foto. Als het histogram een hoge piek aan de linkerkant heeft, is de foto onderbelicht en wordt deze donker weergegeven. Een piek aan de rechterkant van de grafiek betekent dat de foto overbelicht is en te helder wordt weergegeven. De hoogte van de pieken houdt verband met de kleurgegevens. Hoe meer van een bepaalde kleur, hoe hoger de piek. S Onderbelicht Druk herhaaldelijk op [D] om het schermtype te wijzigen. Modus Opnemen Afspelen Type weergave • Alle informatie over opnameopties verbergen. • Alle informatie over opnameopties weergeven. • Alle informatie over opnameopties en een histogram weergeven. • Informatie weergeven behalve opnameopties en histogram. • Alle informatie over het huidige bestand weergeven. Basisfuncties 35 S Goed belicht S Overbelicht Het scherm en geluid instellen De weergave van opties instellen Het geluid instellen In sommige modi kunt u de weergave van opties uitschakelen of inschakelen. Schakel het geluid in of uit dat de camera maakt wanneer u functies uitvoert. Druk meerdere malen op [o]. 1 2 3 • De optieweergave uitschakelen. • De optieweergave inschakelen. Draai de modusdraaiknop naar n. Selecteer Geluid “ Piepjes. Selecteer een optie. Optie Optieweergave OK: Scherm uit S Bijvoorbeeld in de modus Fotofilter Basisfuncties 36 Uit Beschrijving De camera laat geen geluiden horen. Aan De camera laat geluiden horen. Foto's maken Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt in de Smart Auto-modus. 1 Draai de modusdraaiknop naar T. 2 Plaats het onderwerp in het kader. 3 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 5 Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. 6 Druk op [P] om terug te gaan naar de opnamemodus. • Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. • Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in beeld is. Druk op [P] om de gemaakte foto weer te geven. • Als u de foto wilt verwijderen, drukt u op [ /f] en selecteert u Ja. Zie pagina 41 voor tips om betere foto's te maken. Basisfuncties 37 Foto's maken Digitale zoom Zoomen pAhM De digitale zoomfunctie wordt standaard ondersteund in de opnamemodus. Als u inzoomt op een onderwerp in de opnamemodus en de zoomaanduiding bevindt zich in het digitale bereik, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot 105 keer inzoomen als u zowel de optische zoomfunctie (21X) als de digitale zoomfunctie (5X) gebruikt. U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. Optisch bereik Zoomindicator Digitaal bereik Zoomverhouding Uitzoomen Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit lager zijn dan normaal. Inzoomen Wanneer u de zoomknop draait, kan de zoomverhouding op het scherm ongelijk worden gewijzigd. Basisfuncties 38 Foto's maken Intelligent zoomen TpAhM Intelligent zoomen instellen Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen bevindt, gebruikt de camera de intelligente zoomfunctie. De resolutie van de foto verschilt afhankelijk van de zoomverhouding als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot 42 keer inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie gebruikt. Optisch bereik Zoomindicator Fotoresolutie als de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld 1 2 3 Bereik intelligent zoomen • Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotokwaliteit kan echter wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie. • De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de 4:3-beeldverhouding instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt terwijl de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente zoomfunctie automatisch uitgeschakeld. • Intelli-zoom is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto. Basisfuncties 39 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Intelli-zoom. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Uit: de intelligente zoomfunctie is uitgeschakeld. Aan: de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld. Foto's maken Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) pAhM • In de volgende omstandigheden werkt OIS mogelijk niet goed: - Wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen. - Wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt. - Wanneer de camera te veel trilt. - Wanneer u een langzame sluitertijd gebruikt (bijvoorbeeld voor In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch beperken. nachtopnamen). - Wanneer de batterij bijna leeg is. - Wanneer u een close-upfoto maakt. • Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp worden S Vóór correctie 1 2 3 door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-functie uit wanneer u een statief gebruikt. • Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit gebeurt, moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen. S Na correctie Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer OIS. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Uit: OIS is uitgeschakeld. Aan: OIS is ingeschakeld. Basisfuncties 40 Tips om betere foto's te maken De camera op de juiste manier vasthouden Bewegingsonscherpte voorkomen Zorg ervoor dat niets de lens, flitser of microfoon blokkeert. Stel de OIS-optie (Optische beeldstabilisatie) in om de bewegingsonscherpte optisch te reduceren. (pag. 40) Als De ontspanknop half indrukken wordt weergegeven Druk de [Ontspanknop] half in en pas de scherpstelling aan. De camera past de scherpstellingen en belichting automatisch aan. Bewegingsonscherpte De camera stelt de diafragmawaarde en sluitertijd automatisch in. Scherpstelkader • Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken als het scherpstelkader groen is. Zorg dat bij opnamen in het donker de flitseroptie niet is ingesteld op Langz sync of Uit. Het diafragma blijft langer open en het kan moeilijk zijn om de camera lang genoeg stabiel te houden om een scherpe foto te maken. • Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 68) • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 70) • Pas de compositie aan en druk de [Ontspanknop] nogmaals half in als het scherpstelkader rood is. Basisfuncties 41 Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen op het onderwerp: - Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond (als het onderwerp bijvoorbeeld kleren draagt met kleuren die lijken op de achtergrondkleur). - De lichtbron achter het onderwerp is te fel. - Het onderwerp glanst of weerspiegelt. - Het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is. - Het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader. • Als u foto's maakt bij weinig licht Schakel de flitser in. (pag. 68) • Als onderwerpen snel bewegen Gebruik de functie voor Serieopname opnemen. (pag. 84) De scherpstelvergrendeling gebruiken Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Basisfuncties 42 Uitgebreide functies Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren. De Smart Auto-modus gebruiken …………… 44 De Programmamodus gebruiken ……………… 46 De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken ……………………… 47 De modus Diafragmaprioriteit gebruiken …… 48 De modus Sluiterprioriteit gebruiken ………… 49 De Handmatige modus gebruiken …………… 50 De Smart-modus gebruiken …………………… 51 De Panoramamodus gebruiken ……………… 52 De modus Beste gezicht gebruiken …………… 54 De modus Magisch Plus gebruiken …………… 55 De modus Mijn Magisch kader gebruiken …… De modus Gesplitste opname gebruiken ……… De modus Foto in beweging gebruiken ……… De Fotofiltermodus …………………………… De Filmfiltermodus gebruiken ………………… 55 57 58 59 60 Een video opnemen …………………………… 61 Een video opnemen met de functie Intelligente scènedetectie …………………………………… 62 De Smart Auto-modus gebruiken In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch camera-instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De Smart Auto-modus is handig als u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse scènes. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar T. Symbool Beschrijving Portretten met tegenlicht Plaats het onderwerp in het kader. • De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven. De pictogrammen worden hieronder weergegeven. Portretten Close-upfoto's van objecten Close-upfoto's van tekst Zonsondergangen Binnen, donker Gedeeltelijk verlicht Close-up met spotlight Portretten met spotlight Heldere luchten Symbool Beschrijving Bossen Landschappen Close-upfoto's van gekleurde onderwerpen Scènes met een helderwitte achtergrond De camera is gestabiliseerd of op een statief geplaatst (bij opnamen in het donker) Landschappen 's nachts Onderwerpen die veel bewegen Portretten 's nachts Vuurwerk (als een statief wordt gebruikt) Landschappen met tegenlicht Uitgebreide functies 44 De Smart Auto-modus gebruiken 3 4 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. • Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de standaardinstellingen voor de Smart Auto-modus gebruikt. • Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen portretmodus selecteert, afhankelijk van de positie van het onderwerp en de lichtval. • Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de juiste scène niet selecteert. • Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de modus niet detecteert als het onderwerp beweegt. • De batterij raakt sneller leeg omdat de instellingen vaker worden gewijzigd om de juiste scène te selecteren. Uitgebreide functies 45 De Programmamodus gebruiken In de Programmamodus kunt u de meeste opties instellen, met uitzondering van de sluitertijd en de diafragmawaarde, die automatisch worden ingesteld door de camera. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar p. 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Stel de gewenste opties in. • Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 64) Uitgebreide functies 46 De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken Pas de diafragmawaarde of sluitertijd aan om de belichting van uw foto's te regelen. U kunt deze opties gebruiken in de modi Diafragmaprioriteit, Sluitertijdprioriteit en Handmatig. Diafragmawaarde Het diafragma is een opening waardoor licht de camera binnenkomt. De behuizing van het diafragma heeft dunne metalen platen die open en dicht gaan. Hierdoor wordt het diafragma breder of smaller en kan de hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, worden geregeld. De grootte van het diafragma is nauw verwant aan de helderheid van een foto: hoe groter de diafragmawaarde, hoe helderder de foto; hoe kleiner de diafragmawaarde, hoe donkerder de foto. Houd er rekening mee dat een grotere diafragmawaarde een kleinere diafragmagrootte aangeeft. Zo is de diafragmaopening groter bij een diafragmawaarde van 5.6 dan bij een diafragmawaarde van 11. Sluitertijd Sluitersnelheid, een belangrijke factor in de helderheid van een foto, verwijst naar de tijd die nodig is om de sluiter te openen en te sluiten. Bij een lage sluitersnelheid komt er meer licht in de camera. Onder vergelijkbare omstandigheden zijn foto's helderder, maar worden snel bewegende objecten doorgaans vager weergegeven. Als u een hogere sluitersnelheid kiest, komt er minder licht de camera binnen. Foto's worden in dat geval donkerder, maar bewegende objecten worden duidelijker vastgelegd. S Lange sluitertijd S Lage diafragmawaarde (het diafragma is groot). S Hoge diafragmawaarde (het diafragma is klein). Uitgebreide functies 47 S Korte sluitertijd De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken De modus Diafragmaprioriteit gebruiken In de modus Diafragmaprioriteit kunt u handmatig de diafragmawaarde instellen terwijl de camera automatisch een geschikte sluitertijd selecteert. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar G. Selecteer Druk op [o] om de instelling op te slaan. 6 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 7 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. . • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op G, drukt u op [b] of raakt u modus. 3 4 5 aan en selecteert u een Stel opties in. • Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 64) Druk op [o] “ [F/t] om de diafragmawaarde aan te passen. • U kunt ook de diafragmawaarde op het scherm aanraken om de knop weer te geven. • U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen. • Zie pagina 47 voor meer informatie over de diafragmawaarde. OK: Wijzig diafragma Uitgebreide functies 48 Wanneer u de ISO-optie instelt op Auto, wordt de sluitertijd mogelijk niet automatisch aangepast aan de diafragmawaarde. In dit geval zoekt de camera een geschikte belichtingswaarde door de ISO-optie automatisch te wijzigen wanneer u een foto vastlegt. Als u de ISO-optie handmatig wilt instellen, drukt u op [m] en selecteert u ISO “ een optie. De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken De modus Sluiterprioriteit gebruiken In de modus Sluiterprioriteit kunt u handmatig de sluitertijd instellen terwijl de camera automatisch een geschikte diafragmawaarde selecteert. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar G. Selecteer Druk op [o] om de instelling op te slaan. 6 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 7 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. . • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op G, drukt u op [b] of raakt u modus. 3 4 5 aan en selecteert u een Stel opties in. • Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 64) Druk op [o] “ [F/t] om de sluitertijd aan te passen. • U kunt ook de sluitertijd op het scherm aanraken om de knop weer te geven. • U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen. • Zie pagina 47 voor meer informatie over de sluitertijd. OK: Wijzig sluitersnelheid Uitgebreide functies 49 Wanneer u de ISO-optie instelt op Auto, wordt de diafragmawaarde mogelijk niet automatisch aangepast aan de sluitertijd. In dit geval zoekt de camera een geschikte belichtingswaarde door de ISO-optie automatisch te wijzigen wanneer u een foto vastlegt. Als u de ISO-optie handmatig wilt instellen, drukt u op [m] en selecteert u ISO “ een optie. De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken 4 De Handmatige modus gebruiken In de modus Handmatig kunt u zowel de diafragmawaarde als de sluitertijd instellen. 1 2 . 5 6 Druk op [o] om de instelling op te slaan. 7 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 8 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op G, drukt u op [b] of raakt u modus. 3 • U kunt ook de draaiknoppen op het scherm naar links of naar rechts slepen. Draai de modusdraaiknop naar G. Selecteer aan en selecteert u een Druk op [o] “ [D/c] om de diafragmawaarde of sluitersnelheid te selecteren. Druk op [F/t] om de diafragmawaarde of sluitersnelheid aan te passen. Stel opties in. • Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 64) • U kunt ook de diafragmawaarde of sluitertijd op het scherm aanraken om de knop weer te geven. OK: Wijzig diafragma/ sluitersnelheid Uitgebreide functies 50 De Smart-modus gebruiken In de Smart-modus kunt u een foto maken met opties die al vooraf zijn ingesteld voor een bepaalde scène. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar s. Optie Panorama Selecteer een scène. • Om een andere modus te selecteren als de modusdraaiknop op s staat, drukt u op [b] of raakt u Waterval aan en selecteert u een modus. Silhouet Smart : Gezichtscorrectie Zon onder Opname bij weinig licht Vuurwerk Instellen Optie Gezichtscorrectie Continuopname Landschap Macro Actie-opname Rijke toon Lichtspoor Beschrijving Een portretfoto maken met opties voor het verhullen van onzuiverheden op het gezicht. Doorlopend foto's maken. Stillevens en landschapsfoto's maken. Kleine onderwerpen vastleggen of close-ups maken. Onderwerpen vastleggen die met hoge snelheid bewegen. Een foto maken met heldere kleuren. Beschrijving Een brede panoramascène vastleggen in één foto. Watervalscènes vastleggen. Donkere vormen vastleggen tegen een lichte achtergrond. Zonsondergangen met natuurlijke rood- en geeltinten vastleggen. In omstandigheden met weinig licht zonder flitser meerdere foto's maken. De camera combineert deze foto's tot een heldere afbeelding die scherper is en minder beeldruis bevat. Vuurwerkscènes vastleggen. Lichtsporen vastleggen bij weinig licht. 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Uitgebreide functies 51 De Smart-modus gebruiken 5 De Panoramamodus gebruiken In de Panoramamodus kunt u een brede panoramascène vastleggen in één foto. Een serie foto's maken en deze combineren om een panoramisch beeld te maken. Houd de [Ontspanknop] ingedrukt en beweeg de camera langzaam in de richting waarin de rest van de panoramaopname moet worden vastgelegd. • Er worden pijltjes in de richting van de beweging weergegeven en de gehele opnameafbeelding wordt weergegeven in het voorbeeldvak. • Wanneer de scènes zijn uitgelijnd, legt de camera de volgende foto automatisch vast. S Opnamevoorbeeld 1 2 3 Draai de modusdraaiknop naar s. Selecteer Panorama. Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Trillen • Breng de camera op één lijn met de uiterste linker-, rechter-, onder- of bovenkant van de scène die u wilt vastleggen. 4 Houd de [Ontspanknop] ingedrukt om de opname te starten. 6 Wanneer u klaar bent, laat u de [Ontspanknop] los. • Wanneer u alle benodigde opnamen heeft vastgelegd, combineert de camera deze tot één panoramafoto. Uitgebreide functies 52 De Smart-modus gebruiken • Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet u het • • • • • volgende vermijden: - De camera te snel of te langzaam bewegen. - De camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te leggen. - De camera met ongelijkmatige snelheden bewegen. - De camera schudden. - Opnemen op donkere locaties. - Bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen. - Opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht verandert. Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen wordt gestopt onder de volgende omstandigheden: - als u de opnamerichting wijzigt wanneer u opneemt - als u de camera te snel beweegt - als u de camera niet beweegt Als u de Panoramamodus selecteert, worden de digitale en optische zoomfuncties uitgeschakeld. Als u de Panoramamodus selecteert terwijl de lens is ingezoomd, zoomt de camera automatisch uit naar de standaardpositie. Bepaalde opnameopties zijn niet beschikbaar. De camera kan de opname stoppen vanwege de compositie van de opname of beweging van het onderwerp. Mogelijk legt de camera de laatste scène niet volledig vast als u de camerabeweging exact stopt op het punt waar u de scène wilt beëindigen. Als u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets verder dan het punt waar u de scène wilt eindigen. Uitgebreide functies 53 De modus Beste gezicht gebruiken In de modus Beste gezicht kunt u meerdere foto's vastleggen en gezichten vervangen om het beste beeld mogelijk te maken. Gebruik deze modus om het beste beeld te selecteren voor elk individu wanneer u groepsfoto's maakt. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar i. 3 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. 4 Raak een gezicht aan om het te vervangen. 5 Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Raak de beste afbeelding aan van de 5 gezichten die zijn vastgelegd. • Herhaal stap 4 en 5 om de rest van de gezichten op de foto te vervangen. • Het pictogram wordt weergegeven op de afbeelding die de camera aanbeveelt. • De camera maakt 5 foto's achter elkaar. • De eerste foto wordt ingesteld als de achtergrondafbeelding. • De camera detecteert automatisch gezichten na de opname. 6 Raak aan om de foto op te slaan. • Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. • De resolutie wordt ingesteld op of lager. Uitgebreide functies 54 De modus Magisch Plus gebruiken In de modus Magisch Plus kunt u een foto maken met verschillende effecten. 5 De modus Mijn Magisch kader gebruiken Selecteer een kader. In de modus Mijn Magisch kader kunt u een gedeelte van de foto transparant maken en vervolgens een nieuwe foto maken binnen het transparante gebied. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar g. Selecteer . • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u modus. 3 aan en selecteert u een Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te maken. • Als u een nieuw kader wilt tekenen en de dikte van de pen wilt instellen, raakt • Als u een achtergrondfoto wilt selecteren uit uw opgeslagen foto's, drukt u op [m] en selecteert u Afbeelding selecteren “ een gewenste foto. U kunt geen videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn vastgelegd in de Panoramamodus. 4 u 6 Sleep de hoek van het vak om het formaat aan te passen. Raak Instellen aan. • Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Opnieuw aan. Opnieuw Instellen aan. Uitgebreide functies 55 De modus Magisch Plus gebruiken 7 10 Sleep het geselecteerde kader naar de gewenste locatie. Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. • Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u 11 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. 12 Raak aan. • Druk op [b] om naar het vorige scherm terug te keren. aan om de foto op te slaan. • Bepaalde opnameopties zijn niet beschikbaar. • De scherpstelling wordt ingesteld op het transparante gedeelte in het kader. • De resolutie wordt ingesteld op . 8 9 Druk op [o]. Sleep de schuifregelaars op raak de pictogrammen +/- aan om de transparantie aan te passen. Transparantie Uitgebreide functies 56 De modus Magisch Plus gebruiken De modus Gesplitste opname gebruiken In de modus Gesplitste opname kunt u meerdere foto's maken en deze indelen met voorgedefinieerde indelingen. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar g. Selecteer . Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 5 Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. • Herhaal stap 4 en 5 om de rest van de foto' te maken. • Als u een foto opnieuw wilt maken, drukt u op [b]. • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u modus. 3 4 aan en selecteert u een Selecteer een stijl voor splitsen. • Als u de scherpte van de scheidingslijn wilt aanpassen, drukt u op [m] en selecteert u “ Lijnvervaging “ een gewenste waarde. • Als u op een gedeelte van de opname een Smart filter-effect wilt toepassen, drukt u op [m] en selecteert u “ Smart filter “ een gewenste optie. U kunt verschillende Smart filter-effecten toepassen of de afzonderlijke gedeelten van de opname. • Als u de grootte van het kader wilt aanpassen, sleept u de scheidingslijn. Raak of de gesplitste stijl opnieuw aan om uw wijzigingen ongedaan te maken. OK: Scherm uit Uitgebreide functies 57 • De resolutie wordt ingesteld op of lager. • Het beschikbare zoombereik is mogelijk kleiner dan in andere opnamemodi. De modus Magisch Plus gebruiken 5 De modus Foto in beweging gebruiken In de modus Foto in beweging kunt u een serie foto's maken en combineren en vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie te maken. 1 2 Teken op het scherm een gebied waarvan u een animatie wilt maken. Draai de modusdraaiknop naar g. Selecteer . • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u modus. aan en selecteert u een 3 Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. • • • • • • De camera maakt meerdere foto's terwijl het statuslampje knippert. 6 U kunt meerdere gebieden selecteren. Raak aan om de dikte van de pen aan te passen. Raak het pictogram +/- aan om de bewegingssnelheid aan te passen. Als u een foto opnieuw wilt maken, raakt u aan. Raak aan om opnieuw het gebied te tekenen waarvan u een animatie wilt maken. Raak aan om de foto op te slaan. • De resolutie wordt ingesteld op . • Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. • Het opslaan van bestanden kan langer duren. Uitgebreide functies 58 De modus Magisch Plus gebruiken 3 De Fotofiltermodus Pas allerlei filtereffecten op uw foto's toe om unieke afbeeldingen te maken. Selecteer een effect. Optie Miniatuur Vignetten Aquarel Olieverf Miniatuur Cartoon Vignetten Kruisfilter Schets Softfocus Visoog 1 2 Visoog Schets Klassiek Draai de modusdraaiknop naar g. Selecteer Retro . • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u modus. Zoomopname aan en selecteert u een Uitgebreide functies 59 Beschrijving Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te geven. Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. Het effect van een waterverfschilderij toepassen. Het effect van een olieverfschilderij toepassen. Het effect van een striptekening toepassen. Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere objecten om het visuele effect van een kruisfilter te imiteren. Een schetseffect van een pen toepassen. Onzuiverheden in het gezicht verhullen of droomachtige effecten toevoegen. De randen van het kader donkerder maken en nabije objecten vervormen om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren. Een zwart-witeffect toepassen. Een sepiatinteffect toepassen. De randen van een foto vervagen om de onderwerpen in het midden te benadrukken. De modus Magisch Plus gebruiken 4 5 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Optie Beschrijving Schets Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Visoog Een schetseffect van een pen toepassen. Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren. Een zwart-witeffect toepassen. Een sepiatinteffect toepassen. Een heldere look maken met een scherp contrast en sterke kleur. Scènes helder en duidelijk maken. Een zachte bruine tint toepassen. Een koud en eenkleurig effect toepassen. • Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de resolutie automatisch worden Klassiek of lager. gewijzigd in • Als u filtereffecten wilt toepassen op uw opgeslagen foto's, drukt u op [m] en selecteert u Afbeelding selecteren “ een gewenste foto. Retro Paleteffect 1 Paleteffect 2 Paleteffect 3 Paleteffect 4 De Filmfiltermodus gebruiken Pas allerlei filtereffecten op uw video's toe om unieke afbeeldingen te maken. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar g. Selecteer Druk op . aan en selecteert u een Miniatuur Vignetten Beschrijving Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te geven. Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. Uitgebreide functies 60 (Video-opname) om de opname te stoppen. • Als u Miniatuur selecteert, wordt de afspeelsnelheid verhoogd. • Als u Miniatuur selecteert, kunt u geen geluid voor de video opnemen. • Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de resolutie automatisch worden gewijzigd in Selecteer een effect. Optie (Video-opname) om de opname te starten. Druk opnieuw op • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u modus. 3 4 5 of lager. Een video opnemen Neem tot 20 minuten video op in volledige HD (1920 X 1080). De camera slaat opgenomen video's op als MP4-bestanden (H.264). • H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T. • Als u geheugenkaarten gebruikt met lage schrijfsnelheden, slaat de camera video's mogelijk niet correct op. Video-opnamen zijn mogelijk beschadigd of worden niet correct afgespeeld. • Geheugenkaarten met langzame schrijfsnelheden bieden geen ondersteuning voor video's met een hoge resolutie. Gebruik voor het opnemen van video's met een hoge resolutie geheugenkaarten met een hogere schrijfsnelheid. • Als u de beeldstabilisatiefunctie inschakelt terwijl u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het geluid op dat door de beeldstabilisatiefunctie wordt geproduceerd. • Als u de zoomfunctie gebruikt wanneer u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het geluid van de zoomfunctie op. Gebruik de Sound Alive-functie om het geluid van de zoomfunctie te beperken. (pag. 87) 1 Draai de modusdraaiknop naar p, G, s, i, g of T. • Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. 2 Stel de gewenste opties in. 3 Druk op Opnemen onderbreken U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk onderbreken. Met deze functie kunt u verschillende scènes opnemen in één video. • Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 64) (Video-opname) om de opname te starten. • Terwijl u een video opneemt, drukt u één keer op [c] om de functie Autofocus continu te annuleren. Druk nogmaals om de functie weer in te schakelen. 4 Druk opnieuw op (Video-opname) om de opname te stoppen. • Druk op [o] om de opname te onderbreken. • Druk op [o] om de opname te hervatten. Uitgebreide functies 61 Een video opnemen Foto's vastleggen terwijl u een video opneemt U kunt foto's vastleggen terwijl u een video opneemt zonder over te schakelen naar de fotostand (maximaal 6 foto's). Foto's vastgelegd tijdens het opnemen van een video Een video opnemen met de functie Intelligente scènedetectie In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch de camera-instellingen die bij de gedetecteerde scène passen. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar T. 3 Plaats het onderwerp in het kader. Stel de gewenste opties in. • Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 64) • De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven. • Druk de [Ontspanknop] in om foto's vast te leggen tijdens het opnemen van een video. • Vastgelegde foto's worden automatisch opgeslagen. • Het formaat van vastgelegde afbeeldingen wordt automatisch gewijzigd, afhankelijk van het formaat van de opgenomen video. • U kunt geen foto's vastleggen wanneer u de video-opname onderbreekt. • Foto's die u hebt vastgelegd tijdens het opnemen van een video, hebben mogelijk een lagere kwaliteit dan de foto's die u op de normale wijze hebt gemaakt. • Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. Uitgebreide functies 62 Een video opnemen Symbool Beschrijving Landschappen Zonsondergangen Heldere luchten Bossen 4 5 Druk op (Video-opname) om de opname te starten. Druk opnieuw op (Video-opname) om de opname te stoppen. • Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de standaardinstellingen voor de Intelligente scènedetectiemodus gebruikt. • Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de juiste scène niet selecteert. Uitgebreide functies 63 Opnameopties Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus. De resolutie en beeldkwaliteit selecteren …… 65 De resolutie selecteren ………………………… 65 Een fotokwaliteit selecteren …………………… 66 Opnamen in het donker maken ……………… 67 Rode ogen voorkomen ………………………… De flitser gebruiken …………………………… Een flitseroptie instellen ……………………… De ISO-waarde aanpassen ……………………… 67 67 68 70 De scherpstelling aanpassen …………………… 71 Macro gebruiken ……………………………… Autofocus gebruiken …………………………… Het scherpstelgebied aanpassen ……………… De scherpstelafstand aanpassen via aanraken … 71 71 73 73 Gezichtsdetectie gebruiken …………………… 76 Gezichten detecteren ………………………… 76 Een zelfportret maken ………………………… 76 Een foto van een lachend gezicht maken ……… 77 Knipperende ogen detecteren ………………… 77 Tips voor gezichtsdetectie ……………………… 78 Helderheid en kleur aanpassen ……………… 79 De belichting handmatig aanpassen (EV) …… Compenseren voor tegenlicht (ACB) …………… De lichtmeetmethode wijzigen ……………… Een instelling voor Witbalans selecteren ……… 79 80 80 81 Serieopnamen …………………………………… 84 Continu foto's maken ………………………… 84 Timer gebruiken ……………………………… 85 Foto's met de bracketfunctie maken ………… 85 Afbeeldingen aanpassen ……………………… 86 Het geluid van de zoom verminderen ………… 87 De resolutie en beeldkwaliteit selecteren Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen. De resolutie selecteren TpAhMsig De videoresolutie instellen Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe. De fotoresolutie instellen 1 2 3 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Filmformaat. Selecteer een optie. Symbool Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Fotoformaat. 1280 X 720: HD-bestanden om af te spelen op een HDTV. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving 1920 X 1080: HD-bestanden van hoge kwaliteit om af te spelen op een HDTV. 640 X 480: SD-bestanden om af te spelen op een analoge televisie. Beschrijving 4608 X 3456: afdrukken op A1-papier. 4608 X 3072: afdrukken op A1-papier in de verhouding 3:2 (breed). 4608 X 2592: afdrukken op A1-papier in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. 3648 X 2736: afdrukken op A2-papier. 2832 X 2832: afdrukken op A3-papier in de verhouding 1:1. 2592 X 1944: afdrukken op A4-papier. 1984 X 1488: afdrukken op A5-papier. 1920 X 1080: afdrukken op A5-papier in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. 1024 X 768: toevoegen aan een e-mailbericht. Opnameopties 65 320 X 240: op een webpagina plaatsen. Om te delen: op een website plaatsen via het draadloos netwerk (maximaal 30 seconden). De resolutie en beeldkwaliteit selecteren Een fotokwaliteit selecteren pAhMig Stel de instelling voor de fotokwaliteit in. Een hogere beeldkwaliteit resulteert in grotere bestanden. De camera comprimeert de foto's die u maakt en slaat deze op in JPEG-indeling. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Kwalit.. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Superhoog: foto's maken met superhoge kwaliteit. Hoog: foto's maken met hoge kwaliteit. Normaal: foto's maken met normale kwaliteit. Opnameopties 66 Opnamen in het donker maken Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken. Rode ogen voorkomen De flitser gebruiken ps Als de flitser afgaat wanneer u in het donker een foto van een persoon maakt, kan er een rode gloed in de ogen verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Anti-rode ogen te selecteren. Zie 'Een flitseroptie instellen' voor de flitseropties. S Vóór correctie Druk op de knop voor het uitklappen van de flitser om de flitser uit te klappen. Als de flitser is uitgeklapt, gaat de flitser af op basis van de geselecteerde optie. Als u Uit selecteert, gaat de flitser niet af zelfs wanneer deze is geopend. S Na correctie • Als u de flitser niet gebruikt, moet u deze sluiten om schade aan de flitser te voorkomen. • Als u de flitser met kracht opent, kunt u de camera beschadigen. Druk de flitser voorzichtig naar beneden om deze te sluiten. Opnameopties 67 Opnamen in het donker maken Een flitseroptie instellen 3 TpAhMsg Selecteer een optie. Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben. 1 Druk op de knop voor het uitklappen van de flitser om de flitser te openen. 2 Druk in de opnamemodus op [F]. Opnameopties 68 Symbool Beschrijving Uit: • Er wordt niet geflitst. • De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera wanneer u foto's maakt bij weinig licht. beweegt Auto: in de modus Smart Mode selecteert de camera een geschikte flitseroptie voor de gedetecteerde scène. Auto: de flitser wordt automatisch gebruikt wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. Rode ogen: • De flitser gaat twee keer af als het onderwerp of de achtergrond te donker is om het rode-ogeneffect te verminderen. • Er zit een korte tijd tussen de twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd. Invulflits: • Er wordt altijd geflitst. • De camera past automatisch de intensiteit van het licht aan. Opnamen in het donker maken Symbool De flitserintensiteit aanpassen Beschrijving Langz sync: • Er wordt geflitst en de sluiter blijft langer open. • Deze optie wordt aanbevolen wanneer u het omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te maken. • Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. • De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera wanneer u foto's maakt bij weinig licht. beweegt Anti-rode ogen: • De flitser wordt geactiveerd wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is en de camera corrigeert de rode ogen met de geavanceerde software-analyse. • Er zit een korte tijd tussen de twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd. Pas de flitserintensiteit aan om overbelichte of niet voldoende belichte foto's te voorkomen. 1 2 3 4 Druk in de opnamemodus op [F]. Scrol naar een optie. Druk op [D]. Druk op [F/t] om de intensiteit aan te passen. • Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de intensiteit aan te passen. Auto : 0 Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. • Als u opties voor serieopnamen instelt of Knipperen, Zelfportret selecteert, zijn Terug er geen flitseropties beschikbaar. Instellen • Zorg ervoor dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de flitser bevindt. (pag. 155) • Als licht van de flitser wordt gereflecteerd of als er veel stof in de lucht is, kunnen 5 Druk op [o] om de instellingen op te slaan. er kleine vlekjes op de foto komen. • In sommige modi kunt u ook de flitseroptie instellen door op [m] te drukken en vervolgens Flitser te selecteren. Opnameopties 69 • Het aanpassen van de intensiteit van de flitser is mogelijk niet effectief als: - het onderwerp niet in de richting van de camera kijkt - u de ISO-waarde te hoog hebt ingesteld - de belichtingswaarde te hoog of te laag is • In sommige opnamemodi kunt u deze functie niet gebruiken. Opnamen in het donker maken De ISO-waarde aanpassen pAhM De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organization for Standardization (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger wordt de camera voor licht. Gebruik een hogere ISO-waarde om betere foto's te maken en bewegingsonscherpte te voorkomen wanneer u de flitser niet gebruikt. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer ISO. Selecteer een optie. • Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval. Hogere ISO-waarden kunnen zorgen voor meer ruis in beelden. Opnameopties 70 De scherpstelling aanpassen Hier vindt u informatie over het aanpassen van de scherpstelling van de camera om deze aan te passen aan het onderwerp en de opnameomstandigheden. Macro gebruiken pAhMg Gebruik macro om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van bloemen of insecten. Autofocus gebruiken TpAhMsg Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die bij de afstand tot het onderwerp past. 1 Druk in de opnamemodus op [c]. Focus : Normaal (AF) Afsl. • Probeer de camera stevig vast te houden, om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. • Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm bedraagt. Opnameopties 71 Instellen De scherpstelling aanpassen 2 De scherpstelafstand handmatig aanpassen Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Normaal (AF): scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van meer dan 80 cm van de lens bevindt. Of op een afstand van 350 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de zoom. Handm. scherpstellen: scherpstellen op een onderwerp door de scherpstelafstand handmatig aan te passen. (pag. 72) Macro: scherpstellen op een onderwerp dat zich 10-80 cm van de camera bevindt. 150-350 cm wanneer u de zoom gebruikt. Auto macro: • Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van meer dan 10 cm van de lens bevindt. Of op een afstand van 150 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de zoom. • De optie wordt automatisch ingesteld in bepaalde opnamemodi. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [c]. Selecteer Handm. scherpstellen. Druk op [F/t] om de scherpstelafstand aan te passen. • U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de scherpstelafstand aan te passen. Handm. scherpstellen : 50 Terug Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. In sommige modi kunt u ook de scherpsteloptie instellen door op [m] te drukken en vervolgens Focus te selecteren. pAhM 4 Instellen Druk op [o] om uw instellingen op te slaan. Als u de scherpstelafstand handmatig aanpast en het onderwerp zich buiten het scherpstelgebied bevindt, kan de foto onscherp worden. Opnameopties 72 De scherpstelling aanpassen Het scherpstelgebied aanpassen pAhM De scherpstelafstand aanpassen via aanraken U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de locatie van het onderwerp in de scène. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. U kunt scherpstellen op het onderwerp en een foto maken door het beeld op het scherm aan te raken. 1 2 3 Selecteer Scherpstelgebied. Selecteer een optie. Symbool TpAhMs Beschrijving Centrum AF: scherpstellen op het midden van het kader (voor onderwerpen die zich in het midden of in de buurt van het midden bevinden). Multi AF: scherpstellen op een of meer van 9 mogelijke gebieden. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Aanraak AF. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Uit: de functie Aanraak AF niet gebruiken. Aanraak AF: scherpstellen op het onderwerp dat u op het scherm aanraakt. Tracking AF: scherpstellen op het onderwerp dat u op het scherm aanraakt en het onderwerp volgen. (pag. 74) One Touch-opname: scherpstellen op het onderwerp en een foto maken door de afbeelding op het scherm aan te raken. (pag. 75) Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opnameopties verschillen. Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. De scherpstelling wordt gereset wanneer u 5 seconden geen bewerkingen uitvoert of wanneer u op de [Ontspanknop] drukt terwijl de functie Aanraak AF is ingeschakeld. Opnameopties 73 De scherpstelling aanpassen Meebewegende autofocus gebruiken • Als u geen scherpstelgebied selecteert, wordt het scherpstelkader weergegeven Met Aanraak AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt. 1 2 3 in het midden van het scherm. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Aanraak AF “ Tracking AF. Raak het onderwerp aan dat u wilt bijhouden in het aanraakgedeelte. • Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het onderwerp volgt als u de camera beweegt. • Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken: - Het onderwerp is te klein. - Het onderwerp beweegt te veel. - Er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats. - Kleuren of patronen van het onderwerp komen overeen met de achtergrond. - Het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is. - De camera trilt erg. • Wanneer tracking mislukt, wordt de functie gereset. • Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen onderwerp opnieuw selecteren. • Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader rood weergegeven en wordt de scherpstelling gereset. • Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt. • Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. • Het rode kader betekent dat de camera niet heeft kunnen scherpstellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Opnameopties 74 De scherpstelling aanpassen One Touch-opname gebruiken U kunt met één vingeraanraking een foto maken. Wanneer u het onderwerp aanraakt, stelt de camera automatisch scherp op het onderwerp en wordt de foto gemaakt. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Aanraak AF “ One Touch-opname. Raak een onderwerp aan om de foto op te maken. Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de timer, intelligente zoomfunctie en serieopties in te stellen. Opnameopties 75 Gezichtsdetectie gebruiken pAhMs Bij gebruik van de opties voor Gezichtsdetectie worden de gezichten van mensen automatisch door de camera gedetecteerd. Wanneer u op een menselijk gezicht scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Gebruik Knipperen om gesloten ogen te detecteren of Smile shot om een lachend gezicht op te nemen. Gezichten detecteren Een zelfportret maken De camera kan automatisch maximaal 10 gezichten in een scène detecteren. Maak foto's van uzelf. De camera stelt de scherpstelafstand in op close-up en geeft een pieptoon weer wanneer dit gereed is. 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Gezichtsdetectie “ Normaal. Het gezicht dat zich het dichtst bij de camera of het dichtst bij het midden van de scène bevindt, wordt weergegeven in een wit scherpstelkader en de overige gezichten worden weergegeven in grijze scherpstelkaders. 1 2 3 4 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Gezichtsdetectie “ Zelfportret. Stel de opname samen met de lens naar u toe gericht. Wanneer u een korte piep hoort, drukt u op de [Ontspanknop]. Hoe dichter u bij de onderwerpen bent, des te sneller de camera gezichten detecteert. Wanneer gezichten zich in het midden bevinden, piept de camera snel. Als u Volume uitschakelt in de geluidsinstellingen, geeft de camera geen pieptoon weer. (pag. 135) Opnameopties 76 Gezichtsdetectie gebruiken Een foto van een lachend gezicht maken Knipperende ogen detecteren De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch 3 foto's na elkaar gemaakt. 1 2 3 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Gezichtsdetectie “ Smile shot. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Gezichtsdetectie “ Knipperen. Stel de opname samen. • De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. De camera herkent de lach eerder wanneer het onderwerp breeduit lacht. Opnameopties 77 Gezichtsdetectie gebruiken Tips voor gezichtsdetectie • Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt het gedetecteerde gezicht automatisch gevolgd. • Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief: - De afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het scherpstelkader wordt oranje weergegeven voor Smile shot en Knipperen). Het is te licht of te donker. Het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera. Het onderwerp draagt een zonnebril of een masker. De gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch. Het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk. • Als opties voor gezichtsdetectie instelt, wordt het AF-gebied automatisch ingesteld op Multi AF. • Afhankelijk van de geselecteerde optie voor gezichtsdetectie zijn bepaalde opnameopties niet beschikbaar. - Opnameopties 78 Helderheid en kleur aanpassen Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken. De belichting handmatig aanpassen (EV) 3 pAh Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te krijgen. Druk op [F/t] om de belichting aan te passen. • Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de belichting aan te passen. • De foto wordt lichter naarmate de belichting wordt verhoogd. EV : 0 Annuleer S Donkerder (-) 1 2 S Neutraal (0) S Helderder (+) 4 Instellen Druk op [o] om uw instellingen op te slaan. Druk in de opnamemodus op [m]. • Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling automatisch Selecteer EV. opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden aangepast om onder- of overbelichting te voorkomen. • Als u niet weet wat de juiste belichting moet zijn, selecteert u de optie AE BKT (Auto Exposure Bracket). De camera neemt 3 foto's achter elkaar, elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. (pag. 85) • U kunt ook de belichtingswaarde op het scherm aanraken om het aanpassingsvenster weer te geven. Opnameopties 79 Helderheid en kleur aanpassen Compenseren voor tegenlicht (ACB) pAhM Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er een groot contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond, komt het onderwerp waarschijnlijk donker op de foto. Stel in dit geval de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. De lichtmeetmethode wijzigen De lichtmetingsmodus heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting van de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer L.meting. Selecteer een optie. Symbool S Zonder ACB 1 2 3 pAhM S Met ACB Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer ACB. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Uit: automatische contrastverbetering (ACB) is uitgeschakeld. Aan: automatische contrastverbetering (ACB) is ingeschakeld. De ACB-functie is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto. Opnameopties 80 Beschrijving Multi: • De camera verdeelt het frame onder in diverse gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied. • Geschikt voor algemene foto's. Spot: • De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste midden van het kader. • Als een onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden. • Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht. Centr. gewogen: • De camera bepaalt een gemiddelde voor de lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk op het midden. • Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het midden van het beeld bevindt. Helderheid en kleur aanpassen Een instelling voor Witbalans selecteren pAhM De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de kwaliteit daarvan. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren hebben, selecteert u een witbalansinstelling die geschikt is voor de lichtomstandigheden, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Witbalans. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Auto witbalans: automatisch de witbalans instellen op basis van de lichtomstandigheden. Daglicht: voor foto's buitenshuis op een zonnige dag. Auto witbalans Bewolkt: voor foto's buitenshuis op een bewolkte dag of in de schaduw. TL-licht H: voor foto's bij daglichtlampen of drie-wegfluorescentielampen. Daglicht TL-licht L: voor foto's bij wit TL-licht. Kunstlicht: voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of halogeenlampverlichting. Kleurtemp.: de kleurtemperatuur van de lichtbron instellen. (pag. 82) Aangep. instelling: instellingen voor de witbalans gebruiken die u hebt ingesteld. (pag. 83) Bewolkt Kunstlicht Opnameopties 81 Helderheid en kleur aanpassen Voorgedefinieerde witbalansopties aanpassen Kleurtemperatuur aanpassen U kunt de voorgedefinieerde witbalansopties aanpassen, behalve Auto witbalans en Aangep. instelling. 1 2 3 4 5 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Witbalans. Scrol naar een gewenste optie. 1 2 3 4 Druk op [D]. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Witbalans “ Kleurtemp.. Druk op [D]. Druk op [F/t] om de kleurtemperatuur aan te passen zodat deze aansluit bij uw lichtbron. • Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de kleurtemperatuur aan te passen. Druk op [D/c/F/t] om de waarde van de coördinaten aan te passen. • U kunt een warmere foto maken met een hogere instelling voor kleurtemperatuur en een koelere foto met een lagere instelling voor kleurtemperatuur. • U kunt ook een gedeelte van het scherm aanraken. Witbalans : Daglicht Terug 6 Instellen Kleurtemp. : 6500 K • • • • G: groen A: oranje M: magenta B: blauw Druk op [o] om de instellingen op te slaan. Terug 5 Instellen Druk op [o] om uw instellingen op te slaan. Opnameopties 82 Helderheid en kleur aanpassen Uw eigen witbalansinstelling configureren U kunt de witbalans aanpassen door een foto te maken van een wit oppervlak, zoals een stuk papier, onder de lichtomstandigheden waarin u een foto wilt maken. De functie voor witbalans helpt u om de kleuren in uw foto te laten overeenkomen met de werkelijke scène. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Witbalans “ Aangep. instelling. Richt de lens op een wit stuk papier en druk op de [Ontspanknop]. Opnameopties 83 Serieopnamen pAhMsig Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen in foto's vast te leggen. Het kan ook moeilijk zijn om de belichting correct aan te passen en een juiste belichtingsbron te selecteren. Selecteer in deze gevallen een van de modi voor serieopnamen. U kunt de timer instellen om de opname met een vertraging te maken. 3 Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Houd de [Ontspanknop] ingedrukt. • Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera achter elkaar foto's maken. • Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. Continu foto's maken • Afhankelijk van de geselecteerde opties voor gezichtsdetectie zijn bepaalde 1 2 • Het kan langer duren om de foto's op te slaan afhankelijk van de capaciteit en opties voor serieopnamen niet beschikbaar. Druk in de opnamemodus op [t]. prestaties van de geheugenkaart. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Serieopname (8 fps): achter elkaar 8 foto's per seconde maken. (U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.) Serieopname (3 fps): achter elkaar 3 foto's per seconde maken. (U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.) 1 opname: één foto maken. (1 opname is niet een optie voor serieopnamen.) Opnameopties 84 • In sommige modi kunt u ook de timeroptie instellen door op [m] te drukken en vervolgens Station/timer te selecteren. Serieopnamen Timer gebruiken Foto's met de bracketfunctie maken 1 2 Met de functie voor automatische belichtingstrap kunt u meerdere foto's van hetzelfde onderwerp maken met verschillende belichtingswaarden. Druk in de opnamemodus op [t]. Selecteer een optie. Symbool Optie 2 sec: een foto maken na een vertraging van 2 seconden. 1 2 Druk in de opnamemodus op [t]. Selecteer AE BKT. • Wanneer u op de [Ontspanknop] drukt, neemt de camera 3 foto's achter elkaar, 10 sec: een foto maken na een vertraging van 10 seconden. elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. • Druk op [m] en selecteer vervolgens AE BKT instellen om de • Druk op de [Ontspanknop] om de timer te annuleren. • In sommige modi kunt u ook de opnameoptie instellen door op [m] te belichtingswaarden te selecteren. • Het maken van de foto kan langer duren. Gebruik een statief voor optimale resultaten. drukken en vervolgens Station/timer of Timer te selecteren. Opnameopties 85 Afbeeldingen aanpassen pAhM U kunt de scherpte, kleurverzadiging en het contrast van uw foto's aanpassen. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. 4 Selecteer Beeld aanpassen. Druk op [F/t] om de waarden aan te passen. • U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de belichting aan te passen. Selecteer een optie. Scherpte • Scherpte • Contrast • Kleurverz. – + Beschrijving De randen van uw foto's verzachten (geschikt voor fotobewerking op de computer). De randen verscherpen om de foto's duidelijker te maken. (Hierdoor kan ook de beeldruis in de foto's toenemen.) Beeld aanpassen : Scherpte Contrast – Scherpte + Contrast Kleurverzadiging Beschrijving – De kleurverzadiging verlagen. Kleurverz. Terug Beschrijving De kleuren en helderheid verlagen. De kleuren en helderheid verhogen. Instellen + 5 De kleurverzadiging verhogen. Druk op [o] om de instellingen op te slaan. Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken). Opnameopties 86 Het geluid van de zoom verminderen TpAhMsig Wanneer u tijdens het opnemen van video's gebruikmaakt van de zoom, kan de camera het geluid van de zoom opnemen. Gebruik de functie Sound Alive om het zoomgeluid te verminderen. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Spraak. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Sound Alive Aan: de Sound Alive-functie inschakelen om het zoomgeluid te verminderen. Sound Alive Uit: de Sound Alive-functie uitschakelen om het zoomgeluid op te nemen. Dempen: er wordt geen geluid opgenomen. • Blokkeer de microfoon niet wanneer u de functie Sound Alive gebruikt. • Opnamen die worden gemaakt met Sound Alive, kunnen anders klinken dan de daadwerkelijke geluiden. Opnameopties 87 Afspelen/bewerken Hier vindt u informatie over hoe u foto's of video's afspeelt en u foto's bewerkt. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer of televisie (HDTV) aansluit. Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus …………………………………… 89 Bestanden op een tv (HDTV) weergeven …… 102 Bestanden naar een computer overbrengen … 104 De afspeelmodus starten ……………………… 89 Foto's weergeven ……………………………… 94 Een video afspelen ……………………………… 96 Bestanden naar een Windows-computer overbrengen …………………………………… 104 Bestanden naar een Mac-computer overbrengen …………………………………… 105 Foto's bewerken ………………………………… 98 Het formaat van foto's wijzigen ………………… 98 Een foto draaien ………………………………… 98 Een foto bijsnijden ……………………………… 99 Smart filter-effecten toepassen ………………… 99 Foto's aanpassen ……………………………… 100 Programma's op de computer gebruiken …… 107 i-Launcher installeren i-Launcher gebruiken ………………………… 107 ………………………… 108 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt afspelen en hoe u bestanden beheert. De afspeelmodus starten Fotobestandsinformatie Bekijk foto's en video's die op de camera zijn opgeslagen. 1 Actief geheugen Druk op [P]. • Het recentste bestand wordt weergegeven. • Als de camera is uitgeschakeld, wordt deze ingeschakeld en wordt het Histogram recentste bestand weergegeven. 2 Bestandsgegevens Druk op [F/t] om door de bestanden te scrollen. • U kunt ook de afbeelding naar links of rechts slepen om naar een ander bestand te gaan. • Houd [F/t] ingedrukt om snel door de bestanden te scrollen. • Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de Symbool geheugenkaart. • U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk Beschrijving Huidig bestand/totaal aantal bestanden Mapnaam – Bestandsnaam niet bewerken of afspelen, wegens niet-ondersteunde formaten (afbeeldingsformaat, enzovoort) of codecs. Gebruik een computer of ander apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen. • Foto's of video's die zijn vastgesteld in de staande stand, worden niet automatisch gedraaid en worden weergegeven in de liggende stand op de camera en andere apparaten. GIF-bestand Foto's achter elkaar vastgelegd (zie "Bestanden weergeven als een map", pag. 90) Beveiligd bestand Bestanden als miniaturen weergeven (pag. 91) Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [D]. Afspelen/bewerken 89 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Videobestandsinformatie Bestanden weergeven als een map Foto's die achter elkaar zijn gemaakt, worden weergegeven als een map. 1 • De camera geeft automatisch de foto's in de map weer. Bestandsgegevens Symbool Druk in de afspeelmodus op [F/t] of sleep de afbeelding naar links of rechts om naar een gewenste map te gaan. Beschrijving Huidig bestand/totaal aantal bestanden Eén foto-weergave Mapnaam – Bestandsnaam Videobestand Beveiligd bestand 2 Video's afspelen Druk op [o] of draai [Zoomknop] naar rechts om de map te openen. • U kunt ook Eén foto-weergave op het scherm aanraken om de map te openen. Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [D]. 3 Druk op [F/t] of sleep de afbeelding naar links of rechts om naar een ander bestand te gaan. 4 Druk op [o] of draai [Zoomknop] naar links om terug te keren naar de afspeelmodus. Afspelen/bewerken 90 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Bestanden als miniatuur weergeven Bestanden weergeven op categorie Bekijk miniaturen van bestanden. Bestanden op categorie weergeven, zoals datum of bestandstype. Draai de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links om miniaturen weer te geven (12 per keer). Draai de [Zoomknop] nog een keer naar links om meer miniaturen weer te geven (24 per keer). Draai de [Zoomknop] naar rechts om naar de vorige weergave terug te keren. 1 2 Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links. Druk op [m] en selecteer vervolgens Filter “ een categorie. • U kunt ook FILTER aanraken om een categorie te selecteren. Filter Alles Datum Best.type Raak een bestand aan om dit op het volledige scherm weer te geven. Terug Symbool Instellen Beschrijving Alles: bestanden normaal weergeven. Druk op [D/c/F/t] of sleep het scherm omhoog of omlaag om naar de vorige of volgende pagina met miniaturen te gaan. Datum: bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum. Best.type: bestanden weergeven op bestandstype. Afspelen/bewerken 91 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus 3 4 5 Bestanden beveiligen Raak een lijst aan om deze te openen. Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden verwijderd. Raak een lijst aan om deze weer te geven. Draai de [Zoomknop] naar links om naar de vorige weergave terug te keren. Als u de categorie wijzigt, kan het enige tijd duren voordat de camera de bestanden opnieuw indeelt, afhankelijk van het aantal bestanden. 1 2 3 Selecteer in de afspeelmodus een bestand om te beveiligen. Druk op [m] en selecteer Beveiligen “ Aan. Herhaal stap 1 en 2 om meer bestanden te beveiligen. U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien. Bestanden wissen Selecteer bestanden die u wilt verwijderen in de afspeelmodus. Eén bestand verwijderen U kunt één bestand selecteren en dit verwijderen. 1 2 Selecteer in de afspeelmodus een bestand en druk op [ /f]. Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja. U kunt ook meerdere bestanden wissen in de afspeelmodus door op [m] en vervolgens Wissen “ Wissen “ Ja te selecteren. Afspelen/bewerken 92 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Meerdere bestanden verwijderen U kunt meerdere bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen. Alle bestanden verwijderen U kunt alle bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen. 1 1 Druk in de afspeelmodus op [m]. • Druk in de miniatuurweergave op [m], selecteer Wissen “ Select. en ga Druk in de afspeelmodus op [m]. • Druk in de miniatuurweergave op [m], selecteer Wissen “ Alles wissen verder met stap 3, of druk op [ /f], selecteer Select. en ga verder met stap 3. 2 3 Selecteer Wissen “ Meer wissen. 4 5 Druk op [ /f]. en ga verder met stap 3 of druk op [ /f], selecteer Alles wissen en ga verder met stap 3. 2 3 Scrol naar de bestanden die u wilt uploaden en druk op [o]. • Druk nogmaals op [o] om de selectie te annuleren. • U kunt bestanden ook selecteren door ze aan te raken. Selecteer Wissen “ Alles wissen. Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja. • Alle niet-beveiligde bestanden worden verwijderd. Bestanden naar een geheugenkaart kopiëren Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja. Kopieer bestanden van het interne geheugen naar een geheugenkaart. 1 2 Druk in de afspeelmodus op [m]. Selecteer Kopie. Afspelen/bewerken 93 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Foto's weergeven Functie Vergroot een deel van een foto of geef foto's weer als diashow. Het vergrote gebied verplaatsen Een foto vergroten Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar rechts om een deel van een foto te vergroten. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen. De vergrote foto bijsnijden Beschrijving • Druk op [D/c/F/t]. • Sleep het scherm om een ander deel van de foto weer te geven. Druk op [o] en selecteer Ja. (De bijgesneden foto wordt opgeslagen als een nieuw bestand. De oorspronkelijke foto blijft in zijn oorspronkelijke vorm bewaard.) Als u foto's weergeeft die zijn gemaakt met een andere camera, kan de zoomverhouding verschillen. Vergroot gebied Terug Bijsnijden Afspelen/bewerken 94 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Panoramafoto's weergeven Bewegende foto's weergeven Foto's weergeven die zijn gemaakt in de panoramamodus. 1 Scrol in de afspeelmodus naar de gewenste panoramafoto. 2 Druk op [o] of raak GIF-animatiebestanden herhaaldelijk weergeven die zijn vastgelegd in de modus Foto in beweging. • De volledige panoramafoto wordt weergegeven op het scherm. aan. • De camera scrolt automatisch van links naar rechts door de foto voor een horizontale panoramafoto en van boven naar beneden voor een verticale panoramafoto. De camera schakelt vervolgens over naar de afspeelmodus. • Druk tijdens het weergeven van een panoramafoto op [o] om te pauzeren of hervatten. • Druk nadat u het weergeven van een panoramafoto hebt gepauzeerd, op [D/c/F/t] om de foto horizontaal of verticaal te bewegen, afhankelijk van de richting waarin u bewoog tijdens het maken van de foto. 3 Druk op [b] om terug te gaan naar de afspeelmodus. U kunt de panoramafoto afspelen door op [o] te drukken of, als de langste zijde van de foto twee keer zo lang of langer is dan de kortste zijde, door aan te raken. 1 2 3 Scrol in de afspeelmodus naar het gewenste GIF-bestand. Druk op [o] of raak aan. Druk op [b] om terug te gaan naar de afspeelmodus. Een diashow afspelen Effecten en audio toevoegen aan een diashow met uw foto's. De diashowfunctie werkt niet voor video's en GIF-bestanden. 1 2 3 Druk in de afspeelmodus op [m]. Selecteer Opties voor diashow. Selecteer een effect voor de diashow. • Ga naar stap 4 als u een diashow zonder effecten wilt starten. * Standaard Optie Afsp.mod. Interval Beschrijving Instellen of de diashow wordt herhaald. (Eenmaal afspelen*, Herhalen) • Het interval tussen foto's instellen. (1 sec*, 3 sec, 5 sec, 10 sec) • U moet de optie Effect instellen op Uit om een interval in te stellen. Afspelen/bewerken 95 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus * Standaard Optie Muziek Effect 4 5 6 Beschrijving Achtergrondmuziek instellen. • Een scèneovergangseffect instellen tussen foto's. (Uit, Kalm*, Zonnig, Ontspannen, Levendig, Zacht) • Selecteer Uit om de effecten te annuleren. • Als u de optie Effect gebruikt, wordt het interval tussen foto's ingesteld op 1 seconde. Een video afspelen In de afspeelmodus kunt u een video weergeven en vervolgens delen van de afgespeelde video opnemen of bijsnijden. U kunt de opgenomen of bijgesneden segmenten opslaan als nieuwe bestanden. 1 Selecteer in de afspeelmodus een bestand en druk op [o] of raak aan. 2 Geef de video weer. Druk op [b]. Huidige afspeelduur/ lengte van video Selecteer Diashow starten. Geef de diashow weer. • Druk op [o] om de diashow te onderbreken. • Druk nogmaals op [o] om de diashow te hervatten. • Druk op [b] om de diashow te stoppen en terug te schakelen naar de Stop afspeelmodus. • Draai [Zoomknop] naar links of rechts, of raak het volumeniveau aan te passen. aan onder aan het scherm om Symbool / / Afspelen/bewerken 96 Beschrijving Naar het vorige bestand gaan/terugspoelen. (Elke keer dat u deze optie aanraakt, wordt de scansnelheid als volgt gewijzigd: 2X, 4X, 8X.) Het afspelen onderbreken of hervatten. Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Symbool / Beschrijving Naar het volgende bestand gaan/vooruitspoelen. (Elke keer dat u deze optie aanraakt, wordt de scansnelheid als volgt gewijzigd: 2X, 4X, 8X.) Het volume aanpassen of het geluid dempen. 8 9 Druk op [c] of raak Eindpunt aan. Druk op [c] of raak Bijsnijden aan om een video bij te snijden. • U kunt de scène aanpassen die moet worden bijgesneden door de grepen te verplaatsen die op de voortgangsbalk worden weergegeven. 10 Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja. • De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn. • De camera slaat het bewerkte bestand op als een nieuw bestand. Wanneer u een film afspeelt, kunt u functies, zoals achteruit scannen of vooruit scannen, gaan gebruiken nadat de video 2 seconden is afgespeeld. Een video bijsnijden 1 2 3 Selecteer in de afspeelmodus een video en druk op [m]. 4 Druk op [o] of raak beginnen. 5 6 Druk op [c] of raak Startpunt aan. 7 Druk op [o] of raak eindigen. Afzonderlijke beelden uit een video opslaan Selecteer Film bijsnijden. 1 Druk op [o] of raak aan om te beginnen met het afspelen van de video. Druk tijdens het afspelen van een video op [o] of raak het punt waarop u een beeld wilt opnemen. 2 Druk op [c] of raak Vastleggen aan. aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt Druk op [o] of raak aan om het afspelen van de video te hervatten. aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt Afspelen/bewerken 97 aan op • De resolutie van het opgenomen beeld is gelijk aan die van de originele video. • Het opgenomen beeld wordt als nieuw bestand opgeslagen. Foto's bewerken Hier vindt u informatie over het bewerken van foto's. • De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden. • Wanneer u foto's bewerkt, converteert de camera deze automatisch naar een lagere resolutie. Foto's die handmatig worden gedraaid of waarvan het formaat handmatig wordt aangepast, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie. • U kunt foto's niet bewerken terwijl u bestanden weergeeft als map. Open de map en selecteer een foto om de foto te bewerken. • Foto's die zijn vastgesteld in bepaalde modi, kunnen niet worden bewerkt. Het formaat van foto's wijzigen Een foto draaien U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw bestand opslaan. 1 Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens 2 Draai de [Zoomknop] naar links of raak selecteren. Raak aan en selecteer een optie. 3 . 1 Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens 2 Draai de [Zoomknop] naar links of raak selecteren. Raak aan en selecteer een optie. • U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken selecteren. aan om een foto te • U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken selecteren. 3 Res.wijz : 2592 X 1944 4 Raak aan om op te slaan. . Draaien : Rechts 90 gr. 4 Raak De beschikbare opties voor formaat wijzigen verschillen, afhankelijk van het originele formaat van de foto. aan om op te slaan. De camera overschrijft het originele bestand. Afspelen/bewerken 98 aan om een foto te Foto's bewerken Een foto bijsnijden 1 Smart filter-effecten toepassen Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens • U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken . Pas speciale effecten toe op uw foto's. 1 selecteren. 2 Draai de [Zoomknop] naar links of raak selecteren. 3 Raak aan en selecteer vervolgens het gebied dat u wilt slepen en bijsnijden. 4 Pas de grootte van het gebied aan door de hoeken van het vak te slepen. 5 Raak aan om een foto te Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens • U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken . selecteren. 2 Draai de [Zoomknop] naar links of raak selecteren. 3 4 Raak aan om een foto te aan en selecteer een optie. Raak o aan. Smart filter: Miniatuur aan om op te slaan. Optie Uit Miniatuur Afspelen/bewerken 99 Beschrijving Geen effect Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te geven. (De boven- en onderkant van de foto worden wazig gemaakt.) Foto's bewerken Optie Foto's aanpassen Beschrijving Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. Het effect van een waterverfschilderij toepassen. Aquarel Het effect van een olieverfschilderij toepassen. Olieverf Het effect van een striptekening toepassen. Cartoon Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere Kruisfilter objecten om het visuele effect van een kruisfilter te imiteren. Een schetseffect van een pen toepassen. Schets Onzuiverheden op het gezicht verhullen of droomachtige Softfocus effecten toevoegen. Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele Visoog effecten van een vissenooglens te imiteren. Een zwart-witeffect toepassen. Klassiek Een sepiatinteffect toepassen. Retro De randen van een foto vervagen om de onderwerpen in het Zoomopname midden te benadrukken. Vignetten 5 Raak aan om op te slaan. Hier vindt u informatie over het aanpassen van de helderheid, contrast of verzadiging of het corrigeren van het rode-ogeneffect. Als het midden van een foto donker is, kunt u deze lichter maken. De camera slaat een bewerkte foto op als een nieuw bestand, maar converteert de foto mogelijk naar een lagere resolutie. • U kunt tegelijk de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aanpassen en Smart filter-effecten toepassen. • U kunt niet tegelijk de effecten ACB, Gezichtretouch. en Anti-rode ogen toepassen. • Als u het ACB-effect hebt toegepast, kunt u de helderheid, het contrast of de kleurverzadiging niet aanpassen. Als u de helderheid, het contrast of de kleurverzadiging hebt aangepast, kunt u het ACB-effect niet toepassen. Donkere onderwerpen, de helderheid, het contrast of de kleurverzadiging aanpassen 1 Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens • U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken . selecteren. 2 Draai de [Zoomknop] naar links of raak selecteren. Afspelen/bewerken 100 aan om een foto te Foto's bewerken 3 Raak 4 5 aan en selecteer een foto. Symbool Beschrijving • U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie aan te Helderheid • Hoe hoger het nummer, des te helderder de huidskleur. passen. 6 7 Kleurverz. 4 hebt geselecteerd, gaat u verder met stap 6. Druk op [F/t] om de optie aan te passen. • U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie aan te passen. 5 6 Raak Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens • U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens • U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken . 2 Draai de [Zoomknop] naar links of raak selecteren. 3 4 Raak Raak selecteren. 2 Draai de [Zoomknop] naar links of raak selecteren. 3 Raak aan om op te slaan. . selecteren. aan om op te slaan. Gezichten retoucheren 1 Druk op [o]. Rode ogen verwijderen 1 Raak o aan. Raak Druk op [F/t] om de optie aan te passen. Donkere onderwerpen aanpassen (ACB) Contrast • Als u Druk op [o]. aan om een foto te aan en selecteer Gezichtretouch.. Afspelen/bewerken 101 aan en selecteer Anti-rode ogen. aan om op te slaan. aan om een foto te Bestanden op een tv (HDTV) weergeven U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de A/V (HDMI)-kabel op een televisie (HDTV) aan te sluiten. 1 2 3 4 5 Draai de modusdraaiknop naar n. Selecteer Connectiviteit “ Video. Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio. (pag. 136) 6 Schakel de televisie in en selecteer de A/V-videobron met de afstandsbediening van de televisie. 7 Schakel de camera in. Schakel de camera en de televisie uit. • De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u deze aansluit op een televisie. Sluit de camera met de A/V-kabel op de televisie aan. Audio 8 Bekijk foto's of speel video's af met behulp van de cameraknoppen. • Afhankelijk van het model van televisie wordt er mogelijk digitale ruis Video weergegeven of wordt een deel van het beeld niet weergegeven. • Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven. Afspelen/bewerken 102 Bestanden op een tv (HDTV) weergeven 6 Bestanden op een HDTV weergeven U kunt ongecomprimeerde foto's of video's van hoge kwaliteit bekijken op een HDTV die het Anynet+(CEC)-profiel ondersteunt via de optionele HDMI-kabel. 1 2 3 4 5 Controleer of de HDTV en camera zijn ingeschakeld en selecteer de HDMI-modus op de HDTV. • Als u een HDTV van Samsung hebt die Anynet+ ondersteunt en u de Anynet+-functie van de camera hebt ingeschakeld, wordt de HDTV automatisch ingeschakeld en wordt het camerascherm weergegeven, terwijl de camera automatisch naar de modus Afspelen schakelt. • Als Anynet+ is uitgeschakeld op uw camera of uw televisie niet beschikt over Anynet+, schakelt de televisie niet automatisch in. Schakel de televisie handmatig in. Draai de modusdraaiknop naar n. Selecteer Connectiviteit “ HDMI-formaat. Selecteer een HDMI-resolutie. (pag. 136) Schakel de camera en HDTV uit. Sluit de camera op de HDTV aan met behulp van een optionele HDMI-kabel. 7 Bekijk de video's en foto's met de camera. Afspelen/bewerken 103 • Als uw HDTV het profiel Anynet+(CEC) ondersteunt, schakelt u Anynet+ in het instellingenmenu van de camera in om de camera en de televisie te bedienen met de afstandsbediening van de televisie. (pag. 136) • Met Anynet+ kunt u alle aangesloten Samsung A/V-apparaten bedienen met de afstandsbediening van de televisie. • Hoe lang het duurt voordat de camera verbinding heeft gemaakt met uw HDTV, kan verschillen afhankelijk van het type geheugenkaart dat u gebruikt. Een snellere geheugenkaart resulteert niet noodzakelijk in een snellere HDMIoverdracht, omdat de belangrijkste functie van de kaart het verbeteren van de overdrachtssnelheid tijdens het opnemen is. Bestanden naar een computer overbrengen Sluit de camera aan op de computer om bestanden over te brengen van de geheugenkaart van de camera naar de computer. Bestanden naar een Windows-computer overbrengen 5 Schakel de camera in. 6 Selecteer op de computer Deze computer “ Verwisselbare schijf “ DCIM “ 100PHOTO. 7 Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op. U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf. Windows XP, Windows Vista, Windows 7 of Windows 8 moet worden uitgevoerd op uw computer als u de camera wilt aansluiten als verwisselbare schijf. 1 2 3 4 Draai de modusdraaiknop naar n. • De camera wordt automatisch herkend. Selecteer Connectiviteit “ i-Launcher “ Uit. Schakel de camera uit. Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Afspelen/bewerken 104 Bestanden naar een computer overbrengen De camera loskoppelen (voor Windows XP) Bestanden naar een Mac-computer overbrengen Voor Windows Vista, Windows 7 en Windows 8 gelden vergelijkbare methoden voor het loskoppelen van de camera. 1 Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot het knipperen ophoudt. 2 Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de computer. Wanneer u de camera op een Mac-computer aansluit, wordt het apparaat automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren. Mac OS 10.5 of hoger wordt ondersteund. 1 2 3 4 Klik op het pop-upbericht. 5 Verwijder de USB-kabel. Schakel de camera uit. Sluit de camera met de USB-kabel op een Mac-computer aan. Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat het apparaat veilig is verwijderd. Afspelen/bewerken 105 U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Bestanden naar een computer overbrengen 3 Schakel de camera in. • De computer herkent de camera automatisch en geeft een pictogram van een verwisselbare schijf weer. 4 5 Open de verwisselbare schijf. Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op. Afspelen/bewerken 106 Programma's op de computer gebruiken Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via koppelingen nuttige programma's downloaden. 5 6 i-Launcher installeren 1 2 3 4 Draai de modusdraaiknop naar n. Selecteer Connectiviteit “ i-Launcher “ Aan. Schakel de camera in. Als een pop-upvenster wordt weergegeven met de vraag of u i-Launcher wilt installeren, selecteert u Ja. • Als een pop-upvenster wordt weergegeven dat u iLinker.exe moet uitvoeren, moet u dit eerst uitvoeren. Schakel de camera uit. • Wanneer u de camera aansluit op een computer waarop i-Launcher is Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. geïnstalleerd, wordt het programma automatisch gestart. U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. 7 Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. • Er wordt een snelkoppeling voor i-Launcher weergegeven op de computer. • Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is verbonden met een netwerk. • Klik op Apparaten “ i-Launcher “ Mac “ iLinker om i-Launcher te installeren op uw Mac-computer. Afspelen/bewerken 107 Programma's op de computer gebruiken Beschikbare programma's tijdens het gebruik van i-Launcher Vereisten voor Windows OS Optie Multimedia Viewer Beschrijving Met Multimedia Viewer kunt u bestanden weergeven. Item Firmware Upgrade Hiermee kunt u de firmware van uw camera bijwerken. i-Launcher bevat een koppeling waarmee u het programma pc Auto Backup kunt downloaden wanneer u de camera aansluit op een computer. U kunt foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. PC Auto Backup Als u een Mac-computer gebruikt, zijn alleen Firmware bijwerken en PC Auto Backup beschikbaar. Processor RAM Besturingssysteem* Vaste-schijfruimte Overig Vereisten Intel® Core™ 2 Duo 1,66 GHz of hoger/ AMD Athlon X2 Dual-Core 2,2 GHz of hoger Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen) Windows XP SP2, Windows Vista, Windows 7 of Windows 8 250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen) • 1024 x 768 pixels, monitor met ondersteuning voor 16-bits (1280 X 1024 pixels, 32-bits kleurenmonitor aanbevolen) • USB 2.0-poort • nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ ATI X1600-reeks of hoger • Microsoft DirectX 9.0c of hoger * Een 32-bits versie van i-Launcher wordt geïnstalleerd; zelfs op 64-bits edities van Windows XP, Windows Vista, Windows 7 en Windows 8. i-Launcher gebruiken Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via een koppeling het programma pc Auto Backup downloaden. • De vereisten zijn alleen aanbevelingen. i-Launcher werkt mogelijk niet correct, zelfs wanneer de computer voldoet aan de vereisten, afhankelijk van de toestand van de computer. • Als uw computer niet voldoet aan de vereiste, worden video's mogelijk niet correct afgedrukt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van niet-geschikte computers zoals samengestelde computers. Afspelen/bewerken 108 Programma's op de computer gebruiken Vereisten voor Mac OS i-Launcher openen Item Besturingssysteem Vereisten Mac OS 10.5 of hoger (met uitzondering van PowerPC) RAM Minimaal 256 MB RAM (512 MB of meer aanbevolen) Minimaal 110 MB USB 2.0-poort Schijfruimte Overig Selecteer op de computer start “ Alle programma's “ Samsung “ i-Launcher “ Samsung i-Launcher. Of klik op Programma's “ Samsung “ i-Launcher op uw Mac-computer. Afspelen/bewerken 109 Programma's op de computer gebruiken Multimedia Viewer gebruiken Met Multimedia Viewer kunt u bestanden afspelen. Klik op het scherm Samsung i-Launcher op Multimedia Viewer. • Multimedia Viewer ondersteunt de volgende bestandstypen: - Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG) - Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF, MPO • Bestanden die zijn opgenomen met apparaten van andere fabrikanten worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld. Foto's weergeven 1 Nr. 1 2 3 ! 0 9 8 7 6 5 4 Afspelen/bewerken 110 2 3 4 5 6 7 8 9 0 ! Beschrijving Best.naam Vergroot gebied Histogram Het geselecteerde bestand openen. Histogram-knop Naar links draaien/naar rechts draaien. Naar het vorige bestand gaan/naar het volgende bestand gaan. Het formaat van de foto aanpassen aan het scherm. De foto op origineel formaat weergeven. Inzoomen/uitzoomen Schakelen tussen 2D- en 3D-modus. Programma's op de computer gebruiken Video's bekijken 1 Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 2 8 7 6 5 4 3 Afspelen/bewerken 111 Beschrijving Best.naam Het volume aanpassen. Het geselecteerde bestand openen. Naar het volgende bestand gaan. Stop Pauze Naar het vorige bestand gaan. Voortgangsbalk Programma's op de computer gebruiken De firmware bijwerken Klik op het scherm Samsung i-Launcher op Firmware Upgrade. Het programma pc Auto Backup downloaden Klik op het scherm Samsung i-Launcher op PC Auto Backup. Zie pagina 122 voor meer informatie over het installeren van het programma PC Auto Backup. Afspelen/bewerken 112 Draadloos netwerk Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken. Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren …………… 114 Verbinding maken met een WLAN …………… 114 De aanmeldingsbrowser gebruiken …………… 115 Tips over netwerkverbinding ………………… 116 Tekst invoeren ………………………………… 117 Bestanden automatisch opslaan op een smartphone ……………………………………… Foto's of video's verzenden naar een smartphone ……………………………………… Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop …………………………………… Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden …………………………… Foto's of video's via e-mail verzenden ………… 124 E-mailinstellingen wijzigen …………………… 124 Foto's of video's via e-mail verzenden ………… 126 Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ………………………………………… 127 Een website openen …………………………… 127 Foto's of video's uploaden ……………………… 127 118 Bestanden verzenden met AllShare Play ……… 129 119 Foto's uploaden naar de online opslagruimte … 129 Foto's of video's weergeven op apparaten die AllShare Play ondersteunen …………………… 130 120 Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ……………… 132 122 Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc …………………………… 122 Foto's of video's verzenden naar een pc ……… 122 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. U kunt ook netwerkinstellingen configureren. Verbinding maken met een WLAN Symbool 1 Draai de modusdraaiknop naar w. 2 Selecteer , , , of . 3 Druk op [m] en selecteer vervolgens Wi-Fi-instelling. Beveiligd toegangspunt WPS-toegangspunt Signaalsterkte • In sommige modi moet u de instructies op het scherm volgen totdat het scherm Wi-Fi-instelling wordt weergegeven. • De camera zoekt automatisch naar beschikbare toegangspunten. Druk op [t] of raak aan om de instelopties voor het toegangspunt te openen. • Wanneer u een beveiligd toegangspunt selecteert, wordt een pop-upvenster 4 Raak een toegangspunt aan. weergegeven. Geef de vereiste wachtwoorden in om verbinding te maken met de WLAN. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 117) • Wanneer een aanmeldingspagina verschijnt, zie 'De aanmeldingsbrowser gebruiken'. (pag. 115) • Wanneer u een niet-beveiligd toegangspunt selecteert, maakt de camera verbinding met het WLAN. • Als u een toegangspunt selecteert dat wordt ondersteund door het WPSprofiel, selecteert u → WPS PIN-verbinding en geeft u een PIN-code in op het toegangspunt. U kunt ook verbinding maken met een toegangspunt dat wordt ondersteund door het WPS-profiel door → WPS knopverbinding te selecteren op de camera en vervolgens de knop WPS te selecteren op het toegangspunt. Vernieuwen Terug • Selecteer Vernieuwen om de lijst met voor verbinding beschikbare toegangspunten te vernieuwen. Beschrijving Ad-hoctoegangspunt • Selecteer Draadloos netwerk toevoegen om handmatig een toegangspunt toe te voegen. Uw toegangspuntnaam moet in het Engels zijn om het toegangspunt handmatig toe te voegen. Draadloos netwerk 114 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Netwerkopties instellen De aanmeldingsbrowser gebruiken 1 Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en druk op [t] of raak aan. 2 Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in. U kunt uw aanmeldingsgegevens ingeven via de aanmeldingsbrowser wanneer u verbinding maakt met bepaalde toegangspunten, sites voor delen of cloudservers. Knop/Symbool [D/c/F/t] [o] Optie Netwerkwachtwoord Beschrijving Geef het netwerkwachtwoord in. IP-instelling Het IP-adres automatisch of handmatig instellen. Beschrijving Naar een item gaan of door de pagina scrollen. Selecteer een item. De aanmeldingsbrowser sluiten. Naar de vorige pagina gaan. Naar de volgende pagina gaan. Stoppen met het laden van de pagina. Het IP-adres handmatig instellen 1 2 3 De pagina opnieuw laden. Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en druk op [t] of raak aan. Selecteer IP-instelling “ Handmatig. Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in. Optie IP Beschrijving Hier voert u het statische IP-adres in. Subnetmasker Hier voert u het subnetmasker in. Hier voert u de gateway in. Hier voert u het DNS-adres in. Gateway DNS-server • Bepaalde items kunt u niet selecteren afhankelijk van de pagina waarmee u bent verbonden. Dit is normaal en wijst niet op een defect. • De aanmeldingsbrowser wordt mogelijk niet automatisch gesloten nadat u zich hebt aangemeld bij bepaalde pagina's. In dat geval sluit u de aan te raken en gaat u aanmeldingsbrowser door op [b] te drukken of verder met de gewenste bewerking. • Het laden van de aanmeldingspagina kan langer duren wegens het paginaformaat of de netwerksnelheid. In dit geval wacht u tot het invoervenster voor aanmeldingsgegevens wordt weergegeven. Draadloos netwerk 115 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren • Als u geen verbinding met een WLAN kunt maken, probeert u een ander Tips over netwerkverbinding • Sommige Wi-Fi-functies zijn niet beschikbaar als u geen geheugenkaart plaatst. • De kwaliteit van de netwerkverbinding wordt bepaald door het toegangspunt. • Hoe groter de afstand tussen uw camera en het toegangspunt, hoe langer het toegangspunt uit de lijst met beschikbare toegangspunten. • Er kan een aanmeldingspagina worden weergegeven wanneer u gratis WLAN's duurt om verbinding te maken met het netwerk. • Als een apparaat in de buurt hetzelfde radiofrequentiesignaal gebruikt als uw camera, kan uw verbinding hierdoor worden verstoord. • Als uw toegangspunt geen Nederlandse naam heeft, kan de camera mogelijk het • apparaat niet vinden of kan de naam onjuist worden weergegeven. • Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkserviceprovider voor netwerkinstellingen of een wachtwoord. • Als een WLAN moet worden geverifieerd door de serviceprovider, kunt u mogelijk • • • • • geen verbinding met het betreffende WLAN maken. Neem contact op met uw netwerkserviceprovider om verbinding te maken met het WLAN. Afhankelijk van het coderingstype kan het aantal cijfers in het wachtwoord verschillen. Een WLAN-verbinding is wellicht niet mogelijk in alle omgevingen. Mogelijk geeft de camera een WLAN-printer weer in de lijsten met toegangspunten. U kunt echter geen verbinding met het netwerk maken via een printer. U kunt uw camera niet tegelijkertijd verbinden met een netwerk en aansluiten op een tv. Er kunnen aanvullende kosten gelden om verbinding te maken met een netwerk. De kosten verschillen op basis van de voorwaarden van uw abonnement. • • • • • • • selecteert die worden geleverd door bepaalde netwerkproviders. Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om verbinding te maken met de WLAN. Neem contact op met de netwerkproviders voor informatie over het registreren of de service. Wees voorzichtig wanneer u persoonlijke gegevens ingeeft om verbinding te maken met een toegangspunt. Geef geen betalings- of creditcardgegevens in op uw camera. De fabrikant is niet aansprakelijk voor problemen die ontstaan wanneer u dergelijke informatie ingeeft. De beschikbare netwerkverbindingen kunnen verschillen per land. De WLAN-functie van uw camera moet voldoen aan de wetten op het gebied van radiozendingen in uw regio. We raden u daarom aan de WLAN-functie alleen te gebruiken in het land waar u de camera hebt gekocht. De procedure voor het aanpassen van de netwerkinstellingen kan verschillen, afhankelijk van de netwerkomstandigheden. Probeer geen toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag gebruiken. Voordat u verbinding maakt met een netwerk, moet u ervoor zorgen dat de batterij volledig is opgeladen. U kunt bestanden die in bepaalde modi zijn gemaakt, niet uploaden of verzenden. Bestanden die u overzet naar een ander apparaat, worden mogelijk niet ondersteund door het apparaat. In dit geval gebruikt u een computer om de bestanden af te spelen. Draadloos netwerk 116 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Tekst invoeren Symbool Hier wordt beschreven hoe u tekst kunt ingeven. Met de symbolen in de onderstaande tabel kunt u de cursor bewegen, hoofdletters in- en uitschakelen enzovoort. Druk op [D/c/F/t] om naar een gewenste toets te gaan en druk vervolgens op [o] om deze toets in te geven. U kunt ook een toets aanraken om deze in te geven. Beschrijving Schakelen tussen de symboolstand en ABC-stand. Een spatie invoeren. Gereed De weergegeven tekst opslaan. • In sommige modi kunt u alleen tekst in het Engelse alfabet ingeven, ongeacht de schermtaal. • Druk op [P] om direct naar Gereed te gaan. • U kunt maximaal 64 tekens ingeven. • Het scherm kan afwijken afhankelijk van de invoermodus. X Annuleren Symbool Gereed Beschrijving De cursor verplaatsen. In de ABC-modus schakelt u hoofdletters in of uit. De laatste letter verwijderen. Ophouden met het ingeven van tekst en terugkeren naar de vorige Annuleren pagina. X Draadloos netwerk 117 Bestanden automatisch opslaan op een smartphone De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie AutoShare ondersteunen. Wanneer u een foto maakt met uw camera, wordt de foto automatisch op de smartphone opgeslagen. • De functie AutoShare wordt ondersteund door smartphones uit de Galaxy-serie en Galaxy Tab-modellen met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger of iOS-apparaten met iOS 4.3 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat controleren en deze zo nodig bijwerken. • U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gebruikt. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play Store of de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of hoger. • Deze functie is in sommige opnamemodi niet beschikbaar met het interne geheugen. • Als u deze functie instelt, wordt de instelling behouden zelfs wanneer u de opnamemodus wijzigt. • Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. 1 2 5 Druk op de camera, in de opnamemodus, op [m]. Selecteer op de camera AutoShare “ Aan. • Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de • Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de verbinding automatisch tot stand gebracht. app te downloaden, selecteert u Volgende. 3 • Er wordt een pictogram dat de verbindingsstatus ( Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone. • Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. • De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken. ) aangeeft, weergegeven op het scherm van de camera. 6 inschakelt. 4 Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. Maak een foto met de camera. • De vastgelegde foto wordt opgeslagen op de camera en vervolgens overgedragen naar de smartphone. • Als u een video hebt opgenomen, wordt deze alleen opgeslagen op de camera. • Een GIF-bestand dat wordt vastgelegd in de modus Foto in beweging, wordt niet opgeslagen op de smartphone. • Het afbeeldingsbestand dat wordt vastgelegd tijdens het maken van een video, wordt niet opgeslagen op de smartphone. Draadloos netwerk 118 Foto's of video's verzenden naar een smartphone De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink ondersteunen. U kunt eenvoudig foto's of video's verzenden naar uw smartphone. • De functie MobileLink wordt ondersteund door smartphones uit de Galaxy-serie en Galaxy Tab-modellen met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger of iOS-apparaten met iOS 4.3 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat controleren en deze zo nodig bijwerken. • U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gebruikt. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play Store of de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of hoger. • Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. • Als u bestanden selecteert op de smartphone, kunt u maximaal 1000 recente bestanden weergeven en maximaal 150 bestanden tegelijk verzenden. Als u bestanden selecteert op de camera, kunt u bestanden weergeven die zijn geselecteerd op de camera en is het maximale aantal bestanden dat kan worden verzonden afhankelijk van de opslagruimte van de smartphone. • Wanneer u Full-HD-video's verzendt met de functie MobileLink, kunt u op bepaalde apparaten de bestanden mogelijk niet afspelen. 1 2 5 Draai de modusdraaiknop op de camera naar w. Selecteer op de camera. • Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de app te downloaden, selecteert u Volgende. 3 • De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken. 6 Selecteer een verzendoptie op de camera. Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone. • Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app inschakelt. Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. • Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de • Als u Bestanden selecteren op smartphone selecteert, kunt u uw smartphone gebruiken om bestanden die op de camera zijn opgeslagen, te bekijken en te delen. • Als u Bestanden selecteren op camera selecteert, kunt u bestanden selecteren die u wilt verzenden vanaf de camera. 4 Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. verbinding automatisch tot stand gebracht. 7 Selecteer vanaf de smartphone of de camera de bestanden die u vanaf de camera wilt verzenden. 8 Raak op de smartphone de kopieerknop aan of selecteer Delen op de camera. • De camera verzendt de bestanden. Draadloos netwerk 119 Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie Remote Viewfinder ondersteunen. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met de functie Remote Viewfinder. De opgenomen foto wordt weergegeven op de smartphone. • De functie Remote Viewfinder wordt ondersteund door smartphones uit de Galaxy-serie en Galaxy Tab-modellen met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger of iOS-apparaten met iOS 4.3 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat controleren en deze zo nodig bijwerken. • U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gebruikt. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play Store of de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of hoger. 1 2 6 Draai de modusdraaiknop op de camera naar w. Selecteer Stel de volgende opnameopties in op de smartphone. Symbool op de camera. • Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de Flitsoptie app te downloaden, selecteert u Volgende. 3 Timerinstelling Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone. • Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app Fotoformaat inschakelt. 4 5 Beschrijving Opslaglocatie Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. Zoomverhouding • De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken. • Wanneer u gebruikmaakt van deze functie, zijn sommige knoppen niet Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. • De zoomknop en de ontspanknop op uw smartphone werken niet als u deze • Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de verbinding automatisch tot stand gebracht. beschikbaar op uw camera. functie gebruikt. • De modus Remote Viewfinder ondersteunt alleen de fotoformaten Draadloos netwerk 120 en . Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop 7 Blijf aanraken op de smartphone om scherp te stellen. 8 Laat los om de foto te maken. • De scherpstelling wordt automatisch ingesteld op Multi AF. • Het formaat van de foto wordt gewijzigd in 640 X 360 wanneer deze wordt opgeslagen op de smartphone. • Als u deze functie gebruikt, kan de ideale afstand tussen de camera en de smartphone variëren, afhankelijk van de omgeving. • De smartphone moet zich binnen een afstand van 7 m van de camera bevinden als u deze functie wilt gebruiken. • Het duurt enige tijd om de foto te maken nadat u op de smartphone hebt losgelaten. • De functie Remote Viewfinder wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld: - Er is een inkomende oproep op de smartphone. - De camera of de smartphone wordt uitgeschakeld. - Het geheugen is vol. - De verbinding van een van de apparaten met het WLAN is verbroken. - De Wi-Fi-verbinding is zwak of instabiel. Draadloos netwerk 121 Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden U kunt foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc 1 2 3 Installeren i-Launcher op de pc. (pag. 107) 1 2 Draai de modusdraaiknop naar w. Selecteer . Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan. • Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de Als het pictogram van het programma Automatische back-up wordt weergegeven, klikt u hierop. • U moet de informatie voor de back-up-pc configureren om de functie • Het programma Automatische back-up wordt geïnstalleerd op de pc en de informatie over de pc wordt opgeslagen op de camera. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. • U kunt de informatie over de pc ook opslaan op de camera door de pc en camera op elkaar aan te sluiten via Wi-Fi. 4 Foto's of video's verzenden naar een pc Verwijder de USB-kabel. app te downloaden, selecteert u Volgende. Automatische back-up te gebruiken. Zie 'Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc' voor meer informatie. (pag. 122) Als het programma Automatische back-up op uw pc is geïnstalleerd, kunt u de pcinformatie opslaan via een USB-kabel of Wi-Fi-aansluiting. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114) Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is verbonden met een netwerk. Draadloos netwerk 122 Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden 3 4 Selecteer een pc voor de back-up. • Wanneer u op de camera verbinding maakt met het WLAN, selecteert u het • Als u eerder een back-up hebt gemaakt, gaat u verder naar stap 4. toegangspunt dat is verbonden met de pc. • De camera zoekt naar de beschikbare toegangspunten, zelfs als u weer Selecteer OK. • Selecteer Annuleer als u het verzenden wilt annuleren. • U kunt geen afzonderlijke bestanden selecteren om back-ups van te maken. • • • • Deze functie maakt alleen een back-up van nieuwe bestanden op de camera. De voortgang van de back-up wordt weergegeven op de monitor van de pc. Wanneer de overdracht is voltooid, wordt de camera na ongeveer 30 seconden automatisch uitgeschakeld. Selecteer Annuleer om terug te gaan naar het vorige scherm en te voorkomen dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld. Als u uw pc automatisch wilt uitschakelen nadat de overdracht is voltooid, selecteert u Pc afsluiten na back-up “ Aan. Selecteer als u de pc voor de back-up wilt wijzigen. verbinding maakt met hetzelfde toegangspunt. • Als u de camera uitschakelt of de batterij verwijdert terwijl u bestanden verzendt, wordt de bestandsoverdracht onderbroken. • Wanneer u deze functie gebruikt, is de bediening van de ontspanknop uitgeschakeld op uw camera. • U kunt slechts één camera tegelijk verbinden met de pc om bestanden te verzenden. • De back-up wordt mogelijk geannuleerd vanwege netwerkomstandigheden. • Foto' of video' kunnen maar één keer naar een pc worden verzonden. Bestanden • • • • • Draadloos netwerk 123 kunnen niet opnieuw worden verzonden, zelfs niet als u uw camera opnieuw aansluit op een andere pc. Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. U moet Windows Firewall en eventuele andere firewalls uitschakelen voordat u deze functie gebruikt. U kunt maximaal 1000 recente bestanden verzenden. In de pc-software moet de servernaam worden ingegeven in het Latijnse alfabet en mag de naam niet meer dan 48 tekens bevatten. Wanneer meerdere bestandstypen tegelijk worden gemaakt, worden alleen de afbeeldingsbestanden (JPG) naar de pc verzonden met deze functie. Foto's of video's via e-mail verzenden U kunt de instellingen in het e-mailmenu wijzigen en foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. 5 E-mailinstellingen wijzigen In het e-mailmenu kunt u de instellingen voor het opslaan van uw gegevens of het opslaan van e-mailadressen wijzigen. U kunt ook het e-mailwachtwoord instellen of wijzigen. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 117) Selecteer het vak Naam, geef uw naam in en selecteer Gereed. Instelling afzender Naam Uw gegevens opslaan 1 2 E-mail Draai de modusdraaiknop naar w. Selecteer . Opslaan • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114) 3 4 Druk op [m]. 6 7 Reset Selecteer het vak E-mail, geef uw naam in en selecteer Gereed. Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan. • Als u uw gegevens wilt verwijderen, selecteert u Reset aan. Selecteer Instelling afzender. Draadloos netwerk 124 Foto's of video's via e-mail verzenden Een e-mailwachtwoord instellen 1 2 Het e-mailwachtwoord wijzigen Draai de modusdraaiknop naar w. Selecteer . • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het 1 2 toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. Draai de modusdraaiknop naar w. Selecteer . • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114) gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114) 3 4 Druk op [m]. 5 Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven. 6 7 8 Voer een wachtwoord van 4 cijfers in. Selecteer Wachtwoord instellen “ Aan. • Selecteer Uit om het wachtwoord uit te schakelen. • Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u OK niet selecteert. Voer het wachtwoord nogmaals in. 3 4 5 6 7 8 Druk op [m]. Selecteer Wachtwoord wijzigen. Voer uw huidige wachtwoord van 4 cijfers in. Voer een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in. Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in. Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven. Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven. Als u uw wachtwoord niet meer weet, kunt u dit opnieuw instellen door Reset te selecteren op het scherm voor het instellen van het wachtwoord. Wanneer u de gegevens opnieuw instelt, worden eerder opgeslagen instelgegevens van de gebruiker, e-mailadres en recent verzonden e-maillijst verwijderd. Draadloos netwerk 125 Foto's of video's via e-mail verzenden 6 Foto's of video's via e-mail verzenden U kunt foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 117) 1 2 Draai de modusdraaiknop naar w. Selecteer . toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114) 3 4 • U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag maximaal 7 MB zijn. 7 8 Selecteer Volgende. 9 Selecteer Verzenden. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er Selecteer de bestanden die u wilt verzenden. Selecteer het vak opmerking, geef uw opmerkingen in en selecteer Gereed. • De camera verzendt de e-mail. Selecteer het vak Afzender, geef uw e-mailadres in en selecteer Gereed. • Zelfs als het erop lijkt dat een foto is overgedragen, kunnen fouten met de • Als u uw gegevens eerder hebt opgeslagen, worden deze automatisch • ingevoegd. (pag. 124) • Als u een adres uit een lijst met eerdere afzenders wilt gebruiken, raakt u “ een adres aan. • Selecteer het vak Ontvanger, geef een e-mailadres in en selecteer Gereed. • Als u een adres uit de lijst met eerdere ontvangers wilt gebruiken, selecteert “ een adres. om meer ontvangers toe te voegen. U kunt maximaal 30 ontvangers ingeven. • Selecteer om een adres uit de lijst te verwijderen. • u • Selecteer 5 • • Selecteer Volgende. Draadloos netwerk 126 e-mailaccount van de ontvanger ervoor zorgen dat de foto wordt geweigerd of herkend als spam. U kunt geen e-mail verzenden als er geen netwerkverbinding beschikbaar is of als de instellingen van uw e-mailaccount onjuist zijn. U kunt geen e-mail verzenden als de bestandsgrootte de limiet overschrijdt. De maximale fotoresolutie die u kunt verzenden, is 2M, en de langste video die u of is een video die kunt uploaden, duurt 30 seconden bij een resolutie van is opgenomen met . Als de geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere resolutie. Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen e-mail kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider. Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. U kunt in de afspeelmodus ook een e-mail verzenden door op [m] te drukken en vervolgens Delen (Wi-Fi) “ E-mail te selecteren. Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken Upload uw foto's of video's naar websites voor het delen van bestanden. Beschikbare websites worden weergegeven op de camera. Om bestanden te uploaden, moet u de website bezoeken en u registreren voordat u uw camera aansluit. Een website openen Foto's of video's uploaden 1 Draai de modusdraaiknop naar w. 2 Selecteer . 3 Selecteer een website. 1 Open de website met uw camera. 2 Selecteer de bestanden die u wilt uploaden. • U kunt maximaal 20 foto's selecteren en de totale grootte mag maximaal • Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om een account te maken, selecteert u OK. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114) 10 MB zijn. (Op bepaalde websites kan de totale grootte of het totaal aantal bestanden verschillen.) 3 Selecteer Uploaden. • Op sommige websites kunt u uw opmerkingen ingeven door het vak opmerking te selecteren. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 117) 4 Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te melden. • Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 117) • U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door → een gebruikersnaam te selecteren. • Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk automatisch aangemeld. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een bestaande account op de website voor het delen van bestanden hebben. Draadloos netwerk 127 Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken • U kunt een uploadmap voor Facebook instellen door op [m] te drukken en vervolgens Map uploaden (Facebook) te selecteren op het lijstscherm van de website. • U kunt geen bestanden uploaden als de bestandsgrootte de limiet overschrijdt. De maximale fotoresolutie die u kunt uploaden, is 2M, en de langste video die u of is een video die kunt uploaden, duurt 30 seconden bij een resolutie van is opgenomen met . Als de geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere resolutie. (Op sommige websites kan de maximum fotoresolutie anders zijn.) • De manier waarop foto's of video's moeten worden geüpload, is afhankelijk van de geselecteerde website. • Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen toegang tot een website krijgt, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider. • De datum waarop geüploade foto's of video's zijn opgenomen, kan automatisch worden gebruikt als naam voor de foto's of video's. • De snelheid waarmee u foto’s kunt uploaden en webpagina’s kunt openen, is afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding. • Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. • U kunt in de afspeelmodus ook foto's en video's uploaden naar websites voor het delen van bestanden door op [m] te drukken en vervolgens Delen (Wi-Fi) en een gewenste website te selecteren. • Op bepaalde websites kunt u geen video's uploaden. Draadloos netwerk 128 Bestanden verzenden met AllShare Play Upload bestanden van uw camera naar de online opslag van AllShare Play of bekijk bestanden op een AllShare Play-apparaat dat is aangesloten op hetzelfde toegangspunt. 3 Foto's uploaden naar de online opslagruimte 1 2 Draai de modusdraaiknop naar w. Selecteer Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en selecteer Aanmelding “ OK. • Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 117) “ Webopslag. • U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door “ een gebruikersnaam te selecteren. • Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk automatisch aangemeld. • Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u OK. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114) Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een AllShare Play-account en een account bij een gelieerde online opslagservice maken op uw pc. Nadat u de accounts hebt gemaakt, voegt u uw online opslagaccount toe aan AllShare Play. • Als u het formaat voor geüploade foto's wilt wijzigen, drukt u op [m] en selecteert u Uploadgrootte afb. aan. • Als u meer dan één webopslag hebt geregistreerd, kunt u een keuze maken in de lijst door op [m] te drukken en vervolgens Webopslag wijzigen te selecteren. 4 Selecteer de bestanden die u wilt uploaden en selecteer Uploaden. • Als u meer dan één webopslag hebt geregistreerd, moet u eerst een webopslag selecteren. • U kunt geen videobestanden uploaden naar de online AllShare Playopslagruimte. • Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. • U kunt maximaal 20 bestanden uploaden. • U kunt in de afspeelmodus ook een e-mail verzenden door op [m] te drukken en vervolgens Delen (Wi-Fi) “ AllShare Play te selecteren. Draadloos netwerk 129 Bestanden verzenden met AllShare Play Foto's of video's weergeven op apparaten die AllShare Play ondersteunen 1 2 Draai de modusdraaiknop naar w. Selecteer “ Apparaten in de buurt. • Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u OK. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 114) • U kunt kiezen om alleen geselecteerde apparaten of alle apparaten toe te 6 Blader op het AllShare Play-apparaat door de gedeelde foto's of video's. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het AllShare Play-apparaat voor informatie over het zoeken naar de camera en het bladeren door foto's of video's op het AllShare Play-apparaat. • Afhankelijk van het type AllShare Play-apparaat of de netwerkverbinding kan het voorkomen dat video's niet vloeiend worden afgespeeld. Als dit gebeurt, neemt u de video opnieuw op met de resolutie 640 x 480 of lager en speelt u de video opnieuw af. Als video's niet vloeiend op uw apparaat worden afgespeeld via de draadloze verbinding, sluit u de camera met een A/V-kabel aan op het apparaat. staan verbinding te maken, door op [m] te drukken en vervolgens DLNA-toegangsbeheer te selecteren op het scherm. • Er wordt een lijst met gedeelde bestanden gemaakt. Wacht tot andere apparaten uw camera kunnen vinden. 3 Verbind het AllShare Play-apparaat met een netwerk en schakel de AllShare Play-functie in. • Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw apparaat voor meer informatie. 4 Geef op de camera het AllShare Play-apparaat toestemming om verbinding te maken met de camera. 5 Selecteer een camera op het AllShare Play-apparaat waarmee u verbinding wilt maken. AP â–² Een camera is verbonden met een televisie die AllShare Play ondersteunt via WLAN. Draadloos netwerk 130 Bestanden verzenden met AllShare Play • U kunt maximaal 1000 recente bestanden delen. • Op het AllShare Play-apparaat kunt u alleen foto's of video's bekijken die u met • • • • • • • • de camera hebt opgenomen. Het bereik van de draadloze verbinding tussen uw camera en een AllShare Playapparaat kan verschillen, afhankelijk van de specificaties van het toegangspunt. Als de camera is verbonden met 2 AllShare Play-apparaten, wordt er mogelijk langzamer afgespeeld. Foto's of video's worden met hun originele grootte gedeeld. U kunt deze functie alleen gebruiken met apparaten die AllShare Play ondersteunen. Gedeelde foto's of video's worden niet opgeslagen op het AllShare Playapparaat, maar u kunt ze op de camera opslaan volgens de specificaties van het apparaat. Het overbrengen van foto's of video's naar het AllShare Play-apparaat kan enige tijd duren, afhankelijk van de netwerkverbinding, het aantal bestanden dat u wilt delen of de grootte van de bestanden. Als u de camera op ongebruikelijke wijze uitschakelt terwijl u foto's of video's op een AllShare Play-apparaat bekijkt (bijvoorbeeld door de batterij te verwijderen), gaat het apparaat ervan uit dat de verbinding met de camera nog intact is. De volgorde van foto's of video's op de camera kan afwijken van die op het AllShare Play-apparaat. Draadloos netwerk 131 • Afhankelijk van het aantal foto's of video's dat u wilt delen, kan het enige tijd duren om uw foto's of video's te laden en de instelprocedure uit te voeren. • Als u tijdens de weergave van foto's of video's op het AllShare Play-apparaat • • • • voortdurend de afstandsbediening van het apparaat gebruikt of andere handelingen op de tv uitvoert, werkt deze functie mogelijk niet correct. Als u bestanden op de camera sorteert of de volgorde van de bestanden wijzigt terwijl u de bestanden op een AllShare Play-apparaat bekijkt, moet u de instelprocedure herhalen om de lijst met bestanden op het apparaat bij te werken. Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. U kunt het beste een netwerkkabel gebruiken om uw AllShare Play-apparaat aan te sluiten op het toegangspunt. Hiermee kunt u haperende videobeelden bij het streamen van inhoud tot een minimum beperken. Als u bestanden op een AllShare Play-apparaat wilt weergeven met de functie Apparaten in de buurt, schakelt u de multicastmodus op uw AP in. Foto's verzenden via Wi-Fi Direct Als de camera via een WLAN is verbonden met een apparaat dat de functie Wi-Fi Direct ondersteunt, kunt u foto's verzenden naar het apparaat. Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten. 1 2 3 5 Schakel op het toestel de optie Wi-Fi Direct in. Scrol op de camera in de afspeelmodus naar een foto. Druk op [m] en selecteer vervolgens Delen (Wi-Fi) “ Wi-Fi Direct. Geef op het toestel de camera toestemming om verbinding te maken met het toestel. • De foto wordt verzonden naar het apparaat. • In de weergave met één afbeelding kunt u slechts één foto tegelijk verzenden. toestel bijwerken met de nieuwste firmware. Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten. • In de miniatuurweergave kunt u meerdere foto's selecteren. Selecteer Verzenden wanneer u klaar bent met het selecteren van foto's. 4 • U kunt maximaal 20 bestanden in één keer verzenden. • Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. • Als u geen verbinding kunt maken met een Wi-Fi Direct-toestel, moet u het Selecteer het apparaat in de lijst met Wi-Fi Direct-apparaten op de camera. • Zorg ervoor dat de optie Wi-Fi Direct van het apparaat is ingeschakeld. • U kunt ook uw camera selecteren in de lijst met Wi-Fi Direct-apparaten op het apparaat. Draadloos netwerk 132 Instellingen Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren. Instellingenmenu ……………………………………………… 134 Het instellingenmenu openen ……………………………… Geluid ………………………………………………………… Display ……………………………………………………… Connectiviteit ……………………………………………… Algemeen …………………………………………………… 134 135 135 136 137 Instellingenmenu Hier vindt u informatie waarmee u de instellingen van de camera kunt configureren. Het instellingenmenu openen 1 2 3 Selecteer een item. Draai de modusdraaiknop naar n. Geluid Selecteer een menu. Volume Middel Piepjes Aan Sl.toon Geluid 1 Instellingen Geluid Begingeluid Display Terug Connectiviteit 4 Algemeen Uit Select. Selecteer een optie. Volume Optie Geluid Display Beschrijving Verschillende camerageluiden en het volume instellen. (pag. 135) Uit Laag De scherminstellingen aanpassen. (pag. 135) Middel Connectiviteit Hiermee kunt u de verbindingsopties instellen. (pag. 136) Algemeen Hiermee kunt u de instellingen voor het camerasysteem aanpassen, zoals geheugenindeling en standaardbestandsnaam. (pag. 137) Hoog Terug 5 Instellingen 134 Instellen Druk op [b] om naar het vorige scherm terug te keren. Instellingenmenu Geluid Display * Standaard Item Volume Piepjes Sl.toon Begingeluid AF-geluid Beschrijving Hiermee stelt u het volume van alle geluiden in. (Uit, Laag, Middel*, Hoog) * Standaard Item Het geluid instellen dat de camera afspeelt als u op de knoppen drukt, de modus wijzigt of het scherm aanraakt. (Uit, Aan*) Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u op de ontspanknop drukt. (Uit, Geluid 1*, Geluid 2, Geluid 3) Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u de camera inschakelt. (Uit*, Vliegen, Lasershow, Wolken) Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u de ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*) Beginafbeelding Beschrijving Hier stelt u in of er een afbeelding wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld en zo ja, welke. • Uit*: er wordt geen afbeelding weergegeven. • Logo: een standaardafbeelding uit het interne geheugen weergeven. • Gebr.afb: selecteer Gebr.afb. uit de foto's die u hebt vastgelegd in het geheugen. • De camera slaat per keer slechts één gebruikersfoto in het interne geheugen op. • Als u een nieuwe foto selecteert als gebruikersfoto of als u de camera opnieuw instelt, wordt de huidige afbeelding gewist. Richtlijn Datum/tijd weergeven Helpgids weerg. Instellingen 135 Hiermee selecteert u een raster om u te helpen bij de compositie van een scène. (Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis, Diagonaal) Instellen of de datum en tijd op het scherm van de camera worden weergegeven. (Uit*, Aan) Hiermee wordt een korte beschrijving van een optie of menu weergegeven. (Uit, Aan*) Instellingenmenu * Standaard Item Helderh. scherm Snel tonen Beschrijving Connectiviteit * Standaard Hiermee past u de helderheid van het scherm aan. (Auto*, Donker, Normaal, Licht) Item Normaal is de vaste waarde voor de afspeelmodus, zelfs als Auto is geselecteerd. Hiermee stelt u in hoe lang een gemaakte foto wordt weergegeven voordat u teruggaat naar de Opnamemodus. (Uit, Aan*) Anynet+ (HDMI-CEC) Deze functie werkt niet in alle modi. Spaarstand Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt de camera automatisch over op de spaarstand. (Uit*, Aan) HDMIformaat Druk in de spaarstand op een andere knop dan de [X] om de camera weer te gebruiken. Video i-Launcher Instellingen 136 Beschrijving Instellen of de camera kan worden bediend met de afstandsbediening van de televisie wanneer u de camera aansluit op een HDTV die het profiel Anynet+(CEC) ondersteunt. • Uit: bestanden weergeven zonder een HDTV-afstandsbediening te gebruiken. • Aan*: de camera gebruiken met een HDTV-afstandsbediening. De resolutie van foto's instellen wanneer de camera bestanden afspeelt op een HDTV via de HDMI-kabel. (NTSC: 1080i*, 720p, 480p/ PAL: 1080i*, 720p, 576p) Als de geselecteerde resolutie niet door de HDTV wordt ondersteund, wordt automatisch de onderliggende resolutiewaarde geselecteerd. Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio instellen. • NTSC: V.S., Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico, enzovoort • PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Engeland, Finland, Frankrijk, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Singapore, Spanje, Thailand, Zweden, Zwitserland enzovoort Hier kunt u instellen dat i-Launcher automatisch wordt gestart wanneer u de camera op uw computer aansluit. (Uit, Aan*) Instellingenmenu * Standaard Algemeen * Standaard Item Netwerkinformatie Language Tijdzone Datum/tijd aanpassen Datumtype Item De naamgeving van bestanden opgeven. • Op nul: instellen dat de bestandsnummering weer bij 0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden verwijderd. • Serie*: instellen dat de bestandsnummering doorloopt wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden verwijderd. Beschrijving Het Mac-adres en netwerkcertificatienummer van de camera weergeven. Een taal voor de tekst op het scherm instellen. De tijdzone voor uw locatie instellen. Als u naar een ander land gaat, selecteert u Bezoek en selecteert u de juiste tijdzone. (Thuis*, Bezoek) Hiermee stelt u de datum en tijd in. • De standaardnaam van de eerste map is 100PHOTO en Bestandsnr. Hiermee stelt u een datumnotatie in. (JJJJ/MM/DD, MM/DD/JJJJ, DD/MM/JJJJ) De standaarddatumnotatie kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal. De tijdnotatie instellen. (12 uur, 24 uur) Type tijd Beschrijving De standaardtijdnotatie kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal. Instellingen 137 de standaardnaam van het eerste bestand is SAM_0001. • Het bestandsnummer wordt elke keer dat u een foto maakt of video opneemt, met 1 verhoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999. • Het mapnummer wordt steeds met één verhoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO. • Het maximum aantal bestanden dat in een map kan worden opgeslagen, is 9999. • De camera definieert bestandsnamen volgens de DCF-norm (Design rule for Camera File system). Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze bestanden mogelijk niet meer weergeven. Instellingenmenu * Standaard Item * Standaard Beschrijving Item Instellen of de datum en tijd moeten worden weergegeven op gemaakte foto's. (Uit*, Datum, Datum/tijd) AF-hulplamp • De datum en tijd worden in de rechterbenedenhoek van de foto weergegeven. • Mogelijk drukken sommige printermodellen de datum Afdruk en tijd niet correct af. • De datum en tijd worden niet op de foto weergegeven als: - u de modus i selecteert - u Panorama selecteert in de modus s - u Mijn Magisch kader of Foto in beweging selecteert in de modus g mode Hiermee stelt u in dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld als u gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen uitvoert. (Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min) • Uw instellingen worden niet gewijzigd wanneer u de Automatisch uit DIRECT LINK (Wi-Fiknop) Formatt. Reset Open bron-licenties batterij vervangt. • De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld als de camera is aangesloten op een computer, is verbonden met een WLAN of wanneer u een diashow of video's afspeelt. Start een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie door op [DIRECT LINK] te drukken. (AutoShare*, MobileLink, Remote Viewfinder, Automatische back-up, E-mail, SNS en cloud, AllShare Play) Instellingen 138 Beschrijving Instellen dat op donkere locaties automatisch een lampje wordt ingeschakeld zodat u beter kunt scherpstellen. (Uit, Aan*) Formatteer het interne geheugen en de geheugenkaart. Wanneer u formatteert, worden alle bestanden verwijderd, ook beveiligde bestanden. (Ja, Nee) Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart door een ander merk camera, door een computer of in een geheugenkaartlezer laat formatteren. Formatteer geheugenkaarten in de camera voordat u ze gebruikt om beelden op te slaan. Reset menu's en opnameopties. De instellingen voor datum en tijd, taal en video-uitvoer worden niet gereset. (Ja, Nee) De informatie over de Open Source-licentie weergeven. Bijlagen Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud. Foutmeldingen ………………………………………………… 140 Cameraonderhoud ……………………………………………… 142 De camera reinigen ………………………………………… De camera gebruiken of opbergen ………………………… Geheugenkaarten …………………………………………… De batterij …………………………………………………… 142 143 144 147 Voordat u contact opneemt met een servicecenter ………… 151 Cameraspecificaties …………………………………………… 154 Woordenlijst ……………………………………………………… 158 Index ……………………………………………………………… 163 Foutmeldingen Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen. Foutmelding Kaartfout Mogelijke oplossingen Foutmelding • Schakel de camera uit en weer in. • Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer DCF Full Error terug. • Formatteer de geheugenkaart. SD-, SDHC-, of SDXC-kaarten kunnen worden vergrendeld om te voorkomen dat bestanden worden gewist. Ontgrendel de kaart voordat u opnamen maakt. Apparaat losgekoppeld. Kaart vergrendeld Bestandsfout Kaart wordt niet ondersteund. Verbinding is niet gelukt. De geplaatste geheugenkaart wordt niet ondersteund door de camera. Plaats een SD-, SDHC-, of SDXCgeheugenkaart. • De camera kan geen verbinding met het netwerk maken via het geselecteerde toegangspunt. Selecteer een ander toegangspunt en probeer het opnieuw. • De camera kan geen verbinding maken met de andere apparaten. Probeer opnieuw verbinding te maken. Bestandssysteem wordt niet ondersteund. Initialisatie mislukt. Wachtwoord onjuist Batterij bijna leeg Bijlagen 140 Mogelijke oplossingen Bestandsnamen komen niet met de DCF-norm overeen. Breng de bestanden op de geheugenkaart over naar een computer en formatteer de kaart. Open vervolgens het menu Instellingen en selecteer Bestandsnr. “ Op nul. (pag. 137) De netwerkverbinding is verbroken tijdens het overbrengen van foto's. Selecteer opnieuw een apparaat dat AllShare Play ondersteunt. Verwijder het beschadigde bestand of neem contact op met een servicecenter. De FAT-bestandsstructuur van de geplaatste geheugenkaart wordt niet ondersteund door de camera. Formatteer de geheugenkaar in de camera. De camera kan een apparaat dat AllShare Play ondersteunt, niet vinden. Schakel apparaten in het netwerk in die AllShare Play ondersteunen. Het wachtwoord voor het overdragen van bestanden naar een andere camera is onjuist. Voer het juiste wachtwoord in. Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op. Foutmeldingen Foutmelding Geheugen vol Geen foto Foto-overdracht mislukt. Overdracht mislukt. Mogelijke oplossingen Verwijder onnodige bestanden of plaats een nieuwe geheugenkaart. Maak foto's of plaats een geheugenkaart met foto's in de camera. De netwerkverbinding is verbroken tijdens het overbrengen van foto's. Probeer de functie AllShare Play opnieuw te starten. • De camera kan geen foto verzenden naar de andere camera. Probeer opnieuw te verzenden. • De camera kan geen e-mail verzenden of foto's overdragen naar een apparaat dat AllShare Play ondersteunt. Controleer de netwerkverbinding en probeer het opnieuw. Bijlagen 141 Cameraonderhoud De camera reinigen Camerabody Veeg de behuizing voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. Cameralens en -scherm Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk lensreinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon. • Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen. Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken. • Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaaskwastje op de lenskap. Bijlagen 142 Cameraonderhoud Camera voor langere tijd opbergen • Als u de camera langere tijd opbergt, moet u de camera samen met absorberend De camera gebruiken of opbergen materiaal, zoals silicagel, in een afgesloten houder plaatsen. Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de camera • Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten • Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen. • Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of omgevingen waar de • • • • • vóór gebruik opnieuw worden opgeladen. luchtvochtigheid snel verandert. Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de camera niet op warme locaties met slechte ventilatie, zoals in een auto die in de zon staat. Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen. Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of slechtgeventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en interne onderdelen te voorkomen. Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare stoffen of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de accessoires van de camera. Berg de camera niet op met mottenballen. • De huidige datum en tijd kunnen worden geïnitialiseerd wanneer de camera wordt ingeschakeld nadat de camera en batterij lange tijd gescheiden zijn. Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen Als u de camera overbrengt van een koude naar een warme omgeving, kan er condensvorming optreden op de lens of de interne onderdelen van de camera. In dit geval moet u de camera uitschakelen en ten minste 1 uur wachten. Als er condensvorming optreedt op de geheugenkaart, moet u de kaart uit de camera halen en wachten tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart terugplaatst. Overige aandachtspunten • Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u uzelf of anderen verwonden of schade aan uw camera veroorzaken. • Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan Gebruik op het strand of aan de waterkant zitten en de werking van het apparaat kan beïnvloeden. • Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt. • Schakel de camera uit als u deze niet gebruikt. • Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of geheugenkaart niet met natte handen. Als u de camera gebruikt met natte handen, kan de camera beschadigd raken. Bijlagen 143 Cameraonderhoud • De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de camera niet • • • • • • • • • Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, jeuk, eczeem of blootstelt aan schokken. Bewaar de camera in de houder om het scherm te beschermen tegen externe druk. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp gereedschap of kleingeld om te voorkomen dat er krassen op de camera komen. Gebruik de camera niet als het scherm gebarsten of beschadigd is. Gebarsten glas of acryl kan letsel aan uw handen en gezicht veroorzaken. Breng de camera naar een servicecenter van Samsung om de camera te laten repareren. Leg camera's, batterijen, opladers of accessoires nooit in de buurt van, op of in verwarmingsapparaten, zoals magnetrons, kachels of radiatoren. Deze apparaten kunnen worden vervormd en oververhit raken en brand of een ontploffing veroorzaken. Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken. Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een zachte, schone doek. Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk uitgeschakeld. Dit gebeurt om de geheugenkaart te beschermen. Schakel de camera weer in om de camera te gebruiken. De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera. Bij lage temperaturen kan het langer duren voordat de camera is ingeschakeld, kunnen kleuren tijdelijk veranderen of kunnen nabeelden worden weergegeven. Deze omstandigheden duiden niet op defecten en worden verholpen als u de camera weer bij normale temperaturen gebruikt. bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid. Als u last hebt van een van deze symptomen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en raadpleeg een arts. • Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt. • Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie, wordt niet gedekt door de garantie. Geheugenkaarten Ondersteunde geheugenkaarten Dit product accepteert de geheugenkaarten SD (Secure Digital), SDHC (Secure Digital High Capacity), SDXC (Secure Digital eXtended Capacity), microSD, microSDHC of microSDXC. Contactpunt Schrijfvergrendeling Etiket (voorzijde) U kunt voorkomen dat bestanden worden verwijderd door gebruik te maken van de schakelaar voor schrijfbescherming op een SD-, SDHC- of SDXC-kaart. Schuif de schakelaar omlaag, of schuif de schakelaar omhoog om te ontgrendelen. Wanneer u foto's en video's maakt, moet de kaart ontgrendeld zijn. Bijlagen 144 Cameraonderhoud Formaat Superhoog Hoog Normaal 1006 1897 2692 1329 2461 3437 2508 4359 5780 Geheugenkaartadapter Geheugenkaart Als u microgeheugenkaarten wilt gebruiken met dit product, een computer of een geheugenkaartlezer, moet u de kaart in een adapter plaatsen. Video Formaat Capaciteit van de geheugenkaart 1920 X 1080 De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn gebaseerd op een SD-kaart van 2 GB: 1280 X 720 Foto 640 X 480 Formaat Superhoog Hoog Normaal 219 432 640 245 483 715 288 567 836 341 669 984 418 817 1196 638 1228 1777 320 X 240 Om te delen 30fps Ongeveer 18' 03" Ongeveer 25' 53" Ongeveer 46' 12" Ongeveer 257' 31" Ongeveer 257' 31" De bovenstaande cijfers zijn gemeten zonder gebruik van de zoomfunctie. Bij gebruik van de zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken van de vermelde waarden. Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. Bijlagen 145 Cameraonderhoud Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten • Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of hoge temperaturen • • • • • • • • (onder 0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten niet goed werken. Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kunnen camera en geheugenkaart worden beschadigd. Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera. Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer het lampje knippert, omdat de gegevens hierdoor kunnen worden beschadigd. Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen foto's meer opslaan op de kaart. Gebruik een nieuwe geheugenkaart. Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk worden blootgesteld. Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt of opbergt in de buurt van krachtige magnetische velden. Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge temperaturen of luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende stoffen. • Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoffen, vuil of • • • • vreemde stoffen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met een zachte doek schoon voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst. Voorkom dat geheugenkaarten en de geheugenkaartsleuf in contact komen met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten of de camera niet goed meer werken. Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje gebruiken om de kaart tegen elektrostatische ontlading te beschermen. Breng belangrijke gegevens over naar andere media, zoals een vaste schijf, CD of DVD. Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart warm worden. Dit is normaal en wijst niet op een defect. Bijlagen 146 De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Cameraonderhoud De batterij Levensduur van de batterij Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen. Gemiddelde opnameduur/ Aantal foto's Batterijspecificaties Specificatie Model Type Capaciteit Voltage Oplaadduur* (wanneer de camera is uitgeschakeld) Beschrijving SLB-10A Lithium-ionbatterij 1030 mAh 3,7 V Testomstandigheden(bij een volledig opgeladen batterij) Foto's Ongeveer 140 min/ Ongeveer 280 foto's De levensduur is gemeten onder de volgende omstandigheden: in de modus p, in het donker, resolutie , kwaliteit Hoog, OIS aan. 1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één foto en zoom in of uit. 2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto en zoom in of uit. 3. Voer stap 1 en 2 uit. Wacht 30 seconden tussen de stappen. Herhaal het proces na 5 minuten en schakel de camera 1 minuut uit. 4. Herhaal stap 1 tot 3. Video's Ongeveer 100 min. Neem video's op met de resolutie Ongeveer 240 min. * Het duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de batterij op te laden. en 30 fps. • De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik. • Er zijn verschillende video's achter elkaar opgenomen om de totale opnameduur te bepalen. • Wanneer u netwerkfuncties gebruikt, raakt de batterij sneller leeg. Bijlagen 147 Cameraonderhoud Melding Batterij bijna leeg Aandachtspunten voor het gebruik van de batterij Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram rood en verschijnt de melding 'Batterij bijna leeg'. Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade. Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan de batterijen en brand of een schok veroorzaken. De batterij gebruiken • Vermijd blootstelling van batterijen aan zeer lage of hoge temperaturen (onder • • • • • • 0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen de laadcapaciteit van de batterijen beperken. Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de batterijklep warm worden. Dit heeft geen invloed op de normale werking van de camera. Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt. Bij temperaturen onder 0 °C/32 °F kunnen de capaciteit en gebruiksduur van de batterij afnemen. Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar de gewone capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere temperaturen. Haal de batterijen uit de camera wanneer u de camera langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Als u de camera langere perioden opbergt terwijl de batterij is geplaatst, raakt de batterij leeg. U kunt een volledig lege batterij mogelijk niet weer opladen. Wanneer u de camera lagere periode niet gebruikt (3 maanden of meer), moet u de batterij regelmatig controleren en opladen. Als u de batterij regelmatig laat leeglopen, kunnen de capaciteit en de levensduur afnemen, wat kan leiden tot een storing, brand of explosie. De batterij opladen • Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. • Als camera tijdens het opladen is ingeschakeld, wordt de batterij mogelijk niet volledig opgeladen. Schakel de camera uit voordat u de batterij oplaadt. • Gebruik de camera niet als de batterij wordt opgeladen. Dit kan brand of een schok veroorzaken. • Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt. • Wacht ten minste 10 minuten voordat u de camera inschakelt nadat de batterij is opgeladen. • Als u de camera aansluit op een externe voedingsbron terwijl de batterij helemaal leeg is, wordt de camera uitgeschakeld wanneer u bepaalde functies gebruikt die veel stroom verbruiken. Laad de batterij op om de camera op normale wijze te gebruiken. Bijlagen 148 Cameraonderhoud • Als u de voedingskabel opnieuw aansluit nadat de batterij volledig is opgeladen, • • • • • brandt het statuslampje ongeveer 30 minuten. Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het rode indicatielampje uitgaat. Als het indicatielampje knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera. Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje rood knipperen. Nadat de batterij is afgekoeld, wordt het opladen gestart. Als u batterijen overlaadt, kan de gebruiksduur van de batterij korter worden. Wanneer het opladen is voltooid, haalt u de kabel uit de camera. Buig het netsnoer niet en plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Als u dit wel doet, kan het netsnoer worden beschadigd. Behandel batterijen en opladers voorzichtig en voer deze af volgens de voorschriften • Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgevingen bij het weggooien van gebruikte batterijen. • Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden. De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten • Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel. • In de volgende gevallen wordt de batterij mogelijk niet opgeladen: - Wanneer u een USB-hub gebruikt. - Wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten. - Wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de computer aansluit. - Wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm niet ondersteunt (5 V, 500 mA). Bijlagen 149 Cameraonderhoud Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij: • De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u contact op met een servicecenter. • Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen batterijopladers en -adapters en laad de batterij alleen op volgens de procedures die in deze gebruiksaanwijzing zijn vermeld. • Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de zon. • Plaats de batterij niet in een magnetron. • Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals een badkamer of douche. • Plaats de batterij niet langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische dekens. • Als het apparaat is ingeschakeld, moet u het niet langere tijd in een afgesloten ruimte achterlaten. • Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels en horloges. • Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithiumionbatterijen ter vervanging. Bijlagen 150 • Haal de batterij niet uit elkaar of maak er geen gaten in met een scherp voorwerp. • Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten. • Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze van grote hoogte te laten vallen. • Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60 °C (140 °F). • Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen. • De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige warmte zoals zonneschijn, vuur of dergelijke zaken. Richtlijnen voor afvoer • Wees zorgvuldig als u de batterij weggooit. • Gooi de batterij nooit in een open vuur. • Regelgeving kan per land of regio verschillen. Zorg dat u zich houdt aan alle lokale en nationale regelgevingen wanneer u de batterij weggooit. Richtlijnen voor het opladen van de batterij Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt opgeladen. Voordat u contact opneemt met een servicecenter Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter. Wanneer u uw camera naar een servicecenter brengt, neem dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals de geheugenkaart of de batterij. Situatie Mogelijke oplossingen Situatie • Controleer of de batterij in de camera is De camera kan niet worden ingeschakeld. geplaatst. • Controleer of de batterij correct in de camera is geplaatst. (pag. 24) • Laad de batterij op. • Laad de batterij op. • De camera bevindt zich mogelijk in de modus De camera wordt plotseling uitgeschakeld. De batterij raakt snel leeg. Mogelijke oplossingen • Er is geen ruimte op de geheugenkaart. Automatisch uit. (pag. 138) • De camera wordt mogelijk uitgeschakeld om te voorkomen dat de geheugenkaart door een harde schok beschadigd raakt. Schakel de camera weer in. • De batterij raakt bij lage temperaturen (onder 0 °C/32 °F) sneller leeg. Houd de batterij warm door deze in uw zak te steken. • Als u de flitser gebruikt of video's opneemt, raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij indien nodig weer op. • Batterijen zijn verbruiksartikelen die na verloop van tijd moeten worden vervangen. Koop een nieuwe batterij als de gebruiksduur van de batterij aanzienlijk afneemt. Verwijder onnodige bestanden of plaats een nieuwe kaart. • Formatteer de geheugenkaart. Er kunnen geen foto's worden • De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe geheugenkaart. gemaakt. • Controleer of de camera is ingeschakeld. • Laad de batterij op. • Controleer of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. De camera loopt vast. Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. De camera kan warm worden tijdens het gebruik. De camera wordt warm. Dit is normaal en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera. • Mogelijk is de flitseroptie ingesteld op Uit. (pag. 68) De flitser werkt niet. • In sommige modi kunt u de flitser niet gebruiken. De flitser wordt mogelijk geactiveerd vanwege Er wordt onverwachts geflitst. statische elektriciteit. Dit duidt niet op een defect van de camera. Bijlagen 151 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie Mogelijke oplossingen De datum en tijd zijn onjuist. Stel de datum en tijd in bij de scherminstellingen. (pag. 137) Het scherm of de knoppen werken niet. Het camerascherm reageert niet goed. Er is een fout met de geheugenkaart opgetreden. Er kunnen geen bestanden worden afgespeeld. Situatie • Controleer of de ingestelde scherpsteloptie voor close-upfoto's geschikt is. (pag. 71) De foto is onscherp. Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. Als u de camera bij zeer lage temperaturen gebruikt, kan het camerascherm verkleuren of slecht functioneren. Voor betere prestaties van het scherm moet de camera bij normale temperaturen worden gebruikt. • Schakel de camera uit en weer in. • Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug. • Formatteer de geheugenkaart. Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten' voor meer informatie. (pag. 146) Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de camera het bestand mogelijk niet afspelen (de bestandsnaam moet voldoen aan de DCF-norm). In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op een computer afspelen. Mogelijke oplossingen • Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens indien nodig. (pag. 142) • Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het bereik van de flitser bevindt. (pag. 155) Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische De kleuren in de foto zijn anders dan de daadwerkelijke kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie kleuren. voor de lichtbron. (pag. 81) De foto is overbelicht. • Schakel de flitser uit. (pag. 68) De foto is te licht. • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 70) • Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 79) De foto is onderbelicht. • Schakel de flitser in. (pag. 68) De foto is te donker. • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 70) • Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 79) Bijlagen 152 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie De foto's worden niet op de televisie weergegeven. Mogelijke oplossingen Situatie • Controleer of de camera correct op de televisie • • is aangesloten met de A/V-kabel. Controleer of de geheugenkaart foto's bevat. Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is geplaatst. Controleer of de camera is ingeschakeld. Controleer of het besturingssysteem wordt ondersteund. De computer herkent de camera niet. • • De computer verbreekt de verbinding met de camera tijdens het overbrengen van bestanden. De bestandsoverdracht kan door statische elektriciteit worden gestoord. Koppel de USBkabel los en sluit deze weer aan. Video's kunnen mogelijk niet worden afgespeeld met bepaalde videospelers. Als u videobestanden De computer kan geen video's wilt afspelen die zijn gemaakt met uw camera, afspelen. gebruikt u het Multimedia Viewer-programma dat u met het programma i-Launcher op uw computer kunt installeren. Mogelijke oplossingen • Sluit i-Launcher af en start het programma opnieuw. • Controleer of i-Launcher is ingesteld op Aan in het instellingenmenu. (pag. 136) • Afhankelijk van de specificaties en omgeving i-Launcher werkt niet correct. Uw televisie of computer kan geen foto's of video's weergeven die zijn opgeslagen op een SDXCgeheugenkaart. Uw computer herkent een SDXC-geheugenkaart niet. Bijlagen 153 van de computer wordt het programma mogelijk niet automatisch gestart. Klik in dit geval op start “ Alle programma's “ Samsung “ i-Launcher “ Samsung i-Launcher op uw computer. (Voor Windows 8 opent u het startscherm en selecteert u All apps (Alle apps) “ Samsung i-Launcher.) Of klik op Programma's “ Samsung “ i-Launcher op uw Mac-computer. SDXC-geheugenkaarten gebruiken het exFAT-bestandssysteem. Zorg ervoor dat het externe apparaat compatibel is met het exFATbestandssysteem voordat u de camera aansluit op het apparaat. SDXC-geheugenkaarten gebruiken het exFATbestandssysteem. Als u SDXC-geheugenkaarten wilt gebruiken op een Windows XP-computer, kunt u het stuurprogramma voor het exFATbestandssysteem downloaden en bijwerken via de website van Microsoft. Cameraspecificaties Beeldsensor Type 1/2,3" (ongeveer 7,76 mm) BSI CMOS Effectieve pixels Ongeveer 16,3 megapixel Totaalaantal pixels Lens Ongeveer 17,0 megapixel Brandpuntsafstand Samsung-lens f = 4,1-86,1 mm (gelijk aan 35-mm-film: 23-483 mm) Diafragmabereik F2.8 (W)-F5.9 (T) • Fotomodus: 1,0-21,0X Zoom (optische zoom X digital zoom: 105,0X, optische zoom X Intelli zoom: 42,0X) • Afspeelmodus: 1,0-9,4X (afhankelijk van de beeldgrootte) Display Type TFT LCD Functionaliteit Scherpstelling 3,0" (75,0 mm) 460K Type Normaal (AF) Macro Auto macro Handm. scherpstellen Bereik Groothoek (G) 80 cm-oneindig 10-80 cm 10 cm-oneindig Tele (T) 350 cm-oneindig 150-350 cm 150 cm-oneindig 10 cm-oneindig 150 cm-oneindig Sluitertijd • Auto: 1/8-1/2000 sec. • Programma: 1-1/2000 sec. • Handmatig: 16-1/2000 sec. Belichting Regeling Programma AE, Diafragmaprioriteit AE, Sluiterprioriteit AE, Handmatige belichting Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen, Gezichtsdetectie Compensatie ±2 EV (1/3 EV Stap) ISO-equivalent Auto, ISO 100, ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600, ISO 3200 TTL-autofocus (Centrum AF, Multi AF, Tracking AF, Gezichtsdetectie AF, Aanraak AF), Handm. scherpstellen, Autofocus continu voor video Bijlagen 154 Cameraspecificaties Flitser Opnemen Modus Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync, Uit, Anti-rode ogen Bereik • Groothoek: 0,3-4,0 m (ISO Auto) • Tele: 0,5-1,9 m (ISO Auto) Oplaadtijd Ongeveer 4 sec. • Modi: Smart Auto (Portret, Nachtportret, Portretfoto Trillingsreductie Optische beeldstabilisatie (OIS) Foto's Effect • Fotofilter (Smart filter): Miniatuur, Vignetten, Opnamemodus voor foto's Opnamemodus voor video's Aquarel, Olieverf, Cartoon, Kruisfilter, Schets, Softfocus, Visoog, Klassiek, Retro, Zoomopname • Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz. Filmfilter (Smart filter): Miniatuur, Vignetten, Schets, Visoog, Klassiek, Retro, Paleteffect 1, Paleteffect 2, Paleteffect 3, Paleteffect 4 Witbalans Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Aangep. instelling, Kleurtemp. Datering Datum/tijd, Datum, Uit Bijlagen 155 met tegenlicht, Nacht, Tegenl., Landschap, Wit, Natuurlijk groen, Blauwe lucht, Zonsondergang, Macro, Macro tekst, Macro kleur, Statief, Actie, Vuurwerk, Kaarslicht, Spotlight, Spotlight (Macro), Spotlight (portret)), Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig, Smart (Gezichtscorrectie, Continuopname, Landschap, Macro, Actie-opname, Rijke toon, Panorama, Waterval, Silhouet, Zon onder, Opname bij weinig licht, Vuurwerk, Lichtspoor), Beste gezicht, Magisch Plus (Mijn Magisch kader, Gesplitste opname, Foto in beweging, Fotofilter) • Reeksopname: 1 opname, Serieopname (3 fps), Serieopname (8 fps), AE BKT • Timer: Uit, 10 sec, 2 sec Cameraspecificaties • Modi: Intelligente scènedetectie (Landschap, Blauwe • • Video's • • • • • lucht, Natuurlijk groen, Zonsondergang), Magisch Plus (Filmfilter) Indeling: MP4 (H.264) (Max. opnametijd: 20 min) Formaat: 1920 X 1080, 1280 X 720, 640 X 480, 320 X 240, 240 Web Framesnelheid: 30 fps Sound Alive: Sound Alive Aan, Sound Alive Uit, Dempen Vastleggen tijdens opnemen OIS: Aan, Uit Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen, foto's maken Opslag • Intern geheugen: ongeveer 9,5 MB • Extern geheugen (optioneel): Media Bestandsindeling 4608 X 3072 4608 X 2592 effecten, Video Video's Formaat 4608 X 3456 • Type: Eén foto, Miniaturen, Diashow met muziek en Foto's • Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21 • Video: MP4 (Video: MPEG-4.AVC/H.264, Audio: AAC) Symbool Afspelen • Bewerken: Res.wijz, Draaien, Smart filter, Bijsnijden • Effect: Beeld aanpassen (Helderheid, Contrast, SD-kaart (2 GB gegarandeerd), SDHC-kaart (tot 32 GB gegarandeerd), SDXC-kaart (tot 64 GB gegarandeerd) De interne geheugencapaciteit kan van deze specificaties afwijken. Beeldformaat Kleurverz., ACB, Gezichtretouch., Anti-rode ogen), Smart filter (Uit, Miniatuur, Vignetten, Aquarel, Olieverf, Cartoon, Kruisfilter, Schets, Softfocus, Visoog, Klassiek, Retro, Zoomopname) 3648 X 2736 2832 X 2832 2592 X 1944 1984 X 1488 1920 X 1080 Bewerken: foto's maken, tijd bijsnijden 1024 X 768 Bijlagen 156 Cameraspecificaties Draadloos netwerk Afmetingen (B x H x D) MobileLink, Remote Viewfinder, SNS en cloud, E-mail, S/W Upgrade Notifier, AllShare Play, Automatische back-up, AutoShare Interface 110,6 x 65 x 21,5 mm (zonder uitstekende delen) Digitale uitvoer USB 2.0 Audio-invoer/-uitvoer Interne luidspreker (mono), Microfoon (mono) Video-uitvoer • A/V: NTSC, PAL (selecteerbaar) • HDMI 1.3: NTSC, PAL (selecteerbaar) Gelijkstroomaansluiting 5,0 V Voedingsbron Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (SLB-10A, 1030 mAh) Connectortype Micro USB (5-pins) Gewicht 218 g (zonder batterij en geheugenkaart) Bedrijfstemperatuur 0-40 °C Bedrijfsluchtvochtigheid 5-85 % Software i-Launcher Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd voor betere prestaties. Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron verschillen. Bijlagen 157 Woordenlijst Automatische contrastverbetering (ACB) Deze functie verbetert automatisch het contrast van uw beelden wanneer het onderwerp tegenlicht heeft of als er veel contrast is tussen uw onderwerp en de achtergrond. Compositie Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het beeld bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden een plezierig resultaat. Opnamereeks met verschillende belichtingen (AEB) Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met verschillenden belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld te maken. DCF (Design rule for Camera File system) Een specificatie voor het definiëren van een bestandsindeling en bestandssysteem voor digitale camera's die is ontwikkeld door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA). Autofocus (AF) Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het onderwerp. Uw camera gebruikt het contrast om automatisch scherp te stellen. Scherptediepte De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan worden scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt per diafragma, brandpuntsafstand en afstand tussen de camera en het onderwerp. Als u bijvoorbeeld een kleiner diafragma selecteert, wordt de scherptediepte vergroot en wordt de achtergrond van een compositie vaag. Diafragma Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de camera bereikt. Bewegingsonscherpte (vaag) Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend, kan het volledige beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer de sluitertijd laag is. Voorkom bewegingsonscherpte door de gevoeligheid te verhogen, de flitser te gebruiken of een hogere sluitertijd. U kunt ook een statief of de DIS- of OIS-functie gebruiken om de camera te stabiliseren. Digitale zoom Een functie die op kunstmatige wijze de beschikbare hoeveelheid zoom met de zoomlens vergroot (optisch zoomen). Als u de digitale zoomfunctie gebruikt, wordt de beeldkwaliteit minder wanneer de vergroting wordt verhoogd. Bijlagen 158 Woordenlijst EV-compensatie Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen die wordt berekend door de camera, in beperkte stappen, om de belichting van uw foto's te verbeteren. Stel de EV-compensatie in op -1,0 EV om de waarde een stap donkerder in te stellen en op 1,0 EV om de waarde een stap lichter te maken. Belichtingswaarde (EV) Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die resulteren in dezelfde belichting. Exif (Exchangeable Image File Format) Een specificatie voor het definiëren van een beeldbestandsindeling voor digitale camera's die is gemaakt door de Japan Electronic Industries Development Association (JEIDA). Belichting De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken. Belichting wordt bepaald door een combinatie van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Flitser Een flitslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in omstandigheden met weinig licht. Brandpuntsafstand De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in millimeters). Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp. Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een grotere beeldhoek. Histogram Een grafische weergave van de helderheid van een beeld. De horizontale as stelt de helderheid voor en de verticale as het aantal pixels. Hoge pieken aan de linkerkant (te donker) en aan de rechterkant (te licht) op het histogram geven aan dat een foto niet goed is belicht. H.264/MPEG-4 Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T. Deze codec zorgt ervoor dat goede videokwaliteit wordt geleverd met lage bitsnelheden ontwikkeld door het Joint Video Team (JVT). Bijlagen 159 Woordenlijst Beeldsensor Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat voor elke pixel in het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid van het licht op dat de fotosite bereikt tijdens een belichting. Algemene sensortypen zijn CCD (Charge-coupled Device) en CMOS (Complementary Metal Oxide Semiconductor). ISO-waarde De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de equivalente filmsnelheid gebruikt in een filmcamera. Met hogere ISO-waarden gebruikt de camera een hogere sluitertijd, waardoor vervaging kan worden verminderd die wordt veroorzaakt door het bewegen van de camera en weinig licht. Beelden met een hoge gevoeligheid zijn echter veel gevoeliger voor ruis. Macro Met deze functie kunt u close-upfoto's maken van zeer kleine voorwerpen. Als u de macrofunctie gebruikt, kan de camera goed scherpstellen op kleine voorwerpen met een verhouding op bijna ware grootte (1:1). Lichtmeting De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid licht meet om de belichting in te stellen. MJPEG (Motion JPEG) Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEG-beeld. JPEG (Joint Photographic Experts Group) Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEG-beelden worden gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte te verminderen met minimale afname van de beeldresolutie. Ruis Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk worden weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige, heldere pixels. Ruis treedt meestal op wanneer foto's worden gemaakt met een hoge gevoeligheid of wanneer de gevoeligheid automatisch wordt ingesteld op een donkere locatie. LCD (Liquid Crystal Display) Een visuele display die algemeen wordt gebruikt in consumenten elektronica. Dit display heeft een aparte achtergrondverlichting nodig zoals CCFL of LED, om kleuren te kunnen reproduceren. OIS (Optical Image Stabilization; Optische beeldstabilisatie) Deze functie compenseert in real-time trillingen en schudden tijdens de opname. Er treedt geen kwaliteitsvermindering van het beeld op in vergelijking met de functie Digitale beeldstabilisatie. Bijlagen 160 Woordenlijst Optische zoom Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen worden vergroot met een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet vermindert. Vignetten Een vermindering van de helderheid of de verzadiging van een beeld bij de randen in vergelijking met het midden van het beeld. Vignetten kan de aandacht richten op onderwerpen die in het midden van een beeld zijn geplaatst. Kwaliteit Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in een digitaal beeld. Beelden met een hogere kwaliteit hebben een lager compressieniveau, wat meestal resulteert in grotere bestanden. Witbalans (kleurbalans) Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de primaire kleuren rood, groen en blauw) in een beeld. Het doel van het aanpassen van de witbalans, of kleurbalans, is de kleuren van een beeld correct weergeven. Resolutie Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie bevatten meer pixels en bevatten meer details dan beelden met lage resolutie. Sluitertijd De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een foto, aangezien hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door het diafragma op de beeldsensor valt. Met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen en wordt de foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging van het onderwerp te bevriezen. Bijlagen 161 Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product (Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld) Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) (Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld) Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd. Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu. Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd. PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid door middel van een milieubewuste bedrijfsvoering. Bijlagen 162 Index A Anynet+ 136 Aanraakscherm Automatische back-up 122 Aanraken 33 Slepen 33 Vegen 33 Automatische contrastverbetering (ACB) Afspeelmodus 100 Opnamemodus 80 Afdruk 138 AF-geluid 135 AutoShare 118 AF-hulplamp A/V-poort 21 Instellingen 138 AF-hulplampje Locatie 21 Afspeelknop 23 Afspeelmodus 89 Afzonderlijke beelden uit een video opslaan 97 AllShare Play 129 Beeldaanpassing Bewegende foto's 95 Categorie 91 Diashow 95 Map 90 Miniaturen 91 Panoramafoto’s 95 Televisie (HDTV) 102 Afspeelmodus 101 Opnamemodus 86 Helderheid Afspeelmodus 101 Opnamemodus 79 Kleurverzadiging Afspeelmodus 101 Opnamemodus 86 Rode ogen 101 Scherpte 86 B Beginafbeelding 135 Batterij Belichting 79 Let op 148 Opladen 25 Plaatsen 24 Bestanden weergeven Contrast Bestanden beveiligen 92 Bestanden overbrengen Automatische back-up 122 E-mail 124 Mac 105 Windows 104 Bijlagen 163 Bestanden wissen 92 C Camera loskoppelen 105 Cameraonderhoud 142 Cameraspecificaties 154 Contrast Afspeelmodus 100 Opnamemodus 86 Index F Geluidsinstellingen 36 K Datum/tijd aanpassen 137 Filmmodus 61 Gezichten retoucheren 101 Kleurverzadiging Diafragmawaarde 47 Flitser Gezichtsdetectie 76 D Diashow 95 Digitale zoom 38 DIRECT LINK-knop 23 Draadloos netwerk 114 Draaien 98 E Externe zoeker 120 Anti-rode ogen 69 Auto 68 Invulflits 68 Langzame synchronisatie 69 Rode ogen 68 Uit 68 Formatteren 138 H Handmatige modus 50 HDTV 103 Helderheid Foto's bewerken 98 Afspeelmodus 100 Opnamemodus 79 Foutmeldingen 140 Helderheid scherm 136 Functieknop 23 Knipperen 77 L Lichtmeting Centr. gewogen 80 Multi 80 Spot 80 M I G Instellingen 137 Geheugenkaart Intelligente scènedetectiemodus 62 Aandachtspunt 146 Plaatsen 24 Afspeelmodus 101 Opnamemodus 86 Intelligent zoomen 39 ISO-waarde 70 Bijlagen 164 Macro Auto macro 72 Handm. scherpstellen 72 Macro 72 Magic Plus, modus Filmfilter 60 Foto in beweging 58 Mijn Magisch kader 55 Index Menuknop 23 Ontspanknop 21 R Scherpte 86 Miniaturen 91 Ontspanknop half indrukken 41 Reinigen Servicecenter 151 MobileLink 119 Opladen 25 Modus Beste gezicht 54 Optionele accessoires 20 Modus Diafragmaprioriteit 48 Modusdraaiknop 22 Modus Magisch Plus Fotofilter 59 Gesplitste opname 57 Modus Panorama 52 O Camerabody 142 Lens 142 Scherm 142 Reset 138 P Pictogrammen Afspeelmodus 89 Opnamemodus 28 Portretten maken Gezichtsdetectie 76 Knipperen 77 Smile shot 77 Zelfportret 76 Resolutie Afspeelmodus 98 Opnamemodus 65 Richtlijn 135 Rode ogen Afspeelmodus 101 Opnamemodus 67 OIS (Optical Image Stabilization; Optische beeldstabilisatie) 40 Power-knop 21 S One Touch-opname 75 Programmamodus 46 Schermtype 35 Sluiterprioriteit, modus 49 Smart Auto-modus 44 Smart filter Afspeelmodus 99 Opnamemodus voor foto's 59 Video-opname, modus 60 Smart-modus 51 Smile shot 77 Snel tonen 136 Spaarstand 136 Statiefbevestigingspunt 21 Scherpstelgebied Centrum AF 73 Multi AF 73 Bijlagen 165 Statuslampje 22 Index T V W Taalinstellingen 137 Verbinding maken met een Mac-computer 105 Website Tijdinstellingen 26 Tijdzone-instellingen 26, 137 Timer 85 Tracking AF 74 U Uitpakken 20 USB-poort 21 Foto's of video's uploaden 127 Openen 127 Vergroten 94 Video 136 Afspeelmodus 96 Opnamemodus 61 Video's bewerken Bijsnijden 97 Opnemen 97 Witbalans 81 Z Zelfportret 76 Zoom Zoomfunctie gebruiken 38 Zoomgeluidinstellingen 87 Zoomknop 22 Bijlagen 166 Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantieinformatie die met het product is meegeleverd of bezoek onze website www.samsung.com.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168

Samsung SAMSUNG WB700 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor